DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
HET VIJFDE HAD
No. 176
Honderd negentiende jaargaiw.
M A AI D A Q
30 JULI
FEUILLETON.
1917.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feeeédagao, u£tjpge»®L Ataineraenispj^s per 3 raamden
voor Alkmaar ft,30 twraeo door hel geheeto Rp 11. ao
Afzonderlijke in» 6 Cents.
TeMcronnUijmiE? 3.
Prijs der gewone Advertentiën
Per regel S 0.12* Bij groote contracten rabat. Qroote
naar plaatsruimte.
[Meven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMa. COSTHR ZOON, Voordam C 9.
NMBEKLAKD.
Z -iH
O var dan abonnementsprijs wordt bij vooruitbetaling beschikt Bewijsnummers 5 cent
Ten Zuid-Oosten van Tamopol, bij Hust-
aiyn, hebben de Cemfcralen de Russische grens
overschreden, meer Zuidelijk is hun front
nog niet 200 naar het Oosten opgedrongen,
maar toch staan ze tusschea Horodenka en
Koety, welke plaatsen ze bezet hebben, reeds
halverwege de oude Russische linie ea Tser-
aowitsj. De val van deze stad zal wel een
kwestie van enkele dagen zijn, want op alle
punten van het front melden de Duitschers
voortgang. Bij Horodenka trachtten dé Rus
sen, echter zonder resultaat, tegenstand' te
bieden. Intusschen zetten de Roemeniërs
hun offensief voort en hebben daarbij; goed
succes. Volgens hun legerbericht hebben ze
hun bres in de vijandelijke linies tot 30 K.M.
diepte vergroot en daarbij nog eens 1245 ge
vangenen en vrij veel geschut en minutie buit
gemaakt.
In Vlaanderen is het artitleriegevecht we
der tot groote hevigheid toegenomen, maar
van iinfanterie-aanvallen is nog geen sprake.
Wol is de actie in de lucht zeer levendig, de
Duitschers melden 35 vliegtuigen der Entente
'geveld te hebben. De Duitsche Keizer heeft
reeds bij voorbaat zijn troepen in Vlaanderen
dank gebracht voor het standhouden tegen
de aanstaande Engelsche aanvallen 1 Blijk
baar is het noodig den moed van deze troe
pen, wier weerstandsvermogen door het we
kenlange bombardement op een zware proef
wordt gesteld, er wat in te houden.
De Middienstatea gaan voort, op faun wijze
de vredesidee te propageeren, de beide lei
dende persoonlijkheden in Duitschland en
Oostenrijk-Hongarije, de heeren Michaëlia en
Czemin, hebben daartoe gelijktijdig heizelfde
middel aangewend): de pers. Ze hebben zich
tegenover eenige journalisten over den toe
stand uitgelaten, de Rijkskanselier heeft daar
bij gebruik gemaakt van wat hem over de ge
heime zitting der Fransche Kamer in begin
Juli ter oore is gekomen, om de Entente, en
Frankrijk in 't bijzonder, schaakmat te zetten
„Frankrijk, dat ons er van beschuldigt,
den oorlog begonnen te hebben, liep reeds
vóór Augustus 1914 met veroveringsplannen
rond en daarbij had het Tsaren-Rusland
steun toegezegd, omdat het zelf diergelijke
plannen, ten opzichte van Turkije, had.
Het nieuwe Rusland wil geen gebieds
uitbreiding en voelt er daarom weinig voor,
Frankrijk's machtsdroomen te helpen verwe
zenlijken. Over dezen ontrouw van Rusland
is in de geheime zitting van de Fransche Ka
mer gedebatteerd." Hierop komit ongeveer de
aanval van den kanselier tegen Frankrijk
neer. Voorts verklaarde hij, dat hij zich ge
heel op het standpunt van de vredesresolutie,
welken de Rijksdag had aangenomen, stelde.
Ook wat betreft de verklaring dat Duitsch-
41)
„Zfi komt dadelijk," antwoordde hij. „Waar
is moeder-?"
Agnes wees de kleine morgenkamer aan,
waar mevrouw Pridham gewoon was brieven
te schrijven en haar zaken af te doen; hij
haastte zich daarheen.
„Laurie mijn jongen ben je daar
weer terug!" Mevrouw Pridham keek hem
vol belangstelling aan. Zij had de laatste
twee dagen de diepten van haar eigen hart
gepeild en begrepen dat noch rijkdom, noch
de groote wereld, noch een titel zelfs onver
deelde satisfactie kan schenken.
„Moeder 1" Hij sloeg zijn armien vol liefde
om haar heen en kuste haar twee maal. Toen
vertelde hij haar alles wat er gebeurd was
tot het oogenbiik in het hotel Cecil, toen hij
aan Felicia gevraagd) had haar opoffering
volkomen te maken.
„En nu staat het in, uw macht Fee te
beloonen voor al haar goedheid en, toewijding
en miij innig gelukkig te maken door haar op
te nemen in uw faartl Moeder vergeet niet,
dat oneenigheid het geluk en' succes verdrijft
Bedenk dal men het met geen geld ter we
iand geen veroveringswenschen had1. Maar
dan moesten natuurlijk ook de vijanden van
hun veroveringsplannen afstand doen. Dub
belzinnigheid is er in <tee verklaring van
den heer Michaëlis niet, maar men had, graag
willen zien, dat hij duidelijk en omonwonden
had uitgesproken, dat België weder geheel
onafhankelijk zal worden1 en, volgens de be
lofte, door den heer von Betbmann Hollweg
den 4en Augustus 1914 afgelegd, volledige
schadeloosstelling zal ontvangen, terwijl ook
Servië's onafhankelijkheid zal gewaarborgd
worden. Zóóver is de heer Michaëlis echter
nié gegaan.
De Oostenrijksch-Hongaareche minister
van buitenlandsche zaken heeft de naam, een
oprecht vredesvriend te zijn. Ook diltmaal
heeft de heer Czemin het volkomen bereid
zijn der monarchie tot een vrede, op
gropd van de vredesresolutie des Rijksdag»,
betuigd, evenzeer legde hij er echter den na
druk op, dat Oostenrijk-Hongarije nooit zou
toestemmen in een oneervollen vrede.
Sympathiek klinken de woorden van den'
Staatsman, als hij het heeft, over een vrede
door overleg, welke alleen en voor altoos de
terugkeer van een zóó vreeselijke ramp als
deze wereldoorlog ia, zal kunnen beletten.
„Zoowel moraal als verstand pleiten er
voor, middelen te zoeken om de wereld te be
vrijden van de beklemming, dat toestanden
als die welke wij thans beleven, zich zouden
herhalen. Dc weg mag moeilijk zijs, maar
onbegaanbaar is hij niet", aldus zeide graaf
Czemin en hij tiet er op volgen:
„Dit zijn de beide grondbeginselen, vól
gens welke naar mijne meening een vrede
door vergelijk kan tot stand komen lo. geen
overweldiging; 2o. de verhoeding van een
terugkeer van een oorlog."
De pers der Middenrijken roemt natuurlijk
de vredelievende woorden der beide Staats
lieden zeer. Maar de Italiaansche Secoio zegt
dat op de conferentie der geallieerden tot
een vierden winterveldjocht is besloten.
Het diebat over de verantwoordelijkheid
van den oorlog is weer met vernieuwde he
vigheid losgebroken. Zeide Michaëlis, dat
Frankrijk oorlogszuchtig was, de Times be
weert, naar aanleiding van de volgende op
merking van Haase in een der laatste Rijks
dagzittingen, „dat men de beteekenis der ver
gadering van den 5en Juli' 1914 goed moest
verstaan om de aanleiding tot dezen oorlog
ten volle te kunnen waaxdeeren", dat op deze
vergadering, waarbij de Duitsche en Oosten-
rijksche leidende staatslieden tegenwoordig
waren, tot den oorlog was besloten. En al
leen graaf Czemin zegt in zijn verklaring,
dat hij „over de verantwoordelijkheid van
dezen oorlog thans niet wilde spreken".
reld kan koopen wanneer het noodlot tegen
u is. Bedenk hoe weinig het gescheeld heeft
of al ons geluk was verloren gegaan door
een aaneenschakeling van omstandigheden
en toevallige gebeurtenissen' en zeg mij dan
of ge u nog tegen den wensdh van mijn hart
zult verzetten."
Zij keek hem lang en ernstig aan. „Laurie",
zei ze eindelijk, „toedenk hoe je vader gewerict
heeft toedenk hoeveel jaren het hem ge
kost heeft en mij ook want ik heto meege
holpen om dit op te bouwen. Denk aan
de teleurstelling, die het wezen moet voor
oen man, die alles gedaan heeft wat hij ge
daan heeft, te merken, dat zijh eenige zoon,
die zijn erfgenaam zal zijn, met een meisje
van niets, een meisje zonder een cent, wil
trouwen."
Hij1 viel haar zacht in de rede. „Zij is het
meisje dat ik liefheb," zei hij, „zij1 houdt mijn
hart in haar hand. Zonder naar zou ik ver
loren Zijn. Zij is mijn leidster. Moeder, geef
haar aan mij'. Zeg, dat ge mij uw toestem*
ming verleent om met haar te trouwen, dat u
vriendetijk voor haar zult wezen, om mijnent
wil. Bedienk wat het voor mij beteekent ver-
deel'd te zijn tusschen het meisje dat ik lief
heb en de moeder, die de eerste voor mij is
van alles ter wereld. Nog zoo kort geleden
waren wij beidien machteloos. Ik was een'
blok, tot niets nut, zonder verleden, of heden,
of toekomst. Nu is mij dat alles teruggegeven
en ik vraag nog slechts één ding meer. Houdt
u niet genoeg van mij1 om mijj dat te geven?"
uitdrukking week van mevrouw Pridham's ge-
iKQiRTE BERICHTEN.
Nlaar aanleiding van Lloyd George's
rede heeft de Oostenrijhscb-ttongaarsche
minister van Buitenlandsche zaken graaf
Czemin, klaringen afgelegd, waarin hij zei
de, dat de centralen niet overweldigd zouden,
worden, dat een vrede door. vergelijk de waar
borgen zou bieden dat een ramp als de hui
dige wereldoorlog niet zou terugkomen en
d!at er democratiseering van den Oosten-
rijksdi-Hongaaiachen regeeringsvorm te
wachten was.
Met het oog op 'den buitengewonen toe
stand is de Russische grens tot 15 Augustus
gesloten voor alle reizigersverkeer.
Bijl hun bomaanval, op Parijs zijn de
Duitschers, naar Havas meldt, niet boven de
middenstad kunnen komen'in een der bui
tenwijken werd een magazijn vol brandstof
fen geraakt door een 'bom, overigens' is de
schade niet zeer groot
De Italiaansche minister Sonnino is
naar Londen vertrokken, daar zal binnenkort
een nieuwe conferentie der geallieerden ge
houden worden.
De keizer heeft naar Wölff meldt van
de slagvelden in Oost-Galicië aan von Hin
denburg een telegram gezonden, waarin hij
dankbaar herdenkt wat de legers op het wes
telijke gevechtsterrein hébben verricht ea
„vooral in- de troepen in Vlaanderen, die al
weken in het zwaarste geschutvuur staan en
de aanstaande stormioopen onvervaard tege
moet zien, zijn vertrouwen uitspreekt."
Rijkskanselier Michaëlis zeide in een
rede tot de vertegenwoordigers van de Duit
sche pers, dat Frankrijk, vóór de oorlog nog
was begonnen, met Rusland vérstrekkende
veroveringsplannen ten opzichte van Duitsch-
land besproken had; en er o.a. overeengeko
men was, dat Frankrijk bijna het gieheele ge
bied' ten Westen van den Rijn zou krijgen
Deze zaak was, di. Michaëlis, in de
geheime kamerzitting te Parijs op 1 en 2
Januari 1917 nog eens ter sprake gébracht
DE AANSLAG OP
VISSCHERSVAARTUIGEN.
Gisteren is nog te Scheveningen door de
Sch. 281 binnengebracht de bemanning van
de eveneens nabij IJmuiden tot zin ki p ge
brachte Sch 479.
Zooals wij Zaterdag reeds mededeelden,
beweert de bemanning van eenige der gezon
ken schepen zeer besliBt in de als veilig aan
gegeven vaart te zijn geweest. De comman
dant van den onderzeeër, een zeer jong man,
had gezegd, dat zij 30 mijl uit de kust waren.
Op protesten van dé zijde der visschers was
niet gelet. De schipper van de Sch 134 had
ten antwoord gekregen, dat alle Nederland
sche visschersschepen, die zouden worden
aangetroffen, naar den kelder zouden worden
gezonden.
Van boord van eenige der aangevallen
schepen werden door de Duitschers allerlei
voor hen bruikbare artikelen meegenomen,
vooral koper en eten. Een compas van een
dier vaartuigen werd aan de bemanning te
ruggegeven, omdat zij geen ander instrument
hadden om op te roeien.
Bij het gewelddadig optreden zijn geluk
kig geen menschenlevcns te betreuren.
De schepen waren onderling verzekerd,
waardoor het geval elk der reeders ook
hen wier schepen niet aangevallen werden
ongeveer 3000 zal kosten. De opvarenden
hebben niets van boord kunnen meenemen.
Weder zagen zij elkander aan en de harde
zicht en zij glimlachte vriendelijk.
„Van je houden!" zd ze. „Ik geloof, dat lk
je de maan zou geven als je dat werkelijk
verlangde."
„Liefste," antwoordde hij, ,,u weet niet wat
dit voor mij beteekent. U zult het begrijpen
als tic u zeg, dat ik vandaag met een speciale
vergunning met Fee getrouwd. Luister I Be
knor mil Met en neem niet terug wat u ge
zegd hdbt. Hét was het eenige wat ik doen
kon. Zij kon hier anders niet terug komen en
na alles wat zij om mijnentwil gedaan heeft,
kon ik haar niet alleen laten staan op de
wereld. Zij is niet wat u noemt een meisje van
niets en evenmin een meisje zonder een cent
op de wereld; men kan trotsch zijd zulk een
meisje te kennen, zooals mr. Saxon vandaag
zei."
De millionair?"
Laurie antwoordde bevestigend en, ^eed het
verhaal van het huwelijkscadeau en ook
vertelde hij! van Sallie's engagement.
„Waarom héb je dat niet alles te voren ge
zegd?" vroeg mevrouw Pridham. „Dat Sal-
lie geëngageerd is maakt natuurlijk een heel
groot verschil."
,,Dat moest geen verschil maken," zei hij.
„Dc wou u vrijwillig uw toesteming laten ge
ven en uit liefde voor mij. En dat 'heeft u
goddank gedaan I Laten wij het nu aan vader
vertellen. Als hij; het eerst niet gunstig op
neemt omdat alles zoo snel in zijn werk ge-
;aan is, dan moet u het voor ons goed' ma-
en ik weet zeker dat u dat wilt."
Aan boord van elk der schepen was voor on
geveer 200 haring,
In verband met het dreigement van den on
derzeeërs-commandant ia een kustvaartuig uit
Scheveningen naar zee gegaan om de overige
visschersschepen te waarschuwen. Totaal
waren ongeveer 25 Schewtüogsche treiters
op
BATAVIER II EN ZEEMEEUW.
Over het gebeurde met deze beide Nedter-
landscfae stocmtoooten wordt nog het volgen
de medegedeeld:
De „Batavier IF had1 dé „Zeemeeuw" op
sleeptouw, toen door een schot ldngs den j
boeg dé Engelsche onderzeeër het bevel gaf j
te stoppen. De opvarenden van beide schepen
gingen toen in de booten, waarmee zij be- i
houden op het Texelsche strand aankwamen, j
De Engelscben. plaatsten' aan. Noord van de
„Batavier P" een prijsbemanuing, die echter j
bij de koens* dér Nederlandsche oorlogssche-
pél teruggeroepen werd Eenige inmiddels f
aangekomen visschers uit den Helder hebben 1
toen getracht aan boord van de verlaten „Ba
tavier5' te komen om het zinkende schip op j
strand te zetten, met het oog op eventueele 1
berging. Dit werd hun echter verboden, even-
als bij' de voor anker liggende „Zeemeeuw".
De vletterlui gaven niet veel om 't verbod en 1
gingen zij toch aan boord' van de Zeemeeuw, j
eerst met ongeveer 15 man, later zeker wel 35
40. Getracht werd' den motor op gang te
krijgen, maar toen dat niet lukte, omdat de
machine naar alle waarschijnlijkheid niet
meer geheel intact was, werd met dé reederij
Zur Mühlen een overeenkomst getroffen,
waarbij de visschers, die het vaartuig in be- i
zit gnomen hadden, zouden doelen in het j
bergloon.
De sleepboot „Assistent" nam daarop het
schip op sleeptouw en kwam er bij hé aan
breken yan den dag dé haven van oen Helder
mee binnen'.
Achtentwintig Duitschers, de bemannin
gen van „Batavier IF' en „zeemeeuw", zijn
Zaterdag met de „Dageraad" van Texel ver-1
trokken.
MAXIMUMPRIJZEN
OOQST 1917.
De minister van landbouw, gezien zijn be
schikking van 24 dezer, betreffende de maxi
mumprijzen van den- oogst 1917, maakt be
kend, dat de laatste alinea ais volgt moet
worden gelezen:
voor aardappelen voor hé tijdvak:
van 15 October 1917 tot 1 Februari 1918
0.70: va-; 1 Februari 1918 tot 15 Februari
1918 0.07y2 per week; vani 15 April 1918
tot 15 Mei 1918 0.12& per week; na 15
Mei 1918 0.15 per week, alles per 100 K.O., j
welk bewaarloop zal worden ingehouden
voor de aardappelen die vóór 15 Oéober
1917 gevorderd en vóór 15 November 1917 i
zijn afgenomen, en voor de aardappelen die
nié zijn geleverd binnen den bij ae lastge
ving tot levering bepaalden termijn.
VERVOER VAN AARDAPPELEN.
De minister van landbouw heeft ingetrok
ken zijne beschikking van 19 Juli 1917, en
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van ALKMAAR maken békend, dat hé GE
MEENTE-ARCHIEF van 30 JULI tot 11
AUGUSTUS a.s. GESLOTEN zal zijn.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
O. RIPPING; Voorzitter.
L. VAN DER VEGT, lo.-Secretaria.
vervoer van:
a. die soorten aardappelen, welke uitslui
tend als vroege aardappelen in dén handel
kpmen;
b. Eigenheimers of Borgers;
c. de aardappelen gedekt door een vervoer-
bewijs, afgegeven door de Rijkscommissie
van Toezicht op de Aardappelvereemging.
WITTEBROOD EiN BRUINBRQÖD.
Mé ingang van I Aug, zal
bloem (waarvan 'hé "wittebrood wordt
reid) als volgt zijn samengesteld: 60 pet.
inlandsehe tarwebloem, 20 pet. roggebloem,
10 pet aardappelmeel, 10 pé. Amerikaansch
meel. Regeeringsmeel (waarvan hé bruin-
brood wordt bereid) zal bevatten 65 pé. on-
gebuild tarwemeel en 35 pet. ongebuild
maïsmeel.
KANONGEBULDER IN BELGIë.
Men meldt ons van Zondagmorgen van de
Zeeuwsch-Belgische grens:
iHé ontzettende schieten aan hé Westelijk
front, dat j.L Vrijdag begonnen is, werd on
verflauwd in al Zijn hevigheid voortgezet, tot
Art. 1. De aflevering en hé daarmede
verband houdend vervoer van alle aardappe
len is verboden.
Art. 2. Het verbod, tn hé voorgaande ar
tikel gesteld, is nié van toepassing op de al-
levering en hé daarmede verband houdend
Zljgi
Fee en
samen naar de bibliotheek, waar
en Agnea zich later bdj) hen
ico liep op haar vader toe en sloeg haar
armen om zijn hals.
hedenmorgen vroeg. Eindelijk verflauwde dit,
hoewel hé schieten, doch in minder hevige
mate, nog steeds gehoord werd. Vele ingeze
tenen hebben eenige vliegeniers boven den
omtrek van Brugge gezien. Opeens kraakte
het Duitsche afweergeschut weder, een groot
aantal projectielen spat hoog in de lucht uit
een. Na de hevige ontploffingen te oordeeten
moeten verscheidene oommen beneden
jln.
orgen 5 uur werden velen In hun
slaap gestoord door hé rammelen van déu-
ren ea vensters. Hé bleek toen dat er eenige
zware schoten op de kust gelost werden. Om
zes uur werd er boven Brugge wederom op
vliegmachines geschoten. Intusschen hoorde
men steeds nog het schieten uit de richting
van Yveren en meer zuidelijker 't roöeivuur
SHEEPVAARTBEWEOINO.
In de afgeloopen week kwamen te IJmuir
den binnen 5 stoomschepen en 1 zeilschip,
tegen 12 schepen in de week tevoren. Uit en
naar zee bedroeg dit aantal 14 schepen', te
gen 21 schepen in de vorige week.
Den Nieuwen Waterweg zijn 25 schepen
binnengekomen (17 Engelsche, 7 Nederland
sche en 1 Zweedsch), tegen 64 in dezelfde
week van 1916 en 250 in 1914.
BINNENLAND
ONZE SCHEEPVAART.
Het Hbld. noemt de aan de Nederlandsche
schepen toegestane vaarruimte een slootje,
een theoretisch slootje gaat hé schip aan
dé eene zijde over de onzichtbare grens heen,
dan stoot hé op een Engelsche mijn en ver-
;aat mé man en muis. Oaat het aan de an-
„Vadé," ze
mi] ten huweti,
zegd. Hij heeft mij allea uil
die arme Liz Bainton en ik
ze, „Tutoh
k gevra
Mauleverer heeft
en ik heb „ja" ge-
gelégd omtrent
jclooï hem. Dat
doet de inspecteur ook en bij) denkt niet, dat
Tutotoy en Fee er verder mee zullen Lastig ge
vallen worden."
„En waarvan," vroeg mr. Pridham, terwijl
hij haar in de wang kneep, „ben. jij en Tubby
van plan je huishouden op te zetten. Je kleed
geld, met brood en kaas en kussen om de hol
letjes te stoppen?"
„Neen" zé ze plechtig, „bij gaat aan hé
werk. En ik ook. Wij zijn allébei dat beuzelig
en nutteloos leven moede."
Mr. en mrs. Pridham keken haar beiden
met een toegevend1 glimlachje aan.
Hé vooruitzicht dat hun jongste dbchter
eenmaal Lady Brismain zou worden deed hun
aangenaam aan en vergoedde eenigszins de
teleurstelling van Laurie's huwelijk. Hij toch
had de schakel moeten vormen, die hen ver
bond met de oude aristocratie.
?,Als deze ellendige zaak nu in orde was",
zei mijüheer Pridham, „en ons onze gemoeds
rust teruggaf, dan zou ik wel denken, dat
moeder en ik, hij zag daarbij zijn vrouw aan,
„er iets voor zouden overhebben om de jon
gelui voort te helpen."
Toen ging hij naar Fee en nam haar hand
iet
;oe-
en wijze keu® gedaan heeft en wij zullen
Zi'
hij.
ere zijde over de grens heen, dan komt een
ondérzeeër-p iraat en vemiéigt hé „zonder
meer". Wij hoorden hé bij de troonrede,
onze verhoudingen tot mogendheden, die dus
onze schepen vemiéigen en een jaar lang
in zijn beide handen.
„Lieve", zd hij, .tie hebt meer dan je deel
van al die ellende. Je hebt een 1_,
ren strijd gestreden, wij moeten trachten
oed te maken. Ik geloof, dat Laurie een g
vrouw."
Hij boog zich tot haar en kuste haar op
voorhoofd en met haar hand in de zijne, te)
de hij haar naar zijh vrouw. „Moeder,"
J, „neet onze nieuwe dochter welkom."
Agnes sloop stil de kamer uit naar haar
bidvertrekje. 'Nu schenen er geen bezwaren
meer te zijn tegen de vervulling van haar
d'iertoaarsten wensch; in verbeelding zag zij
zich reeds gewijd aan het heilige werk, dat
zij! begeerde.
Maar eerst moest zij danken voor de ver
vulling van haar wensch en bidden, 'dat de
laatste schaduw van oneer mocht worden
weggenomen van hé pad dergenen, die haar
zoo dierbaar waren.
Toen Fee en Laurie déor de straten van
Londen naar hé hotel Cecil terugtredén, trok
ken een paar aanplakbiljetten van de avond
bladen hun aandacht:
KANAALGEHEIM OPGELOST,
BUITENGEWONE ONTDEKKING.
Laurie liet de taxi stilstaan en riep een
courantenjongen aan.
Volijverig keken zij naar de kolom laatste
berichten en wat zij daar lazen bracht hen
van de duisternis tot het licht.
(Wordt vervolgd).
zd
GOURAN
laild: