DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Distributie Sajet. No. 275 Honderd en negentiende Jaargang 191 22 NOVEMBER. FEUILLETON. Abonnementsprijs bij Toornttbetallng p. 3 maanden f 1.30, (r. p. post f 1.50. HONDERDAH Bewijsnummers i ct. Advertentieprijs 15 ct. p. regel gr&ötese letters nar plaatsrnlmte. Br. fr. NX Boefe- en Handelsdrokkeri] Herms. Cester A Zn., Voordam 6 9, Tel. 3. Een man's werk. Mianasse. ALKMAAR, 22 November. Deze oorlog is vol van verrassingen. Het belangrijke succes, door de Engelschen ten westen van Kamerrijk behaald, is er een nieuw bewijs van. Tot dusverre gold de opvatting, dat de Duitsche linies in het westen wel konden worden genomen, maar niet dan na een ont zaggelijk opgevoerde artillerie-actie. Eerst de boel kort en klein schieten en dan aanvallen, aldus luidde het parool En daar gaan de Engelschen in eens zon der artillerie-voorbereiding tot den infanterie- aanval over en verwerven een aanmerkelijk voordeel op den verrasten tegenstander. Mis schien is het voordeel nog grooter, dan het zou zijn geweest, wanneer het waarschuwend kanonvuur aan den aanval ware voorafge gaan. Als men zich herinnert hoe hardnekkig er in het voorjaar in deze streek om eiken duim breed grond is gevochten en men vergelijkt de toen behaalde resultaten met de thans ver kregen terreinwinst, dan komt de beteekenis van het thans behaalde Engelsche succes nog des te sterker uit. Wij merken nog even op, dat het westelijke oorlogstooneel in twee deelen valt te onder scheiden: het vak AirechtSoissons, en hel vak SoissonsReims. In die vakken hebben de Engelschen en Franschen in de eerste maanden van het jaar verwoed gestreden. Hier is de beroemd geworden Hindenburg linie ontstaan, tengevolge van een Duitschen terugtocht. Op de wegen van Bapaume en Péronne naar Kamerrijk en daartusschen hebben de Engelschen thans een verrassend, maar krach tig offensief ingezet. Het is him gelukt daar door een reeks plaatsen te nemen (o. a. Ribe- court, Marcoing, Flesquieres, Havrincourt, Grandcourt). De vooruitgang wordt mis schien het duidelijkst gemaakt door er op te wijzen, dat de afstand, welke de Engelschen van Kamerrijk scheidde, tot de helft veikort is en tot een uur loopen is teruggebracht. Vooral in het zuidelijkste deel van het aan valsfront is de vooruitgang aanzienlijk. Van Duitsche zijde wordt dan ook te kennen gege ven, dat er ingebouwd materieel verloren is gegaan, van Engelschen kant vernemen we, dat er reeds 8000 krijgsgevangenen zijn ge teld onder wie 180 officieren, dat op één punt de Engelschen 8 K.M. achter de Ehiitsche li nies doordrongen en dat er vele kanonnen buitgemaakt zijn. De voorbereidingen tot den aanval zijn in stilte geschied, terwijl er een dank baar gebruik kon worden gemaakt van ge pantserde auto's, de tanks, daar er hier geen granaattrechters zijn, wijl deze streek in het voorjaar zonder strijd door de Duitschers Ut» hut Sageteeh 41) Hij wenschte natuurlijk goed te denken over de vrouw, die hij een paar minuten gele den op het punt was geweest ten huwelijk te vragen, en toch moest hij zichzelf beken nen, dat zij een treurig figuur bij het onder houd had gemaakt. Het was bijna niet aan te nemen, dat een man van lord Impey'» kar rakter en positie per auto den langen weg naar Stonehurst zou komen rijden om haar verklaring te vragen van een mededeeling, die zij nooit had gedaan. Aan den anderen kant, waarom zou zij een verhaal verzinnen om trent de vriendin harer zuster en nog wel zulk een vreeselijk verhaal? Welk motief kon zij hebben; welk doel kon zij beoogen? Hij stak de handen in zijn zakken en een donkerder rood brandde op zijn wangen. Zijn hersenen begonnen snel te werken. Im pey was een knap man en een jonggezel en stelde blijkbaar heel veel belang in miss Willougliby misschien was hij verliefd op haar. Hij was naar Stonehurst gekomen om haar te zien en Jane had hem gezegd, dat zij uit was, terwijl dat niet het geval was. Jlane had1 die beschuldiging niet ontkend, in plaats daarvan had zij hem onbezonnen voor de voeten geworpen, dat hij' had geklikt. Bij dit punt in zijn overpeinzingen verscheen Jane en1 trippelde alsof er niets was gebeurd, met een glimlach op haar gelaat, luchtig op hem toe. „Het spijt me, dat ik u niet met lord Im pey in kennis kan stellen'', zei zij innemend. „Iic kon hem niet bewegen te blijven; hij had ergens in de stad een dringende afspraak en geen tijd te verliezen." „Heeft u hem gezegd, dat Ik hier was?" werd ontruimd. De tanks baanden den weg door de prikkeldraadversperringen en de in fanterie kon bijna ongehinderd vooruit komen een voordeel ook van het achterwege blij ven van artillerie-actie! Eén tegenvaller hebben de Engelschen: op nieuw speelt het weder hun parten. Terwijl de aanval met mooi bewolkt weer werd aan gevangen, is het regenr en stormachtig ge worden. Toch hebben de Engelschen sinds dien opnieuw aangevallen, het Ehiitsche le- gerbericht zegt dat dit is gebeurd met Bterke strijdkrachten en dat de gevechten nog aan den gang zijn, hetgeen in den regel een voor bereiding is voor verderen tegenslag. Tegelijkertijd meldt het Berlijnsche leger- bericht, dat de Franschen in hun vak, tusi- schen Craonne en Berry au Bac, krachtige aanvallen hebben ingezet. Zoo gaat het dus thans weer in het westen spannen. De overrompeling is voorbij1, de Duitsche reserves hebben den eersten stoot in achterwaartBche stellingen opgevangen, maar het zal nu moeten blijken of de Hin denburglinie tegen de nieuwe Engelsche krachtsinspanning bestand is, of de Duit schers in staat zijn tegelijkertijd ook weer stand te bieden tegen de Franschen en tegen de Italianen er wordt een groote slag aan de Piave verwacht. We hebben hier ongetwijfeld te doen met de uitvoering van een plan, door de drie en tente-landen onlangs beraamd, om n.l. den te genstander op drie verschillende plaatsen te gelijkertijd in den strijd te betrekken. En met spanning wacht men af, wat deze drievoudi ge poging brengen zal en met name of er er- geus een doorbraak zal worden tot stand ge bracht. Terwijl dus de strijd in het westen en zuid westen met groote hevigheid wordt gevoerd, wordt in het oosten een staken van den strijd voorbereid. De bolsjewiki-regeering heeft in Rusland den opperbevelhebber voorgeschreven de Duitsche en Oostenrijksche bevelhebbers te naderen met een aanbod tot wapenstilstand, teneinde de vredesbesprekingen te openen. Maar wat is de bolsjewiki-regeering? De berichten uit Rusland blijven verwar rend. Teekenend is het bijv. dat de beambten van de meeste regeeringsdepartementen nog steeds niet weder aan het werk zijn gegaan en weigeren de regeering te erkennen. Zoolang de toestand aldus is, zullen ook de tegenstanders deze regeering niet willen, ni«t kunnen erkennen. Inmiddels moet de Amerikaansche regee ring zich van Rusland hebben afgewend, zij heefEalle oorlogscontracten voor geëindigd verklaard, totdat in Rusland weer een regel matige regeering zal zijn gevestigd. vroeg sir Daniel met afgewende oogen. „Ik vrees van niet", zei ze glimlachend. „Hij gaf me daartoe niet de gelegenheid." Sir Daniel hijgde naar adem, want hij her innerde zich, dat het bijna het eerste was, wat zij tegen hem had gezegd. „füj, bleef zeker niet Lang," bromde sir Da niel. „Neen, hij, ie juist uit Zwitserland komen en dlacht, dat ik gaarne de laatste richten van vader zou hebben. Was dat niet attent en vriendelijk van hem?" Sir Daniel snakte weer naar adem. Hij wilde haar zeggen, dat hij het gesprek mede had aangehoord, maar hij1 had daartoe niet den moed. „Hiji heeft drie dagen te Felberg doorge bracht vertelde hij mij en heeft vader veel' ge zien1. Hij, is bijzonder opgeruimd, beweert hij en gaat heel goed vooruit." „Hééft hij! u dat verteld?" „Hij' verzekerde mij, dat er niet de minste reden bestond zich ongerust te maken. Het zal natuurlijk nog wel verscheidene weken duren voordat hij weer thuis kan komen, maar het was zoo heerlijk van iemand wat van hem te hooren, die hem persoonlijk gezien heeft." Sir Daniel! kreunde inwendig, maar hij deed zijn best niet te verraden wat er in hem omging. Zijn geweten was hem reeds begin nen1 te kwellen. Hij' had eerst de rol van luis tervink gespeeld en nu vervulde hij die van huichelaar. „Wij zijn een mooi paar", dacht hij. Daar op zei hij hardop: „Ik vrees dat ik nu gaan moet." „O neen, sir Daniel," smeekte riji. „De waarheid is, dat ik mij niet heel wel ge voel," beweerde hij. „Het is warm1 in de oran jerie en de geur van btoemen en „Wij! zullen naar den tuin gaan," zei ze dadelijk. „De deur is gesloten, beweerde Hij. „Ik heb het geprobeerd." „Wat vervelend; maar wij kunnen döor het salon gaan. U moét mij nu toch werkelijk niet De Duitsche rijkskanselier heeft verklaard, dat de overwinning met de wapenen aan de middenmogendheden niet meer ontrukt kan worden, de soldaat heeft zijn plicht gedaan. Maar de oorlbg, zeide hij, wordt niet alleen op de slagvelden gewonnen. De zwaarste po litieke strijd staat nog te wachten en eerst wanneer deze goed ten einde is gebracht, kan gezegd worden, dat de beproeving ten volle doorstaan is. Slaat dit op de binnen- of op de buitenlandsche politiek, of op allebei? Duitschland heeft voorts het operatie gebied van de werkzaamheid der onderzeeërs uitgebreid, vooral om Engeland, om de Azo- ren en de vaargeul van Griekenland. (Ingezonden.) Door de zangvereeniging van Maat- 27 Nov. schappij „Toonkunst" zal op 26 eJc. het Oratorium „Manasse" van Fr. Hegar uitgevoerd worden. Eenige jaren geleden werd het alhier voor de eerste maal uitgevoerd en werd toen als toondicht gunstig beoor deeld. Vele belangstellenden zullen zich dit werk waarschijnlijk niet zoo goed meer herin neren, dat een> korte verklaring, voornamelijk #van den' tekst, overbodig geacht mag worden. De tekst, een dramatisch gedicht van J. V. Widmann, is, wat betreft de enkele historische feiten, die er in behandeld worden, vrij be werkt naar en' ontleend aan enkele hoofd stukken uit het Boek Ezra één der ge schiedkundige boekeu uit het Oude Testament. Het gedicht verplaatst ons in de eerste helft der vijfde eeuw v. Chr. De Israëlieten zijn uit de Babylonische ballingschap teruggekeerd; de wederopbouwing van den Tempel is vol tooid; Ezra, de groote rechts- en wetgeleer de heeft in den! Israël. Staat een hervorming tot stand gebracht, die hij om. noodzakelijk achtte, omdat vele Joden, van alle standen, waaronder ook Manasse, de eerstgeboren zoon van, den Hoogepriester Jojada. afval lig waren geworden van hun eereaienst en' de Joodsche wetten overtreden' hadden, door hu welijken te sluiten met heidensche vrouwen, die „Bel en Astaroth als haar goden ver- eerdien." Het dichtwerk Ia in drie scènes of taferee- len ingedeeld. De hoofdpersonen, die er han delend in optreden, rijn "de hierboven' genoem de Ezra (bariton) en Manasse (tenor), de laatste niet te verwarren met één der Ko ningen van Juda van denzelfden naam, ent Nicaso (sopraan), een heidensche vrouw en echtgenoote van Manasse. De handeling in de eerste scène valt voor in den Tempel, waarin een godsdienstige bijeenkomst van Ezra, de Priesters en' het Joodsche volk. Na een „inleiding" voor het orkest, vangt het toondicht aan met een ju bellied) van Ezra, over de voltooide herbou- wing van den Tempel en' die verlossing uit de Babyl. ballingschap, welke solo gevolgd wordt door een loflied tot htm God door een koor van Priesters en het Volk „Wie herrlich bist du, unscr Herr und Gott God heelt aan Zijn volk groote daden ver richt; Hij eiseht nu, dat dit voortaan zich aan Zijn geboden zal houden. Ezra verlangt diens volgens, dat de vreemde, heidensche vrouwen, die vele Israëlieten, zelfs uit de hoogste standen', zich tot hun vrouwen ver kozen' hebben, zullen verstooten worden, opdat Jehova's vloek niet op de herbouwde tempel- verlaten, sir Daniel". „Het spijt me vreeselijk", protesteerde hij. „Vreeselijk. Ik vrees, dat ik een kwaden tijd voor mij heb. Mijn hoofd' draait, als een tol in 't rond." \,0, het spijt me zoo", zei ze medelijdend. „Wil u niet op de sofa in het salon gaan lig gen en zal ik wat vlugzout halen?" „Ik zal nergens beter rijn dan thuis," zei hij. „Mijn oude huishoudster zal precies we ten wat rij doen moet. Goeden dag voor het oogenblik en hij! stak een slappe, klamme hand uit. „Misschien zal u zich beter voelen als u In de friasche lucht komf', zd zij en ging hem voor door het salon naar de hall. „Dat hoop ik, maar ik betwijfel het", mom pelde hiji Hij greep met veel haast rijn hoed en stok en snelde de treden van de stoep af alsof een bulhond hem op de hielen zat. 'Hij keerde zich om toen hij een paar schre den nad gedaan, glimlachte flauw en nam rijn hoed af en dat was het laatste, wat rij voor langen tijd van hem zag. Den volgenden dag, toen rij opbelde om te informeeren, werd haar door de huishoudster meegedeeld, dat hij op reis was gegaan voor verandering van lucht. Jane was erg ongesteld en ongerust en toen de dagen verstreken, begon rij na te denken. Kleinigheden1, die rij op het oogenblik zelf niet had opgemerkt, namen gaandeweg groote afmetingen aan. Toeni rij bij sir Daniel in de oranjerie terugkwam, was hij op een afstonH) om niet te zeggen vormelijk geweest; rij had 'daar toen niets bij' gedacht, rij was te veel met zich zelf bezig geweest en zoo bang dat hij haar zenuwachtigheid zou bemerken, zoo ver langend om gewoon en op haar gemak te schijnen. Er schuilde achter rijn plotselinge ongesteldheid blijkbaar meer dan men opper vlakkig zou zeggen. Hij vas niet zoo ziek of hij kon den1 volgenden morgen wel een reis naar een badplaats maken. Bovendien had hij haar geen bericht van welken1 aard ook gezon den; en hij had op het punt gestaan haar ten ge N( muren moge rusten. Manasse, zoon van den Hooggepriester Jo jada, wordt o.a. döor Ezra aangeklaagd, we ens diens huwelijk met de heidensche vrouw ticaso. De Priesters eischen, dat Manasse geban nen zal worden, zoo hij die vrouw niet ver stoot. „Des Volkes Haüpter selbst, sie gehen ixre, Manasse klag' ich an, den Ersigebomem Des Hollenpriesters Jojada." „Er sei gebannt und müssig des Altars, Aus unserm Volke schimpflich ausgestossen. So er das fremde Weib nicht von sich thut." Ezra doet hem daarop door een' „Bode" dagvaarden voor den Hoogen Raad. So sendet hin zu ihm, der den Altar Durch solche Buhlschaft schandet, Er stehe Rede vor dem hohen Rath." Detweedescène verplaatst ons in de schoone natuur, in de omgeving van de liefe lijke woning van Manasse. Het is een stille zomeravond met een prachtigen sterrenhe mel. Manasse en rijn vrouw Nicaso staan in bewondering dit prachtige tafereel te aan schouwen, terwijl eenige maaiers en bindsters zingende van het korenveld huiswaarts kee- ren. „Uns hid! das schwellende Feld zu Gast, Den segen der Aehren zu f assen Jetzt winkt nach heissem Tage die Rast; Die Felder stehen verlassen." u. s. w. Door dezen aanblik geroerd en getroffen en voor edele, hoogere gevoelens ontvanke lijk gemaakt, voelen zij zich zalig en geluk kig, in de zekerheid van elkanders liefde en trouw. „Weshalb die Blicke senden In's feme Wolkenreich Zu dir will ich mich wenden Der Sonnenblume gleich", u. s. w. In deze zalige stonden klinkt hun plotse ling uit de verte, daarna van meer nabij, het geroep van „Wehe" in de ooren, dat aangehe ven wordt door eenige afgezanten met den „Boodschapper" van Ezza, en dat hen, als een hun naderend onheil, doet ontstellen. Wehe wehe \n IjHorch 1 Welches unhetlvolle Rufen?" De „Bode" komt, op last van Ezza, Manas se dagvaarden voor aen Hoogen Raad en kondigt hem aan, dat hij gebannen en dus van alle gemeenschap met rijn volk uitgeslo ten zal worden, zoo hij zijn vrouiw niet wil verlaten. „Vemimm es aus dem Munde dieses Boten Zum Unheil sendet ihn der hohe Rath 1" Om Manasse uit deze moeielijkheid te ver lossen en om hem voor groote ellende te vrij waren, wil nu Nicaso, uit eigen beweging, van hem heengaan; hiertegen verzet Manasse zich uit alle macht, haar aanmoedigende, zich bp zijn trouw en bescherming te verlaten. „Ich selber lasse dich. Wir müssen schei den. Du darfst urn mich nicht solche Schmach erleiden." Zijn volgelingen, aanhangers, evenals hij tot de afvalligen behoorende, vragen Manasse in groote spanning, wat hij doen zal„Wenn du dich beugst, so sird auch wir verloren, Die wir geschlossen gleiéhen Bund." Ten slotte maken allen zich gereed, om met Manasse en Nicaso voor den Hoogen Raad te verschijnen, ten einde daar hun heili ge rechten te kunnen verdedigen. „Wir folgen dir! Du solist uns leiten. Du solist uns lehren für die Liebe streiten". huwelijk te vragen, zou haai ten huwelijk heb ben gevraagd als lord Impey niet zoo ongele gen was gekomen Dat was hatelijk van lord Impey. Stel dat sir Daniel hun gesprek had gehoord, zij de deur der oranjerie achter zich gesloten? Zij werd beurtelings warm en koudzij vreesde, dat rij dat in haar haast niet had ge daan. Zij kon zich dat niet meer herinneren. Wat een dwaas was zij geweest. Als sir Da niel toevallig hun gesprek had gehoord, zou hij weten, dat zij jegens hem had gelogen had Impey dat haar gedaan. Zij, stortte overvloedig tranen, maar geen tranen van wroeging of berouw. Het was om gek van te worden, als men zoo doorzien, zoq teleurgesteld en verslagen werd. Zij zag haar droomen van lady Mayoress als in een nevel oplossen. Zij zou lord Impey wel hebben kunneni dooden. O, maar zij had het wel kunnen denken, dat hij zou onderzoeken of het waar was wat rij hem had verteld. Hij was daar juist iemand voor. Waarom had rij dat niet eerder bedacht? Men moest wel heel geslepen wezen als men dë leugen in praktijk wilde brengen. De dagen gingen voorbij als een lijkstatie. Zij had geen ander gezelschap dan haar eigen gedachten en die waren folterend. Al haar plannen waren in duigen gevallen. Zij had die gemaakt voor Adela, voor haar zelf en nu lag alles in puin. Alles was zoo vreemd onderling verwant en ineengestrengeld. Er bestond oogenschijnlijk geen verband tus- schen lord Impey en sir Daniel; rij leefden in verschillende sferen en toch, toen rij' eenmaal tegenover den eerste gelogen had, was zij ge dwongen ook tegenover den ander te liegen en beiden waren er achtergekomen. Zij bracht een week door zonder ook maar eenmaal van het erf af te komen, toen begon zij nieuwe plannen te beramen in de hoop dat die beter zouden gelukken. Wiaksllars die sunsrkiag wensehti te Itenea veor den reikeep van Sajet, legen san wiattmargo vaa fto/o, gelieve ziek vóór Zaterdag 1 December 1917 schriftelijk te melden aaa onderstaand adraa. Betaliugscoaditiën contant zonder korting. Ia- ea verkoopsprijs f 6.per K.fl. Alkmaar, 12 Nov. 1917. De Direeteur voor da Distributie, Luttik-Ooderp C 8. J. M. STIKKEL. NINDERWBT. BURGEMEISTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeens kennis, dat si b| htm besluit van heden vergunning hebben verleend aaa D. VISSER, braadatofienhendalaar aldaar, tot het uit breiden van een aagerij, door bat bij planteen vaa een Kortsaagmaehine en Dynaato, te draven door de beetaande stoamaMhiae vaa 3 P.K., ea dienende voor het zagen van braadhoat en hat opwekken vaa itroom voor eleetrlech lleht, la het poroeel Kwehel- pad, wijk E, No. II. Alkmaar, dea 22 Nav. 101T. Bupgemecater ea Wethouders vooraooaid, O. RIPPINO Voorzitter. DONATH, Secretaris. GEVONDEN VOORWERPEN. Een postduif, een witte handschoen, een spaarbankboekje, een zilveren1 horloge, twee dasspelden, een' hoed, een hondje, een hand schoentje, twee bonten, een' jas, een sigaren pijpje, twee portemonnaie's met eenig geld, een nikkel horloge-ketting, een Ijzeren wie- Letje (afsluiter) eü een bril. Alkmaar, 22 November 1917. De Commissaris van Politie, W. TH. VAN G'RIETHUIJSEN. Dederde Scène behandelt het verhoor voor den Hoogen Raad. Ezra schetst het leed, den rampzaligen toestand van het Volk, dat door God gevloekt wordt, en daartegenover het geluk dergenen, die Gods geboden hou den. „Nicht enden soil das frohe Saitenspiel lm Volke, das dem Herr gehorsam bleibt". aan, die het wagen durft, met zijn boeleer ster, waarom hij aangeklaagd wordt, voor den Hoogen Raad te verschijnen. Volgt het verhoor. Ezra vraagt Manasse, of deze voor, den Hbogen Raad verschenen is, met hef doel, om God te trotseeren en te hoonen, waarop hij antwoordt, dat hij niet alleen God vreest, maar ook rijn vrouw eert en hier mede ook rijn God eert. „Ich ehre Gott; doch ehrt ich auch das Weib, Das ich vor Tausenden erwihlt." Hierbij vallen telkens de gezamenlijke Priesters in, die ten-slotte eischen, dat Ma nasse wegens Godslastering verdreven en vervloekt zal worden. „Er laszert! Treibt ihn weg! Er sei ver flucht!" Het pleit van Nicaso, die de barmhartig heid der wreede Raadsheeren voor haar man inroept, kan de harten der Priesters niet ver murwen. „Ihr harten MannerKennt ihr kein Erbar men?" u. s. w. Manasse en Nicaso verklaren nu voor den Hoogen Raad, dat zij elkander nimmer zul- HOOFDSTUK XXI. In 't ncutw gebracht. Richard Bardell en Adela keerden in het begin van October naar Engeland terug. Bei den hadden reed» weken lang naar hu» ver langd en1 het kostte Adela veel moeite haar tranen In te houden', toen de witte rotsen van Dover in het gezicht kwamen. Bardell liep met behulp van een kruk, want rijn been wa» nog zwak, dbch overigens was rijn gezond heid uitstékend. Hij was magerder dan toen hij wegging en rijn wangen hadden minder kleur, maar rijn oogen stonden helder en rijn handen' waren stevig. Jane ontving hem bij de deur zonder eenlg teeken van aandoening. Het weerzien van vader en zuster scheen haar evenmin genoe gen te doen1 als onaangenaam te wezen. Bar dell liet zich in rijn studeervertrek met een zucht van tevredenheid in riin gemakkelijken stoel bij het vuur vallen. Het deed iemand goed weer thuis te wezen. Er wachtten hem moeilijkheden, dat wist hij, maar hij deinsde er niet meer voor terug ze onder de oogen te zien'. Hij wist heel goed, dat geen berouw iets aan het verleden kon veranderen, geen tranen' dat konden wegwasschen, maar het deel van rijn leven, dar over bleef, behoorde hem nog toe en hij, was het geheel met zich zelf eens geworden' welken weg hiji zou volgen. Bijna het eerste wat hij na rijn thuiskomst deed, was, een kort briefje te schrijven aan sir Jasper Fenlove om hem mee te deelen, dat hij den' volgenden Maandagmorgen op rijn kan toor zou wezen. Wat er daarna zou gebeu ren, wist hij niet. Zijn lot berustte grooten- deels in sir Jasper's handen. Hij was dwaas geweest, had rijn reputatie op het spel gezet en rijn streven' naar een hooge positie in de maatschappij was in slimheid overtroffen door een man, minder scrupuleus dan hij zelf en nu moest hij de gevolgen dragen. (Wordt vervolgd). ALKMAARSC COURANT. Dturrtmi irarf» ÉlilljAA JjJ, ilCSQKHMO.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1917 | | pagina 1