DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. 179 Honderd eu negentiende jaaruang. 1917. DOIDEUDACr 2 AUGUSTUS FEUILLETON. HET VIJFDE HAD Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar fl,30 franco door het geheele Rijk fUö") Afzonderlijke nummers 5 «Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone Advertentiën Per regel 10.12* Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/fc HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Over den abonnementsprijs wordt bij vooruiibatallng beschikt. Bewijsnummers 5 cent. ALKMAAR, 2 Augustus. De nadere legerberichten geven weinig be langrijke bijzonderheden over den slag in Vlaanderen. Sir Douglas Haig meldt ietwat brommig, dat bet weer slecht is en geeft te verstaan, dat het uitblijven van verdere vorderingen aan de weersgesteldheid moet worden toegeschreven. De Duitscbe legerbe- richtschrijver is in de wolken. Hij heeft het ook wel over den regen, maar de hoofdzaak is voor hem, dat er z. i. van den grooten aan val der entente niet veel te recht is gekomen. Hij bezingt de dapperheid der Duitsche troepen, die de massa's, welke aan Broessi- ken-generaal Korniloff, die vervangen wordt door generaal Tseremisoff. De regeering te St.-Petersburg laat weten dat zij door geen moeilijkheid van welken aard ook terugkomen zal op het onwrikbaar besluit om den oorlog zoolang door te zetten tot de principes door de Russische revolutie aangenomen, de definitieve overwinning heb ben behaald. Met de vijandelijke bedreiging voor oogen wijden volk en leger zich met hernieuwden moed aan het grootsche werk der hernieu wing, en nemen zij bij den aanvang van het vierde oorlogsjaar maatregelen voor de aan loff's offensief in het Oosten denken deden, staande campagne, zegt een mpHprippiing weerstonden en daardoor hebben voorkomen, (i t het vijandelijk voornemen, om een vemie- tigingslag te voeren tegenover den „duik bootpest," die uit de Vlaamsche kust de En- gelsche heerschappij ter zee ondermijnt, werd bereikt. Alleen het verlies van Bix schoote wordt erkend. Op de gebruikelijke wijze verklaren overi gens beide partijen, dat hun verliezen gering zijn en dat de tegenpartij ontzettend veel ge leden heeft. „Onze verliezen, zeggen de En- gelschen, schijnen bijna algemeen opmerke lijk licht geweest te zijn, twee eenheden bijv. hebben beiden meer gevangenen genomen, door minister Teretsjenko gezonden aan de diplomatieke vertegenwoordigers in de enten te-landen. En de Engelsche minister-president Lloyd George heeft in het Lagerhuis gezegd, dat hetgeen de laatste dagen geschied is, de oogen van Rusland heeft geopend Men ziet er de gevaren, waartoe de door enkelen inge slagen weg moet leiden. In verband met de aanvallen op minister Henderson, die de in ternationale socialistische conferentie steunt, deed de premier een dringend beroep op het Huis om de eenheid des volks te bewaren, ten einde de overwinning te verzekeren, die de straffen". Daarnaar kan men afmeten, wat de woorden van een Fransch minister-presi dent waard zijn. Ribot komt ;n zijn rede ook op de onware beweringen over den kroonraad van 5 juli (1914) terug. Wij vaagden deze legende gis teren al weg. Er is geen woord waar van deze geschiedenis, waarmee Ribot de aan dacht tevergeefs van het geheime roofverdrag tracht af te leiden. Dr. MICHAëLIS EN DE PERS. Naar uit München gemeld wordt verklaar de de Rijkskanselier Michaëlis het volgende, aan een redacteur der Münchener Augsbur- ger Abendzeitung. De taak der pers is ge weldig in omvang toegenomen. Het komt er thans op aan, dat wij allen eendrachtig blij ven, dat een geest van eenheid ons allen be- meerdere mate, toen zij vernamen door vrou wen te zijn gevangen genomen. Toen de ge wonde vrouwen op het station van Pultawa aankwamen, vanwaar zij naar het hospitaal te Minsk werden gezonden, kwamen 100.000 burgers en soldaten hen begroeten. ENGELAND. HET VUISRECHT IN HET LAGER HUIS. De „Daily Telegraph" doet mededeeling van> een eigenaardig, specifiek Engelsch in cident, hetwelk zich dezer dagen in en om het Lagerhuis heeft afgespeeld, en waarvan het laatste bedrijf een geregelde bokswed strijd nog moet worden opgevoerd Tijdens de Woensdagavond gehouden La gerhuisdebatten, gaf het lid Pemberton Bil- dan het totaal van hun verliezen bedroeg." I zaak waardig is, waarvoor zooveel offers En de Duitsche troepen melden zware bloedi-1 zijn gebracht. ge verliezen van de voor geen offers terug schrikkende tegenstanders. Uit de wederzijdsche legerberichten blijkt verder, dat er wel zwaar gevochten wordt op te Christiania sommige punten, doch dat er weinig veran dering in den stand komt. Alleen aan de spoorlijn Yperen-Roesselaere moesten de Engelschen een weinig wijken. Het aantal gevangenen, dat de Britsche troepen op I Aug. maakten, is thans be kend. Het bedraagt 5000, waaronder 95 of ficieren. Een paar kanonnen, een aantal ma. chinegeweren en eenige loopgraafmortieren werden eveneens buitgemaakt. De Parijsche bladen doen uitkomen, dat het een onderneming van langen adem zal worden, een krijgsverrichting, welke weken en weken zal duren. De Matin zegt zelfs, dat het werkelijke doel niet is veld te winnen, paar Duitschers te dooden zou de afknab- belingstactiek van maarschalk Joffre her leefd zijn? In het Oosten is eveneens weinig verande ring. Alleen gewaagt Berlijn van belangrijke vorderingen in de richting van Czernowitz Wat de socialistische conferentie betreft hebben de Fransche socialisten voorgesteld deze te doen houden op 9 September en wel Generaal Broessilof, de bekwame Russi sche opperbevelhebber heeft zijn ontslag ge nomen. Hij wordt opgevolgd door den kozak- door Beatrice H«roo Maxwell en Florence Eaidwick. Muu het UriTSCHLAU». DUITSCH ANTWOORD OP DE VER KLARING VAN MINISTER RIBOT. Het Wolff-agentschap zegt: De Fransche minister-president is er nu toch toe moeten komen om licht te verspreiden over de ge heime afspraken, die tussehen de Poincaris- tische en dë tsaristische regeering over het Duitsche land zijn beklonken. Ribot draait om de bescheiden heen, die hij', ai maanden ge leden spoedig in het licht beloofde te geven. Nog altijd voorzichtig, kan hij, toch niet an ders dan toegeven, dat geheime overeenkom sten aan Frankrijk's begeerten naar Elzas Latharingen en de andere. Duitsche gebieden op den linkeroever van den Rijn steun hebben toegezegd. Dat ons Rijnsche land niet geheel zal worden ingelijfd, maar voor zoover dit Frankrijk past, slechts tot een Fransch en buf ferstaat zal worden, houden wij ons voor ge zegd. Voor het eerst wordt derhalve van de tribune der Fransche Kamer officieel erkend, hoe ver de Fransche in verdragen onder woorden gebrachte wenschen reiken. Met geen woord heeft Ribot zich van deze plannen van verbrokkeling en berooving van Duitsch- land afgewend1 en toch durft hij de meedee- lingen van den rijkskanselier „formeel logen- zielt. Dat is de hoofdzaak, die niet sterk ge- zijn wantrouwen te kennen in de juist- noeg kan en moet onderstreept, en daarbij is heid ,vaa 031 dloor Macpherson, onder-staats- 1 1 secretaris van Oorlog, afgelegde verklaring, waarop het lid kolonel Archer-Shee opstond en Billing in ongezouten woorden onder het oog bracht, dat 'n Engeüsch officier zijn fei len heeft, maar zeer stellig geen leugenaar is. Daarop vatte Billing vuur en verzocht den kolonel, „eens even naar buiten te komen." Deze gaf aan de uitnoodiging gehoor, en een half uur later roldien de beide parlements leden op de binnenplaats over elkaar heen en vielen er eenige harde klappen'. Toesnel lende politieagenten eni collega's scheidden' de kemphanen. En thans heeft Billing (37 jaar), den ko lonel (45 jaar) tot een boksmatch uitgedaagd om een inzet ten voordeele van het Roode Kruis. FRANKRIJK. DE VERKLARING VAN MINISTER RIBOT- In de Kamerzitting van Dinsdag heeft de eerste minister Ribot de volgende rede ge houden: De Duitsche Rijkskanselier heeft zich veroorloofd in het openbaar de Fran sche regeering te vragen of zij in de geheime zitting van 1 Juni 1.1. de Kamer kennis heeft juist de pers een belangrijke factor. Ik wil in deze op geenerlei -wijze invloed uitoefenen of haar aan banden1 leggen-. Kleine moenings- verschillen spelen geen Vol. Maar in belang rijke kwestiën, waar het geheel op het spel staat moeten wij: eensgezind en eendrachtig zijn. Ook in de voedingspolitiek moet een heid heerschen. Ik kan met een gerust geweten verzekeren dat onze fronten overal zeer sterk en goed staan, zoodat eene nederlaag ons niet kan treffen. Daarvoor zdjin wij bewaard door onze militaire leiding en dank zij onze soldaten, die het hoogste presteren. De wil van het Duitsche volk om te overwinnen kan dus rotsvast zijn en heeft alle reden dit te zijn. RUSLAND. TOESTANDEN AAN HET RUSSISCHE FRONT. Reuter meldt uit St. Petersburg: Een ba taljon des doods van 300 matrozen uit Reval drong bij de laatst* gevechten door vier li nies vijandelijke loopgraven heen, in plaats van door twee, zooals het bevolen was. Zij vroegen daarna versterkingen om de stellin- GEVONDEN VOORWERPEN. Een wit schort, een sleuteltje, twee broche's, een rijwielpomp, twee armbandjes, twee porte- monnaies met en zonder geld, een redicule met inhoud, en halsketting, een tasch met mondbehoeften, een kindennuta, een zilveren collier, een' zwarte strik, een kinderkraagje, een kinderschoentje, een hondenkettinkje, een R. K. gebedenboekje, twee rozenkransen, een tasch met inhoud en twee schopjes, een zil veren kruis aan lint en eenige aandeelen Staatsloterij. Alkmaar, 2 Augustus 1917. De Commissaris van Politie, W. TH. VAN GRIETHUIJSEN. soldaten op de matrozen, die nu tussehen twee Ro^d aamrenaan. De vuren kwamen en terug begonnen te trekken. De commandant stierf met dertien wonden, een tweede-luitenant en' twee adelborsten schoten zichzelf dood, 'liever dan terug te trekken. Te Helsingfora zijtn de maximal istiache lei ders in hechtenis genomen en hu norganen verbeurd verklaard 47) Eindelijk zei- hij, dat als ze niet wou heen- gann, dan moest hij haar verlaten', en hij vn nog of ze gauw naar huis zou gaan en trUiten niet meer aan hom te denken. Hij was liet waard, zei hij, zich om hem te be kom: neren, en dat was waar ook, maar zij vqu het niet inzien. Hij nam haar twee handen in de zijne en iracht ze aan zijn mond, achtereen volgens en kuste ze alsof ze een dame was; ik heb nog nooit bet gezicht van een meisje zoo wit zien worden en zoo wanhopig als het hare op dat oogenbiik. Hij ging weg, nam zijn hoed voor haar af en Liz bleef staan, met dë handen naar hem uitgestrekt, hem aanziende zondër een woord zie waanzinnig was van verdriet en toen was ze plotseling doodstil en peinsde. Ze liep een paar schreden, dichter naar mij toe en toen ging ze vlak bij het water en keek naar beneden. Ik was een paar arm breedten van haar vandaan. Zij keek over haar schouder en zei met een vreemde, zach te stem: „Vaarwel, mijn lieveling, mijn lie veling l'\ Toen hief zij de armen op eu liep vooruit. Als ik er niet bliksemsnel bij ge weest was, zou zij in het water gesprongen zijn, maar ik was er op voorbereid en greep haar toen zij sprong. Zij worstelde met mij als een krankzinnige, riep dat ik haar moest laten begaan, en toen herkende zij mijn stem, hield op met tegenspartelen en zag mij aan. zei ze, „hoe kom jij hier?" Ik zei dat ik bij haar gekomen was en dat ik haar liefhad en met haar trouwen wou en haar meenemen. „Ik kan nooit met iemand trouwen dan met hem", zei ze, „nooit. Ik heb het mij voorge- nome?> niet leven zonder hem. Je hadt mij niet moeten tegenhouden. Dan was alles nu voorbij." Ik zei dat ze zich schamen moest, dat zij een man liefhad boven haar stand, die niet te spreken. 11VJ „Dag Liz," zei hij met zijn kalme, temerige om haar gaf. stM, vergeef mij als ik jd verdriet gedaan Zij luisterde zelfs niet naar mij. Al wat ze nor». Het was niet opzet en je zult eenmaal zei was dat er geen onderscheid van stand bhj zijn dat ik je vaarwel gezegd' héb." was in de liefde en dat ze van hem gehouden HAoen ^aide hij zich om en ging een hon- zou hebben wat of wie hij ook geweest was. itfn,?38 -• Cup? op 01 sloeg tom weg Hij.was de eenige man ter wereld voor haar. Zij smeekte mij heen te gaan en haar aan blee onbeweeglijk staan, maar toen hij haar lot over te laten, maar ik weigerde en acuter de boomen verdwenen was riep zij toen begon zij opnieuw te schreien en wilde P otvcbug. Kom terug! kom terug ik kan met geweld mij voorbij naar het water, maar ïn KrJeJeVen!c ik haar hield haar terug. „Luister zij barstte in hevig snikken uit, alsof Liz," zei ik, „ik zal je iets laten zien iets aangegaan. De tsaar zou zich daarin hebben verbonden on- ze aanspraken op Duitsch grondgebied aan den linkeroever van den Rijn te steunen. Er zijn grove onjuistheden en zelfs leu gens in deze voorstelling van den rijkskanse lier met name ten aanzien van de rol, die hi aan den president van de republiek toe schrijft als zou deze bevel hebben gegeven HFT RIT KCT<mHF vDFnrcnATui i I buiten Briand om het verdrag te onderteeke- i-.. o- .1^9 VREDESBATAILLON. nen. De Kamer weet hoe dë zaken zich heb- Uit Sint Petersburg wordt het volgende ben toegedragen. Doumergue vroeg en ver- gemeld aangaande het gevecht bij Smorgon, kreeg ingevolge zijn besprekingen met den waaraan door het vrouwenbataillon het tsaar, van Briand machtiging om acte te ne- eerst weru deelgenomen. De aanvoerdster men van de belofte van den tsaar om onze mevr. Botscharewa en hare adjudanten mej. aanspraken op Elzas Lotharingen dat ons bkrydlow, dochter van den admiraal, werden met geweld is afgenomen te steunen en ons verwond, evenals omstreeks 150 hunner ge- vrij te laten waarborgen te zoeken tegen een zelrnnen. terwul er 2(1 m>Hnnr( en s n-mrann-en I nieuwen aanval, niet door inlijving bij Fran zelinnen, terwijl er 20 gedood en 8 gevangen genomen werden. Het bataillon deed' een aanval op de Duitschers, nadat de soldaten van een naburig regiment hunne stellingen hadden verlaten. De vrouwen wierpen- zich onstuimig buiten de loopgraven en richtten een vuur op den vijand, hetwelk opmerkelijk krijk van gebied op den linkeroever van den Rijn, maar door zoo noodig van deze stre ken een autonomen staaart te maken die ons, evenals België zou beschermen tegen een in val van over den Rijn. Wij_ hebben er niet aan gedacht te doen, juist was. Zij slaagden erin 100 soldaten en wat Bismarck in 1871 heeft gedaan. Wij heb- 2 officieren gevangen te nemen1 'Deze laat- I ben dus het recht te beweringen van den sten waren zeer terneergeslagen en nog in rijkskanselier, die blijkbaar de in Febr. 1917 waar je eens goed naar kijiken moet als je zoo dol op hem bent." Toen bleef zij staan wachten totdat ik mijn pakje gehaaid had, ik deed het open en nam er een Chineesch mes uit, zooalls ik er een verkocht had aan mr. Pridiiam. „Als je je verdrinkt," zei ik, „zal ik hem dit zoowaar als Ik hier voor je sta, in dë borst steken. En dan zal hij nooit iemand meer las tig vallen". Zij werd zoo wit als een doek. „Dat zou je niet durven," zei ze, „je zou worden opgehangen voor moord1." Ik zei dat mij dat niet schelen kon. Ik zou met genoegen aan de galg bengelen, als ik hem kon vermoorden en ik deed er een plech- tigen eed op. „Hij kan mij niet ontsnappen," zei ik, ,„ik zal hem dag en nacht volgen, totdat ik de kans schoon zie." Zij bied naar het mes sta ren alsof zij er haar oogen niet van kon af houden. „Het is een wreed mes," zei ze fluisterend^ „laat mij eens kijken." Ik gaf het haar en liet haar zien, "hoe men op de veer moest drukken, dan schoten de twee andere mesjes er uit. En toen begon ze te bidden en te smeeken, dat ik haar moest beloven hem nooit te zullen aanraken, ze zou zich omdraaien: in haar graf als nem iets kwaads overkwam. Het was zijn schuld niet, zei ze dat haar hart aan hem toebehoorde; hij had' zich geen moeite gegeven om haar liefde op te wekken, Maar ik wilde haar dit niet beloven, want ik wou haar doen bqgrijpen, dat zij in leven moest blijven om zijn leven te redden1 en ik verzekerde opnieuw, dat, als zij in 't water sprong, ik hem zou vervolgen en dooden. Ziji scheen daarop plotseling heel en al woest tc worden en voordat ik wist, wat ze deed, hief zij het mes hoog omhoog en stak het in haar eigen hart. Zij zag mij aan toen ze neerstortte aan mijln voeten en zei„Nu kan je niet," en toen sloten zich haar oogen en haar hoofd viel achterover. Ik lichtte haar op in mijn arm en trok het mes uit de wond en toen wist ik, dat het was afgeloopen. Het was een afschuwelijke wond niemand zou dat overleven.' En de gedachte kwam bij mij op, terwijl het zweet mij uitbrak en ik trillend en bevend haar neerlegde, dat de mienschen denken zou den, dat ik het gedaan had, uit jalouzie. Het was mijn mes en haar familie zou zich herinneren1, dat ik eens goede vrienden met haar geweest was, en ik zou gevangen geno men worden als ik mij niet hals over kop uit de voeten maakte. Zij was dood dë arme Liz- en niet door mijn schuld. „Ik waschte mijn mes af in het kanaal, nam mijn bundeltje op liep een paar mijlen het kanaalpad langs; daarna sloeg ik een weg in door het veld, dat naar de kust liep. te St. Petersburg gewisselidë brieven kent en die zich heeft veroorloofd er de beteekeniB van te vervalschen, gelijk zijn beroemdste voorganger met 't telegram van Ems heeft ge daan, tegen te spreken. Ten dage dat de Rus sische regeering er in toestemt deze brieven openbaar te maken, zullen wij daartegen geen bezwaar hebben. De kanselier heeft zich wel gewacht iets te zeggen over de verklaring, die ik hier den 21 en Maart heb afgelegd en waarin ik uit naam van Frankrijk elke politiek van verove ring en inlijving door geweld van de h*nH heb gewezen. Verder heeft hij opzettelijk vergieten, dat ik den 22en Mei m de Kamer gezegd heb, dat wij bereid' zijn met Rusland over het oorlogsdoel in gedadnenwisseling te treden en dat, zoo het EHiitsche volk, welles recht om te leven en zich vreedzaam te ont wikkelen wij niet bestrijden, begreep, dat wij een vrede willen, die berust op het recht der volken, het sluiten van vrede bijzonder verge makkelijkt zou worden. Ten slotte is de kan selier de motie, die de Kamer met algemeene stemmen heeft aangenomen na de geheime vergadering van 1 Juni stilzwijgend voorbij gegaan. Bij de aanvaarding van die motie heb ik gezegfj, dat wij geen politiek van ver overing of onderwerping voigen, omdat dat geen Fransche politiek is. Het is wèl de poli tiek van Duitschland die ons dezen oorlog»- ramp op den hals heeft gehaald. Wij hebben 45 jaar gezucht onder den druk van deze po litiek. De revanche, die wij thans willen ne men, bestaat in het verwezenlijken van het recht der volken en van de beginselen van rechtvaardigheid, vrijheid en evenwicht, die de beginselen van Frankrijk zijn. Wij laten ons niet misleiden door formules waarvan de uitvinders zich zelf verbergen. Wij kennen hun bedoelingen goed. Zij zou den de democratieën in de wereld willen ver leiden en hun op de mouw willen spelden, dat wij op verovering uit zijn. Neen, wij' zoe ken rechtvaardigheid eu recht Wij willen de provincies hernemen, die nooit hebben opge houden Fransch zijn. Ze waren het (foor hun ei'gen wil, want ze hebben zich in dë loop van de groote revolutie van 1790 aan Frank rijk geschonken. Bij het feest van de federa tie zijn ze hun toetreding tot Frankrijk komen betuigen. Sindsdien hebben ze het leven van Frankrijk geleefd, ze zijn een stuk van Fran krijk geweest. Toen ze ons werdën ontrukt, hebben wij gevoeld, dat er iets aan dit edele land, Frankrijk, ontbrak. Ze moeten tot Frankrijk terugkeeren omdat ze daaraan be- hooren, omdat ze niet behooren aan degenen, die deze provincies namen, niet door overre ding gelijk wij deden, maar door geweld, door het ruwe oorlogsrecht, dat wij afwij- T"f I Het dient nergens toe te vertellen, hoe ik vooriMJ!&aan eery weggekomen ben. Als het een matroos was vriendelijk woordje tot haar gezegd als zij aan den oever naar het water zat te kijiken, totdat zij verliefd op hem: was geworden en opzettelijk daar naar toe was gegaan', in de hoop hem te zullen1 ontmoeten. dien ze zochten, zouden ze moeite gehad hebben mij te vinden1, want ik zorgde er wel voor, dat ik er uitzag als een' landrot en mijn eigen moeder zou mij niet herkend hebben.. Ik kwam twee dagen lang voor niemand te voorschijn en toen ik uit mijn schuilplaat» te voorschijn kwam, was iik nog maar op wi uur aftsand van de piaatp van waar de boot zou uitvaren. Ik durfde geen coulant te koopen, maar toen ik eenmaal aan boord' was en mij geen vragen gedaan werden, leende ik een courant van den stuurman en daar stond een heele- boel in van den „Moord aan' het Kanaal", zooals ze het noemden. Het leek mij toe, dat ze op een verkeerd spoor waren en ik dacht aan wat Liz gezegd had ze zou geen rust hebben in haar graf als er kwaad overkwam aan den man dien zij liefhad. Gedurende de geheele reis heb ik er over nagedacht en eindelijk is het mij duidelijk geworden wat mij; te doen stond. Ik zal dezen1 brief met het mes, in een fleseh doen en haar dicbtlakken en overboord gooien vlak voordat wij in de haven aanko men. Als ze ooit wordt gevonden zal het alle moeilijkheden uit den weg ruimen; en als ze zinkt op den bodem van de zee, dan kan ik er niets aan doen. Ik zal in ieder geval mijn ixst gedaan hebben voor de arme Liz. Het zou nergens toe dienen, mij te zoeken. Ik ben van' plan een nieuw leven le beginnen met nieuwe menschen, en de oude te vergeten. Ik moet er nog bijvoegen, dat een jongen soms aan het kanaal zat te visschen, bij een wilgenstruik, ik denk dat hij Liz en haar vriend wel opgemerkt heeft maar zij zagen hem niet en hij zag mij ook niet. Het was een jongen met een vroolijk gezicht, ik hoop, dat hnj niet lastig is gevallen. Den vinder van deze flesch heil!" EINDE. ALKMAARSCHE CODRANT. -*x j I j uivi uau iccudLiii ic i li m, 111

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1917 | | pagina 1