DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
irn
-CDl
HET VIJFDE BAD
No. 122
Honderd en negentiende «Jaargang.
1917.
ZATERDAG
FEUILLETON.
ti.|i.ptf1J0.tówiBiiaBiiil!si2HiLp.r6ge!, greotB letters naar ptaatsratDrte. BriBTen tr. H. Bodi- en
gffllUllUUr
2 tot Huishoudkundig©
of Huishoudster,
2 j. opl. tot Hulp in de
Huishouding,
Inmaakcursus,
Hek-, dien- en voor snij cursus,
„Oorlogstuintjes".
Toonhm C 9. Telefnr. 3.
26 MEI.
n.
nhhim ui
Over don abonnementsprijs wordt bij vooruitbetaling beschikt. Bewijsnummers 5 cent
school©. f 150.— p. j., eischen v. toel. void,
gen. M. O. ot M. U> L. O-, leeft. 17 jaar,
aanvang opl. Sept.
sehoolg. f 40.— p. j., leeft. 15 j., aanvang
opl. Sept.
6 lessen t 6.aanvang Juni.
O lessen f 7.50, aanvang Janl.
Aangifte voor belde opleidingen en egv-
sussen tot en met 8 Juni, in het Burger
weeshuis, Dinsdags en Vrijdags 8—4
uur.
Inlichtingen werden gaarne verstrekt door
de Directrice
J. F. BEUMER.
Wat een „poild" in zijn zakken Heefl
steeds meer beperkingen regels
waaraan het weer, zich houdt de
Hindenburglime.
Een van de in z.g. loopgravencouranten,
bladen, die onder de soldaten aan het front
circuleeren, bevat de opgave van den inventaris
van de 15 zakken waarover een Fransch sol
daat beschikt. Hier volgt ze: Een onuitspre
kelijk zwarte zakdoek, doortrokken van onze
nieuwe parfum „loopgravia" .Een buitenge
woon platte portemonnaie, een drieledig mes,
waarvan twee leden gebroken zijn, een auto
matische sigarenaansteker, gemaakt van een
oude vuurpijl, een otfde pet, vervormd tot ta
bakszak, drie stukken kaars, een champagne-
kurk, een sleutel voor sardinebusjes, twee
broeksknoopen. Twee buitengewoon doorge
rookte pijpen, een scherf van een granaat,
verschillende stukken alluminium. Twee ver
sleten ringen, vier Duitsche patronen, een
kam, waaraan zich nog slechts negen tanden
bevinden. Eenige meters touw, wat lucifers,
vijf veiligheidsspelden. Een electrische lamp
zonder batterij en zonder gloeilampje. Een
fleschje benzine voor de sigarenaansteker.
Een pakje verband, dat vróeger antiseptisch
geweest is. Een schaar. Een dikke portefeuil
le, verscheidene portretten bevattende van
jonge dames, die er lang niet onaardig uit
zien, verschillende brieven, geteekend: Jean
ne, Carmen!
Men ziet heiy de befaamde zakken van den
Hollandschen jongen, door Hildebrand ge
karakteriseerd, zijn maar kleine bergplaatsjes,
vergeleken bij de voorraadschuur, welke de
„poilu" in deze dagen vergezelt.
Als we den toestand, zooals die een paar
jaar geleden, toen de blokkade zich begon te
doen voelen, in Duitschland heerschte, ver
gelijken bij dien in de Ententelanden op het
oogenblik, dan zijn er treffende overeenkom
sten. De Daily Chronicle beveelt nu ook al
het gebruiken van verschillende bloembollen
voor menschelijk voedsel aan in Duitsch
land is daar indertijd ook veel over te doen
geweest. In sommige opzichten gaan de En
tentelanden verder. Engeland bijv. schaft de
paardenwedrennen af, terwijl er m Berlijn
op de verschillende renbanen bij de stad ge
legen iedere week nog voor een uiterst talrijk
publiek rennen gehouden worden. Over ge
brek aan stijfsel, waardoor men in Engeland
geen stijve boorden meer kan dragen, hoor
den we uit Duitschland nog. niet klagen.
Frankrijk zette de kroon op een heele reeks
beperkende bepalingen, door vanaf 10 Mei
aile taarten- en koekjesbakkerij te verbieden 1
Zooals al dergelijke draconische maatregelen
lokte ook deze, vooral natuurlijk van de zijde
der banketbakkers, heftig verzet uit. Er zijn
ook eenige veranderingen in de bepalingen
aangebracht, de termijn van 10 Mei is wat
verschoven, maar de strekking blijft dezelfde
en de Fransche dames zullen op de thee over
de „victoire" moeten praten zonder him „ga
teaux", „petits fours" en al dergelijke dingen.
Ze zullen zich wel weten te troosten, men
leert in dezen tijd in veel berusten. Wij neu
tralen krijgen al vast den tijd om ons op der
gelijke „ontberingen" voor te bereiden, want
wat in de oorlogvoerende landen geschiedt
op het gebied van voedings- en genotmidde
lenbeperkingen, is gewoonlijk een voorbode
van wat ons, vroeger of later, te wachten
staat. Alleen wij zuchten er over 't alge
meen veel harder om. We hebben gem „over
winning" in 't zi,cht, waarvoor we ons dat
alles graag getroosten.
In de Matin wordt een régel aan de hand
gedaan om het weer te voorspellen. Het moet
werkelijk heel dikwijls opgaan, volgens het
blad. We kunnen er misschien voor dm ko
menden vacantietijd ons voordeel mee dom.
De regel, waaraan het weer zich dan, vol
gens het Parijsche blad, houdt, is de volgen
de: Als de 4e of 5e dag van de nieuwe maan
gelijk is aan de '6e, dan is het de geheele
maan hetzelfde weder. De Matin gaat na, dat
het dit jaar al verscheidene malen is uitgeko
men, o. a. bij de periode van de strenge vorst
in JanuariFebruari en bij dm alleronaan-
genaamstm na-winter in MaartApril.
Tm slotte een grapje uit de Matin. Hin
denburg confereert met dm keizer en deze
zegt:
- „Wel, die linie van jouw, die kraakt
aan alle kanten".
„Sire, daarom noemen we hem tegen
woordig „Siegfriedlinie", dat is minder on
aangenaam
„Noem hem zooals je wilt, als je 't
maar nooit in je hoofd haalt er een „WiL
helmlinie" van te maken".
docw
Beatrice Haron Maxwell en
Flrfrenco E. Eaitwiok.
Naar het Engelsch.
4)
„Trekt mij aan? Dat is niet veel om een
huishouden op te vestigen. Maar ach 1 't Is
natuurlijk. Laurie heeft gem verbeeldings
kracht gem hersenen die de moeite waard
zijn mee te tellen. Hij is een vrij goed sol-\
daat, maar ik wil wedden dat hij een saaie
minnaar is."
Felicia trok haar lokken door haar vingers
en ging voort, half tot Theo, half tot zich
zelf: „Hij zei: „Als ik je in mijn armen sluit,
dan heb ik een gevoel of ik bloemen, en mu
ziek en maanlicht omvat, en alles wat vol
maakt is in 't leven."
Theo hief haar hoofd op en zei: „Onzin!
Laurie heeft nooit zoo gepraat. Je bedenkt het
naar.
„Hij noemde mij zijn droommeisje," ging
Felicia voort.
Theo schudde haar zacht. „Je maakt mij
wat wijs," zei ze. „Ik weet wat hij werkelijk
zei: „Hoor ems, oudje, als wij samen in 't
gareel gingen loopenl"
Felicia glimlachte. Heeft mijnheer Tubby
Mauleverer dat tegen jou gezegd?"
„Neen," antwoorde Theo verontwaardigd,
„maar hij is veel origineeler-dan Laurie."
„Ik geloof dat geen van je huisgenooten
dm warm Laurie kent"
In het artikel van de vorige week Is een fout
eslopen, die noodzakelijk hersteld moet wor
den. Er staat: Het zal nu meteen duidelijk
zijn, waarom men in dm zomer gem boonen
kan verplanten. In verband met het artikel,
waarin over de teelt van boonen gesproken is,
zal mm begrijpen, dat hier hoornen bedoeld
zijn. Misschim zal de lezer opgemerkt heb
ben, dat men toch in het begin dezer maand
heesters in volmaakt bebladerden toestand,
zooals hulst, rhododendron, coniferen enz. in
sommige plantsoenen van de stad heeft ge
zet Deze planten worden evenwel van af hun
prille jeugd voor deze behandeling opgeleid.
Ze worden op de kweekbedden op eenigen af
stand rondom dm stam voortdurend met edi
spade losgestokm. In de onmiddellijke nabij
heid van den stam vormen zich daardoor in
den veenachtigen bodem, waarop deze planten
gekweekt worden, een groot aantal fijne wor
tels, die te zamen een flink stuk grond vast
houden, waarmede de plant later uit den
grond kan worden opgenomen: zij worden
met een .„kluit" verplant. Bovendien wordt na
het verplanten nog een gedeelte der bladereh
weggenomen. Bij zorgvuldige behandeling
vormt de kluit later met de omringende grond
weer een geheeL
Naar het plantendeel, dat we van onze
groenten gebruiken, verdeelen we deze in
bladr en stengelgewassen, peulvruchten,
groenten waarvan we de vruchten gebruiken,
specerijplanten, bol-, knol- en wortelgewas
sen. Daar er ten opzichte van de laatste ru
briek nog al eenig misverstand heerscht, komt
het mij niet ongewenseht voor, deze namen
eenigszins nader te verklaren. Koolrapen
noemt men dikwijls knolrapen, meirapen nee-
ten ook meiknollen en een bekend spreek
woord zegt, dat mm zich gem knollen voor
citroenen'moet laten verkoopen. Men zou al
licht meenen, dat men in deze gevallen met
knollen te doen had, doch plantkundig is dit
niet juist. Bij koolrapen, wortels, bieten, mei-
rapen en radijs treft mm een vèrdikten wortel
aan, gem knol. Van al deze gewassen eten we
dus de wortels, het zijn wortelgewassen. De
aardappel is een knolgewas, de ui een bolge
was. Hoe kan mm dat nu uit elkander hou
den. Wel, dat gaat nog al gemakkelijk Voor
af echter het volgende, en dan komen we van
zelf weer op deze kwestie terug.
Men onderscheidt in het leven van een plant
twee belangrijke tijdperken, n.l. van groei en
van bloei. Naar de wijze, waarop deze twee
tijdperken elkaar opvolgen, of met elkaar af
wisselen, verdeelt mm de planten in eenjari
ge, tweejarige, meerjarige of overblijvende.
Soms volgen groei en bldei elkaar onmid
dellijk op. De plant brengt zaad voort en het
is met haar leven gedaan. „Mm kent en vindt
op aard haar standplaats zelfs niet meer."
Uit het gevormde zaad kunnen in het volgen
de jaar nieuwe planten ontstaan. Zulke plan
ten noemt men eenjarige planten; van onze
tuinbouwgewassen behooren er toe: de peul
vruchten; sla- en snijboonen, doperwten, peu-
lenlen en tuinboonen, verder sla, spinazie, an
dijvie, komkommers m augurken. Qok onder
de planten, die we oin hun bloemen kweeken,
vinden we veel eenjarige: asters, zomerviolie-
ren, leeuwebek, sommige-korenbloemen, zonne
bloemen, gousbloemen, O -I. kers enz.
Het bloeitijdperk vordert van de plant de
grootste krachtsinspanning. Het vermogen
daartoe moet ia het groeitijdperk worden ver
zameld. Op het tijdperk van groei volgt bij
sommige planten dan ook een rustperiode.
Daarna begint de bloeide plant brengt zaad
voort en sterft af. Gedurende het groeitijdperk
heeft de plant reservevocdsel verzameld en dit
in wortels, stengels of bladeren vastgelegd.
Tijdens het bloeitijdperk wordt dit reservc-
voedsel verteerd. Deze planten noemt men
tweejarige planten. Onze koolsoorten, .bieten,
penen en koolrapen behooren er toe. Wil mm
van deze gewassen zaad winnen, dan moet
mm enkele exemplaren vorstvrij overwinteren.
In het voorjaar worden deze weder uitgeplant.
Ze schieten door en brengen bloemen en zaad
voort. Men kiest voor zaadwinning die exem
plaren uit, die de geweflschte eigenschappen
in hooge mate bezitten. Mm noemt dit in den
tuinbouw selectie of teeltkeus. Het is een werk
je, dat men aan dm beroepskweeker moet
overlaten. Te zijner tijd wil ik hiervan wel iets
meer vertellen. In den bloementuin vindt mm
als tweejarige gewassenjudaspenning, cam
panula medium, enz. Worden deze planten
vroeg in het voorjaar gezaaid en werken
weersomstandigheden mede, dan kunnen ze
soms het eerste jaar reeds in bloei geraken.
Op een veld met suikerbieten b.v.' kan men
soms heel wat doorschieters opmerken; van
deze planten moet gem zaad worden gewon
nen. Van sommige eenjarige gewassen hebben
de kweekers schijnbaar tweejarige gemaakt,
dikwijls in den nazomer gezaaid. De planten
komen dan vóór den winter niet meer in bloei.1
Ze blijven den winter over en bloeien vroeg in
het voorjaar. Zaait mm deze viooltjes vroeger
in het voorjaar, dan yolgm groei en bloei el
kaar onmiddellijk op. Hetzelfde is het geval
met sommige onzer graansoorten.
Bij overblijvende planten wordm de tijdper
ken van groei en bloei meerdere malm door
een rustperiode afgewisseld. Deze planten
hebben een onbepaalden levensduur. Sommi
ge, zooals, onze boomen, kunnen zeer oud
worden. Eiken van een paar eeuwen zijn gem
zeldzaamheid. Ze hebben een houtachtige
stam m takken. Andere overjarige planten
sterven ieder najaar bij den grond af; het
volgend voorjaar loopen ze weder uit. Deze
planten hebben organen in den grond, die
tegen koude of langdurige droogte bestand
zijn. Ze bevatten tevens reservevoedsei, waar
op de plant na het hernemen van den groei
kan term. Naar den vorm m de samenstel
ling noemt mm deze organen, wortelstok, bol
of knoL
Een wortelstok heeft geheel hdt voorkomen
van een stengel, behalve, dat hij aan het Oud
ste einde langzaam wegrot. Overigens ver
toont hij knopen en leden. Op de plaats van
de knopen ontwikkelen zich nieuwe boven- en
onderaardsche stengels. Men treft ze aan bij
primula, pioen, brandnetel en het voor dm
tuinman zoo lastige kweekgras. Elk stukje
van het onderaardsche deel, mits er maar een
oog op zit, kan het aanzijn aan een nieuwe
plant geven. Voor het vermenigvuldigen van
nuttige gewassen is dit wel aardig, doch on
kruiden, zooals het kweek, wordm er te lasti
ger door.
Het onderaardsche deel van dergelijke on
kruiden moet mm daarom niet stuk steken,
maar zooveel mogelijk in zijn geheel uit dm
grond halm en vernietigen, liefst verbranden
of diep onderspitten. Ook doet het voortdu
rend afschoffelen van het bovenaardsche deel
het andere gedeelte afsterven.
Snijdt men een bol, b.v. een1 ui in schijven,
d^n vallen deze in ringen uit elkaar, alleen
het onderste gedeelte niet, mm noemt dit den
stoel, de andere deelen heeten de rokken, de
stoyl kan mm het best vergelijken met een
stengel, de rokken met bladerenhet geheel Is
dus een tak met een bizonderen vorm. Bollen
treft mm aan bij dc ui, de sjalot, de tulp, de
hyacint, de narcis, het sneeuwklokje enz. De
schijven van een knol gesneden vallen niet in
ringen uitelkaar. Toch vertoont ook de knol'
van den aardappel alle kenmerken van een
stengel. Op de plaats van de „oogen" ont
spruiten nieuwe stengels. Deze oogen liggen
regelmatig over dm aardappel verdeeld. Bol-
j lm en knollen kunnen evenals een wortelstok,
dienen voor vermenigvuldiging van de plant.
Zet mm ze in dm grond, dan groeien er aan
of in den ouden tol of knol nieuwe, waaruit
nieuwe planten opgekweekt kunnen wordm.
Hierin nu verschillen juist de bol en de knol
met de wortel. Zet mm een biet, een peen, een
radijs of een koolraap in den grond, dan zul
len daaraan of daarin geen nieuwe bieten,
penen, radijzen of koolrapen groeien. Hebben
deze plantendeelen hun plicht gedaan, d.w.z.,
hebben ze het in hm opgehoopte reservevoed
sei afgestaan voor de vorming van stengels,
bladeren, bloemen en vruchten, dan sterven ze.
„Wel, wel, Ik mag niet meepraten. En 't is
mijn eigen .broeder In ieder geval I"
„Ik wou wel eens weten," zei Felicia, „of
ik het aan Agnes zou vertellen."
„Ik zou het ie afradenluidde Theo's
raad. „Zij heeft mets op met verliefde uicu-
Bchen."
„Maar zou zij mij raad kunnen geven."
„Och neen! 23J zou alleen voor je bidden."
„En toch," ging Felicia voort, „Lauric
scliccn te deajeen, dat het wel goed was als
zij het wist. HU wou het haar zelf verteld
hebben, maar hij had gem gelegenheid haar
alleen te spreken te krijgen."
„Waarom is hij niet tot morgm geble
ven?"
„Hij kon niet. Zijn verlof wak vanavond
om."
„Dan zal ik jé wat zeggen," zei Theo m
zij liep al naar de deur. „Ik zal Agnes gaan
halm, dan kun je het haar dadelijk vertellen,
dan ben je er af."
„Stoor haar niet als ze haar gebeden op
zegt," (zij was kort geleden katholiek gewor
den) riep Felicia zachtjes en toen, terugkee-
rende tot dm spiegel, maakte zij haar haar
weer los.
„Ik heb je haar lief, heeft Laurie gezegd,"
fluisterde zij. „Het is zoo glanzend en warm,
zoo zacht en levend. Je hoeft maar een
lange lok er van om mijn hals te draaien, om
mij altijd aan jte zijde te houden. Om zijn
hals!" Zij wond een haarlok om haar eigen
blanken hals, maar wierp het haar teug torn
Theo binnen kwam, gevolgd door Agnes.
Agnes was lang m teer, ze had iets heiligs
in haar blik, een zwak, oprecht, droefgeestig
felaat als een engelenkop aan een daklijst.
en lichtgrijze peignoir en een witte sjaal
over ha.-ir hoofd en om haar hals, dat alles
Onder onze viooltjes vinden "we B.v. eenjarige
en overblijvende soorten. De eerste worden
bloot Vervolgens worden door het indrijven
voorziene staven de caliche opgebroken.
Wat een verschil van kleur treft mm aan:
geel, grom, bruin, helderwit en meer. De
witte stukken zijn de beste, maar bevatten
toch niet meer dan een 50 chili
Het vervoer van de ruwe brokken salpeter
gaat niet gemakkelijk. Meestal bezigt mm er
tweewielige karren voor, getrokken door
muilezels. Als het mogelijk is, gaat het ver
voer per spoorweg. De volgeladen karren
storten haar inhoud in een gereedstaande
trein, die het verder naar de fabrieken brengt.
De fabrieken zijn op veldm gebouwd om de
transportkosten zoo gering mogelijk te ma
ken. De wagons wordm gewogen om na te
kunnen gaan hoeveel caliche is aangevoerd
m op hoeveel chili mm pl m. kan rekenen
In molens of zoogenaamde breekmachines
wordm de groote brokken verkleind ter
groote van straatsteen en en daarna in wagens
gestort, waarvan de bodem als twee deuren
geopend kan wordm. De wagentjes worden
nu bovm de kookketels gereden en ineens
leeggestort, door den bodem te openen. Op
het water is mm bij de fabrieken zuinig.
Soms wordt het op grooten afstand aange
voerd m is het dus te begrijpen, dat de vloei
stof meermalen dienst moet dom. Door de
hitte in de ketels, 110120o C. wordt de ca
liche in oplossing gebracht en dus het oplos
bare van het onoplosbare deel gescheiden.
Het opgeloste deel vloeit door buizen naar
de zoogenaamde kristailiseerpannen, meest
al van smeedijzer, die bij een oppervlakte van
11 vierkante meter een inhoud van 14 kubie
ke meter hebben. Groote fabrieken hebben
verschei dm honderden van deze pannen voor
hun productie noodig.
De opgeloste chili zal in deze pannen in
kristallen op den bodem zakken, terwijl an
dere bestanddeelen nog in de vloeistof opge
lost blijven. Vier dagen blijft alles rustig
staan, waarna men de vloerstof of moer laag
laat afloopen, die door pompen weer naar
bovm gevoerd wordt om opnieuw als oplos
middel te dienen.
Wordt vervolgd.
Onze
schrijft:
CHILIS ALPETER.
landbouwkundige correspondent
Voor het verkrijgen van de ruwe salpeter
moet de grond opgebroken wordm. Door
de harde laag boort mm gaten en laat door
kruit de massa springen, waardoor groote
verbrokkelde gaten ontstaan. Na verwijde
ring nu van de bovenlaag komt de caliche
Gisterenochtend 10 uur vergaderde de
raad dezer gemeente.
De heer Schermerhom woonde deze zit
ting niet meer bij, zoodat er een vacature
was.
Na opening en lezing der notulen warm
aan de orde de ingekomen stukken. Eenige
mededeelingen en goedkeuringen van Géd.
Staten. Rekening der Gezondheidscommissie,
welke sloot met een batig saldo van 631.95.
Dankbetuigingen voor duurtetoeslagea en
salarisverhoogingen. Een schrijven van ont
slagname als raadslid van dm heer Scher
merhom.
De verkiezing voor een nieuw lid zal
laats hebben op 5 Juni, de stemming op
Juni, herstemming 19 Juni.
Van den Commissaris der Koningin na-
mms H. M. een schrijven waarin dm heer
Brak op diens verzoek eervol ontslag als
burgemeester der gemeente werd verleend.
Aan mej. Akkerman werd op haar verzoek
wegens vertrek ontheffing over 7 maanden
van dm H. O. verleend.
De voorzitter bracht het verslag der ge
meente over 1916 uit, hetgeen onveranderd
voor kennisgeving werd aangenomen.
Voorts was ingekomen van het comité Alk
maar en omstreken van het N. O. G. cm
schrijven, verzoekende herziening der onder-
wijzerssalarisscn. De voorzitter gaf in over
weging, het adres te behandelen bi] de be-
grooting voor 1918, Er was dan een andere
gaf baar het uiterlijk van cm heilige of een
non.
Wou je mij bepaald spreken, Fee?" vroeg
zij.
Felicia nam al haar haar bij elkaar en be
gon het met ijver te vlechten. „Ik wou jc Iets
vertellen iets over Laurie."
„Ja!" zei Agnes bedaard. Bedaardheid
was Iets eigenaardigs van haar zoo aan
gekweekt, dat het een tweede natuur gewor
den was.
„Wat heb jc een goed gezicht, Agnes," zei
Felicia zenuwachtig. „Men heeft altijd eenig-
zins het gevoel dat je in een klooster moet
wezm. Het schijnt haast verkeerd om over
wereldsche dingen met je te praten." -
Agnes glimlachte. Haar glimlach was bij
zonder lui m veranderde de strenge droef
heid van haar gezicht in die van teedere sym
pathie. „Ik hoop dat ik ems in een klooster
mag gaan," zei ze, terwijl ze haastig een
kruis maakte. „Maar denk nu maar niet over
mij! Wat is er met Laurie?"
Haar genegenheid voor haar familie was
verminderd sedert zij tot den Katholieken
godsdienst was overgegaan, maar zij wós
nog zeer gehecht aan haar broeder.
Felicia begon een weinig beschroomd: „Ja
Laurie gaf mij een wenk jou te vertellen, dat
dat Zij aarzelde m zweeg torn zij dim
kalmen m vastberaden blik op zich geves
tigd zag.
„Waarom vertelde Laurie het mij zelf niet?
vroeg Agnes.
„Hij had gem gelegenheid. Hij kon je
nooit alleen spreken daarom daarom
Theo sloeg haar arm om Felicia's hals m
lachte. „Je krijgt er wezenlijk een kleur van,
Fee. Wat ben jij een ouderwetsch meisje! Wil
ik het voor je vertellen?"
„Dat is niet noodig," zei Agnes, „lk heb
het al begrepen."
JEn heb Je èr niets tegen?" vroeg Felicia
vol vuur.
„Natuurlijk niet. Waarom zou ik er tets te
gen hebben?" Als Laurie zeker Is van zich
zelf en jij ook —"Agnes'zweeg eensklaps en
haar toon vcrander4e toen zij er bij voegde:
„Maar je weet, Fee, moeder en vader zijn er
misschien niet erg mee Ingenomen"
Theo barste ln lachen uit. „Erg mee inge
nomen 1" herhaalde zij. „Ik vind de gematig
de manier waarop je je uitlaat bepaald aar
dig, Agnes. Je bent altijd zoo bang een haar
breed verder te gaan dan de-waarheid. Wil
ik je ems wat zeggen, vader zal een aanval
van ik weet niet wat krijgen en moeder zal
snuiven van woede. Wij zullen alleen een el-
lendigen tijd hebben als het hun aangekon
digd wordt."
„Waarom heeft Laurie het hun niet dade
lijk verteld?" vroeg Agnes. „Hij handelt leu
genachtig als hij het geheim houdt."
„Het is vandaag pas gebeurd," antwoorde
Felicia, „en hij vond het beter te wachten tot
hij met verlof thuis komt. De vacantia is dan
bijna om m als je vader m moeder erg boos
zijn, kan ik dadelijk heengaan zelfs voor
dat Theo naar school terugkeert."
„Ik ga niet weer naar school," zei Theo,
„daar kun je je levm wel op verwedden. Dan
liep ik nog liever weg met Tubby. Het idee,
een meisje dat bijna geëngageerd is terug te
zenden naar school!"
Agnes zag haar nadenkend aan. Zij was
gewend aan de kuren van haar jonger zusje
en aan haar moderne manier van spreken, m
de vier jaar verschil tusschen haar beiden
maakten van dm eene een kind bij de andere
vergeleken.
„Ik wou dat Lauric het hun verteld had,"
zei ze tot Felicia. „Ik houd niet van bedrog,
wat liet dan ook zij. Waarom heb je het aan
Theo en aan mij verteld?"
„Dat wou Laurie hebben. Hij hecht heel
veel aan je opinie, Agnes, En hij weet, dat je
veel invloed nebt op je vader en moeder."
„Ik?" riep Agnes ontkennend. „Ze vinden
mij fanatiek ze praten of ik mijn leven
weggooi door het aan hemelsche zaken te
wijden tnplaats van aan aardsche."
wegingm dat je goed bent waar
standvastig. En die eigenschappen tellen mee
in ieder huisgezin. Ze zijn een kracht,
evenals in een ander opzicht natuurlijk
de Liefde is." Zij ging naar Agnes en vatte
haar arm.
Agnes sloeg de oogm op heldere, schit
terende oogen met em sereen licht stra
lende. „Mijn kracht is de Liefde," zei ze.
Liefde voor het Hoogste."
„Dat weet ik wel," zei Felicia. „Ik voel het
Liefde is de hoofdader van het levm van
iedere vrouw de liefde voor dm man."
Agnes trok zich vol schrik terug. „Felicia I
wat zeg je?"
„Ik bedoel nietk profaans!" verzekerde Fe
licia haar. „Je liefde staat misschim hooger
dan de mijne ik ben er nog niet zeker van
In ieder geval, wanneer mm em van Gods
schepselen liefheeft, dan heeft mm God zelf
lief. Maar laten we daarover vanavond niet
redmeeren. Zeg alleen maar dat je ons ge
heim zult bewaren, het geheim van Laurie en
mij."
„Ik zal er niets van vertellen," stemde Ag
nes toe, „maar dan zal dc de waarheid zeg-
ALKMAARSCHE COUR