Kaarsen, Schemerlichten enz. F E UIL L E T 0 K Honderd en Zaterdag 12 Mei. „Oorlogstuintjes". ^ro. in. lttW. Jaargang. De Dir e« tear van het Distributiebedrijf van llfamaar deelt mede, dat de volgende maximutn-kleinhandelprijzen gelden Bests zwarte 18troop f 0.23J Per 1 K-O. Zwarte Siroop Ho. 2 f 0.20 per 1 K Q. Sago f 0.23 per pakje van 1 K.G. Aardappelmeel (Pnkueel) f 0.111 Per pakje van 1 K.G. De Directeur voornoemd, D. SCHENK. Alkmaar, 12 Mei 1917.. De Directeur van het Distributie bedrijf van Alkmaar deelt mede, dat het aan fabrikanten van kaarsen, schemer lichten en dergelijke verboden is te ver- koopen of af te leveren: a. Kaarsen, Schemerlichten en dergelijke; b. de gremlsi'.-frea, die tlcb ouder hunne berusting bevinden en Wellte dienen veer liet iabrieeeren van de onder a. genoemde producten, tenzij door de Toewijjzingscommissie voot kaarsen, schemerlichten en dergelijke daartoe vergunning is verleend. De Directeur voornoemd, D. SCHENK. Alkmaar, 12 Mei 1917. Wat de mnrsbewoner ervan dacht koe men. daar den oorlog beëindigde de ideale anarchie een Fransche opinie over de Hollanders. In de Daily Chronicle doet de Engelache schrijver C. Lewis Hind, die blijkbaar ge noeg van den oorlog heeft, een' middel aan de hand om er een eind aan te maken In de volgende sarcastische geschiedenis, t „Het was de laatste dag van wat ze de „overwinningsleening" noemden, toen' ik, met enkele anderen, vroeg in den morgen, in een spoorwegstation in de provincie, wacht te op den trein, die ons naar Londen moest brengen. Plotseling ontwaarde Ik een zon derling wezen naast me.Tiet was een Mars bewoner, aan zijn afkomst viel niet te twijfe len. Ik was in het minst niet verbaasd, daar ik, na bijna drie jaren „beschaafden oorlog5' niet in staat ben me nog ergens over te ver bazen. De Marsbewoner wees op drie soldaten, die, met het geweer bij zich, op de terug reis naar het front waren, na een kort verlof „Dat is een nieuw type voor me", zeide hij, „kunt u me ook zeggen, wat hun beroep is?' „Hun beroep", antwoordde ik. „is het dooden'van Duitschers; we heboen onge veer zes millioen man voor dat doel afge richt." De Marsbewoner, die een zeer onbewogen man was, noteerde deze inlichtingen in een aanteekenboekje. „En dezen?' vroeg hij, „wat zijn dat?", daarbij wijzend op een groep welvarende burgers, gezond van uiterlijk, in pelsjassen gekleed „Dat", zeide ik, „zijn bankiers en gezeten burgers, ze reizen vroeger dan anders naar de stad, opdat ze meer tijd hebben om ander mans geld op de oorlogsleening te beleg gen." De Marsbewoner maakte wederom een aantekening in zijn zakboekje. „Ik veronderstel", zeide hij, „om meer geld te krijgen om meer Duitschers te kunnen dooden?" De „Dame" getrouwd. MI.JN TWEEDE REIS MAAR JAPAN. Naar het Engelsen. 19) Peking. Het is Zondagmiddag en het stortregent. Buiten is het zoo akelig 6omber, dat ik met mijn rug naar het raam zit. 'De druppelende regen zal miji ten minste een kalm uurtje be zorgen. Mijn Chineesche kamerjongen beweert, dat men zeker iets bijzonders moet wezen om zoo veel visites te krijgen en zooveel om handen te hebben; hij weet niet, dat het de vrouw van Jack altijd zoo zal gaan waar hij vrienden heeft. Vandhar dat de jongen steeds voor mij klaar staat, bereid mij te bedienen en zijn be looning in ontvangst te nemen. Maar ik weet zeker, dat hiji alleen uit vriendelijkheid op dien somberen dag vuur heeft aangemaakt en de theetafel klaar gezet, de kokende ketel dicht bij mij en al de lichten' op. Wat is het hier gezellig 1 Zoo huiselijk. En toch hangt er een zware schaduw over mij. Het i3 of er iets vreeselijlks voor mij' oprijst en weer verdwijnt, het sart mij, want ik begrijp het niet en ik voel mij: atelig en koud'. Maaruffi is het niet waar ik je over schrij ven wthmfeen klacht zal je meer hooien, tot ik iets gebeurd is dat mijn bitter- heid anSvërontwaardiging rechtvaardigt. Ik weet niet waar Jack is. Bi heb mij gewon pen in een maalstroom van amusementen die nog steeds voortgaan, ondanks oproer en on rust. Ik moet je vertellen van een' diner dat bepaald eenig was in zijn soort. Het was een luisterrijk feest, gegeven door een der autori teiten van de Legatie. Ik had mijn mooiste toilet aan, de kleur waar Jack het meest van „Precies". „En die aardige kleine kinderen, die zoo juist van die heeren een geldstukje ontvangen nebben, ik veronderstel, dat ze daar geen snoep voor zullen koopen?" „O neen, ze zullen die geldstukjes in hun spaarpot doen en als ze er op deze wijze ge noeg verzameld hebben, zullen er. leening- aandeeien voor hen gekocht worden." „Om voor meer geld te zorgen om Duit schers te dooden?" „Ja." De Marsbewoner maakte nog een aantee- kening en sloot toen zijn zakboekje. „Het tegenwoordig oogmerk van uw land is, ge loof. ik, de Duitschers uit te roeien?" „Ja, opdat de wereld in vrede en welvaart moge leven." „Ik begrijp den toestand nu", zeide de Mare- bewoner. „Wij hadden op Mars ook zoo'n verwarring Maar daar wij ouder en wijzer zijn dan gijlieden hebben we ook een ge zonder methode toegepast. Evenwel, in het begin vergisten wij ons ook wel eens. Toen er tusschen de twee groote Statengroepen van Mars een oorlog uitbrak, werd er stil zwijgend aangenomen, dat 'slechts menschen van boven de 50 en invaliden zouden vech ten. Uw methode, de jongeren te dooden, Ma is erger dan barbaarach, ze is onnoozel. Maar, ook onze methode was niet doeltreffend. Een enorm aantal invaliden en oude politici stier ven een pijnlijken en ongemakkeiijken dood, doch de oorlog duurde voort" „Waarom?" „Omdat de regeerders van de verschillen de staten betrekkingen bij de vijandelijke ho ven hadden; de groote verliezen die we aan vijandelijke invaliden en zestigjarige vuur vreters toebrachten, werden nutteloos ge maakt door het verraad van vijandelijke tan tes,, ooms en nichten, voornamelijk tantes. Zoodoende moesten we wel tot krasse maat regelen komen. We vormden een „bond van vredelievende lieden", tot welken bond on middellijk het proletariaat van alle oörlcg- voerende landen toetrad. Op een afgesproken lentenacht doodden we alle regeerders en hun betrekkingen over geheel Mars. Dat hielp, maar 't was nog niet genoeg, toen ver sloegen we 4e leden der eerste en tweede ka mers, de leden der provinciale staten, de burgemeesters en raadsleden iedereen, die ook maar iets met regeeren had' uit te staan. Dat nam wel eenigen ujd, omdat de zetel van sommige dier besturen ver van het naaste spoorwegstation verwijderd waren, maar na verloop van tijd waren ze toch allen om hals gebracht. Toen had Mars vrede, een durenden vrede. Niemand had ook slechts maar. de minste lust om den een of anderen vorm van regeering te stichten, omdat hij wist, dat het 't einde van z'n leven beteekenae. Iedereen in Mars gehoorzaamt nu de Wet, waarmee ik bedoel, dat ze allen rustig en' tevreden leven, net zoo blij om het geluk van hun btlurman als om hun eigen. Er zijn geen kerken, want ieder is godsdienstig. Schouwburgen vrijen toegang en bier voor een stuiver het glas". Aldus de Marsbewoner, volgens den man van dé Daily Chronicle. De Franschen zien ons niet met vriende lijke oogen aan, wij voeden de Duitschers en verlengen den oorlog, zeggen zij. Ziehier hoe de Echo-schrijver in de Matin, de heer Forest, over ons denkt: „Over 't al gemeen' zijn de Hollanders onze vrienden. Enkelen onder hen zijn ons met lijf en ziel toegewijd. Over 't algemeen evenwel, zijn ze ons slechts met de ziel toegewijd, daar deze soort geestelijke toewijding den handel in haar niet belet. De Hollanders, die aan de Duitschers reeds twee maal zooveel visch en drie maal zooveel vleesch Verkoopen als vóór den oor log, leveren hun ook tweemaal zooveel eie ren, boter en 76.000 ton kaas in plaats van 16.000. Deze kaas, verkocht door onze vrien den, voedt onze vijanden. Hetgeen in Hol land slechts een vreedzame handel in zuivel producten is, beteekent voor ons oorlog en dood. Een bevriend Hollander, die ik op de ze verhouding tusschen oorzaak en gevolg wees, antwoordde me droefgeestig: „als wij hen niet te eten gaven, zouden ze óns op eten". Dat antwoord weerspiegelt een mee ning, die niet met de werkelijkheid in strijd is, maar wij, wij hebben :het recht om zonder eenige overdrijving te zeggen, dat dat Hol- landsche antwoord nietRomeinsch is!" Waarmede de heer Forest blijkbaar wil zeggen, dat een Romein er in dit geval een oorlog voor over gehad zou hebben, om al rijn uitvoer naar de Entente te leiden. houdt. Misschien heeft hij er niet zoo veel mee op als hij de rekening ziet. Ik ging in 'n rijtuig met een wacht van soldaten. Naast mij zat een groote, sterke Europeaan met ver dacht uitpuilende zakken. Ik was in 't minst niet bang voor het dreigend gepeupel dat ons tweemaal tegenhield. Ate ik je de waarheid moet zeggen, het kon mij niet veel schelen Ik zou een' aanval eigenlijk wel aardig gevon den hebben, alleen om mij achter mijn kolos- salen leidsman te kunnen verbergen en hem denl weg te zien banen. Maar genadige he mel! Haat is een zacht en vriendelijk woord voor wat de massa gevoelt voor den vreemde ling, die algemeen verdacht wordt met de re geering te heulen. Gelukkig gebeurde er niets ernstigere dan het breken van alle raampjes van het rijtuig en in de verrassing die mij wachtte in het prachtig ingerichte huis vergat ik dat geheel. Wie denk je dat bijna de eersten waren die mij begroetten? Dolly, en mijnheer Dolly, an dera gezegd de Zoeker; ze waren getrouwd en in hun wittebroodsweken. Zij was stralend van geluk en, o, Mate, als je eens gezien hadt hoe hiji veranderd was! Omwentelingen schij nen aan de orde van den dag te zijn; Dolly heeft die bij hem bewerkt, geloof ik. Hij was bepaald heel aardig, en vertoonde teekenen dat hiji op het punt was een! gentleman je worden. Het deed mij plezier hem tè ontmoe ten en ik,was meer dan' verheugd bij het zien van Dolly's ongeveinsd geluk. De treurende jonge Prins is op weg naar het afgelegen Sikkam op zijn taak van eindelooze reïncarna tie te aanvaarden. Weldra had ik een tweede verrassing, en dat was mijn vriend Carson uit het Rotsge bergte. Het zal je misschien verbazen dat de een voudige, ongeletterde Ier was verzeild in dit schitterend, cosmopolitisch gezelschap, be staande uit mannen die geschiedenis maakten, Beantwoorde vraag, X. te A. U vraagt, of het ook tijd wordt uw boonen te leggen. Zeker wordt het tijd. Als de weersomstandigheden normaal waren, zouden we nu geen nacht vorsten meer hebben en kondt ge met dat werk beginnefa. Toch is het niet aan te bevelen, al te haastig te zijn. Het vriest alle nachten nog; van Zondag op Maandag j.l. zoo erg, dat óp vele broeiramen ijsbloemen stonden. Als uw boontjes boven den grond waren geweest, hadt ge bepaald opnieuw moeten zaaien. Het is van de commissie voor de tuintjes goed ge zien, niet al te haastig met het uitreiken der boonen te beginnen. Als ze eenmaal gezaaid zijn, moeten' ze zoo vlug mogelijk ontkiemen, dat geeft de meeste kans op een goed gewas. We hopen, dat de wind haast eens uit een an deren hoek zal waaien en dat er eens een re genbuitje komt; wacht in ieder geval nog maar een week. Dfc gelooven haasten niet. Nateelten na vroege aardappels'. In het ar tikeltje over vroege aardappels beloofde ik, terug te zullen komen op de teelt van die tuin- bouwgewassen, die op vroege aardappelen kunnen volgen. Ik wil dalartoe beginnen met een korte verklaring te geven van de in den tuinbouw veel gebruikte woorden voor-, tus schen- en' riateelt. De meeste groenten worden geoogst, voor de plant geheel volwassen is, geheel anders dus dan bij de landbouwgewassen, die op het veld blijlven staan, tot ze geheel rijp zijn, denk b.v. aan graansoorten, aardappels enz. Onze groenten hebben dus een kortere groeiperiode en als gevolg daarvan is het mogelijk, gedu rende één groeitijdperk op hetzelfde grond stuk twee of meer genassen te telen. Het komt er maar op aan de gewassen zoo te kiezen dat ze elkaar kunnen opvolgen. Het gewas, waar om het ons voornamelijk te doen is, is het hcofdgewas. Wat er aan voorafgaat is de voorteelt, wat er op volgt, is de nateelt. Nu kan het gebeuren, dat het tweede gewas reeds op het veld wordt gebracht, voor het eerste dit heeft verlaten. In dat geval spreekt men van tusschenteelt. Van elk eén voorbeeld. Vroege aardappelen kunnen vanaf half Ju ni worden gerooid. Men behoeft den grond dan niet ongebruikt te laten liggen, doch kan hem verder gebruiken voor de teelt van ver schillende andere gewassen. Deze vormen dus de nateelt. Sla- en' snijboonen worden eerst in Mei ge zaaid of gepoot. Vooraf kan de grond ge bruikt worden voor de teelt van spinazie, raapstelen, bloemkool, sla, sjalotten of poot- uien. Deze gewassen vormen de voorteelt. Wil men augurken met vroege aardappelen combineeren, dan laat men van de 5 regels aardappelen de middelste weg. Half Mei wor den op deze rij de augurkenzaden gelegd of de voorgekweekte planten- uitgezet. Deze ko men dus op het veld, vóór de appels gerooid zijn. Men 6preekt in dit geval van tusschen- teelt. Onze groentekweekers hebben het in 't be denken van dergelijke combinaties ver ge bracht. In elk tuinbouwcentrüm kan men er speciale voorbeelden van vinden Zoo vindt men speciaal Westlandsche, Zwijndrechtsche, Beverwijksche, Beemster en Langedijker cul tures. Hierdoor is het mógelijk geworden, de groentenproductie tot een- gioote hoogte op te voeren. Natuurlijk is hiervoor een sterke be mesting noodig, wat vooral mogelijk Is ge worden' door de kunstmeststoffen. Wanneer men een lijstje opmaakt van onze verschillende tuinbouwproducten, dan vinden we daaronder: lo. groenten, waarvan de teelt vroeg in 't voorjaar kan aanvangen, zooals: peulen en doperwten, tuinboonen, spinazie, raapstelen, radijs, vroege bloemkool, sla, vroege aardap pelen, wortels, sjalotten, pootuien, St. Jans men; 2o. groenten, die na of tusschen1 deze ge teeld kunnen worden, zooals komkommers, augurken, late koolsoorten (roode en gele, boerekool, spruitkool, sommige bloemkool soorten), andijvie, prei, wortels, spinazie, sla, postelein, sla-, snij- en pronkbooncn; 3o. groenten, die 'gedurende 'tgeheele groeitijdperk den grond m beslag nemen, zoo als: winteraardappelen, winterwortelen, bie ten. schorsenearen, zaaiuien, rabarber. Als men deze rubrieken eens met aandacht bekijkt, is het niet moeielijk, combinaties sa men1 te stellen. Die uit de laatste rubriek ko men' natuurlijk daarvoor niet in aanmerking. Nu moet men daarbij evenwel nog met Iets andera rekening houden. De verschillende ge wassen stellen namelijk aan den grond niet het lot van naties in hun hantl hielden, kei zerrijken) opbouwden of neerhaalden en bij hen passende vrouwen, in koninklijke kleedij, vol geest en- wijsheid. Maar ik verzeker je, Caraon voelde zich niet verlegen of misplaatst. Hij was het toon beeld van- de ware democratie en bewoog zich onder de gasten met denzelfden eenvoud dien hij getoond zou hebben in oen gezellige bijeenkomst van zijn do Hij groette mij hartelijk en vertelde mij met geestdrift dat hij1 In Mukdcn sprak over Jack eni zijn werk, met een paar vuurpijlen van de Oeleerde vrouw. Zij was nu in Europa, zei hij. Ik vroeg niet hoe hij dat wist Ik liet mijn hart een halle luja zingen. Ik moest lachen toen ik zag dat hem het lot ten deel was gevallen- een lange, statige Rus sische schoonheid naar tafel te geleiden. Ik zag hen samen over den gecireerden vloer wandelen en hoorde hem tot haar zeggen: „Als ik tijld gehad had zou ik getelegrafeerd hebben om mijn rolschaatsen, om veilig over_de gladde planken te brengen." Haar lachje, zacht en vriendelijk, stelde mij gerust. In 't begin was het eén doodplechtig feest. De moeielijkheid was onderwerpen van ge sprek te vinden van algemeen belang, zonder verboden onderwerpen aan te raken. Je weet Mate, de tijden zijn hachelijk en de eenige manier om* buiten moeielijkheden te blijven' is er zich niet in te begeven door te woordenrijk te zijn. Naast mij zat een van de voormannen van de revolutie, schuin aan den overkanPeen Mdntsjoe prins. Vlak over mij zaten mijnheer Carson en de schoonheid. Ik lette met aandacht op den fij nen tact waarmee zij de weinig ervaren han den van haar buurman hielp bij de zilveren puzzle van lepels en vorken aan belde kanten van zijn bord. Ik zag haar vriendelijke be dezelfde eischen, wat het plantenvoedsel be treft. De bladr en stengelgewassen vragen meer stikstof, de wortel- en knolgewassen worden wel eens „kalivreters" genoemd, de gewassen, waarvan we de zaden- of vruchten eten, ont trekken meer phosphorzuur aan den bodem, de peulvruchten brengen stikstof in den rond. V&n dezé wetenschap maken we bij de euze van groenten, die elkaar zullen opvol gen, een dankbaar gebruik. Nooit dus twee wortelgewassen na elkaar, of twee bladgewas- s'en, liever een bladgewas op een peulvrucht laten volgen, enz. Ik hoop nu maar, dat het U van al deze wijsheid niet begint te draaien-, maar ook, dat ik u overtuigd heb, dat er in het tuinbouwvak wel een klein beetje meer zit, dan men oppervlakkig zou meenen. En we behandelen op 't oOgenblik nóg maar één en kele kwestie. Over een andere, de bemesting, wil ik nog wel eens'nader met u spreken. Wilt ge na uw vroege aardappelen een- of meer koolsoorten telen, dan wordt het tijd, die nu te zaaien. We .hebben daarvoor op ons ter rein een hoekje open gehouden, doch kunnen de planten1 ook koop-en, als we ze noodig heb ben-. Doen we het eerste liever, dan zou ik ra den, met een buurman, die hertelfde wil doen, een overeenkomst aan te gaan. Koopen we b.v. en lood koolzaad, dan krijgen we daarvan eel wat planten, gewoonlijk veel meer, dan we noodig hebben. Willen we meerdere kool soorten verbouwen, dan zouden we in de planten' omkomen. We koopen daarom met zijn tweeën, drieën of vieren, twee, drie of vier soorten koblzaad. Elk kweekt hiervan op zijn terreintje één soort, en we verdeelen de plan ten' onder elkaar. Misschien zal iemand de opmerking maken, dat hij 't wel alleen af kan. Hij zaait een gedeelte van 'tzaad, dat hij koopt, en bewaart de rest tot het volgend jaar. Dat kan, doch 't is beter, elk jaar nieuw zaad te koopen Reuzenbloemkool zet men op 90 cM. af stand van elkaar, voor roode en gele kool Is 75 cM. voldoende, voor spruitkool en boere kool 60 cM. Andijvie mag niet gezaaid worden vóór den langsten dag, de planten worden anders te groot en' zouden na 't verplanten gemakkelijk doorschieten. Door 't verplanten veroorzaakt men'een tijdelijken stilstand in den groei; 't is zaak, deze periode zoo kort mogelijk te doen duren. Het beste is, te verplanten- na een flinke regenbui. Volgt er op 't verplanten- een tijd perk van droogte en veel zonneschijn, dan zullen er heel wat planten verloren gaan. Een afstand van 35 cM. tusschen de planten is voldoende. Een heel werkje is het opbinden -der andijvie, dat niet nagelaten- mag worden, als men kroppen wil hebben met een malsch, geel hart. Het best gaat dit opbinden met een raffiabandje. Een'band van de gewone lengte in drieën gesneden, met beide handen de bla deren van de krop naar elkander toebrengen, met de linkerhand vasthouden en met de rech ter den draad er niet te stijf ombrengen, zon-, der te knoopen. Na eenige oefening lukt het wel. Zorg er evenwel voor, dat ge 't doet, als de bladeren droog zijn, dus niet na een regen bui. Koolsoorten komen dus na de vroegst ge rooide aardappelen. Andijvie volgt op de la tere vroege soorten. STADSNIEUWS. PROVINCIALE BOND VAN ZIEKENFONDSEN IN NOORD-HOLLAND. Vervolg. Ouderkerk aan den Amstel meende, dat een beslissing niet te nemen viel, daar de meeste leden geen mandaat aangaande deze kwestie hadden. Het stelde voor, de contribu tie te laten zooals ze was, de gratificatie bij de volgende vergadering vasi te stellen en die dan per omslag over de leden te verha len. De voorzitter meende, dat het punt nu lang genoeg besproken was, hij vroeg, of de le den bevoegdheid hadden 'om voor een ver hooging van contributie te stemmen, deze stond tocli Tthans wel op de begrooting. De zaak was slechts of men verhoogde contri butie, naar den ouden voet geregeld^ wilde, of het bestuurvoosrtel aangenomen wilde zien. Vóór het bestuursvoorstel stemden 25 afdeelingen, met 47 stemmen; tegen het be stuursvoorstel, 21 afdeeliugen met 52 stem men de oude manier van heffen zal dus blij ven gehandhaafd. Mr. Elink.Schuurman wees er op, dat, aangezien 25 afdeelingen. waaronder vele kleine, vóór stemden, cr 21, waaronder de langstelling in hetgeen hij sprak, hetzij over den oogst, appelwijn of Chineesche staarten. Voor haar lieve beleefdheid em vriendelijk heid jegens mijn ouden vriend zegende ik- haar em haalde een groote vordering tegen haar land door. Wat zal Rusland daar blij om zijn I Maar de Ier was niet gelukkig.Het cent gerecht na liet andere was rondgediend. Bij eiken gang kwam een zeldzame wijn. Cola lke rado scluidde het grijze hoofd bij el Hij flesch ofschoon hij verging' van dorst. Hij was ge heelonthouder. Tdkcu3 als de knecht no 1, die den wijn Inschonk naderde, fluisterde'hi, „Water." Eindelijk werd het „water, als je blieft w a t e r". Toen dreigend„Water, ver sta je mij niet. Haal me water 1" 't Was te vergeefs. Een Chinees is geen vriend van wa ter en als het woord tot hem wordt uitgeroe pen met een Iersch accent, bereikt het het be doelde adres niet. Maar tien gerechten zon der een druppel vocht brachten hem tot wan hoop en eensklaps weerklonk langs de ge- heele tafel een smeekbede op heeschen toon gefluisterd, met een zeer sterk Ierech accent: „Gastvrouw, waar is de pomp?" Het was als een vuurpijl die schitterende vonken ver spreidde over een dreigende wolk. In een oogenblik werd de gewichtigheid van het feest verdreven door uitbundig gelach. Ieder een had iets aardigs te vertellen, dat niet ge vaarlijk was. Tot besluit bezochten wij een Chineesch theater. Toen wij naar huis gingen, na twee uur laüg te heboen gekeken naar een stuk van dood en verwoesting, was er gebrek aan medewerkenden, zoodat er assistenten uit het publiek op het toouéel werden geroepen om de coulissen te veranderen; en doode mannen moesten levend gemaakt worden om het stuk te kunnen voortzetten. De steeds getrouwe huisjongen heeft mij zoo even een briefje gegeven van Jack. Hij is groote, tegen, het raadzaam scheen, de zaak in de volgende algemeene vergadering nog eens onder de oogen te zien. De voorzitter merkte op, dat het bestuur het voorstel van dén heei de Rooij niet kon aanvaarden, o. m. daar het bestuur niet ge rechtigd is, een gratificatie vast te stellen. Koog-Zaandijk ondersteunde het voorstel- Aalsmeer; 1 ceat per lid uit te keuen aam den secretaris. i Westzaan stelde voor, het hoofdbestuur te machtigen ten hoogste tot, een bedrag van 300 te gaan. Kolhom was, gezien de uitgebreide werk zaamheden van den secretaris, voor eene ver goeding van 300. De secretaris verklaarde zich ten slotte be reid de functie aan te nemen tegen een ver goeding van 150, onder voorwaarde, dat de volgende vergadering de kwestie op nieuw onder de oogen zal zien. Bij acclamatie werd besloten, den secreta ris deze gratificatie te geven. Punt 11 was een voorstel van „Helpt El kander" te. Zaandam, waarin werd voorge steld het bestuur te restitueeren reiskosten, verblijf- en verzuimkosten' voor alle vergade ringen van den bond. Het bestuur voelde veel voor net voorstel- Zaandam, doch stélde voor te lezen: „een presentiegeld van 4 (vergoeding van ver zuim- en verblijfkosten inbegrepen) voor alle vergaderingen van den bond. De heer Zeeman lichtte dit voorstel toe en wees er op, dat het, zoo geen vergoeding werd uitgekeerd, voor arbeiders onmogelijk was, in het bestuur zitting te nemen. Uit het bestuur werd er op gewezen, dat men, om geen té zware lasten op de algemee ne kas te leggen, slechts het bescheiden maxi mum van 4 had gesteld. Het amendement-Weesp op het voorstel was: de verzuimkosten ten volle te vergoe den. Velzen II merkte op, dat het hoopte dat de districtsvergad'eringen op het voorstel-Zaan- dam uitgezonderd werden. Het voorstel-Zaandam, geamendeerd door het hoofdbestuur (reiskosten plus 4 presen tiegeld) werd na nog eenige discussie in stemming gebraert en aangenomen. Tegen stemde de Rijp. Alsnu werd de begrooting in haar geheel behandeld. De post „onkosten adviseur 100" werd door Mr. Elink Schuurman toegelicht, hij zou op deze post liever willen lezen: „grati ficatie adviseur" en de post als een memorie- post willen zien beschouwd, een maximum, waartoe spr. gaan kon, als Ëij een nota bij den penningmeester indiende. De begrooting sloot nu in uitgaaf met 692.50, inkomsten donateurs 40, ge kweekte rente 2.50, zoodat nog te dekken viel een bedrag van 650. Kolhom wilde dit vindén in een omslag over de afdeelingen h 0.05 per lid, (tot nu toe was dit 0.02 per lid). Landsmeer pleitte voor een meer progres sieve contributieheffing. Van de bestuurstafel weid er op gewezen, dat dit niet aan de orde gesteld kon worden vóór de volgende algemeene vergadering Het voorstel-Kolhom werd zonder hoofde lijke stemming aangenomen. Punt 10 werd hierna-aan de orde gesteld: Het bondsbestuur vraagt machtiging, om die enkele afdeelingen, die de model-statuten nog niet hebben aangenomen, nog gedurende één jaar uitstel te verleenen. Mr. Elink Schuurman lichtte bet voorstel, dat zonder discussie werd aangenomen, toe. Punt 12. Voorstel van de vereenigingen Sint Pancras 1 en 2, Oudkarepel, Noord- Scliarwoude, Zuid-Scharwoude, Dirkshom en Warmenhuizen, om in 't vervolg op de districtsvergadering reeds de definitieve be- stuursbenoemmg te doen plaats hebben. Het bestuur kon met dit voorstel mee gaan, de heer Nool lichtte het toe. Zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De afdceling Sint Maarten zou graag zien, dat ook districtsbesturen benoemd werden, om voorbereidende besprekingen voor de al gemeene vergaderingen Ic bevorderen. Aan de orde waren vervolgens de voor stellen van de afdecTing „Onderlinge Hulp" te Weesp, ten eerste: De algemeeue vergade ring draaft het Hoofdbestuur op, het daar heen té leiden, dat de stoffelijke belangen der leden meer beha: tigd worden dan voorheen. De toelichting bij dit voorstel luidde: Het konn „Onderlinge Hulp" voor, dat het Hoofdbestuur zich meer toelegt op de admi nistratieve belangen, dan op de stoffelijke be- lhngen, en hoewel zij gaarne erkent, dat een niet heel wel geweest en zal over een week ongeveer in Peking zijn 1 Ik. ben zoo innig blij dat ik weldra den eenigen man zal zien, die voor mijr bestaat. Want ik ben toch een gelukkige vrouw, al maken de doorratioopende draden van de ze oude wereld soms'op mij den indruk van een verward kluwen garen Peking. Lieveling, elke minuut nieuwe schrik. Ik zal. 't eimk misschien niet beleven, want de soldaten zijn aan 't muiten geslagen en heb ben zich bij de oproerlingen gevoegd, krank zinnig van bloeddorst en roofzucht. Ik moet er je van vertellen nu ik nog kan, want eiken dag beleeft men nfet de grap, als je het een grap wilt noemen, dat een frissche, stoutmoe dige jonge Republiek een aanval doet op een almachtige dynastie, eeuwenoud geworden bij dwingelandij en rijkdom, en zegt: „Daal af van den gouden troon. Het kan ons niet sche len waar ge heen gaat, maar maak dat ge wegkomt; ik verlang geen tegenspraak" Als ik niet zoo opgewonden was zou ik misschien zenuwachtig wezen. Maar Mate, als je een volk de vrijheid ziet winnen met geen andere hulp dan zijn eigen vastberaden heid en moed, dan zou je willen zingen, dan sen, bidden en juichen, alles tegelijk. Er is geen twijfel aan, jong China kan rekenen op alle krachten waarover het land te beschik ken heeft. vreeselijk gevoch- op straat lijken en buit die niet kon worden meegevoerd. De verhalen hoe het grauw en de soldatenbandieten de stad binnen drongen, zijn wonderbaarlijk; de vertellingen uit de Duizend-en-een-nacht zijn er niets bij. Wordt vervolgd. 'BBf

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1917 | | pagina 5