DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
HET VIJFDE RAD
No» 168
d en negmMon&o Jaargang.
1911.
VRIJDAG 20 JULI.
FEUILLBTOH.
Abonnementsprijs per 3 maanden fUO. fLp. post f li04 AdYeftentjeprijsl2icL p. regel, groote letters naar plaatsruimte. Brieren fr. (LI. Boek- en Handetsdrnkkerlj lA HERlfls. COSTBR ZOON, Yoontam e 9. Telefnr. 3.
Ovor den abonnementsprijs wordt bl] vooruitbetaling beschikt. Bewijsnummers 5 cent.
Om twee redenen werd de redle van,' dën
nieuwen Duitsdien Rijkskanselier afgewadit
met een spanning, die eenig is ita de geschie
denis van dezen> oorlog. De eerste was de
belangstelling in zijn houding tegenover de
Veelbesproken vredesresolutie, elders in dit
blad in haar geheel opgenomen. Welnu, de
houding van dien heer Michaëlis tegenover
deze resolutie was niet ongunstig. Hij ging
accoord met de er in uitgedrukte oorlogisr
doeleinden „zooalfl hij die opvatte". En het
is nu die groote kwestie, hoe 's kanseliers op
vatting is van de passages, in de resolutie
voorkomende:
„De Rijksdag streeft naar een vrede docw
overeenstemming en naar een duurzame ver
zoening der volken.
„Met zUlk een vrede zijn afgedwongen ge
biedsuitbreiding, politieke, economische of
financiële overweldiging onvereenigbaar."
Eb, zeilde imera in zijn r.de:
„Wanneer wij vrede siuiten, moeten wij
in de eerste plaats berdken, dat dB grenzen
van het Dmtsche rijk voor alie tijden zijn
verzekerd."
En die verzekering der grenzen is, in het
oog van veie Duitschera nog steeds een be
zetten der Belgische Maaslinie en van de
Westelijke provincies van Rusland, hetgeen
dus wèl op een „afgedwongen gebiedsuit
breiding" zou neerkomen. Het is niet duide
lijk uit de red gebleken, dat de kanselier dB
grenzen var het Duitsche rijk meent te kun
nen verzekeren zonder deze strategische an
nexaties en voor de conservatieven kan dit de
stroohalm zijn, waaraan ze zich vastklam
pen, na het met groote meerderheid door
den Rijksdag aannemen van de vredearesolur
tie, waartegen ze zich tot op het laatste
oogenblik met hand en tand hebben verzet.
Echter, aan het einde van zijn rede deed de
rijkskanselier een „nieuw geluid" hooren
in de volgende woorden: Wat wij wen-
schen te bereiken is een nieuw Duitsch-
land, niet een Duitschland dat de we
reld met wapengeweld terroriseert, maar een
zedelijk gelouterd, godvruchtig, vrij, mach
tig Duitschland, dat wij allen liefhebben,
waarvoor onze broeders in het buiten Land
hun bloed vergieten en sterven. Voor dit
Duitschland zullen wij strijden, allen vijan
den ten trots.
Dit gaat iin tegen de Pruisische mi'litairis-
tische idee, en doet uit den mond van
buitschland's politiekcn leider weldadig aan.
Nu de vredelievende gezindheid van de
meerderheid in den Rijksdag door het aan
nemen der resolutie tot uiting is gekomen,
dringt zich dadelijk de tweede brandende
vraag op, waarom de rede van gisteren met
zooveel spanning is tegemoet gezien: „Hoe
zal de houding zijn van' de regeering tegen
over dezen Rijksdag, inet zijn resolutie, met
andere woorden, tegenover het parlementaire
stelsel?" Ook hieromtrent heeft de rede, ver-
Heron Maxwell
83)
„Natuurlijk wist Lawson er niet» van dat
het meisje een zeeman lot aanbidder had. Dat
Is in 't geheel niet gebleken bij het onderzoek
cn misschien zal hij het nooit te weten komen
ook, want zijn naam is ook onder dB gemisten.'
Lord Brismain glimlachte rirnmig. „Wordt
hij ook vermist? Zoo, dan hoop ik nat hij
nooit gevonden wordt het is net verdiende
loon voor den schrceuwerigen gek als hij ver
dronken is. Wat ie nu te dioen hebt. Pridham.
is, er bij de autoriteiten op aan te dringen, dat
liet spoor van dien matroos gevolgd wordt. Ik
ga vanavond naar de stad om beter in de ge
leenheid te wezen- informaties in te winnen
omtrent zijn armen jongen."
Hij stond stijf op en stak zijn hand uit.
„En uw dochter, hoe maakt zij het?" vroeg
Pridham beleefd.
„Sallie is naar Zwitserland ze vindt het
hier te saai naar haar smaak en daar uw
"eon Laurence op nonactiviteit gesteld was,
om zoo te zeggen veronderstel ik dat er
en reden voor haar was om hier alleen met
mij te blijven
Mr. Pridham had ook dingen, die hij voor
zich hield en hij vertelde niet aan Sallie's
vader, dat hij het zelfzuchtig en onhartelijk
van haar and, zich zoo weinig van de ziekte
van Laurie aan te trekken. Hij zei alleen„Ze
zal zeker dadelijk terug komen als ze van de
ramp hoont, die haar broer 1st overkomen-"
„Neen, dat zal ze niet I Het zal Sallie niet
zoo heel erg ongelukkig tnaken. Sallie is een
re van een besliste zekerheid te geven, de
zaak min of meer in het midden gelaten, de
kanselier immers zeide:
„Ik houd het voor nutig en noodzakelijik,
dat tusschen de groote partijen en de regee
ring nauwere voeling kome dan tot dusver
het geval is geweest en ik ben bereiid op
grond van het karakter van bondsstaat, dat
het rijk draagt, alles te dloen wat mogelijk is,
otn een dergelijke samenwerking te bevorde
ren. Ik acht het ook wenschelijk, dat de ver
trouwelijke verhouding tusschen parltement
en regeering daardoor nauwer wordt en dat
mannen op leidende posten worden be
noemd, die het volle vertrouwen.' genieten van
de groote partijen iln de volksvertegenwoor
diging.
„Gelijk vanzelf spreekt is dit alles slechts
mogelijk, indien van de andere zijde wordt
vooropgesteld, dat het grondwettige recht
van de leiaers van het rijk om in de politiek
den toon aan te geven, niet wordt geschaad.
„Ik ben niet van zins mij de leiding uit
de handen te laten nemen."
Deze woorden geven geen uitzicht op een
parlementair stelsel, zooals we dlat van die
meer democratische landen van- Europa ken
nen, waar die regeering de goedkeuring der
volksvertegenwoordiging behoeft om te kün-
nen regeeren, doch een tegemoetkoming be
ttekenen ze al wel, misschien' een geleidelij
ken overgang tot de, voor Duitschland,
nieuwe denkbeelden.
Over het optreden van den heer Michaëlis
meenan we, volgen» de thans beschikbare ge-
gegevens overigens te kunnen zeggen, dat hiji
eenen eenigszins tastende en tegemoetko
mende houding zoowel naar links als naar
rechts heeft aangenomen, dat hij links wilde
doen inzien, dat het ia zijn eischen te ver
ging, en rechts, dalt het zijn tegenstand
tegen sommige dier eischen niet behoorde
houden kan.
Men debatteert er in Duitschland nog
steeds over hoe het met de beide vroegere
medewerkers van von Bethmanm Hoilweg,
de staatssecretarissen Zimmermann (buiteniL
zaken) en Helfferich (binnenl. zaken) zal
gaan. Tot nu toe zijn beiden nog niet afgetre
den, het heette onlangs, dlat de heer Zimmer
mann zou heengaan, en dat dan de heer Helf
ferich zijn portefeuille zou overnemen. Nu
kamt evenwel de Vossisehe Zeitumg met het
min of meer onrustbarende bericht, dat men
voornemens is den staatssecretaris Zimmer
mann voorloopig de leiidiug van dit departe
ment op te dragen, wijl eene persoonsver
wisseling juist .thans niet gewenscht zou zijn,
daar de gebeurtenissen, die thans ini Neder
land plaats grijpen, de ernstige aandacht en
een onverwijld handelen vanwege onze poli
tiek vereischen.
Waar dit op slaat, is niet heel duidelijk
Vreest men in Duitschland een niet door-
meisje, dat zich bijzonder goed schikt in de
omstandigheden en' als ze zich amuseert dan
zal ze zeggen„Waartoe zou het dienen weg
te loopen omdat Theodoor gemist wordt? Hij
zal heel waarschijnlijk weer veilig voor den
dag komen."
„Zij is een wijsgeer. Ik hoop, dat ze gelijk
heeft Lord Brismain."
Zij
Theo
liepen de hall door, daar kwamen ze
tegen, bleek met
van het schreien. Zij hai
bezoek
;ezwollen oogleden
tehoord, dat Lord
Brismain een bezoek was komen brengen bij
haar vader en zij wachtte hem op. Nu liep
zij hem haastig tegemoet ca klemde zich vast
aan zijn arm.
„O Lord Brismain, het is toch niet waar?
Hu is toch niet omgekomep bij1 de schipbreuk
Zij kon niet verder spreken', de tranen rolden
haar uit de overvolle oogen.
Lord Brismain hield van het vroolijke meis
je met de roode wangen, dat hem altijd zoo
vrijmoedig tegemoet was getreden. Hij nam
haar hand tusschen de zijne en klopte er
vriendelijk op.
„Kom, kom, je moet je oogen niet bederven
met schreien om Theodoor. Hij1 is als de
spreekwoordelijke penning en komt zeker
terug. En jij zult een van de eersten zijn die
het hoort, want ik zal direct bericht zenden
zoodra ik iets van hem hoor."
En daarop reed hij weg en deze gedachte
vooral vervulde hem: alweer een meisje, dat
haar hart breekt voor Tubby drie meisjes
allemaal verliefd op hem'} het vermoorde
meisje, de gouvernante en de kleine Theo
Pridham. Die jonge deugniet 1 Hij moest te
vreden zijn met één tegelijk. En die kolonel
Hawkins, die dat bevel had gegeven tot in
hechtenisneming van Tubby hij verdiende
doodgeschoten te worden en Lord Bris
main verzekerde zichzelf onder eede dat hij
hem dat eens zeggen zou.
tastend- genoeg optreden onzerzijds inzake
de schending onzer neutraliteit door dë En-
gelSchen bij Bergen? Of zijn er moeiëlijkhe-
dten gerezen, veroorzaakt door de in- en uit-
voorpolitiek onzer regeering? Het zinnetje
van de Vossisehe Zeitung draagt een eenigSr
zins dreigend karakter, maar we kunnen om
trent dte strekking ervan ons slechts in gissin
gen verdiepen en zullen goed' doen, het niet
hl te ernstig op te nemen.
Over den verwarden toestand in Rusland
vinden onze lezers elders in dit blad een en
ander medegedeeld. Volgens een later be
richt heeft de Russische minister van justitie,
de heer Pereverzef, zijn ontslag moeten in
dienen op den wensch van den Raad van Ar
beiders en Soldaten, daar déze raad de door
den minister aan dë pers gegeven publica
ties inzake het verraad van- Lenin voorbarig
en nog niet ten volle door de aan het licht
gebrachte feiten gedekt achtte. Een feit, dat
weer eens het licht werpt op de eigenaardige
positie, waarin1 het kabinet zich bevindt, te
genover den mcderegeercnden raad van ar
beiders en soldaten.
Wat den militairen toestand betreft, de Rus
sen hebben een gevoeligen klap gehad!, zoo
als reeds Dr. Michaëlis gistermiddag in den
Rijksdag mededeelde en' het later verschenen
Duitsche Legerbericht bevestigt. In de stredk
van Zloczöw, aan het noordeinde van dern
Russische aanvalssector een 25 K.M. ten
Noorden van Konioechy nog, zouden de
Duitschera over een breed front zijn door
gebroken. Nadere bijzonderheden ontbreken
nog, maar zoo men hier werkelijk met een
strategischen doorbraak te doen heeft en
niet de verovering van enkele rijen loopgra
ven, hetgeen tegenwoordig ook al gauw als
„doorbraak" verheerlijkt wordt dan kan
dit zeer ingrijpende gevolgen hebben voor
den strijd in Oost-Galicië, de Boekowina en)
Wülhynië. De Duitschera zijn juist vanuit de
saillant in de Russische linie, ontstaan door
dat op dit punt dB, ten Noorden en ten Zuil
den ervan vooruitrukkende legers van gene
raal Broessilof in het zomeroffensief van' het
vorige jaar geen noemenswaardige ter
reinwinst konden behalen, hun aanval be
gonnen. Een doorbraak welke zij geheel
kunnen „uitbuiten", zou tengevolge hebben,
dat zoowel in het Zuiden Oost-Galicië en dB
Boekowina (Tsemowitz), als in het Noorden
Wolhynië (Loetsk en Doebna), weer in hun
ne handen terug vielen, nadat de Russen
deze streken een jaar bezet hadden. Dit alles
is echter alleen mogelijk, indien de door
braak bij' ZlOczow werkelijk een dóórbraak
zal blijken te zijn en de Centralen dan bo
vendien voldoende troepen hebben, om hun
succes voort te zettten En dit laatste 'S nog
zoo zeker nietl
Aan het Westelijk front golft de loopgra-
venstrijd heen en weer, terwijl in Vlaanderen
de artillerieslag voortduurt, welke de voor
bode kan zijn van een, waarschijnlijk te laat
HOOFDSTUK XXXII.
Harten is troef en ge wint, twee en dertig
punten optellend1 met trekken en honours.
De lange afgrijselijke nacht ging voorbij
en de dageraad 'drong langzaam door dien
dikken mist en vertoonde alleen de groote
uitgestrektheid wateren rondom de eenzame
sloep. Het was ten laatste een verlichtte,
niet langer in duisternis gehuld te zijn, e
kaars gezicht weer te kunnen zien, terwijl
ook dë stemmen minder gedempt klonken.
Gedurende al die uren van gevaar had Fe-
geva
licla gezeten met de kleine Evan stevig in
haar armen. Het was een zekeren troost de
aanraking te gevoelen van het warme, kleine
lichaampje tegen zich aan en ofschoon het
kind eerst gegild had en zich in woesten
angst tegen haar aan had1 geklemd, snikte zij
zich later, uitgeput van 't schreien, in slaap,
met het eene hemdje nog tegen haar wang
gedrukt. Eén van de mannen' sloeg een jas
om Felicia en het slapende kind heen', dit
gaf haar in haar dun zomerkleedje eenige be
schutting tegen den doordringend vochtigen
zeemist. Die sombere zwarte nacht was voor
Felicia het eergste geweest van wat zij te
verduren had gehad; als er een schijnsel van
sterrenlicht boven1 hun hoofd was geweest, of
lichtgevende golven om de duisternis te ver
breken, die zwaar op de zintuigen drukte,
zou de ellende van hun toestand verminderd
zijn, hulpeloos als zij waren overgeleverd
aan de genade van de zee vijftien perso
nen in een kleine boot. Gelukkig was er wind
stilte, zoodat de boot veilig voortdanste op
de lange deinende golven van den Atlanti-
scben Oceaan. Al dë mannen die roeien kon
den namen de riemen beurtelings ter hand en
eens slechts kon Fee in een oogwenk de ge
zichten onderscheiden van hen het dichtst
bij: haar zaten, toen' een hunner een lucifer
komend, offensief der Engelschen.
Ook aan het Italiiaansche front neemt de ar
tillerie-activiteit iets toe
DIITS CJLIXAKD.
DE REDE VAN DEN RIJKSKANSE
LIER.
Gisteren heeft dr. Michaëli9 zijn rede in
den Rijksdag gehouden, welke hij aldus aan
ving:
„Nadat de keizer mij tot rijkskanselier
heeft benoemd, heb ik heden voor de eerste
maal de eer met het hooge Huis in verbin
ding te treden. In een ernstigen tijd is mij
een loodzware last op de schouders gelegd.
Vertrouwend op God en op de Duitsche
kracht heb ik net gewaagd en zal nu de
Duitsche zaak dienen met de uiterste toewij
ding. Van u verzoek ik alle mogelijke mede
werking en vertrouwen in den geest, die in
dqzen kring tijdens den oorlog zoo schitte-
erend tot uiting is gekomen."
Voortgaande betreurde spr. de vijandschap
en de felle kritiek, op zijn voorganger dik
werf uitgebracht en verklaarde dat hij, in
dien hij niet vast geloofde in de gerechtig
heid der Duitsche zaak, het kanselierschap
niet op zich zou hebben genomen. Herinne
rende aan het ontstaan van den oorlog, zeide
Dr. Michaëlis, dat de heimelijke mobilisatie
van Rusland een groot gevaar voor Duitsch
land beteekende. Aan een conferentie deelne
men terwijl die toebereidselen voortgingen,
ware een politieke zelfmoord geweest.
„Ofschoon", zoo zeide de Rijkskanselier,
„de Engelsche staatslieden wisten; gelijk uit
hun blauwboek blijkt, dat de mobilisatie van
Rusland tot een oorlog met Duitschland
moest leiden, hebben zij geen waarschuwend
woord tot Rusland gericht. Mijn ambts
voorganger daarentegen heeft in zijn in
structie van 29 Juli 1914 aan den Duitschen
gezant te Weenen opdracht gegeven te zeg
gen: „wij vervullen gaarne onzen' bonds-
plicht, maar wij moeten weigeren ons door
O.-H., indien dat onze raadgevingen in den
wind mocht slaan, in een wereldoorlog te la
ten betrekken." Zoo schrijft geen man die
een wereldoorlog wil ontketenen, zoo schrijft
een man die voor den vrede strijdt, die er
tot het uiterste voor heeft gestreden.
„De opmarsch van de Russische leger*
heeft Duitschland gedwongen naar het
zwaard te grijpen. Wij haddien geen andere
keus. En wat voor den oorlog zeil geldt,
geldt ook voor onze wapenen, met name voor
het onderzeeërswapen.
Hierna volgde een betoog dat Engelands
politiek Duitschland gedwongen had, dit
wapen ter hand te nemen. De resultaten van
den onderzeeëreoorlog waren buiten twijfel
gunstig en overtroffen de verwachtingen, be
halve van enkele voorspellers, die er een ein
de van den oorlog op een bepaalden tijd van
verwachtten en nu oordeelden dat dit te lang
uitbleef.
Hierna bracht Dr. Michaëlis dank aan de
troepen aan alle fronten, te water en te land,
in ue lucht cn onder het oppervlak der zee
en ging vervolgens kortelings na, wat In drie
oorlogsjaren volbracht was De militaire
toestand oordeelde de kanselier gunstig, in
het Westen waren de groote voorjaarsoffen-
sicvenmislukt, het Russische offensief naar
Lemberg cn de olieputten van Drohobytsj
had ook weinig kunnen uitrichten en spr. nad
een half uur te voren een telegram van veld
maarschalk von Hindenburg ontvangen van
den volgenden inhoud:
„Door het Russische offensief in Galicië
uitgetart, is daar heden een krachtige aan-
afstreek om zijn pijp op te steken en dte door-
;af aan zijn metgezellen, om er eveneens ge-
ruik van te maken. De man die het bevel
voerde op de boot, was toen echter zoo wijs
verdere buitensporigheden te verbieden. Zij
moesten zuinig zijn met hetgeen ze nog over
hadden, lucifers en tabak een bezitting te
kostbaar om er roekeloos raee om te gaan.
Eén van de matrozen had een flesch bran
dewijn bij zich. maar allen waren het er
over eens, den kostbaren drank niet aan tc
roeien voordat de uiterste nood hen daartoe
dwong Zij waren bereid een uitzondering te
maken ten gun®te van de eenige vrouw ondër
hen. „Oeef de jonge dame een paar drup
pels om haar in leven te houden," had dë
eigenaar van de flesch gezegd toen Fee her
steld was van den slag op haar hoofd, die
haar versuft had, maar zij had bedankt van
zijn aanbod gebruik te maken.
„Ik werk in 't geheel niet ik zit maar
6til. Ik heb het minder noodig dan een van
de anderen. Daarenboven een vrouw heeft
meer uithoudingsvermogen dan een man, zoo
als u weet, wanneer het er op aankomt het
zondër eten en drinken te moeten1 doen."
'Bij den gloed van het verkwiste lucifer-
Vlammetje ïiad zij even Tubby kunnen onder
scheiden, krachtig een' roeiriem hanteerende.
Hij had te Eton veel aan watersport gedaan,
maar op de Theems roeien was wel iets heel
anders dan dit.
Felicia, dë kleine Eva, Theodor Mauleve-
rer en een jongmensch, dat tusschendeks mee
reisde op de Lausanne, waren de eenige pas
sagiers, die gered waren in deze sloep, be
halve de victualiemeester, drie stokers en ze
ven' matrozen. Van tijd tot tijd ving Fee ge
deelten der gesprekken' op dier mannen en
•daaruit vernam zij, dat hun boot op één na
de laatste was geweest die het zinkende schip
bad verlaten.
„Ik heb den kapitein en Mr. Hudson over
val begonnen. Onder de persoonlijke leiding
van generaal veldmaarschalk prins Leopold
van Beieren hebben de Duitsche troepen, ge
steund door O.-H. troepen, de Russische stel
lingen bij Zloczow doorbroken" (geroep van
links: stemmingmakerijI onrust en geroep:
bah!) De voordeelen door generaal Broessi
lof behaald zijn dus weder teniet gedaan."
Het Macedonische front staat, ondanks
Griekenlands deelname aan den oorlog, vast,
en zelfs een elfde Isonzoslag kan Italië
Triest niet bezorgen.
In den Kaukasus, Mesopotamiê en Pa
lestina is de strijd wegens het jaargetijde ge
staakt. Als hij weer opvlamt, dan zullen de
vijanden het Turksche leger opnieuw uitge
rust en vol vertrouwen vinden.
Ook Amerika's deelname aan den oorlog
baarde geen grooter zorg, daar Hanlr zij
den onderzeëersoorlog de scheepsruimte ont
breken zal om de Amerikaansche legers over
te brengen en te onderhouden.
Komende tot de vredeskwestie, trpfdp de
Rijkskanselier het volgende:
„Toch brandt in alle harten de vraag, hoe
lang de oorlog nog moet duren. Ik kom
hiermee tot datgene wat bovenal de belang
stelling gespannen houdt, het kernpunt van
onze huidige besprekingen. Duitschland
heeft den oorlog niet gewild, het streefde niet
naar gewelddadige uitbreiding zijner macht.
Daarom zal het, als het een eervollen vrede
kan krijgen, den oorlog geen dag langer
voeren, alleen om met geweld veroveringen
te maken (hoort 1 hoort! bij de socialisten).
Voor ons is het in de eerste plaats plicht, dat
wij een vrede sluiten, die de gewenschte ge
volgen heeft.
„De huidige generaties en de toekomstige
geslachten moeten dezen tijd van oorlogsbe-
Eroevtog nog wel een eeuw lang in hef ge-
eugen bewaren als een schitterende tijd van
ongehoorde energie en vrijwillige opoffe
ringsgezindheid van ons volk en ons leger.
(Levendige bijval).
„Een volk van nog geen 70 millioen, dat
zich, zij aan zij met zijn trouwe bondgenoo-
ten vóór de grenzen van zijn land met de
wapenen handhaaft tegen een veelvoudige
overmacht van volkenmassa's, heeft zijn on
overwinlijkheid bewezen. Hieruit volgen voor
mi) de oorlogsdoeleinden.
„In de eerste plaats is het vaderland9che
gebied onaantastbaar. Met een tegenstander
die rijksgebied cischt, kunnen wij niet onder
handelen.
„Wanner wij vredo sluiten moeten wi) In
de eerste plaats bereiken, dat de grenzen van
het Duitsche Rijk eens en voor altijd bevei
ligd worden (levendige toejuichingen), WIJ
moeten bij overeenkomst (bijval links, en in
het centrum) cn vergelijk de levensvoorwaar
den van het Duitsche Rijk op het vasteland
cn overzee waarborgen. De vrede moet den
grondslag voor een duurzame verzoening
der volken vormen (levendige bijval). HjJ
moet evenals dit in de resolutie is uitge
sproken, een verdergaande vijandschap der
volken door een economische boycot, voorko
men (bijval) cn er on9 voor behoeden, dat
liet wapenbondgenootxhnp van onze vijan
den zicli niet ontwikkelt tot een economisch
bondgenootschap tegen ons. Die doeleinden
kunnen binnen de grenzen van uwe resolutie,
zooals ik die opvat, worden bereikt (bravo).'
Aan het slot van zijn rede roerde Dr. Mi
chaëlis den economischen toestand aan,
waarover hij zeide:
„In breede kringen is de pijnlijke ervaring
opgedaan, dat tengevolge van de oorlogs
huishouding de betrekkingen tusschen de ste
delijke bevolking en de plattelandsbevolking
een verslechtering hebben ondergaan. Hierin
moet zonder mankeeren een verbetering wor
den gebracht. In de eerste plaats moeien wij
den landbouw er voor behoeden, dat de voor
raden die in het nieuwe rantsoeneeringsplan
voor den landbouw beschikbaar zijn gesteld
en dit vooral ook voor het vee zoo ge
ring zijn, dat het al van tevoren ia buitenge
sloten dat men er mee toekomt. Die fout is
het vorige jaar' gemaakt hetgeen gril
den kant zien glijden, juist toen wij afgezet
werden," zei een stom in de duisternis. „Ze
konden zich ternauwernood reddol
voordat de boot zonik."
Eerst was het jonge meisje zich nauwelijks
bewust geweest van wat er gebeurde: dj
wist alleen' dat zij zich voortbewogen iin de
duisternis. „Ze konden zich ternauwernood
meer redden voordat de boot zonk."
Eerst was het jonge meisje zich nauwelijks
bewust geweest van wat er gebeurde; zij
wist alleen' dat zij zich voortbewogen in de
duisternis, oneindig langen tijid naar het
haar toescheen en toen plotseling besefte zij
dat zij voortdreven op den' Atlantischen Oce
aan. Het kabbelen van 'het water tegen den
kant van de sloep, het schuim, dat van de
roeispanen op haar gezicht spatte, dat was
alles wat zij wist totdat zij Tubby's stem
hoorde, die haar vroeg hoe zij zich voelde en
haar smeekte den moed er to te houden."
„Wij zullen er best afkomen weet iel Wees
maar niet bang, Felicia! Als de dag aan
breekt zullen wij zeker opgepikt worden en
dan zal alles heerlijk wezen nu we van onzen
vriend Lawson af zijn."
Zij glimlachte in de duisternis, teen ze
zijn bekende temerige stem hoorde. Die kwam
haar zoo weinig passend! voor in hun tegen
woordige omstandigheden.
Wordt
A&HHAAISCI9 COURANT.