DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No. 179
Honderd eu negentiende jaaruang.
1917.
DOIDEUDACr
2 AUGUSTUS
FEUILLETON.
HET VIJFDE HAD
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar fl,30 franco door het geheele Rijk fUö")
Afzonderlijke nummers 5 «Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone Advertentiën
Per regel 10.12* Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/fc HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
Over den abonnementsprijs wordt bij vooruiibatallng beschikt. Bewijsnummers 5 cent.
ALKMAAR, 2 Augustus.
De nadere legerberichten geven weinig be
langrijke bijzonderheden over den slag in
Vlaanderen. Sir Douglas Haig meldt ietwat
brommig, dat bet weer slecht is en geeft
te verstaan, dat het uitblijven van verdere
vorderingen aan de weersgesteldheid moet
worden toegeschreven. De Duitscbe legerbe-
richtschrijver is in de wolken. Hij heeft het
ook wel over den regen, maar de hoofdzaak
is voor hem, dat er z. i. van den grooten aan
val der entente niet veel te recht is gekomen.
Hij bezingt de dapperheid der Duitsche
troepen, die de massa's, welke aan Broessi-
ken-generaal Korniloff, die vervangen wordt
door generaal Tseremisoff.
De regeering te St.-Petersburg laat weten
dat zij door geen moeilijkheid van welken
aard ook terugkomen zal op het onwrikbaar
besluit om den oorlog zoolang door te zetten
tot de principes door de Russische revolutie
aangenomen, de definitieve overwinning heb
ben behaald.
Met de vijandelijke bedreiging voor oogen
wijden volk en leger zich met hernieuwden
moed aan het grootsche werk der hernieu
wing, en nemen zij bij den aanvang van het
vierde oorlogsjaar maatregelen voor de aan
loff's offensief in het Oosten denken deden, staande campagne, zegt een mpHprippiing
weerstonden en daardoor hebben voorkomen,
(i t het vijandelijk voornemen, om een vemie-
tigingslag te voeren tegenover den „duik
bootpest," die uit de Vlaamsche kust de En-
gelsche heerschappij ter zee ondermijnt,
werd bereikt. Alleen het verlies van Bix
schoote wordt erkend.
Op de gebruikelijke wijze verklaren overi
gens beide partijen, dat hun verliezen gering
zijn en dat de tegenpartij ontzettend veel ge
leden heeft. „Onze verliezen, zeggen de En-
gelschen, schijnen bijna algemeen opmerke
lijk licht geweest te zijn, twee eenheden bijv.
hebben beiden meer gevangenen genomen,
door minister Teretsjenko gezonden aan de
diplomatieke vertegenwoordigers in de enten
te-landen.
En de Engelsche minister-president Lloyd
George heeft in het Lagerhuis gezegd, dat
hetgeen de laatste dagen geschied is, de
oogen van Rusland heeft geopend Men ziet
er de gevaren, waartoe de door enkelen inge
slagen weg moet leiden. In verband met de
aanvallen op minister Henderson, die de in
ternationale socialistische conferentie steunt,
deed de premier een dringend beroep op het
Huis om de eenheid des volks te bewaren, ten
einde de overwinning te verzekeren, die de
straffen". Daarnaar kan men afmeten, wat
de woorden van een Fransch minister-presi
dent waard zijn.
Ribot komt ;n zijn rede ook op de onware
beweringen over den kroonraad van 5 juli
(1914) terug. Wij vaagden deze legende gis
teren al weg. Er is geen woord waar van
deze geschiedenis, waarmee Ribot de aan
dacht tevergeefs van het geheime roofverdrag
tracht af te leiden.
Dr. MICHAëLIS EN DE PERS.
Naar uit München gemeld wordt verklaar
de de Rijkskanselier Michaëlis het volgende,
aan een redacteur der Münchener Augsbur-
ger Abendzeitung. De taak der pers is ge
weldig in omvang toegenomen. Het komt er
thans op aan, dat wij allen eendrachtig blij
ven, dat een geest van eenheid ons allen be-
meerdere mate, toen zij vernamen door vrou
wen te zijn gevangen genomen. Toen de ge
wonde vrouwen op het station van Pultawa
aankwamen, vanwaar zij naar het hospitaal
te Minsk werden gezonden, kwamen 100.000
burgers en soldaten hen begroeten.
ENGELAND.
HET VUISRECHT IN HET LAGER
HUIS.
De „Daily Telegraph" doet mededeeling
van> een eigenaardig, specifiek Engelsch in
cident, hetwelk zich dezer dagen in en om
het Lagerhuis heeft afgespeeld, en waarvan
het laatste bedrijf een geregelde bokswed
strijd nog moet worden opgevoerd
Tijdens de Woensdagavond gehouden La
gerhuisdebatten, gaf het lid Pemberton Bil-
dan het totaal van hun verliezen bedroeg." I zaak waardig is, waarvoor zooveel offers
En de Duitsche troepen melden zware bloedi-1 zijn gebracht.
ge verliezen van de voor geen offers terug
schrikkende tegenstanders.
Uit de wederzijdsche legerberichten blijkt
verder, dat er wel zwaar gevochten wordt op te Christiania
sommige punten, doch dat er weinig veran
dering in den stand komt. Alleen aan de
spoorlijn Yperen-Roesselaere moesten de
Engelschen een weinig wijken.
Het aantal gevangenen, dat de Britsche
troepen op I Aug. maakten, is thans be
kend. Het bedraagt 5000, waaronder 95 of
ficieren. Een paar kanonnen, een aantal ma.
chinegeweren en eenige loopgraafmortieren
werden eveneens buitgemaakt.
De Parijsche bladen doen uitkomen, dat
het een onderneming van langen adem zal
worden, een krijgsverrichting, welke weken en
weken zal duren. De Matin zegt zelfs, dat
het werkelijke doel niet is veld te winnen,
paar Duitschers te dooden zou de afknab-
belingstactiek van maarschalk Joffre her
leefd zijn?
In het Oosten is eveneens weinig verande
ring. Alleen gewaagt Berlijn van belangrijke
vorderingen in de richting van Czernowitz
Wat de socialistische conferentie betreft
hebben de Fransche socialisten voorgesteld
deze te doen houden op 9 September en wel
Generaal Broessilof, de bekwame Russi
sche opperbevelhebber heeft zijn ontslag ge
nomen. Hij wordt opgevolgd door den kozak-
door
Beatrice H«roo Maxwell en
Florence Eaidwick.
Muu het
UriTSCHLAU».
DUITSCH ANTWOORD OP DE VER
KLARING VAN MINISTER RIBOT.
Het Wolff-agentschap zegt: De Fransche
minister-president is er nu toch toe moeten
komen om licht te verspreiden over de ge
heime afspraken, die tussehen de Poincaris-
tische en dë tsaristische regeering over het
Duitsche land zijn beklonken. Ribot draait
om de bescheiden heen, die hij', ai maanden ge
leden spoedig in het licht beloofde te geven.
Nog altijd voorzichtig, kan hij, toch niet an
ders dan toegeven, dat geheime overeenkom
sten aan Frankrijk's begeerten naar Elzas
Latharingen en de andere. Duitsche gebieden
op den linkeroever van den Rijn steun hebben
toegezegd. Dat ons Rijnsche land niet geheel
zal worden ingelijfd, maar voor zoover dit
Frankrijk past, slechts tot een Fransch en buf
ferstaat zal worden, houden wij ons voor ge
zegd. Voor het eerst wordt derhalve van de
tribune der Fransche Kamer officieel erkend,
hoe ver de Fransche in verdragen onder
woorden gebrachte wenschen reiken. Met geen
woord heeft Ribot zich van deze plannen
van verbrokkeling en berooving van Duitsch-
land afgewend1 en toch durft hij de meedee-
lingen van den rijkskanselier „formeel logen-
zielt. Dat is de hoofdzaak, die niet sterk ge- zijn wantrouwen te kennen in de juist-
noeg kan en moet onderstreept, en daarbij is heid ,vaa 031 dloor Macpherson, onder-staats-
1 1 secretaris van Oorlog, afgelegde verklaring,
waarop het lid kolonel Archer-Shee opstond
en Billing in ongezouten woorden onder het
oog bracht, dat 'n Engeüsch officier zijn fei
len heeft, maar zeer stellig geen leugenaar
is. Daarop vatte Billing vuur en verzocht den
kolonel, „eens even naar buiten te komen."
Deze gaf aan de uitnoodiging gehoor, en
een half uur later roldien de beide parlements
leden op de binnenplaats over elkaar heen
en vielen er eenige harde klappen'. Toesnel
lende politieagenten eni collega's scheidden'
de kemphanen.
En thans heeft Billing (37 jaar), den ko
lonel (45 jaar) tot een boksmatch uitgedaagd
om een inzet ten voordeele van het Roode
Kruis.
FRANKRIJK.
DE VERKLARING VAN MINISTER
RIBOT-
In de Kamerzitting van Dinsdag heeft de
eerste minister Ribot de volgende rede ge
houden: De Duitsche Rijkskanselier heeft
zich veroorloofd in het openbaar de Fran
sche regeering te vragen of zij in de geheime
zitting van 1 Juni 1.1. de Kamer kennis heeft
juist de pers een belangrijke factor. Ik wil in
deze op geenerlei -wijze invloed uitoefenen
of haar aan banden1 leggen-. Kleine moenings-
verschillen spelen geen Vol. Maar in belang
rijke kwestiën, waar het geheel op het spel
staat moeten wij: eensgezind en eendrachtig
zijn. Ook in de voedingspolitiek moet een
heid heerschen. Ik kan met een gerust geweten
verzekeren dat onze fronten overal zeer sterk
en goed staan, zoodat eene nederlaag ons
niet kan treffen. Daarvoor zdjin wij bewaard
door onze militaire leiding en dank zij onze
soldaten, die het hoogste presteren. De
wil van het Duitsche volk om te overwinnen
kan dus rotsvast zijn en heeft alle reden dit
te zijn.
RUSLAND.
TOESTANDEN AAN HET RUSSISCHE
FRONT.
Reuter meldt uit St. Petersburg: Een ba
taljon des doods van 300 matrozen uit Reval
drong bij de laatst* gevechten door vier li
nies vijandelijke loopgraven heen, in plaats
van door twee, zooals het bevolen was. Zij
vroegen daarna versterkingen om de stellin-
GEVONDEN VOORWERPEN.
Een wit schort, een sleuteltje, twee broche's,
een rijwielpomp, twee armbandjes, twee porte-
monnaies met en zonder geld, een redicule
met inhoud, en halsketting, een tasch met
mondbehoeften, een kindennuta, een zilveren
collier, een' zwarte strik, een kinderkraagje,
een kinderschoentje, een hondenkettinkje, een
R. K. gebedenboekje, twee rozenkransen, een
tasch met inhoud en twee schopjes, een zil
veren kruis aan lint en eenige aandeelen
Staatsloterij.
Alkmaar, 2 Augustus 1917.
De Commissaris van Politie,
W. TH. VAN GRIETHUIJSEN.
soldaten op de matrozen, die nu tussehen twee Ro^d aamrenaan. De
vuren kwamen en terug begonnen te trekken.
De commandant stierf met dertien wonden,
een tweede-luitenant en' twee adelborsten
schoten zichzelf dood, 'liever dan terug te
trekken.
Te Helsingfora zijtn de maximal istiache lei
ders in hechtenis genomen en hu norganen
verbeurd verklaard
47)
Eindelijk zei- hij, dat als ze niet wou heen-
gann, dan moest hij haar verlaten', en hij
vn nog of ze gauw naar huis zou gaan en
trUiten niet meer aan hom te denken. Hij
was liet waard, zei hij, zich om hem te be
kom: neren, en dat was waar ook, maar zij
vqu het niet inzien.
Hij nam haar twee handen in de zijne en
iracht ze aan zijn mond, achtereen volgens en
kuste ze alsof ze een dame was; ik heb nog
nooit bet gezicht van een meisje zoo wit zien
worden en zoo wanhopig als het hare op dat
oogenbiik.
Hij ging weg, nam zijn hoed voor haar af
en Liz bleef staan, met dë handen naar hem
uitgestrekt, hem aanziende zondër een woord
zie waanzinnig was van verdriet en toen was
ze plotseling doodstil en peinsde.
Ze liep een paar schreden, dichter naar mij
toe en toen ging ze vlak bij het water en
keek naar beneden. Ik was een paar arm
breedten van haar vandaan. Zij keek over
haar schouder en zei met een vreemde, zach
te stem: „Vaarwel, mijn lieveling, mijn lie
veling l'\ Toen hief zij de armen op eu liep
vooruit. Als ik er niet bliksemsnel bij ge
weest was, zou zij in het water gesprongen
zijn, maar ik was er op voorbereid en greep
haar toen zij sprong. Zij worstelde met mij
als een krankzinnige, riep dat ik haar moest
laten begaan, en toen herkende zij mijn stem,
hield op met tegenspartelen en zag mij aan.
zei ze, „hoe kom jij hier?"
Ik zei dat ik bij haar gekomen was en dat
ik haar liefhad en met haar trouwen wou en
haar meenemen.
„Ik kan nooit met iemand trouwen dan met
hem", zei ze, „nooit. Ik heb het mij voorge-
nome?> niet leven zonder hem. Je hadt
mij niet moeten tegenhouden. Dan was alles
nu voorbij."
Ik zei dat ze zich schamen moest, dat zij
een man liefhad boven haar stand, die niet
te spreken. 11VJ
„Dag Liz," zei hij met zijn kalme, temerige om haar gaf.
stM, vergeef mij als ik jd verdriet gedaan Zij luisterde zelfs niet naar mij. Al wat ze
nor». Het was niet opzet en je zult eenmaal zei was dat er geen onderscheid van stand
bhj zijn dat ik je vaarwel gezegd' héb." was in de liefde en dat ze van hem gehouden
HAoen ^aide hij zich om en ging een hon- zou hebben wat of wie hij ook geweest was.
itfn,?38 -• Cup? op 01 sloeg tom weg Hij.was de eenige man ter wereld voor haar.
Zij smeekte mij heen te gaan en haar aan
blee onbeweeglijk staan, maar toen hij haar lot over te laten, maar ik weigerde en
acuter de boomen verdwenen was riep zij toen begon zij opnieuw te schreien en wilde
P otvcbug. Kom terug! kom terug ik kan met geweld mij voorbij naar het water, maar
ïn KrJeJeVen!c ik haar hield haar terug. „Luister
zij barstte in hevig snikken uit, alsof Liz," zei ik, „ik zal je iets laten zien iets
aangegaan. De
tsaar zou zich daarin hebben verbonden on-
ze aanspraken op Duitsch grondgebied aan
den linkeroever van den Rijn te steunen.
Er zijn grove onjuistheden en zelfs leu
gens in deze voorstelling van den rijkskanse
lier met name ten aanzien van de rol, die hi
aan den president van de republiek toe
schrijft als zou deze bevel hebben gegeven
HFT RIT KCT<mHF vDFnrcnATui i I buiten Briand om het verdrag te onderteeke-
i-.. o- .1^9 VREDESBATAILLON. nen. De Kamer weet hoe dë zaken zich heb-
Uit Sint Petersburg wordt het volgende ben toegedragen. Doumergue vroeg en ver-
gemeld aangaande het gevecht bij Smorgon, kreeg ingevolge zijn besprekingen met den
waaraan door het vrouwenbataillon het tsaar, van Briand machtiging om acte te ne-
eerst weru deelgenomen. De aanvoerdster men van de belofte van den tsaar om onze
mevr. Botscharewa en hare adjudanten mej. aanspraken op Elzas Lotharingen dat ons
bkrydlow, dochter van den admiraal, werden met geweld is afgenomen te steunen en ons
verwond, evenals omstreeks 150 hunner ge- vrij te laten waarborgen te zoeken tegen een
zelrnnen. terwul er 2(1 m>Hnnr( en s n-mrann-en I nieuwen aanval, niet door inlijving bij Fran
zelinnen, terwijl er 20 gedood en 8 gevangen
genomen werden. Het bataillon deed' een
aanval op de Duitschers, nadat de soldaten
van een naburig regiment hunne stellingen
hadden verlaten. De vrouwen wierpen- zich
onstuimig buiten de loopgraven en richtten
een vuur op den vijand, hetwelk opmerkelijk
krijk van gebied op den linkeroever van den
Rijn, maar door zoo noodig van deze stre
ken een autonomen staaart te maken die ons,
evenals België zou beschermen tegen een in
val van over den Rijn.
Wij_ hebben er niet aan gedacht te doen,
juist was. Zij slaagden erin 100 soldaten en wat Bismarck in 1871 heeft gedaan. Wij heb-
2 officieren gevangen te nemen1 'Deze laat- I ben dus het recht te beweringen van den
sten waren zeer terneergeslagen en nog in rijkskanselier, die blijkbaar de in Febr. 1917
waar je eens goed naar kijiken moet als je
zoo dol op hem bent."
Toen bleef zij staan wachten totdat ik mijn
pakje gehaaid had, ik deed het open en nam
er een Chineesch mes uit, zooalls ik er een
verkocht had aan mr. Pridiiam.
„Als je je verdrinkt," zei ik, „zal ik hem dit
zoowaar als Ik hier voor je sta, in dë borst
steken. En dan zal hij nooit iemand meer las
tig vallen". Zij werd zoo wit als een doek.
„Dat zou je niet durven," zei ze, „je zou
worden opgehangen voor moord1."
Ik zei dat mij dat niet schelen kon. Ik zou
met genoegen aan de galg bengelen, als ik
hem kon vermoorden en ik deed er een plech-
tigen eed op.
„Hij kan mij niet ontsnappen," zei ik, ,„ik
zal hem dag en nacht volgen, totdat ik de
kans schoon zie." Zij bied naar het mes sta
ren alsof zij er haar oogen niet van kon af
houden.
„Het is een wreed mes," zei ze fluisterend^
„laat mij eens kijken."
Ik gaf het haar en liet haar zien, "hoe men
op de veer moest drukken, dan schoten de
twee andere mesjes er uit.
En toen begon ze te bidden en te smeeken,
dat ik haar moest beloven hem nooit te zullen
aanraken, ze zou zich omdraaien: in haar
graf als nem iets kwaads overkwam.
Het was zijn schuld niet, zei ze dat haar
hart aan hem toebehoorde; hij had' zich geen
moeite gegeven om haar liefde op te wekken,
Maar ik wilde haar dit niet beloven, want
ik wou haar doen bqgrijpen, dat zij in leven
moest blijven om zijn leven te redden1 en ik
verzekerde opnieuw, dat, als zij in 't water
sprong, ik hem zou vervolgen en dooden.
Ziji scheen daarop plotseling heel en al
woest tc worden en voordat ik wist, wat ze
deed, hief zij het mes hoog omhoog en stak
het in haar eigen hart.
Zij zag mij aan toen ze neerstortte aan
mijln voeten en zei„Nu kan je niet," en
toen sloten zich haar oogen en haar hoofd
viel achterover.
Ik lichtte haar op in mijn arm en trok het
mes uit de wond en toen wist ik, dat het was
afgeloopen. Het was een afschuwelijke wond
niemand zou dat overleven.'
En de gedachte kwam bij mij op, terwijl
het zweet mij uitbrak en ik trillend en bevend
haar neerlegde, dat de mienschen denken zou
den, dat ik het gedaan had, uit jalouzie.
Het was mijn mes en haar familie zou zich
herinneren1, dat ik eens goede vrienden met
haar geweest was, en ik zou gevangen geno
men worden als ik mij niet hals over kop uit
de voeten maakte.
Zij was dood dë arme Liz- en niet
door mijn schuld.
„Ik waschte mijn mes af in het kanaal, nam
mijn bundeltje op liep een paar mijlen het
kanaalpad langs; daarna sloeg ik een weg
in door het veld, dat naar de kust liep.
te St. Petersburg gewisselidë brieven kent en
die zich heeft veroorloofd er de beteekeniB
van te vervalschen, gelijk zijn beroemdste
voorganger met 't telegram van Ems heeft ge
daan, tegen te spreken. Ten dage dat de Rus
sische regeering er in toestemt deze brieven
openbaar te maken, zullen wij daartegen
geen bezwaar hebben.
De kanselier heeft zich wel gewacht iets te
zeggen over de verklaring, die ik hier den
21 en Maart heb afgelegd en waarin ik uit
naam van Frankrijk elke politiek van verove
ring en inlijving door geweld van de h*nH
heb gewezen. Verder heeft hij opzettelijk
vergieten, dat ik den 22en Mei m de Kamer
gezegd heb, dat wij bereid' zijn met Rusland
over het oorlogsdoel in gedadnenwisseling
te treden en dat, zoo het EHiitsche volk, welles
recht om te leven en zich vreedzaam te ont
wikkelen wij niet bestrijden, begreep, dat wij
een vrede willen, die berust op het recht der
volken, het sluiten van vrede bijzonder verge
makkelijkt zou worden. Ten slotte is de kan
selier de motie, die de Kamer met algemeene
stemmen heeft aangenomen na de geheime
vergadering van 1 Juni stilzwijgend voorbij
gegaan. Bij de aanvaarding van die motie
heb ik gezegfj, dat wij geen politiek van ver
overing of onderwerping voigen, omdat dat
geen Fransche politiek is. Het is wèl de poli
tiek van Duitschland die ons dezen oorlog»-
ramp op den hals heeft gehaald. Wij hebben
45 jaar gezucht onder den druk van deze po
litiek. De revanche, die wij thans willen ne
men, bestaat in het verwezenlijken van het
recht der volken en van de beginselen van
rechtvaardigheid, vrijheid en evenwicht, die
de beginselen van Frankrijk zijn.
Wij laten ons niet misleiden door formules
waarvan de uitvinders zich zelf verbergen.
Wij kennen hun bedoelingen goed. Zij zou
den de democratieën in de wereld willen ver
leiden en hun op de mouw willen spelden,
dat wij op verovering uit zijn. Neen, wij' zoe
ken rechtvaardigheid eu recht Wij willen de
provincies hernemen, die nooit hebben opge
houden Fransch zijn. Ze waren het (foor hun
ei'gen wil, want ze hebben zich in dë loop
van de groote revolutie van 1790 aan Frank
rijk geschonken. Bij het feest van de federa
tie zijn ze hun toetreding tot Frankrijk komen
betuigen. Sindsdien hebben ze het leven van
Frankrijk geleefd, ze zijn een stuk van Fran
krijk geweest. Toen ze ons werdën ontrukt,
hebben wij gevoeld, dat er iets aan dit edele
land, Frankrijk, ontbrak. Ze moeten tot
Frankrijk terugkeeren omdat ze daaraan be-
hooren, omdat ze niet behooren aan degenen,
die deze provincies namen, niet door overre
ding gelijk wij deden, maar door geweld,
door het ruwe oorlogsrecht, dat wij afwij-
T"f I Het dient nergens toe te vertellen, hoe ik
vooriMJ!&aan eery weggekomen ben. Als het een matroos was
vriendelijk woordje tot haar gezegd als zij
aan den oever naar het water zat te kijiken,
totdat zij verliefd op hem: was geworden en
opzettelijk daar naar toe was gegaan', in de
hoop hem te zullen1 ontmoeten.
dien ze zochten, zouden ze moeite gehad
hebben mij te vinden1, want ik zorgde er wel
voor, dat ik er uitzag als een' landrot en mijn
eigen moeder zou mij niet herkend hebben..
Ik kwam twee dagen lang voor niemand te
voorschijn en toen ik uit mijn schuilplaat» te
voorschijn kwam, was iik nog maar op wi
uur aftsand van de piaatp van waar de boot
zou uitvaren.
Ik durfde geen coulant te koopen, maar
toen ik eenmaal aan boord' was en mij geen
vragen gedaan werden, leende ik een courant
van den stuurman en daar stond een heele-
boel in van den „Moord aan' het Kanaal",
zooals ze het noemden.
Het leek mij toe, dat ze op een verkeerd
spoor waren en ik dacht aan wat Liz gezegd
had ze zou geen rust hebben in haar graf
als er kwaad overkwam aan den man dien
zij liefhad.
Gedurende de geheele reis heb ik er over
nagedacht en eindelijk is het mij duidelijk
geworden wat mij; te doen stond.
Ik zal dezen1 brief met het mes, in een
fleseh doen en haar dicbtlakken en overboord
gooien vlak voordat wij in de haven aanko
men. Als ze ooit wordt gevonden zal het alle
moeilijkheden uit den weg ruimen; en als ze
zinkt op den bodem van de zee, dan kan ik
er niets aan doen. Ik zal in ieder geval mijn
ixst gedaan hebben voor de arme Liz.
Het zou nergens toe dienen, mij te zoeken.
Ik ben van' plan een nieuw leven le beginnen
met nieuwe menschen, en de oude te vergeten.
Ik moet er nog bijvoegen, dat een jongen
soms aan het kanaal zat te visschen, bij een
wilgenstruik, ik denk dat hij Liz en haar
vriend wel opgemerkt heeft maar zij zagen
hem niet en hij zag mij ook niet. Het was een
jongen met een vroolijk gezicht, ik hoop, dat
hnj niet lastig is gevallen.
Den vinder van deze flesch heil!"
EINDE.
ALKMAARSCHE CODRANT.
-*x j I j uivi uau iccudLiii ic i li m, 111