DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. MET VIJFDE RAD WOENSDAG 1 AUGUSTUS. FEUILLETON. No. 178 Honderd en negentiende Jaargang. 1917. Abomteffientsprfis por 3 maanden f 1.30. fr. p. post f 1.50. Advertentieprijs-met. p. regel, groote letters naar plaatsruimte. Brieven fr. R. V. Boek- en Handelsdrukkerij v.h. HERBls. COSTER 4 ZOON. Voordam C 9. Telefnr. 3. Plaatselijke Belastingen. Hondenbelasting. NEDERLAND. Over den abonnementsprijs wordt bi] vooruitbetaling beschikt. Bewijsnummers 5 cent. ALKMAAR, 1 Augustus. De drie oorlogsjaren,, door lord Kitchener indertijd voorspeld, zijn thans vol. En nie mand kan zeggen, wanneer en hoe de oorlog zal eindigen. Er is in het laatste oorlogsjaar stellig meer over den vrede gedacht en gesproken dan voorheen. Men heeft zelfs bijzondere a 1 idacht geschonken aan bepaalde vredesfor- mules. Maar het verlossende woord is nog steeds niet gevonden en het schijnt, dlat het niet spoedig zal worden gevonden al kan de schijn ook hier bedriegen. In beide kam pen is men nog overtuigd van de sterkte der eigen positie, is men niet geneigd tot toege ven, hoopt men nog steeds, dat de tegenpar tij weldra uiteen zal vallen, waagt men het verder op zien komen te spelen in de hoop, dat een gunstiger wending niet zal uitblijven, dat men betere troeven in de hand zal krijgen, om die bij het eind van het spel op tafel te kunnen leggen. En zoolang dit moment In het spel is, de hoop, de verwachting, de overtuiging, dat men er beter zal kunnen ko men voor te staan, zoolang blijft de vrede verre, als er tenminste geen wonder gebeurt. Zijn er bij den overgang van het derde naar het vierde oorlogsjaar dan ook geen kenteckenen voor een spoedige beslissing waar te nemen, toch doen er zich op dit tijd stip twee omstandigheden voor, die zooal1 geen beslissende dan toch een zeer belangrij ke strategische beteekenis kunnen hebben. Op het Oostelijk en op het Westelijk oorlogs tooneel hebben thans operaties plaats, welke zeer de aandacht verdienen van allen, die nog met belangstelling den gang van zaken volgen. De mtddenmogendheden toch hebben Ga- licië van een langdurige bezetting, welke tot ■den vrede scheen te zullen voortduren, be vrijd gekregen en zijn thans Rusland op een plaats binnen kunnen rukken, waar zij voor heen vóór de grenzen moesten blijven staan. En op hetzelfde oogenblik is de Entente op het Westelijk oorlogstooneel een offensief begonnen, dat vérstrekkende gevolgen kan hebben. Al hebben beide operaties gelijktijdig plaats, al kunnen ze elkaar aanzienlijk beïn vloeden, te vergelijken vallen ze overigens na tuurlijk niet. De entente toch heeft in het Westen geheel het initiatief, terwijl in het Oosten de middenmogendheden vooruit zijn kunnen komen, omdat het hun tegenstanders daar aan initiatief ontbrak. Hadden de Rusr sen den prachtig ingezetten strijd de geheele Juli-maand volgehouden, de stand der stuk ken zou op het Oostelijk operatieterrein thans heel anders zijn. Als Rusland echter eens plotseling weer goed op pooten mocht ko men te staan, zouden er voor de midden mogendheden ongetwijfeld weer benarde tijr den aanbreken omdat ze, in het Westen en Oosten gelijktijdig bedreigd, allicht aan bei de kanten in de minderheid zouden komen. Wil Rusland zich herstellen, dan zal het en tente-offensief daarbij een helpende factor 46) door tSeaUiCe üeroo Morcuoe L Naai ha en HOOFDSTUK XXXVII. Alle dingen bewegen zich in een cirkel n ,oi aan het einde te komen, moet men dikwijls tot het begin terugkeeren. Onder de aangespoelde voorwerpen op die kust van Comwallis vond men een flesch, vierkant van vorm en sterk op 't oog, tenge volge van den donkeren inhoud1. Ze had ein delijk haar reis volbracht. Ze was stevig toe- gekurkt en met iets zwarts dichtgemaakt; ze scheen gevuld te zijn met een rol dun teer de ek. De man, die de lesch vond, zwaaide ze achteloos met den hals tegen een rots en1 ver brijzelde ze. Het wasdoek vier er uit op het rand, ging los en toen kwam een beschreven blad papier te voorschijn en een dolkmes, kort, scherp, met een heft van donker metaal, ingelegd met zilver, waarop middenin een plat kopje. De belangstelling van den man werd op gewekt. Hij zette zich neder en las den brief, koek naar het wapen met de doffe, donkere vlekken, stak beide voorwerpen eindelijk in zijii zak en liep er mee naar de pastorie. Twee dagen later werd in alle Londenache zijn, omdat de Duitschers hun krachten in het Westen te goed zullen kunnen gebruiken, dan dat zij ze langer aan de Oostenrijker» in het Oosten zouden kunnen leenen. Zakt Rus land echter verder ineen, dan hebben de Duitschers met of zonder afzonderlijken vre de volop gelegenheid troepen naar het Wes ten te zenden en zich daar sterk te maken te gen het entente-offensief, ook tegen dten tijd, waarin de Amerikaansehe legioenen daar worden verwacht. Vandaar dus dat de overgang van het der de tot her vierde oorlogsjaar met zeer be langwekkende gebeurtenissen gepaard gaat. Na een veertiendaagse!]en artillerie-slagi, die al het voorafgaande heeft overtroffen, zijn die Engelschen en Franschen den infante- rie-slag in Vlaanderen begonnen. Het terrein van den strijd is de midden-moot van het front in België tusschen de Noordzee en de Fransche grens. Men noemt het zuidelijkste deel het land van bergen en bosschen, maar het is slechts een beetje heuvelachtig en een beetje boomen-rijk, dë rest van het aanvals front is het gebied1 van den gekanaliseerden IJser. Na de geweldige artillerie-voorbereiding zijn de entente-troepen er in geslaagd aan weerszijden van Yperen vooruit te komen. Engelschen en Franschen trokken op ver schillende plaatsen den IJser over van de liaatsten wordt gemeld, dat zij 29 bruggen sloegen en bezetten Duitsche stellingen. De Engelschen brachten hun stellingen voor uit over een front van meer dan 24 K.M. (van Labasseville aan de Lys of Leie tot Steenstraete, de Franschen noordelijker. Steenstraete werd door de Franschen en En gelschen gezamenlijk genomen. De Fran schen drongen door tot Bixschoote en Korte- laarsberg (aan den steenweg" Lizeme— Drtmuiden), de Engelschen bezetten de dor pen Pilkem, St. Julien, Frezen berg, West hoek, Verlorenhoek, alles ten noordien van Yperen en Hooge, Hoilebeke en La Bassevil- le, ten zuiden van die stad. De Engelschen melden 3500 gevangenen, de Franschen dee- len geen getal mede. Nog wordt opgemerkt, dat het weer slecht was en dat Duitsche te genaanvallen niets uitwerkten. Men ziet dus, dat de entente een aanmerke lijk plaatselijk voordeel heeft behaald. Het zal echter uit de verdere vorderingen moeten blijken, of dit offensief van zooveel gewicht zal zijn, als thans verwacht wordt. In elk geval zal het krijgsbedrijf hier zeker gerui- men tijd aanhouden. Wat het Oostelijk oorlogstooneel betreft, de boepen der midden-mogendhedeu hebben over een breedte van 50 K.M. ten noorden van Skala de grensrivier overschreden en de vervolging op Russisch gebied voortgezet Ten zuiden van den Djnestr maken de troe pen der middenmogendheden eveneens vorde ringen en van de Boekowina hebben zij reeds een derde gedeelte weer bezet Zij staan, naar uit Weenen wordt gemeld, een flinken dagmarsch van Czemowitz, de hoofd- nieuwsbladen een verslag gepubliceerd van het vinden dier flesch en den inhoud1 van den brief en een photografie van het dolkmes. Aldus werd het raasel opgelost dat zoovelen in onrust had gebracht omitrent de trage die aan het Kanaal, zooals men liet noemde en het bevrijdde meer dan één naam van den smet van verdenking, die er nog steeds op kleefde. INHOUD VAN DEN OPEN BRIEF, OEVONDEN IN DE FLESCH. „Ik ben matroos bij de koopvaardij on op mijn laatste reis uit Engeland, want ik ben niet van plan de kust van dat land ooit meer te zien. Ik moet aan dë andëre zijde van de wereld blijven, nu en voor altijd1. Amen. Maar er zijn dingen, die ik weet en die be kend gemaakt moeten worden aan de men- schen, die er belang bij hebben, daar er ze ker moeilijkheden uit gevolgd zijn. Ik trok Hampshire aoor op weg van Sout hampton naar Bristol, waar ik hoopte het meisje te vinden, dat ik twee jaar geleden had achtergelaten. Zij en ik waren nooit samen uit geweest, maar zij wist dat ik van haar hield en ze was vriendelijk voor mij. Op de reis besloot ik naar haar toe te gaan en te vragen of ze mij hebben wou. Ik had wat geld opgespaard en veel dingen om te ver- koopen die ik in vreemde landën verzameld had. Ik kwam op het landgoed Doornen-Jacht genaamd en verkocht daar een dolkmes één van de twee, die ik bij mij had voör twee pond tien shilling, aan den bewoner, Pridham heette hij, en hij had een zoon, een stad der Boekowina. Intusschen maken de berichten melding van toenemenden, zelfs verwoeden tegenstand der Russen. Aan het Duitsche volk- Drie jaren van zwaren strijd liggen achter ons. Met smart gedenken wij onze dooden, met trots onze strijders, met vreugde alle arbeidenden, met bezwaard gemoed hen, die in de gevangen schap zuchten. Maar boven al de gedachten staat de vaste wil, dat deze strijd van recht vaardige verdediging tot een goed einde zal worden gebracht. Onze vijanden steken de handen uit naar Duitsch gebied, zij zullen het echter nooit krijgen, zij drijven stèeds weder andere vol ken in den oorlog, maar dat boezemt ons geen vrees in. Wij kennen onze kracht en zijn vast besloten ze te gebruiken. Zij willen ons zwak en machteloos aan hunne voeten zien, maar ze krijgen ons niet te onder. Onze vre- deswoordën vonden bij hen slechts hoon, daarop bemerkten zij weder hoe Duitschland weet te slaan en te overwinnen. Overal in de wereld belasteren zij den Duitschen naam, dien roem der Duitsche daden kunnen zij ech ter niet uitwisschen. Zoo staan wij ongeschokt, zegevierend en onbevreesd aan het einde van dit jaar. Zware beproevingen kunnen ons nog te wachten staan, met ernst en vertrouwen gaan wij ze tegemoet. In drie jaren van geweldigen t.xijd werd het Duitsche volk gestaald tegen al wat de macht van den vijand kan uitdeuken. Wil len de vijanden het lijden van den oorlog ver lengen, dan zal dit op hen zwaarder druk ken dan op ons. Wat ginds aan het front wordt volbracht loont het vaderland- door oavermoeidën ar beid. Nog moet doorgestreden worden en moe ten wapens worden gesmeed, ons volk zij er echter zeker van, dat niet voor een schaduw van ijdele eerzucht het Duitsche bloed en de Duitsche vlijt op het spel worden gezet, niet voor plannen tof verovering en kneveling, maar voor een sterk, vrij rijk, wajy onze kin deren veilig zul Ier,, wonen. Al ons handëlen en denken zijn aan dezen strijd gewijd, dat zij de gelofte van dezen velde 1 Aug. 1917. Wilhelm I. R." „Aan het Duitsche leger, de marine en de koloniale troepen: Het derdë oorlogsjaar is ten einde. Het aantal onzer vijanden is toegenomen, hun kans op een eind-succes echter niet. Roemenië hebt gij het vorige jaar ten onder gebracht, het Russische rijk trilt thans op nieuw onder uwe slagen. Beide staten heb ben zich voor de belangen van andere ge waagd en zijn nu aan het doodbloeden. In Macedonië hebt gij krachtig de vijande lijke bestormingen getrotseerd, in het westen zijt gij meester van den toestand gebleven. Vast staan uwe linies, die het vaderland te gen de verschikkingen en verwoestingen van den oorlog beschermen. Ook mijn marine behaalde groote succes sen. Zij, betwistte den vijanden de heerschap pij ter zee en bedreigt hun levenszenuw. Ver van het vaderland verdedigt een kleine Duitsdie troep het Duitsche koloniale land tegen een overmacht. Ons zal de eindëlijke zege blijven. Met bewogen harte breng ik u uit mijn naam en dien des vaderlands dank voor het geen gij ook in het laatste oorlogsjaar tot stand hebt gebracht. Met eerbied gedenken wij daarbij de dappere gesneuvelden en ge storvenen, die voor de grootheid en veitig- heid van het vaderland1 hun leven hebben ge- jong militair, die afdong van den prijs dien ik vroeg. Ik zei, dat er geen tweede mes up de wereld bestond, zooal» dit, dat hij van mij kocht, maar er was er nog een en oat had ik in mijn bundel. „Ik ging verder om mijn rei» voort te zet ten, toen ik het meisje zag, waar ik voor te rug gekomen was Liz Bainton. Zij zag mij niet, maar ik begreep dat ze op een anderen jongen wachtte en ik bleef toekijken. Lerst dacht ik dat het dë jonge mijnheer van Doornen-Jacht was, maar ik zag dat ilk mij vergiste. Het was zijn vriend de zoon van een lord, die gewoon was te tennissen op dë Jacht en als het spel uit was ging hij langs het kanaal naar huis. Liz was daar ge woonlijk twee- of driemaal in de week en dan zaten ze samen te praten of wandelden langs het kanaal naar zijn huis. „Ik heb ze dikwijls nagegaan, maar ik pas te wel op, dat ze mij niet zagen. Ik sliep ge woonlijk in het dennebosch en liep mijlen ver voordat ik mij in eenig dorp vertoonde, omdlat ik vrij wou wezen om te doen wat ik wildë als de tijd kwam. Ik kon zien, dat ze hem liefhad en dat er voor mij geen kans was. Maar ik begon te denken, dat hij haar niet liefhad, dat hij al leen maar met haar praten wou, omdat ze mooi was en verschillend' van andere meisjes van haar stand. Eert poosje daarna kwam hij niet zoo vaak meer en Liz stond te wachten en te kijken en f;iag naar huis zonder hem gezien te hebben, k kwam eens dicht genoeg bij' om ze af te luisteren en ik hoorde hem zeggen, dat hij geen geld had en dat zijn vader wou dat hij met een rijk meisje trouwde. laten. De oorlog duurt voort en blijft ons opge drongen. Wij strijden voor ons bestaan. Met het zwaarder worden van onze taak neemt onze kracht toe. Wij zijn niet te overwinnen, wij willen overwinnen. God, de Heer, zal met ons zijn. Te velde, 1 Aug. 1917. Wilhelm." FRANKRIJK. HET ANTWOORD VAN MINISTER R1BOT OP DE ONTHULLING VAN DEN RIJKSKANSELIER. In de Fransche Kamer heeft de heer Ribot gisteren naar aanleiding van de vraag van den Duitschen rijkskanselier of hij in die ge heime kamerzitting van 1 Juni geen mededee- li-ng heeft gedaan van een geheim verdrag, kort voor de Russische omwenteling gesloten en waarbij de tsaar zich verbond Frankrijk's aanspraken op Duitsche gebieden aan den linkeroever van den Rijn te steunen, ver klaard: Er zijn grove onnauwkeurigheden en een werkelijke leugen in de voorstelling van den rijkskanselier, met name ten aanzien! van de rol, die hij aan Poincaré toeschrijft als zou deze buiten Briand om bevel hebben ge geven een verdrag te teekenen. Doumergue heeft, na een onderhoud met den tsaar van Briand machtiging ontvangen om akte te ne men van de beloften van den tsaar om onze aanspraken op Elzas Lotharingen dat ons met geweld is ontnomen, te steunen en ons vrij te laten waarborgen te verlangen tegen een nieuwen aanval, niet door inlijving bij Frankrijk van gebieden aan den linkeroever van den Rijn, maar door van deze gebieden een autonomen staat te maken, die ons, even als België, zou beschermen tegen een inval van over den Rijn. Wij willen geen gewelddadige inlijving, wij willen alleen terug hebben wat ons toe behoort. Wat wil de rijkskanselier? Hij tracht de voorwaarden, waarop hij vrede wil slui ten, te verbloemen en bovenal de aandacht af te leiden van de vreeselijke verantwoordelijk heid die op het geweten van den keizer en zijn raadslieden rust. VARIA. RELLETJES TE BRUSSEL. Op 21 Juli j.l. nationalen feestdag in Bel gië, heeft zich, naar de Maasbode meedteelt. door toedoen der Duitschers in de nabijheid der St. Guduie te Brussel een uitdagend too- neel afgespeeld. Eenige straatloopers droegen in 't knoops gat opzichtelijke insignes van den Vlaam- schen Leeuw, terwijl overigens het dragen van cocardes allen anderen verboden was. De -Duitschers hadden het gerucht ver spreid, dat kardinaal Merrier een rede zou houden in de SL Guduie en eenige straat slijpers hadden zie rheeds van een fluitje voorzien Bij het einde der plechtigheden deelden zij onder het publiek een schimpbili- jet uit tegen den kardinaal. Deze biljetten werden rondgedeeld onder de oogen en met medewerking der Duitsche politie. Gelukkig kwam de verontwaardiging der maiigte spoedig tot uiting, zoodat na ver loop van een kwartier de raddraaiers ver strooid waren. KORTE BERICHTEN. De Duitsche keizer bezocht de troepen bij Riga. Naar uit Sint Petersburg bericht wordt heeft de commandant van hel paleis te Zars- koje Selo, waar de Czaar met zijn familie is geïnterneerd, aan de commissie van de fensie van den raad van arbeiders en solda ten te Sint Petersburg in zijn laatste bericht gemeld, dat de vroegere Czarina Alexandra, tengevolge eener snel verergerde hartziekte, lijdt aan een sterke verlamming der onderste ledematen, waardoor haar het gaan geheel onmogelijk is geworden. Liz zei dat geld niets beteekende zonder liefde, maar hij zei d'at arme menschen zoo als hij, zich de weelde van liefde niet kondfcu veroorloven. Op die manier praatte hij met haar spot tend ernstig, want hij was een van die nee- ren, die het leven gemakkelijk opnemen, alsof liet iets vervelend» is of een grap. Maar de uitdrukking op Lizie's gezicht verkondigde mij dikwijls wat het alles betee kende voor haar en ik nam het besluit, dlat zij hem hebben wou en niet krijgen kon, hij ad er voor boeten zou dat hij haar liefde h; opgewekt. Den laatsten keer dat ik ze samen gezien heb was Laat op den avond van den 7en Ju'ltL Zij kwam ongeveer om tieu uur het kanaali- pad langs en ik was het niet met mijzelf eens of ik naar haar toe zou gaan en zeggen waarvoor ik naar Engeland gekomen was en haar de keus geven. Zij zag er bijzonder lief uit in het maan licht en zij liep heen en weer, tusschen de brug en een oploopend voetpad, dat naar het huis voerde, waar zijn vader en zuster woon den. Eindelijk het moet tegen elven ge weest zijn, kwam hij het kronkelend pad af, hij was in een avondcostuum, een' knappe; goed gebouwde jonge man heelcmaal een heer. Zij gaf een kreet van vreugde en liëp hem vlug tegemoet, maar toen hij haar zag, bleef hij staan en deed alsof hij wou terugt- keeren. „Liz", zei hij, „je moest hier niet zoo laat op den weg wezen. Ik zal je even een eindje den weg naar huis op brengen, de brug BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennis, dat het le suppletoir kohier der hon denbelasting, dienst 1917, den 19 Juli 1.1. door den Gemeenteraad vastgesteld en den 25 Juli da.v. door de Gedeputeerde Staten goedgekeurd, op heden aan den Gemeente ontvanger ter invordering is overgegeven en gedurende vijf maanden op de secretarie de zer gemeente voor een ieder ter lezing is ne- dergelegd. Bezwaren tegen den aanslag kunnen op ongezegeld papier worden ingediend bij den Gemeenteraad binnen drie maanden na den dag der uitreiking van de aanslagbiljetten. Alkmaar, den 1 Augustus 1917. Burgemeester en Wethouders voornoemd, O. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. De Zwitsersche regeering heeft besloten vanaf 15 October in het geneele treinver keer van Zwitserland belangrijke beperkingen in te voeren. Van die algemeene abonnemen ten blijven alleen die bestaan, welke over drie maanden loopen. Tengevolge van den oorlog wordt thans in Duitsch land papier op ruime schaal ge bruikt ter vervanging van tafel- en bedden goed. Hiertoe worden weefsels vervaardigd en binnenkort zullen ook onderkleeren van dit materiaal worden aangemaakt. Ook heeft men reeds sterke weefsels voor verschillende arbeiderskleeding, alsmede beenbëkleeding van heeren ter vervanging van stofkousen. Weder zijn op last van het Duitsche departement tegen oorlogswoeker eenige res taurants gesloten, alwaar men1 zich niet had gestoord aan de bepalingen omtrent het vereenvoudigen' der menu's, maar men voor geld kon bekomen wat men wilde. Verder is een waarschuwing gericht tot de kellners en bezoekers, zich niet tot medeplichtigen van restaurants te maken. De Iersche afgevaardigde Lynch heeft in het Lagerhui» de leiding van den oorlog afgekeurd. Hij verlangde, dat generaal Haig als opperbevelhebber van het Engelsche leger zou worden afgezet. De Fransche troepen ontruimen Athe ne. De politie heeft een laatsten termijn van 8 dagen gesteld voor de uitlevering van oor logswapens. MET ONBEPAALD (KLEIN) VERLOF. De dienstplichtige korporaals en man schappen van de militielicnting 1912, behoo- rende tot de pantserfort-artillerie en de tor- pedisten, zullen op 17 Augustus a.s. met on bepaald (klein) verlof worden gezonden. Het laat zich aanzien dat de dienstplichti ge korporaals en manschappen der lichting 1910 van de bereden korpsen einde Septem ber a.s. naar huis zullen Kunnen gaan. VLIEGMACHINE GEDAALD. Bij Oostburg is een Duitsche hydroplaene gevallen, bemand door één man slecht», een korporaal der marine, 't Is ditmaal wel een zeer eigenaardige aankomst geweest en we mogen ons verwonderen, dat deze vliege nier, die eigenlijk geen vliegenier was, geen ongelukken heeft verwekt, zegt de Tel. Hij was slechts werkman in het vliegplein bij Zee-brugge en vliegen deed hij nooit. Zondag had hij een hydroplaan hersteld en besloot eens een proefvlucht te maken, om te zien of het vliegtuig goed werkte. Men zag hem langs Sluis verschijnen, naar Draaibrug vlie gen, bij Oostburg ronddraaien, dalen en weer rijzen. Toen bëgonnen Nederlandsehe solda ten te schieten, 't Was of de zonderlinge vo gel, die zeer laag zweefde, niet wi»t wat te doen. Later bleek het, dat geen meesterhand de machine bestuurde. Eindelijk kwam het vliegtuig onderste boven in een beetwortel- vel d terecht. Bi} het vallen brak de schroef, over. „Neen", zei ze, ze moest hem spreken. Het was juist onder de brug, waar hij over liet pad heenloopt, zij kouden mij niet zien of ze moesten er vlak voorbij gaan en dan nog hadden ze niets anders gezien dan een sla- penden matroos, met zijn bundëltje onder zijn hoed en zijn gezicht voorover. Maar ilk hoorde alles wat ze zeiden. Hij verteldë haar, dat hij altijd een vriend voor haar zou blijven, maar dat zij elkaar niet meer ontmoeten of spreken moesten, want ofschoon er geen kwaad bij was, het moest eens bekend worden. Ze zei dat ze daar niets om gafde heele wereld mocht het weten, maar zij kon hem niet vergeten. Hij zei dat zijn vader er op aandrong, dat hij zou trouwen en hij had zoo goed als toegestemd en het zou lijken of hij een dubbel' spel speelde als de menschen over hem en Liz praatten. Ik kon niet alles verstaan, want zij praat ten heel zachtjes, maar ik begreep dat hij af scheid van haar wou nemen en dat zij hem smeekte dat niet te doen en toen hij haar trachtte over te halen het pad naar de brug op en naar huis te gaan, weigerde zij. Zij was heel anders dan gewoonlijk, want ik her-> innerde mij haar als een zacht en toegevend meisje, maar nu scheen zij zoo vast op haar stuk te staan, dat hij niets met haar kon uit richten. Ik haatte hem, dat hij ooit op haar levenspad gekomen was, op die zorgelooze manier van hem. Wat had Liz met een heer noodig, nog daargelaten een leegtooper zoo als hij? (Wordt vervolgd). ALKMAARSCHE CODRANT. ■- DUITSOHLAND. PROCLAMATIES VAN DEN DUITSCHEN KEIZER. De Duitsche Keizer richtte de volgende proclamties aan volk en strijdmacht:

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1917 | | pagina 1