DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. HkmaarsBliB lllltl- 60 im WOENSDAG No. 514 Honderd en negeEÉknde Jaargang; Abonnmtspriis uer 3 maamten i 1.3D. (r. p. post lid. ftMentlepU&si p. regel, groote letters naar plaatsruimte. Brieyen fr. li V. Boek- en Handelsdrukkerij v.h. HERlüs. 4 ZOON, Voordam C 9. Telefnr. 3. 16 MEI. Bil Dr. Caliper's oegentigsteu verjaardag. EIEK1N. 2 j. ©pi. tot Hiiihondknndlge of Haishondster, 2 j. opl. tot Hulp in de llaishonding, Inmaakcnrsni, Dek-, dies- en ▼•orinjj cursus, Over dan abonnementsprijs wordt bij vooruitbetaling beschikt. Bewijsnummers S cent. ALKMAAR, 16 Mei. De „Titan" van de koninklijk Nederland- sche stoombootmaatschappij, met een lading grondnoten, is heden gelukkig te IJmuiden binnengekomen. Het is een van de schepen, welke uit Engeland verwacht worden. Voorts worden nog verwacht: de Ameland, de The- misto, de Veenbergen, de Kilbergen, de Maasdijk, de Grotius en de Menado. Het is te hopen, dat ook zij geen hindernis op hun thuisreis ontmoeten! Van officieele Engelsche zijde is thans ont- kemd, dat Britsche schepen voorzien zijn van de kenteekenen, welke de Nederlandsche sche pen verplicht .zijn te bezitten. De Malang, van den Rotterdamschen Lloyd, die, géladen met mais en lijnkoeken, eveneens geruimen tijd in Engeland heeft ge legen, is om den noord den Rotterdamschen waterweg binnengeloopen. Van de officieele Engelsche verklaring naar aanleiding van het werpen van bommen op Zicrikzee vindt, men elders in dit blad een commentaar. De korte zin van de lange rede, gisteren door den Duitschen rijkskanselier in den rijks dag uitgesproken, is deze, dat de spreker het ongewenscht vond zich nader over de oor logsdoeleinden te verklaren, dat hij zich ten dezen aanzien nóch door links nóch door rechts liet drijven, dat hij volkomen overeen stemt met het opperste legerbestuur en dat de bondgenooten het onderling geheel eens zijn ten opzichte van de vredesdoeleinden. De heer v. Bethmann HoLlweg heeft voorts verklaard, dat de militaire positie zoo goed is als ze sedert het begin van den oorlog mis schien nog niet is geweest, dat met kalmte op het naderen van het goed einde kan worden vertrouwd en dat dan de tijd zal komen, om te onderhandelen met de tegenstanders over de oorlogsdoeleinden. De Westelijke tegen standers zijn door een program van afstand en verloochening tot den vrede evenmin te brengen als door een program van verovering. Ten aanzien van Rusland zeide de spreker: „Als Rusland zijn zonen voor verder bloedvergieten wenscht te vrijwaren, als het voor het eigen land van alle gewelddadige veroveringsplannen afziet, als het tot een duurzame verhouding van vreedzame nabuur schap met ons wil geraken dan spreekt het immers van zelf dat wij, die dien wensch dee- len, de duurzame verhouding voor de toe komst niet te niet dooi, dat wij de ontwikke ling niet onmogelijk maken door eischen die niet met de vrijheid en den wil van de volken in overeenstemming zijn te brengen en de kiem zouden leggen voor nieuwe vijandschap tusschen ons en het Russische volk. „Ik twijfel er niet aan, dat een voor beide partijen bevredigende overeenkomst getroffen zou kunnen worden die elke gedachte aan ge weld buitensluit, die geen angel, geen ont stemming, achterlaat." De rijkskanselier heeit zich dus niet willen binden. Hij heeft het werk van Stockholm niet door een toezegging willen vergemakkelijken. Uit zijn redevoering is zelfs niet den schijn te halen, dat Duitschland den vrede meer aoo- dig heeft dan zijn tegenstanders. De heer v. Bethmann Hollweg voelt zijn zaak even sterk als de heer Lloyd George de zijne. En even min als er sprake is van verschil van meening tusschen Engeland en Frankrijk, evenmin is dit het geval ten opzichte van Duitschland en1 Oostenrijk. Hoe sterk de vredesdrang in Oos- tenrijk-Hongarije ook moge zijn, tot een af zonderlijken vrede met de entente zal het niet komen. Is er kans, dat Rusland een afzonder lijken vrede met de groep der midden-mogend- heden zal sluiten? Rusland is op het oogenblik een vaagheid, een mengsel van allerlei bestanddeelen, dat nog gfeea vaste samenstelling heeft aangeno men. Toch valt aan te nemen, dat de gebeur tenissen in het Russische rijk meer van invloed op den vrede dan op den oorlog zullen zijn. De militaire positie van Rusland wordt er bij den1 dag slechter op, nu de ziekte-Van-anarchie het Russische lichaam sloopt. Na generaal, Roesski, na de St.-Petersburgsche stadscom- mandant Komilof en even vóór minister Goetskof hebben ook de generaals Broesilof en Goerko him ontslag genomen. Nog meer generaals zullen heengaan. Het schijnt dus, dat de Russische legermacht minstens geheel gereorganiseerd' moet worden, zal er ooit van een offensief sprake kunnen zijn. Is dus Rusland voor het oogenblik in militair op- zich van weinig beteekenis voor den oorlog, in politiek opzicht kan het, mede ook daar door, voor den vrede een factor van belang worden door den invloed, dien het op de enr tente kan uitoefenen. Te verwachten is, dat minstens minister Miljoekof spoedig zal heengaan en dat de portefeuille van buiten- ldndsche zaken door een meer vredelievend man zal worden overgenomen het uitvoe rend comité van soldaten- en arbeiders-afge vaardigden heeft zich met 41 tegen 19 stem men verklaard voor deelneming aan de voor- lcopige regeering door vertegenwoordigers van socialistische partijen. Zoo mag men dus zeggen, dat het Russi sche vraagstuk van grooten invloed op de zaak van den vrede kan zijn, een invloed, die wel degelijk versterkt kan worden door de ac tie, welke de sociaal-democraten te Stockholm thans hebben ingeleid. De heer von Bethmann Hollweg heeft zich volkomen losgemaakt vau die socialisten-conferentie en zich niet willen binden aan den heer Sckeidemann. Maai in strijd met hetgeen dezer dagen werd medege deeld, wordt thans geméld, dat aan alle Duitsche deelnemérs aan die conferentie pas sen zullen, worden uitgereikt. Is dit juist, dan zou de weigering der Engelsche en Fransche regeering om passen te verstrekken zeker bij zondere beteekenis krijgen. Van het Westelijk oorlogsterrein krijgt men heden dén indruk, dat de Duitschers krach' tiger optreden dan hun tegenstanders, maar er is nog geen reden om aan te nemen, dat de Engelsche en Fransche aanvallen een ein de hebben genomen. Veeleer is er aanleiding om te veronderstellen, dat er weer een rust poos voor de geallieerden is ingetreden. Generaal Nivelle heeft thans, evenals veld maarschalk Joffre, als opperbevelhebber afge daan- Hij is met het commando over een, le gergroep belast en generaal Pétain is tot op perbevelhebber benoemd. Het langverwachte offensief der Italianen heeft thans een aanvang genomen. Vergissen we ons niet, dan is de tiende Isonzoslag be gonnen. Het aantalsfront is 40 K.M. breed. Volgens het Oostenrijksche bericht hebben de Oostenrijkers Buccessen behaald en 1600 Ita lianen gevangen genomen, volgens het Itali- aansche bericht werden op verschillende pun ten aanmerkelijke vorderingen verkregen en worden er vele gevangenen opgebracht. Voor beide lezingen geldt echter, dat de strijd nog maar dn het aanvangs-stadium verkeert, zoodat het voorbarig zou zijn, nu reeds iets ten aanzien van den afloop te willen beslui ten. B - „Toute forme, qui n'esit pas indiquée par la construction, doit etre rejetée P. J. H. Cuijpers aan Violet-le-Duc. „Erkent toch altijd, zeide de thans 90-ja- rige jubilaris tot zijn leerlingen, in de af- scneidsrede, die bij uitsprak bij zijn heen gaan ais leeraftr der Rijiksmuseurascholen, „erkent toch altijd, dat alle kunst, alle schoonheid komt van den Schepper", en uit die weinige woorden, gesproken aan den avond van zijn roemrijk, vruchtbaai leven, spiegelen zich onmiddellijk af twee der voor naamste en beminnelijkste eigenschappen, die onzen grooten bouwmeester kenmerken: vroomheid en eenvoud'. Geboren uit strenggeioovige ouders, op gegroeid in een geloovige omgeving, werden de kiemen voor vroomheid reeds in de jeugd gelegd bij den knaap, die voorbestemd was om den naam van de natie, waartoe hiji be hoorde meer en beter bekend te maken in de wereld, doch zijn geest was te groot, zijn ge voel te fijn, dan dat de vroomheid ooit bij hem ontaardde in kwezelarij of in neigingen tot uiterlijk vertoon, neen, die vroomheid openbaarde zich heel zijn leven in een stil en eerbiedig opzien tot den Almachtige, uit Wien, van Wien en door Wien bij alle din gen erkende te zijn. Ware, oprechte vroomheid gaat met een voud band' aan hand, want de waarlijk vro me weet zich werktuig van den Almachtige, heeft dus geen enkele aanleiding om zich verheven te gevoelen boven zijn medemen- schen, die bij hem achterstaan in kennén en kunnen. En hij, die in waarheid' eenvoudig van gemoed is, heeft ook een drang in zich om eenvoud en soberheid te betrachten in de wijze waarop hij zijn lichaam in staat doet blijven, om onder alle omstandigheden opge wassen te zijn tegen de bezwaren, welke het leven biedt. Die drang was bij den jubilaris wel heel sterk ontwikkeld en volgens eigen overtuiging is het naast zijn werklust zijn soberheid geweest, die hem in staat gesteld heeft om negentig jaar oud te worden en toch even £ezond en veerkrachtig van li chaam als helder van oordeel en scherp van verstand te blijven. In zijn leven, dat van jongsai een strijd was voor de vervolmaking zijner idealen, net voeren van de bouwkunst in nieuwe banen, was geen tijd voor het mee doen aan afmattende feesten, voor hem was het, van 't oogenblik af dat bij als tweeënr twintig-jarig jongmensch met den „prix d'excellence" de Antwerpsche academie ver liet, eiken dag opnieuw werken, werken," wer ken, om te kunnen komen op het levensplan, dat hij voor zich zag een plan dat eerst na harden, moeilijken strijd werd beréikt. Toen de jonge Cuijpers op 22-jarigen leef tijd als jong architect in zijn' geboortestad Roermond terugkwam, beijverde men zich daar wel om hem met veel feestelijk ver toon te verwelkomen, wijt bij 't er aan de Amtwerpsche academie zoo schitterend had afgebracht, maar om hem de gelegenheid te mëdeu ui de praktijk zijn talenten te ont plooien, daaraan dacnt men in"t begin niet temana zoo jong nog en zoo onervaren, wie zou 't anagedurft hebben om hem een belangrijke opdracht te. geven! De jonge bouwmeester deed veel vergeefsche pogingen om aan den slag te komen, tot eindelijk Roermond's bisschop Mgr. Paredis, die rui mer van blik was dan 'tmeerendeel zijner rijdgenooten, over alle vooroordéeien tégen Cuijper's jeugd en uiterlijk heenstapte hij was, o schande gewoon om zijn haar lang le dragen hem ontbood bij het O. L. V, Munster, het wereldberoemde laat-romaan- sche bouwwerk ui 't begin der dertiende eeuw door graai Gerard in< Roermond ge bouwd. om zijn oordeel te vernemen over herstellingen, die kort tevoren daaraan ver richt waren. De jonge bouwkundige, na een onderzoek te hebben ingesteld, verklaarde kort en bondig dat er vandalen aan 't werk geweest waren, en bij wist zijn uitspraak met zooveel zaakkennis en op zoo eenvoudige wijze toe te lichten, dat de bisschop over tuigd werd, hem opdracht gaf om bet „van- dalenwerk" te niet te doen en daarvoor in de plaats te stellen wat er naar zijn overtuiging behoorde te komen Cuijpers volvoerde de hem verstrekte op dracht tot groote tevredenheid van zijn last gever, hij werd door hem op verschillende plaatsen aanbevolen en bleven nog geruimen tijd zijn lange haren en zijn wat zwierig bizondere kleeding hem hinderen bij bet ver krijgen van opdrachten, na korte jaren was toch zijn naam reeds zoo gunstig beiend, dat het kerkbestuur van Oenelt het waagde om over alle vooroordeelen heen te stappen en hem last te verstrekken tot het ontwerpen van een nieuw kerkgebouw. Van dat oogenblik af ging het in een steeds sneller tempo vooruit met den jon gen bouwmeester: de nieuwe Oeffelter kerk, in baar juist voor bedebuizen zoo goed pas sende gothische aankleeding, werd algemeen bewonderd, en èervolle opdrachten volgden weldra bij tientallen elkaar op. Zoo kwam na een tienjarige periode van steeds toenemende drukte het jaar 1862, waarin, dank zij dé nauwgezetheid van den toenmaligen Roermondschcn gemeenteraad, ineens de naam Cuijpers kwam op de lippen van alle deskundigen op architectonisch ge bied in binnen- en buitenland. Er waren toen n.l. plannen gevormd voor bet restau- reeren en renoveeren van het O. L. V. Mun ster en de gemeenteraad van Roermond was gentgen tot liet geven van subsidie, maar in de plaats daarvoor werden er waarborgen gevraagd1 voor degelijkheid in den opzet der vernieuwingsplannen. Het oordeel van verschillende architecten werd ingewonnen over de vraag hoe oor spronkelijk de kerk er had uitgezien, en Cuijpers gaf ook zijn meening te kennen, maar die week totaal af van de opvattin gen, door alle andere deskundigen ten beste gegeven. Volgens Cuijpers n.l. moesten er aan de Westzijde der kerk in vroegeren tijd twee torens hebben gestaan, waarvoor later één andere in de plaats was gesteld, die echter liet bouwwerk ontsierde en oorzaak was dat het geheel een niet volmaakt aesthetischen indruk maakte. Hij stelde daarom voor het aanwezige bouwwerk te amoveeren en twee nieuwe torens daarvoor in de plaats te doen verrijzen op hun oorspronkelijke plaatsen en volgens den vorm, dien hij had- weten te re- consitrueeren. Hoe zijn tegenstanders ook zijn meening omver trachten te redeneeren en hoe hard ze hem ook voor koppig en eigen zinnig uitmaakten, de zelfbewuste Cuijpers bleef zich onwrikbaar- bandhaven op zijn eenzaam standpunt en hij gaf in overweging om het oordeel te vragen van de meest voor aanstaande beroemdheden in het buitenland, zonder hen vooraf van zijn zienswijze op de hoogte te brengen Daar de naam Cuijpers al langzamerhand klank was gaan krijgen in de bouwkundige wereld, waagde men "t niet om zonder meer zijn opvatting te negeeren. Aan de meest be- cwame deskundigen in bet buitenland werd daarom gevraagd hun opinie te zeggen, en nadat James Weale, V. Statz, de dombouw- meester van Keulen, August Reichensperger en de wereldberoemde Eranschman Violet- le-Duc een onderzoek in loco gedaan- en zon der uitzondering Cuijpers' opvatting teakol ie onderstreept hadden, mcesti men erkennen dat bij gelijk bad, en al was dat niet de be doeling geweest, tevens had men ervoor ge zorgd dat, in alle landen waar de bouwkunst bloeide, de naam van onzen landgenoot be kend en met onderscheiding genoemd werd. Het bezoek aan Roermond van dén door Cuijpers zoozeer bewonderden Viollet-le- Duc, was oorzaak van een nauwere aanhaling aer vriendschapsbanden, die beide mannen ver benden, en tevens van een andere levens richting voor Cuijpers. „La verve d'une grande ville est nécessaire a un artiste," ver klaarde Vioiet-le-Duc hem in een der vele gesprekken, die ze samen voerden over de veredeling der bouwkunst, ga dus weg uit deze provinciale omgeving en kies Amster dam met zijn overvloed van architectonisch schoon tot woonplaats. Cuijpers gevoelde hoeveel waarheid er stak in de woorden van zijn vriend en al was nij aan zijn geboorteplaats gehecht, ai moest hij daar zijn werkplaatsen voor artikelen van kerkelijke kunst achterlaten, toch besloot bij m 1865 om de hoofdstad van 't land' met zijn provinciestadje als woonplaats te verwisse len, doch van daar uit toezicht te houden op nee werk en de vele werklieden, die zich in Roermond gevestigd üauuen, om zich onder zijn meesterlijke leiding voor verschillende kunstambachten te bekwamen. Vandat jaar af dagteekent de drukste, de meest inspannende periode m het roemrijke teven van onzen grooten landgenoot, want niet alleen kreeg hij in Amsterdam weldra tal van eervolle opdrachten, maar bovendien werd bij in 1870 in concurrentie met een groot aantal zeer bekwame buiteniandscüe kunstenaars, benoemd tot douioouwmeestei te xVLainz, en ais zoodanig belast met de lei ding der restauratie van het wereldberoem de Mainzer bouwwerk. Zeven jaar lang ver deelde hij toen zijn tijd tusschen zijn werk te Amsterdam, zijn werkplaatsen te Roer mond en de herstelling van den Mainzer dom, zoodat hij, die gewoon was om alles wat van eenig belang mocht heeten zelf te doen, vrijwel nacht en dag in 't getouw was. In 1877 eindelijk werd het werk in Mainz voltooid, zoodat er een periode van betrek kelijke rust kon volgen, maar kort daame werd weer Cuijper's geheeie werkkracht op gevorderd voor de meest eervolle opdracht, die aan een Nederlandscb bouwmeester verstrekt kon worden: bet maken van een ontwerp van een nieuw rijksmuseum te Am sterdam. De bouwmeester gaf het beste van zijn uit nemende talenten aan- die opdracht, en dank zij zijn lidmaatschap van 't college der Rijksadviseurs voor de Monumenten van geschiedenis en kunst (welk lidmaat schap oorzaak weid van een innige vriend' schap tusschen hem en jhr. de Stuerst,) was hij in staat geweest om onze monumenten van bouwkunst uit vorige eeuwen te leeren kennen als geen ander. In zijn geest en in zijn gemoed was dientengevolge vast en in mg een scherp omlijnde indruk beklijfd van het machtige en schoone, dat in him werken de bouwmeesters uit vroegere eeuwen aan de natie hadden nagelaten, en bij bet ontwerpen van de rijksmuseumgebouwen hield hij steeds voor oogen wat door alle eeuwen heen voor niooi3 en machtigs aan de Nederlandsche natie was geschonken, zoodat ze als geheel den stempel onzer nationaliteit dragen, wijl ze zich naar hun vormen en versieringen aanslunen bij de overlevering onzer ar chitectuur. Toen in 1885 het Rijksmuseum kon worden opgeleverd, erkenden allen, die onbevoor oordeeld waren, dat daarmee een monument gesticht was, getuigend van de herleving on zer bouwkunde op liet einde der 19e eeuw en bij monde van den bekenden Amsterdam mer A. C. Werthcim werd Cuijpers in be wonderende woorden gehuldigd voor de wijze waarop hij zijn moeilijke taak had op gevat en ten einde gebracht, terwijl de re geering zijn verdiensten erkende door hem te benoemen tot ridder in de orde van dén Nederlandschen Leeuw, en de senaat van de Utrechtsclie universiteit hem in 1886 een eeredoctoraat aanbood, waarmee hem een onderscheiding werd verleend, die nog nooit te voren aan een architect was gegeven Maar al toonden zoowel de regeering als dé grooten onder de burgerij door deze on dubbelzinnige blijken van waardeering hoe zij het genie van Cuijpers op de juiste waar de wisten te schatten, de vele criticasters, die tegen hem hadden samengespannen, toen hij belast werd met het ontwerpen van een rijksmuseumgebquw waar ter wereld is er meer jalousie de métier dan onder de bouwkunstenaars? werden niet tot zwij gen gebracht. Toen Cuijpers spoedig op nieuw een zeer eervolle ppdracht ontving met de uitnoodiging om voor de hoofdstad een centraalstation te ontwerpen, kwamen ze weer voor den dag met» de bezwaren, die steeds tegenover zijn werk gegolden hadden: zijn kunst was een ultramontaansche kunst, zijn stijl was goed voor kapellen, kerken en doosters, maar voor alle andere bouwwer ken diende ze absoluut te worden veroor deeld, daar alle gebouwen, die hij ontwierp zonder uitzondering een kloosterachtigen, specifiek Roomschen indruk maakten! De betoogers, die voor 't meerendeel lid waren van- de Maatschappij voor Bouwkunst, ver gaten zich zelfs zoover dat ze door gemeld ichaam, waarin Cuijpers nota bene onder voorzitter was, een adres bij de Tweede Ka mer lieten indienen, waarbij verzocht werd om den bouwmeester van het centraalstation uit zijn functie te ontslaan. Maar de leden der Tweede Kamer, waren gelukig minder verblind en minder jaloersch dan die van de maatschappij tot bevordering der bouw kunst, en Cuijpers werd in staat gesteld om in dé hoofdstad een tweede monument te doen verrijzen, dat een schitterend getuige nis aflegt voor zijn genie, zijn werkkracht en zijn praotischen blik. De DIRECTEUR van bet DISTRIBUTIE BEDRIJF van ALKMAAR deelt mede, dat de Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel; Gelet op de artikelen 8 en 9 van de Distri- butiewet 1916, bet volgende beeft bepaald: 1. Het is aan ieder verboden, EIEREN, welke ingevolge de bestaande bepalingen door exporteurs van Eieren ter beschikking zijn.of worden gesteld voor binnenlandsch verbruik en niet door de Rijkscommissie van 1 oezicht op de Eiervereemging en de Pliuim- veevereeniging voor conserveering zijn aan gewezen, in koelhuizen op te slaan. 2. De voor binnenlandsch verbruik be schikbaar gestelde Eieren, welke niet door de lujkscoinmissie voornoemd voor conser veering zijn aangewezen en in koelhuizen zijn opgeslagen, zullen in die inrichtingen bewaard moeten blijven totdat nader door den Munster van Landbouw, Nijverheid en Handel is vastgesteld, welke bestemming aan die Eieren zal worden gegeven. 3. Totdat de bestemming aan de Eieren, sub 2 bedoeld, is gegeven, dragen de Burge meesters van de Gemeenten, waar koelhuizen of daarmede gelijkstaande inrichtingen zijn gevestigd, zorg, dat die Eieren niet uit tie Koelhuizen of inrichtingen worden verwij derd. i Zij zullen zich daartoe zoo spoedig moge lijk opgave verschaffen van de voorraden dier opgeslagen Eieren en van de namen van hen, die deze Eieren deden opslaan en van deze opgaven mededeelmg doen aan den- Mi nister van Landbouw, Nijverheid en Handel 4. EXPORTEURS van EIEREN, die zich schuldig maken aan overtreding van het be paalde sub 1, zullen, ongeacht de daarop volgens de bepalingen van de Distributiewet te stellen straffen, voorgoed van de lijst van Exporteurs worden geschrapt Alkmaar, 16 Mei 1917. De Directeur voornoemd, D. SCHENK. ackoolg. f ÏOO.— p. elsshei v. toel. voIA. gon. M. O. c*l M. U. L. O., leeft. 17 Jaar, aanvang opt. Sept. sehoolg. t 40.— p. |.f lseft. IB aanvang opt. Sept. 0 lossen I O.—, aanvang Juni. 0 lesisn I 7.00, aanvang Jul. Aangifte vooa belds opleidingen en aar- sussen tot en met 8 Jnni, In het Burger- weeshota, Dinsdags en YrQOags O4 aar. Inlichtingen «arden gearna verstrek! door de Directrice J. F. BBÜMER. Doch hoe eervol ook de opdrachten waren, die hem voor den bouw van het Rijksmu seum en 't Centraalstation gegeven werden, met hoeveel inspanning en toewijding hij die ook vervulde, oude bouwwerken, monumen ten uit het tijdperk van den grootsten bloei onzer architectuur, bleven steeds voor hem het meest belangwekkend .en daarom is geen -lastgeving hem ooit meer welkom ge weest dan die, welke hij in 1891 ontving, om 't kasteel De Haer eigendom van- baron van Haerzuylen, een veertiende-eeuwsch bouw werk, dat toen vrijwel een ruïne was, te re construeer en en het weer in vroegeren luister te doen schitteren voor de oogen van de titans levende en de toekomstige geslachten. Met zeldzame scherpzinnigheid en een be wonderenswaardige opmerkingsgave heeft de geniale man uit sporen van vroegere bouwdeèlen een archaeologische reconstruc tie van bet geheel bezorgd en sinds lange jaren al prijkt De Haer weer irn volle glorie te midden van de haar omgevende tuinen en Darken, die door Cuijpers, alzijdig als hij is, evens opnieuw zijn aangelegd, opdat ze met het gebouw een volmaakt harmonisch geheel zouden vormen. Sinds lange jaren al want 't was tegen zijn zeventigsten verjaardag dat Cuijpers De ■Haer opleverde, en thans .viert bij voor den negentigsten keer zijn geboortedag. Negentig jaren van strijden en werken ïeeft hij achter den rug, negentig jaren waarin hij de Nederlandsche bouwkunst, die aan 't begin van' zijn optreden in- diep verval verkeerde tot bloei en harmonische ontwik keling heeft gebracht, negentig jaren, waarin Jij zelf een naam verwierf, die met eerbied wordt genoemd in alle landen waar de ar chitectuur niet absoluut verwaarloosd wordt. Veel heeft de groote man gewrocht in die ne gentig levensjaren, veel heeft hij gestreden en welk menschenkind ontkomt eraan,? -— veel geleden ook. Maar de strijd, in plaats van hem te vermoeien en moedeloos te ma- KMA AR COURANT. w.. w f - o f*S U

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1917 | | pagina 1