DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
DINSDAG 21 AUGUSTUS
No. 1%
Honderd en negentiende jaargang.
1917.
ftbonMfltsjjrlls per taoMIJL fi. p. post f 1.50. AdYertentieprflsmfit p. regel, groote letters naar plaatsruimte. Brieven fr. N. V. Boek- en Handelsdrnkkerij Y.h. HERIfls. COSTER 4 ZOON, Voordam C 9. Telefnr. 3.
FMÜIIiIiHT DB.
Fanny's tweede huwelijk
Inlevering uitgereikte for
mulieren Schoeisel, Sajet en
Melk.
Over den abonnementsprijs wordt bij vooruitbetaling beschikt. Bewijsnummers 5 cent.
ALKMAAR, 21 Augustus.
Tegelijk met de Italianen zijn thans ook de
Franschen losgekomen.
Zoowel van Duitschen als van Franschen
kant wordt medegedeeld, dat er een nieuwe
dag bij Verdun is ontbrand. Havas verzekert
zelfs, dat de strijd aan de beide Maasoevers
het karakter aanneemt van een slag van on
gewone afmetingen.
1ide partijen zijn gelijkelijk over het aan
vankelijk verloop tevreden.
Wolff bericht dat de slag gunstig voor de
Duitschers staat, daar de Franschen op den
westelijken Maas-oever slechts bij het bosch
van Avocourt en bij den Dooden Man de ver-
dedigings-zóne binnendrongen en ten oosten
van de rivier vóór de gevechtsstelling werden
afgeslagen of in tegenaanvallen werden te
ruggeworpen, terwijl de massa-inzet van in
fanterie over een front van meer dan 20 K.M.
hun de zwaarste verliezen opleverde.
Het Duitsche legerbericht meldt echter, dat
de Franschen zonder strijd den Talonheuvel
(op den Oostelijken oever) bereikten, welke de
Duitschers in Maart j.l. als verdedigingslinie
hadden opgegeven en die thans slechts door
posten was bezet, welke Zondag ten over
vloede nog volgens een vooraf gemaakt plan
en zonder stoornis terug genomen waren.
Het Fransche communiqué deelt mede, dat
de Franschen veroverden het bosch van Avo
court, den Dooden Man, de bossclien van
Corbeaux en Cumières (in het zuiden aan den
Dooden Man grenzende), den Talon-heuvel,
Champneuville (vlak bij dien heuvel) en de
heuveis 344 en 240, terwijl de Fransche rech
tervleugel oprukte in de bosschen van Fosses
en Chaume (tusschen Beaumont en Omes).
Het wonderlijke Duitsche verhaal over den
288 M. hoogen heuvel, die maandenlang
slechts door posten bezet zou zijn geweest,
daargelaten, ziet men dat de beide lezingen
niet zoo heel veel verschillen.
Aan beide Maas-oevers hebben dus de
Franschen vorderingen gemaakt, terwijl ze
4000 gevangenen berichten. Het Fransche
succes is derhalve onmiskenbaar. Maar
hoe lang moet de oorlog nog duren als zulke
successen de eindoverwinning moeten bren
gen?
Ook de Italianen wisten aan de Isonzo nog
niet meer dan een aanvangssucces te behalen.
Het Italiaansche legerbericht zegt, dat de
Italianen aan de Isonzo overal de Oostenrijk-
sche linie bezetten, stroomopwaarts van Ca-
nale de rivier waren overgestoken en 7500
gevangenen maakten. Volgens het Oosten-
rijksche legerbericht zijn de Italianen, soms
ia aanvankelijke successen, overal terugge
slagen, behalve op een punt, waar de strijd
nog heen en weer golft, terwijl het aantal ge
vangenen als 3000 wordt opgegeven.
Van beide kanten geeft men hoog op van
de verwoedheid van den strijd. De Köln.
Ztg. schat, dat er niet minder dan 5000 ka-
18)
van ANNIE QUIDIND.
Uit lull Zwmkch vedaald öoou M. A. Z.
III.
De villa aan zee.
De familie Hein vertoefde gaarne in de
villa aan zee. yoor de 10e inaal vierde de oude
hoor daar zijn verjaardag. Hij had zooals
hij: beweerde dat oude plaatsje „ontdekt"
en eerder dan iemand anders het geschikt be-
,'ondeni tot zomerverblijf. Als hij op zijn wan-
'i in langs het strand of in het bosch de rij
van villa's zag toenemen, voelde hij een ze-
ren trots, dat hij de zijne daar het eerst had
gebouwd.
Staande voor het open raam in zijn slaap
kamer, bezig de laatste hand te leggen aan
zijn toilet, verheugde hij zich over den- feest
dag in het midden der zijnen, alsof het zijn
9e verjaardag was in plaats van zijn 69ste.
De laatste maal was het zoo vreemd geweest
en zoo half. Fanny had niet kunnen komen,
en Mathilde was juist den verjaardag over
thuis gebleven, om den volgenden morgen
naar Fanny te gaan. 's Avonds had er een
afscheidsstemmmg geheerscht, niets gezellig.
Dit jaar waren ze allen hier. Fanny ook met
man en Koert en de kleine meid.
Het was een teleurstelling, die hij echter
diep in zijn liefhebbend vaderhart verborgen
hield, dat Fanny van haar schoonheid veel
bad verloren. Als hij er aan terugdacht, hoe
onbegrijpelijk jong zij er had1 uitgezien, d'en
zomer toen ze hertrouwde, vond hij in
nonnen in actie zijn, het zware Engelsche en
Fransche geschut niet meegerekend. En van
Italiaansche zijde wordt verklaard, dat er
208 Italiaansche vliegmachines onvermoeid
aan den slag meewerkten!
Het officieele Oostenrijksche legerbericht
brengt verder de mededeeling, dat de Italia
nen ten noorden van Asiago, op de hoogvlak
te der Zeven Gemeenten, op Italiaanschen
bodem, over een breedte van 15 K.M. uit hun
stellingen zijn geweken en dat zij ook het
Sugana-dal verlieten. Van Italiaansche zijde
is hieromtrent nog niets gemeld.
Bijster gelukkig zijn de Italianen met het
inzetten van hun Isonzo-offensief weer niet
geweest, immers de Oostenrijkers kunnen
thans troepen van het Oostelijk oorlogstoo-
neel halen, wanneer de nood eens aan den
pian mocht komen, sterke krachten aan de
Isonzo samentrekken om een krachtigen Itali
aanschen stoot te pateer en. Op het Oostelijk
front hebben ze op het oogenblik niets te
vreezen. En daarom waarschijnlijk ook op
hun Italiaansche front niet.
Evenals de Engelschen en de Franschen
zullen vermoedelijk ook de Italianen thans
opnieuw ervaren, dat de middenmogendheden
sterk staan in het strategisch defensief.
Uit Rome wordt geseind, dat de Engelsche
gezant aan het Vaticaan heeft medegedeeld,
dat de Engelsche regeering de pauselijke no
ta welwillend en ernstig zal bestudeeren.
We weten nu al zooveel, dat de voornaam
ste entente-rijken gezamenlijk him houding
zullen vaststellen en dat Amerika in dezen
zelfstandig zal optreden.
Vandaag valt de beslissing der Engelsche
arbeiders inzake deelneming aan de conferen
tie te Stockholm. Nu het mijnwerkersverbend
is omgevallen, verwacht men een interessante
stemming. Maar er wordt nj ook al weer
aangedrongen op een referendum over deze
aangelegenheid onder de vakvereenigingsle-
aenl
ENGELAND.
KONING GEORGE AAN FENG KOEO
SJANG.
De Engelsche koning seinde aan den pre
sident der Chineesche republiek het volgende
telegram:
Ik vernami met groote voldoening de tus-
schenkomst van China in den oorlog aan de
zijde der geallieerden en ik verlang u mijn
hartelijke gelukweusehen aan te bieden met
het besluit der groote republiek, waarvan gij
Eesident zijt, om zicb te vereenigen met de
aden welke verbonden zijn tegen de aan-
vals-politiek der Middenstaten.
EEN VRAAG OVER DE
PAUSELIJKE NOTA.
De afgevaardigde King vroeg in het En-
elsche Lagerhuis of er een nota van den
aus is ontvangen, waarin er op wordt aan
gedrongen, dat de oorlogvoerenden vredes
voorwaarden in overweging zullen nemen en
of de regeeringen der geallieerde staten over
deze zaak zullen confereeren voordat een ant-
uiterlijk meer verschil dan twee jaren anders
teweeg brachten. Haar mooie figuur had zij
weliswaar behouden, elegant en gedistingeerd
was zCj maar de echte frischheid ontbrak.
Anne rannyZe leed er zelf onder, dat kon
hij wel zien. Hij was vreesèlijk bang dat ze
ontdekken zou, dat hij het opmerkte; tegen
Mathilda had hij er wel over gesproken, maar
tegen niemand andere. Dat zij berouw nad of
ook maar redien had spijt te hebben over haar
ontegenzeggelijk gewaagd huwelijk met een
zooveel jongeren man, daarvan had hij niet
het minste gemerkt. Arnold was zich gelijk
bleven in zijn manier van doen tegenover
haar; hartstochtelijk was hij eigenlijk nooit.
Maar dat hij dol was op 't kleine kind, dat
was heel duidelijk.
Nu was de oude heer klaar; hij had! zich
vandaag met zijn toilet niet gehaast. Hij
wist immers dat hij zich op zijn verjaardag
in den kring der familie niet al te vroeg
moest vertoonen. Hij keek over de zonnige
Nu was de oude heer klaar; hij had zich
vandaag met zijn toilet niet gehaast. Hij wist
immers dat hij zich op zijn verjaardag in den
kring der familie niet al te vroeg moest ver
toonen. Hij keek over de zonnige blauwe
zee, werd ernstig en dacht met een
zucht aan zijn zoon Emiel. Dat deed hij altijd
op zijn verjaardag Toen keek hij op zijn
groot gouden horloge en ging naar beneden.
De trap kraakte onder zijn welbekenden tred,
en Mathilda haastte zich de laaitste rozen te
schikken rondom zijn koffiekop. Ze waren
allen buiten op de waranda, waar het ontbijt
gereed stond, en de jarige werd gekust en
omhelsd door zijn vrouw, zijn dochters en
rijn kleinzoon, waarna zijn schoonzoons
hem de hand drukten. Hij genoot van dat al
les, bekeek de geschenken, was verrast en ver
baasd en bedankte, gaf zijn goedkeuring te
kennen over de smaakvol gedekte ontbijttafel,
woord wordt verzonden.
Minister Cedl antwoordde op beide vragen
bevestigend.
HET ENGELSCHE DEPARTEMENT
VAN MUNITIE.
Reuter seint dat de arbeid aan het depar
tement van munitie steeds in omvang toe
neemt. Een jaar geleden bestond de straf van
het hoofdkwartier te Londen uit 5000 men-
schen, nu uit 13,500. Het departement laat
ongeveer 2 millioen menschen werken en is
verantwoordelijk voor jaarlijksche uitgaven
van tusschen 6 en 700 millioen pond.
De Britsche legers zijn de best toegeruste,
hun bewapening wordt nog steeds beter.
AUSTRALISCHE WERKKRACHTEN IN
ENGELAND.
In het Lagerhuis heeft een der afgevaar
digden de aandacht gevestigd op dc aan
komst van Australische arbeiders in Enge
land. De regeering antwoordde dat er in de
laatste vier weken 907 geschoolde arbeiders
u<t Australië waren aangekomen. „Moedigt
de regeering koloniale arbeiders aan hierheen
te komen en de plaatsen in te nemen van onze
werklieden?" vroeg de afgevaardigde. „Neen"
zeide de heer Kellaway namens de regeering,
„maar ze waardeert zeer de hulp die zij op
deze wijze van de Australiërs ontvangt."
INDIë EN HET MOEDERLAND.
In het Lagerhuis deelde de heer Montagu,
minister voor Indië, mede dat besloten is om
over te gaan tot maatregelen tot opneming
van Indiërs in alle takken van het bestuur van
Indië met het oog op een geleidelijke ontwik
keling van zelfbesturende instellingen en de
progressieve instelling van een verantwoorde
lijke regeering in Indië als een integreerend
deel van het rijk.
'De minister deelde tevens mede, dat de
beletsels, tot dusverre bestaande voor de
opneming van Indiërs in het Britsche leger,
weggenomen zullen worden.
NEUTRALE SCHEPEN EN DE
CENTRALEN.
In het Lagerhuis stefde een afgevaardigde
de vraag, of het de regeering bekend was, dat
een groot aantal neutrale schepen nog steeds
goederen van groot militair belang naar
Duitsche havens vervoerden, en of de regee
ring in overweging wilde nemen na den oor
log onderscheid te maken tusschen de reeders
van deze schepen en andere. Lord Robert Ce
cil antwoordde, dat de Britsche regeering in
beginsel van meening is, dat neutrale schepen,
die den vijand voortdurend helpen, na den
oorlog op denzelfden voet behandeld moeten
worden als de vijandelijke schepen. De afge
vaardigde vroeg daarop, of de onder-minister
wist, dat neutrale schepen, die ten gevolge
van bedreigingen der Duitsche regeering in
de haven liggen, de Duitsche belangen» even
zeer dienen als andere schepen. Lord Robert
Cecil antwoordde, dat zulke schepen zeker
beschouwd moesten worden als bijdragende
tot het oorlogsdoel der vijanden.
DE „MORNING POST".
In het Lagerhuis vroeg dezer dagen de
heer Outhwaite aan lord Robert Cecil of
diens aandacht was gevestigd op de aanval
len van de Morning Post" op den Russi-
schen Raad van arbeiders en soldaten en op
de vertegenwoordigers van dien raad die En
geland bezochten en of met het oog op deze
aanvallen en den indruk, dien ze in Rusland
moesten wekken, de verspreiding van de
„Morning Post" in het buitenland niet zou
worden belet, gelijk dat met de „Nation" hef
nam plaats en presiueerde achter een waren
wal van bloemen. Hij was in zijn schik met
alles en met allen; dat Bengt Adlericldds.ge-
lukwensch meer stijf was dan hartelijk, daar
aan was hij gewoon en hij vond bijna dat het
zoo zijn moest; in stilte echter meende hij,
dat de verrekijker, dien Arnold hem had ge
geven, nog al duur was voor diens middelen.
Het was een present, dat Arnold beter van
hem had kunnen krijgen. Hij droeg zijn
hoofd drommels hoog, die jonge uian.
„Daar, grootvader, daar is er nog een die
komt feliciteeren." Arnold kwam met zijn
dochtertje op zijn arm en nu kon hij zijn
hoofd wei buigen. Hij reikte haar aan zijn
schoonvader over met een gezicht, waarop
duidelijk stond, dat hij hem een groote gunst
bewees, en de bankdirecteur nam zijn klein
dochter in ontvangst en maakte al de grapjes
met haar, die een grootvader voor zijn klein
kinderen klaar dient te hebben. Het kind
lachte eerst, maar begon toen te huilen. Boy,
de patrijshond, die jaloerech was, was er bij
gekomen en had zijn poot op de andere knie
van zijn baas gelegd.
Arnold nam gauw zijn schat terug.
„Dot", zei hij en ging zitten met het kind
op zijn arm. Hij lokte Boy naderbij ^„Neen,
we zijn niet zoo klein, kijk maar, we zijn niet
bang voor ouden Boy. Kijk eens, wat een
brave hond. Trek maar gerust aan zijn ooren,
kijk zóó! Niet? 't Is ook veel prettiger Pap
aan zijn snor te trekken." t
Vader en kind en hond vormden een aar
dige groep, en allen keken met plezier er
naar, Fanny kon niet laten beiden te kussen,
en. Eva zuchtte in stilte.
In den loop van den morgen kwamen er al
meer bloemen, telegrammen en felicitaties.
Het weer was zoo mooi als men maar wen-
schen kon; een zachte bries woei van den
zeekant, zoodat de nieuwe vlag op het dak
geval was.
Lord Robert Cecil zeide, dat het antwoord
op de eerste vraag bevestigend, op de tweede
ontkennend luidde.
„Zal, vroeg de heer Outhwaite toen, de
edele lord althans aan de Voorloopige Regee
ring mededeelen, dat de hoofdartikelenschrij
ver van dit blad is een man van militairen
leeftijd en dat het tblad behoort aan een oude
dame?"
„Acht de regeering het niet gewenseht de
verspreiding van de „Nation" in het buiten
land weer toe te staan, opdat dit een tegen
gif zal vormen voor de schadelijke artikelen
van de „Morning Post"?" vroeg de heer
Pringle.
Op deze en nog enkele andere vragen van
dien aard antwoordde lord» Cecil dat slechts
één artikel onder zijn aandacht kwam en dat
dit z. i. geen aanval op de Russische regeer
ring bevatte. De Unionist Lowther wilde de
reputatie van de „Morning Post" redden en
vroeg: „Is 't niet een feit dat de loyauteit
van dit blad een goed voorbeeld is voor an
dere bladen?" „Ik zou liever geen meening
uitspreken", zeide lord Robert Cecil daarop.
WILDE KASTANJES.
Het munitie-departement en de voedsel-
controleur in Engeland hebben zich tot de
onderwijs-autoriteiten gewend met een circu
laire, waarin zij aandringen op het inzame
len van wilde kastanjes door de schoolkinde
ren, onder leiding van de onderwijzers. Voor
bepaalde procedé's bij de munifie-producttie
is graan noodig, dat echter kan worden ver
vangen door bestanddeelen van de kastanjes.
Voor iederen ton kastanjes kan Yt ton graan
voor de voeding worden gespaard.
Men verwacht op deze manier meer dan
200,000 ton wilde kastanjes te kunnen bijeen
zamelen. Dus een zeer nuttig, en voor de
schoolkinderen al heel prettig werk. Tot dus
ver werden in Engeland deze kastanjes wel
gebruikt als voedsel voor geiten en herten;
maar het grootste deel bleef ongebruikt.
FRANKRIJK.
HET BEZOEK VAN POINCARé
AAN ITALIë.
Bij het verlaten van het Italiaansch grond
gebied zond president Poincaré aan den Ko
ning van Italië het volgend telegram: Nu ik
het Italiaansch grondgebied verlaat, wil ik
nogmaals mijn aank uitspreken voor de zoo
hartelijke ontvangst, welke Uwe Majesteit
mij heeft bereid en waarvoor ik haar steeds
dankbaar zal blijven.
Ik neem een gelukkige herinnering mede
aan deze al te spoedig vervlogen dagen, die
ik te midden der dappere troepen van een be
vriend en met ons verbonden land mocht
doorbrengen. Ik bewaar de gedachte aan den
harden strijd, waar zooveel dapperen hun
bloed gaven voor de verlossing van hun
broeders en stamgenooten. Het was mij bij
zonder aangenaam met Uwe Majesteit een
bezoek te mogen brengen aan Gradisca en
Görz en er de Italiaansche vlag te zien wap
peren.
Ik koester den vurigen wensch, dat nieuwe
successen het loon zullen zijn van den moed
van uw prachtig leger en dat ze aan uw edel
land de vervulling zullen brengen zijner nati
onale eischen, hetgeen zal bijdragen tot de
gemeenschappelijke overwinning.
Italië en Frankrijk, thans als bondgenoo-
ten in den oorlog, zullen voor altijd vereenigd
blijvenwanneer de vrede zal zijn terugge
keerd zullen ze trouw aan hun zelfde tradi
ties, hunzelfde kuituur en hun zelfde ideaal
met een zelfde liefde arbeiden aan den voor
uitgang der men8chheid.
Koning Victor Emmanuel antwoordde bij-
wapperde en klapte. Tegen het middagmaal
kwamen met den trein veLe familieleden en
ook eenige vrienden van de rondom liggende
villa's. Het diner was prachtig, zooals altijd
in het huis van den bankdirecteur, of 't in de
stad was of buiten, en hier, waar men over 't
algemeen tevreden zijn moest met wat er te
krijgen was en z'n pretenties moest matigen,
was zulk een feestmaaltijd dubbel welkom.
De wijn was van de beste soort, de tafelver
siering keurig, de stemming opgewekt; er
werd gelachen, gepraat, gespeecht. Arnold
las de telegrammen voor. Door de hooge
open ramen stroomde de frissche zeelucht
binnen en hoorde men het bruisen van de
zee.
De namiddag werd voor 't grootste deel
aan het strand doorgebracht, daar lag men
op reisdekens op het zand, en versnaperin
gen werden rondgediend door dienstmeisjes
in lichte katoenen japonnetjes met witte
schorten. Ze liepen af en aan met presen
teerbladen, onderwijl met elkaar kibbelend;
de kinderen trokken schoenen en kousen uit
en de jongelui speelden croquet op de
strandweide.
In de familie van den bankdirecteur was
het vrouwelijk element overwegend; dus wa
ren er onder f gezelschap veel jonge meis
jes en geen andere ongetrouwde heeren dan
enkel een nieuw aangekomen student en een
paar zesde klassers van het gymnasium. Na
tuurlijk was Arnold bij de jonge dames in
trek, hij deed mee aan croquet en andere spe
len en maakte met animo gekheid, vooral met
een zestienjarig meisje, dat nog een lange
blonde vlecht op haar rug droeg, de dochter
van een nicht van Fanny, zelf ook Fanny ge
noemd. Arnold wilde dat ze oom tegen hem
zou zeggen, maar zij deed het niet/Telkens
als Arnold, haar plagend: „Fanny, Fanny"
riep, kwam zijn vrouw aanloopen en zette
De DIRECTEUR van het DISTRIBUTIE
BEDRIJF van ALKMAAR deelt aan belang
hebbenden mede, dat de AANVRAAGKAAR-
TEN tot verkrijging van SCHOEISEL en SA
JET tegen verminderden prijs en ter verkrij
ging van MELK VOOR ZIEKEN, ZWAK
KEN en KINDEREN beneden den leeftijd
van 6 jaar, tegen een prijs van 0.11 per Li
ter, ingeleverd moeten worden WOENSDAG
22 AUGUSTUS a.s., des namiddags tusschen
2 en 5 uur, aan de navolgende scholen en
wel:
11000 aan de Keetkolk, hoofd der
school de heer G. Hellinga.
10012000 aan de Brillenstteeg, hoofd der
school de heer F. J. Aukes.
20013000 aan de Nieuwesloot, hoofd der
school de heer J. A. Zwarteveen.
30014000 aan de Nieuwesloot, hoofd der
school de heer A. Wijn.
40015000 aan de Snaarsmanslaan, hoofd
der school de heer J. Eits.
5001 en daarboven aan den Koningsweg,
hoofd de heer P. Schipper.
FORMULIEREN NIET OP DIEN DA
TUM INGELEVERD, KUNNEN NIET
MEER IN ONTVANGST GENOMEN
WORDEN.
Alkmaar, 20 Augustus 1917.
De Directeur voornoemd,
D. SCHENK.
Burgemeester en Wethouders
van ALKMAAR brengen ter
ter algemeene kennis, dat
het verkeer over de Boom-
poortsbrug op 21, 22 en 23
Augustus a s.
zal zijn gestremd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
HINDERWET.
BURGEMEESTER em WETHOUDERS
van ALKMAAR brengen ter algemeene ken
den op de Gemeente-Secr
legd net aan hen inga
ijlagen van de N. V. Ve
nisfahriek te Krommenie, om vergunning tot
nis, dat heden op de Gemeente-Secretarie ter
het
zoek met bijlagen van de N V. Verwer's Ver
iek te Kro
visie is gelegd het aan hen ingediende ver-
het oprichten van een vemisfabriek met verf-
maalderij c.a., op het perceel Heldersche weg,
Sectie C, No. 1230.
Bezwaren tegen deze oprichting kunnen
worden ingediend ten raadhuize dezer ge
meente, mondeling op Dinsdag 4 September
ek., 's voormiddags te elf uur en schriftelijk
vóór of op dien tijd.
Gedurende drie dagen vóór gemelden dag
kunnen de verzoeker en hij, <Jie bezwaren
heeft ingebracht, op de Secretarie dezer ge
meente van de terzake ingekomen schrifturen
kennis nemen.
Alkmaar, 21 Augustus 1917.
Burgemeester en Weihouders .voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
zonder hartelijk, achtte zich gelukkig den
president te hebben mogen ontvangen te mid
den zijner troepen, welke een schitterend
beeld vormen van net roemrijk leger, en met
hem een deel van het front te hebben kunnen
bezoeken, waar gevochten wordt voor de ge
meenschappelijke overwinning.
een wel wat strak gezicht, als ze dan merkte
dat de jonge Fanny was bedoeld.
Later, toen ze allen voor de terugreis aan
de theetafel in de villa bijeen waren, werd
kleine Etty beneden gebracht, om goeden
nacht te zeggen, en toen vergat Arnold ieder
een voor het kind. Zijn verrukking over Etty
was frisch en ongekunsteld, zooals zijn blijd
schap altijd was en hij wilde dat een ieder
die deelde. En weer keken onwillekeurig al
len naar hem met genot; hij was mooi en
mannelijk, zooals hij daar stond, zoo recht
en slank, met het kind op z'n arm. Hij speel'-
de met haar met denzelfden ijver als hij eerst
croquet en krijgertje had gespeeld, maar als
ze een gezicht trok of ze wou gaan huilen,
deed hij niet sentimenteel met haar. Hij frons
te dan zijn wenkbrauwen en wist opvalL
lend genoeg haar dadelijk zoet te krijgen
met het bevel„niet zoo dom doen 1" Hij was
de eenige wien ze gehoorzaamde, beweerde
hij trotsch.
De jonge Fanny stond ook naar hem te
kijken in haar rozenrood zomerpakje. In haar
hoofdje begonnen juist in dezen1 tijd rozen-
roode phantasietjes te werken; nu kregen
haar wangen dezelfde kleur, want plotseling
wist ze, dat „hij" op Arnold moest lijken. Ze
ging naar Arnold toe, noemde hem „Oom"
en vroeg Etty te mogen vasthouden. En dat
mocht ze. En toen ze daar een beetje verlegen
met het kind op den arm stond, werd ze zich
bewust, dat ze er heel lief uitzag. En toen
Etty min of meer bang scheen te worden,
kreeg Fanny's stem opeens zulk een moeder
lijk toongeluid, als zij van zichzelf vroe
ger nooit gehoord had. Maar toen kwam Et-
ty's mama en nam haar over.
De jonge Fanny verbeeldde zich, dat oude
re Fanny niet heel vriendelijk keek, toen ze
voor haar boog en vaarwel zeide. En een
nieuwe gedachte kwam bij haar op, ofschoon
ALKMAABSCHE COURANT.