DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. irn -CDl HET VIJFDE BAD No. 122 Honderd en negentiende «Jaargang. 1917. ZATERDAG FEUILLETON. ti.|i.ptf1J0.tówiBiiaBiiil!si2HiLp.r6ge!, greotB letters naar ptaatsratDrte. BriBTen tr. H. Bodi- en gffllUllUUr 2 tot Huishoudkundig© of Huishoudster, 2 j. opl. tot Hulp in de Huishouding, Inmaakcursus, Hek-, dien- en voor snij cursus, „Oorlogstuintjes". Toonhm C 9. Telefnr. 3. 26 MEI. n. nhhim ui Over don abonnementsprijs wordt bij vooruitbetaling beschikt. Bewijsnummers 5 cent school©. f 150.— p. j., eischen v. toel. void, gen. M. O. ot M. U> L. O-, leeft. 17 jaar, aanvang opl. Sept. sehoolg. f 40.— p. j., leeft. 15 j., aanvang opl. Sept. 6 lessen t 6.aanvang Juni. O lessen f 7.50, aanvang Janl. Aangifte voor belde opleidingen en egv- sussen tot en met 8 Juni, in het Burger weeshuis, Dinsdags en Vrijdags 8—4 uur. Inlichtingen werden gaarne verstrekt door de Directrice J. F. BEUMER. Wat een „poild" in zijn zakken Heefl steeds meer beperkingen regels waaraan het weer, zich houdt de Hindenburglime. Een van de in z.g. loopgravencouranten, bladen, die onder de soldaten aan het front circuleeren, bevat de opgave van den inventaris van de 15 zakken waarover een Fransch sol daat beschikt. Hier volgt ze: Een onuitspre kelijk zwarte zakdoek, doortrokken van onze nieuwe parfum „loopgravia" .Een buitenge woon platte portemonnaie, een drieledig mes, waarvan twee leden gebroken zijn, een auto matische sigarenaansteker, gemaakt van een oude vuurpijl, een otfde pet, vervormd tot ta bakszak, drie stukken kaars, een champagne- kurk, een sleutel voor sardinebusjes, twee broeksknoopen. Twee buitengewoon doorge rookte pijpen, een scherf van een granaat, verschillende stukken alluminium. Twee ver sleten ringen, vier Duitsche patronen, een kam, waaraan zich nog slechts negen tanden bevinden. Eenige meters touw, wat lucifers, vijf veiligheidsspelden. Een electrische lamp zonder batterij en zonder gloeilampje. Een fleschje benzine voor de sigarenaansteker. Een pakje verband, dat vróeger antiseptisch geweest is. Een schaar. Een dikke portefeuil le, verscheidene portretten bevattende van jonge dames, die er lang niet onaardig uit zien, verschillende brieven, geteekend: Jean ne, Carmen! Men ziet heiy de befaamde zakken van den Hollandschen jongen, door Hildebrand ge karakteriseerd, zijn maar kleine bergplaatsjes, vergeleken bij de voorraadschuur, welke de „poilu" in deze dagen vergezelt. Als we den toestand, zooals die een paar jaar geleden, toen de blokkade zich begon te doen voelen, in Duitschland heerschte, ver gelijken bij dien in de Ententelanden op het oogenblik, dan zijn er treffende overeenkom sten. De Daily Chronicle beveelt nu ook al het gebruiken van verschillende bloembollen voor menschelijk voedsel aan in Duitsch land is daar indertijd ook veel over te doen geweest. In sommige opzichten gaan de En tentelanden verder. Engeland bijv. schaft de paardenwedrennen af, terwijl er m Berlijn op de verschillende renbanen bij de stad ge legen iedere week nog voor een uiterst talrijk publiek rennen gehouden worden. Over ge brek aan stijfsel, waardoor men in Engeland geen stijve boorden meer kan dragen, hoor den we uit Duitschland nog. niet klagen. Frankrijk zette de kroon op een heele reeks beperkende bepalingen, door vanaf 10 Mei aile taarten- en koekjesbakkerij te verbieden 1 Zooals al dergelijke draconische maatregelen lokte ook deze, vooral natuurlijk van de zijde der banketbakkers, heftig verzet uit. Er zijn ook eenige veranderingen in de bepalingen aangebracht, de termijn van 10 Mei is wat verschoven, maar de strekking blijft dezelfde en de Fransche dames zullen op de thee over de „victoire" moeten praten zonder him „ga teaux", „petits fours" en al dergelijke dingen. Ze zullen zich wel weten te troosten, men leert in dezen tijd in veel berusten. Wij neu tralen krijgen al vast den tijd om ons op der gelijke „ontberingen" voor te bereiden, want wat in de oorlogvoerende landen geschiedt op het gebied van voedings- en genotmidde lenbeperkingen, is gewoonlijk een voorbode van wat ons, vroeger of later, te wachten staat. Alleen wij zuchten er over 't alge meen veel harder om. We hebben gem „over winning" in 't zi,cht, waarvoor we ons dat alles graag getroosten. In de Matin wordt een régel aan de hand gedaan om het weer te voorspellen. Het moet werkelijk heel dikwijls opgaan, volgens het blad. We kunnen er misschien voor dm ko menden vacantietijd ons voordeel mee dom. De regel, waaraan het weer zich dan, vol gens het Parijsche blad, houdt, is de volgen de: Als de 4e of 5e dag van de nieuwe maan gelijk is aan de '6e, dan is het de geheele maan hetzelfde weder. De Matin gaat na, dat het dit jaar al verscheidene malen is uitgeko men, o. a. bij de periode van de strenge vorst in JanuariFebruari en bij dm alleronaan- genaamstm na-winter in MaartApril. Tm slotte een grapje uit de Matin. Hin denburg confereert met dm keizer en deze zegt: - „Wel, die linie van jouw, die kraakt aan alle kanten". „Sire, daarom noemen we hem tegen woordig „Siegfriedlinie", dat is minder on aangenaam „Noem hem zooals je wilt, als je 't maar nooit in je hoofd haalt er een „WiL helmlinie" van te maken". docw Beatrice Haron Maxwell en Flrfrenco E. Eaitwiok. Naar het Engelsch. 4) „Trekt mij aan? Dat is niet veel om een huishouden op te vestigen. Maar ach 1 't Is natuurlijk. Laurie heeft gem verbeeldings kracht gem hersenen die de moeite waard zijn mee te tellen. Hij is een vrij goed sol-\ daat, maar ik wil wedden dat hij een saaie minnaar is." Felicia trok haar lokken door haar vingers en ging voort, half tot Theo, half tot zich zelf: „Hij zei: „Als ik je in mijn armen sluit, dan heb ik een gevoel of ik bloemen, en mu ziek en maanlicht omvat, en alles wat vol maakt is in 't leven." Theo hief haar hoofd op en zei: „Onzin! Laurie heeft nooit zoo gepraat. Je bedenkt het naar. „Hij noemde mij zijn droommeisje," ging Felicia voort. Theo schudde haar zacht. „Je maakt mij wat wijs," zei ze. „Ik weet wat hij werkelijk zei: „Hoor ems, oudje, als wij samen in 't gareel gingen loopenl" Felicia glimlachte. Heeft mijnheer Tubby Mauleverer dat tegen jou gezegd?" „Neen," antwoorde Theo verontwaardigd, „maar hij is veel origineeler-dan Laurie." „Ik geloof dat geen van je huisgenooten dm warm Laurie kent" In het artikel van de vorige week Is een fout eslopen, die noodzakelijk hersteld moet wor den. Er staat: Het zal nu meteen duidelijk zijn, waarom men in dm zomer gem boonen kan verplanten. In verband met het artikel, waarin over de teelt van boonen gesproken is, zal mm begrijpen, dat hier hoornen bedoeld zijn. Misschim zal de lezer opgemerkt heb ben, dat men toch in het begin dezer maand heesters in volmaakt bebladerden toestand, zooals hulst, rhododendron, coniferen enz. in sommige plantsoenen van de stad heeft ge zet Deze planten worden evenwel van af hun prille jeugd voor deze behandeling opgeleid. Ze worden op de kweekbedden op eenigen af stand rondom dm stam voortdurend met edi spade losgestokm. In de onmiddellijke nabij heid van den stam vormen zich daardoor in den veenachtigen bodem, waarop deze planten gekweekt worden, een groot aantal fijne wor tels, die te zamen een flink stuk grond vast houden, waarmede de plant later uit den grond kan worden opgenomen: zij worden met een .„kluit" verplant. Bovendien wordt na het verplanten nog een gedeelte der bladereh weggenomen. Bij zorgvuldige behandeling vormt de kluit later met de omringende grond weer een geheeL Naar het plantendeel, dat we van onze groenten gebruiken, verdeelen we deze in bladr en stengelgewassen, peulvruchten, groenten waarvan we de vruchten gebruiken, specerijplanten, bol-, knol- en wortelgewas sen. Daar er ten opzichte van de laatste ru briek nog al eenig misverstand heerscht, komt het mij niet ongewenseht voor, deze namen eenigszins nader te verklaren. Koolrapen noemt men dikwijls knolrapen, meirapen nee- ten ook meiknollen en een bekend spreek woord zegt, dat mm zich gem knollen voor citroenen'moet laten verkoopen. Men zou al licht meenen, dat men in deze gevallen met knollen te doen had, doch plantkundig is dit niet juist. Bij koolrapen, wortels, bieten, mei- rapen en radijs treft mm een vèrdikten wortel aan, gem knol. Van al deze gewassen eten we dus de wortels, het zijn wortelgewassen. De aardappel is een knolgewas, de ui een bolge was. Hoe kan mm dat nu uit elkander hou den. Wel, dat gaat nog al gemakkelijk Voor af echter het volgende, en dan komen we van zelf weer op deze kwestie terug. Men onderscheidt in het leven van een plant twee belangrijke tijdperken, n.l. van groei en van bloei. Naar de wijze, waarop deze twee tijdperken elkaar opvolgen, of met elkaar af wisselen, verdeelt mm de planten in eenjari ge, tweejarige, meerjarige of overblijvende. Soms volgen groei en bldei elkaar onmid dellijk op. De plant brengt zaad voort en het is met haar leven gedaan. „Mm kent en vindt op aard haar standplaats zelfs niet meer." Uit het gevormde zaad kunnen in het volgen de jaar nieuwe planten ontstaan. Zulke plan ten noemt men eenjarige planten; van onze tuinbouwgewassen behooren er toe: de peul vruchten; sla- en snijboonen, doperwten, peu- lenlen en tuinboonen, verder sla, spinazie, an dijvie, komkommers m augurken. Qok onder de planten, die we oin hun bloemen kweeken, vinden we veel eenjarige: asters, zomerviolie- ren, leeuwebek, sommige-korenbloemen, zonne bloemen, gousbloemen, O -I. kers enz. Het bloeitijdperk vordert van de plant de grootste krachtsinspanning. Het vermogen daartoe moet ia het groeitijdperk worden ver zameld. Op het tijdperk van groei volgt bij sommige planten dan ook een rustperiode. Daarna begint de bloeide plant brengt zaad voort en sterft af. Gedurende het groeitijdperk heeft de plant reservevocdsel verzameld en dit in wortels, stengels of bladeren vastgelegd. Tijdens het bloeitijdperk wordt dit reservc- voedsel verteerd. Deze planten noemt men tweejarige planten. Onze koolsoorten, .bieten, penen en koolrapen behooren er toe. Wil mm van deze gewassen zaad winnen, dan moet mm enkele exemplaren vorstvrij overwinteren. In het voorjaar worden deze weder uitgeplant. Ze schieten door en brengen bloemen en zaad voort. Men kiest voor zaadwinning die exem plaren uit, die de geweflschte eigenschappen in hooge mate bezitten. Mm noemt dit in den tuinbouw selectie of teeltkeus. Het is een werk je, dat men aan dm beroepskweeker moet overlaten. Te zijner tijd wil ik hiervan wel iets meer vertellen. In den bloementuin vindt mm als tweejarige gewassenjudaspenning, cam panula medium, enz. Worden deze planten vroeg in het voorjaar gezaaid en werken weersomstandigheden mede, dan kunnen ze soms het eerste jaar reeds in bloei geraken. Op een veld met suikerbieten b.v.' kan men soms heel wat doorschieters opmerken; van deze planten moet gem zaad worden gewon nen. Van sommige eenjarige gewassen hebben de kweekers schijnbaar tweejarige gemaakt, dikwijls in den nazomer gezaaid. De planten komen dan vóór den winter niet meer in bloei.1 Ze blijven den winter over en bloeien vroeg in het voorjaar. Zaait mm deze viooltjes vroeger in het voorjaar, dan yolgm groei en bloei el kaar onmiddellijk op. Hetzelfde is het geval met sommige onzer graansoorten. Bij overblijvende planten wordm de tijdper ken van groei en bloei meerdere malm door een rustperiode afgewisseld. Deze planten hebben een onbepaalden levensduur. Sommi ge, zooals, onze boomen, kunnen zeer oud worden. Eiken van een paar eeuwen zijn gem zeldzaamheid. Ze hebben een houtachtige stam m takken. Andere overjarige planten sterven ieder najaar bij den grond af; het volgend voorjaar loopen ze weder uit. Deze planten hebben organen in den grond, die tegen koude of langdurige droogte bestand zijn. Ze bevatten tevens reservevoedsei, waar op de plant na het hernemen van den groei kan term. Naar den vorm m de samenstel ling noemt mm deze organen, wortelstok, bol of knoL Een wortelstok heeft geheel hdt voorkomen van een stengel, behalve, dat hij aan het Oud ste einde langzaam wegrot. Overigens ver toont hij knopen en leden. Op de plaats van de knopen ontwikkelen zich nieuwe boven- en onderaardsche stengels. Men treft ze aan bij primula, pioen, brandnetel en het voor dm tuinman zoo lastige kweekgras. Elk stukje van het onderaardsche deel, mits er maar een oog op zit, kan het aanzijn aan een nieuwe plant geven. Voor het vermenigvuldigen van nuttige gewassen is dit wel aardig, doch on kruiden, zooals het kweek, wordm er te lasti ger door. Het onderaardsche deel van dergelijke on kruiden moet mm daarom niet stuk steken, maar zooveel mogelijk in zijn geheel uit dm grond halm en vernietigen, liefst verbranden of diep onderspitten. Ook doet het voortdu rend afschoffelen van het bovenaardsche deel het andere gedeelte afsterven. Snijdt men een bol, b.v. een1 ui in schijven, d^n vallen deze in ringen uit elkaar, alleen het onderste gedeelte niet, mm noemt dit den stoel, de andere deelen heeten de rokken, de stoyl kan mm het best vergelijken met een stengel, de rokken met bladerenhet geheel Is dus een tak met een bizonderen vorm. Bollen treft mm aan bij dc ui, de sjalot, de tulp, de hyacint, de narcis, het sneeuwklokje enz. De schijven van een knol gesneden vallen niet in ringen uitelkaar. Toch vertoont ook de knol' van den aardappel alle kenmerken van een stengel. Op de plaats van de „oogen" ont spruiten nieuwe stengels. Deze oogen liggen regelmatig over dm aardappel verdeeld. Bol- j lm en knollen kunnen evenals een wortelstok, dienen voor vermenigvuldiging van de plant. Zet mm ze in dm grond, dan groeien er aan of in den ouden tol of knol nieuwe, waaruit nieuwe planten opgekweekt kunnen wordm. Hierin nu verschillen juist de bol en de knol met de wortel. Zet mm een biet, een peen, een radijs of een koolraap in den grond, dan zul len daaraan of daarin geen nieuwe bieten, penen, radijzen of koolrapen groeien. Hebben deze plantendeelen hun plicht gedaan, d.w.z., hebben ze het in hm opgehoopte reservevoed sei afgestaan voor de vorming van stengels, bladeren, bloemen en vruchten, dan sterven ze. „Wel, wel, Ik mag niet meepraten. En 't is mijn eigen .broeder In ieder geval I" „Ik wou wel eens weten," zei Felicia, „of ik het aan Agnes zou vertellen." „Ik zou het ie afradenluidde Theo's raad. „Zij heeft mets op met verliefde uicu- Bchen." „Maar zou zij mij raad kunnen geven." „Och neen! 23J zou alleen voor je bidden." „En toch," ging Felicia voort, „Lauric scliccn te deajeen, dat het wel goed was als zij het wist. HU wou het haar zelf verteld hebben, maar hij had gem gelegenheid haar alleen te spreken te krijgen." „Waarom is hij niet tot morgm geble ven?" „Hij kon niet. Zijn verlof wak vanavond om." „Dan zal ik jé wat zeggen," zei Theo m zij liep al naar de deur. „Ik zal Agnes gaan halm, dan kun je het haar dadelijk vertellen, dan ben je er af." „Stoor haar niet als ze haar gebeden op zegt," (zij was kort geleden katholiek gewor den) riep Felicia zachtjes en toen, terugkee- rende tot dm spiegel, maakte zij haar haar weer los. „Ik heb je haar lief, heeft Laurie gezegd," fluisterde zij. „Het is zoo glanzend en warm, zoo zacht en levend. Je hoeft maar een lange lok er van om mijn hals te draaien, om mij altijd aan jte zijde te houden. Om zijn hals!" Zij wond een haarlok om haar eigen blanken hals, maar wierp het haar teug torn Theo binnen kwam, gevolgd door Agnes. Agnes was lang m teer, ze had iets heiligs in haar blik, een zwak, oprecht, droefgeestig felaat als een engelenkop aan een daklijst. en lichtgrijze peignoir en een witte sjaal over ha.-ir hoofd en om haar hals, dat alles Onder onze viooltjes vinden "we B.v. eenjarige en overblijvende soorten. De eerste worden bloot Vervolgens worden door het indrijven voorziene staven de caliche opgebroken. Wat een verschil van kleur treft mm aan: geel, grom, bruin, helderwit en meer. De witte stukken zijn de beste, maar bevatten toch niet meer dan een 50 chili Het vervoer van de ruwe brokken salpeter gaat niet gemakkelijk. Meestal bezigt mm er tweewielige karren voor, getrokken door muilezels. Als het mogelijk is, gaat het ver voer per spoorweg. De volgeladen karren storten haar inhoud in een gereedstaande trein, die het verder naar de fabrieken brengt. De fabrieken zijn op veldm gebouwd om de transportkosten zoo gering mogelijk te ma ken. De wagons wordm gewogen om na te kunnen gaan hoeveel caliche is aangevoerd m op hoeveel chili mm pl m. kan rekenen In molens of zoogenaamde breekmachines wordm de groote brokken verkleind ter groote van straatsteen en en daarna in wagens gestort, waarvan de bodem als twee deuren geopend kan wordm. De wagentjes worden nu bovm de kookketels gereden en ineens leeggestort, door den bodem te openen. Op het water is mm bij de fabrieken zuinig. Soms wordt het op grooten afstand aange voerd m is het dus te begrijpen, dat de vloei stof meermalen dienst moet dom. Door de hitte in de ketels, 110120o C. wordt de ca liche in oplossing gebracht en dus het oplos bare van het onoplosbare deel gescheiden. Het opgeloste deel vloeit door buizen naar de zoogenaamde kristailiseerpannen, meest al van smeedijzer, die bij een oppervlakte van 11 vierkante meter een inhoud van 14 kubie ke meter hebben. Groote fabrieken hebben verschei dm honderden van deze pannen voor hun productie noodig. De opgeloste chili zal in deze pannen in kristallen op den bodem zakken, terwijl an dere bestanddeelen nog in de vloeistof opge lost blijven. Vier dagen blijft alles rustig staan, waarna men de vloerstof of moer laag laat afloopen, die door pompen weer naar bovm gevoerd wordt om opnieuw als oplos middel te dienen. Wordt vervolgd. Onze schrijft: CHILIS ALPETER. landbouwkundige correspondent Voor het verkrijgen van de ruwe salpeter moet de grond opgebroken wordm. Door de harde laag boort mm gaten en laat door kruit de massa springen, waardoor groote verbrokkelde gaten ontstaan. Na verwijde ring nu van de bovenlaag komt de caliche Gisterenochtend 10 uur vergaderde de raad dezer gemeente. De heer Schermerhom woonde deze zit ting niet meer bij, zoodat er een vacature was. Na opening en lezing der notulen warm aan de orde de ingekomen stukken. Eenige mededeelingen en goedkeuringen van Géd. Staten. Rekening der Gezondheidscommissie, welke sloot met een batig saldo van 631.95. Dankbetuigingen voor duurtetoeslagea en salarisverhoogingen. Een schrijven van ont slagname als raadslid van dm heer Scher merhom. De verkiezing voor een nieuw lid zal laats hebben op 5 Juni, de stemming op Juni, herstemming 19 Juni. Van den Commissaris der Koningin na- mms H. M. een schrijven waarin dm heer Brak op diens verzoek eervol ontslag als burgemeester der gemeente werd verleend. Aan mej. Akkerman werd op haar verzoek wegens vertrek ontheffing over 7 maanden van dm H. O. verleend. De voorzitter bracht het verslag der ge meente over 1916 uit, hetgeen onveranderd voor kennisgeving werd aangenomen. Voorts was ingekomen van het comité Alk maar en omstreken van het N. O. G. cm schrijven, verzoekende herziening der onder- wijzerssalarisscn. De voorzitter gaf in over weging, het adres te behandelen bi] de be- grooting voor 1918, Er was dan een andere gaf baar het uiterlijk van cm heilige of een non. Wou je mij bepaald spreken, Fee?" vroeg zij. Felicia nam al haar haar bij elkaar en be gon het met ijver te vlechten. „Ik wou jc Iets vertellen iets over Laurie." „Ja!" zei Agnes bedaard. Bedaardheid was Iets eigenaardigs van haar zoo aan gekweekt, dat het een tweede natuur gewor den was. „Wat heb jc een goed gezicht, Agnes," zei Felicia zenuwachtig. „Men heeft altijd eenig- zins het gevoel dat je in een klooster moet wezm. Het schijnt haast verkeerd om over wereldsche dingen met je te praten." - Agnes glimlachte. Haar glimlach was bij zonder lui m veranderde de strenge droef heid van haar gezicht in die van teedere sym pathie. „Ik hoop dat ik ems in een klooster mag gaan," zei ze, terwijl ze haastig een kruis maakte. „Maar denk nu maar niet over mij! Wat is er met Laurie?" Haar genegenheid voor haar familie was verminderd sedert zij tot den Katholieken godsdienst was overgegaan, maar zij wós nog zeer gehecht aan haar broeder. Felicia begon een weinig beschroomd: „Ja Laurie gaf mij een wenk jou te vertellen, dat dat Zij aarzelde m zweeg torn zij dim kalmen m vastberaden blik op zich geves tigd zag. „Waarom vertelde Laurie het mij zelf niet? vroeg Agnes. „Hij had gem gelegenheid. Hij kon je nooit alleen spreken daarom daarom Theo sloeg haar arm om Felicia's hals m lachte. „Je krijgt er wezenlijk een kleur van, Fee. Wat ben jij een ouderwetsch meisje! Wil ik het voor je vertellen?" „Dat is niet noodig," zei Agnes, „lk heb het al begrepen." JEn heb Je èr niets tegen?" vroeg Felicia vol vuur. „Natuurlijk niet. Waarom zou ik er tets te gen hebben?" Als Laurie zeker Is van zich zelf en jij ook —"Agnes'zweeg eensklaps en haar toon vcrander4e toen zij er bij voegde: „Maar je weet, Fee, moeder en vader zijn er misschien niet erg mee Ingenomen" Theo barste ln lachen uit. „Erg mee inge nomen 1" herhaalde zij. „Ik vind de gematig de manier waarop je je uitlaat bepaald aar dig, Agnes. Je bent altijd zoo bang een haar breed verder te gaan dan de-waarheid. Wil ik je ems wat zeggen, vader zal een aanval van ik weet niet wat krijgen en moeder zal snuiven van woede. Wij zullen alleen een el- lendigen tijd hebben als het hun aangekon digd wordt." „Waarom heeft Laurie het hun niet dade lijk verteld?" vroeg Agnes. „Hij handelt leu genachtig als hij het geheim houdt." „Het is vandaag pas gebeurd," antwoorde Felicia, „en hij vond het beter te wachten tot hij met verlof thuis komt. De vacantia is dan bijna om m als je vader m moeder erg boos zijn, kan ik dadelijk heengaan zelfs voor dat Theo naar school terugkeert." „Ik ga niet weer naar school," zei Theo, „daar kun je je levm wel op verwedden. Dan liep ik nog liever weg met Tubby. Het idee, een meisje dat bijna geëngageerd is terug te zenden naar school!" Agnes zag haar nadenkend aan. Zij was gewend aan de kuren van haar jonger zusje en aan haar moderne manier van spreken, m de vier jaar verschil tusschen haar beiden maakten van dm eene een kind bij de andere vergeleken. „Ik wou dat Lauric het hun verteld had," zei ze tot Felicia. „Ik houd niet van bedrog, wat liet dan ook zij. Waarom heb je het aan Theo en aan mij verteld?" „Dat wou Laurie hebben. Hij hecht heel veel aan je opinie, Agnes, En hij weet, dat je veel invloed nebt op je vader en moeder." „Ik?" riep Agnes ontkennend. „Ze vinden mij fanatiek ze praten of ik mijn leven weggooi door het aan hemelsche zaken te wijden tnplaats van aan aardsche." wegingm dat je goed bent waar standvastig. En die eigenschappen tellen mee in ieder huisgezin. Ze zijn een kracht, evenals in een ander opzicht natuurlijk de Liefde is." Zij ging naar Agnes en vatte haar arm. Agnes sloeg de oogm op heldere, schit terende oogen met em sereen licht stra lende. „Mijn kracht is de Liefde," zei ze. Liefde voor het Hoogste." „Dat weet ik wel," zei Felicia. „Ik voel het Liefde is de hoofdader van het levm van iedere vrouw de liefde voor dm man." Agnes trok zich vol schrik terug. „Felicia I wat zeg je?" „Ik bedoel nietk profaans!" verzekerde Fe licia haar. „Je liefde staat misschim hooger dan de mijne ik ben er nog niet zeker van In ieder geval, wanneer mm em van Gods schepselen liefheeft, dan heeft mm God zelf lief. Maar laten we daarover vanavond niet redmeeren. Zeg alleen maar dat je ons ge heim zult bewaren, het geheim van Laurie en mij." „Ik zal er niets van vertellen," stemde Ag nes toe, „maar dan zal dc de waarheid zeg- ALKMAARSCHE COUR

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1917 | | pagina 5