DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Honderd en negentiende Jaargang 1917 AbanneneiitspiDs Ml Monrtttiititliig 13 mwrfM I til ft. m«l 11.10. Brafomnmim 5 «t Stmtrattert» 18 ct ngil. grotm tetter* rast ptaWnt»- Br. Ir. fi.ï. Boek- n iamteljdnittiill Bum. CwterI». Man 8 9, Tel. 1. Y RIJ DA© 12 OCTOBER. FEÜILL1T0N. NEDERLAND. 240 Een man's werk. ALKMAAR, 12 October. Op de verklaring van den Pruisischen staatssecretaris von Kühlmann inzake Elza* Lotharingen heeft de Engelsche minister-pre sident Lloyd George geantwoord. „Laat, zeide hij, nergens er twijfel bestaan omtrent hetgeen deze verklaring zeggen wil, maar hoe lang de oorlog ook duren mag en wat er ook geëischt worden mag van de hulpbron nen van Engeland, wij zullen ondanks alles het dappere Frankrijk blijven bijstaan, totdat het zijn overweldigde kinderen van het vreemde juk bevrijd heeft." En de oud-premier Asquith heeft verklaard, liever te willen, dat de oorlog wordt voort gezet, totdat er een beslissing ia gekomen, dan dat er door een niet beslissendeü vrede een einde aan wordt gemaakt. Men stelle nu hiernaast dat de Duitsche rijksdag tot 5 Decbember is verdaagd, nadat de president de volgende verklaring had afge legd: „Wij zijn vast overtuigd dat wij een duurzamen vrede zullen bevechten, die het Duitsche volk in stand houdt en het voor rijjn leven en vrije ontwikkeling de noodige grondslagen biedt." Hieruit blijkt dus, dat men in Engeland en in Duitschland vertrouwt den strijd te kun nen volhouden en daardoor te kunnen win nen. Krachtig geven de woordvoerders te ken nen, dat zij sterk staan. Het is waar en wij herinnerden er reeds eerder aan dat Jules Favne 47 jaar geleden zeide: „geen duimbreed van ons gebied, geen steen van onze forten" en dat Frankrijk slechts enkele maanden Later genoodzaakt was meer dan Neen duim en een steen, immens heel E lzasrLotharingen, af te staan. Aan verklaringen van staatslieden valt nu zoo min als toen, onvoorwaardelijk geloof te hechten. Het is best mogelijk, dat de pralen de woorden slechts dienen om tijdelijk den schijn op te houden of dat men met den vrede in het zicht een hooge borst gaat opzetten I De gewezen Russische gezant te Tokio en te Washington, de heer Rosen, komt nu weer betoogen, dat het oogedblik is aangebroken om vrede te sluiten, overeenkomstig het be ginsel geen inlijving, geen schadeloosstelling en dat de geallieerden eigenlijk den eersten stap moesten zetten bij het doen van vrede* voorstellen en er zijn telkens andere vrede* aanduidingen. Maar zoo lang de verwachtin gen der staaitslieden den volkeren gerecht vaardigd schijnen, zoolang lijkt ook de vrede nog verre. „Het bloed en de' tranen van de duizenden, die door dezen oorlog geleden hebben en het vooruitzicht van al het zedelijke en stoffe lijke verderf, dat Zuid-Afrika nu dreigt, ma ken het voor beide oorlogvoerenden noodig, zich kalm en als voor het aangezicht van den Drie-eenlgen God' af te vragen, waar zij om vechten en of beider doel al deze vreesel^ke ellende en verwoesting rechtvaardigt." Zoo luidde de aanhef van het historisch te legram, dat Paul Kruger den 5den Maart 1900 aan de Engelsche regeering zond. Hoe meer klemt de daarin neergelegde ge dachte thans, waar het nu niet een Zuid- Afrika, maar meer dan een halve wereld be treft, waar niet duizenden, maar millioenen en millioenen lijden. En waar het vooruit zicht zoo bijster somber is heeft de heer Lloyd George niet verklaard, dat de beschik bare voedselvoorraad op de wereld minder is, dan hij sedert jaren iB geweest, daar de graanproductie om verschillende redenen sterk achteruit gegaan is? Misschien maken de economische toestan den mede aan den oorlog nog wel spoedi ger een einde dan thans valt te voorzien! Na Peru heeft Uruguay de betrekkingen met Duitschland afgebroken. Militair nieuws is er weinig. In Vlaande ren houdt de artillerie- en de luchtactie aan boven de linie Zonnebeke-Zandvoorde is zelfs een luchtgevecht geleverd, waaraan on geveer 80 vliegtuigen deelnamen! Het heet, dat de Duitschers weldra een aanval op Dunaburg zullen wagen en dat nu inderdaad met de ontruiming van St. Peters burg een aanvang ia gemaakt. De Russen mel den, dat de Duitschers bij Jaoobstadt ver broederingspogingen deden en in het gebied van Riga eenige Russische compagniën terug dreven. En voorts melden de Russen, dat ze im Azië met Turken slaags zijn geweest, die in het Tigris-gebied vluchtten. VARIA. EEN OPZIENBAREND SPIONNAGEPROCES. Het Zweedscha blad „Aftonpo&ten" (de Duitsche bladen melden hieromtrent niet) geeft bijzonderheden omtrent een opzienba rend spionnage-proces, dat bij de rechtbank te Leipzig aanhangig werd gemaakt, en waar bij een groot aantal Zweden, Denen, Neder landers en Zwitsers, alsook onderdanen der Geallieerden betrokken zijn. De spionnage was gericht tegen Duitschland, en bepaalde zich niet tot de verrichtingen van leger en vloot, doch de vertakkingen van dezen „in- lichtingen"-dienst strekten zich tot verschil lende oorlogshavens, als Hamburg, Stettin en Wilhelmshaven uit. Alle neutrale onderdanen, die in deze zaak aandeel hadden, zijn tot tien jaar tuchthuis straf veroordeeld, terwijl twee vrouwen, me vrouw Hansen en hare 21-jarige dochter, bei den twaalf jaar tuchthuis hebben gekregen. Mevrouw Hansen en hare dochter werden ge arresteerd, juist toen zij op het punt Btonden Duitschland te verlaten, en zich naar Dene marken te begeven. Bij een onderzoek van hare bagage werden in een kofferslot enkele stukken papier aangetroffen, die scheikundig werden onderzocht, waarbij een aantal ge heime mededeelingen aan den dag kwamen, die de bestaande verdenking, dat de beide j vrouwen in dienst eener vreemde mogendheid stonden, nog versterkten. Een verder onderzoek der voorwerpen, die zij op hare reis hadden medegenomen, alsme- Roman van SILAS KL KnngZMCk LM fa* Sugatsch 10) Middelerwijl onderhield Jane zich met lord Impey in net salon. HIJ had elke week, sinds Adela's ziekte een bezoek gebracht en Jane had het zoo weten in te richten, dat zij alleen van zijn gezelschap genoot Dat was niet moeilijk geweest. Zij was de gastvrouw, Impey moest naar haar vragen als er nie mand anders aanwezig was. En daar het moeilijk ging Winifred te spreken te vragen, was hij somtijds gekomen en vertrokken zon der een glimp van haar gezicht te hebben ge zien. Winifred had in geen enkel opzicht bel stelling in lord Impey's bezoeken getoon iane merkte dat nauwkeurig op en dat gaf aar een gevoel van groote voldoening. Ook had Winifred geheel zonder bedoeling een opmerking van lord Impey aan haar overge bracht, en wel, dat hij haar (Jane) voor een zeer flinke jongedame hield. Jane schatte die opmerking hoog, die scheen haar vol bete* kenis toe Lord Impey was geen overdreven gevoel* mensch. Alles in aanmerking genomen was hij een zeer practisch individu Een man die eenvoudig leefde en met grooten ijver werk te. Daarom zou zulk een man, als hij een vrouw wenschte, naar iemand uitzien, die flink was. Flinkheid zou de voornaamste en allergewichtigste eigenschap wezen'. En hij hield haar voor flink. Hij zou dat niet tegen over Winifred beweerd hebben als hij' er niet zoo over had gedacht. de eene huiszoeking in hare woning te Kiel leverden een volledig bewijs barer schuld, terwijl boveudien nog bleek, dat een aantal buitenlanders, die In Nederland* Zwitserland en Scandinavië verblijf houden, een spionna- gedienst hebben georganiseerd, die in geheel Duitschland zijne vertakkingen heeft. De spi onnen stonden door middel van schijnbaar onschuldige advertenties in Duitsche dagbla den, als het „Berliner Tageblatt" en bet „Hamburger rremdenblatt", met elkaar in verbinding. Zoo luidde eene annonce in het „Hamburger Fremdeablatt"„Ik koop contant 400 paar gedragen kaplaarzen. Ma gazijn voor ongeregelde goederen, Lubeck" De ware beteekenis van deze advertentie was: „Vier treinen met zware artillerie zijn naar het Oostelijk front vertrokken." Eene andere advertentie luidde: „Buitenlandsch handelaar is kooper van 600 paar damesLaar- zen. pffertes Stationshotel Hannover I" Na ontcijfering bleek hiermede bedoeld te zijn: ,,Zes tremen met infanterie zijn naar het Westelijk front vertrokken." Het gerechtelijk onderzoek brachts voorts nog aan het licht, dat de arrestanten langs vele omwegen in verbinding hadden gestaan met agenten der Geallieerden in neutrale landen. Twee der veroordeelden, met name Hoal en Winter, bleken zich by de organisatie van het spion- nagenet zeer verdienstelijk te hebben ge maakt Hoal hield geruimen tijd in Denemar ken verblijf, o. a. te Kopenhagen, dat hij ech ter hals over kop verliet, toen de politie al daar zich met zijne zaken ging bemoeien Hij reisde daarop naar Rotterdam, alwaar hij aan een „Michtingen"-buxeau verbonden werd, dat onder leiding staat van een zekeren kapi tein Tinaley. Dtt bureau onderhield geregel de betrekkingen met soortgelijke instellingen te Kopenhagen, Genève en Stockholm. Tij dens net verloop van het proces bleek verder nog welke opdrachten de beschuldigden te vervullen hadden gekregen. Bij een der spi onnen werden papieren gevonden, waaruit kan worden afgeleid, dat hij zich op de hoog te moest stellen of de Vulkan-werf den bouw van een tweetal kruisers reeds had voltooid, een ander moest trachten te weten te komen, welken naam een kruiser droeg die op de Ho- waldtwerf te Kiel werd gebouwd. Een ander had weer opdracht vast te stellen, waar in Duitschland nieuwe regimenten werden ge vormd. Heit kwam hierbij er op aan, te we ten te komen hoe groot hunne sterkte was, wanneer zij afgericht zouden zijn, enz. Het geding bewees ten duidelijkste, dat Duitsch land's tegenstanders op uitnemende wijze omtrent ae binnenlandsche gebeurtenissen in het Duitsche rijk zijn ingelicht KORTE BERICHTEN. Te Stuttgart overleed Hertog Philip van Würtemberg, oudste lid! van het koninklijk huis in dien ouderdom van 79 jaar. Hij was een zoon van hertog Alexander en prinses Marie van Orléans en was gehuwd met prin ses Maria Theresia van Oostenrijk. De Koning van Zweden belastte dien president van de Tweede Kamer, Widen, die tot die gematigde liberalen behoort, met de vorming van een kabinet. mar het WoLfbureau meldlt verloren die geallieerden aan de Duitsche fronten' 20 kabelballons en 373 vliegtuigen, waarvan 167 binnen de Duitsche linies neer kwamen. De uitschers verloren 82 vliegtuigen en 5 kabelballons. x In den Rijksdag werd met algemeene stemmen, behalve die dier beide sociaal-demo cratische partijen, het ontwerp betreffende het herstel der Duitsche koopvaardijvloot aan genomen. Naar uit Duitschland gemeld wordt schijnt de staatssecretaris von Capelle over de gevallen1 van de vloot niet in overeenstem ming met de instructies van dien Rijkskanse lier gehandeld! te hebben. 'Men spreekt van 'n Capelle-crisis. Over dien oogst in Amerika wordt nog gemeld, dat er aan graan één millioen schepel meer is dian verleden1 jaar. Aardappelen' en groenten zullen hooge cijfers aan toonen. President Poincaxé ontmoette Woen* dag Bernardino Machadod^n president van Portugal, en begaf zich met dezen naar Ver dun, waarbij de stad' overeenkomstig een besluit dier Portugeesdne regeering, eereteeke- nen werdien verleend. In het Huis van Ajgevaardigden in Oostenrijk werd verslag uitgebracht over een geval, waarin een officier, een soldaat, die een andere officier in het gezicht sloeg, met een bajonet doodstak. De beide officieren' worden gerêchitelij'k vervolgd. 'ijnsche pi liceerd voor een Berlijnsche predikanten Dat lord Impey vroeg o! laat zou trouwen, sprak van zelf. Menschen in zijn positie trouwen altijd. Bovendien was hij niet iemand, die zich door conventie Het leiden Hij was in zijn opvattingen bijzonder demo cratisch. Hij beoordeelde de menschen niet naar hun stand, maar naar hun hoedanighe den. Hij kon evengoed trouwen met een bur gerlijk meisje dan met een adellijk, ja dat was zelfs meer waarschijnlijk. Jane' vond deze overwegingen bijzonder bemoedigend. Zij zag mogelijkheden en gaf zich af en toe over aan het bouwen van aan gename luchtkasteelen. Zij was jong, niet ou- er dan vijf en twintig, gezond, zag er goed uit en bovenal zij was flink. Voor zulk een jonge vrouw was alles moge lijk. Het zou een groote triomf zijn als zij ten slotte haar knappe zuster overtrof Zij was zoo gewoon geweest Adela te beschouwen als het middel om tot een hoogere maatschap- peUjke positie te geraken, doch nu was er een weg geopend, waarlangs zij kon vooruitko men, zonder dat Adela er mee gemoeid was. Six Jasper Fenlbve was een nul in vergelij' Een' aantal heeft een oproep vrede dioor vergelijk. 'Het christendom moet voortaan met ale beslistheid er naar streven, dia» de oorlog als middel van twistbeslech ting onder de volkeren uit de wereld! ven dwijnt, zoo heet het dn dit stuk. De Rijksdag nam het ontwerp betreffen- dle het ambt van vice-kanselier en de splitsing van het ministerie van Buiten landsche raken, aan, met de stemmen der beide sociaal-demo cratische partijen tegen. Prinses Louise van Cobarg, die in het begin van d)en oorlog uit Weenen verbannen werd1 en tot dusver te München woonde, heeft thans het Hongaar&che staatsburgerschap verworven en zal naar Hongarije verhuizen. De tonnenmaat ter beschikking der re geering in Engeland, is door de onlangs ge nomen beslissing dat neutrale schepen' in de Britsche havens, die Britsch of voomameUjk Britsch eigendom zijn, zullen worden gere- quixeerd, zeer gestegen. Die schepen zullen1 'den Britsdien vlag voeren en tot verdédiging worden bewapend. Een 4-tal Zweedsche sche pen' zijn reedis ingelijfd. MOEILIJKHEDEN MET ENGELAND. Zooals wij in een deel van onze vorige oplaag reeds mededeelden, is de telegrafische handelsgemeenschap tusschen Nederland en Engeland op last van de Britsche regeering onderbroken, zoolang de Nederlandsche re geering niet een einde maakt aan den door voer van zand en grint (en niet fruit, zooals abusieveüjk in ons telegram stond vermeld) en oude metalen door Nederland van Duitschland naar België. Ter verduideüjking van dit bericht ontlee- nen wiji het volgende aan het Handelsblad ünze regeering laat sinds geruimen tijd toe het vervoer langs Neder landsche water wegen van oude metalen, grint en ranri uit Duitschland naar België, bestemd voor on derhoud en verbetering van wegen in laatst genoemd land. Volgens de Britsche regeering zou de Ne- derlandsche dien doorvoer niet mogen ge- doogen, daar de bedoelde artikelen net krak- ter zouden dragen van militaire voorraden in den zin van artikel 2 van het verdrag van 18 October 1907 betreffende de rechten en verplichtingen der onzijdige mogendheden en personen in geval van oorlog te land, en, afgezien daarvan, omdat het toelaten van dien doorvoer eene hulpverleening aan Duitsch land is, omdat het voor Duitschland een voordeel is dat de Duitsche spoorwegen niet met dat vervoer worden bezwaard. De Ne der landsche regeering stelt daartegenover, king met lord Impey. Alles verliep gunstigeer dan zii ooit verwacht had. Uit oogenschijnlijk kwaad zou wel iets goeds kunnen vooxdtko- tnen. Lord Impey kwam te Stonéhiunst schijnbaar om naar Adela te informeeren, maar als men niet absoluut blind was moest men opmer ken, dat dit slechts een voorwendsel was. Waarom zou hij belang stellen in Adela? Hij had haar zelfs nooit gezien en hij gaf todh ze ker niet zooveel om Fenlove om zich zelfs maar een paar seconden te plagen wegens de vrouw met wie die wilde trouwen. Waarom kwam hij dan te Stonehurst? Niet om haar vader te zien, want hij verscheen gewoonlijk met zijn auto als die in de city was. Er waren dus nog slechts twee andere personen, die hij wellicht kon wenschen te zien zii zelf en Winifred Willoughby. Dat Winifred mogelijk een kon worden, moest ze zich, hoewel met tegen zin, bekennen. Winifred was ontegenzegge lijk hoogst aantrekkelijk Zij was ook flink, dat viel niet te ontkennen, bovendien rijk en een wees. Aan den anderen kant was de hooghartige, om niet té zeggen onverschilli ge manier, waarop zij zijn lordschap behan delde, als zij hem ontmoette, niet geschikt om zijn bewondering op te wekken. Ook herin nerde zij zich met groote voldoening, dat, toen zij haar bij gelegenheid van zijn eerste bezoek te Stonehurst met zijn koffie naar bin nen zond. zij er allesbehalve aantrekkelijk uitzag. Werkelijk zij had er met haar wan ordelijk haar, verkreukelde japon en be- schreid gezicht uitgezien om van te schrik ken. Het was dus heel onwaarschijnlijk, dat lord Impey's genegenheid zich op haar zou vestigen. Maar toch moest het feit niet over het hoofd worden gezien, dat Winifred, als zij dat verkoos, bijzonder innemend kon wezen. Het was dus voor haar zaak die beiden zoo veel mogelijk van eikaar verwijderd te hour den en tot dusver was haar dat heel goed ge lukt. Op dien bewusten dag bracht de knecht lord Impey dadetijk naar het salon. Jane was daar om hem te ontvangen. Zij had hem de laatste drie dagen reeds verwacht en be gon te vreezen, dat hij zijn bezoeken had ge staakt. Toen de deur werd opengeworpen en zijn lordschap op haar toetrad, begon haar hart gejaagd te kloppen. Zij stond dar delijk op, waarbij haar handwerkje op den grond viel en stak haar hand uit. „Wat vriendelijk van u om weer te komen?' zei zij en glimlachte allerliefst. Een warme blos kleurde haar wangen, haar oogen schit- BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKU AAI brengen ter algemeens kennis, dat In bat Gemeenteblad van Alk maar, No. 551,- is apgenomen bet baalult van den Raad dier gemeente van 16 Juni 1017, waarbij zijn vastgesteld de dagen waar op de KAJiARBYBBIABKT sal wor den gehoaden. Welk toesluit, beden afgekondigd, gedu rende drie maanden ter gemeente-secretarie ter lezing ia nedergalagd en aldaar tegen staling van f 0,05 la afdruk ia verkrijg baar gesteld. Alkmaar, 5 October 1917. Bnrgameester en Wethouder* voornoemd O. RIPPINO Voorzitter. DONATU, Secretaris. terden, om haar lippen speelde een glimlach, haar weelderig haar was keurig Ook stond de japon die zij droeg, haar uit stekend. Zijpn manieren waren uiterst beleefd, maar een weinig koud. Hij was teleurgesteld toen hij bemerkte, dat hij zich weer alleen met haar bevond. Hij had bij het binnenkomen haastig de kamer rondgekeken, in de hoop, dat Winifred er zou zijn om hem te begroe ten. Hij zou wel eens willen weten waar zi, zich ophield en ook of zij hem met opzet ver meed. Zoo dat het geval was, zou hij na tuurlijk zijn bezoeken staken. „Ik hoop, dat uw zuster vooruit gaat", zei hij, terwijl hij niet al te dicht bij zijn gast vrouw plaats nam. „O, dat dunkt me wel", antwoordde Jane op ietwat teleurgestelden toon. Zijn begroe ting was niiet zoo hartelijk geweest als zij wel had gewenscht „Dat verheugt me." „Zij is natuurlijk nog heel zwak", ging Jane voort, „maar dr. Hunter zei gisteren, dat alle symiptonen gunstig waren „En uw vader?" „Hij maakt het wel goed, maar heeft toch wat vacantie hoog noodig. 't Is een heele moeilijke tijd voor hem geweest voor ons allen. „Dat moet het wel zijn geweest, maar ik hoop, dat nu het ergste geleden is." „Dat hoop ik ook of liever ik hot Het li vast voor. houd het er moet nu nog lieve meisje slechts weer op krachten komen." „Dat zal wel gemakkelijk gaan", zei Imi glimlachend. „Jonge menschen herstellen spoedig." Hierop ontstond een stilte, die eenige se conden aanhield een stilte, die eenigszins pijnlijk dreigde te worden. Impey dacht er l over na of het wel verstandig zou wezen als De DIRECTEUR van het DISTRIBUTIE BEDRIJF verzoekt FLH. Winkeliers, voor zoo ver zij in het bezit zijn van KAARSEN, deze op vertoon van de Legitimatie^-nummera af te geven aan personen, die geheel van licht veratoken zijn. De Directeur van het Distributiebedrijf, D. SCHENK. De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR gelast, krachtens bekomen aan schrijving, den ondenstaanden milicien, om zich biji zijn korps te vervoegen, ten einde in werkelijiken dienst over te gaan: Reer. dép. Vile Inf. Brigade 2e Comp. (gar nizoen Amsterdam, O. Nl Kazerne) 26 October 1917* RE INDERT, ADOLF. Almaar, 11 Oct 1917. De Burgemeester voornoemd, RIPPINO. dat de bepalingen van het stellig volkenrecht ïaar verbieden den bedoelden doorvoer te verhinderen. De tractaten betreffende de vrij heid der scheepvaart op de internationale ri vieren maken het haar tot plicht eiken door- ar te laten, die niet valt onder de bepa al van het hierboven aangehaald artikel 2. Ter handhaving van een strikte onzijdig heid heeft zij op den doorvoer in de richting van en naar België van het uitbreken van den oorlog af een nauwlettend toezicht gehouden teneinde elk vervoer dat het in artikel 2 be doeld karakter zou dragen, te verhinderen. Zij heeft zich daarbij op het standpunt ge steld dat dit artikel niet alleen toepasseHjk is op onder militair geleide vervoerde transpor ten, maar ook op aie welke uiterUjk niet als legervoorraden kenbaar zijn, zoo bijv. op goederen, die, in bezet land gerequlreend zijnde, als buit naar het eigen land worden gezonden. Teneinde laatetgemeide zendingen te kun nen weren, heeft zaji bepaald diat goederen, uit België afkomstig, niet ten doorvoer zullen worden toegelaten, indien zfj niet zijn voor zien van eene verklaring van dien bevoegden Nederlandschen Consul in België ten bewijze dat zij ntet gerequireerd zijn. Uit in Mei 1917 ontvangen inlichtingen bleek dat de consuls ïjjevolge van de verscheidenheid der veror deningen welke de requiaitie van metalen in allerlei vorm regelden en het feit dat diie ver ordeningen voor verschillende gezagsgebleden golden, in het algemeen niet in staat zouden zijn verder met zekerheid te verklaren dat be paalde voorraden metalen niet waren gere quireerd. De regeering bepaalde daarom dat metalen niet meer ten doorvoer zouden' worden toegelaten. Nadere inlichtingen toonden ech- hij stoutweg naar miss Willoughby vroeg. „Laat me een kop thee voor u bestellen", merkte Jane op. „Ik weet zéker „Dank u. Ik heb thee gehad", viel hij haar in de rede. Op hetzelfde oogenblik vloog de deur open en Winifred trad binnen. „Pardon", zd ze terwijl zij opeens ietwat verlegen bied staan. „Ik wist niet „Maak als 't u blieft geen excuses", zd Impey dadelijk opstaande, terwijl een glim lach zijn gelaat verhelderde. „Ik hoop, dat u het goed' maakt", en hij greep haar hand met een harelijkhetd die een weinig kleur op haar wangen bracht. Jane fronste haar wenkbrauwen en bed op haar lip, maar geen van beiden sloeg acht op haar. •„Ik ben heel goed, dank u", antwoordde Winifred met een ondeugende tinteling in haar oogen, „maar ik wil niet storen „Je stoort volstrekt niet", zd Jane ernstig. ,;Ga zitten, Winifred. Lord' Impey. is gekomen om naar Adela te informeeren. Ik neb hem gevraagd of hij' ook thee wilde gebruiken." „Misschien geeft hij de voorkeur aan iets kraditigers dan thee", zei Winifred lachend. „Ik hoop, lord Impey", voegde zij er bij, ter wijl zij een paar ondeugende oogen op hem vestigde, „dat u niet met whiskey is groot gebracht. „Wekt de kleur van mijn neus dat vermoe den op?" vroeg hij vrooHjk. ,,'k Geloof werkelijk, dat ik uw neus niet zoo aandachtig heb bestudeerd als hij ver dient", beweerde zij lachend. „U kan hem nu nog bestudeeren", wierp hij haar tegen op denzelfden vroolijken toon. „Tc Heb daar geen tijd voor, lord Imipey. Bovendien vrees ik, dat het de moeite niet zou loonen." Wordt vervolgd. MAARSCHE CODRANT. -

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1917 | | pagina 1