BLOEMENDAG Honderd en Negentiende Jaargang. Zaterdag 26 Mei. Jacht en Yisschorij. Bökeering. ïïi Ho. 12». WW. I Ktagra over Be BlïgtStorven straten, Beï Jan ken der straathonden, tot ik ineens pardoes zei: „Voelt u zich. niet ellendig moe, ala u thuis- komt?" Dc BURGEMEESTER VSO ALKMAAR brengt ter algemeene kennis, dflt tof G«* meente-Secretaria verkrijgbaar rijn BLANCO VERZOEKSCHRIFTEN ter verkrijging vaa JACHT- en VISCHAKTEN, ea buitengewo tte MACHTIGINGEN tot het SCHIETEN VAN SCHADELIJK GEDIERTE. De aanvragen ter bekoming van JACHT- Cd VISCHAKTEN behooxen zooveel moge lijk vóór 15 JUNJ a». ter Secretarie to vrat- dea gedaan. Vreemdelingen, die alhle* geoa vsete woonplaat» hebben, kunnen slechte dan Jachtakten bekomen, wanneer bij het ocder- teekcnd verzoekschrift wordt overgelegd het portret Van den aanvrager. Burgemoester voornoemd, O. RIPPING. HINDERWET. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen hiermede ter alge meene kennis, dat zij bij hun besluit van he den vergunning hebben verleend aan O. J. VERKERK, winkelier aldaar, tot het oprich ten van een SIGARENDROGERIJ in het perceel le Kabelstraat, Wijk F, No. 10. Alkmaar, den 23 Mei 1917. Burgemeester en Wethouders voornoemd JAN DE WIT Dz., Voorzitter, loco Burgemeester. (Nadruk verboden). „Ga jij haar eens aanspreken", zei mijn vrouw, toen zij mij overtuigd had, dat wij het recht niet hadden ons te onttrekken aan onze bescheiden taak van getuigen en red den. „Het zou toch zonde zijn als zoo'n jong kind verloren ging. En ik zou geen nacht rustig slapen, als wij niet het alleruiterste beprobeerd hadden om haar van den slech ten weg te houden." Als er iets te bekeeren viel, was mijn vrouw buitengewoon welsprekend, en voor al nu bet een zoo geheel ander geval betrof den waaraan zij gewoonlijk haar kostelijke talenten besteedde n.l. het terugbrengen van. rookende, vleeschetende of alcohol-gebrui kende menschen van hun respectievelijke we gen des verderfs. „Ja, maar ik kan zoo'n meisje toch maar zoo niet gaan aanspreken?" „Och, dat zijn ze wel gewend", zei mijn vrouw met de beminnelijke hooghartigheid van wie zonder zonde zijn Ik slaagde er, zelfs na lange vertoogen niet in, mij te onttrekken aan de benarde taak, die ze mij wilde toevertrouwen, en wij gingen ter ruste nadat ik beloofd nad, ons buur vrouwtje te zullen aanspreken wanneer zij in den nacht naar huis weerkeerde. „Je inviteert haar maar, om eens gezellig met je te babbelen en als ze eenmaal boven is, zal ik haar wel verder onder handen ne men. want dat is zoo geen werk voor man nen. Wij waren al lang overtuigd, dat het leven van ons coquet buurvrouwtje, dat 's avonds hupsch de deur uittrippelde en 's nachts laat in het troostelooze donker weer thuiskwam, niet geheel en al langs geordende banen liep. En wij beeldden ons in, dat het aan haar te zien was, hoe zij zelve gebukt ging onder de triestheid van een bestaan, dat zoo geheel in strijd was met haar beschaafd en intelligent voorkomen. Zij was als een vreemde, wilde bloem naast ons leven gegroeid en wij wilden haar met behoedzaamheid opkweeken tot zuiveren, ge- lij kmatigen bloei, vrij van alle buitensporig heid. En ik haa de opdracht haar in onze kweekerij ie brengen, waar de liefdevolle toe wijding van mijn vrouw haar wachtte. Zoo begaf ik mij in den nacht, met vermij ding van burengerucht, op straat. Mijn op dracht was nauwkeurig omschreven en ik wist, dat van ons balkon mijn vrouw zeker zou controleeren of ik haar intenties met pijnlijke zorgvuldigheid zou opvolgenAl- zoo waagde ik het, onder haar hoede, mij langzaam te verplaatsen in de richting, waaruit zij, die wij zouden redden uit den maalstroom van het leven, gewoon was te verschijnen. Ondanks de hooge bescherming van mijn vrouw, voelde ik mij onrustig; het was voor mij een nog eenigszins ongewoon werk om bescherming aan te bieden, als die niet gevraagd werd en ik pijnigde mijn her sens af met het zoeken naar de meest ge schikte wijze, waarop ik dat doen kon. Zooals het gewoonlijk gaat met voorberei dingen voor pijnlijke oogenblikken: op het moment supreme ben je al je overwegingen vergetenBij de nadering van onze be schermeling was ik zoo verward, dat van al le bloemrijks en meevoelends, wat ik me voorgenomen had te zeggen, slechts over- bleef een nuchter: „Wat loopt u alleen, juffrouw? Was dit niet de inleiding van een vieux marcheur in plaats van een uit vrijen wil op tredend beschermer van eer en deugd? Haar antwoord was een koel: „Vindu?" Het gaf me een gevoel van verkwikking, dat zij nog genoeg vrouwelijke eigenwaarde scheen te hebben behouden, om mij de ken nismaking niet al te gemakkelijk te maken. „Mag ik u naar huis brengen?" vroeg ik. „Het is toch wel heel erg, een dame zoo laat alleen op straat." Ik drukte sterk op dat „dame," om haar duidelijk te maken, dat niet alle menschen een arme verdoolde minachten. Doch zij toonde daarover geen verwondering, en haar toe stemming om haar te vergezellen' had een strakken toon van gereserveerdheid. In ieder ander geval zou het mij den lust hebben be nomen, mij moeite te geven om mijn bijzijn appreciabel te maken, doch mijn opdracht liet niet toe, dat ik met persoonlijke gevoelig heid rekening hield. Het ging om een menschenleven en ik ge troostte mij allerlei niet weersproken opmar- „Ja, natuurlijk," zei ze strak. m bood haar mijn arm. maar niet nadat ik mij voorgesteld1 had als naar buurman. Na eenige aarzeling nam ze mijn steun om haar vermoeidheid wat te verlichten aan, en ik ver telde haar onderwijl met zachte, ingetogen stem, hoe mijn vrouw eni ik haar zoo dikwijls hadden. zieni uitgaan en thuiskomen. „Valt dat zoo op?" vroeg ze, met een zachte droefheid in haar stem. Ik moest haar bekennen, dat het in ieder geval ons was opgevallen, en dat wij haar van harte hadden beklaagd als zij in het holst van den nacht uit de stad weerkeerde. „Ja, prettig is het niet," zuchtte ze. Ik wist genoeg, maar getroffen door die bekentenis, waaruit ik het leed hóórdo op- kreunen, had ik geen moed' haar bij mij te in- vitecren. Ik deed de deur voor haar open en nam, na een) flauw bedankje voor het aange naam gezelschap, afscheid van haar. Toen ik tot mijn vrouw weerkeerde, gingen er vele H- l- -s -J —Mn om- buiten- stormen over mijn hoofd; zijl vond mijn om- b vor om je voor zulke arme, verdoolde wezens te in zichtigheidl tegenover „zoo'n vrouw' Was je plicht vond ze, lolde gewoon overdreven, 't teresseeren, doch alle égards waren uit den booZel.4 Een der volgende avonden verliet ik met bindender mandaat mijn woning. Als ik dacht aan het zachte gezichtje van ons buurvrouw tje, aan haar weggedoken oogen, vloeide een onzegbare triestheid mijn wezen binnen. Wat moest ik gaan spreken van de dwalingen haarsweegs en van de recreatie harer ziel, J:e wij wilcf Wederom voor mijn r< die wij; wilden beproeven? n co. eputa selijken" vrede niet gewenscht, en ik ónderging zonder- haar terugkeeren-, Was tatie en met het oog op den hui- nogmaals de vernedering van haar mijn ge zelschap op te dringen. Ditmaal koos ik de manier van „toevallig denzelfden weg gaan." Ik liet haar mij inhalen, en kon zoo het op zettelijke van de ontmoeting maskeeren. Of het daardoor kwam, dat het vernietigend-gereser veerde van haar houding wat meer prijs gaf dan den' eersten keer? Ik weet het niet, doch ik vond den moed1 te zeggen: „Wij zouden zoo graag iets voor u doen?" „Hoe dat?" vroeg zij, wat strak, maar niet zonder interesse. Dat gaf mij- hoop eni ik betoogde vol vuur: ,,Dit is toch geen leven voor u. Het gaat ten koste van uw gezondheid en alles. Wij zouden er u zoo graag uit halen." „Och, ik zou ook wel wat anders willen, maar wat?" „Komt u daarover eens met ons praten?" stelde ik voor, en wij scheidden' met de af spraak, -dat zij, den volgenden middag ons zou bezoeken. Gelukkig droeg deze afspraak ook de goed keuring van mijn vrouw weg, al kon zij het niet nalaten er op te wijzen, dat ik beter had gedaan den' avond voor het onderhoud te be stemmen zij was, dan meten- gebonden. In een hoekstoeltje geïnstalleerd wachtte buurvrouwtje op de dingen die komen zou den. Ja," zei mijn vrouw om het pijnlijke onder werp volgens de regelen der kunst ongedwon gen in te leiden-, „wij vinden het toch zoo prettig -dat u gekomen bent. Och, je onder vindt zoo dikwijls, -dat menschen het niet waardeeren, als je wat voor ze doen wilt. Ook als je het beste met ze voor hebt." Onze gast werd een beetje onrustig, maar ze zei volkomen' beheerscht: „Ja. menschen zijn dikwijls erg ondank baar." „Als u er ook zoo over denkt," vervolgde mijn vrouw, „kunnen we prettiger over alles praten'. U hebt toch geen bezwaar, dat mijn man erbij is?" „O, heelemaal niet," antwoordde ze, met iets Iiefs-verlegens in haar oogen. „Ik moet meneer nog altijd bedanken voor zijn prettig gezelschap. „Mijn man interesseert zich voor vrouwen als u," coupeerde mijn vrouw. „Hij schrijft." De bescheidenheid gebood mij, een oogen- blik het raam uit te zien, maar het ontging mij niet, dat het gezichtje van ons buurtje pijnlijk samentrok. En om het onderhoud voor haar wat minder pijnigend en bescha mend te maken wat zag ze er anders in nemend en intelligent uit zei ik: „Hebt u lust iets anders aan te pakken?" „Ik weet niet of ik het zou kunnen," aarzel de ze. Mijn vrouw, die zich nu al -de emotie van een boetedoening ontgaan zag door mijn in grijpen', wilde niet meer van haar aandeel in deze bekeering prijs geven en zij, beweerde met klem: „Wanneer 11 gesteund wordt door zedelijk hoogstaande menschen, die u niet hard vallen om uw verleden, integendeel alles zullen doen om u te toonen, dat ze u als een gelijkwaar dige beschouwen, dan kunt u zeker met uw tegenwoordig leven brekon.Wij meenen het goed met u, en wij zullen u met raad en daad ter zij-de staan, en u de wederopneming in de maatschappij: op alle wijzen verlich ten Resoluut stond het vrouwtje op. Er beefde een droefheid om haar mond, maar haar oogen waren hel -en onbevangen. „Mevrouw, ik dacht dat u me wilde spreken over verandering van betrekking. En omdat mijn tegenwoordige betrekking me niet in alle opzichten bevalt Nu brak -de opgekropte zedelijke veront waardiging van mijn vrouw buiten alle boor den van beheersching: „Noemt u dat een betrekking? Heel ge woon een betrekking? En praat u daar ge woon over, over zoo'n leven? Het ia onge hoord. Buurvrouwtje wachtte niet tot mijn vrouw weer gekalmeerd was; met een strakken, trot- schen mond zag ik haar heengaan.En 's avonds moesten wij het aanzien, hoe zij weer coquet en zwierig uitging. „Daar geef je je nou moeite voor," gromde mijn vrouw, en ik zweeg, hoewel haar taktloos optreden mi] volkomen belachelijk had ge maaktEn dat wil een man nu eenmaal in de oogen van geen- enkele vrouw zijn. Hoe belachelijk ik mij gemaakt heb, ont dekte ik een paar weken later. De nachtredactie van een groot dagblad telde mij teen onder haar leden en zqq kwam IS een keer op 0e zetterij van Ce krant ver zeild. Terwijl ik den meesterknecht iets vroeg over een onleesbare drukproef, distribueerde hij intusschen het werk voor de ratelende ma chines. „Geef dat aan juffrouw Smits," bromde hij tegen een gezel, „het zit vol vreemde woorden. Daar brengen de anderen niets van terecht." „Hebt u hier een juffrouw aan de zetmachi ne?" vroeg ik verbaasd. 1) „En een aardige juffrouw ook," meesmuil de hij, „en de beste van de heele nachtploeg." Hij wees naar het einde vaa de zaal; üts- sehen den wirwar van wielen- en stangenbe- weog door zag ik een fel-belicht meisjespro fiel. „Hé," zei ik verrast, eni wilde verholen wat dichterbij treden.Toen zag ik haar ge zichtje in een glimp en face, terwijl haar rap pe handen even in de mackinedeelen zwier denIk was niet nieuwsgierig' meer: de machinezetster was ons nachtbrakend buur vrouwtje. 1). Dit gebeurde voor de invoering der Ar beidswet. door TINE BRINKGREVE. (Nadruk verboden). Als een zwerm bonte vlinders verspreidden zich de jonge meisjes op den stoep van het Nutsgebouw, dat zijn breede deuren wijd ge opend had; en de toevallige voorbijgangers werden dadelijk door drie, vier tegelijk be- stoimd: „Een bloempje, meneer, voor de tu- berculeuse kindertjes?" Wie zou weerstand bunnen bieden aan die dringende bede, geuit door een paar frisch- rootle lippen Bijna zonder uitzondering werd er in de portemonnaie getast en een zilverstukje in ruil gegeven voor het onaanzienlijke bloempje van celluloid, dat dra op vele jassen en man tels prijkte. Frida Lensing ging met vluggen pas, haar mandje in de hand, voorwaarts. Wèl hield ze van tijd tot tijd stil, om den een of ander aan te klampen, die dan misschien meer een bloempje nam terwille van haar aardig ge zichtje dan om het doel zelf, doch wat hin derde'dat? Als het taschje maar gevuld bleek vanavond, en het mandte leeg. Ze hadden echter ieder een aparte wijk opgekregen, waar ze post zouden vatten, heen' en weder loopen, en zich onderweg opnoudea was eigenlijk maar tijdverhes. Al gauw zag ze den breed en1 boulevard voor zich, pet de villa-achtige huizenrij, door voortuintjes van de straat gescheiden. En in eens kwam het haar in de gedachte: in deze buurt woonde Frits Banders ook. Frits Banders 1 Even gleed een pijnlijke trek over haar ge zichtje. Zou ze het zich verbeeld hebben dat hij haar den laatsten tijd opzettelijk ontweek! Hij was zoo verstandig, zoo kalm, misschien ergerde het hem. als ze met de andeeren pret maakte op het tennisveld. Och, als hij' toch eens weten kon, dat één vriendelijk woord van hem haar meer waard was dan tien vlei ende complimenten' van een ander. „Dolle Fried" noemden ze haar wel eens; dan zaten ze rondom haar en was ze het middelpunt van het jolige troepje, dan sloeg ze door, ze wist het zelf best. En misschien' dachten ze dan, dat ze ook pret had, uitbundige pret; doch zelf had ze dan soms het gevoel, of ze bezig was iets teleurstellends, iets pijnlijks in wendig tot zwijgen te brengen, te verdooven. Wat voor macht had hij toch over haar? Als hij haar met een- vriendelijk „Asjeblieft Friedje!" haar kopje thee toereikte, of de makkelijkste stoel juist voor haar aanschoof, gaf haar dit een emotie van geluk, of de we reld te klein, te eng voor haar was. O, natuur lijk dacht hij haar oppervlakkig, coquet en misschien was ze dat ook wel. Maar juist te genover hem zette ze dit alles op zij, voelde zij zich een kind, een soms in eigen oogen stumperig kind!" Kom, wat liep ze te soezen, ze moest haar bloempjes aan den man brengen, elke gulden méér bracht een kleine dosis nieuwe genees kracht aan bleeke, teringachtige stumpertjes. Bijna als een onverdiend bezit voelde ze haar eigen kem-gezonde, onbezorgde jeugd, als ze aan die kleine misdeelden dacht, die, vaak verstoken van licht en lucht in donkere achter kamers hun treurig leven sekten. Hoe meer geld er in kwam, hoe meer patiëntjes er ge plaatst konden worden in het witte sanatori um in de duinen, waar de frissche zeewind en het geklots der zoute golven heilaanbren gend doordrong. In de verte naderde een viertal jonge luite- nantjes, sabelkletterend, zonnelichtjes weer spiegelend in het goud van galon en knoopen. Daar moest ze op af, die waren misschien in een royale bui. Ze strekte het mandje voor zich uit: „Een bloempje, heeren, terwille van het goede doel?" In een halven cirkel stonden ze dra om haar heen. „Natuurlijk, juffrouw 1 Wat staat daar op het lint om uw arm? Ter bestrijding der tu berculose. Een vreesdij ke ziekte, juffrouw Ik geloof niet dat ik er aan lijd?" Ze beet zich even op de lip, terwijl ze in het blozende gezicht tevenover haar zag. „Ik geloof het ook niet, meneer, wees u er maar dankbaar voor." „Dat ben ik, juffrouw, kolossaal dank baar. Wil u hét even op mijn jas steken?" „Met genoegen, meneer. Waar wilt u het hebben?55 „Op mijn hart, juffrouw-" „Dat is een moeilijk probleem! Er zijn verscheidene menschen, bij wie het niet op de rechte plaats zit." Een lachsalvo volgde. Nummer twee duw de den ander op zij. „Nu mij, juffrouw. Waar zou het mijne zitten, denkt u?" „Ja, hoe wil ik dat weten? Misschién is het, door alle oorlogsgeruchten en buitenge wone omstandigheden wel in uw schoenen gezakt." Nieuwe hilariteit. „Juffrouw, wat denkt u slecht over ons!" zei nummer drie, terwijl hij zich een bloem- je liet opspelden. „Ik geloof, dat het beter is met u te eten dan te vechten. Waar zou m ij n hart te treffen zijn, denkt u?" „Op een gevaarlijke plaate, meneer; ik zou zeggen dat het u op de tong ligt." Lachend liet ze de zilverstukjes in haar taschje glijden en stapte vlug verdei'. Num mer vier, die met de handen in de zakken van zijn korten jas, tegen een hek geleund stond, vol inwendige pret, liep ze maar voorbij; voor de ramen der huizen kwamen al enkele nieuwsgierige gezichten, en een hoofd, be dekt met een tullen mutsje, stak uit eea der bovenvensters. Ze staakte haar vaart, toen ze den hoek van de straat om was; toch een goeds vangst gehad. Het geld rinkelde onder het vlugge gaan! Dair, ala een schok ging het door haar heen. Aan den overkant naderde een bekende gestalte. Ze voelde het bloed naar de wangen stijgen: zou ze naar hem toegaan, een bloempje aanbieden? Zooiets sprak toch eigenlijk vanzelf en tochMaar reeds had hij het troittoir verlaten, en stak naar haai' kant ver. „Wel Frida", hij reikte haar de hand. „ook al in dienst der liefdadigheid? Mag ik met een mijn penningske offeren?' Ze haatte zichkelf om den bic», die ze op haar wangen voelde branden. „Heel graag," mompelde ze zach't, terwijl haar trillende vingers in het mandje rond- woelden? als om de mooiste te zoeken. „Wil je het even opsteken?" Juist toen ze klaar was, viel een schaduw naast haar. „Juffrouw!" een jong officiertje maakte het militair 6aluut, „u hebt mij daar straks heelemaal gepasseerd: ik wilde ook een bloem. Enu scheen zoo op de hoog te met hartsaangelegenhedenik heb het mijne, enkele minuten geleden, hier in den omtrek verloren, zoudt u er ook raad voor weten?" „Maar goed zoeken, meneer, en ook op de scherven letten. Bij zoo'n val op de harde steenen kan het wel eens gebroken zijn Hij verwijderde zich, proestlachend, en even later bereikte een handgeklap haar oor. Alsof het zoo hoorde, had Frits Bandera aan haar linkerkant plaats genomen, en bleef naast haar loopen. Beiden zwegen een poos. „Frida," begon hij ineens op zachten toon, „dat iongmensch beweerde, dat hij een paar minuten geleden zijn hart verloren had, ik ben het mijne al vele maanden kwijt. Zou je me niet willen helpen zoeken?" Een golf van geluk doortrilde haar: haar adem ging snel. Ze hield de oogen neergesla gen, doch eindelijk wendde ze het gelaat naar hem toe. „En als ik het vinden mocht?" „Dan" hij drukte zachtjes haar arm, „zou ik je willen vragen het te behouden, als belooning, levenslang" BINNENLAND. DE KONINGIN TE ASSEN. De Koningin bezocht gistermorgen om halfnegen de kazernes te Assen, waarna H. M. enkele oefeningen der daar gelegerde troepen op de Baggelhuizen bijwoonde. Ver volgens bracht H. M. een bezoek aan het schietterrein te Witten, waar verschillende oefeningen werden gehouden. Aan de aldaar gevestigde granatenschool werd met grana ten geworpen; ook door de mitrailleurs werd geschoten. Daarna ging de reis over De Haar en bezocht H. M. nog eenige militaire oefe ningen. Na nog een bezoek te hebben ge bracht aan het militair hospitaal en het ba rakkenkamp, vertrok H. M. met den trein van 1.42 naar Den Haag. NAAR DE RIJKSWERKINRICHTING. Voor de rechtbank te Heerenveen hebben terecht gestaan 3 Duitsche deserteurs, 19 en 26 jaren oud, die zonder middel van bestaan in de gemeente Gaasterland door de mare- chaussée waren aangehouden. Het O. M. eischte tegen hen wegens landlooperij ieder 1 dag hechtenis en 1 jaar opzending naar een rijkswerkinrichting. De rechtbank wees dadelijk vonnis en vereenigde zich met het requisitoir. De Duitschera waren over een en ander niet gesticht, zii begrepen niet waarom ze straf verdiend hadden, wijl zij zich geen- kwaad bewust waren. PUNTDICHT. Uit het Hbl.: De Zierikzeesche wandaad Wordt iets heel ongemeens: Drie oifers op het kerkhof, De dader eveneens. Justus Minus. UIT ZUID-SCHARWOUDE. Bij Koninklijk besluit is aan den heer J. W. C Kroon, op verzoek, ingang' 1 Juni a.s. eer vol ontslag verleend als burgemeester dezer gemeente. UIT BROEK OP LANGENDIJK. De heer A. Weder alhier is te Haarlem geslaagd voor het onderwijzers-examen. UIT HENSBROEK. Vrijdagavond hield de Vereeniging ter be vordering van getrouw Schoolbezoek haar jaarvergadering. Uit de lijsten van het hoofd der school bleek, dat dit jaar alle kinderen mogen deelnemen aan het schoolfeest. Beslo ten werd op Woensdag 13 Juni een rijtoertje te maken naar Bergen en Bergen aan Zee. De rekening van den penningmeester, den heer A. Schrooder, gaf aan in ontvangsten 94,75 en in. uitgaven 88,48 y3 UIT HEILOO. De predikbeurten in het Evangelisatielo kaal zijn voor de Pinksterdagen als volgt geregeld: Zondag Ds. Kloosterman, van Alkmaar. Maandag Ds. A. J. Montijn, van Haarlem, telkena des voonniddags 10 uur. UIT OUDKARSPEL. 1 De afd. Langendijk van den A. N. G. O. B. vergaderde gisteravond met 11 leden. Medegedeeld werd dat een propaganda- bord is aangebracht aan het veilinggebouw en dat er deze week bij- gelegenheid van de blaauwe week flink met de bladen gewerkt wordt. De afd. was vertegenwoordigd op een mee ting te A.'dam en door de N. H. P. C. is in voorbereiding een te houden landdag te Ber gen op 12 Aug. De beschrijvingsbrief over de algemeene vergadering werd behandeld en tot afgevaar digden gekozen de heeren J. Biersteker Sr. en J. Vlug. Het bondsbrochuredepöt zal worden nage zien door de heeren J. Biersteker Jr. en C Paculberg. KORTE BERICHTEN. De zoon van den burgemeester van Philippine is wegens poging tot smokkelen overeenkomstig den eisch tot 3 maand gev. straf veroordeeld. Bij een onweer te Hoogezand is de gas fabriek door den bliksem getroffen, zonder brand te veroorzaken. Eenig vee in de weide werd gedood. Onder Heerde is nekkramp geconsta teerd bij het zoontje van den heer J. K. Te Willige-Langerak is het huis van den koopman M. V. afgebrand; 3 schuren verbrandden, benevens 3 varkens, 1 konijn en verschillende boerengereedschappen. De oor zaak is onbekend. Niets is verzekerd. De rechtbank te Winschoten heeft een handelsreiziger uit Amsterdam, wegens om- kooping van een waarnemend rijksontvanger te Terapel, veroordeeld tot een half jaar. Wegens het onbevoegd uitoefenen der geneeskunst is mevr. Ooms—de Vries te Wa tergraafsmeer veroordeeld tot 200 boete of 6 maanden hecht, en 200 of 2 maanden. Tegen den gemeente-secretaris van Wa- mei is 4 maanden gevangenisstraf geëischt gevange wegens valschheid in geschrifte met de var kensdistributie. Bekl. zei alleen gehandeld te hebben om de gemeente aan varkens te hel pen. Een Amsterdammer, die nabij de Hem- brug fotografeerde, is op vermoeden van spi- onnage gearresteerd. Zijn toestel en platen werden in beslag genomen. Van rijkswege zal nabij Enschede eene barak worden gebouwd, voor 150 personen, met de bedoeling daarin gedurende 14 dagen over de grens gekomen deserteurs enz. in quarantaine te stellen. In de Geldersche grensplaatsen klagen de boeren over vernieling van hun korenvel den door smokkelaars, die, om ongezien met hunne waren naar Duitscnland te komen, hun weg door die velden nemen. In de gemeente Bergh (Gelderland) zijn deze week de aanslagbiljetten in den hoofdelijken omslag over 1916 aan de bevol king uitgereikt. Wel tijdig!! Te Mook is de sergeant Wessels bij het roeien op de Maas verdronken. Wegens gebrek aan deelneming wordt de gemeentelijke centrale keuken te Haarlem voorloopig gesloten. Na een oproep voor thuisbezorging van het voedsel kwamen vanaf heden slechts voor 100 porties aanvragen in. Van het dak der melkfabriek Hollandia te de Rijp is ongeveer 100 kilo lood gestolen. Arnhem zijn via Etten weer 215 Duit sche kinderen aangekomen, die naar verschil lende plaatsen doorreisden. Door een inbraak, die onlangs te Ernst (gem. Epe) plaats had en waar ruim 1000 werd gestolen, is de politie een dievenbende op het spoor gekomen. Reeds vier personen zijn in hechtenis genomen. Door de Geldersche tram tusschen Sil- volde en Terborg zijn een jongen van 16 jaar uit Silvolde beide beenen afgereden, toen hij op de tram wilde springen. Op Zondag 3 Juni a.s. zal de eerw. heer A. S. Onderwijzer in de Ned. Isr. Hoofdsyna goge te Amsterdam worden geïnstalleerd tot opperrabijn van het ressort Noord-Holland. Een smokkelaar uit Lommei is door de wacht aan de Belgische grens doodgeschoten. Een brievenbesteller te Den Haag is be trapt op het stelen van brieven. Ten zijnen huize werden een aantal vermiste brieven ge vonden. Hij was vroeger al eens voor derge lijk feit ontslagen en onlangs weer aangesteld. Minister Rambonnet is gisteren tot na Pinksteren met een kort verlof vertrokken, dat hij te Wijhe zal doorbrengen. MARKTBERICHTEN. ALKMAAR, 25 Mei. Fabriekskaas Kleine f 78.le soort Edam. Commissie f 78,—s-. Boerenkaas, Kleine f 77,50, commissie f 74.—, middelbare f 73.—. Noteering der Sub-Sommissie der Kaas- vereeniging, le soort Edamm. fabr, f 78,— 'Aangevoerd 362 stapels, wegende 23725S Kilogram. Handel matig. ALKMAAR, 26 Mei. Aangevoerd 12 paar den f 150 a 400, 113 koeien en ossen f|120 a 400, 105 nucht. kalveren f 12.a 24. 638 magere schapen f 24.a f 43,0 vette id. f a 0, 579 lammeren f 10,a 18, 108 magere varkens f 18,— a 54.,135 big gen f 8.a 14.41 bokken en geiten f 4,— a 16,29 kleine bokjes f 1.30 a 2.50, boter per kop hoogste prijs f I.126, middel- prijs f 1.05 laagste prijs f 0.95, aange voerd 3728 kop, eieren f 8.50 a 9.per 100, eendeneieren f 0.— a 0.—, 0 vette kal veren a vette varkens a 0 et. AMS7BRDAM, 25 Mei. Btnnenl. Granen. Karwijzaacf\per 60 kilogram f 43, Bruine Mosterd per 70 K.G. f 112, Blauwmaanzaad per 50 K.G. f 49, Gele Mosterd per 70 K.G- f 112. BIEMSTER, FÜRMEREND M OMSTRE KEN, 25 Mel. SplAazfe f 0.51 a 0.88 per dubb. mand, raapstelen f 0.— a 0.— per 109 bos, rabarber f 6.40 a 12.90 per 100 boe, prei f a per 100 bos. Sla f 1.60 a 2.60 per 100 krop. ZWAAG, 25 Mei. Veiling „Bangert en Omstreken". De prijzen waren heden voor Sla 1t, wortelen 6-—6J, rabarber 6—10, spinazie 2—4}, aardbeien 46 per stuk, radijs 8}—0, bloemkool 1J—18, asperges 48—60 per bos. HOORN, 26 Mei. Tarwe f 0^0 rogge a fgerst f a haver f a witte erwten f a groene dito fa .grauwe f a vale f a bruine boonen f a karweizaad f 42. a 43.mosterdzaad f 7 6.a 79.—. 8 Paarden f 200 a 700, 16 koeien f 250 a 350, 457 schapen f 30 a 42, lammeren ft a 695 kalveren f 8 a 19, 14 var kens f 10 a 20, 0 zeugen f a 133 biggen f 8.a 13.0 kippen f 0 aO. kipeiren f 8.50 a 9.-**, eendeteren f O»— a 0,- 2234 kop boter f 10.25 a 11.25. in mil

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1917 | | pagina 9