DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Honderd en negentiende Jaargang
1917
AbanneneiitspiDs Ml Monrtttiititliig 13 mwrfM I til ft. m«l 11.10. Brafomnmim 5 «t Stmtrattert» 18 ct ngil. grotm tetter* rast ptaWnt»- Br. Ir. fi.ï. Boek- n iamteljdnittiill Bum. CwterI». Man 8 9, Tel. 1.
Y RIJ DA©
12 OCTOBER.
FEÜILL1T0N.
NEDERLAND.
240
Een man's werk.
ALKMAAR, 12 October.
Op de verklaring van den Pruisischen
staatssecretaris von Kühlmann inzake Elza*
Lotharingen heeft de Engelsche minister-pre
sident Lloyd George geantwoord. „Laat,
zeide hij, nergens er twijfel bestaan omtrent
hetgeen deze verklaring zeggen wil, maar
hoe lang de oorlog ook duren mag en wat er
ook geëischt worden mag van de hulpbron
nen van Engeland, wij zullen ondanks alles
het dappere Frankrijk blijven bijstaan, totdat
het zijn overweldigde kinderen van het
vreemde juk bevrijd heeft."
En de oud-premier Asquith heeft verklaard,
liever te willen, dat de oorlog wordt voort
gezet, totdat er een beslissing ia gekomen,
dan dat er door een niet beslissendeü vrede
een einde aan wordt gemaakt.
Men stelle nu hiernaast dat de Duitsche
rijksdag tot 5 Decbember is verdaagd, nadat
de president de volgende verklaring had afge
legd: „Wij zijn vast overtuigd dat wij een
duurzamen vrede zullen bevechten, die het
Duitsche volk in stand houdt en het voor rijjn
leven en vrije ontwikkeling de noodige
grondslagen biedt."
Hieruit blijkt dus, dat men in Engeland en
in Duitschland vertrouwt den strijd te kun
nen volhouden en daardoor te kunnen win
nen.
Krachtig geven de woordvoerders te ken
nen, dat zij sterk staan.
Het is waar en wij herinnerden er reeds
eerder aan dat Jules Favne 47 jaar geleden
zeide: „geen duimbreed van ons gebied, geen
steen van onze forten" en dat Frankrijk
slechts enkele maanden Later genoodzaakt
was meer dan Neen duim en een steen, immens
heel E lzasrLotharingen, af te staan.
Aan verklaringen van staatslieden valt nu
zoo min als toen, onvoorwaardelijk geloof te
hechten. Het is best mogelijk, dat de pralen
de woorden slechts dienen om tijdelijk den
schijn op te houden of dat men met den vrede
in het zicht een hooge borst gaat opzetten I
De gewezen Russische gezant te Tokio en te
Washington, de heer Rosen, komt nu weer
betoogen, dat het oogedblik is aangebroken
om vrede te sluiten, overeenkomstig het be
ginsel geen inlijving, geen schadeloosstelling
en dat de geallieerden eigenlijk den eersten
stap moesten zetten bij het doen van vrede*
voorstellen en er zijn telkens andere vrede*
aanduidingen. Maar zoo lang de verwachtin
gen der staaitslieden den volkeren gerecht
vaardigd schijnen, zoolang lijkt ook de vrede
nog verre.
„Het bloed en de' tranen van de duizenden,
die door dezen oorlog geleden hebben en
het vooruitzicht van al het zedelijke en stoffe
lijke verderf, dat Zuid-Afrika nu dreigt, ma
ken het voor beide oorlogvoerenden noodig,
zich kalm en als voor het aangezicht van den
Drie-eenlgen God' af te vragen, waar zij om
vechten en of beider doel al deze vreesel^ke
ellende en verwoesting rechtvaardigt."
Zoo luidde de aanhef van het historisch te
legram, dat Paul Kruger den 5den Maart
1900 aan de Engelsche regeering zond.
Hoe meer klemt de daarin neergelegde ge
dachte thans, waar het nu niet een Zuid-
Afrika, maar meer dan een halve wereld be
treft, waar niet duizenden, maar millioenen
en millioenen lijden. En waar het vooruit
zicht zoo bijster somber is heeft de heer
Lloyd George niet verklaard, dat de beschik
bare voedselvoorraad op de wereld minder
is, dan hij sedert jaren iB geweest, daar de
graanproductie om verschillende redenen
sterk achteruit gegaan is?
Misschien maken de economische toestan
den mede aan den oorlog nog wel spoedi
ger een einde dan thans valt te voorzien!
Na Peru heeft Uruguay de betrekkingen
met Duitschland afgebroken.
Militair nieuws is er weinig. In Vlaande
ren houdt de artillerie- en de luchtactie aan
boven de linie Zonnebeke-Zandvoorde is
zelfs een luchtgevecht geleverd, waaraan on
geveer 80 vliegtuigen deelnamen!
Het heet, dat de Duitschers weldra een
aanval op Dunaburg zullen wagen en dat nu
inderdaad met de ontruiming van St. Peters
burg een aanvang ia gemaakt. De Russen mel
den, dat de Duitschers bij Jaoobstadt ver
broederingspogingen deden en in het gebied
van Riga eenige Russische compagniën terug
dreven. En voorts melden de Russen, dat ze
im Azië met Turken slaags zijn geweest, die
in het Tigris-gebied vluchtten.
VARIA.
EEN OPZIENBAREND
SPIONNAGEPROCES.
Het Zweedscha blad „Aftonpo&ten" (de
Duitsche bladen melden hieromtrent niet)
geeft bijzonderheden omtrent een opzienba
rend spionnage-proces, dat bij de rechtbank
te Leipzig aanhangig werd gemaakt, en waar
bij een groot aantal Zweden, Denen, Neder
landers en Zwitsers, alsook onderdanen der
Geallieerden betrokken zijn. De spionnage
was gericht tegen Duitschland, en bepaalde
zich niet tot de verrichtingen van leger en
vloot, doch de vertakkingen van dezen „in-
lichtingen"-dienst strekten zich tot verschil
lende oorlogshavens, als Hamburg, Stettin
en Wilhelmshaven uit.
Alle neutrale onderdanen, die in deze zaak
aandeel hadden, zijn tot tien jaar tuchthuis
straf veroordeeld, terwijl twee vrouwen, me
vrouw Hansen en hare 21-jarige dochter, bei
den twaalf jaar tuchthuis hebben gekregen.
Mevrouw Hansen en hare dochter werden ge
arresteerd, juist toen zij op het punt Btonden
Duitschland te verlaten, en zich naar Dene
marken te begeven. Bij een onderzoek van
hare bagage werden in een kofferslot enkele
stukken papier aangetroffen, die scheikundig
werden onderzocht, waarbij een aantal ge
heime mededeelingen aan den dag kwamen,
die de bestaande verdenking, dat de beide
j vrouwen in dienst eener vreemde mogendheid
stonden, nog versterkten.
Een verder onderzoek der voorwerpen, die
zij op hare reis hadden medegenomen, alsme-
Roman van SILAS KL KnngZMCk
LM fa* Sugatsch
10)
Middelerwijl onderhield Jane zich met
lord Impey in net salon. HIJ had elke week,
sinds Adela's ziekte een bezoek gebracht en
Jane had het zoo weten in te richten, dat zij
alleen van zijn gezelschap genoot Dat was
niet moeilijk geweest. Zij was de gastvrouw,
Impey moest naar haar vragen als er nie
mand anders aanwezig was. En daar het
moeilijk ging Winifred te spreken te vragen,
was hij somtijds gekomen en vertrokken zon
der een glimp van haar gezicht te hebben ge
zien.
Winifred had in geen enkel opzicht bel
stelling in lord Impey's bezoeken getoon
iane merkte dat nauwkeurig op en dat gaf
aar een gevoel van groote voldoening. Ook
had Winifred geheel zonder bedoeling een
opmerking van lord Impey aan haar overge
bracht, en wel, dat hij haar (Jane) voor een
zeer flinke jongedame hield. Jane schatte die
opmerking hoog, die scheen haar vol bete*
kenis toe
Lord Impey was geen overdreven gevoel*
mensch. Alles in aanmerking genomen was
hij een zeer practisch individu Een man die
eenvoudig leefde en met grooten ijver werk
te. Daarom zou zulk een man, als hij een
vrouw wenschte, naar iemand uitzien, die
flink was. Flinkheid zou de voornaamste en
allergewichtigste eigenschap wezen'. En hij
hield haar voor flink. Hij zou dat niet tegen
over Winifred beweerd hebben als hij' er niet
zoo over had gedacht.
de eene huiszoeking in hare woning te Kiel
leverden een volledig bewijs barer schuld,
terwijl boveudien nog bleek, dat een aantal
buitenlanders, die In Nederland* Zwitserland
en Scandinavië verblijf houden, een spionna-
gedienst hebben georganiseerd, die in geheel
Duitschland zijne vertakkingen heeft. De spi
onnen stonden door middel van schijnbaar
onschuldige advertenties in Duitsche dagbla
den, als het „Berliner Tageblatt" en bet
„Hamburger rremdenblatt", met elkaar in
verbinding. Zoo luidde eene annonce in het
„Hamburger Fremdeablatt"„Ik koop
contant 400 paar gedragen kaplaarzen. Ma
gazijn voor ongeregelde goederen, Lubeck"
De ware beteekenis van deze advertentie
was: „Vier treinen met zware artillerie zijn
naar het Oostelijk front vertrokken." Eene
andere advertentie luidde: „Buitenlandsch
handelaar is kooper van 600 paar damesLaar-
zen. pffertes Stationshotel Hannover I" Na
ontcijfering bleek hiermede bedoeld te zijn:
,,Zes tremen met infanterie zijn naar het
Westelijk front vertrokken." Het gerechtelijk
onderzoek brachts voorts nog aan het licht,
dat de arrestanten langs vele omwegen in
verbinding hadden gestaan met agenten der
Geallieerden in neutrale landen. Twee der
veroordeelden, met name Hoal en Winter,
bleken zich by de organisatie van het spion-
nagenet zeer verdienstelijk te hebben ge
maakt Hoal hield geruimen tijd in Denemar
ken verblijf, o. a. te Kopenhagen, dat hij ech
ter hals over kop verliet, toen de politie al
daar zich met zijne zaken ging bemoeien Hij
reisde daarop naar Rotterdam, alwaar hij aan
een „Michtingen"-buxeau verbonden werd,
dat onder leiding staat van een zekeren kapi
tein Tinaley. Dtt bureau onderhield geregel
de betrekkingen met soortgelijke instellingen
te Kopenhagen, Genève en Stockholm. Tij
dens net verloop van het proces bleek verder
nog welke opdrachten de beschuldigden te
vervullen hadden gekregen. Bij een der spi
onnen werden papieren gevonden, waaruit
kan worden afgeleid, dat hij zich op de hoog
te moest stellen of de Vulkan-werf den bouw
van een tweetal kruisers reeds had voltooid,
een ander moest trachten te weten te komen,
welken naam een kruiser droeg die op de Ho-
waldtwerf te Kiel werd gebouwd. Een ander
had weer opdracht vast te stellen, waar in
Duitschland nieuwe regimenten werden ge
vormd. Heit kwam hierbij er op aan, te we
ten te komen hoe groot hunne sterkte was,
wanneer zij afgericht zouden zijn, enz. Het
geding bewees ten duidelijkste, dat Duitsch
land's tegenstanders op uitnemende wijze
omtrent ae binnenlandsche gebeurtenissen in
het Duitsche rijk zijn ingelicht
KORTE BERICHTEN.
Te Stuttgart overleed Hertog Philip
van Würtemberg, oudste lid! van het koninklijk
huis in dien ouderdom van 79 jaar. Hij was
een zoon van hertog Alexander en prinses
Marie van Orléans en was gehuwd met prin
ses Maria Theresia van Oostenrijk.
De Koning van Zweden belastte dien
president van de Tweede Kamer, Widen, die
tot die gematigde liberalen behoort, met de
vorming van een kabinet.
mar het WoLfbureau meldlt verloren
die geallieerden aan de Duitsche fronten' 20
kabelballons en 373 vliegtuigen, waarvan
167 binnen de Duitsche linies neer kwamen.
De uitschers verloren 82 vliegtuigen en 5
kabelballons. x
In den Rijksdag werd met algemeene
stemmen, behalve die dier beide sociaal-demo
cratische partijen, het ontwerp betreffende
het herstel der Duitsche koopvaardijvloot aan
genomen.
Naar uit Duitschland gemeld wordt
schijnt de staatssecretaris von Capelle over de
gevallen1 van de vloot niet in overeenstem
ming met de instructies van dien Rijkskanse
lier gehandeld! te hebben. 'Men spreekt van 'n
Capelle-crisis.
Over dien oogst in Amerika wordt nog
gemeld, dat er aan graan één millioen schepel
meer is dian verleden1 jaar. Aardappelen' en
groenten zullen hooge cijfers aan toonen.
President Poincaxé ontmoette Woen*
dag Bernardino Machadod^n president van
Portugal, en begaf zich met dezen naar Ver
dun, waarbij de stad' overeenkomstig een
besluit dier Portugeesdne regeering, eereteeke-
nen werdien verleend.
In het Huis van Ajgevaardigden in
Oostenrijk werd verslag uitgebracht over een
geval, waarin een officier, een soldaat, die
een andere officier in het gezicht sloeg,
met een bajonet doodstak. De beide officieren'
worden gerêchitelij'k vervolgd.
'ijnsche pi
liceerd voor een
Berlijnsche predikanten
Dat lord Impey vroeg o! laat zou trouwen,
sprak van zelf. Menschen in zijn positie
trouwen altijd. Bovendien was hij niet
iemand, die zich door conventie Het leiden
Hij was in zijn opvattingen bijzonder demo
cratisch. Hij beoordeelde de menschen niet
naar hun stand, maar naar hun hoedanighe
den. Hij kon evengoed trouwen met een bur
gerlijk meisje dan met een adellijk, ja dat was
zelfs meer waarschijnlijk.
Jane' vond deze overwegingen bijzonder
bemoedigend. Zij zag mogelijkheden en gaf
zich af en toe over aan het bouwen van aan
gename luchtkasteelen. Zij was jong, niet ou-
er dan vijf en twintig, gezond, zag er goed
uit en bovenal zij was flink.
Voor zulk een jonge vrouw was alles moge
lijk. Het zou een groote triomf zijn als zij ten
slotte haar knappe zuster overtrof Zij was
zoo gewoon geweest Adela te beschouwen
als het middel om tot een hoogere maatschap-
peUjke positie te geraken, doch nu was er een
weg geopend, waarlangs zij kon vooruitko
men, zonder dat Adela er mee gemoeid was.
Six Jasper Fenlbve was een nul in vergelij'
Een' aantal
heeft een oproep
vrede dioor vergelijk. 'Het christendom moet
voortaan met ale beslistheid er naar streven,
dia» de oorlog als middel van twistbeslech
ting onder de volkeren uit de wereld! ven
dwijnt, zoo heet het dn dit stuk.
De Rijksdag nam het ontwerp betreffen-
dle het ambt van vice-kanselier en de splitsing
van het ministerie van Buiten landsche raken,
aan, met de stemmen der beide sociaal-demo
cratische partijen tegen.
Prinses Louise van Cobarg, die in het
begin van d)en oorlog uit Weenen verbannen
werd1 en tot dusver te München woonde, heeft
thans het Hongaar&che staatsburgerschap
verworven en zal naar Hongarije verhuizen.
De tonnenmaat ter beschikking der re
geering in Engeland, is door de onlangs ge
nomen beslissing dat neutrale schepen' in de
Britsche havens, die Britsch of voomameUjk
Britsch eigendom zijn, zullen worden gere-
quixeerd, zeer gestegen. Die schepen zullen1
'den Britsdien vlag voeren en tot verdédiging
worden bewapend. Een 4-tal Zweedsche sche
pen' zijn reedis ingelijfd.
MOEILIJKHEDEN MET ENGELAND.
Zooals wij in een deel van onze vorige
oplaag reeds mededeelden, is de telegrafische
handelsgemeenschap tusschen Nederland en
Engeland op last van de Britsche regeering
onderbroken, zoolang de Nederlandsche re
geering niet een einde maakt aan den door
voer van zand en grint (en niet fruit, zooals
abusieveüjk in ons telegram stond vermeld)
en oude metalen door Nederland van
Duitschland naar België.
Ter verduideüjking van dit bericht ontlee-
nen wiji het volgende aan het Handelsblad
ünze regeering laat sinds geruimen tijd
toe het vervoer langs Neder landsche water
wegen van oude metalen, grint en ranri uit
Duitschland naar België, bestemd voor on
derhoud en verbetering van wegen in laatst
genoemd land.
Volgens de Britsche regeering zou de Ne-
derlandsche dien doorvoer niet mogen ge-
doogen, daar de bedoelde artikelen net krak-
ter zouden dragen van militaire voorraden
in den zin van artikel 2 van het verdrag van
18 October 1907 betreffende de rechten en
verplichtingen der onzijdige mogendheden
en personen in geval van oorlog te land, en,
afgezien daarvan, omdat het toelaten van dien
doorvoer eene hulpverleening aan Duitsch
land is, omdat het voor Duitschland een
voordeel is dat de Duitsche spoorwegen niet
met dat vervoer worden bezwaard. De Ne
der landsche regeering stelt daartegenover,
king met lord Impey. Alles verliep gunstigeer
dan zii ooit verwacht had. Uit oogenschijnlijk
kwaad zou wel iets goeds kunnen vooxdtko-
tnen.
Lord Impey kwam te Stonéhiunst schijnbaar
om naar Adela te informeeren, maar als men
niet absoluut blind was moest men opmer
ken, dat dit slechts een voorwendsel was.
Waarom zou hij belang stellen in Adela? Hij
had haar zelfs nooit gezien en hij gaf todh ze
ker niet zooveel om Fenlove om zich zelfs
maar een paar seconden te plagen wegens de
vrouw met wie die wilde trouwen.
Waarom kwam hij dan te Stonehurst? Niet
om haar vader te zien, want hij verscheen
gewoonlijk met zijn auto als die in de city
was. Er waren dus nog slechts twee andere
personen, die hij wellicht kon wenschen te
zien zii zelf en Winifred Willoughby.
Dat Winifred mogelijk een
kon worden, moest ze zich, hoewel met tegen
zin, bekennen. Winifred was ontegenzegge
lijk hoogst aantrekkelijk Zij was ook flink,
dat viel niet te ontkennen, bovendien rijk en
een wees. Aan den anderen kant was de
hooghartige, om niet té zeggen onverschilli
ge manier, waarop zij zijn lordschap behan
delde, als zij hem ontmoette, niet geschikt om
zijn bewondering op te wekken. Ook herin
nerde zij zich met groote voldoening, dat,
toen zij haar bij gelegenheid van zijn eerste
bezoek te Stonehurst met zijn koffie naar bin
nen zond. zij er allesbehalve aantrekkelijk
uitzag. Werkelijk zij had er met haar wan
ordelijk haar, verkreukelde japon en be-
schreid gezicht uitgezien om van te schrik
ken. Het was dus heel onwaarschijnlijk, dat
lord Impey's genegenheid zich op haar zou
vestigen.
Maar toch moest het feit niet over het
hoofd worden gezien, dat Winifred, als zij
dat verkoos, bijzonder innemend kon wezen.
Het was dus voor haar zaak die beiden zoo
veel mogelijk van eikaar verwijderd te hour
den en tot dusver was haar dat heel goed ge
lukt.
Op dien bewusten dag bracht de knecht
lord Impey dadetijk naar het salon. Jane
was daar om hem te ontvangen. Zij had hem
de laatste drie dagen reeds verwacht en be
gon te vreezen, dat hij zijn bezoeken had ge
staakt. Toen de deur werd opengeworpen
en zijn lordschap op haar toetrad, begon
haar hart gejaagd te kloppen. Zij stond dar
delijk op, waarbij haar handwerkje op den
grond viel en stak haar hand uit.
„Wat vriendelijk van u om weer te komen?'
zei zij en glimlachte allerliefst. Een warme
blos kleurde haar wangen, haar oogen schit-
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van ALKU AAI brengen ter algemeens
kennis, dat In bat Gemeenteblad van Alk
maar, No. 551,- is apgenomen bet baalult
van den Raad dier gemeente van 16 Juni
1017, waarbij zijn vastgesteld de dagen waar
op de KAJiARBYBBIABKT sal wor
den gehoaden.
Welk toesluit, beden afgekondigd, gedu
rende drie maanden ter gemeente-secretarie
ter lezing ia nedergalagd en aldaar tegen
staling van f 0,05 la afdruk ia verkrijg
baar gesteld.
Alkmaar, 5 October 1917.
Bnrgameester en Wethouder*
voornoemd
O. RIPPINO Voorzitter.
DONATU, Secretaris.
terden, om haar lippen speelde een glimlach,
haar weelderig haar was keurig
Ook stond de japon die zij droeg, haar uit
stekend.
Zijpn manieren waren uiterst beleefd, maar
een weinig koud. Hij was teleurgesteld toen
hij bemerkte, dat hij zich weer alleen met
haar bevond. Hij had bij het binnenkomen
haastig de kamer rondgekeken, in de hoop,
dat Winifred er zou zijn om hem te begroe
ten. Hij zou wel eens willen weten waar zi,
zich ophield en ook of zij hem met opzet ver
meed. Zoo dat het geval was, zou hij na
tuurlijk zijn bezoeken staken.
„Ik hoop, dat uw zuster vooruit gaat", zei
hij, terwijl hij niet al te dicht bij zijn gast
vrouw plaats nam.
„O, dat dunkt me wel", antwoordde Jane
op ietwat teleurgestelden toon. Zijn begroe
ting was niiet zoo hartelijk geweest als zij
wel had gewenscht
„Dat verheugt me."
„Zij is natuurlijk nog heel zwak", ging
Jane voort, „maar dr. Hunter zei gisteren,
dat alle symiptonen gunstig waren
„En uw vader?"
„Hij maakt het wel goed, maar heeft toch
wat vacantie hoog noodig. 't Is een heele
moeilijke tijd voor hem geweest voor ons
allen.
„Dat moet het wel zijn geweest, maar ik
hoop, dat nu het ergste geleden is."
„Dat hoop ik ook of liever ik hot
Het li
vast voor.
houd het er
moet nu nog
lieve meisje
slechts weer op krachten komen."
„Dat zal wel gemakkelijk gaan", zei Imi
glimlachend. „Jonge menschen herstellen
spoedig."
Hierop ontstond een stilte, die eenige se
conden aanhield een stilte, die eenigszins
pijnlijk dreigde te worden. Impey dacht er
l over na of het wel verstandig zou wezen als
De DIRECTEUR van het DISTRIBUTIE
BEDRIJF verzoekt FLH. Winkeliers, voor zoo
ver zij in het bezit zijn van KAARSEN, deze
op vertoon van de Legitimatie^-nummera af
te geven aan personen, die geheel van licht
veratoken zijn.
De Directeur
van het Distributiebedrijf,
D. SCHENK.
De BURGEMEESTER der gemeente
ALKMAAR gelast, krachtens bekomen aan
schrijving, den ondenstaanden milicien, om
zich biji zijn korps te vervoegen, ten einde in
werkelijiken dienst over te gaan:
Reer. dép. Vile Inf. Brigade 2e Comp. (gar
nizoen Amsterdam, O. Nl Kazerne)
26 October 1917* RE INDERT, ADOLF.
Almaar, 11 Oct 1917.
De Burgemeester voornoemd,
RIPPINO.
dat de bepalingen van het stellig volkenrecht
ïaar verbieden den bedoelden doorvoer te
verhinderen. De tractaten betreffende de vrij
heid der scheepvaart op de internationale ri
vieren maken het haar tot plicht eiken door-
ar te laten, die niet valt onder de bepa
al van het hierboven aangehaald artikel 2.
Ter handhaving van een strikte onzijdig
heid heeft zij op den doorvoer in de richting
van en naar België van het uitbreken van den
oorlog af een nauwlettend toezicht gehouden
teneinde elk vervoer dat het in artikel 2 be
doeld karakter zou dragen, te verhinderen.
Zij heeft zich daarbij op het standpunt ge
steld dat dit artikel niet alleen toepasseHjk is
op onder militair geleide vervoerde transpor
ten, maar ook op aie welke uiterUjk niet als
legervoorraden kenbaar zijn, zoo bijv. op
goederen, die, in bezet land gerequlreend
zijnde, als buit naar het eigen land worden
gezonden.
Teneinde laatetgemeide zendingen te kun
nen weren, heeft zaji bepaald diat goederen, uit
België afkomstig, niet ten doorvoer zullen
worden toegelaten, indien zfj niet zijn voor
zien van eene verklaring van dien bevoegden
Nederlandschen Consul in België ten bewijze
dat zij ntet gerequireerd zijn. Uit in Mei 1917
ontvangen inlichtingen bleek dat de consuls
ïjjevolge van de verscheidenheid der veror
deningen welke de requiaitie van metalen in
allerlei vorm regelden en het feit dat diie ver
ordeningen voor verschillende gezagsgebleden
golden, in het algemeen niet in staat zouden
zijn verder met zekerheid te verklaren dat be
paalde voorraden metalen niet waren gere
quireerd. De regeering bepaalde daarom dat
metalen niet meer ten doorvoer zouden' worden
toegelaten. Nadere inlichtingen toonden ech-
hij stoutweg naar miss Willoughby vroeg.
„Laat me een kop thee voor u bestellen",
merkte Jane op. „Ik weet zéker
„Dank u. Ik heb thee gehad", viel hij haar
in de rede. Op hetzelfde oogenblik vloog de
deur open en Winifred trad binnen.
„Pardon", zd ze terwijl zij opeens ietwat
verlegen bied staan. „Ik wist niet
„Maak als 't u blieft geen excuses", zd
Impey dadelijk opstaande, terwijl een glim
lach zijn gelaat verhelderde. „Ik hoop, dat
u het goed' maakt", en hij greep haar hand
met een harelijkhetd die een weinig kleur op
haar wangen bracht.
Jane fronste haar wenkbrauwen en bed op
haar lip, maar geen van beiden sloeg acht op
haar.
•„Ik ben heel goed, dank u", antwoordde
Winifred met een ondeugende tinteling in
haar oogen, „maar ik wil niet storen
„Je stoort volstrekt niet", zd Jane ernstig.
,;Ga zitten, Winifred. Lord' Impey. is gekomen
om naar Adela te informeeren. Ik neb hem
gevraagd of hij' ook thee wilde gebruiken."
„Misschien geeft hij de voorkeur aan iets
kraditigers dan thee", zei Winifred lachend.
„Ik hoop, lord Impey", voegde zij er bij, ter
wijl zij een paar ondeugende oogen op hem
vestigde, „dat u niet met whiskey is groot
gebracht.
„Wekt de kleur van mijn neus dat vermoe
den op?" vroeg hij vrooHjk.
,,'k Geloof werkelijk, dat ik uw neus niet
zoo aandachtig heb bestudeerd als hij ver
dient", beweerde zij lachend.
„U kan hem nu nog bestudeeren", wierp
hij haar tegen op denzelfden vroolijken toon.
„Tc Heb daar geen tijd voor, lord Imipey.
Bovendien vrees ik, dat het de moeite niet
zou loonen."
Wordt vervolgd.
MAARSCHE CODRANT.
-