DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. HET VIJFDE RAD No» 168 d en negmMon&o Jaargang. 1911. VRIJDAG 20 JULI. FEUILLBTOH. Abonnementsprijs per 3 maanden fUO. fLp. post f li04 AdYeftentjeprijsl2icL p. regel, groote letters naar plaatsruimte. Brieren fr. (LI. Boek- en Handetsdrnkkerlj lA HERlfls. COSTBR ZOON, Yoontam e 9. Telefnr. 3. Ovor den abonnementsprijs wordt bl] vooruitbetaling beschikt. Bewijsnummers 5 cent. Om twee redenen werd de redle van,' dën nieuwen Duitsdien Rijkskanselier afgewadit met een spanning, die eenig is ita de geschie denis van dezen> oorlog. De eerste was de belangstelling in zijn houding tegenover de Veelbesproken vredesresolutie, elders in dit blad in haar geheel opgenomen. Welnu, de houding van dien heer Michaëlis tegenover deze resolutie was niet ongunstig. Hij ging accoord met de er in uitgedrukte oorlogisr doeleinden „zooalfl hij die opvatte". En het is nu die groote kwestie, hoe 's kanseliers op vatting is van de passages, in de resolutie voorkomende: „De Rijksdag streeft naar een vrede docw overeenstemming en naar een duurzame ver zoening der volken. „Met zUlk een vrede zijn afgedwongen ge biedsuitbreiding, politieke, economische of financiële overweldiging onvereenigbaar." Eb, zeilde imera in zijn r.de: „Wanneer wij vrede siuiten, moeten wij in de eerste plaats berdken, dat dB grenzen van het Dmtsche rijk voor alie tijden zijn verzekerd." En die verzekering der grenzen is, in het oog van veie Duitschera nog steeds een be zetten der Belgische Maaslinie en van de Westelijke provincies van Rusland, hetgeen dus wèl op een „afgedwongen gebiedsuit breiding" zou neerkomen. Het is niet duide lijk uit de red gebleken, dat de kanselier dB grenzen var het Duitsche rijk meent te kun nen verzekeren zonder deze strategische an nexaties en voor de conservatieven kan dit de stroohalm zijn, waaraan ze zich vastklam pen, na het met groote meerderheid door den Rijksdag aannemen van de vredearesolur tie, waartegen ze zich tot op het laatste oogenblik met hand en tand hebben verzet. Echter, aan het einde van zijn rede deed de rijkskanselier een „nieuw geluid" hooren in de volgende woorden: Wat wij wen- schen te bereiken is een nieuw Duitsch- land, niet een Duitschland dat de we reld met wapengeweld terroriseert, maar een zedelijk gelouterd, godvruchtig, vrij, mach tig Duitschland, dat wij allen liefhebben, waarvoor onze broeders in het buiten Land hun bloed vergieten en sterven. Voor dit Duitschland zullen wij strijden, allen vijan den ten trots. Dit gaat iin tegen de Pruisische mi'litairis- tische idee, en doet uit den mond van buitschland's politiekcn leider weldadig aan. Nu de vredelievende gezindheid van de meerderheid in den Rijksdag door het aan nemen der resolutie tot uiting is gekomen, dringt zich dadelijk de tweede brandende vraag op, waarom de rede van gisteren met zooveel spanning is tegemoet gezien: „Hoe zal de houding zijn van' de regeering tegen over dezen Rijksdag, inet zijn resolutie, met andere woorden, tegenover het parlementaire stelsel?" Ook hieromtrent heeft de rede, ver- Heron Maxwell 83) „Natuurlijk wist Lawson er niet» van dat het meisje een zeeman lot aanbidder had. Dat Is in 't geheel niet gebleken bij het onderzoek cn misschien zal hij het nooit te weten komen ook, want zijn naam is ook onder dB gemisten.' Lord Brismain glimlachte rirnmig. „Wordt hij ook vermist? Zoo, dan hoop ik nat hij nooit gevonden wordt het is net verdiende loon voor den schrceuwerigen gek als hij ver dronken is. Wat ie nu te dioen hebt. Pridham. is, er bij de autoriteiten op aan te dringen, dat liet spoor van dien matroos gevolgd wordt. Ik ga vanavond naar de stad om beter in de ge leenheid te wezen- informaties in te winnen omtrent zijn armen jongen." Hij stond stijf op en stak zijn hand uit. „En uw dochter, hoe maakt zij het?" vroeg Pridham beleefd. „Sallie is naar Zwitserland ze vindt het hier te saai naar haar smaak en daar uw "eon Laurence op nonactiviteit gesteld was, om zoo te zeggen veronderstel ik dat er en reden voor haar was om hier alleen met mij te blijven Mr. Pridham had ook dingen, die hij voor zich hield en hij vertelde niet aan Sallie's vader, dat hij het zelfzuchtig en onhartelijk van haar and, zich zoo weinig van de ziekte van Laurie aan te trekken. Hij zei alleen„Ze zal zeker dadelijk terug komen als ze van de ramp hoont, die haar broer 1st overkomen-" „Neen, dat zal ze niet I Het zal Sallie niet zoo heel erg ongelukkig tnaken. Sallie is een re van een besliste zekerheid te geven, de zaak min of meer in het midden gelaten, de kanselier immers zeide: „Ik houd het voor nutig en noodzakelijik, dat tusschen de groote partijen en de regee ring nauwere voeling kome dan tot dusver het geval is geweest en ik ben bereiid op grond van het karakter van bondsstaat, dat het rijk draagt, alles te dloen wat mogelijk is, otn een dergelijke samenwerking te bevorde ren. Ik acht het ook wenschelijk, dat de ver trouwelijke verhouding tusschen parltement en regeering daardoor nauwer wordt en dat mannen op leidende posten worden be noemd, die het volle vertrouwen.' genieten van de groote partijen iln de volksvertegenwoor diging. „Gelijk vanzelf spreekt is dit alles slechts mogelijk, indien van de andere zijde wordt vooropgesteld, dat het grondwettige recht van de leiaers van het rijk om in de politiek den toon aan te geven, niet wordt geschaad. „Ik ben niet van zins mij de leiding uit de handen te laten nemen." Deze woorden geven geen uitzicht op een parlementair stelsel, zooals we dlat van die meer democratische landen van- Europa ken nen, waar die regeering de goedkeuring der volksvertegenwoordiging behoeft om te kün- nen regeeren, doch een tegemoetkoming be ttekenen ze al wel, misschien' een geleidelij ken overgang tot de, voor Duitschland, nieuwe denkbeelden. Over het optreden van den heer Michaëlis meenan we, volgen» de thans beschikbare ge- gegevens overigens te kunnen zeggen, dat hiji eenen eenigszins tastende en tegemoetko mende houding zoowel naar links als naar rechts heeft aangenomen, dat hij links wilde doen inzien, dat het ia zijn eischen te ver ging, en rechts, dalt het zijn tegenstand tegen sommige dier eischen niet behoorde houden kan. Men debatteert er in Duitschland nog steeds over hoe het met de beide vroegere medewerkers van von Bethmanm Hoilweg, de staatssecretarissen Zimmermann (buiteniL zaken) en Helfferich (binnenl. zaken) zal gaan. Tot nu toe zijn beiden nog niet afgetre den, het heette onlangs, dlat de heer Zimmer mann zou heengaan, en dat dan de heer Helf ferich zijn portefeuille zou overnemen. Nu kamt evenwel de Vossisehe Zeitumg met het min of meer onrustbarende bericht, dat men voornemens is den staatssecretaris Zimmer mann voorloopig de leiidiug van dit departe ment op te dragen, wijl eene persoonsver wisseling juist .thans niet gewenscht zou zijn, daar de gebeurtenissen, die thans ini Neder land plaats grijpen, de ernstige aandacht en een onverwijld handelen vanwege onze poli tiek vereischen. Waar dit op slaat, is niet heel duidelijk Vreest men in Duitschland een niet door- meisje, dat zich bijzonder goed schikt in de omstandigheden en' als ze zich amuseert dan zal ze zeggen„Waartoe zou het dienen weg te loopen omdat Theodoor gemist wordt? Hij zal heel waarschijnlijk weer veilig voor den dag komen." „Zij is een wijsgeer. Ik hoop, dat ze gelijk heeft Lord Brismain." Zij Theo liepen de hall door, daar kwamen ze tegen, bleek met van het schreien. Zij hai bezoek ;ezwollen oogleden tehoord, dat Lord Brismain een bezoek was komen brengen bij haar vader en zij wachtte hem op. Nu liep zij hem haastig tegemoet ca klemde zich vast aan zijn arm. „O Lord Brismain, het is toch niet waar? Hu is toch niet omgekomep bij1 de schipbreuk Zij kon niet verder spreken', de tranen rolden haar uit de overvolle oogen. Lord Brismain hield van het vroolijke meis je met de roode wangen, dat hem altijd zoo vrijmoedig tegemoet was getreden. Hij nam haar hand tusschen de zijne en klopte er vriendelijk op. „Kom, kom, je moet je oogen niet bederven met schreien om Theodoor. Hij1 is als de spreekwoordelijke penning en komt zeker terug. En jij zult een van de eersten zijn die het hoort, want ik zal direct bericht zenden zoodra ik iets van hem hoor." En daarop reed hij weg en deze gedachte vooral vervulde hem: alweer een meisje, dat haar hart breekt voor Tubby drie meisjes allemaal verliefd op hem'} het vermoorde meisje, de gouvernante en de kleine Theo Pridham. Die jonge deugniet 1 Hij moest te vreden zijn met één tegelijk. En die kolonel Hawkins, die dat bevel had gegeven tot in hechtenisneming van Tubby hij verdiende doodgeschoten te worden en Lord Bris main verzekerde zichzelf onder eede dat hij hem dat eens zeggen zou. tastend- genoeg optreden onzerzijds inzake de schending onzer neutraliteit door dë En- gelSchen bij Bergen? Of zijn er moeiëlijkhe- dten gerezen, veroorzaakt door de in- en uit- voorpolitiek onzer regeering? Het zinnetje van de Vossisehe Zeitung draagt een eenigSr zins dreigend karakter, maar we kunnen om trent dte strekking ervan ons slechts in gissin gen verdiepen en zullen goed' doen, het niet hl te ernstig op te nemen. Over den verwarden toestand in Rusland vinden onze lezers elders in dit blad een en ander medegedeeld. Volgens een later be richt heeft de Russische minister van justitie, de heer Pereverzef, zijn ontslag moeten in dienen op den wensch van den Raad van Ar beiders en Soldaten, daar déze raad de door den minister aan dë pers gegeven publica ties inzake het verraad van- Lenin voorbarig en nog niet ten volle door de aan het licht gebrachte feiten gedekt achtte. Een feit, dat weer eens het licht werpt op de eigenaardige positie, waarin1 het kabinet zich bevindt, te genover den mcderegeercnden raad van ar beiders en soldaten. Wat den militairen toestand betreft, de Rus sen hebben een gevoeligen klap gehad!, zoo als reeds Dr. Michaëlis gistermiddag in den Rijksdag mededeelde en' het later verschenen Duitsche Legerbericht bevestigt. In de stredk van Zloczöw, aan het noordeinde van dern Russische aanvalssector een 25 K.M. ten Noorden van Konioechy nog, zouden de Duitschera over een breed front zijn door gebroken. Nadere bijzonderheden ontbreken nog, maar zoo men hier werkelijk met een strategischen doorbraak te doen heeft en niet de verovering van enkele rijen loopgra ven, hetgeen tegenwoordig ook al gauw als „doorbraak" verheerlijkt wordt dan kan dit zeer ingrijpende gevolgen hebben voor den strijd in Oost-Galicië, de Boekowina en) Wülhynië. De Duitschera zijn juist vanuit de saillant in de Russische linie, ontstaan door dat op dit punt dB, ten Noorden en ten Zuil den ervan vooruitrukkende legers van gene raal Broessilof in het zomeroffensief van' het vorige jaar geen noemenswaardige ter reinwinst konden behalen, hun aanval be gonnen. Een doorbraak welke zij geheel kunnen „uitbuiten", zou tengevolge hebben, dat zoowel in het Zuiden Oost-Galicië en dB Boekowina (Tsemowitz), als in het Noorden Wolhynië (Loetsk en Doebna), weer in hun ne handen terug vielen, nadat de Russen deze streken een jaar bezet hadden. Dit alles is echter alleen mogelijk, indien de door braak bij' ZlOczow werkelijk een dóórbraak zal blijken te zijn en de Centralen dan bo vendien voldoende troepen hebben, om hun succes voort te zettten En dit laatste 'S nog zoo zeker nietl Aan het Westelijk front golft de loopgra- venstrijd heen en weer, terwijl in Vlaanderen de artillerieslag voortduurt, welke de voor bode kan zijn van een, waarschijnlijk te laat HOOFDSTUK XXXII. Harten is troef en ge wint, twee en dertig punten optellend1 met trekken en honours. De lange afgrijselijke nacht ging voorbij en de dageraad 'drong langzaam door dien dikken mist en vertoonde alleen de groote uitgestrektheid wateren rondom de eenzame sloep. Het was ten laatste een verlichtte, niet langer in duisternis gehuld te zijn, e kaars gezicht weer te kunnen zien, terwijl ook dë stemmen minder gedempt klonken. Gedurende al die uren van gevaar had Fe- geva licla gezeten met de kleine Evan stevig in haar armen. Het was een zekeren troost de aanraking te gevoelen van het warme, kleine lichaampje tegen zich aan en ofschoon het kind eerst gegild had en zich in woesten angst tegen haar aan had1 geklemd, snikte zij zich later, uitgeput van 't schreien, in slaap, met het eene hemdje nog tegen haar wang gedrukt. Eén van de mannen' sloeg een jas om Felicia en het slapende kind heen', dit gaf haar in haar dun zomerkleedje eenige be schutting tegen den doordringend vochtigen zeemist. Die sombere zwarte nacht was voor Felicia het eergste geweest van wat zij te verduren had gehad; als er een schijnsel van sterrenlicht boven1 hun hoofd was geweest, of lichtgevende golven om de duisternis te ver breken, die zwaar op de zintuigen drukte, zou de ellende van hun toestand verminderd zijn, hulpeloos als zij waren overgeleverd aan de genade van de zee vijftien perso nen in een kleine boot. Gelukkig was er wind stilte, zoodat de boot veilig voortdanste op de lange deinende golven van den Atlanti- scben Oceaan. Al dë mannen die roeien kon den namen de riemen beurtelings ter hand en eens slechts kon Fee in een oogwenk de ge zichten onderscheiden van hen het dichtst bij: haar zaten, toen' een hunner een lucifer komend, offensief der Engelschen. Ook aan het Italiiaansche front neemt de ar tillerie-activiteit iets toe DIITS CJLIXAKD. DE REDE VAN DEN RIJKSKANSE LIER. Gisteren heeft dr. Michaëli9 zijn rede in den Rijksdag gehouden, welke hij aldus aan ving: „Nadat de keizer mij tot rijkskanselier heeft benoemd, heb ik heden voor de eerste maal de eer met het hooge Huis in verbin ding te treden. In een ernstigen tijd is mij een loodzware last op de schouders gelegd. Vertrouwend op God en op de Duitsche kracht heb ik net gewaagd en zal nu de Duitsche zaak dienen met de uiterste toewij ding. Van u verzoek ik alle mogelijke mede werking en vertrouwen in den geest, die in dqzen kring tijdens den oorlog zoo schitte- erend tot uiting is gekomen." Voortgaande betreurde spr. de vijandschap en de felle kritiek, op zijn voorganger dik werf uitgebracht en verklaarde dat hij, in dien hij niet vast geloofde in de gerechtig heid der Duitsche zaak, het kanselierschap niet op zich zou hebben genomen. Herinne rende aan het ontstaan van den oorlog, zeide Dr. Michaëlis, dat de heimelijke mobilisatie van Rusland een groot gevaar voor Duitsch land beteekende. Aan een conferentie deelne men terwijl die toebereidselen voortgingen, ware een politieke zelfmoord geweest. „Ofschoon", zoo zeide de Rijkskanselier, „de Engelsche staatslieden wisten; gelijk uit hun blauwboek blijkt, dat de mobilisatie van Rusland tot een oorlog met Duitschland moest leiden, hebben zij geen waarschuwend woord tot Rusland gericht. Mijn ambts voorganger daarentegen heeft in zijn in structie van 29 Juli 1914 aan den Duitschen gezant te Weenen opdracht gegeven te zeg gen: „wij vervullen gaarne onzen' bonds- plicht, maar wij moeten weigeren ons door O.-H., indien dat onze raadgevingen in den wind mocht slaan, in een wereldoorlog te la ten betrekken." Zoo schrijft geen man die een wereldoorlog wil ontketenen, zoo schrijft een man die voor den vrede strijdt, die er tot het uiterste voor heeft gestreden. „De opmarsch van de Russische leger* heeft Duitschland gedwongen naar het zwaard te grijpen. Wij haddien geen andere keus. En wat voor den oorlog zeil geldt, geldt ook voor onze wapenen, met name voor het onderzeeërswapen. Hierna volgde een betoog dat Engelands politiek Duitschland gedwongen had, dit wapen ter hand te nemen. De resultaten van den onderzeeëreoorlog waren buiten twijfel gunstig en overtroffen de verwachtingen, be halve van enkele voorspellers, die er een ein de van den oorlog op een bepaalden tijd van verwachtten en nu oordeelden dat dit te lang uitbleef. Hierna bracht Dr. Michaëlis dank aan de troepen aan alle fronten, te water en te land, in ue lucht cn onder het oppervlak der zee en ging vervolgens kortelings na, wat In drie oorlogsjaren volbracht was De militaire toestand oordeelde de kanselier gunstig, in het Westen waren de groote voorjaarsoffen- sicvenmislukt, het Russische offensief naar Lemberg cn de olieputten van Drohobytsj had ook weinig kunnen uitrichten en spr. nad een half uur te voren een telegram van veld maarschalk von Hindenburg ontvangen van den volgenden inhoud: „Door het Russische offensief in Galicië uitgetart, is daar heden een krachtige aan- afstreek om zijn pijp op te steken en dte door- ;af aan zijn metgezellen, om er eveneens ge- ruik van te maken. De man die het bevel voerde op de boot, was toen echter zoo wijs verdere buitensporigheden te verbieden. Zij moesten zuinig zijn met hetgeen ze nog over hadden, lucifers en tabak een bezitting te kostbaar om er roekeloos raee om te gaan. Eén van de matrozen had een flesch bran dewijn bij zich. maar allen waren het er over eens, den kostbaren drank niet aan tc roeien voordat de uiterste nood hen daartoe dwong Zij waren bereid een uitzondering te maken ten gun®te van de eenige vrouw ondër hen. „Oeef de jonge dame een paar drup pels om haar in leven te houden," had dë eigenaar van de flesch gezegd toen Fee her steld was van den slag op haar hoofd, die haar versuft had, maar zij had bedankt van zijn aanbod gebruik te maken. „Ik werk in 't geheel niet ik zit maar 6til. Ik heb het minder noodig dan een van de anderen. Daarenboven een vrouw heeft meer uithoudingsvermogen dan een man, zoo als u weet, wanneer het er op aankomt het zondër eten en drinken te moeten1 doen." 'Bij den gloed van het verkwiste lucifer- Vlammetje ïiad zij even Tubby kunnen onder scheiden, krachtig een' roeiriem hanteerende. Hij had te Eton veel aan watersport gedaan, maar op de Theems roeien was wel iets heel anders dan dit. Felicia, dë kleine Eva, Theodor Mauleve- rer en een jongmensch, dat tusschendeks mee reisde op de Lausanne, waren de eenige pas sagiers, die gered waren in deze sloep, be halve de victualiemeester, drie stokers en ze ven' matrozen. Van tijd tot tijd ving Fee ge deelten der gesprekken' op dier mannen en •daaruit vernam zij, dat hun boot op één na de laatste was geweest die het zinkende schip bad verlaten. „Ik heb den kapitein en Mr. Hudson over val begonnen. Onder de persoonlijke leiding van generaal veldmaarschalk prins Leopold van Beieren hebben de Duitsche troepen, ge steund door O.-H. troepen, de Russische stel lingen bij Zloczow doorbroken" (geroep van links: stemmingmakerijI onrust en geroep: bah!) De voordeelen door generaal Broessi lof behaald zijn dus weder teniet gedaan." Het Macedonische front staat, ondanks Griekenlands deelname aan den oorlog, vast, en zelfs een elfde Isonzoslag kan Italië Triest niet bezorgen. In den Kaukasus, Mesopotamiê en Pa lestina is de strijd wegens het jaargetijde ge staakt. Als hij weer opvlamt, dan zullen de vijanden het Turksche leger opnieuw uitge rust en vol vertrouwen vinden. Ook Amerika's deelname aan den oorlog baarde geen grooter zorg, daar Hanlr zij den onderzeëersoorlog de scheepsruimte ont breken zal om de Amerikaansche legers over te brengen en te onderhouden. Komende tot de vredeskwestie, trpfdp de Rijkskanselier het volgende: „Toch brandt in alle harten de vraag, hoe lang de oorlog nog moet duren. Ik kom hiermee tot datgene wat bovenal de belang stelling gespannen houdt, het kernpunt van onze huidige besprekingen. Duitschland heeft den oorlog niet gewild, het streefde niet naar gewelddadige uitbreiding zijner macht. Daarom zal het, als het een eervollen vrede kan krijgen, den oorlog geen dag langer voeren, alleen om met geweld veroveringen te maken (hoort 1 hoort! bij de socialisten). Voor ons is het in de eerste plaats plicht, dat wij een vrede sluiten, die de gewenschte ge volgen heeft. „De huidige generaties en de toekomstige geslachten moeten dezen tijd van oorlogsbe- Eroevtog nog wel een eeuw lang in hef ge- eugen bewaren als een schitterende tijd van ongehoorde energie en vrijwillige opoffe ringsgezindheid van ons volk en ons leger. (Levendige bijval). „Een volk van nog geen 70 millioen, dat zich, zij aan zij met zijn trouwe bondgenoo- ten vóór de grenzen van zijn land met de wapenen handhaaft tegen een veelvoudige overmacht van volkenmassa's, heeft zijn on overwinlijkheid bewezen. Hieruit volgen voor mi) de oorlogsdoeleinden. „In de eerste plaats is het vaderland9che gebied onaantastbaar. Met een tegenstander die rijksgebied cischt, kunnen wij niet onder handelen. „Wanner wij vredo sluiten moeten wi) In de eerste plaats bereiken, dat de grenzen van het Duitsche Rijk eens en voor altijd bevei ligd worden (levendige toejuichingen), WIJ moeten bij overeenkomst (bijval links, en in het centrum) cn vergelijk de levensvoorwaar den van het Duitsche Rijk op het vasteland cn overzee waarborgen. De vrede moet den grondslag voor een duurzame verzoening der volken vormen (levendige bijval). HjJ moet evenals dit in de resolutie is uitge sproken, een verdergaande vijandschap der volken door een economische boycot, voorko men (bijval) cn er on9 voor behoeden, dat liet wapenbondgenootxhnp van onze vijan den zicli niet ontwikkelt tot een economisch bondgenootschap tegen ons. Die doeleinden kunnen binnen de grenzen van uwe resolutie, zooals ik die opvat, worden bereikt (bravo).' Aan het slot van zijn rede roerde Dr. Mi chaëlis den economischen toestand aan, waarover hij zeide: „In breede kringen is de pijnlijke ervaring opgedaan, dat tengevolge van de oorlogs huishouding de betrekkingen tusschen de ste delijke bevolking en de plattelandsbevolking een verslechtering hebben ondergaan. Hierin moet zonder mankeeren een verbetering wor den gebracht. In de eerste plaats moeien wij den landbouw er voor behoeden, dat de voor raden die in het nieuwe rantsoeneeringsplan voor den landbouw beschikbaar zijn gesteld en dit vooral ook voor het vee zoo ge ring zijn, dat het al van tevoren ia buitenge sloten dat men er mee toekomt. Die fout is het vorige jaar' gemaakt hetgeen gril den kant zien glijden, juist toen wij afgezet werden," zei een stom in de duisternis. „Ze konden zich ternauwernood reddol voordat de boot zonik." Eerst was het jonge meisje zich nauwelijks bewust geweest van wat er gebeurde: dj wist alleen' dat zij zich voortbewogen iin de duisternis. „Ze konden zich ternauwernood meer redden voordat de boot zonk." Eerst was het jonge meisje zich nauwelijks bewust geweest van wat er gebeurde; zij wist alleen' dat zij zich voortbewogen in de duisternis, oneindig langen tijid naar het haar toescheen en toen plotseling besefte zij dat zij voortdreven op den' Atlantischen Oce aan. Het kabbelen van 'het water tegen den kant van de sloep, het schuim, dat van de roeispanen op haar gezicht spatte, dat was alles wat zij wist totdat zij Tubby's stem hoorde, die haar vroeg hoe zij zich voelde en haar smeekte den moed er to te houden." „Wij zullen er best afkomen weet iel Wees maar niet bang, Felicia! Als de dag aan breekt zullen wij zeker opgepikt worden en dan zal alles heerlijk wezen nu we van onzen vriend Lawson af zijn." Zij glimlachte in de duisternis, teen ze zijn bekende temerige stem hoorde. Die kwam haar zoo weinig passend! voor in hun tegen woordige omstandigheden. Wordt A&HHAAISCI9 COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1917 | | pagina 1