Kaarsen, Schemerlichten enz.
F E UIL L E T 0 K
Honderd en
Zaterdag 12 Mei.
„Oorlogstuintjes".
^ro. in.
lttW.
Jaargang.
De Dir e« tear van het
Distributiebedrijf
van llfamaar deelt mede, dat de volgende
maximutn-kleinhandelprijzen gelden
Bests zwarte 18troop
f 0.23J Per 1 K-O.
Zwarte Siroop Ho. 2
f 0.20 per 1 K Q.
Sago f 0.23 per pakje van 1 K.G.
Aardappelmeel (Pnkueel)
f 0.111 Per pakje van 1 K.G.
De Directeur voornoemd,
D. SCHENK.
Alkmaar, 12 Mei 1917..
De Directeur van het Distributie
bedrijf van Alkmaar deelt mede, dat
het aan fabrikanten van kaarsen, schemer
lichten en dergelijke verboden is te ver-
koopen of af te leveren:
a. Kaarsen, Schemerlichten en
dergelijke;
b. de gremlsi'.-frea, die tlcb ouder
hunne berusting bevinden en Wellte
dienen veer liet iabrieeeren van de
onder a. genoemde producten,
tenzij door de Toewijjzingscommissie voot
kaarsen, schemerlichten en dergelijke daartoe
vergunning is verleend.
De Directeur voornoemd,
D. SCHENK.
Alkmaar, 12 Mei 1917.
Wat de mnrsbewoner ervan dacht
koe men. daar den oorlog beëindigde
de ideale anarchie een Fransche
opinie over de Hollanders.
In de Daily Chronicle doet de Engelache
schrijver C. Lewis Hind, die blijkbaar ge
noeg van den oorlog heeft, een' middel aan
de hand om er een eind aan te maken In de
volgende sarcastische geschiedenis,
t „Het was de laatste dag van wat ze de
„overwinningsleening" noemden, toen' ik,
met enkele anderen, vroeg in den morgen, in
een spoorwegstation in de provincie, wacht
te op den trein, die ons naar Londen moest
brengen. Plotseling ontwaarde Ik een zon
derling wezen naast me.Tiet was een Mars
bewoner, aan zijn afkomst viel niet te twijfe
len. Ik was in het minst niet verbaasd, daar
ik, na bijna drie jaren „beschaafden oorlog5'
niet in staat ben me nog ergens over te ver
bazen.
De Marsbewoner wees op drie soldaten,
die, met het geweer bij zich, op de terug
reis naar het front waren, na een kort verlof
„Dat is een nieuw type voor me", zeide hij,
„kunt u me ook zeggen, wat hun beroep is?'
„Hun beroep", antwoordde ik. „is het
dooden'van Duitschers; we heboen onge
veer zes millioen man voor dat doel afge
richt."
De Marsbewoner, die een zeer onbewogen
man was, noteerde deze inlichtingen in een
aanteekenboekje.
„En dezen?' vroeg hij, „wat zijn dat?",
daarbij wijzend op een groep welvarende
burgers, gezond van uiterlijk, in pelsjassen
gekleed
„Dat", zeide ik, „zijn bankiers en gezeten
burgers, ze reizen vroeger dan anders naar
de stad, opdat ze meer tijd hebben om ander
mans geld op de oorlogsleening te beleg
gen."
De Marsbewoner maakte wederom een
aantekening in zijn zakboekje.
„Ik veronderstel", zeide hij, „om meer geld
te krijgen om meer Duitschers te kunnen
dooden?"
De „Dame" getrouwd.
MI.JN TWEEDE REIS MAAR JAPAN.
Naar het Engelsen.
19)
Peking.
Het is Zondagmiddag en het stortregent.
Buiten is het zoo akelig 6omber, dat ik met
mijn rug naar het raam zit. 'De druppelende
regen zal miji ten minste een kalm uurtje be
zorgen.
Mijn Chineesche kamerjongen beweert, dat
men zeker iets bijzonders moet wezen om zoo
veel visites te krijgen en zooveel om handen
te hebben; hij weet niet, dat het de vrouw van
Jack altijd zoo zal gaan waar hij vrienden
heeft. Vandhar dat de jongen steeds voor mij
klaar staat, bereid mij te bedienen en zijn be
looning in ontvangst te nemen. Maar ik weet
zeker, dat hiji alleen uit vriendelijkheid op
dien somberen dag vuur heeft aangemaakt en
de theetafel klaar gezet, de kokende ketel
dicht bij mij en al de lichten' op. Wat is het
hier gezellig 1 Zoo huiselijk. En toch hangt er
een zware schaduw over mij. Het i3 of er iets
vreeselijlks voor mij' oprijst en weer verdwijnt,
het sart mij, want ik begrijp het niet en ik
voel mij: atelig en koud'.
Maaruffi is het niet waar ik je over schrij
ven wthmfeen klacht zal je meer hooien, tot
ik iets gebeurd is dat mijn bitter-
heid anSvërontwaardiging rechtvaardigt.
Ik weet niet waar Jack is. Bi heb mij gewon
pen in een maalstroom van amusementen die
nog steeds voortgaan, ondanks oproer en on
rust. Ik moet je vertellen van een' diner dat
bepaald eenig was in zijn soort. Het was een
luisterrijk feest, gegeven door een der autori
teiten van de Legatie. Ik had mijn mooiste
toilet aan, de kleur waar Jack het meest van
„Precies".
„En die aardige kleine kinderen, die zoo
juist van die heeren een geldstukje ontvangen
nebben, ik veronderstel, dat ze daar geen
snoep voor zullen koopen?"
„O neen, ze zullen die geldstukjes in hun
spaarpot doen en als ze er op deze wijze ge
noeg verzameld hebben, zullen er. leening-
aandeeien voor hen gekocht worden."
„Om voor meer geld te zorgen om Duit
schers te dooden?"
„Ja."
De Marsbewoner maakte nog een aantee-
kening en sloot toen zijn zakboekje. „Het
tegenwoordig oogmerk van uw land is, ge
loof. ik, de Duitschers uit te roeien?"
„Ja, opdat de wereld in vrede en welvaart
moge leven."
„Ik begrijp den toestand nu", zeide de Mare-
bewoner. „Wij hadden op Mars ook zoo'n
verwarring Maar daar wij ouder en wijzer
zijn dan gijlieden hebben we ook een ge
zonder methode toegepast. Evenwel, in het
begin vergisten wij ons ook wel eens. Toen
er tusschen de twee groote Statengroepen
van Mars een oorlog uitbrak, werd er stil
zwijgend aangenomen, dat 'slechts menschen
van boven de 50 en invaliden zouden vech
ten. Uw methode, de jongeren te dooden,
Ma
is
erger dan barbaarach, ze is onnoozel. Maar,
ook onze methode was niet doeltreffend. Een
enorm aantal invaliden en oude politici stier
ven een pijnlijken en ongemakkeiijken dood,
doch de oorlog duurde voort"
„Waarom?"
„Omdat de regeerders van de verschillen
de staten betrekkingen bij de vijandelijke ho
ven hadden; de groote verliezen die we aan
vijandelijke invaliden en zestigjarige vuur
vreters toebrachten, werden nutteloos ge
maakt door het verraad van vijandelijke tan
tes,, ooms en nichten, voornamelijk tantes.
Zoodoende moesten we wel tot krasse maat
regelen komen. We vormden een „bond van
vredelievende lieden", tot welken bond on
middellijk het proletariaat van alle oörlcg-
voerende landen toetrad. Op een afgesproken
lentenacht doodden we alle regeerders en
hun betrekkingen over geheel Mars. Dat
hielp, maar 't was nog niet genoeg, toen ver
sloegen we 4e leden der eerste en tweede ka
mers, de leden der provinciale staten, de
burgemeesters en raadsleden iedereen, die
ook maar iets met regeeren had' uit te staan.
Dat nam wel eenigen ujd, omdat de zetel van
sommige dier besturen ver van het naaste
spoorwegstation verwijderd waren, maar na
verloop van tijd waren ze toch allen om hals
gebracht. Toen had Mars vrede, een durenden
vrede. Niemand had ook slechts maar. de
minste lust om den een of anderen vorm van
regeering te stichten, omdat hij wist, dat het
't einde van z'n leven beteekenae. Iedereen in
Mars gehoorzaamt nu de Wet, waarmee ik
bedoel, dat ze allen rustig en' tevreden leven,
net zoo blij om het geluk van hun btlurman
als om hun eigen. Er zijn geen kerken, want
ieder is godsdienstig. Schouwburgen vrijen
toegang en bier voor een stuiver het glas".
Aldus de Marsbewoner, volgens den man
van dé Daily Chronicle.
De Franschen zien ons niet met vriende
lijke oogen aan, wij voeden de Duitschers en
verlengen den oorlog, zeggen zij.
Ziehier hoe de Echo-schrijver in de Matin,
de heer Forest, over ons denkt: „Over 't al
gemeen' zijn de Hollanders onze vrienden.
Enkelen onder hen zijn ons met lijf en ziel
toegewijd. Over 't algemeen evenwel, zijn ze
ons slechts met de ziel toegewijd, daar deze
soort geestelijke toewijding den handel in
haar niet belet.
De Hollanders, die aan de Duitschers
reeds twee maal zooveel visch en drie maal
zooveel vleesch Verkoopen als vóór den oor
log, leveren hun ook tweemaal zooveel eie
ren, boter en 76.000 ton kaas in plaats van
16.000. Deze kaas, verkocht door onze vrien
den, voedt onze vijanden. Hetgeen in Hol
land slechts een vreedzame handel in zuivel
producten is, beteekent voor ons oorlog en
dood. Een bevriend Hollander, die ik op de
ze verhouding tusschen oorzaak en gevolg
wees, antwoordde me droefgeestig: „als wij
hen niet te eten gaven, zouden ze óns op
eten". Dat antwoord weerspiegelt een mee
ning, die niet met de werkelijkheid in strijd
is, maar wij, wij hebben :het recht om zonder
eenige overdrijving te zeggen, dat dat Hol-
landsche antwoord nietRomeinsch is!"
Waarmede de heer Forest blijkbaar wil
zeggen, dat een Romein er in dit geval een
oorlog voor over gehad zou hebben, om al
rijn uitvoer naar de Entente te leiden.
houdt. Misschien heeft hij er niet zoo veel
mee op als hij de rekening ziet. Ik ging in 'n
rijtuig met een wacht van soldaten. Naast mij
zat een groote, sterke Europeaan met ver
dacht uitpuilende zakken. Ik was in 't minst
niet bang voor het dreigend gepeupel dat ons
tweemaal tegenhield. Ate ik je de waarheid
moet zeggen, het kon mij niet veel schelen
Ik zou een' aanval eigenlijk wel aardig gevon
den hebben, alleen om mij achter mijn kolos-
salen leidsman te kunnen verbergen en hem
denl weg te zien banen. Maar genadige he
mel! Haat is een zacht en vriendelijk woord
voor wat de massa gevoelt voor den vreemde
ling, die algemeen verdacht wordt met de re
geering te heulen. Gelukkig gebeurde er niets
ernstigere dan het breken van alle raampjes
van het rijtuig en in de verrassing die mij
wachtte in het prachtig ingerichte huis vergat
ik dat geheel.
Wie denk je dat bijna de eersten waren die
mij begroetten? Dolly, en mijnheer Dolly, an
dera gezegd de Zoeker; ze waren getrouwd
en in hun wittebroodsweken. Zij was stralend
van geluk en, o, Mate, als je eens gezien hadt
hoe hiji veranderd was! Omwentelingen schij
nen aan de orde van den dag te zijn; Dolly
heeft die bij hem bewerkt, geloof ik. Hij was
bepaald heel aardig, en vertoonde teekenen
dat hiji op het punt was een! gentleman je
worden. Het deed mij plezier hem tè ontmoe
ten en ik,was meer dan' verheugd bij het zien
van Dolly's ongeveinsd geluk. De treurende
jonge Prins is op weg naar het afgelegen
Sikkam op zijn taak van eindelooze reïncarna
tie te aanvaarden.
Weldra had ik een tweede verrassing, en
dat was mijn vriend Carson uit het Rotsge
bergte.
Het zal je misschien verbazen dat de een
voudige, ongeletterde Ier was verzeild in dit
schitterend, cosmopolitisch gezelschap, be
staande uit mannen die geschiedenis maakten,
Beantwoorde vraag, X. te A. U vraagt, of
het ook tijd wordt uw boonen te leggen. Zeker
wordt het tijd. Als de weersomstandigheden
normaal waren, zouden we nu geen nacht
vorsten meer hebben en kondt ge met dat werk
beginnefa. Toch is het niet aan te bevelen, al
te haastig te zijn. Het vriest alle nachten nog;
van Zondag op Maandag j.l. zoo erg, dat óp
vele broeiramen ijsbloemen stonden. Als uw
boontjes boven den grond waren geweest,
hadt ge bepaald opnieuw moeten zaaien. Het
is van de commissie voor de tuintjes goed ge
zien, niet al te haastig met het uitreiken der
boonen te beginnen. Als ze eenmaal gezaaid
zijn, moeten' ze zoo vlug mogelijk ontkiemen,
dat geeft de meeste kans op een goed gewas.
We hopen, dat de wind haast eens uit een an
deren hoek zal waaien en dat er eens een re
genbuitje komt; wacht in ieder geval nog
maar een week. Dfc gelooven haasten niet.
Nateelten na vroege aardappels'. In het ar
tikeltje over vroege aardappels beloofde ik,
terug te zullen komen op de teelt van die tuin-
bouwgewassen, die op vroege aardappelen
kunnen volgen. Ik wil dalartoe beginnen met
een korte verklaring te geven van de in den
tuinbouw veel gebruikte woorden voor-, tus
schen- en' riateelt.
De meeste groenten worden geoogst, voor
de plant geheel volwassen is, geheel anders
dus dan bij de landbouwgewassen, die op het
veld blijlven staan, tot ze geheel rijp zijn, denk
b.v. aan graansoorten, aardappels enz. Onze
groenten hebben dus een kortere groeiperiode
en als gevolg daarvan is het mogelijk, gedu
rende één groeitijdperk op hetzelfde grond
stuk twee of meer genassen te telen. Het komt
er maar op aan de gewassen zoo te kiezen dat
ze elkaar kunnen opvolgen. Het gewas, waar
om het ons voornamelijk te doen is, is het
hcofdgewas. Wat er aan voorafgaat is de
voorteelt, wat er op volgt, is de nateelt. Nu
kan het gebeuren, dat het tweede gewas reeds
op het veld wordt gebracht, voor het eerste dit
heeft verlaten. In dat geval spreekt men van
tusschenteelt. Van elk eén voorbeeld.
Vroege aardappelen kunnen vanaf half Ju
ni worden gerooid. Men behoeft den grond
dan niet ongebruikt te laten liggen, doch kan
hem verder gebruiken voor de teelt van ver
schillende andere gewassen. Deze vormen
dus de nateelt.
Sla- en' snijboonen worden eerst in Mei ge
zaaid of gepoot. Vooraf kan de grond ge
bruikt worden voor de teelt van spinazie,
raapstelen, bloemkool, sla, sjalotten of poot-
uien. Deze gewassen vormen de voorteelt.
Wil men augurken met vroege aardappelen
combineeren, dan laat men van de 5 regels
aardappelen de middelste weg. Half Mei wor
den op deze rij de augurkenzaden gelegd of
de voorgekweekte planten- uitgezet. Deze ko
men dus op het veld, vóór de appels gerooid
zijn. Men 6preekt in dit geval van tusschen-
teelt.
Onze groentekweekers hebben het in 't be
denken van dergelijke combinaties ver ge
bracht. In elk tuinbouwcentrüm kan men er
speciale voorbeelden van vinden Zoo vindt
men speciaal Westlandsche, Zwijndrechtsche,
Beverwijksche, Beemster en Langedijker cul
tures. Hierdoor is het mógelijk geworden, de
groentenproductie tot een- gioote hoogte op te
voeren. Natuurlijk is hiervoor een sterke be
mesting noodig, wat vooral mogelijk Is ge
worden' door de kunstmeststoffen.
Wanneer men een lijstje opmaakt van onze
verschillende tuinbouwproducten, dan vinden
we daaronder:
lo. groenten, waarvan de teelt vroeg in 't
voorjaar kan aanvangen, zooals: peulen en
doperwten, tuinboonen, spinazie, raapstelen,
radijs, vroege bloemkool, sla, vroege aardap
pelen, wortels, sjalotten, pootuien, St. Jans
men;
2o. groenten, die na of tusschen1 deze ge
teeld kunnen worden, zooals komkommers,
augurken, late koolsoorten (roode en gele,
boerekool, spruitkool, sommige bloemkool
soorten), andijvie, prei, wortels, spinazie, sla,
postelein, sla-, snij- en pronkbooncn;
3o. groenten, die 'gedurende 'tgeheele
groeitijdperk den grond m beslag nemen, zoo
als: winteraardappelen, winterwortelen, bie
ten. schorsenearen, zaaiuien, rabarber.
Als men deze rubrieken eens met aandacht
bekijkt, is het niet moeielijk, combinaties sa
men1 te stellen. Die uit de laatste rubriek ko
men' natuurlijk daarvoor niet in aanmerking.
Nu moet men daarbij evenwel nog met Iets
andera rekening houden. De verschillende ge
wassen stellen namelijk aan den grond niet
het lot van naties in hun hantl hielden, kei
zerrijken) opbouwden of neerhaalden en bij
hen passende vrouwen, in koninklijke kleedij,
vol geest en- wijsheid.
Maar ik verzeker je, Caraon voelde zich
niet verlegen of misplaatst. Hij was het toon
beeld van- de ware democratie en bewoog
zich onder de gasten met denzelfden eenvoud
dien hij getoond zou hebben in oen gezellige
bijeenkomst van zijn do
Hij groette mij hartelijk en vertelde mij met
geestdrift dat hij1 In Mukdcn
sprak over Jack eni zijn werk,
met een paar vuurpijlen
van de Oeleerde vrouw.
Zij was nu in Europa, zei hij. Ik vroeg niet
hoe hij dat wist Ik liet mijn hart een halle
luja zingen.
Ik moest lachen toen ik zag dat hem het lot
ten deel was gevallen- een lange, statige Rus
sische schoonheid naar tafel te geleiden. Ik
zag hen samen over den gecireerden vloer
wandelen en hoorde hem tot haar zeggen:
„Als ik tijld gehad had zou ik getelegrafeerd
hebben om mijn rolschaatsen, om veilig
over_de gladde planken te brengen." Haar
lachje, zacht en vriendelijk, stelde mij gerust.
In 't begin was het eén doodplechtig feest.
De moeielijkheid was onderwerpen van ge
sprek te vinden van algemeen belang, zonder
verboden onderwerpen aan te raken. Je weet
Mate, de tijden zijn hachelijk en de eenige
manier om* buiten moeielijkheden te blijven' is
er zich niet in te begeven door te woordenrijk
te zijn. Naast mij zat een van de voormannen
van de revolutie, schuin aan den overkanPeen
Mdntsjoe prins.
Vlak over mij zaten mijnheer Carson en de
schoonheid. Ik lette met aandacht op den fij
nen tact waarmee zij de weinig ervaren han
den van haar buurman hielp bij de zilveren
puzzle van lepels en vorken aan belde kanten
van zijn bord. Ik zag haar vriendelijke be
dezelfde eischen, wat het plantenvoedsel be
treft.
De bladr en stengelgewassen vragen meer
stikstof, de wortel- en knolgewassen worden
wel eens „kalivreters" genoemd, de gewassen,
waarvan we de zaden- of vruchten eten, ont
trekken meer phosphorzuur aan den bodem,
de peulvruchten brengen stikstof in den
rond. V&n dezé wetenschap maken we bij de
euze van groenten, die elkaar zullen opvol
gen, een dankbaar gebruik. Nooit dus twee
wortelgewassen na elkaar, of twee bladgewas-
s'en, liever een bladgewas op een peulvrucht
laten volgen, enz. Ik hoop nu maar, dat het U
van al deze wijsheid niet begint te draaien-,
maar ook, dat ik u overtuigd heb, dat er in
het tuinbouwvak wel een klein beetje meer
zit, dan men oppervlakkig zou meenen. En we
behandelen op 't oOgenblik nóg maar één en
kele kwestie. Over een andere, de bemesting,
wil ik nog wel eens'nader met u spreken.
Wilt ge na uw vroege aardappelen een- of
meer koolsoorten telen, dan wordt het tijd, die
nu te zaaien. We .hebben daarvoor op ons ter
rein een hoekje open gehouden, doch kunnen
de planten1 ook koop-en, als we ze noodig heb
ben-. Doen we het eerste liever, dan zou ik ra
den, met een buurman, die hertelfde wil doen,
een overeenkomst aan te gaan. Koopen we b.v.
en lood koolzaad, dan krijgen we daarvan
eel wat planten, gewoonlijk veel meer, dan
we noodig hebben. Willen we meerdere kool
soorten verbouwen, dan zouden we in de
planten' omkomen. We koopen daarom met
zijn tweeën, drieën of vieren, twee, drie of vier
soorten koblzaad. Elk kweekt hiervan op zijn
terreintje één soort, en we verdeelen de plan
ten' onder elkaar. Misschien zal iemand de
opmerking maken, dat hij 't wel alleen af kan.
Hij zaait een gedeelte van 'tzaad, dat hij
koopt, en bewaart de rest tot het volgend jaar.
Dat kan, doch 't is beter, elk jaar nieuw zaad
te koopen
Reuzenbloemkool zet men op 90 cM. af
stand van elkaar, voor roode en gele kool Is
75 cM. voldoende, voor spruitkool en boere
kool 60 cM.
Andijvie mag niet gezaaid worden vóór den
langsten dag, de planten worden anders te
groot en' zouden na 't verplanten gemakkelijk
doorschieten. Door 't verplanten veroorzaakt
men'een tijdelijken stilstand in den groei; 't is
zaak, deze periode zoo kort mogelijk te doen
duren. Het beste is, te verplanten- na een flinke
regenbui. Volgt er op 't verplanten- een tijd
perk van droogte en veel zonneschijn, dan
zullen er heel wat planten verloren gaan. Een
afstand van 35 cM. tusschen de planten is
voldoende. Een heel werkje is het opbinden
-der andijvie, dat niet nagelaten- mag worden,
als men kroppen wil hebben met een malsch,
geel hart. Het best gaat dit opbinden met een
raffiabandje. Een'band van de gewone lengte
in drieën gesneden, met beide handen de bla
deren van de krop naar elkander toebrengen,
met de linkerhand vasthouden en met de rech
ter den draad er niet te stijf ombrengen, zon-,
der te knoopen. Na eenige oefening lukt het
wel. Zorg er evenwel voor, dat ge 't doet, als
de bladeren droog zijn, dus niet na een regen
bui.
Koolsoorten komen dus na de vroegst ge
rooide aardappelen. Andijvie volgt op de la
tere vroege soorten.
STADSNIEUWS.
PROVINCIALE BOND VAN
ZIEKENFONDSEN IN
NOORD-HOLLAND.
Vervolg.
Ouderkerk aan den Amstel meende, dat
een beslissing niet te nemen viel, daar de
meeste leden geen mandaat aangaande deze
kwestie hadden. Het stelde voor, de contribu
tie te laten zooals ze was, de gratificatie bij
de volgende vergadering vasi te stellen en
die dan per omslag over de leden te verha
len.
De voorzitter meende, dat het punt nu lang
genoeg besproken was, hij vroeg, of de le
den bevoegdheid hadden 'om voor een ver
hooging van contributie te stemmen, deze
stond tocli Tthans wel op de begrooting. De
zaak was slechts of men verhoogde contri
butie, naar den ouden voet geregeld^ wilde,
of het bestuurvoosrtel aangenomen wilde
zien. Vóór het bestuursvoorstel stemden 25
afdeelingen, met 47 stemmen; tegen het be
stuursvoorstel, 21 afdeeliugen met 52 stem
men de oude manier van heffen zal dus blij
ven gehandhaafd.
Mr. Elink.Schuurman wees er op, dat,
aangezien 25 afdeelingen. waaronder vele
kleine, vóór stemden, cr 21, waaronder de
langstelling in hetgeen hij sprak, hetzij over
den oogst, appelwijn of Chineesche staarten.
Voor haar lieve beleefdheid em vriendelijk
heid jegens mijn ouden vriend zegende ik-
haar em haalde een groote vordering tegen
haar land door. Wat zal Rusland daar blij
om zijn I
Maar de Ier was niet gelukkig.Het cent
gerecht na liet andere was rondgediend. Bij
eiken gang kwam een zeldzame wijn. Cola
lke
rado scluidde het grijze hoofd bij el
Hij
flesch
ofschoon hij verging' van dorst. Hij was ge
heelonthouder. Tdkcu3 als de knecht no 1,
die den wijn Inschonk naderde, fluisterde'hi,
„Water." Eindelijk werd het „water, als je
blieft w a t e r". Toen dreigend„Water, ver
sta je mij niet. Haal me water 1" 't Was te
vergeefs. Een Chinees is geen vriend van wa
ter en als het woord tot hem wordt uitgeroe
pen met een Iersch accent, bereikt het het be
doelde adres niet. Maar tien gerechten zon
der een druppel vocht brachten hem tot wan
hoop en eensklaps weerklonk langs de ge-
heele tafel een smeekbede op heeschen toon
gefluisterd, met een zeer sterk Ierech accent:
„Gastvrouw, waar is de pomp?" Het was
als een vuurpijl die schitterende vonken ver
spreidde over een dreigende wolk. In een
oogenblik werd de gewichtigheid van het
feest verdreven door uitbundig gelach. Ieder
een had iets aardigs te vertellen, dat niet ge
vaarlijk was.
Tot besluit bezochten wij een Chineesch
theater. Toen wij naar huis gingen, na twee
uur laüg te heboen gekeken naar een stuk
van dood en verwoesting, was er gebrek aan
medewerkenden, zoodat er assistenten uit het
publiek op het toouéel werden geroepen om
de coulissen te veranderen; en doode mannen
moesten levend gemaakt worden om het stuk
te kunnen voortzetten.
De steeds getrouwe huisjongen heeft mij
zoo even een briefje gegeven van Jack. Hij is
groote, tegen, het raadzaam scheen, de zaak
in de volgende algemeene vergadering nog
eens onder de oogen te zien.
De voorzitter merkte op, dat het bestuur
het voorstel van dén heei de Rooij niet kon
aanvaarden, o. m. daar het bestuur niet ge
rechtigd is, een gratificatie vast te stellen.
Koog-Zaandijk ondersteunde het voorstel-
Aalsmeer; 1 ceat per lid uit te keuen aam
den secretaris. i
Westzaan stelde voor, het hoofdbestuur te
machtigen ten hoogste tot, een bedrag van
300 te gaan.
Kolhom was, gezien de uitgebreide werk
zaamheden van den secretaris, voor eene ver
goeding van 300.
De secretaris verklaarde zich ten slotte be
reid de functie aan te nemen tegen een ver
goeding van 150, onder voorwaarde, dat
de volgende vergadering de kwestie op
nieuw onder de oogen zal zien.
Bij acclamatie werd besloten, den secreta
ris deze gratificatie te geven.
Punt 11 was een voorstel van „Helpt El
kander" te. Zaandam, waarin werd voorge
steld het bestuur te restitueeren reiskosten,
verblijf- en verzuimkosten' voor alle vergade
ringen van den bond.
Het bestuur voelde veel voor net voorstel-
Zaandam, doch stélde voor te lezen: „een
presentiegeld van 4 (vergoeding van ver
zuim- en verblijfkosten inbegrepen) voor alle
vergaderingen van den bond.
De heer Zeeman lichtte dit voorstel toe en
wees er op, dat het, zoo geen vergoeding
werd uitgekeerd, voor arbeiders onmogelijk
was, in het bestuur zitting te nemen.
Uit het bestuur werd er op gewezen, dat
men, om geen té zware lasten op de algemee
ne kas te leggen, slechts het bescheiden maxi
mum van 4 had gesteld.
Het amendement-Weesp op het voorstel
was: de verzuimkosten ten volle te vergoe
den.
Velzen II merkte op, dat het hoopte dat de
districtsvergad'eringen op het voorstel-Zaan-
dam uitgezonderd werden.
Het voorstel-Zaandam, geamendeerd door
het hoofdbestuur (reiskosten plus 4 presen
tiegeld) werd na nog eenige discussie in
stemming gebraert en aangenomen. Tegen
stemde de Rijp.
Alsnu werd de begrooting in haar geheel
behandeld.
De post „onkosten adviseur 100" werd
door Mr. Elink Schuurman toegelicht, hij
zou op deze post liever willen lezen: „grati
ficatie adviseur" en de post als een memorie-
post willen zien beschouwd, een maximum,
waartoe spr. gaan kon, als Ëij een nota bij
den penningmeester indiende.
De begrooting sloot nu in uitgaaf met
692.50, inkomsten donateurs 40, ge
kweekte rente 2.50, zoodat nog te dekken
viel een bedrag van 650.
Kolhom wilde dit vindén in een omslag
over de afdeelingen h 0.05 per lid, (tot nu
toe was dit 0.02 per lid).
Landsmeer pleitte voor een meer progres
sieve contributieheffing.
Van de bestuurstafel weid er op gewezen,
dat dit niet aan de orde gesteld kon worden
vóór de volgende algemeene vergadering
Het voorstel-Kolhom werd zonder hoofde
lijke stemming aangenomen.
Punt 10 werd hierna-aan de orde gesteld:
Het bondsbestuur vraagt machtiging, om die
enkele afdeelingen, die de model-statuten nog
niet hebben aangenomen, nog gedurende één
jaar uitstel te verleenen.
Mr. Elink Schuurman lichtte bet voorstel,
dat zonder discussie werd aangenomen, toe.
Punt 12. Voorstel van de vereenigingen
Sint Pancras 1 en 2, Oudkarepel, Noord-
Scliarwoude, Zuid-Scharwoude, Dirkshom
en Warmenhuizen, om in 't vervolg op de
districtsvergadering reeds de definitieve be-
stuursbenoemmg te doen plaats hebben.
Het bestuur kon met dit voorstel mee
gaan, de heer Nool lichtte het toe. Zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
De afdceling Sint Maarten zou graag zien,
dat ook districtsbesturen benoemd werden,
om voorbereidende besprekingen voor de al
gemeene vergaderingen Ic bevorderen.
Aan de orde waren vervolgens de voor
stellen van de afdecTing „Onderlinge Hulp"
te Weesp, ten eerste: De algemeeue vergade
ring draaft het Hoofdbestuur op, het daar
heen té leiden, dat de stoffelijke belangen der
leden meer beha: tigd worden dan voorheen.
De toelichting bij dit voorstel luidde: Het
konn „Onderlinge Hulp" voor, dat het
Hoofdbestuur zich meer toelegt op de admi
nistratieve belangen, dan op de stoffelijke be-
lhngen, en hoewel zij gaarne erkent, dat een
niet heel wel geweest en zal over een week
ongeveer in Peking zijn 1
Ik. ben zoo innig blij dat ik weldra den
eenigen man zal zien, die voor mijr bestaat.
Want ik ben toch een gelukkige vrouw,
al maken de doorratioopende draden van de
ze oude wereld soms'op mij den indruk van
een verward kluwen garen
Peking.
Lieveling, elke minuut nieuwe schrik. Ik
zal. 't eimk misschien niet beleven, want de
soldaten zijn aan 't muiten geslagen en heb
ben zich bij de oproerlingen gevoegd, krank
zinnig van bloeddorst en roofzucht. Ik moet
er je van vertellen nu ik nog kan, want eiken
dag beleeft men nfet de grap, als je het een
grap wilt noemen, dat een frissche, stoutmoe
dige jonge Republiek een aanval doet op een
almachtige dynastie, eeuwenoud geworden bij
dwingelandij en rijkdom, en zegt: „Daal af
van den gouden troon. Het kan ons niet sche
len waar ge heen gaat, maar maak dat ge
wegkomt; ik verlang geen tegenspraak"
Als ik niet zoo opgewonden was zou ik
misschien zenuwachtig wezen. Maar Mate,
als je een volk de vrijheid ziet winnen met
geen andere hulp dan zijn eigen vastberaden
heid en moed, dan zou je willen zingen, dan
sen, bidden en juichen, alles tegelijk. Er is
geen twijfel aan, jong China kan rekenen op
alle krachten waarover het land te beschik
ken heeft.
vreeselijk gevoch-
op straat
lijken en buit
die niet kon worden meegevoerd. De verhalen
hoe het grauw en de soldatenbandieten de
stad binnen drongen, zijn wonderbaarlijk;
de vertellingen uit de Duizend-en-een-nacht
zijn er niets bij.
Wordt vervolgd.
'BBf