DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
JAC. DEGELING,
Ee. 279
Honderd en negentiende Jaargang
1917
27 NOVEMBER.
Abonnementsprijs bij vooruitbetaling p. 3 maanden (1.30, fr. p. put f 1.50. Bewijsnummers 5 ut. Advertentieprijs 15 ut. p.
DINSDAG
regel grooteru letters naar plaatsruimte. Br. fr, N.Y. Boek- en Handelsdrukkerij Henna» Coster <S In., Yoordam 6 9, Tel. 3.
NEDERLAND.
ALLEEN SIGAREN uit het magazijn van
Kraanbuurt 6,
Telephoon 323.
ALKMAAR, 27 November.
Maarschalk Haig heeft een dagorder uitge
schreven, waarin hij zegt, dat de vermeeste
ring van de belangrijke stelling van Bourlon
de zeer geslaagde krijgsverrichtingen be
kroont en den weg opent tot verdier partij!
trekken van de voordeden, welke reeds be
haald zijn. Aan de bevelhebbers en de ver
schillende troepen-deelen, met name de ruite
rij wordt hulde gebracht en het optreden van
de gewapende auto's, de tanks, dankbaar her
dacht, terwijl tenslotte wordt verklaard, dat
de operaties naar alle waarschijnlijkheid mis
lukt zouden zijn, indien de Duitschers .bijtijds
gewaarschuwd waren aangaande de voorne
mens van de Engelschen.
In dezen legerorder wordt dus erkend van
welk een beteekenis het element der verras
sing, de overrompeling, is geweest. Wordt
door en in dezen legerorder tevens te kennen
gegeven, dat belangrijke resultaten voorloo-
pig niet meer te wachten zijn? Het lijkt er
veel op. Te meer daar de hevige gevechten,
welke in het Westen geleverd worden, geen
verandering van belang doen intreden. Of
Bourlon in Engelsche of wel in Duitsche han
den is, valt uit de legeibeichtem niet op te
maken, doet er trouwens, zooals de ervaring
inzake de dorpen, die herhaaldelijk van bezit
ters wisselen, heeft geleerd, Ook weinig toe.
De Engelschen hebben op de Duitschers bij
Kamerrijk een belangrijk tactisch voordeel be
haald en daarmee uit. Ze hebben hun tacti
sche winsten vermeerderd, maar hebben zij in
dit oorlógsjaar bereikt, hetgeen ze zich voor
gesteld hadden?
De gematigde, degelijke Manchester Guar
dian heeft in haar nummer van 11 April j.l.
op die vraag het antwoord gegeven:
„Zooals wij ons thans tactisch vooruit
werken, moeten wij tegen den- herfsit Rijssel
hebben ai de Duitschers tot ontruiming van
de Vlaamsche kust hebben gedwongen, ter
wijl wij Bergen (Mons) zullen naderen. Min
der dan dat zal een reden tot teleurstelling,
meer dan dat een aanleiding tot geestdrift
voor ons vormen."
Trouwens Engeland staat met zijn te
leurstelling niet alleen. Welk oorlogvoerend
land heeft er geene gehad? Is deze oorlog
iets anders dan een aaneenschakeling van te
leurstellingen, van onvervuld1 gebleven ver
wachtingen?
En toch er wordt dóórgestreden, in de
hoop, dat er na de veelvuldige fiasco's einde-
.lijk eens een beslissende zegepraal zal ko
men.
In Rusland, waar de invloed der bolsjewiki
of maximalisten zich uitbreidt, ook tot de
thans aangevangen verkiezingen voor de con-
stitueerende vergadering, zooals blijkt uit het
in beslag nemen en vernietigen van verkie-
zingsmateriaal van andere partijen, terwijl alls
hoogste vrijheidsbeginsel de ergste dwang
wordt uitgeoefend, is men vredelievend ge
zind. Aan het front duurt de verbroedering
voort en in de politiek heeft men getoond den
vrede te willen. Maar men staat alleen. De
Engelsche regeering heeft in het Lagerhuis
bij monde van den heer Balfour laten verkil
ren, dat er door haar geen antwoord is gege
ven op het Russische voorstel nopens een on-
middellijken wapenstilstand en voor zoover
haar bekend, evenmin door een der andere ge
allieerden. De Fransche pens laat zich min
achtend uit over het voorstel van de „pseudo-
regeering" en dringt er krachtig op aan, haar
mores te leeren en liever te doortastend op te
treden dan te slap. Men leert hieruit, dat er
nog allerlei verwikkelingen mogelijk zijn. Als
de Russische regeering eens vrede sluit met
de middenmogendheden en daardoor feitelijk
schendt die belofte door de Tsaristische re
geering in Sept. 1914 gedaan, welke belofte
vermoedelijk de Tsaristische regeering zelve
reeds lang zou hebben verbroken, zoo ze nog
aan was, dan kan het zijn, dat Rusland als
vijand van de entente wordt beschouwd 1
Het optreden der Russische regeering en
daarnaast dat der beide groepen van oorlog
voerenden kan tot allerlei verrassingen lei
den.
De nieuwe Pruisische kiesrechtregeling of
liever het betrekkelijk -wetsontwerp is bekend
geworden. Het z.g.n. Heerenhuis blijft een
huis der heeren, al worden andere kringen er
in vertegenwoordigd als tot dusverre, het ka
rakter zal er weinig minder conservatief door
worden.
Voor de Kamer van Afgevaardigden daaren
tegen wordt voorgesteld de lang begeerde i-Or
voering van gelijk, direct kiesrecht met ge
heime stemming, toe te kennen aan eiken 25-
jarigen inwoner, terwijl ieder 30-jarige inge
zetene verkiesbaar is.
In de toelichting wordt de kroon de eer
gegeven, terwijl het ruimer deelnemen van het
volik aan de staatszaken wordt genoemd geen
belooning, maar een daad van vertrouwen in
het volk, dat in de moeielijke tijden van den
oorlog zich rijp getoond heeft.
Of deze binnenlandsche hervorming ook 'in
het buitenland invloed zal hebben?
ZAAIZADEN.
De Rijkscommissie van Toezicht op de Ver-
eeniging „Zaad-Centrale" brengt ter kennis
van belanghebbenden, dat aan binnenland
scfae zaadhandelaren! gelegenheid zal worden
gegeven, om zaaizaad van1 eenige soorten
iuiubonwzaden tegen maüge prijzen, door
russdienkomst van de Vereeniging „Zaad-
Centrale te betrekken. Voor nadere inlichtin
gen'' kan mem zich wenden1 tot die Vereeniging
„Zaad-Centrale" Com. Speelmanstraat 9,
's-Gravienlhage.
KAAS-EXPORT.
Het bericht, dat geen uitvoerconsemten van
kaas meer worden afgegeven ia, naar de
Haagsche corresp. van de Tel. vernam voor
barig en in staat 'n geheel verkeerden indruk
te wekken. Wellicht zal ed uitvoer, in verband
met de regeling der betaling, één of hooi
enkele dagen worden stopgezethet geldt hier
dan echter een tijdelijken maatregel, die van
geringe beteekenis is. Van export-moeilijkhe
den is echter in ieder geval geen sprake.
VERLOFSREGELINO.
'Door den opperbevelhebber van land- en
zeemach t is bepaald, dat aan die militairen,
voor wie de dienstbelangen' zulks beslist
noodzakelijk maken, het periodiek verlof in
plaats van eenmaal' per zes weken mag wor
den verleend in twee keeren per zes weken,
over gezamenlijk denzelfden auur als in de
verlofsregeling is bepaald, beide keeren met
vrij1 vervoer.
Biji de toepassing van- het vorenstaande
mag niet uit het oog verloren, dat de grootst
mogelijke beperking van het spoorwegvervoer
nog altijd dripgend noodig is, zoodat met de
meeste zorg ae hand moet worden gehouden
aan de bepaling: „voor wie de dienstbelan
gen zulks beslist noodzakelijk maken."
BINNENLAND.
PROV. STATEN VAN NOORD-
HOLLAND.
Ged1. Staten bieden aan -de Prov. Staten ter
vaststelling aan de le suppletoir© begrooting
van het provinciaal gesticht „Meerenberg"
voor het dienstjaar 1918, tot een bedrag van
39,000.
Eveneens wordt aangeboden een le suppl.
begrooting voor „Duinentbosch", dienst 1918,
tot een bedrag van 101,000 voor d)en bouw
van 24 tijdelijke woningen.
Ter benoeming van een lid der commissie
van bestuur van het gesticht Meerenberg (Va
cature-L Modoo) worden aanbevolen': lo. de
heer Modoo, 2o. die beer Jl. H. Bregonje; ter
benoeming van' een lid der commissie van be
stuur van het gesticht Duinenbosch (vacatu-
re-mr. J. N. J. E. Heerkens Thijssen) lo. de
heer mr. J. N. J. E. Heerkens Thijssen^ 2o.
de heer N. Dekker.
Ingekomen is een adres van het bestuur der
afdeeling Bloemendaal van den Algemeen-en
Nederlandschen Ambtenaarabond, waarbij
wopdt verzocht te willen bevorderen het bou
wen van ambtswoningen voor het personeel
van het krankzinnigengesticht Meerenberg
en zoo hiertegen ernstige bezwaren bestaan,
alsdan te wiHen bevorderen het bouwen van
arbeiderswoningen daar ter plaatse.
Gedeputeerde Staten stellen voor aan het
bestuur dier af deeling te kennen te geven
lo. dlat bot het bouwen van meer dienstwo
ningen voor bet gehuwde uitwonende perso
neel vanwege de Provincie geen aanleiding
bestaat
2o. 'dat zij in beginsel genegen zijn finan-
cieelen steun te verTeemen tot het bouwen van
woningen in de nabijheid van het gesticht
Meerenberg, welke steun verleend zou kunnen
worden- aan eene door de leden van het perso
neel van het gesticht op te richten vereeniging
in het belang der volkshuisvesting, zooals is
opgericht door het personeel van het gesticht
Duinenbosch.
Ged. Staten «tellen voor aan de vereeni
ging „Maatschappelijk Werk bij Zenuwlij
den en Krankzinnigheid'' voor het jaar 1918
een subsidie tfce verleenen van ten hoogste
ƒ3500, ondier voorwaarde dat dit subsidie
zooveel mogelijk aan patiënten uit de provin
cie Noord-Hiolland ten goede komt.
HOLLANDS NOORDERKWARTIER.
Hollands Noorderkwartier hield Maandag
haar najaarsveragdering in 't café „Céres" te
Schagen. De vergadering was zeer druk be
zocht.
De heer Avis opende de vergadering met
de mededeeling, dat van velen bericht was in
gekomen van verhindering. Spreker verheug
de zich daarom te meer over de groote op-
Grootste Softeering.
Speciale Merken.
komst en heette speciaal welkom de heeren
Zijp en Comegoor als vertegenwoordigers
van Gedeputeerde Staten.
Spr. meende, dat het groote bewondering
moest verwekken, dat Nederland nog niet in
den oorlog betrokken was en meende, dat
dit de verdienste van de regeering was, waar
voor hij deze huldigde. (Applaus).
Spr. deed een beroep op de welwillendheid
van de vergadering inzake de bevordering
van de teelt van voedingsgewassen en hoop
te, dat de vergadering in het belang van den
landbouw en Hollands Noorderwartier
mocht zijn.
De vergadering werd ook bijgewoond door
den heer jhr. mr. P. van Foresst, lid van de
Tweede Kamer, en de leden der Prov. Staten,
de heeren Trapman, Corthals Allies en Bree-
baart.
De voorzitter zeide, dat de heer Beekman
gaarne bereid was in een vergadering de
droogmaking van de Zuiderzee te besprekeu,
doch die heer Marsholt was met het oog
op zijn leeftijd niet bereid in een buitengewo
ne vergadering het contra te behandelen en
verwees naar zijn brochure.
Het bestuur steldé daarom voor de ?aak te
behandelen in dé voorjaarsvergadering.
De heer Visser betoogde de wenschelijk-
heid van een buitengewone vergadering voor
dit punt.
De heer van Foreest verklaarde, dat de
voorzitter van de Tweede Kamer van plan is
het wetsontwerp tot afsluiting en gedeeltelijke
droogmaking van de Zuiderzee in Januari,
althans in het begin van 1918, in behandeling
te stellen. Spr. had de overtuiging, dat er een
grooje meerderheid u? 4--Kamer voor gevon
den zou worden en oordeelde een buitenge
wone vergadering daarover mosterd na den
maaitijd.
De lieer K. Breebaart verzocht de hoop uit
te spreken, dat het wetsvoorstel tot wet wordt
verheven. (Applaus).
De voorzitter geloofde wel, dat dit kon
geschieden, doch meende, dat het voorstel
van den heer Visser, om een buitengewone
vergadering, met het oog op het wetsontwerp
voor de grondbelasting en de droogmaking
te houden, in stemming moest komen.
De heer Breebaart betoogde de weusche-
iijkheid om beide zaken gescheiden te houden.
Z. t. diende men als vergadering de wensche-
iijkheid uit te spreken, dat men de droogma
king zoo spoedig mogelijk wenschte. (Ap
plaus).
De heer Visser (Berkhout) was het hierme
de eens, daar er z.i.van uit Noord-Hollandsch
standpunt geen contra te leveren was. De
droogmaking diende men zoo veel mogelijk
te bespoedigen.
Besloten wend dezen weosch kenbaar te ma
ken. Zonder hoofdelijke stemming werd be
sloten in December een buitengewone verga
dering te houden over het ontwerp voor de
grondbelasting.
Aan het bestuur werd opgedragen de com
missie daarvoor samen te stellen.
De heer G. Nobel deed hierop mededeelin-
gen over de aankoop van stieren tot verbete
ring van den veestapel. Eenige moeilijkheden
hadden zich daarbij voorgedaan. Assendelft
verkocht eigenmachtig de stier „Pieter", om
dat ze meende, dat hij niet meer kon worden
aangehouden. Een commissie had een onder
zoek ingesteld en inderdaad bevonden, dat de
stier had moeten worden afgemaakt. Het
slachten op eigen gezag veroordeelde ze even
wel, waarom Assendellt 50 boete werd op
gelegd
Nog deed spr. mededeclingen over den
stier „De O raaf", van den heer Donker, die
bij sommige boereu wat het drachtig worden
der koeien in een slechten reuk stond. Ande
ren hadden evenwel bevredigende resultaten.
De commissie had geconcludeerd, dat de
uitspraken, dat de stier minder vruchtbare
resultaten leverde, ongegrond was. Een be
slissing was nog niet genomen.
De heer Visser (Berkhout) meende, dat dé
vruchtbare resultaten van den stier „De
Graaf" gering zijn. Een schadeloosstelling
aan den heer Donker was z. i. wel op zijn
plaats. Van de 20 gedekte koeien werden er
maar 4 drachtig. Strengere eischen bij den
aankoop van oudere stieren oordeelde spr.
mede noodig. Spr. steldé voor een schadever
goeding aan den heer Donker aan te bieden-
van 250. Dilt voorstel zal aan de commissie
ter afwikkeling in handen gesteld worden.
De heer Nobel meende, dat het bedrag, als
men schadevergoeding ging geven, te gering
was. De commissie haa déze taak evenwel
niet gehad, dóch was er niet tegen.
De voorzitter verwachtte dienaangaande
eén voorstel /an de commissie.
Van den Coöperatieven Bond was het ver
zoek ingekomen mede ie werken in de samen
stelling van een commissie van advies tot be
vordering van de coöperatieve levering. Het
bestuur had een lid daarvoor aangenomen en
de toezegging gedaan te willen medewerken.
De heer Visser lichtte de wenschelijkheid
daarvan toe.
Van den minister, was een schrijven inge
komen, waarin hij te kennen geeft gaarne van
klachten op de hoogte te blijven. Een com
missie was daarvoor benoemd- en deze had
reeds een onderhoud met den minister gehad.
Het verzoek om de voerbieten per tram te
mogen vervoeren, was door crisiszaken afge
wezen.
Het voorstel om de volgende vergadering
te Heerhugowaard te houden, werd aangeno
men.
Op voordracht van het bestuur werden de
heeren J. P. Wilken te Nieuwe Niedorp,
T. Wonder Gz. te Wier Lagerwaard en S. Mol
te Berkhout belast met het nazien van de be
grooting en de rekening.
Onder applaus werd besloten de volgende
motie aan de regeering kenbaar te maken:
„De algemeene vergadering van de Veree
niging tot Ontwikkeling van den Landbouw
in Hollands Noorderkwartier, gehouden te
Schagen op Maandag 26 November 1917;
spreekt de hoop uit, dat het ontwerp van
wet tot afsluiting en gedeeltelijke droogma
king van de Zuiderzee spoedig tot wet moge
worden verheven en noodigt het bestuur uit,
deze motie ter kennis van de regeer ing en de
Staten-Generaal te brengen."
De heer P.,Eriks Jz. bracht rapport uit over
het Landbouwhuishoudonderwijs en stelde
voor om voor 1917 een subsidie te geven van'
100.
Over het bevorderen van goed melken rap
porteerde de heer Eriks eveneens. Tot voort
zetting van deze zaken werd besloten.
De heer K. Zijp bracht rapport uit over den
aankoop van fokstieren en deed mededeelin-
gen over verschillende dekkingen.
Dr. Bakker deelde nog mede, dat de com
missie was uitgenoodigd, uit te spreken of
het mogelijk was inzake den opfok van kalve
ren voorstellen te doen. Een vergadering
daarover was mislukt. Spr. stelde voor op de
vergadering van een andere commissie te
wachten. In een van de volgende bestuursver
gaderingen zal de commissie wel met voor
stellen komen.
De heer J. Wonder Gz. bracht hierna rap
port uit over den cursus tot het opladen van
bedrijfsleiders. Door de slechte reisgelegen
heid wordt de deelname aan de cursussen
zeer beiemmerd. Om een rijkssubsidie te kun
nen krijgen werd het leerplan eenigszina
wijzigd. Spr. deelde het leerplan mede.
cursussen duren 1 jaar.
Dr. Scheij bekwam hierop het woord, om
het bevorderen van het bezoek aan de Zuivelr
school te Bolsward van uit Noord-Holland
te bepleiten.
Noord-Holland zal in de toekomst behoefte
hebben aan de daar gediplomeerden. Reeds
zijn er 8 in deze provincie werkzaam. Het is
gewenscht, dat Noord-Holiandsche krachten
zich beschikbaar stellen. Jongelieden moeten
daarvoor aangemoedigd en zoo noodig ge
steund worden. In de voorjaarsvergadering
zullen daartoe voorstellen worden gedaan.
Hierna werd' van 1 tof 2 uur gepauzeerd.
De voorzitter deelde mede, dat voor het on
derzoek naar het wetsontwerp inzake de
grondbelasting een commissie 'was benoemd,
bestaande uit de heeren C. Nobel, J. Wonder,
K. Visser, J. Best en K. Zijp.
Medegedeeld werd, dat tot voorzitter was
gekozen de heer W. Joagejans, die van de
o9 stemmen er 51 op zich vereenigde.
hierna bracht de heer C. Nobel rapport
uit over het «landpunt door de Vereeniging
in te nemén inzake de regeling van het dijks-
beheer. Het nog al uitvoerige rapport kwam
tot de conclusie, dat:'
1. het beheer van de geheele fceewering van
de provincie Noord-Holland zooveel moge
lijk in handen behoort te komen van een
Hoogheemraadschap, bestaande uit een dijk
graaf en hoogheemraden .door de Koningin
benoemd, op aanbeveling van Gedeputeerde
Staten, die op hun beurt een aanbeveling
ontvangen van het Hoogheemraadschap, en
hoofdingelanden, door de belanghebbenden
gekozen;
2. voor de bestrijding der kosten van het
beheer, ook de gebouwde eigendommen naar
billijkheid moeten worden belast;
3.' door de provincie als medebelangheb
bende bij een deugdelijk beheer in de kosten
behoort te worden bijgedragen
4. het toezicht op de binnendijken of tweede
waterkeeringen, die bij doorbraak van een
buitendijk groote oppervlakten tegen over-
stroomingen kunnen beveiligen, bij hetzelfde
Hoogheemraadschap behoort te berusten
5. dé vergaderingen van dit college in het
openbaar moeten worden gehouden
D- voorzitter bracht met den heer Nobël
hulde aan den heer Visser uit Amsterdam en
dankte den heer Nobel voor het uitbrengen
van het rapport.
De heer Kaaij, van Houwert, bepleitte op
uitvoerige gronaen handhaving van den be-
staanden toestand. Het zooveel mogelijk af
schuiven op groote lichamen was wel een
kenmerk van den tijdgeest, maar verkeerd.
Spr. meent, dat men dan wel heemraden
moent benoemen, die mets anders hadden te
doen. Als West-fries en grondeigenaar oor
deelde spr. het droogblijven het beste in han
den van de belanghebbenden. Men moest met
onder den plak raken van ingenieurs en in de
steden wonende lieden.
L»e heer Kruseman had bedenkingen tegen
het rapport. De commissie had moeten aan
dringen om den last, door de overstrooming
veroorzaakt, door net rijk en de provincie te
laten dragen. Dan was er meer nnna Van «la
gen. apr. wees op hetgeen in Zeeland ge
beurde en op de historische gebruiken onder
de graven van Holland. Men moest niet af
wijken van het oude beginsel, dat degene die
last heeft van het water, zich moet verdedigen
tegen het water en pas geholpen moet worden
ais hij onmachtig is. Spr. meende zeker te we
ien, oat het denkbeeld van de commissie den
steun van den minister van waterstaat niet
heelt. Spr. was ook voor het beheer onder
een hand, doch meende, dat de voordeeten
daarvan meer uit konden komen dan in het
rapport geschiedde.
Hetgeen geschiedde op het eiland Flakkee
bracht spreker naar voren.
Spr. wees nog op de consequenties die aan
't denkbeeld van de heeren verbonden zijn.
Het is' redelijk, dat ieder deel van Nederland
zijn eigen lasten moet dragen, maar het gaat
niet aan te zeggen: wij betalen wel het onder
houd van den Zuiderzeedijk, maar niet van
de Noordzee.
Spr. meende, dat het rapport niet breed ge
noeg opgezet was en zag gaarne, dat er wat
meer onder de aandacht van de autoriteiten
werd gebracht.
De neer Raat, van Alkmaar, was een tegen
stander van de instelling van één dijksbe-
stuur. Met het oog op de groote ingewikkeld^
heid van de waterschappen in Noord-Holland
meende spreker, dat er geen definitieve
oplossing was te vinden. Spr wees er op, dat
ook jhr. Schorer het onmogelijk oordeelde al
les onder één bestuur te brengen.
De heer Corthals Altea bracht der commis
sie hulde voor het rapport, doch meende
i-enige aanmerkingen te moeten maken. In de
conclusie vindt men niet wat het Heemxaadr
schap moet omvatten. De conclusie was dan
oqk te vaag, terwijl men verscheidenè punten
wel nan een toelichting onderwierp. Spr. ge
loofde, dat punt 4 naast de eerste conclusie
had moeten staan.
De kwestie van belanghebbende is geheel
gewijzigd. Men moet voor den oorsprong tot
de middeleeuwen terug en daarom gaan in
zien, dat ons land een geheel vormt. Spr.
meende daarom, dlat he verkeerd is zich nog
aan een Hoogreemraadschap vast te houden.
Men moet de toekomstlijn stellen. Spr bepleit
te een urgentiemotie, waarin gezegd wordt,
dat de regeling niet meer past indetegen-
woord i j samen leving en1 in de tegenwoordige
Verder wilde spr. zich houden' aan de
ving.
it bij de Ko-
grondlwet, die het opp
ningin en ten 2de bij ae provincie légt. Spr.
wilde zich dus'tot deze colleges wenden en ze
zoakAi met urgentie de toekomstige rege
ling onder de oogen te zien.
De heer Visser, van Berkhout, wilde alles
wel brengen onder één hand, maar was toch
niet voor de instelling van een nieuw Hoog
heemraadschap. Spr. bepleitte de instelling
van een commissie van toezicht op de dijken,
wegen, vaarten en kanalen onder toezicht van
den hoofdingenieur ai een paar leden van de
Prov. Staten. Spr. bepleitte den weg langs lij
nen' van geleidelijkheid Blijkt dan, dat een
Waterschap in één jaar te weinig nan het on
derhoud had gedaan, dan kan men dat opleg
gen voor de anderen in M'. grondstoffen bij
te dragen. De openbaarheid van de vergade
ringen van de Waterschapsbesturen bepleitte
spr. eveneens. De billijkheid zou men mede
niet betrachten wannéér men het aandeel der
onderhoudskosten bepaalde op grond van het
bebou\vde eigendom. Spr. was voor een hef
fing aan de hand van de inkomstenbelasting.
Men kan dan met een lager percentage toe.
Spr. wilde deze heffing voor de schade van
191o en tot 1915 de lasten op de gewone wij
ze heffen.
De heer Nobel had gehoopt, dat de heer
Visser in de plaats van den geleidelijken weg
juist een Napoleon, gewenscht had. Waar
men nu in een tijd van groot gebeuren leeft,
daar hoojpte spr., dat men het onderhoud' van
den Zuiderzeedijk ook eens in één hand zal
brengen. Is men het daarover eens, rian is de
weg om het te verkrijgen wel te vinden. In
weike hand dat zal komen kan later wel uit
gemaakt worden.
De heer Visser, van Amsterdam, hield hier-
ija nog een historische beschouwing en was
er voor, dat men krijgt een onderhoud in één
hand, zonder een te uitgebreid toezicht, op
dat alles van het begin af uit één hand ge
schied.
E>e heer Corthals Altes stelde de volgende
urgentiemotie:
De vergadering van Hollands Noorder
kwartier neemt de volgende conclusie:
1 o. dat het beheer van dé geheele zeewe
ring en het toezicht op de binnendijken en
tweede waterkeeringen dringend en ten spoe
digste reorganisatie eischt;
2o. dat voor de bestrijding der kosten in
het beheer ook de gebouwde eigendommen
naar billijkheid moeten worden belast;
3o. dat door de provincie in de kosten be-
ALKMUeSCII COURANT.