DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
MET VIJFDE RAD
WOENSDAG 1 AUGUSTUS.
FEUILLETON.
No. 178
Honderd en negentiende Jaargang.
1917.
Abomteffientsprfis por 3 maanden f 1.30. fr. p. post f 1.50. Advertentieprijs-met. p. regel, groote letters naar plaatsruimte. Brieven fr. R. V. Boek- en Handelsdrukkerij v.h. HERBls. COSTER 4 ZOON. Voordam C 9. Telefnr. 3.
Plaatselijke Belastingen.
Hondenbelasting.
NEDERLAND.
Over den abonnementsprijs wordt bi] vooruitbetaling beschikt. Bewijsnummers 5 cent.
ALKMAAR, 1 Augustus.
De drie oorlogsjaren,, door lord Kitchener
indertijd voorspeld, zijn thans vol. En nie
mand kan zeggen, wanneer en hoe de oorlog
zal eindigen.
Er is in het laatste oorlogsjaar stellig
meer over den vrede gedacht en gesproken
dan voorheen. Men heeft zelfs bijzondere
a 1 idacht geschonken aan bepaalde vredesfor-
mules. Maar het verlossende woord is nog
steeds niet gevonden en het schijnt, dlat het
niet spoedig zal worden gevonden al kan
de schijn ook hier bedriegen. In beide kam
pen is men nog overtuigd van de sterkte der
eigen positie, is men niet geneigd tot toege
ven, hoopt men nog steeds, dat de tegenpar
tij weldra uiteen zal vallen, waagt men het
verder op zien komen te spelen in de hoop,
dat een gunstiger wending niet zal uitblijven,
dat men betere troeven in de hand zal krijgen,
om die bij het eind van het spel op tafel te
kunnen leggen. En zoolang dit moment In
het spel is, de hoop, de verwachting, de
overtuiging, dat men er beter zal kunnen ko
men voor te staan, zoolang blijft de vrede
verre, als er tenminste geen wonder gebeurt.
Zijn er bij den overgang van het derde
naar het vierde oorlogsjaar dan ook geen
kenteckenen voor een spoedige beslissing
waar te nemen, toch doen er zich op dit tijd
stip twee omstandigheden voor, die zooal1
geen beslissende dan toch een zeer belangrij
ke strategische beteekenis kunnen hebben.
Op het Oostelijk en op het Westelijk oorlogs
tooneel hebben thans operaties plaats, welke
zeer de aandacht verdienen van allen, die
nog met belangstelling den gang van zaken
volgen.
De mtddenmogendheden toch hebben Ga-
licië van een langdurige bezetting, welke tot
■den vrede scheen te zullen voortduren, be
vrijd gekregen en zijn thans Rusland op een
plaats binnen kunnen rukken, waar zij voor
heen vóór de grenzen moesten blijven staan.
En op hetzelfde oogenblik is de Entente
op het Westelijk oorlogstooneel een offensief
begonnen, dat vérstrekkende gevolgen kan
hebben.
Al hebben beide operaties gelijktijdig
plaats, al kunnen ze elkaar aanzienlijk beïn
vloeden, te vergelijken vallen ze overigens na
tuurlijk niet. De entente toch heeft in het
Westen geheel het initiatief, terwijl in het
Oosten de middenmogendheden vooruit zijn
kunnen komen, omdat het hun tegenstanders
daar aan initiatief ontbrak. Hadden de Rusr
sen den prachtig ingezetten strijd de geheele
Juli-maand volgehouden, de stand der stuk
ken zou op het Oostelijk operatieterrein thans
heel anders zijn. Als Rusland echter eens
plotseling weer goed op pooten mocht ko
men te staan, zouden er voor de midden
mogendheden ongetwijfeld weer benarde tijr
den aanbreken omdat ze, in het Westen en
Oosten gelijktijdig bedreigd, allicht aan bei
de kanten in de minderheid zouden komen.
Wil Rusland zich herstellen, dan zal het en
tente-offensief daarbij een helpende factor
46)
door
tSeaUiCe üeroo
Morcuoe L
Naai ha
en
HOOFDSTUK XXXVII.
Alle dingen bewegen zich in een cirkel
n ,oi aan het einde te komen, moet men
dikwijls tot het begin terugkeeren.
Onder de aangespoelde voorwerpen op die
kust van Comwallis vond men een flesch,
vierkant van vorm en sterk op 't oog, tenge
volge van den donkeren inhoud1. Ze had ein
delijk haar reis volbracht. Ze was stevig toe-
gekurkt en met iets zwarts dichtgemaakt; ze
scheen gevuld te zijn met een rol dun teer
de ek. De man, die de lesch vond, zwaaide ze
achteloos met den hals tegen een rots en1 ver
brijzelde ze. Het wasdoek vier er uit op het
rand, ging los en toen kwam een beschreven
blad papier te voorschijn en een dolkmes,
kort, scherp, met een heft van donker metaal,
ingelegd met zilver, waarop middenin een
plat kopje.
De belangstelling van den man werd op
gewekt. Hij zette zich neder en las den brief,
koek naar het wapen met de doffe, donkere
vlekken, stak beide voorwerpen eindelijk in
zijii zak en liep er mee naar de pastorie.
Twee dagen later werd in alle Londenache
zijn, omdat de Duitschers hun krachten in het
Westen te goed zullen kunnen gebruiken,
dan dat zij ze langer aan de Oostenrijker» in
het Oosten zouden kunnen leenen. Zakt Rus
land echter verder ineen, dan hebben de
Duitschers met of zonder afzonderlijken vre
de volop gelegenheid troepen naar het Wes
ten te zenden en zich daar sterk te maken te
gen het entente-offensief, ook tegen dten tijd,
waarin de Amerikaansehe legioenen daar
worden verwacht.
Vandaar dus dat de overgang van het der
de tot her vierde oorlogsjaar met zeer be
langwekkende gebeurtenissen gepaard gaat.
Na een veertiendaagse!]en artillerie-slagi,
die al het voorafgaande heeft overtroffen,
zijn die Engelschen en Franschen den infante-
rie-slag in Vlaanderen begonnen. Het terrein
van den strijd is de midden-moot van het
front in België tusschen de Noordzee en de
Fransche grens. Men noemt het zuidelijkste
deel het land van bergen en bosschen, maar
het is slechts een beetje heuvelachtig en een
beetje boomen-rijk, dë rest van het aanvals
front is het gebied1 van den gekanaliseerden
IJser.
Na de geweldige artillerie-voorbereiding
zijn de entente-troepen er in geslaagd aan
weerszijden van Yperen vooruit te komen.
Engelschen en Franschen trokken op ver
schillende plaatsen den IJser over van de
liaatsten wordt gemeld, dat zij 29 bruggen
sloegen en bezetten Duitsche stellingen.
De Engelschen brachten hun stellingen voor
uit over een front van meer dan 24 K.M.
(van Labasseville aan de Lys of Leie tot
Steenstraete, de Franschen noordelijker.
Steenstraete werd door de Franschen en En
gelschen gezamenlijk genomen. De Fran
schen drongen door tot Bixschoote en Korte-
laarsberg (aan den steenweg" Lizeme—
Drtmuiden), de Engelschen bezetten de dor
pen Pilkem, St. Julien, Frezen berg, West
hoek, Verlorenhoek, alles ten noordien van
Yperen en Hooge, Hoilebeke en La Bassevil-
le, ten zuiden van die stad. De Engelschen
melden 3500 gevangenen, de Franschen dee-
len geen getal mede. Nog wordt opgemerkt,
dat het weer slecht was en dat Duitsche te
genaanvallen niets uitwerkten.
Men ziet dus, dat de entente een aanmerke
lijk plaatselijk voordeel heeft behaald. Het
zal echter uit de verdere vorderingen moeten
blijken, of dit offensief van zooveel gewicht
zal zijn, als thans verwacht wordt. In elk
geval zal het krijgsbedrijf hier zeker gerui-
men tijd aanhouden.
Wat het Oostelijk oorlogstooneel betreft,
de boepen der midden-mogendhedeu hebben
over een breedte van 50 K.M. ten noorden
van Skala de grensrivier overschreden en de
vervolging op Russisch gebied voortgezet
Ten zuiden van den Djnestr maken de troe
pen der middenmogendheden eveneens vorde
ringen en van de Boekowina hebben zij
reeds een derde gedeelte weer bezet Zij
staan, naar uit Weenen wordt gemeld, een
flinken dagmarsch van Czemowitz, de hoofd-
nieuwsbladen een verslag gepubliceerd van
het vinden dier flesch en den inhoud1 van den
brief en een photografie van het dolkmes.
Aldus werd het raasel opgelost dat zoovelen
in onrust had gebracht omitrent de trage
die aan het Kanaal, zooals men liet noemde
en het bevrijdde meer dan één naam van den
smet van verdenking, die er nog steeds op
kleefde.
INHOUD VAN DEN OPEN BRIEF,
OEVONDEN IN DE FLESCH.
„Ik ben matroos bij de koopvaardij on op
mijn laatste reis uit Engeland, want ik ben
niet van plan de kust van dat land ooit meer
te zien. Ik moet aan dë andëre zijde van de
wereld blijven, nu en voor altijd1. Amen.
Maar er zijn dingen, die ik weet en die be
kend gemaakt moeten worden aan de men-
schen, die er belang bij hebben, daar er ze
ker moeilijkheden uit gevolgd zijn.
Ik trok Hampshire aoor op weg van Sout
hampton naar Bristol, waar ik hoopte het
meisje te vinden, dat ik twee jaar geleden had
achtergelaten. Zij en ik waren nooit samen
uit geweest, maar zij wist dat ik van haar
hield en ze was vriendelijk voor mij. Op de
reis besloot ik naar haar toe te gaan en te
vragen of ze mij hebben wou. Ik had wat
geld opgespaard en veel dingen om te ver-
koopen die ik in vreemde landën verzameld
had.
Ik kwam op het landgoed Doornen-Jacht
genaamd en verkocht daar een dolkmes
één van de twee, die ik bij mij had voör
twee pond tien shilling, aan den bewoner,
Pridham heette hij, en hij had een zoon, een
stad der Boekowina. Intusschen maken de
berichten melding van toenemenden, zelfs
verwoeden tegenstand der Russen.
Aan het Duitsche volk- Drie jaren van
zwaren strijd liggen achter ons. Met smart
gedenken wij onze dooden, met trots onze
strijders, met vreugde alle arbeidenden, met
bezwaard gemoed hen, die in de gevangen
schap zuchten. Maar boven al de gedachten
staat de vaste wil, dat deze strijd van recht
vaardige verdediging tot een goed einde zal
worden gebracht.
Onze vijanden steken de handen uit naar
Duitsch gebied, zij zullen het echter nooit
krijgen, zij drijven stèeds weder andere vol
ken in den oorlog, maar dat boezemt ons
geen vrees in. Wij kennen onze kracht en zijn
vast besloten ze te gebruiken. Zij willen ons
zwak en machteloos aan hunne voeten zien,
maar ze krijgen ons niet te onder. Onze vre-
deswoordën vonden bij hen slechts hoon,
daarop bemerkten zij weder hoe Duitschland
weet te slaan en te overwinnen. Overal in de
wereld belasteren zij den Duitschen naam,
dien roem der Duitsche daden kunnen zij ech
ter niet uitwisschen.
Zoo staan wij ongeschokt, zegevierend en
onbevreesd aan het einde van dit jaar. Zware
beproevingen kunnen ons nog te wachten
staan, met ernst en vertrouwen gaan wij ze
tegemoet. In drie jaren van geweldigen t.xijd
werd het Duitsche volk gestaald tegen al wat
de macht van den vijand kan uitdeuken. Wil
len de vijanden het lijden van den oorlog ver
lengen, dan zal dit op hen zwaarder druk
ken dan op ons.
Wat ginds aan het front wordt volbracht
loont het vaderland- door oavermoeidën ar
beid.
Nog moet doorgestreden worden en moe
ten wapens worden gesmeed, ons volk zij er
echter zeker van, dat niet voor een schaduw
van ijdele eerzucht het Duitsche bloed en de
Duitsche vlijt op het spel worden gezet, niet
voor plannen tof verovering en kneveling,
maar voor een sterk, vrij rijk, wajy onze kin
deren veilig zul Ier,, wonen.
Al ons handëlen en denken zijn aan dezen
strijd gewijd, dat zij de gelofte van dezen
velde 1 Aug. 1917. Wilhelm I. R."
„Aan het Duitsche leger, de marine en de
koloniale troepen:
Het derdë oorlogsjaar is ten einde. Het
aantal onzer vijanden is toegenomen, hun
kans op een eind-succes echter niet.
Roemenië hebt gij het vorige jaar ten onder
gebracht, het Russische rijk trilt thans op
nieuw onder uwe slagen. Beide staten heb
ben zich voor de belangen van andere ge
waagd en zijn nu aan het doodbloeden.
In Macedonië hebt gij krachtig de vijande
lijke bestormingen getrotseerd, in het westen
zijt gij meester van den toestand gebleven.
Vast staan uwe linies, die het vaderland te
gen de verschikkingen en verwoestingen van
den oorlog beschermen.
Ook mijn marine behaalde groote succes
sen. Zij, betwistte den vijanden de heerschap
pij ter zee en bedreigt hun levenszenuw.
Ver van het vaderland verdedigt een kleine
Duitsdie troep het Duitsche koloniale land
tegen een overmacht. Ons zal de eindëlijke
zege blijven.
Met bewogen harte breng ik u uit mijn
naam en dien des vaderlands dank voor het
geen gij ook in het laatste oorlogsjaar tot
stand hebt gebracht. Met eerbied gedenken
wij daarbij de dappere gesneuvelden en ge
storvenen, die voor de grootheid en veitig-
heid van het vaderland1 hun leven hebben ge-
jong militair, die afdong van den prijs dien
ik vroeg. Ik zei, dat er geen tweede mes up
de wereld bestond, zooal» dit, dat hij van
mij kocht, maar er was er nog een en oat had
ik in mijn bundel.
„Ik ging verder om mijn rei» voort te zet
ten, toen ik het meisje zag, waar ik voor te
rug gekomen was Liz Bainton. Zij zag mij
niet, maar ik begreep dat ze op een anderen
jongen wachtte en ik bleef toekijken.
Lerst dacht ik dat het dë jonge mijnheer
van Doornen-Jacht was, maar ik zag dat ilk
mij vergiste. Het was zijn vriend de zoon
van een lord, die gewoon was te tennissen
op dë Jacht en als het spel uit was ging hij
langs het kanaal naar huis. Liz was daar ge
woonlijk twee- of driemaal in de week en
dan zaten ze samen te praten of wandelden
langs het kanaal naar zijn huis.
„Ik heb ze dikwijls nagegaan, maar ik pas
te wel op, dat ze mij niet zagen. Ik sliep ge
woonlijk in het dennebosch en liep mijlen
ver voordat ik mij in eenig dorp vertoonde,
omdlat ik vrij wou wezen om te doen wat ik
wildë als de tijd kwam.
Ik kon zien, dat ze hem liefhad en dat er
voor mij geen kans was. Maar ik begon te
denken, dat hij haar niet liefhad, dat hij al
leen maar met haar praten wou, omdat ze
mooi was en verschillend' van andere meisjes
van haar stand.
Eert poosje daarna kwam hij niet zoo vaak
meer en Liz stond te wachten en te kijken en
f;iag naar huis zonder hem gezien te hebben,
k kwam eens dicht genoeg bij' om ze af te
luisteren en ik hoorde hem zeggen, dat hij
geen geld had en dat zijn vader wou dat hij
met een rijk meisje trouwde.
laten.
De oorlog duurt voort en blijft ons opge
drongen. Wij strijden voor ons bestaan. Met
het zwaarder worden van onze taak neemt
onze kracht toe. Wij zijn niet te overwinnen,
wij willen overwinnen. God, de Heer, zal
met ons zijn.
Te velde, 1 Aug. 1917. Wilhelm."
FRANKRIJK.
HET ANTWOORD VAN MINISTER
R1BOT OP DE ONTHULLING
VAN DEN RIJKSKANSELIER.
In de Fransche Kamer heeft de heer Ribot
gisteren naar aanleiding van de vraag van
den Duitschen rijkskanselier of hij in die ge
heime kamerzitting van 1 Juni geen mededee-
li-ng heeft gedaan van een geheim verdrag,
kort voor de Russische omwenteling gesloten
en waarbij de tsaar zich verbond Frankrijk's
aanspraken op Duitsche gebieden aan den
linkeroever van den Rijn te steunen, ver
klaard: Er zijn grove onnauwkeurigheden en
een werkelijke leugen in de voorstelling van
den rijkskanselier, met name ten aanzien! van
de rol, die hij aan Poincaré toeschrijft als
zou deze buiten Briand om bevel hebben ge
geven een verdrag te teekenen. Doumergue
heeft, na een onderhoud met den tsaar van
Briand machtiging ontvangen om akte te ne
men van de beloften van den tsaar om onze
aanspraken op Elzas Lotharingen dat ons
met geweld is ontnomen, te steunen en ons
vrij te laten waarborgen te verlangen tegen
een nieuwen aanval, niet door inlijving bij
Frankrijk van gebieden aan den linkeroever
van den Rijn, maar door van deze gebieden
een autonomen staat te maken, die ons, even
als België, zou beschermen tegen een inval
van over den Rijn.
Wij willen geen gewelddadige inlijving,
wij willen alleen terug hebben wat ons toe
behoort. Wat wil de rijkskanselier? Hij tracht
de voorwaarden, waarop hij vrede wil slui
ten, te verbloemen en bovenal de aandacht af
te leiden van de vreeselijke verantwoordelijk
heid die op het geweten van den keizer en
zijn raadslieden rust.
VARIA.
RELLETJES TE BRUSSEL.
Op 21 Juli j.l. nationalen feestdag in Bel
gië, heeft zich, naar de Maasbode meedteelt.
door toedoen der Duitschers in de nabijheid
der St. Guduie te Brussel een uitdagend too-
neel afgespeeld.
Eenige straatloopers droegen in 't knoops
gat opzichtelijke insignes van den Vlaam-
schen Leeuw, terwijl overigens het dragen
van cocardes allen anderen verboden was.
De -Duitschers hadden het gerucht ver
spreid, dat kardinaal Merrier een rede zou
houden in de SL Guduie en eenige straat
slijpers hadden zie rheeds van een fluitje
voorzien Bij het einde der plechtigheden
deelden zij onder het publiek een schimpbili-
jet uit tegen den kardinaal.
Deze biljetten werden rondgedeeld onder
de oogen en met medewerking der Duitsche
politie.
Gelukkig kwam de verontwaardiging der
maiigte spoedig tot uiting, zoodat na ver
loop van een kwartier de raddraaiers ver
strooid waren.
KORTE BERICHTEN.
De Duitsche keizer bezocht de troepen
bij Riga.
Naar uit Sint Petersburg bericht wordt
heeft de commandant van hel paleis te Zars-
koje Selo, waar de Czaar met zijn familie
is geïnterneerd, aan de commissie van de
fensie van den raad van arbeiders en solda
ten te Sint Petersburg in zijn laatste bericht
gemeld, dat de vroegere Czarina Alexandra,
tengevolge eener snel verergerde hartziekte,
lijdt aan een sterke verlamming der onderste
ledematen, waardoor haar het gaan geheel
onmogelijk is geworden.
Liz zei dat geld niets beteekende zonder
liefde, maar hij zei d'at arme menschen zoo
als hij, zich de weelde van liefde niet kondfcu
veroorloven.
Op die manier praatte hij met haar spot
tend ernstig, want hij was een van die nee-
ren, die het leven gemakkelijk opnemen, alsof
liet iets vervelend» is of een grap.
Maar de uitdrukking op Lizie's gezicht
verkondigde mij dikwijls wat het alles betee
kende voor haar en ik nam het besluit, dlat
zij hem hebben wou en niet krijgen kon, hij
ad
er voor boeten zou dat hij haar liefde h;
opgewekt.
Den laatsten keer dat ik ze samen gezien
heb was Laat op den avond van den 7en Ju'ltL
Zij kwam ongeveer om tieu uur het kanaali-
pad langs en ik was het niet met mijzelf eens
of ik naar haar toe zou gaan en zeggen
waarvoor ik naar Engeland gekomen was en
haar de keus geven.
Zij zag er bijzonder lief uit in het maan
licht en zij liep heen en weer, tusschen de
brug en een oploopend voetpad, dat naar het
huis voerde, waar zijn vader en zuster woon
den. Eindelijk het moet tegen elven ge
weest zijn, kwam hij het kronkelend pad af,
hij was in een avondcostuum, een' knappe;
goed gebouwde jonge man heelcmaal een
heer. Zij gaf een kreet van vreugde en liëp
hem vlug tegemoet, maar toen hij haar zag,
bleef hij staan en deed alsof hij wou terugt-
keeren.
„Liz", zei hij, „je moest hier niet zoo laat
op den weg wezen. Ik zal je even een eindje
den weg naar huis op brengen, de brug
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van ALKMAAR brengen ter algemeene
kennis, dat het le suppletoir kohier der hon
denbelasting, dienst 1917, den 19 Juli 1.1.
door den Gemeenteraad vastgesteld en den
25 Juli da.v. door de Gedeputeerde Staten
goedgekeurd, op heden aan den Gemeente
ontvanger ter invordering is overgegeven en
gedurende vijf maanden op de secretarie de
zer gemeente voor een ieder ter lezing is ne-
dergelegd.
Bezwaren tegen den aanslag kunnen op
ongezegeld papier worden ingediend bij den
Gemeenteraad binnen drie maanden na den
dag der uitreiking van de aanslagbiljetten.
Alkmaar, den 1 Augustus 1917.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
O. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
De Zwitsersche regeering heeft besloten
vanaf 15 October in het geneele treinver
keer van Zwitserland belangrijke beperkingen
in te voeren. Van die algemeene abonnemen
ten blijven alleen die bestaan, welke over drie
maanden loopen.
Tengevolge van den oorlog wordt thans
in Duitsch land papier op ruime schaal ge
bruikt ter vervanging van tafel- en bedden
goed. Hiertoe worden weefsels vervaardigd
en binnenkort zullen ook onderkleeren van dit
materiaal worden aangemaakt. Ook heeft
men reeds sterke weefsels voor verschillende
arbeiderskleeding, alsmede beenbëkleeding
van heeren ter vervanging van stofkousen.
Weder zijn op last van het Duitsche
departement tegen oorlogswoeker eenige res
taurants gesloten, alwaar men1 zich niet
had gestoord aan de bepalingen omtrent het
vereenvoudigen' der menu's, maar men voor
geld kon bekomen wat men wilde. Verder is
een waarschuwing gericht tot de kellners en
bezoekers, zich niet tot medeplichtigen van
restaurants te maken.
De Iersche afgevaardigde Lynch heeft
in het Lagerhui» de leiding van den oorlog
afgekeurd. Hij verlangde, dat generaal Haig
als opperbevelhebber van het Engelsche leger
zou worden afgezet.
De Fransche troepen ontruimen Athe
ne. De politie heeft een laatsten termijn van
8 dagen gesteld voor de uitlevering van oor
logswapens.
MET ONBEPAALD (KLEIN) VERLOF.
De dienstplichtige korporaals en man
schappen van de militielicnting 1912, behoo-
rende tot de pantserfort-artillerie en de tor-
pedisten, zullen op 17 Augustus a.s. met on
bepaald (klein) verlof worden gezonden.
Het laat zich aanzien dat de dienstplichti
ge korporaals en manschappen der lichting
1910 van de bereden korpsen einde Septem
ber a.s. naar huis zullen Kunnen gaan.
VLIEGMACHINE GEDAALD.
Bij Oostburg is een Duitsche hydroplaene
gevallen, bemand door één man slecht», een
korporaal der marine, 't Is ditmaal wel een
zeer eigenaardige aankomst geweest en we
mogen ons verwonderen, dat deze vliege
nier, die eigenlijk geen vliegenier was, geen
ongelukken heeft verwekt, zegt de Tel. Hij
was slechts werkman in het vliegplein bij
Zee-brugge en vliegen deed hij nooit. Zondag
had hij een hydroplaan hersteld en besloot
eens een proefvlucht te maken, om te zien of
het vliegtuig goed werkte. Men zag hem
langs Sluis verschijnen, naar Draaibrug vlie
gen, bij Oostburg ronddraaien, dalen en weer
rijzen. Toen bëgonnen Nederlandsehe solda
ten te schieten, 't Was of de zonderlinge vo
gel, die zeer laag zweefde, niet wi»t wat te
doen. Later bleek het, dat geen meesterhand
de machine bestuurde. Eindelijk kwam het
vliegtuig onderste boven in een beetwortel-
vel d terecht. Bi} het vallen brak de schroef,
over.
„Neen", zei ze, ze moest hem spreken.
Het was juist onder de brug, waar hij over
liet pad heenloopt, zij kouden mij niet zien of
ze moesten er vlak voorbij gaan en dan nog
hadden ze niets anders gezien dan een sla-
penden matroos, met zijn bundëltje onder
zijn hoed en zijn gezicht voorover. Maar ilk
hoorde alles wat ze zeiden.
Hij verteldë haar, dat hij altijd een vriend
voor haar zou blijven, maar dat zij elkaar
niet meer ontmoeten of spreken moesten,
want ofschoon er geen kwaad bij was, het
moest eens bekend worden. Ze zei dat ze
daar niets om gafde heele wereld mocht het
weten, maar zij kon hem niet vergeten. Hij
zei dat zijn vader er op aandrong, dat hij zou
trouwen en hij had zoo goed als toegestemd
en het zou lijken of hij een dubbel' spel
speelde als de menschen over hem en Liz
praatten.
Ik kon niet alles verstaan, want zij praat
ten heel zachtjes, maar ik begreep dat hij af
scheid van haar wou nemen en dat zij hem
smeekte dat niet te doen en toen hij haar
trachtte over te halen het pad naar de brug
op en naar huis te gaan, weigerde zij. Zij
was heel anders dan gewoonlijk, want ik her->
innerde mij haar als een zacht en toegevend
meisje, maar nu scheen zij zoo vast op haar
stuk te staan, dat hij niets met haar kon uit
richten. Ik haatte hem, dat hij ooit op haar
levenspad gekomen was, op die zorgelooze
manier van hem. Wat had Liz met een heer
noodig, nog daargelaten een leegtooper zoo
als hij?
(Wordt vervolgd).
ALKMAARSCHE CODRANT.
■-
DUITSOHLAND.
PROCLAMATIES VAN DEN
DUITSCHEN KEIZER.
De Duitsche Keizer richtte de volgende
proclamties aan volk en strijdmacht: