DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Boelhuis op Maandag 14 Meia.s. So. 93 Honderd ©n negentiende jaargang. 1917. Abonmiisprilt per 3 11.30. li. f. post 11.50. Mwrteitleprii»12ict. p. regel, groote letters neer plaatsruimte. Drleree fr. II.Beek- ee Handelsdrukkerij r.b. HERIBs, CBSTER S ZOON. Voordaoi C 0. Telefar. 3. ZATERDAG 21 APRIL FEUILLETON. De „Dame" getrouwd. in hst lokaal „de Harmonie" te ALKMAAR. H. J. HAASBROEK, deurwaarder. „Oorlogstuintjes". STRANPENSCHOUW i Gvar den abonnementsprijs wordt bij vooruitbetaling beschikt. Bewijsnummers 5 cent. BEANTWOORDE VRAGEN. L. C. S. te A. De mislukking van het gewas in den vorigen zomer is zeer zeker te wijten aan de lage ligging van uw terreintje. Gron den, die minder dan 30 cM. boven 't grond water liggen, zijn voor den tuinbouw niet ge schikt. Vooral boonen willen op laaggelegen gronden niet groeien. 'tWil mij voorkomen, dat U ook nog last zult hebben van het water, dat van de hooger gelegen straten naar uw terrein afvloeit. Ophoogen van den grond zou een middel ter verbetering zijn, daarvoor zou U goeden tuingrond moeten nemen. Turfmolm is daarvoor niet geschikt. Het wordt meer ge bruikt om stijve kleigronden losser en zand gronden meer samenhangend en waterhou dend te maken. Voor de planten opneembaar voedsel bevat het zeer weinig. Boonen belmo ren tot de vlinderbloemige gewassen, deze eischen in 't algemeen een kalkrijken grond. Zie voor goede boonensoorten bet artikel over Boonen en Erwten. J. J. C. W.—W. te A. Vogelmest in 't alge meen, en kippenmest in 't bijzonder heeft een hooge bemestingswaarde. Ter verduidelijking volgt hieronder een vergelijking tusschen de hoeveelheden plantenvoedende stoffen, die ma tig verrotte stalmest en kippenmest bevatten per 100 K.G. Stikstof. Phosphorzutrf. kali. kalk. Stalmest 0,5 0,26 0,63 0,7 Kippenmest 1,63 1,54 0,85 2,4 tiet beste is, jica mest in 't najaar flink door den" grond te werken.' Met het toedienen aan groeiende planten1 moet men zeer voorzichtig z.m, men geeft licht te veel. Sterk verdunnen met water is noodzakelijk. Nooit geven aan planten, die pas verplant zijn; deze moeten eer-.t weer flink aan den groei zijn. Liever zou ik den kippenmest bewaren, en hem met ande re zaken, die voor bemesting kunnen dienen, tot een composthoop opstapelen. Deze moet dan van tijd tot tijd eens doorgewerkt worden'. Het wordt dan een gelijkmatige massa, die z*-h goed door den grond laat verd'eelen. al turfstrooisel "is een goed conservee- Smiddel. P01 agen gelieve men onder het motto Self- tip**. ■de Redactie van dit blad te richten. ERWTEN. Onder de erwten heeft men ver schalende soorten. lo. Peulen. Men gebruikt hiervan de vruqhtschillen met de nog weinig ontwikkelde za£%. Doperwten. Men gebruikt de rijpe za- <i'V ü1 groenen toestaiTd. 3o Gewone erwten. Hiervan eet men de za den in rijpen toestand. De teelt van deze erw ten icrten behoort meer tot den landbouw. M<-n verdeelt ze nader in groene- en grauwe ;en. De eerste hebben witte bloemen en te, gele of groene zaden, de laatste hebben pgéjrse tot roode bloemen en grauwe of bruine zaden, die soms gespikkeld of gestreept zijn. Onder alle drie soorten heeft men met kort en met lang stroo; ook wel laag- en hoog- groeiende genoemd. Voor de laatste heeft men rijs of takken noodig. Dit maakt de teelt wel duurder, doch de opbrengst is ook grooter. Wie niet over rijs beschikt, moet dus laag groeiende soorten nemen. In prijscouranten vindt men deze ook aangeduid^ met den' naam van stam- of kruiperwten. Peulen en doperwten laat men dikwijls voorkiemen, d.w.z. de zaden worden reeds vroeg in 't voorjaar op een beschut plaatsje in den tuin of onder glas1 gelegd en met een 'MIJN TWEEDE REIS NAAR JAPAN. Naar het Engelsch. 7) Verbeeld je, dat die geleerde van mij zulke streken met mij uithaalde! Die beste oude Jack, 'die glimlacht om mijn dwaasheden, die mij raad vraagt en doet wat hij zelf wil, en voor wien nooit één andere vrouw op de we reld heeft bestaan. Ik poogde haar de verhou ding tusschen man en vrouw in Amerika en de betrekkelijke qdafhankelijkheid van de laat ste duidelijk te maken. Je kunt evengoed over de theologie redeneeren met een kind. In haar oogen is liet rechte pad van absolute gehoor zaamheid de eenig .mogelijke weg. Alles wat niet is volkomen verzaking .van eigenbelang en gedachte, brengt ongeluk; er mocht zelfs niet over gefluisterd worden. Ik gaf het op en keerde terug tot haar sfee» van poëzie en schoonmoeders. Toen ik afscheid nam, was er een vriendelijk medelijden In haar oogen, want zij wist zeker, dat de vriendin uit haar kinderjaren het pad van haar verderf opging. Maar ik sloeg inte gendeel den weg in naar de schemerige een zaamheid, Shibapark. Ik had iets om over te denken. De ondervindingen van dien dag hadden1 opnieuw in vlammende kleuren het verschil tusschen den eenen echtgenoot en den ander geschilderd. Wat is een vrouw, die tee- der bemind wordt, gaarne geneigd zich naar de gewoonte te schikken en te vergeten, dat één druppel uit dien vollen gduksbeker het grijze leven van honderden, slechts vrouwen in naam, een rozengloed zou geven. Haar waardeering moge groot zijn, zij uit het me nigmaal niet. Haar doodelijke vrees sentimen teel te schijnen, maakt dat zij ook' haar dank baarheid niet uitspreekt. Wanneer het te laat la bedenkt zij met smart da dinged dia xü aardlaagje van 5 cM. dikte bedekt. Men legt de zaden dicht bijelkaar; zoodat de jonge plantjes met elkaar een dichte zode vormen. Met een scherpe spade steekt men die af, zoodat het onderste gedeelte van den penwor- tel afgesneden wordt en zet de plantjes op de blijvende plaats uit, 2 of 3 bij elkaar met 7 a 8 cM. tusschenruimte. Als de grond niet be vroren is, kan men dit reeds begin Maart doen, daar erwten wel wat kou, zelfs wel een paar graden vorst kunnen verdragen. Van dit voorkiemen kan nu evenwel geen sprake zijn. We moeten nu op wat eenvoudiger ma niet te werk gaan. Laaggroeiende soorten legt men' op rijen ter diepte van 5 cM. met 50 cM. afstand tusschen de rijen. Het beste is, geul tjes te maken en daarin de erwten te leggen, 2 a 3 bijelkaar met 7è 8 cM. tusschenruimte- De aistand tusschen de rijen nfoet bij hoog- groeiende soorten veel grooter worden geno men' en minstens 1,25 M. bedragen. De erw ten worden ais bij de laaggroeiende soorten op rijen gezaaid, Nadat de planten ongeveer 10 cM. lang zijn wordt het rijs er bij ge- plaatsi in twee rijen, aan weerszijden van de erwtenrij één. Loopt de erwtenrij Oost-West, dan kan men volstaan met 1 rij rijs aan de zuidzijde. Ook wordt wel eens kippengaas ge bruikt. Dit is wel wat duurder, doch ook duurzamer. De ruimte tusschen de erwtenrij- en kan voor tusschen- of nateelt worden ge bruikt. Zet men bijv. de erwtenrijen op een af stand van 1.25 M., dan kan men daaftus- schen 2 rijen spruitkool of boerekool planten. Als men nog weet, dat in 1 ons gaan 200 250 grauwe erwten, 350400 doperwten, 400500 groene erwten, capacijners of peu len, dan kan men gemakkelijk uitrekenen, hoe veel zaaizaad men inoetaanschaffen. Men moet de hoeveelheid een beetje ruim nemen, omdat niet alle erwten opkomen. - Voor groene erwten neme menkortstroo groene, kroonerwten of schokkers; zij kunnen zonder rijs geteeld worden. Goede grauwe erwten zijnkortstroo grau- w£, en blauwpeulen. Capucijners moeten aan rijs worden gekweekt. Men laat deze groene en grauwe erwten goed uitrijpen, trekt de planten uit den grond en hangt ze in bossen te drogen. In den win ter worden de vruchten afgeplukt en de zaden1 uit de schillen verwijderd. Bij het aanschaffen van zaaizaad voor peu len of doperwten moet men vermelden, of men hoog- of laaggroeiende wenscht. Een goede laaggroeiende doperwt is de Wonder v. Ame rika, die bijzonder geschikt is om in flesschen of glazen' ingemaakt te worden, omdat ze bij deze bewerking niet fijn kookt. TUINBOONEN. De teelt van tuinboonen kan evenals die van erwten, ook reeds vroeg in 't voorjaar beginnen. (Febr.Maart). Men laat ze dikwijls voorkiemen, wat den oogst vervroegt; doch de boonen kunnen ook dade lijk op de plaats worden gelegd. Men legt ze op rijen op 45—50 cM. afstand, de boonen op de rij 15 cM. van elkaar; dichter bijelkaar is niet aan te bevelen. Men kan er dan nog ra dijs tusschen zaaien. Ook kan men ze, ter be schutting van andere gewassen, rondom zijn tuintje planten. Om in dit geval op 't open veld omwaaien te voorkomen, moeten de plan ten gesteund' worden. Men kan dit op eenvou dige wijze doen, door op afstanden van 1 y3 M. een stok of lat stevig in den grond te plaatsen en deze stokken ter weerszijden van de boonenrij door touw te verbinden, nog beter is gegalvaniseerd ijzerdraad of latten. Tuin boonen worden door de meeste menschen liefst had kunnen zeggen en niet gezegd heeft. Ik bedacht duizend dingen, die ik tot Jack wil de zeggen, het was mijn eenige troost, dat ik ze kon bewaren1 voor een gelukkig uurtje in de toekomst. Intusschen liep ik voort in de schaduwen van den schemeravond. Onmiddellijk kwam de betoovering van het Oosten over mij. De werkelijkheid bestond niet meer. In de zachte, groene stilten van gehgjpizinnigheid en ver beelding zette ik mij neder bij een oud' met mos bedekt graf, en ik droomde. Droomerig keek ik een groote, roode waterjuffer na, zwe vende in de blauwachtige kringen van offer- geuren, die dwarrelden boven de schaduwen der bladeren, trillend op het witte zand. De zware tonen van een tempelklok klonken door een wolk van bloesemzij namen mijn gewil lige ziel mee en zweefden over de zee naar Jack, ver van dit liefelijke land, waar de voor de mannen zoo gemakkelijke echtscheiding nog als een vreeselijk spooksel rondwaart at onderwerp irriteert mij altijd als een ekte. tropische jeukzie Nikko, Juli 1911. De zomer In Japan is niet om mee te spot ten, vooral als je op brieven wacht. Ik weet heel goed, dat ik geen eeuw iets. kan hooren van jou of van Jack en toch kijk ik drie keer Eer dag uit naar den brievenbesteller als een ongerig mensch wacht op de etensbel. De dagen in Yokohama hadden te veel van een voortdurend Turksch bad, daarom nam ik dé vlucht naar Nikko dat vochtige en met mos begroeide plaatsje. Twee dingen kan men altijd verwachten in dit dorp „van de bergen waar de wind loeit"regen en hoffelijkheid. Het eene is al even onvermij delijk als het andere, beide worden er in groote hoeveelheden toebedeeld. Ik logeer in een aardig, klein half buiten- landsch hotel, verscholen in een zak in den Wyi/uw/ij aoo nuttig ca kcha ala cm dikke in onrijpen toestand gegeten, hoe jonger, hoe liever. Ik wil er de aandacht op vestigen, dat ze zich ook 's winters in volkomen rijpen toe stand goed laten smaken; 't is een. kostje, dat „bij den man staat." Men kookt ze dan als grauwe erwten of bruine boonen. Die 't kan doen, gebruikt er gebakken spek bij. Probeer 'teens! Voor de berekening van de hoeveel heid zaaizaad zij nog vermeld, dat er 50—60 boonen in 1 ons gaan. BINNENLAND. Gemengd Nieuws. UIT EGMOND AAN ZEE. Vannacht zijn 4 mijnen aangespoeld, allen van Engelsche oorsprong. Een ligt een 100 M. ten zuiden van paal 38, dus vlak voor het dorp, de overige 3 ten noorden van paal 38 op korten afstand van elkaar. UIT WARMENHUIZEN. AIS bewijs, dat men hier „duur" land aan durft, kan dienen, dat bij publieke verhuring een stuk land (groot plm. 8 geer zen) voor één jaar werd gehuurd voor de som van 775. UIT WIERINGERWAARD. Onze vroegere plaatsgenoot, de heer J. Kaan, thans commies bij het hoofdbestuur der posterijen, is bevorderd tot hoofdcom mies. UIT HEERHUGOWAARD. De heer A. Brouwer, waarnemend direc teur der zuivelfabriek „De Voorwaarts", is uit ongeveer 40 sollicitanten benoemd tot directeur-boekhouder der hier gestichte co öperatieve graanmalerij. UIT ZUID-SCHARWOUDE. De zangvereeniging „Gemengd Koor" gaf gisteravond haar laatste uitvoering in dit seizoen. Nog nimmer heeft deze vereeni- ging zulk een succes gehad als gisteravoond De mededeeling des voorzitters dat dezen winter 90 inwoners zich als begunstigers hadden doen inschrijven, was al imponee rend om zangers en zangeressen den avond met dankbaarheid de vertolking van „Ons Lied" te doen inzetten. Het luid applaus be wees de erkentelijkheid van het publiek, dat in zeer grooten getale was opgekomen. In uitspraak heeft „Gemengd Koor" het platteland's dialect vrijwel overwonnen, doch wij merken op, dat „Ons Lied", speciaal Hollandsch, ook speciale uitspraak eischt, hetwelk bij dit lied nu niet geheel tot zijn recht kwam. Beter, veel beter was „Naasten liefde" in dit opzicht, hoewel een andere aanmerking aanwezig was. Het daarop vool- gende „Lof en Eere was meesleepend en „pakte". Naar waarde werd dit danklied in muziek vertolkt, er zat goede voordracht in. In de tweede afdeeling werden o. m. op wekkende liederen gezongen, die, hoewel grappig van inhoud, toch de activiteit van den dirigent zeer op den proef stelden, i Ten slotte werd opgevoerd de operette „Krelisboer en Ganzendonk". En uitvoering èn operette hebben een in druk teweeg gebracht, die een blijvende be langstelling van het publiek in deze vereeni- ging doet verwachten. Het vlugge, vlotte spel, de vrije, onbevangen bewegingen en het duidelijk weergeven in den zang waren alle factoren die bijdroegen om een goede vertolking te geven. Daverend klonk dan ook het applaus. Nogmaals moesten de figu ranten verschijnen en het was een goede ge dachte toen opeens het volle koor in schit terende costumes den avond deed beëindigen met „Wij willen Holland houën". oude dame, die in een grooten schommel stoel ligt en er een eer in stelt zoo gastvrij mogelijk te wezen. Ik steek mijn hooid niet buiten mijn kamerdeur of de hall-bloeit met kleine meisjes, die vol ijver zijn om mij te b 41i en en. Eén stap naar dén ingang brengt een heele schare bedienden op de been, bui gende als levende knipmessen. De een draagt mijn parasol. De ander pijnigt zich met de geheimenissen van mijn overschoenen, ter wijl de hotelhouder zelf er bij staat en mij verzoekt op mijn eigen eerwaardigen „geest" te passen. Daar het de eenige „geest" is, dien ik bezit, luister ik* naar zijn raad en breng hem mee terug naar het hotel, waar ik de geheele bende weder op wacht zie staan, gereed om mij te ontvangen. Ik begeef mij naar mijn kamer, inet een gevolg van dragers en draagsters zich kronkelend achter mij aan als destaart van een vlieger, want alles, van een theeblad af tot een suikertangetje toe, is voldoend excuus om zich bij den optocht te voegen. Als ik mij kleeden moet voor het diner en ik druk op een knopje, zweven niet minder dan zes kleine meisjes uit een prentenboek de deur in, die allen vriendelijk verzoeken om de eer miin japon op den rug te mogen vastmaken, wat zou Jack verrukt zijn als hij hen deze bijzondere eer levenslang kon af- •taan. °S mij zoo vriendelijk en voorkomend, dat ik liever mijn onderste boven aan zou lijn japon lüfthhgft riaw i» hramrfan Jg talfiSF, ik Hoe fluisteren zij oVer de wonderen van een japon die in het buitenland ia ge maakt, als zij worstelen met de wonderlijke sluiting. Ze moesten de verontwaardigde woorden van mijn heer en meester eens hoo ren. Ieder van cle meisjes probeert het eens voordat het haakje in het oogje zit. Alles wordt verricht met zooveel ernst, dat ik niet durf lachen om hun verwarring of draaien van ongeduld. Ik moet misschien gaan di- neeren met de bovenste haak in het lagere oog en het middel scheef, maar zij helpen Aan den heer Jacob Kuijt is voor de mooie grimage hier voorzeker een woord van dank op hare plaats, alzoo ook aan den heer Kos voor zijne uitnemende piano-bege leiding. Jammer is echter, neen hinderlijk, dat ge durende de zanguitvoering of onder het tooneelspel kellners door de zaal loopen; dat consumptie genoten wordt, dat het rin kelen met flesschen en geld gehoord wordt, ja zelfs dat het stooven zetten gedurende dien tijd moet gebeuren Een weinig mede werking van het publiek en een accoordje met den zaalhoouder, komt voorzeker ten goede aan belangstellenden en belangheb benden. WATERSCHAPSBELANGEN. UIT HÖORN. De vereeniging voor de waterschapsbe- langen en verkeerswegen hield gisteren al hier een algemeene vergadering, onder lei ding van den heer S. Groot Sr. te Enkhuizen Aan het jaarverslag ontleenen we het vol gende: 31 Dec. 1916 telde de vereeniging 14 afdeelingen met 250 leden en nu 30 met on geveer 1100 leden. Veel propaganda is ge maakt, terwijl adressen aan Pov. Staten en Tweede Kamer zijn verzonden, om onver wijld maatregelen te nemen om de dijken te herstellen. Gehoor is gegeven aan het ver zoek een waarschuwings- en bewakings dienst in te voeren. Medegedeeld wordt, dat 1 Mei te Purmerend de provincialebond zal worden geconstitueerd. Vertegenwoordigd zijn 15 afdeelingen, terwijl mede aanwezig was de heer Tuyl yan Serooskerken, voorzitter der vereeniging „Purmer Belang". De ontvangsten bedroegen 124. Door de hooge kosten van propaganda bedraagt het nadeelig saldo 104.30>4. Besloten werd tot aansluiting bij den Pro vincialen Bond van Waterschapsbelangen en Verkeerswegen. Tot bestuursleden van dien Bond werden benoemd de heerea S. Groot Sr. van Enkhuizen en C. G. J. Maas van Zwaagdijk. Tot afgevaardigden naar de op 1 Mei te Purmerend te houden vergadering werden benoemd de heeren J. Blaauw te Westejblok- ker en H. Balk te Hoorn. Een viertal adressen zullen aan Ged. Staten van Noord-Holland worden verzon den i a. waarin de wenschelijkheid wordt uitge sproken, den gebouwden eigendom mede te belasten b. om verandering te brengen in de ver kiesbaarheid van hoofdingelanden en heem raden. De benoeming dient te geschieden door de Koningin uit een aanbeveling, op gemaakt door de stemgerechtigde ingelanden van dat deel van het waterschap, waarvoor een heemraad benoemd moet worden; c. om in het provinciaal algemeen regle ment de openbaarheid van de vergaderingen der verschillende waterschapsbesturen ge biedend voor te schrijven. Een waterschap is evenzeer een publiek-rechterlijk lichaam als een gemeente; d. om het zeedijksonderhoud in één hand te leggen, n.l. die der provincie. Van tech nisch oogpunt is dit gewenscht, omdat men dan over de geheele Noord-Hollandsche zee wering -een technisch hoogèr staand beheer kan verkrijgen dan bij een verbrokkeling als nu, waar het onderhoud geschiedt door 20 verschillende lichamen. Dit geldt ook voor de verbindingswegen tusschen de gemeenten, ei- voor. Ik geef aan iedereen fooien, van den eigenaar van het hotel tot den waterdrager. Maar de som is zoo onevenredig aan het ge noegen en het gemak dat ik er voor in de plaats krijg, dat ik glimlachend denk aan den driedubbelen prijs dien ik elders betaald heb, en de pedante neerbuigendheid die ik voor mijn geld heb gekregen. Japansche hof felijkheid moge aan de oppervlakte zijn, maar het vernis gaat er niet gemakkelijk af, en het kalmeert de zenuwen zooals de regen de lucht opfrischt. Het spreekt van zelf dat ik niet in Nikko aankwam zonder allerlei wederwaardighe den onderweg. Twee uur van Yokohama, kwam de treinjongen bij den wagen en met een glimlach even opgewekt alsof hij zei: „Veel geluk in 't nieuwe jaar", kondigde hij aan, dat er een overstrooming vóór ons en een grondafschuiving achter ons was. Zou ieder zoo vriendelijk willen wezen zijn ge achte ledematen te laten uitrusten ia het dorp, terwijl er een brug werd gebouwd en een rivier afgedamd. De reizigers begaven zich in optocht naar een groep hutjes met rieten dak, rustende op bainboespalen en vel den vol witte en géle lelies. Ik ging naar een aardig, klein buiten-herbergje, aan een woe-' lig beekje. Een pijnboom groeide op zij uit het huis. Mijn kamer was gemeubileerd, met vier matten en een vaas met bloemen. Toen de politieman zijn excuses kwam maken over de onbeleefdheid' van den storm om mij een oponthoud te bezorgen, moest de jongen die mijn bagage bracht, naar buiten, opdat de man plaats zou hebben een behoorlijke buiging te maken. Ik gebruikte mijn souper, visch-omèlet en knolletjes in 't zuur, opge diend in ropde, verlakte bakjes, en dronk thee uit een kopje zoo groot als een vinger hoed. Jack zegt dat Japansche theekopjes verboden moesten worden. Als men er een oogemblik niet om dacht zou men ze licht met de thee kunnen inslikken. Hat la «1 w» «aai jan» galada» daJ ik vu KENNISGEVING. Het HOOFD van het Plaatselijk Bestuur te ALKMAAR brengt, op grond van artikel 1 der Wet van 22 Mei 1845 (Staatsblad No. 22) ter kennis der ingezetenen, dat bij hem ingekomen en aan den Ontvanger der Rijks Directe Belastingen binnen deze gemeente ter invordering is overgegeven HET KOHIER DER PERSONEELE BELASTING No. 1, voor het dienstjaar 1917, executoir verklaard door den Directeur der Directe Belastingen in Noord-Holland te Amsterdam den 18 April 1917; dat ieder verplicht is zijn aanslag, op den bij de Wet bepaalden voet, te voldoen en dat heden ingaat de termijn van zes weken bin nen welken daartegen bezwaarschriften kun nen worden ingediend. Alkmaar, den 21 April 1917. Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur voornoemd, G. RIPPING. welk onderhoud alleen in deze provincie kan ongeveer 200 polders en ban besturen is opgedragen. Het prov. bestuur dient ook steeds overleg te plegen met de waterschaps besturen. Ook wordt dan een einde gemaakt aan de ongelijkheid der lastenheffing bij her stel der zeedijken, Waar in sommige streken rijk en provincie de ingelanden geldelijk steunen, in den strijd tegen het water, moe ten andere streken de kosten geheel alleen dragen. Bij de rondvraag werd er op aangedron gen, goed de aandacht te vestigen op de wa- terkeeringen binnen de polders. PREDIKBEURTEN. KOEDIJK, Herv. gem„ 9.30 uur, Ds. Ter- let. BROEK OP LANGENDIJK. Herv. gem. 9 30 uur preeklezen. 2 uur Ds. Verwaal van Alkmaar. Geref. kerk 9.30 en' uur uur Ds. van Lum mel. ,Chr. Geref. kerk, 9.30 eni 2.30 uur, Ds. de Bruin. Doopsgezinde kerk 9.45 Ds. de Jong. ZUID-SCHARWOUDE, Herv. kerk, 9.30 uur, Ds. O. Staal. ADVERTENTIëN. DIJKGRAAF en HEEMRADEN van den POLDER HEER-HCGOWAARD geven kennis, ingevolge het bepaalde bij art. 3 der verpachtingsvoorwaarden van voornoemden Polder, dat de Schouw over de Stranden zal gehouden worden op 24 April 1917. Namens het Bestuur voornoemd, Jb. BUREN. Dijkgraaf. P. SCHILDER Jz., Secretaris. Opgave vai) goerierea kan reed» uu geschieden ten kantore van mijn familie gescheiden leefde, en ieder uur van eenzame afzondering maakt mij duidelij ker iets waaraan ik nooit heb getwijfeld maar dat ik somtijds vergeet en wel dat zij de ge lukkigste vrouw is, die elk oogenblik van naar leven onontbeerlijk is voor iemand. Voor mij zijn oogenblikken dat ik niets te doen heb als zoovele looddruppels. En ik had juist in de courant een telegram gelezen over de toene mende gevaren van de pést in Mandsjoerije. Iets van de oude vrees voor eenzaamheid be gon mij te bekruipen. Gelukkig werd die vrees verdreven door den hotelier en zijn vrouw die mij inviteerden1 'a avonds de Bon Matsari, het scnoone doodenfeest te gaan zien. Op den dertienden dag van de zevende maand komen alle geesten die zijn heengegaan naar het Nirvana of ergens anders, een dagje op be zoek in hun vroegere woonplaats om te zien hoe het met de levenden gaat. Arme naar huls verlangende geesten I Zelfs de hemel kan hen de scheiding niet vergoeden van hun geliefd land en hun geliefde vrienden. Toen wij de straat door liepen was aUea verlicht met bran dende biezen, die aan vele deuren waren neer gezet om de bezoekende geesten den weg te wijzen. In huis lagen de menschen te bidden, altaren1 waren versierd en kinderen in hun mooie kleeren waren vroolljk aan 't spelen. Hcusch Mate, het was de moeite waard een geest te wezen om terug te kunnen keeren en te zien hoe gelukkig iedereen was. Want in de zen nacht der nachten worden alle zorgen en verdrietelijkheden opgesloten in een geheime kast en de sleutel wordt zorgvuldig opgebor gen. Je zoudt geen koelie kunnen vinden har teloos genoeg om een zweem van zorg of ver driet te toonen aan de geesten zijner bloedver wanten, wanneer zij voor zoo korten tijd terug keeren om In gelukkige gemeenschap met de levenden te zijn. Hij moge honger hebben of ziek zijn, er speelt een dappere welkomstglim- lach om zijn lil ïppeiL Werft MAARSCHE COURANT. W^1

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1917 | | pagina 9