BLOEMENDAG
Honderd en Negentiende Jaargang.
Zaterdag 26 Mei.
Jacht en Yisschorij.
Bökeering.
ïïi
Ho. 12». WW.
I Ktagra over Be BlïgtStorven straten, Beï Jan
ken der straathonden, tot ik ineens pardoes
zei:
„Voelt u zich. niet ellendig moe, ala u thuis-
komt?"
Dc BURGEMEESTER VSO ALKMAAR
brengt ter algemeene kennis, dflt tof G«*
meente-Secretaria verkrijgbaar rijn BLANCO
VERZOEKSCHRIFTEN ter verkrijging vaa
JACHT- en VISCHAKTEN, ea buitengewo
tte MACHTIGINGEN tot het SCHIETEN
VAN SCHADELIJK GEDIERTE.
De aanvragen ter bekoming van JACHT-
Cd VISCHAKTEN behooxen zooveel moge
lijk vóór 15 JUNJ a». ter Secretarie to vrat-
dea gedaan.
Vreemdelingen, die alhle* geoa vsete
woonplaat» hebben, kunnen slechte dan
Jachtakten bekomen, wanneer bij het ocder-
teekcnd verzoekschrift wordt overgelegd het
portret Van den aanvrager.
Burgemoester voornoemd,
O. RIPPING.
HINDERWET.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van ALKMAAR brengen hiermede ter alge
meene kennis, dat zij bij hun besluit van he
den vergunning hebben verleend aan O. J.
VERKERK, winkelier aldaar, tot het oprich
ten van een SIGARENDROGERIJ in het
perceel le Kabelstraat, Wijk F, No. 10.
Alkmaar, den 23 Mei 1917.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
JAN DE WIT Dz., Voorzitter,
loco Burgemeester.
(Nadruk verboden).
„Ga jij haar eens aanspreken", zei mijn
vrouw, toen zij mij overtuigd had, dat wij
het recht niet hadden ons te onttrekken aan
onze bescheiden taak van getuigen en red
den. „Het zou toch zonde zijn als zoo'n jong
kind verloren ging. En ik zou geen nacht
rustig slapen, als wij niet het alleruiterste
beprobeerd hadden om haar van den slech
ten weg te houden."
Als er iets te bekeeren viel, was mijn
vrouw buitengewoon welsprekend, en voor
al nu bet een zoo geheel ander geval betrof
den waaraan zij gewoonlijk haar kostelijke
talenten besteedde n.l. het terugbrengen van.
rookende, vleeschetende of alcohol-gebrui
kende menschen van hun respectievelijke we
gen des verderfs.
„Ja, maar ik kan zoo'n meisje toch maar
zoo niet gaan aanspreken?"
„Och, dat zijn ze wel gewend", zei mijn
vrouw met de beminnelijke hooghartigheid
van wie zonder zonde zijn
Ik slaagde er, zelfs na lange vertoogen niet
in, mij te onttrekken aan de benarde taak, die
ze mij wilde toevertrouwen, en wij gingen
ter ruste nadat ik beloofd nad, ons buur
vrouwtje te zullen aanspreken wanneer zij in
den nacht naar huis weerkeerde.
„Je inviteert haar maar, om eens gezellig
met je te babbelen en als ze eenmaal boven
is, zal ik haar wel verder onder handen ne
men. want dat is zoo geen werk voor man
nen.
Wij waren al lang overtuigd, dat het leven
van ons coquet buurvrouwtje, dat 's avonds
hupsch de deur uittrippelde en 's nachts laat
in het troostelooze donker weer thuiskwam,
niet geheel en al langs geordende banen
liep. En wij beeldden ons in, dat het aan
haar te zien was, hoe zij zelve gebukt ging
onder de triestheid van een bestaan, dat zoo
geheel in strijd was met haar beschaafd en
intelligent voorkomen.
Zij was als een vreemde, wilde bloem naast
ons leven gegroeid en wij wilden haar met
behoedzaamheid opkweeken tot zuiveren, ge-
lij kmatigen bloei, vrij van alle buitensporig
heid. En ik haa de opdracht haar in onze
kweekerij ie brengen, waar de liefdevolle toe
wijding van mijn vrouw haar wachtte.
Zoo begaf ik mij in den nacht, met vermij
ding van burengerucht, op straat. Mijn op
dracht was nauwkeurig omschreven en ik
wist, dat van ons balkon mijn vrouw zeker
zou controleeren of ik haar intenties met
pijnlijke zorgvuldigheid zou opvolgenAl-
zoo waagde ik het, onder haar hoede, mij
langzaam te verplaatsen in de richting,
waaruit zij, die wij zouden redden uit den
maalstroom van het leven, gewoon was te
verschijnen. Ondanks de hooge bescherming
van mijn vrouw, voelde ik mij onrustig; het
was voor mij een nog eenigszins ongewoon
werk om bescherming aan te bieden, als die
niet gevraagd werd en ik pijnigde mijn her
sens af met het zoeken naar de meest ge
schikte wijze, waarop ik dat doen kon.
Zooals het gewoonlijk gaat met voorberei
dingen voor pijnlijke oogenblikken: op het
moment supreme ben je al je overwegingen
vergetenBij de nadering van onze be
schermeling was ik zoo verward, dat van al
le bloemrijks en meevoelends, wat ik me
voorgenomen had te zeggen, slechts over-
bleef een nuchter:
„Wat loopt u alleen, juffrouw?
Was dit niet de inleiding van een vieux
marcheur in plaats van een uit vrijen wil op
tredend beschermer van eer en deugd?
Haar antwoord was een koel:
„Vindu?"
Het gaf me een gevoel van verkwikking,
dat zij nog genoeg vrouwelijke eigenwaarde
scheen te hebben behouden, om mij de ken
nismaking niet al te gemakkelijk te maken.
„Mag ik u naar huis brengen?" vroeg ik.
„Het is toch wel heel erg, een dame zoo laat
alleen op straat."
Ik drukte sterk op dat „dame," om haar
duidelijk te maken, dat niet alle menschen een
arme verdoolde minachten. Doch zij toonde
daarover geen verwondering, en haar toe
stemming om haar te vergezellen' had een
strakken toon van gereserveerdheid. In ieder
ander geval zou het mij den lust hebben be
nomen, mij moeite te geven om mijn bijzijn
appreciabel te maken, doch mijn opdracht
liet niet toe, dat ik met persoonlijke gevoelig
heid rekening hield.
Het ging om een menschenleven en ik ge
troostte mij allerlei niet weersproken opmar-
„Ja, natuurlijk," zei ze strak.
m bood haar mijn arm. maar niet nadat ik
mij voorgesteld1 had als naar buurman. Na
eenige aarzeling nam ze mijn steun om haar
vermoeidheid wat te verlichten aan, en ik ver
telde haar onderwijl met zachte, ingetogen
stem, hoe mijn vrouw eni ik haar zoo dikwijls
hadden. zieni uitgaan en thuiskomen.
„Valt dat zoo op?" vroeg ze, met een zachte
droefheid in haar stem.
Ik moest haar bekennen, dat het in ieder
geval ons was opgevallen, en dat wij haar
van harte hadden beklaagd als zij in het holst
van den nacht uit de stad weerkeerde.
„Ja, prettig is het niet," zuchtte ze.
Ik wist genoeg, maar getroffen door die
bekentenis, waaruit ik het leed hóórdo op-
kreunen, had ik geen moed' haar bij mij te in-
vitecren. Ik deed de deur voor haar open en
nam, na een) flauw bedankje voor het aange
naam gezelschap, afscheid van haar. Toen ik
tot mijn vrouw weerkeerde, gingen er vele
H- l- -s -J —Mn om-
buiten-
stormen over mijn hoofd; zijl vond mijn om-
b
vor
om je voor zulke arme, verdoolde wezens te in
zichtigheidl tegenover „zoo'n vrouw'
Was je plicht vond ze,
lolde
gewoon overdreven, 't
teresseeren, doch alle égards waren uit den
booZel.4
Een der volgende avonden verliet ik met
bindender mandaat mijn woning. Als ik dacht
aan het zachte gezichtje van ons buurvrouw
tje, aan haar weggedoken oogen, vloeide een
onzegbare triestheid mijn wezen binnen. Wat
moest ik gaan spreken van de dwalingen
haarsweegs en van de recreatie harer ziel,
J:e wij wilcf
Wederom
voor mijn r<
die wij; wilden beproeven?
n co.
eputa
selijken" vrede niet gewenscht, en ik ónderging
zonder- haar terugkeeren-, Was
tatie en met het oog op den hui-
nogmaals de vernedering van haar mijn ge
zelschap op te dringen. Ditmaal koos ik de
manier van „toevallig denzelfden weg gaan."
Ik liet haar mij inhalen, en kon zoo het op
zettelijke van de ontmoeting maskeeren. Of het
daardoor kwam, dat het vernietigend-gereser
veerde van haar houding wat meer prijs gaf
dan den' eersten keer? Ik weet het niet, doch
ik vond den moed1 te zeggen:
„Wij zouden zoo graag iets voor u doen?"
„Hoe dat?" vroeg zij, wat strak, maar niet
zonder interesse.
Dat gaf mij- hoop eni ik betoogde vol vuur:
,,Dit is toch geen leven voor u. Het gaat
ten koste van uw gezondheid en alles. Wij
zouden er u zoo graag uit halen."
„Och, ik zou ook wel wat anders willen,
maar wat?"
„Komt u daarover eens met ons praten?"
stelde ik voor, en wij scheidden' met de af
spraak, -dat zij, den volgenden middag ons zou
bezoeken.
Gelukkig droeg deze afspraak ook de goed
keuring van mijn vrouw weg, al kon zij het
niet nalaten er op te wijzen, dat ik beter had
gedaan den' avond voor het onderhoud te be
stemmen zij was, dan meten- gebonden.
In een hoekstoeltje geïnstalleerd wachtte
buurvrouwtje op de dingen die komen zou
den.
Ja," zei mijn vrouw om het pijnlijke onder
werp volgens de regelen der kunst ongedwon
gen in te leiden-, „wij vinden het toch zoo
prettig -dat u gekomen bent. Och, je onder
vindt zoo dikwijls, -dat menschen het niet
waardeeren, als je wat voor ze doen wilt.
Ook als je het beste met ze voor hebt."
Onze gast werd een beetje onrustig, maar
ze zei volkomen' beheerscht:
„Ja. menschen zijn dikwijls erg ondank
baar."
„Als u er ook zoo over denkt," vervolgde
mijn vrouw, „kunnen we prettiger over alles
praten'. U hebt toch geen bezwaar, dat mijn
man erbij is?"
„O, heelemaal niet," antwoordde ze, met
iets Iiefs-verlegens in haar oogen. „Ik moet
meneer nog altijd bedanken voor zijn prettig
gezelschap.
„Mijn man interesseert zich voor vrouwen
als u," coupeerde mijn vrouw. „Hij schrijft."
De bescheidenheid gebood mij, een oogen-
blik het raam uit te zien, maar het ontging
mij niet, dat het gezichtje van ons buurtje
pijnlijk samentrok. En om het onderhoud
voor haar wat minder pijnigend en bescha
mend te maken wat zag ze er anders in
nemend en intelligent uit zei ik:
„Hebt u lust iets anders aan te pakken?"
„Ik weet niet of ik het zou kunnen," aarzel
de ze.
Mijn vrouw, die zich nu al -de emotie van
een boetedoening ontgaan zag door mijn in
grijpen', wilde niet meer van haar aandeel in
deze bekeering prijs geven en zij, beweerde
met klem:
„Wanneer 11 gesteund wordt door zedelijk
hoogstaande menschen, die u niet hard vallen
om uw verleden, integendeel alles zullen doen
om u te toonen, dat ze u als een gelijkwaar
dige beschouwen, dan kunt u zeker met uw
tegenwoordig leven brekon.Wij meenen
het goed met u, en wij zullen u met raad en
daad ter zij-de staan, en u de wederopneming
in de maatschappij: op alle wijzen verlich
ten
Resoluut stond het vrouwtje op. Er beefde
een droefheid om haar mond, maar haar
oogen waren hel -en onbevangen.
„Mevrouw, ik dacht dat u me wilde spreken
over verandering van betrekking. En omdat
mijn tegenwoordige betrekking me niet in alle
opzichten bevalt
Nu brak -de opgekropte zedelijke veront
waardiging van mijn vrouw buiten alle boor
den van beheersching:
„Noemt u dat een betrekking? Heel ge
woon een betrekking? En praat u daar ge
woon over, over zoo'n leven? Het ia onge
hoord.
Buurvrouwtje wachtte niet tot mijn vrouw
weer gekalmeerd was; met een strakken, trot-
schen mond zag ik haar heengaan.En
's avonds moesten wij het aanzien, hoe zij
weer coquet en zwierig uitging.
„Daar geef je je nou moeite voor," gromde
mijn vrouw, en ik zweeg, hoewel haar taktloos
optreden mi] volkomen belachelijk had ge
maaktEn dat wil een man nu eenmaal
in de oogen van geen- enkele vrouw zijn.
Hoe belachelijk ik mij gemaakt heb, ont
dekte ik een paar weken later.
De nachtredactie van een groot dagblad
telde mij teen onder haar leden en zqq kwam
IS een keer op 0e zetterij van Ce krant ver
zeild. Terwijl ik den meesterknecht iets vroeg
over een onleesbare drukproef, distribueerde
hij intusschen het werk voor de ratelende ma
chines.
„Geef dat aan juffrouw Smits," bromde hij
tegen een gezel, „het zit vol vreemde woorden.
Daar brengen de anderen niets van terecht."
„Hebt u hier een juffrouw aan de zetmachi
ne?" vroeg ik verbaasd. 1)
„En een aardige juffrouw ook," meesmuil
de hij, „en de beste van de heele nachtploeg."
Hij wees naar het einde vaa de zaal; üts-
sehen den wirwar van wielen- en stangenbe-
weog door zag ik een fel-belicht meisjespro
fiel.
„Hé," zei ik verrast, eni wilde verholen wat
dichterbij treden.Toen zag ik haar ge
zichtje in een glimp en face, terwijl haar rap
pe handen even in de mackinedeelen zwier
denIk was niet nieuwsgierig' meer: de
machinezetster was ons nachtbrakend buur
vrouwtje.
1). Dit gebeurde voor de invoering der Ar
beidswet.
door
TINE BRINKGREVE.
(Nadruk verboden).
Als een zwerm bonte vlinders verspreidden
zich de jonge meisjes op den stoep van het
Nutsgebouw, dat zijn breede deuren wijd ge
opend had; en de toevallige voorbijgangers
werden dadelijk door drie, vier tegelijk be-
stoimd: „Een bloempje, meneer, voor de tu-
berculeuse kindertjes?"
Wie zou weerstand bunnen bieden aan die
dringende bede, geuit door een paar frisch-
rootle lippen
Bijna zonder uitzondering werd er in de
portemonnaie getast en een zilverstukje in
ruil gegeven voor het onaanzienlijke bloempje
van celluloid, dat dra op vele jassen en man
tels prijkte.
Frida Lensing ging met vluggen pas, haar
mandje in de hand, voorwaarts. Wèl hield ze
van tijd tot tijd stil, om den een of ander aan
te klampen, die dan misschien meer een
bloempje nam terwille van haar aardig ge
zichtje dan om het doel zelf, doch wat hin
derde'dat? Als het taschje maar gevuld bleek
vanavond, en het mandte leeg. Ze hadden
echter ieder een aparte wijk opgekregen, waar
ze post zouden vatten, heen' en weder loopen,
en zich onderweg opnoudea was eigenlijk
maar tijdverhes.
Al gauw zag ze den breed en1 boulevard
voor zich, pet de villa-achtige huizenrij, door
voortuintjes van de straat gescheiden. En in
eens kwam het haar in de gedachte: in deze
buurt woonde Frits Banders ook.
Frits Banders 1
Even gleed een pijnlijke trek over haar ge
zichtje. Zou ze het zich verbeeld hebben dat
hij haar den laatsten tijd opzettelijk ontweek!
Hij was zoo verstandig, zoo kalm, misschien
ergerde het hem. als ze met de andeeren pret
maakte op het tennisveld. Och, als hij' toch
eens weten kon, dat één vriendelijk woord
van hem haar meer waard was dan tien vlei
ende complimenten' van een ander. „Dolle
Fried" noemden ze haar wel eens; dan zaten
ze rondom haar en was ze het middelpunt
van het jolige troepje, dan sloeg ze door, ze
wist het zelf best. En misschien' dachten ze
dan, dat ze ook pret had, uitbundige pret;
doch zelf had ze dan soms het gevoel, of ze
bezig was iets teleurstellends, iets pijnlijks in
wendig tot zwijgen te brengen, te verdooven.
Wat voor macht had hij toch over haar?
Als hij haar met een- vriendelijk „Asjeblieft
Friedje!" haar kopje thee toereikte, of de
makkelijkste stoel juist voor haar aanschoof,
gaf haar dit een emotie van geluk, of de we
reld te klein, te eng voor haar was. O, natuur
lijk dacht hij haar oppervlakkig, coquet en
misschien was ze dat ook wel. Maar juist te
genover hem zette ze dit alles op zij, voelde
zij zich een kind, een soms in eigen oogen
stumperig kind!"
Kom, wat liep ze te soezen, ze moest haar
bloempjes aan den man brengen, elke gulden
méér bracht een kleine dosis nieuwe genees
kracht aan bleeke, teringachtige stumpertjes.
Bijna als een onverdiend bezit voelde ze haar
eigen kem-gezonde, onbezorgde jeugd, als
ze aan die kleine misdeelden dacht, die, vaak
verstoken van licht en lucht in donkere achter
kamers hun treurig leven sekten. Hoe meer
geld er in kwam, hoe meer patiëntjes er ge
plaatst konden worden in het witte sanatori
um in de duinen, waar de frissche zeewind
en het geklots der zoute golven heilaanbren
gend doordrong.
In de verte naderde een viertal jonge luite-
nantjes, sabelkletterend, zonnelichtjes weer
spiegelend in het goud van galon en knoopen.
Daar moest ze op af, die waren misschien in
een royale bui.
Ze strekte het mandje voor zich uit:
„Een bloempje, heeren, terwille van het
goede doel?"
In een halven cirkel stonden ze dra om
haar heen.
„Natuurlijk, juffrouw 1 Wat staat daar op
het lint om uw arm? Ter bestrijding der tu
berculose. Een vreesdij ke ziekte, juffrouw
Ik geloof niet dat ik er aan lijd?"
Ze beet zich even op de lip, terwijl ze in
het blozende gezicht tevenover haar zag.
„Ik geloof het ook niet, meneer, wees u er
maar dankbaar voor."
„Dat ben ik, juffrouw, kolossaal dank
baar. Wil u hét even op mijn jas steken?"
„Met genoegen, meneer. Waar wilt u het
hebben?55
„Op mijn hart, juffrouw-"
„Dat is een moeilijk probleem! Er zijn
verscheidene menschen, bij wie het niet op de
rechte plaats zit."
Een lachsalvo volgde. Nummer twee duw
de den ander op zij.
„Nu mij, juffrouw. Waar zou het mijne
zitten, denkt u?"
„Ja, hoe wil ik dat weten? Misschién is
het, door alle oorlogsgeruchten en buitenge
wone omstandigheden wel in uw schoenen
gezakt."
Nieuwe hilariteit.
„Juffrouw, wat denkt u slecht over ons!"
zei nummer drie, terwijl hij zich een bloem-
je liet opspelden. „Ik geloof, dat het beter is
met u te eten dan te vechten. Waar zou m ij n
hart te treffen zijn, denkt u?"
„Op een gevaarlijke plaate, meneer; ik
zou zeggen dat het u op de tong ligt."
Lachend liet ze de zilverstukjes in haar
taschje glijden en stapte vlug verdei'. Num
mer vier, die met de handen in de zakken van
zijn korten jas, tegen een hek geleund stond,
vol inwendige pret, liep ze maar voorbij;
voor de ramen der huizen kwamen al enkele
nieuwsgierige gezichten, en een hoofd, be
dekt met een tullen mutsje, stak uit eea der
bovenvensters.
Ze staakte haar vaart, toen ze den hoek
van de straat om was; toch een goeds vangst
gehad. Het geld rinkelde onder het vlugge
gaan!
Dair, ala een schok ging het door haar
heen. Aan den overkant naderde een bekende
gestalte. Ze voelde het bloed naar de wangen
stijgen: zou ze naar hem toegaan, een
bloempje aanbieden? Zooiets sprak toch
eigenlijk vanzelf en tochMaar reeds
had hij het troittoir verlaten, en stak naar
haai' kant ver.
„Wel Frida", hij reikte haar de hand. „ook
al in dienst der liefdadigheid? Mag ik met
een mijn penningske offeren?'
Ze haatte zichkelf om den bic», die ze op
haar wangen voelde branden.
„Heel graag," mompelde ze zach't, terwijl
haar trillende vingers in het mandje rond-
woelden? als om de mooiste te zoeken.
„Wil je het even opsteken?"
Juist toen ze klaar was, viel een schaduw
naast haar.
„Juffrouw!" een jong officiertje maakte
het militair 6aluut, „u hebt mij daar
straks heelemaal gepasseerd: ik wilde ook
een bloem. Enu scheen zoo op de hoog
te met hartsaangelegenhedenik heb het
mijne, enkele minuten geleden, hier in den
omtrek verloren, zoudt u er ook raad voor
weten?"
„Maar goed zoeken, meneer, en ook op de
scherven letten. Bij zoo'n val op de harde
steenen kan het wel eens gebroken zijn
Hij verwijderde zich, proestlachend, en
even later bereikte een handgeklap haar oor.
Alsof het zoo hoorde, had Frits Bandera
aan haar linkerkant plaats genomen, en
bleef naast haar loopen. Beiden zwegen een
poos.
„Frida," begon hij ineens op zachten toon,
„dat iongmensch beweerde, dat hij een paar
minuten geleden zijn hart verloren had,
ik ben het mijne al vele maanden kwijt. Zou
je me niet willen helpen zoeken?"
Een golf van geluk doortrilde haar: haar
adem ging snel. Ze hield de oogen neergesla
gen, doch eindelijk wendde ze het gelaat
naar hem toe.
„En als ik het vinden mocht?"
„Dan" hij drukte zachtjes haar arm,
„zou ik je willen vragen het te behouden, als
belooning, levenslang"
BINNENLAND.
DE KONINGIN TE ASSEN.
De Koningin bezocht gistermorgen om
halfnegen de kazernes te Assen, waarna H.
M. enkele oefeningen der daar gelegerde
troepen op de Baggelhuizen bijwoonde. Ver
volgens bracht H. M. een bezoek aan het
schietterrein te Witten, waar verschillende
oefeningen werden gehouden. Aan de aldaar
gevestigde granatenschool werd met grana
ten geworpen; ook door de mitrailleurs werd
geschoten. Daarna ging de reis over De Haar
en bezocht H. M. nog eenige militaire oefe
ningen. Na nog een bezoek te hebben ge
bracht aan het militair hospitaal en het ba
rakkenkamp, vertrok H. M. met den trein van
1.42 naar Den Haag.
NAAR DE RIJKSWERKINRICHTING.
Voor de rechtbank te Heerenveen hebben
terecht gestaan 3 Duitsche deserteurs, 19 en
26 jaren oud, die zonder middel van bestaan
in de gemeente Gaasterland door de mare-
chaussée waren aangehouden. Het O. M.
eischte tegen hen wegens landlooperij ieder
1 dag hechtenis en 1 jaar opzending naar
een rijkswerkinrichting. De rechtbank wees
dadelijk vonnis en vereenigde zich met het
requisitoir.
De Duitschera waren over een en ander
niet gesticht, zii begrepen niet waarom ze
straf verdiend hadden, wijl zij zich geen-
kwaad bewust waren.
PUNTDICHT.
Uit het Hbl.:
De Zierikzeesche wandaad
Wordt iets heel ongemeens:
Drie oifers op het kerkhof,
De dader eveneens.
Justus Minus.
UIT ZUID-SCHARWOUDE.
Bij Koninklijk besluit is aan den heer J. W.
C Kroon, op verzoek, ingang' 1 Juni a.s. eer
vol ontslag verleend als burgemeester dezer
gemeente.
UIT BROEK OP LANGENDIJK.
De heer A. Weder alhier is te Haarlem
geslaagd voor het onderwijzers-examen.
UIT HENSBROEK.
Vrijdagavond hield de Vereeniging ter be
vordering van getrouw Schoolbezoek haar
jaarvergadering. Uit de lijsten van het hoofd
der school bleek, dat dit jaar alle kinderen
mogen deelnemen aan het schoolfeest. Beslo
ten werd op Woensdag 13 Juni een rijtoertje
te maken naar Bergen en Bergen aan Zee. De
rekening van den penningmeester, den heer
A. Schrooder, gaf aan in ontvangsten 94,75
en in. uitgaven 88,48 y3
UIT HEILOO.
De predikbeurten in het Evangelisatielo
kaal zijn voor de Pinksterdagen als volgt
geregeld:
Zondag Ds. Kloosterman, van Alkmaar.
Maandag Ds. A. J. Montijn, van Haarlem,
telkena des voonniddags 10 uur.
UIT OUDKARSPEL. 1
De afd. Langendijk van den A. N. G. O. B.
vergaderde gisteravond met 11 leden.
Medegedeeld werd dat een propaganda-
bord is aangebracht aan het veilinggebouw
en dat er deze week bij- gelegenheid van de
blaauwe week flink met de bladen gewerkt
wordt.
De afd. was vertegenwoordigd op een mee
ting te A.'dam en door de N. H. P. C. is in
voorbereiding een te houden landdag te Ber
gen op 12 Aug.
De beschrijvingsbrief over de algemeene
vergadering werd behandeld en tot afgevaar
digden gekozen de heeren J. Biersteker Sr.
en J. Vlug.
Het bondsbrochuredepöt zal worden nage
zien door de heeren J. Biersteker Jr. en C
Paculberg.
KORTE BERICHTEN.
De zoon van den burgemeester van
Philippine is wegens poging tot smokkelen
overeenkomstig den eisch tot 3 maand gev.
straf veroordeeld.
Bij een onweer te Hoogezand is de gas
fabriek door den bliksem getroffen, zonder
brand te veroorzaken. Eenig vee in de weide
werd gedood.
Onder Heerde is nekkramp geconsta
teerd bij het zoontje van den heer J. K.
Te Willige-Langerak is het huis van
den koopman M. V. afgebrand; 3 schuren
verbrandden, benevens 3 varkens, 1 konijn en
verschillende boerengereedschappen. De oor
zaak is onbekend. Niets is verzekerd.
De rechtbank te Winschoten heeft een
handelsreiziger uit Amsterdam, wegens om-
kooping van een waarnemend rijksontvanger
te Terapel, veroordeeld tot een half jaar.
Wegens het onbevoegd uitoefenen der
geneeskunst is mevr. Ooms—de Vries te Wa
tergraafsmeer veroordeeld tot 200 boete of
6 maanden hecht, en 200 of 2 maanden.
Tegen den gemeente-secretaris van Wa-
mei is 4 maanden gevangenisstraf geëischt
gevange
wegens valschheid in geschrifte met de var
kensdistributie. Bekl. zei alleen gehandeld te
hebben om de gemeente aan varkens te hel
pen.
Een Amsterdammer, die nabij de Hem-
brug fotografeerde, is op vermoeden van spi-
onnage gearresteerd. Zijn toestel en platen
werden in beslag genomen.
Van rijkswege zal nabij Enschede eene
barak worden gebouwd, voor 150 personen,
met de bedoeling daarin gedurende 14 dagen
over de grens gekomen deserteurs enz. in
quarantaine te stellen.
In de Geldersche grensplaatsen klagen
de boeren over vernieling van hun korenvel
den door smokkelaars, die, om ongezien met
hunne waren naar Duitscnland te komen,
hun weg door die velden nemen.
In de gemeente Bergh (Gelderland)
zijn deze week de aanslagbiljetten in den
hoofdelijken omslag over 1916 aan de bevol
king uitgereikt. Wel tijdig!!
Te Mook is de sergeant Wessels bij het
roeien op de Maas verdronken.
Wegens gebrek aan deelneming wordt
de gemeentelijke centrale keuken te Haarlem
voorloopig gesloten. Na een oproep voor
thuisbezorging van het voedsel kwamen vanaf
heden slechts voor 100 porties aanvragen in.
Van het dak der melkfabriek Hollandia
te de Rijp is ongeveer 100 kilo lood gestolen.
Arnhem zijn via Etten weer 215 Duit
sche kinderen aangekomen, die naar verschil
lende plaatsen doorreisden.
Door een inbraak, die onlangs te Ernst
(gem. Epe) plaats had en waar ruim 1000
werd gestolen, is de politie een dievenbende
op het spoor gekomen. Reeds vier personen
zijn in hechtenis genomen.
Door de Geldersche tram tusschen Sil-
volde en Terborg zijn een jongen van 16
jaar uit Silvolde beide beenen afgereden, toen
hij op de tram wilde springen.
Op Zondag 3 Juni a.s. zal de eerw. heer
A. S. Onderwijzer in de Ned. Isr. Hoofdsyna
goge te Amsterdam worden geïnstalleerd tot
opperrabijn van het ressort Noord-Holland.
Een smokkelaar uit Lommei is door de
wacht aan de Belgische grens doodgeschoten.
Een brievenbesteller te Den Haag is be
trapt op het stelen van brieven. Ten zijnen
huize werden een aantal vermiste brieven ge
vonden. Hij was vroeger al eens voor derge
lijk feit ontslagen en onlangs weer aangesteld.
Minister Rambonnet is gisteren tot na
Pinksteren met een kort verlof vertrokken, dat
hij te Wijhe zal doorbrengen.
MARKTBERICHTEN.
ALKMAAR, 25 Mei. Fabriekskaas Kleine
f 78.le soort Edam. Commissie f 78,—s-.
Boerenkaas, Kleine f 77,50, commissie
f 74.—, middelbare f 73.—.
Noteering der Sub-Sommissie der Kaas-
vereeniging,
le soort Edamm. fabr, f 78,—
'Aangevoerd 362 stapels, wegende 23725S
Kilogram. Handel matig.
ALKMAAR, 26 Mei. Aangevoerd 12 paar
den f 150 a 400, 113 koeien en ossen f|120
a 400, 105 nucht. kalveren f 12.a 24.
638 magere schapen f 24.a f 43,0
vette id. f a 0, 579 lammeren f 10,a 18,
108 magere varkens f 18,— a 54.,135 big
gen f 8.a 14.41 bokken en geiten
f 4,— a 16,29 kleine bokjes f 1.30 a 2.50,
boter per kop hoogste prijs f I.126, middel-
prijs f 1.05 laagste prijs f 0.95, aange
voerd 3728 kop, eieren f 8.50 a 9.per
100, eendeneieren f 0.— a 0.—, 0 vette kal
veren a vette varkens a 0 et.
AMS7BRDAM, 25 Mei. Btnnenl. Granen.
Karwijzaacf\per 60 kilogram f 43, Bruine
Mosterd per 70 K.G. f 112, Blauwmaanzaad
per 50 K.G. f 49, Gele Mosterd per 70
K.G- f 112.
BIEMSTER, FÜRMEREND M OMSTRE
KEN, 25 Mel. SplAazfe f 0.51 a 0.88 per
dubb. mand, raapstelen f 0.— a 0.— per
109 bos, rabarber f 6.40 a 12.90 per 100
boe, prei f a per 100 bos.
Sla f 1.60 a 2.60 per 100 krop.
ZWAAG, 25 Mei. Veiling „Bangert en
Omstreken". De prijzen waren heden voor
Sla 1t, wortelen 6-—6J, rabarber 6—10,
spinazie 2—4}, aardbeien 46 per stuk,
radijs 8}—0, bloemkool 1J—18, asperges
48—60 per bos.
HOORN, 26 Mei. Tarwe f 0^0
rogge a fgerst f a
haver f a witte erwten f
a groene dito fa .grauwe
f a vale f a bruine
boonen f a karweizaad f 42.
a 43.mosterdzaad f 7 6.a 79.—.
8 Paarden f 200 a 700, 16 koeien f 250
a 350, 457 schapen f 30 a 42, lammeren
ft a 695 kalveren f 8 a 19, 14 var
kens f 10 a 20, 0 zeugen f a 133
biggen f 8.a 13.0 kippen f 0 aO.
kipeiren f 8.50 a 9.-**, eendeteren f O»— a
0,- 2234 kop boter f 10.25 a 11.25.
in mil