DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
HkmaarsBliB
lllltl- 60
im
WOENSDAG
No. 514
Honderd en negeEÉknde Jaargang;
Abonnmtspriis uer 3 maamten i 1.3D. (r. p. post lid. ftMentlepU&si p. regel, groote letters naar plaatsruimte. Brieyen fr. li V. Boek- en Handelsdrukkerij v.h. HERlüs.
4 ZOON, Voordam C 9. Telefnr. 3.
16 MEI.
Bil Dr. Caliper's oegentigsteu verjaardag.
EIEK1N.
2 j. ©pi. tot Hiiihondknndlge
of Haishondster,
2 j. opl. tot Hulp in de
llaishonding,
Inmaakcnrsni,
Dek-, dies- en ▼•orinjj cursus,
Over dan abonnementsprijs wordt bij vooruitbetaling beschikt. Bewijsnummers S cent.
ALKMAAR, 16 Mei.
De „Titan" van de koninklijk Nederland-
sche stoombootmaatschappij, met een lading
grondnoten, is heden gelukkig te IJmuiden
binnengekomen. Het is een van de schepen,
welke uit Engeland verwacht worden. Voorts
worden nog verwacht: de Ameland, de The-
misto, de Veenbergen, de Kilbergen, de
Maasdijk, de Grotius en de Menado. Het is
te hopen, dat ook zij geen hindernis op hun
thuisreis ontmoeten!
Van officieele Engelsche zijde is thans ont-
kemd, dat Britsche schepen voorzien zijn van
de kenteekenen, welke de Nederlandsche sche
pen verplicht .zijn te bezitten.
De Malang, van den Rotterdamschen
Lloyd, die, géladen met mais en lijnkoeken,
eveneens geruimen tijd in Engeland heeft ge
legen, is om den noord den Rotterdamschen
waterweg binnengeloopen.
Van de officieele Engelsche verklaring naar
aanleiding van het werpen van bommen op
Zicrikzee vindt, men elders in dit blad een
commentaar.
De korte zin van de lange rede, gisteren
door den Duitschen rijkskanselier in den rijks
dag uitgesproken, is deze, dat de spreker het
ongewenscht vond zich nader over de oor
logsdoeleinden te verklaren, dat hij zich ten
dezen aanzien nóch door links nóch door
rechts liet drijven, dat hij volkomen overeen
stemt met het opperste legerbestuur en dat de
bondgenooten het onderling geheel eens zijn
ten opzichte van de vredesdoeleinden.
De heer v. Bethmann HoLlweg heeft voorts
verklaard, dat de militaire positie zoo goed is
als ze sedert het begin van den oorlog mis
schien nog niet is geweest, dat met kalmte op
het naderen van het goed einde kan worden
vertrouwd en dat dan de tijd zal komen, om
te onderhandelen met de tegenstanders over
de oorlogsdoeleinden. De Westelijke tegen
standers zijn door een program van afstand
en verloochening tot den vrede evenmin te
brengen als door een program van verovering.
Ten aanzien van Rusland zeide de spreker:
„Als Rusland zijn zonen voor verder
bloedvergieten wenscht te vrijwaren, als het
voor het eigen land van alle gewelddadige
veroveringsplannen afziet, als het tot een
duurzame verhouding van vreedzame nabuur
schap met ons wil geraken dan spreekt het
immers van zelf dat wij, die dien wensch dee-
len, de duurzame verhouding voor de toe
komst niet te niet dooi, dat wij de ontwikke
ling niet onmogelijk maken door eischen die
niet met de vrijheid en den wil van de volken
in overeenstemming zijn te brengen en de
kiem zouden leggen voor nieuwe vijandschap
tusschen ons en het Russische volk.
„Ik twijfel er niet aan, dat een voor beide
partijen bevredigende overeenkomst getroffen
zou kunnen worden die elke gedachte aan ge
weld buitensluit, die geen angel, geen ont
stemming, achterlaat."
De rijkskanselier heeit zich dus niet willen
binden. Hij heeft het werk van Stockholm niet
door een toezegging willen vergemakkelijken.
Uit zijn redevoering is zelfs niet den schijn te
halen, dat Duitschland den vrede meer aoo-
dig heeft dan zijn tegenstanders. De heer v.
Bethmann Hollweg voelt zijn zaak even sterk
als de heer Lloyd George de zijne. En even
min als er sprake is van verschil van meening
tusschen Engeland en Frankrijk, evenmin is
dit het geval ten opzichte van Duitschland en1
Oostenrijk. Hoe sterk de vredesdrang in Oos-
tenrijk-Hongarije ook moge zijn, tot een af
zonderlijken vrede met de entente zal het niet
komen. Is er kans, dat Rusland een afzonder
lijken vrede met de groep der midden-mogend-
heden zal sluiten?
Rusland is op het oogenblik een vaagheid,
een mengsel van allerlei bestanddeelen, dat
nog gfeea vaste samenstelling heeft aangeno
men. Toch valt aan te nemen, dat de gebeur
tenissen in het Russische rijk meer van invloed
op den vrede dan op den oorlog zullen zijn.
De militaire positie van Rusland wordt er bij
den1 dag slechter op, nu de ziekte-Van-anarchie
het Russische lichaam sloopt. Na generaal,
Roesski, na de St.-Petersburgsche stadscom-
mandant Komilof en even vóór minister
Goetskof hebben ook de generaals Broesilof en
Goerko him ontslag genomen. Nog meer
generaals zullen heengaan. Het schijnt dus,
dat de Russische legermacht minstens geheel
gereorganiseerd' moet worden, zal er ooit
van een offensief sprake kunnen zijn. Is dus
Rusland voor het oogenblik in militair op-
zich van weinig beteekenis voor den oorlog,
in politiek opzicht kan het, mede ook daar
door, voor den vrede een factor van belang
worden door den invloed, dien het op de enr
tente kan uitoefenen. Te verwachten is, dat
minstens minister Miljoekof spoedig zal
heengaan en dat de portefeuille van buiten-
ldndsche zaken door een meer vredelievend
man zal worden overgenomen het uitvoe
rend comité van soldaten- en arbeiders-afge
vaardigden heeft zich met 41 tegen 19 stem
men verklaard voor deelneming aan de voor-
lcopige regeering door vertegenwoordigers
van socialistische partijen.
Zoo mag men dus zeggen, dat het Russi
sche vraagstuk van grooten invloed op de
zaak van den vrede kan zijn, een invloed, die
wel degelijk versterkt kan worden door de ac
tie, welke de sociaal-democraten te Stockholm
thans hebben ingeleid. De heer von Bethmann
Hollweg heeft zich volkomen losgemaakt vau
die socialisten-conferentie en zich niet willen
binden aan den heer Sckeidemann. Maai in
strijd met hetgeen dezer dagen werd medege
deeld, wordt thans geméld, dat aan alle
Duitsche deelnemérs aan die conferentie pas
sen zullen, worden uitgereikt. Is dit juist, dan
zou de weigering der Engelsche en Fransche
regeering om passen te verstrekken zeker bij
zondere beteekenis krijgen.
Van het Westelijk oorlogsterrein krijgt men
heden dén indruk, dat de Duitschers krach'
tiger optreden dan hun tegenstanders, maar
er is nog geen reden om aan te nemen, dat
de Engelsche en Fransche aanvallen een ein
de hebben genomen. Veeleer is er aanleiding
om te veronderstellen, dat er weer een rust
poos voor de geallieerden is ingetreden.
Generaal Nivelle heeft thans, evenals veld
maarschalk Joffre, als opperbevelhebber afge
daan- Hij is met het commando over een, le
gergroep belast en generaal Pétain is tot op
perbevelhebber benoemd.
Het langverwachte offensief der Italianen
heeft thans een aanvang genomen. Vergissen
we ons niet, dan is de tiende Isonzoslag be
gonnen. Het aantalsfront is 40 K.M. breed.
Volgens het Oostenrijksche bericht hebben de
Oostenrijkers Buccessen behaald en 1600 Ita
lianen gevangen genomen, volgens het Itali-
aansche bericht werden op verschillende pun
ten aanmerkelijke vorderingen verkregen en
worden er vele gevangenen opgebracht. Voor
beide lezingen geldt echter, dat de strijd
nog maar dn het aanvangs-stadium verkeert,
zoodat het voorbarig zou zijn, nu reeds iets
ten aanzien van den afloop te willen beslui
ten.
B -
„Toute forme, qui n'esit pas indiquée
par la construction, doit etre rejetée
P. J. H. Cuijpers aan Violet-le-Duc.
„Erkent toch altijd, zeide de thans 90-ja-
rige jubilaris tot zijn leerlingen, in de af-
scneidsrede, die bij uitsprak bij zijn heen
gaan ais leeraftr der Rijiksmuseurascholen,
„erkent toch altijd, dat alle kunst, alle
schoonheid komt van den Schepper", en uit
die weinige woorden, gesproken aan den
avond van zijn roemrijk, vruchtbaai leven,
spiegelen zich onmiddellijk af twee der voor
naamste en beminnelijkste eigenschappen,
die onzen grooten bouwmeester kenmerken:
vroomheid en eenvoud'.
Geboren uit strenggeioovige ouders, op
gegroeid in een geloovige omgeving, werden
de kiemen voor vroomheid reeds in de jeugd
gelegd bij den knaap, die voorbestemd was
om den naam van de natie, waartoe hiji be
hoorde meer en beter bekend te maken in de
wereld, doch zijn geest was te groot, zijn ge
voel te fijn, dan dat de vroomheid ooit bij
hem ontaardde in kwezelarij of in neigingen
tot uiterlijk vertoon, neen, die vroomheid
openbaarde zich heel zijn leven in een stil en
eerbiedig opzien tot den Almachtige, uit
Wien, van Wien en door Wien bij alle din
gen erkende te zijn.
Ware, oprechte vroomheid gaat met een
voud band' aan hand, want de waarlijk vro
me weet zich werktuig van den Almachtige,
heeft dus geen enkele aanleiding om zich
verheven te gevoelen boven zijn medemen-
schen, die bij hem achterstaan in kennén en
kunnen. En hij, die in waarheid' eenvoudig
van gemoed is, heeft ook een drang in zich
om eenvoud en soberheid te betrachten in de
wijze waarop hij zijn lichaam in staat doet
blijven, om onder alle omstandigheden opge
wassen te zijn tegen de bezwaren, welke het
leven biedt. Die drang was bij den jubilaris
wel heel sterk ontwikkeld en volgens eigen
overtuiging is het naast zijn werklust zijn
soberheid geweest, die hem in staat gesteld
heeft om negentig jaar oud te worden en
toch even £ezond en veerkrachtig van li
chaam als helder van oordeel en scherp van
verstand te blijven. In zijn leven, dat van
jongsai een strijd was voor de vervolmaking
zijner idealen, net voeren van de bouwkunst
in nieuwe banen, was geen tijd voor het mee
doen aan afmattende feesten, voor hem was
het, van 't oogenblik af dat bij als tweeënr
twintig-jarig jongmensch met den „prix
d'excellence" de Antwerpsche academie ver
liet, eiken dag opnieuw werken, werken," wer
ken, om te kunnen komen op het levensplan,
dat hij voor zich zag een plan dat eerst na
harden, moeilijken strijd werd beréikt.
Toen de jonge Cuijpers op 22-jarigen leef
tijd als jong architect in zijn' geboortestad
Roermond terugkwam, beijverde men zich
daar wel om hem met veel feestelijk ver
toon te verwelkomen, wijt bij 't er aan de
Amtwerpsche academie zoo schitterend had
afgebracht, maar om hem de gelegenheid te
mëdeu ui de praktijk zijn talenten te ont
plooien, daaraan dacnt men in"t begin niet
temana zoo jong nog en zoo onervaren,
wie zou 't anagedurft hebben om hem een
belangrijke opdracht te. geven! De jonge
bouwmeester deed veel vergeefsche pogingen
om aan den slag te komen, tot eindelijk
Roermond's bisschop Mgr. Paredis, die rui
mer van blik was dan 'tmeerendeel zijner
rijdgenooten, over alle vooroordéeien tégen
Cuijper's jeugd en uiterlijk heenstapte hij
was, o schande gewoon om zijn haar lang
le dragen hem ontbood bij het O. L. V,
Munster, het wereldberoemde laat-romaan-
sche bouwwerk ui 't begin der dertiende
eeuw door graai Gerard in< Roermond ge
bouwd. om zijn oordeel te vernemen over
herstellingen, die kort tevoren daaraan ver
richt waren. De jonge bouwkundige, na een
onderzoek te hebben ingesteld, verklaarde
kort en bondig dat er vandalen aan 't werk
geweest waren, en bij wist zijn uitspraak met
zooveel zaakkennis en op zoo eenvoudige
wijze toe te lichten, dat de bisschop over
tuigd werd, hem opdracht gaf om bet „van-
dalenwerk" te niet te doen en daarvoor in de
plaats te stellen wat er naar zijn overtuiging
behoorde te komen
Cuijpers volvoerde de hem verstrekte op
dracht tot groote tevredenheid van zijn last
gever, hij werd door hem op verschillende
plaatsen aanbevolen en bleven nog geruimen
tijd zijn lange haren en zijn wat zwierig
bizondere kleeding hem hinderen bij bet ver
krijgen van opdrachten, na korte jaren was
toch zijn naam reeds zoo gunstig beiend,
dat het kerkbestuur van Oenelt het waagde
om over alle vooroordeelen heen te stappen
en hem last te verstrekken tot het ontwerpen
van een nieuw kerkgebouw.
Van dat oogenblik af ging het in een
steeds sneller tempo vooruit met den jon
gen bouwmeester: de nieuwe Oeffelter kerk,
in baar juist voor bedebuizen zoo goed pas
sende gothische aankleeding, werd algemeen
bewonderd, en èervolle opdrachten volgden
weldra bij tientallen elkaar op.
Zoo kwam na een tienjarige periode van
steeds toenemende drukte het jaar 1862,
waarin, dank zij dé nauwgezetheid van den
toenmaligen Roermondschcn gemeenteraad,
ineens de naam Cuijpers kwam op de lippen
van alle deskundigen op architectonisch ge
bied in binnen- en buitenland. Er waren
toen n.l. plannen gevormd voor bet restau-
reeren en renoveeren van het O. L. V. Mun
ster en de gemeenteraad van Roermond was
gentgen tot liet geven van subsidie, maar in
de plaats daarvoor werden er waarborgen
gevraagd1 voor degelijkheid in den opzet der
vernieuwingsplannen.
Het oordeel van verschillende architecten
werd ingewonnen over de vraag hoe oor
spronkelijk de kerk er had uitgezien, en
Cuijpers gaf ook zijn meening te kennen,
maar die week totaal af van de opvattin
gen, door alle andere deskundigen ten beste
gegeven.
Volgens Cuijpers n.l. moesten er aan de
Westzijde der kerk in vroegeren tijd twee
torens hebben gestaan, waarvoor later één
andere in de plaats was gesteld, die echter
liet bouwwerk ontsierde en oorzaak was dat
het geheel een niet volmaakt aesthetischen
indruk maakte. Hij stelde daarom voor het
aanwezige bouwwerk te amoveeren en twee
nieuwe torens daarvoor in de plaats te doen
verrijzen op hun oorspronkelijke plaatsen en
volgens den vorm, dien hij had- weten te re-
consitrueeren. Hoe zijn tegenstanders ook
zijn meening omver trachten te redeneeren en
hoe hard ze hem ook voor koppig en eigen
zinnig uitmaakten, de zelfbewuste Cuijpers
bleef zich onwrikbaar- bandhaven op zijn
eenzaam standpunt en hij gaf in overweging
om het oordeel te vragen van de meest voor
aanstaande beroemdheden in het buitenland,
zonder hen vooraf van zijn zienswijze op de
hoogte te brengen
Daar de naam Cuijpers al langzamerhand
klank was gaan krijgen in de bouwkundige
wereld, waagde men "t niet om zonder meer
zijn opvatting te negeeren. Aan de meest be-
cwame deskundigen in bet buitenland werd
daarom gevraagd hun opinie te zeggen, en
nadat James Weale, V. Statz, de dombouw-
meester van Keulen, August Reichensperger
en de wereldberoemde Eranschman Violet-
le-Duc een onderzoek in loco gedaan- en zon
der uitzondering Cuijpers' opvatting teakol
ie onderstreept hadden, mcesti men erkennen
dat bij gelijk bad, en al was dat niet de be
doeling geweest, tevens had men ervoor ge
zorgd dat, in alle landen waar de bouwkunst
bloeide, de naam van onzen landgenoot be
kend en met onderscheiding genoemd werd.
Het bezoek aan Roermond van dén door
Cuijpers zoozeer bewonderden Viollet-le-
Duc, was oorzaak van een nauwere aanhaling
aer vriendschapsbanden, die beide mannen
ver benden, en tevens van een andere levens
richting voor Cuijpers. „La verve d'une
grande ville est nécessaire a un artiste," ver
klaarde Vioiet-le-Duc hem in een der vele
gesprekken, die ze samen voerden over de
veredeling der bouwkunst, ga dus weg uit
deze provinciale omgeving en kies Amster
dam met zijn overvloed van architectonisch
schoon tot woonplaats.
Cuijpers gevoelde hoeveel waarheid er stak
in de woorden van zijn vriend en al was nij
aan zijn geboorteplaats gehecht, ai moest hij
daar zijn werkplaatsen voor artikelen van
kerkelijke kunst achterlaten, toch besloot bij
m 1865 om de hoofdstad van 't land' met zijn
provinciestadje als woonplaats te verwisse
len, doch van daar uit toezicht te houden op
nee werk en de vele werklieden, die zich in
Roermond gevestigd üauuen, om zich onder
zijn meesterlijke leiding voor verschillende
kunstambachten te bekwamen.
Vandat jaar af dagteekent de drukste, de
meest inspannende periode m het roemrijke
teven van onzen grooten landgenoot, want
niet alleen kreeg hij in Amsterdam weldra
tal van eervolle opdrachten, maar bovendien
werd bij in 1870 in concurrentie met een
groot aantal zeer bekwame buiteniandscüe
kunstenaars, benoemd tot douioouwmeestei
te xVLainz, en ais zoodanig belast met de lei
ding der restauratie van het wereldberoem
de Mainzer bouwwerk. Zeven jaar lang ver
deelde hij toen zijn tijd tusschen zijn werk
te Amsterdam, zijn werkplaatsen te Roer
mond en de herstelling van den Mainzer
dom, zoodat hij, die gewoon was om alles
wat van eenig belang mocht heeten zelf te
doen, vrijwel nacht en dag in 't getouw was.
In 1877 eindelijk werd het werk in Mainz
voltooid, zoodat er een periode van betrek
kelijke rust kon volgen, maar kort daame
werd weer Cuijper's geheeie werkkracht op
gevorderd voor de meest eervolle opdracht,
die aan een Nederlandscb bouwmeester
verstrekt kon worden: bet maken van een
ontwerp van een nieuw rijksmuseum te Am
sterdam.
De bouwmeester gaf het beste van zijn uit
nemende talenten aan- die opdracht, en
dank zij zijn lidmaatschap van 't college
der Rijksadviseurs voor de Monumenten
van geschiedenis en kunst (welk lidmaat
schap oorzaak weid van een innige vriend'
schap tusschen hem en jhr. de Stuerst,) was
hij in staat geweest om onze monumenten
van bouwkunst uit vorige eeuwen te leeren
kennen als geen ander. In zijn geest en in
zijn gemoed was dientengevolge vast en in
mg een scherp omlijnde indruk beklijfd van
het machtige en schoone, dat in him werken
de bouwmeesters uit vroegere eeuwen aan de
natie hadden nagelaten, en bij bet ontwerpen
van de rijksmuseumgebouwen hield hij steeds
voor oogen wat door alle eeuwen heen voor
niooi3 en machtigs aan de Nederlandsche
natie was geschonken, zoodat ze als geheel
den stempel onzer nationaliteit dragen, wijl
ze zich naar hun vormen en versieringen
aanslunen bij de overlevering onzer ar
chitectuur.
Toen in 1885 het Rijksmuseum kon worden
opgeleverd, erkenden allen, die onbevoor
oordeeld waren, dat daarmee een monument
gesticht was, getuigend van de herleving on
zer bouwkunde op liet einde der 19e eeuw
en bij monde van den bekenden Amsterdam
mer A. C. Werthcim werd Cuijpers in be
wonderende woorden gehuldigd voor de
wijze waarop hij zijn moeilijke taak had op
gevat en ten einde gebracht, terwijl de re
geering zijn verdiensten erkende door hem
te benoemen tot ridder in de orde van dén
Nederlandschen Leeuw, en de senaat van de
Utrechtsclie universiteit hem in 1886 een
eeredoctoraat aanbood, waarmee hem een
onderscheiding werd verleend, die nog nooit
te voren aan een architect was gegeven
Maar al toonden zoowel de regeering als
dé grooten onder de burgerij door deze on
dubbelzinnige blijken van waardeering hoe
zij het genie van Cuijpers op de juiste waar
de wisten te schatten, de vele criticasters, die
tegen hem hadden samengespannen, toen hij
belast werd met het ontwerpen van een
rijksmuseumgebquw waar ter wereld is
er meer jalousie de métier dan onder de
bouwkunstenaars? werden niet tot zwij
gen gebracht. Toen Cuijpers spoedig op
nieuw een zeer eervolle ppdracht ontving met
de uitnoodiging om voor de hoofdstad een
centraalstation te ontwerpen, kwamen ze
weer voor den dag met» de bezwaren, die
steeds tegenover zijn werk gegolden hadden:
zijn kunst was een ultramontaansche kunst,
zijn stijl was goed voor kapellen, kerken en
doosters, maar voor alle andere bouwwer
ken diende ze absoluut te worden veroor
deeld, daar alle gebouwen, die hij ontwierp
zonder uitzondering een kloosterachtigen,
specifiek Roomschen indruk maakten! De
betoogers, die voor 't meerendeel lid waren
van- de Maatschappij voor Bouwkunst, ver
gaten zich zelfs zoover dat ze door gemeld
ichaam, waarin Cuijpers nota bene onder
voorzitter was, een adres bij de Tweede Ka
mer lieten indienen, waarbij verzocht werd
om den bouwmeester van het centraalstation
uit zijn functie te ontslaan. Maar de leden
der Tweede Kamer, waren gelukig minder
verblind en minder jaloersch dan die van
de maatschappij tot bevordering der bouw
kunst, en Cuijpers werd in staat gesteld om
in dé hoofdstad een tweede monument te
doen verrijzen, dat een schitterend getuige
nis aflegt voor zijn genie, zijn werkkracht
en zijn praotischen blik.
De DIRECTEUR van bet DISTRIBUTIE
BEDRIJF van ALKMAAR deelt mede, dat
de Minister van Landbouw, Nijverheid en
Handel;
Gelet op de artikelen 8 en 9 van de Distri-
butiewet 1916, bet volgende beeft bepaald:
1. Het is aan ieder verboden, EIEREN,
welke ingevolge de bestaande bepalingen
door exporteurs van Eieren ter beschikking
zijn.of worden gesteld voor binnenlandsch
verbruik en niet door de Rijkscommissie van
1 oezicht op de Eiervereemging en de Pliuim-
veevereeniging voor conserveering zijn aan
gewezen, in koelhuizen op te slaan.
2. De voor binnenlandsch verbruik be
schikbaar gestelde Eieren, welke niet door
de lujkscoinmissie voornoemd voor conser
veering zijn aangewezen en in koelhuizen
zijn opgeslagen, zullen in die inrichtingen
bewaard moeten blijven totdat nader door
den Munster van Landbouw, Nijverheid en
Handel is vastgesteld, welke bestemming aan
die Eieren zal worden gegeven.
3. Totdat de bestemming aan de Eieren,
sub 2 bedoeld, is gegeven, dragen de Burge
meesters van de Gemeenten, waar koelhuizen
of daarmede gelijkstaande inrichtingen zijn
gevestigd, zorg, dat die Eieren niet uit tie
Koelhuizen of inrichtingen worden verwij
derd. i
Zij zullen zich daartoe zoo spoedig moge
lijk opgave verschaffen van de voorraden
dier opgeslagen Eieren en van de namen van
hen, die deze Eieren deden opslaan en van
deze opgaven mededeelmg doen aan den- Mi
nister van Landbouw, Nijverheid en Handel
4. EXPORTEURS van EIEREN, die zich
schuldig maken aan overtreding van het be
paalde sub 1, zullen, ongeacht de daarop
volgens de bepalingen van de Distributiewet
te stellen straffen, voorgoed van de lijst van
Exporteurs worden geschrapt
Alkmaar, 16 Mei 1917.
De Directeur voornoemd,
D. SCHENK.
ackoolg. f ÏOO.— p. elsshei v. toel. voIA.
gon. M. O. c*l M. U. L. O., leeft. 17 Jaar,
aanvang opt. Sept.
sehoolg. t 40.— p. |.f lseft. IB aanvang
opt. Sept.
0 lossen I O.—, aanvang Juni.
0 lesisn I 7.00, aanvang Jul.
Aangifte vooa belds opleidingen en aar-
sussen tot en met 8 Jnni, In het Burger-
weeshota, Dinsdags en YrQOags O4
aar.
Inlichtingen «arden gearna verstrek! door
de Directrice
J. F. BBÜMER.
Doch hoe eervol ook de opdrachten waren,
die hem voor den bouw van het Rijksmu
seum en 't Centraalstation gegeven werden,
met hoeveel inspanning en toewijding hij die
ook vervulde, oude bouwwerken, monumen
ten uit het tijdperk van den grootsten bloei
onzer architectuur, bleven steeds voor hem
het meest belangwekkend .en daarom is
geen -lastgeving hem ooit meer welkom ge
weest dan die, welke hij in 1891 ontving, om
't kasteel De Haer eigendom van- baron van
Haerzuylen, een veertiende-eeuwsch bouw
werk, dat toen vrijwel een ruïne was, te re
construeer en en het weer in vroegeren luister
te doen schitteren voor de oogen van de
titans levende en de toekomstige geslachten.
Met zeldzame scherpzinnigheid en een be
wonderenswaardige opmerkingsgave heeft
de geniale man uit sporen van vroegere
bouwdeèlen een archaeologische reconstruc
tie van bet geheel bezorgd en sinds lange
jaren al prijkt De Haer weer irn volle glorie
te midden van de haar omgevende tuinen en
Darken, die door Cuijpers, alzijdig als hij is,
evens opnieuw zijn aangelegd, opdat ze met
het gebouw een volmaakt harmonisch geheel
zouden vormen.
Sinds lange jaren al want 't was tegen
zijn zeventigsten verjaardag dat Cuijpers De
■Haer opleverde, en thans .viert bij voor den
negentigsten keer zijn geboortedag.
Negentig jaren van strijden en werken
ïeeft hij achter den rug, negentig jaren
waarin hij de Nederlandsche bouwkunst, die
aan 't begin van' zijn optreden in- diep verval
verkeerde tot bloei en harmonische ontwik
keling heeft gebracht, negentig jaren, waarin
Jij zelf een naam verwierf, die met eerbied
wordt genoemd in alle landen waar de ar
chitectuur niet absoluut verwaarloosd wordt.
Veel heeft de groote man gewrocht in die ne
gentig levensjaren, veel heeft hij gestreden
en welk menschenkind ontkomt eraan,? -—
veel geleden ook. Maar de strijd, in plaats
van hem te vermoeien en moedeloos te ma-
KMA AR
COURANT.
w.. w f - o f*S U