Centrale Keuken.
in Vroeger Dagen.
FEUILLETON.
Honderd en Negentiende Jaarpng.
Zaterdag 22 Dec,
SPIJSLIJST.
Oorlogstuintjes."
Jto »01.
DONiDERDAO 27 December: Erwten
soep.
VRIJDAG 28 December: Aardappelen
met zuurkool.
ZATERDAG 29 December: Aardappelen
met spruitkool.
MAANDAG 31 December: groenfensoep
met vleesch.
De bons voor Erwtensoep, op Donderdag
28 December te verstrekken kunnen nog
Maandag 24 December worden ingekocht,
waarbij1 DJ ST RI BUT I EBON 9 moet wor
den afgegeven. -De bons voor Groentensoep,
op Maandag 31 December te verstrekken,
moeten' Vrijdag 28 December worden inge
kocht; daarvoor wordt distributiebon 10 voor
de grootste helft ingevorderd d.w.z.voor 2
porties behoeft slechts 1 distributiebon; voor
3 porties 2 bons, voor 4 porties 2 bons enz.
worden afgegeven.
De bons voor Aardappelen met zuurkool
op Vrijdag 28 Dec. moeteni Maandag 24
December worden ingekocht, die voor Zater
dag als gewoon; twee dagen te voren, dus
Donderdag 27 December.
DINSDAG 1 JANUARI 1918 wordt niet
gekookt.
Men wordt er nog eens aan herinnert, dat
de tijd voor het afhalen der spijzen en het in-
koopen der bons is: dagelijks, behalve des
Zondags, tussehen half twaalf en half één
uur.
De Administrateur,
A. OSKAM.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
vin ALKMAAR brengan tv algemeana
kennis, dat in het Gemeenteblad van Alk
maar zijn opgenomen hunne besluiten van
4 Deeember 1.1., waarbij zijn vastgesteld
1o. Een reglement op de Ar
beidsbeurs der gemeente
Alkmaar (Gemeenteblad Ne.
570),
fie. Een instructie voor den di-
recteur van de Arbeidsbeurs
der gemeente Alkmaar (Ge
meenteblad Ne. G71),
welka besluiten, htden afgekondigd, ge
durende drie maanden ter gemeente-secre
tarie ter lezing zijn stdergelegd en aldaar
tegen betaling van respeetievelijk f 0.17
en f 0.10 in afdruk aijn verkrijgbaar gesteld.
Alkmaar, lk December 1917.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
Q. R1PPINQ, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
BEANTWOORDE VRAGEN.
K. M. te Alkmaar, t iet komt me gewenscht
voor, eerst een en ander van het diepspitten te
vertellen, opdat we weten, wat men hiermee
bedoelt. Onder diepspitten verstaat men het
loswerken van den grond ter diepte van 2 of
meer steken. In den regel wordt alleen de bo
venste steek losgemaakt, wat wel jammer is,
daar' het diepspitten den toestand van den
grond, en daardoflr de groeivoorwaarden
voor de plant, zoo belangrijk verbetert. Er
wordt zeds wel beweert, da', het diepspitten
de nadeelen van een slechte bemesting kan
opbellen. Men kan bij dit diepspitten op 2
manieren te werk gaan: men' kan ni. de
grondlagen met elkander verwisselen of, men
kan ze ten opzichte van elkaar op dezelfde
plaats laten. Gezien den toestand op het voor
terrein, zal het laatste aanbeveling verdienen.
Men moet daarbij als volgt handelen. Eerst
wordt van een strook ter breedte van onge
veer öO c.M. de bovenste steek weggenomen
en aan den kant gelegd. Uit het nu verkregen
gat haalt men ter halve breedte den tweeden
steek weg en legt ook dien aan den kant. De
andere helft van den tweeden steek wordt nu
op de plaats van de weggenomen helft gespit.
I lierop komt te liggen de volgende bovenste
Naar bat EngeJMÖ
van Mevr. Altrad Riöjgwtck.
11)
„Je hadt mijnheer Larch niet moeten vra
gen, je zijn schetsen van Zwitsersdie land
schappen te laten zien", zei zij tot Rosalinda.
„waarom niet? Ik wil ze graag zien." I
„Meisjelief, je bent de moeite niet waard
Je weet niets van schilderen, en je bent geen
kooper. Je kunt niet meer dan achteraan
staan, als hij ze andere menschen laat zien."
„Ik ben er zeker van, dat je moeder vroeger
onder schilders gewoond moet hebben", zei
Lamorna, toen Rosalinde haar dit verwijt
vertelde. „Zij doet of zegt nooit de gewone
dwaasheden."
„Zooals met jou het geval is", zei Jasper
met een knikje tegen Rosalinde.
„Ik geloof ook, dat zij het deed", zei Rosa
linde, en toen veranderde zij van onderwerp.
„Wie is Veronica Teal?" vroeg zij.
De man en vrouw keken elkander aan met
een knipoogje van pleizier.
„Zij werkt te Penryn", zei Jasper.
„Is zij mooi?"
„Ja."
„Knap?"
„Och!...Ze zijn allen knap
„Mijnheer Merivale bewondert haar."
„Zegt hij dat?"
„Hij noemde haar gisteren voor den eersten
keer.--Zij komt Zondag thee bij hem drin
ken."
„Ik dacht wel, dat zij gauw zou komen",
zei Lamorna.
„Waarom
„Omdat zij nu en dan een platonische ven-
houding met Daan Merivale heeft, zooals zij
steek. Er is nu weer een nieuwe tweede steek
bloot gekomen, die naast den vorigen wordt
gelegd en daarop komt nu weer de volgende
eerste steek. Aan het eind van den akker houdt
men een gat over, dat dicht gemaakt wordt
met den grond, dien men bij het begin van
het werk aan den kant heeft gelegd. Het ver
dient dus aanbeveling, deze grond dadelijk
zoo dicht mogelijk te brengen bij de plaats,
waar dit gat zal ontstaan. In den regel be
gint men te spitten bij de plaats, waar het
terrein het laagst is.
Heeft men nu stalmest ter beschikking, dan
wordt deze eerst zoo regelmatig mogelijk
over den grond verdeeld en bij; 't spitten tus
sehen den eersten en tweeden steek gebracht.
Ook zoden en plantenresten worden daar ge
legd. Mem schuimt dus den volgenden eersten
steek eerst af, voor men deze op den vooraf
verplaatsten tweeden steek brengt.
Kali- en phosphorzuurhoudende kunstmest
wordt voor het spitten over het terrein ge
strooid; hij wordt bij het spitten nu van zelf
goed door den grond gewerkt. Daarna komt
de kalk, die licht wordt ondergeharkt, doch
dit laatste eerst kort voor het zaaien of poten.
Ik meen te weten, dat ge een gelukkig
plaatsje op het voorterrein hebt getroffen,
n.l. de plaats, waar vroeger de koeien werden
gemolken. Deze zullen den grond daar dus
wel extra bemest hebben. Een extra-bemesting
zal voor u misschien niet noodig zijn. Toch
zou ik de kalk niet weglaten. Misschien zal
iemand in de meening verkeeren, dat een kalk-
bemesting op dien grond niet noodig is, om
dat er op sommige plaatsen nog al wat schel
pen m zitten. Ik wil dan opmerken, dat deze
schelpen voor dat doel geen waarde hebben
ze zijn te grof. Het kan jaren, soms wel eeu
wen duren, voor ze verteerd zijn. Hiervan
zijn voorbeelden genoeg aan te wijzen.
Is het voor u geen bezwaar, dan kan de in
het vorig artikel aangegeven kali- en phos-
phorzuurbemesting u geen schade, wel voor
deel aanbrengen. Zooals ik reeds aangaf,
kunt ge de plantenresten van het vorige jaar
tevens door den grond wericen. Zij bevorde
ren, bij verrotting, het bacterie-leven in den
grond.
Meteen kan nu een vraag worden beant
woord, mij door een anderen huurder ge
daan „Kan men op hetzelfde terrein, 2 jaar
na elkaar, aardappels verbouwen?"
Natuurlijk veraieut het- aanbeveling, dit
niet. te doen, doch in het onderhavige geval
zal het wel niet best anders kunnen. Op dit
nieuwe land1 behoeft men de nadeelige gevol
gen hiervan ook niet zoo te vreezen. Toch
zal een goede grondbewerking ook hierin van
veel nut -zijn. Die het maar eenigszins kan
doen, raad ik dan ook aan, op de bóven aan
gegeven wijze zijn grond 2 steek diep te spit
ten. Voor dengene, die er belang in stelt,
ben ik wel genegen, wanneer de omstandighe
den zich daafvoor leenen, op het terrein aan-
wijzigingen voor dit werk ée d'oen.
Hij, die zijn terrein den vorigen zomer voor
de helft met aardappels en voor de andere
helft met b.v. boonen heeft beplant, kan nu
den zoogenaamden wisselbouw toepassen.
Hij zet nu op het eerste stuk boonen en op
het andere aardappels
Tot dusver kwamen er bij de commissie
nog niet veel aanvragen voor kunstmest in.
Als de commissie trachten zal, de beschikking
over deze mestsoorten te krijgen, dient zij
zoo spoedig mogelijk te weten, hoeveel zij
moet aanvragen. Men wachte met de opgave
dus niet te lang. Bij mogelijke teleurstelling
wegens geringe voorraad in het land, kan
elk dan nog eens anders omzien naar bemes
ting.
Breek nog vooral geen spruiten van poot-
aardappels.
STADSNIEUWS.
ALGEMEEN RAPPORT
vaa het verhandelde op de sectievergaderin
gen van den Raad der gemeente Alkmaar
over de gemeentebegrooting voor het dienst
jaar 1918
met
MEMORIE VAN ANTWOORD
van Burgemeester mi Wethouders.
UITGAVEN.
Volgnummer 76.
De geheele 4e Sectie, een lid der le en en
lid der 3e Sectie zijn van meening dat de pre
sentiegelden van de Raadsleden slechts ten
deele het groote tijdsverlies dekken. Verhoo
ging wordt gewenscht geacht om ook den ar
beider en den kleinen' middenstander in staat
te stellen lid van den Raad te kunnen zijn.
De 4e sectie en een lid der le sectie zijn
het noemt. Die komt zeker, als zij hoort, dat
er een ander meisje in de buurt is"
„Ze schijnt nog al dwaas", zei Rosalinde.
„Maar heeft er slag van, haar wil door te
zetten", zei Jasper.
HOOFDSTUK IX.
Dien middag gingen Daan en Rosalinde
voor het eerst alleen wandelen. Hun hoek
van de Gelukkige Vallei heette Liendra en
van Hendra naar Menwinionbaai kon je langs
den weg komen. Maar boven 1 lendra was een
woeste, gebaande weg, die naar een groep
boerderijen leidde en daar voorbij naar een
piek, waar Daan wist, dat wilde narcissen
f roeiden. Rosalinde had den weg niet alleen
unnen vinden, want er was zelfs geen door-
loopend voetpad. Hier en daar was de grond
na de winterregens een moeras en om verder
te komen moet men zich maar zoo goed' mo
gelijk doorwringen door brem en bramen
langs iets, dat bij, droog weder een pad was,
maar Rosalinde was gewaarschuwd, dat de
tocht moeilijk zou zijn en zij had stevige laar
zen en een korten rok aan. Het was een
prachtige dag in Maart, warm in de zon,
koud in den wind. De brem en sleedoorn
spreidden over de helling en het dal een
schemering van wit en goud. De oude va
rens waren nog bruin, primula's begonnen
schuchter voor den dag te komen en het korte
gras had zijn zomertint nog niet gekregen.
De lucht was heider en diep met kleine, witte
wolkjes er in, leeuweriken zongen, en in de
verte bereikte het geluid van menschen, die op
de akkers aan het werk waren, Daan en Rosa
linde, terwijl zij verder liepen. De lucht
werd gekruid door kruiden en koelte van de
zee, maar getemperd door de ligging der lage
heuvels en oude, lang verwaarloosde boo-
men. Op sommige plaatsen waren de hoo
rnen zeer hoog en van grooten omvang en
wierpen een schaduw over de reusachtige,
van meaning dat presentiegelden eveneens be
lt ooren te worden toegekend1 voor de talrijke
commissie-vergaderingen die bijgewoond
moeten1 worden.
Burg. en Weth. kunnen er zich wel mede
vereenigen, dat aan Gedeputeerde Staten
worde in overweging gegeven om het presen
tiegeld te bepalen op 4 per lid en per bijge
woonde vergadering. Zij stellen daarom voor
dit volgnummer met 380 te verhoogen.
Met het voorstel om ook presentiegelden
toe te kennen voor de bijwoning van commis
sievergaderingen, diie meerendeels 's avonds
eni dus na afloop van de gewone dagwerk
zaamheden worden gehouden, kunnen zij zich
evenwel niet ingenomen verklaren.
Volgnummer 78.
De le sectie vereenigt z;ch met een voorstel
tot salarisverhooging van den ambtenaar
belast met het voltrekken van het huwelijk
(de Braai).
Met het oog op de verdienstlijke wijze waar
op deze ambtenaar zijne taak vervult, zal hel
Burg. enl Weth. aangenaam zijn, als het ge
voelen door den Raad wordt gedeeld, zoodat
aan Ged. Staten kan worden gevraagd de
jaarwedde nader te willen- vaststellen op
400.
Volgnummer 92.
De 4e sectie zou gaarne eeni lijst ontvangen
Van die vak- eni dagbladen en tijdschriften
waarop de gemeente is geabonneerd.
Van de bedoelde bladen is een lijst bij de
begrootingsstukken ter inzage gelegd.
Volgnummer 104.
Een lid der 4e sectie vraagt een duidelijke
omschrijving van den post 2002 voor ar-
beidlslooneni van twee man, respectievelijk a
19.50 en 19.per week.
Het uitgetrokken loon is bestemd voor de
bezoldiging van twee werklieden die hunne
taak meerendeels vinden in arbeid, verricht
in het belang van het marktwezen. Voor den
tijd die buiten het marktwezen beschikbaar
is worden deze lieden in ander werk gebruikt.
Nochtans vinden Burg. en' Weth. het volko
men verantwoord op dezen post het volle
loon te doen drukken, omdat het bij drukke
markten voorkomt, dat meerder personeel in
dienst moet worden gesteld. Zijn dit gemeen
tewerklieden, dan wordt hunne belooning op
dit volgnummer niet aangewezen. Deze be
dragen zullen- ongeveer tegen elkaar opwe
gen.
Volgnummer 111.
De le sectie zou gaarne zien, dat het sala
ris van den klokkenist met 100 werd ver
hoogd.
Burg. en Weth. zijn van oordeel, dat met
een verhooging van 50 kan worden vol
staan.
Volgnummer 116.
In de le sectie wordt de aandacht geves
tigd op herstrating van de Overdiestraat.
Verder- wordt de opmerking gehoord dat de
die Baansingel nog niet is ge-
daartoe is beslo-
bestrating van
schied, hoewel in den Raai
ten.
Een lid der 4e sectie verzoekt een betere
loonregeling voor de stratenmakers te tref
fen), b.v. door de invoering van stukwerk,
waardoor èn de gemeente èn de werklieden
gebaat zijn.
Op eene herstrating van die Overdiestraat
zal de aandacht gevestigd blijven. Zoo moge
lijk zullen de kosten uit gewoon onderhoud
worden bestreden.
Met de bestrating van den Baansingel is
bereids een aanvang gemaakt. De vertraging
is ontstaan door het niet tijdig ontvangen
van basal tinetegels, met het bestraten van
welke die vrijkomende klinkers voor den
Baansingel worden gebruikt.
Omtrent de invoering van eene loonregeling
op den grondslag van stukwerk zal het ge
voelen worden ingewonnen van de Commissie
van bijstand voor de Publieke Werken.
Volgnummer 117.
Eeni liid der le sectie maakt de opmerkin.
dat het noodzakelijk is den Heilooerdijk a;
doend te verbeteren.
Sedert de overname van dezen weg in on
derhoud bij de gemeente, wordt aan zijne be-
harding regelmatig gewerkt.
Volgnummer 120.
Een lid der le sectie acht het hoogst nood
zakelijk tot vergrooting van de sluis aan de
Zes Wielen over te gaan.
De vraag of de sluis aan de Zes Wielen
dient te worden vergroot, houd't ten nauwste
verband met de plannen tot verbetering van
de kanalisatie in Noordholland, welke door
de Westfriesche Kanaalvereeniging, geves
tigd te Sohagen, krachtig ter hand zijn ge-
met mos begroeide granietblokken, die over
den grond en langs den kleinen stroom ver
strooid lagen. Eens staken zij de rivier over
door middel van een kolossaal blok, dat er
middenin stond en spoedig daarna kwamen
zij aan een ruwen, granieten muur, die heel
lang was en verderop vlak langs het water
liep. Toen gingen zij door een klein moeras
vol van kruizemunt, dat de lucht met haar
reuk vervulde en zoo verder naar een open,
eenzame en mooie vlakte.
„Ik heb bijna mijn geheele leven buiten ge
woond en toch voel ik me alsof ik nooit tevo
ren buiten geweest was", zei Rosalinde.
Zii stonden een oogeublik stil en keken
gelukkig om zich heen. Daan kon nog niet
trouwen en was besloten niet verliefd te wor
den of zich te engageeren. Nog geen drie
maanden geleden had Rosalinde zich als ver
loofd beschouwd met haar neef Tony Tuft.
Hij had haar in zijin eigen huis schandelijk in
den steek gelaten, en al was haar hart niet
gebroken, haar trots en waardigheid waren
diep gekwetst.
Daan noch Rosalinde waren dus van plan
hun prettige vriendschap in liefde te veran
deren. Zij waren beiden een beetje op hun
hoede, juist omdat zij wederzijdsch aange
trokken werden, en zij te eerlijk waren om
zichzelf met onzin over platonische liefde te
bedriegen. Maar iederen dag vonden zij het
moeilijker hun gedachten over elküander voor
zich te houden. Het was bijna onmogelijk,
zulk een wandeling samen te doen en te be
weren, dat een wandeling met ieder ander het
zelfde zou geweest zijn.
Aan het eind van het dal kwamen zij aan
den grooten weg en het kleine granieten huis
je, waar de Orchards gewoond hadden, voor
dat zij er een voor zichzelf lieten bouwen.
Daan stak den weg over en kwam aan een an
der stuk woest land, waar vee graasde, maar
dat ternauwernood weiland was. Zij zagen
groote, gele vlakten, bedekt met brem en bra-
nomen. Het ligt in de bedoeling van deze ver
eeniging van het- Provinciaal Bestuur ge
daan te krijgen, dat het peil voor Raaks-
maatboezem en Schennerboezem worde ge
lijk gemaakt, waartoe zij zich reeds 1 De
cember 1915 in een adres tot gemelde Ver
gadering heeft gericht. Mocht het verzoek
worden ingewilligd, dan zal de sluis aan de
Zes Wielen geen reden van bestaan meer
hebben, zoo min als de waterkeering bij Rus-
stenburg en zal tot opruiming dezer werken
kunnen worden overgegaan. Onder deze om
standigheden mag het zeker niet wenschelijk
heeten, thans aan genoemde sluis belangrijke
vernieuwingen te ondernemen, waarmede
groote kosten gepaard zullen gaan.
Een lid der 4e sectie merkt op dat door het
te lang uitstellen van de vernieuwing van den
walmuur aan de Oudegraoht de kosten daar
van noodeloos verhoogd zijn en dat dit uit
stel niet in overeenstemming rs met de belofte
gedaan in de Memorie van Antwoord op het
Algemeen Sectierapport op de vorige begroo
ting volgnummer 228.
Ten1 aanzien van den w;almuur aan het be
gin dier Oudegracht kan worden opgemerkt,
dat het aanvankelijk in de bedoeling lag, de
vernieuwing van*dit gedeelte te doen samen
gaan met eene van aen walmuur aan den
Voormeer. Met het oog op de daaraan ver
bonden hooge kosten .moet dit denkbeeld echter
worden opgeheven. Vandaar dat de kosten
van vernieuwing van het gedeelte walmuur
aan de Oudegracht, die niet langer kan wor
den) uitgesteld, thans op deze begrooting in
uitgaaf is gebracht.
Volgnummer 121.
De wenschelijkhe'd1 wordt uitgesproken het
baggeren van de Singels en de grachten beter
t doen plaats hebben.
Het baggerwerk in de Singels en in de
grachten geschiedt geregeld en stehnatig.
Volgnummer 131.
De le sectie kan zich vereenigen met een
verhooging van de jaarwedde van den schrij
ver met 150.waardoor diens salaris op
1000 komt.
Burg. en Weth. kunnen zich vereenigen
met het voorstel van dien Burgemeester, om
de jaarwedde van dezen ambtenaar met
150 te vrhoogen.
Volgnummer 136.
In de 3e en 4e sectie wordt op vereenvoudi
ging van de brandweerorganisatie aange-,
drongen- en met genoegen wordt kennis ge
nomen van de voorstellen die te dezen op
zichte eerdaags te verwachten zijn.
Bij! de jeorganifeatie zal zooveel mogelijk
naar vereenvoudiging worden gestreefd
Vojgnummer 137.
De le sectie kan er zich mee vereenigen
dat de kosten van verlichting op een zooda
nig bedrag worden gebracht, dat het de volle
kosten) van gas en onderhoud vertegenwoor-
dir'
ij het grengen van de werkelijke kosten
der straatver Editing ten laste der gemeente,
zal eene verhooging tot 21500 van dit volg
nummer daarvan het gevolg zijn.
Volgnummer 149.
De le sectie verzoekt B. en W. te willen
meedeelen, hoever de plannen- van den keu
ringsdienst zijn gevorderd. In de 2e sectie
vraagt een lid' welke' maatregelen reeds ge
nomen kunnen worden. Een lid- der 3e sectie
verzoekt mededeeliog van de oorzaak der
slagnaiie terwijl de geheele 4é sectie even
eens de vraag stelt, als hierboven in de le
sectie gedaan.
Burg. en Weth. kunnen, onder referte aan
hunne toelichting bij dit volgnummer gege
ven, niet anders dan een afwachtende hou
ding aannemen.
Hoofdstuk VI.
De le sectie vestigt de aandacht op de over
bevolking van de Burgerschool.
Een lid der 3e sectie vraagt naar de groot
te der klassen op de verschillende scholen op
dit oogenblik en deelt mee, dat hij, gaarne
een zuiver overzicht daarvan zou willen heb
ben.
Eert overzicht van de bevolking der klassen
op de O. L. Scholen zal ter inzage worden
gelegd.
Volgnummer 162.
De sectie wijst er op, dat dit bedrag met
het oog op de omstandigheden wel verhoogd
zal moeten worden.
Voor school voeding is bij raadsbesluit van
6 December 1.1. No. 15 voor 1918 een sub
sidie verleend van 3600. Dit volgnummer
zal dus met 3100 moeten worden verhoogd.
Volgnummers 166, 169 en 170.
De le sectie stelt de vraag of het gymna
sium en handelsschool nog voldoen aan rede
lijke eischen van lokaliteit.
Afdoening van de in overweging genomen
plannen tot verbetering van deze inrichtingen
van onderwijs wachten op de demobilisatie.
Volgnummer 173.
De geheele le, 2e en 3e sectie kunnen zich
vereenigen met een voorstel het salaris der
vroedvrouwen elk met 100 té verhoogen.
Met eene verhooging van 100 voor elk
dier beide vroedvrouwen wordt accoord ge
gaan, zoodat het volgnummer is te verhoogen
met 200.
Volgnummer 174.
De le sectie is unaniem van meening, dat
het aanvangssalaris van de assistente be
langrijk te laag is.
Aan het bestuur van het Stadsziekenhuis,
tevens beheerder van dte Stads-apotheek, is
dezerzijds voorgesteld, of het er'zich mede
kan vereenigen om die jaarwedde van den
Stads-apotheker te bepalen op 1350 met
drie 3-jaarl. period, verhoogingen van ƒ150,
maximum 1800 en van de assistente op
800 met drie gelijke verhoogingen elk van
100, maximum 1100. Het antwoord zal
bij de begrootingsstukken ter visie worden
gelegd.
Volgnummers 178 en 179.
De le sectie stelt de vraag of de reglemen
ten en instructies van het Burgerlijk armbe
stuur en het Stadsziekenhuis nog voldoen
aan de eischen van den tegenwoordigen tijd.
Een1 lid der 3e sectie zou gaarne weten hoe
het staat met de plannen voor een nieuw
z:ekenhuis, beantwoord aan de eischen des
tijds. HSj' acht het bestaande ziekenhuis ab
soluut verouderd.
Gaarne zouden Burg. en Weth. vernomen
hebben, welke bezwaren» eventueel tegen' de
vigeerende reglementen1 en instructies be
staan.
De plannen, die bij het bestuur van het
Stadsziekenhuis in overweging zijn, hebben
nog geen' vasten vorm aangenomen. Dat het
bestaande Ziekenhuis geheel verouderd zou
zijn en niet langer aan redelijke eischen vol
doet, wordt door Burg. en' Weth. ontkend.
Volgnummer 198.
Een' lid der 3e sectie stelt de vraag of in
verband met het bedrag van 400 verpleeg-
geld vermeld in post 176, de uitkeering voor
Rijk en Provincie niet moet bedragen1 4/40e
en 5/40e in plaats van 4/35e en 5/35e.
De gemaakte opmerking zal vermoedelijk
juist zijn. O phet uitgetrokken bedrag zal zij
evenwel' van weinig invloed zijn. B en W.
meenen, dat het geraamde bedrag daarom
kan worden behouden, maar dat bij de uitkee
ring, waarvan opgaaf wordt ontvangen van
Ged. Staten, te zijner tijd met de opmerking
rekening zal worden gehouden.
Volgnummers 201 en 205.
De le sectie stelt de vraag of de beloonin-
;en> van directie en personeel geen herziening
ehoeven.
De 3e sectie constateert dat de commissie
van toezicht op het muziekkorps 500 meer
subsidie vraagt. De sectie in haar geheel is
voor verhooging van de belooning der muzi
kanten.
Drie leden der 4e sectie meenen dat de
voorgestelde verhooging van die jaarwedde
van den directeur van het Stedelijk Muziek
corps en van de Stedelijke Muziekschool, niet
voldoende is. Hoewel zij de voorgestelde sa
larisverhooging toejuichen beantwoordtt deze
naar hun meening niet voldoende aan het
geen de titularis behoort te verdienen. Zij
zouden gaarne zien, dat deze verhooging zou
ingaan met 1 Jan. 1917.
Surg. en Weth. kunnen' er zich wel mede
vereenigen, d'at volgnummer 201 wordt ver
hoogd met 600, t.w. 100 voor den kapel
meester en 500 voor de leden van het mu
ziekkorps.
De bij volgn. 205 voorgedragen verhooging
wordt voldoende geacht. Art. 2 der Verorde
ning (Gem. blad No. 179) zal hiermede in
overeenstemming dienen' te worden gebracht.
Volgnummers 206, 207 en 208.
De le sectie vraagt of B. en W. het niet
noodzakelijk achten de Ambachtschool in
•eigen bheeer te nemen.
Een lid der 3e sectie vraagt of van den
kamt van B. en W. plannen zijn te verwachten
om hiervan gemeentelijke instellingen te
maken. Zoo niet of dan van B. em W. mag
worden verwacht, dat zij zullen voorstellen
aan het blijtvend ver leenen van subsidies de
voorwaarde te verbinden dat de geheel on
voldoende loonen en salaiissen worden her
zien.
Een ander lid maakt de opmerking, dat
tuen, en de jonge blaadjes van wilde hyacin-
tben. Toen kwam heuveiacimg wenana, nog
weer een paar muren om over te kmwneu,
ecu eenzaam huisje en daar voorbij het kleine
dal der narcissen. Zij groeiden aan weers
zijden van een rivier, waarvan de legende zei,
üat zij drie dagen rood was geweest van het
bloed der Denen, toen Athelstau hen terug
dreef naar de zee. De narcissen waren nog
maar nauwelijks uit, maar de knoppen waren
geel eu sonmuge waren half open. Daan eu
Rosalinde begonnen ze beiden te plukken.
„Wij hebben den gelieelen middag niemand
ontmoet", zei Rosalinde.
„Ik heb hier nog nooit iemand gezien", zei
Daan.
Maar terwijl hij sprak kraakte een stap
door de takken en bladeren aan de overzijde.
„Het is Veronica Teal", riep Daan, opkij
kende.
Rosalinde kon uit zijn houding niet opma
ken, of hij het prettig vond of teleurgesteld
was, maar een tikje boosheid maakte een eind
aan het genoegen van haar eigen middag. Zij
zag ook snel op en zag voor het eerst Vero
nica Teal.
„Hoe ben je hier gekomen?" vroeg Daan.
„Ik beu geloopen", zei Veronica.
1 laar stem was lief en zacht en haar oogeu
glimlachten. Zij had haar handen vol nar
cissen, maar dit belette haar niet naar bene
den aan den stroom te klauteren en daarover
heen naar Daan en Rosalinde te komen,
„Geef me nu een hand, Daan", zei zij, en
hij hielp haar op den oever aan hun eigen
kant.
„Ik weet dat u juffrouw Cloudesby is", zei
zij, glimlachend tegen Rosalinde „Daan ver
telde me, dat hij u vandaag hier brengen zou
om onze narcissen te zien."
„Ik wist niet, dat ik er iets van gezegd
had", viel Daan uit.
„Wij komen hier altijd in dezen tijd, terwijl
zij in knop zijn. Als zij geheel uit zijn, mag
iedereen komenmaar nu niet. Ik ga met
je terug, Daan, voor de thee. Ik weet wel,
dat ik morgen kom, maar ik smacht nu naar
thee
fMijnheer Merivale komt bij ons theedrin
ken", zei Rosalinde. „Ik hoop dat u ook
komt."
„Hoe liief en vriendelijk van u, om mij te
vragen", zei Veronica. „Natuurlijk zal ik ko
men. En, Daan, dan breng jij me naar huis en
blijft soupeeren. niet waar?'
„Heel graag", zei Daan.
Rosalinde keek naar Veronica Teal met
rooie belangstelling, want zij had allerlei
eschrijvingen en verhalen van haar gehoord
/ij wist, dat Veronica op gemeubileerde ka
mers in Penryn woonde, en dat zij niet meer
aan de academie studeerde, maar zelf een
atelier had. Men zei van haar, dat zij knap
maar lui ,en eerzuchtig was, maar met in
staat tot geregelde inspanning. Eén van
haar leermeesters had van haar gezegd, dat
zij meer verlangend was, indruk op hem te
maken met wat zij wist dan te leeren, wat hij
haar koh onderwijzen. Maar hij was een be
jaard, ongevoelig, getrouwd man, een manne
lijk wezen, dat niet voor haar bekoorlijkheden
bezweken was. In den regel bezweken man
nen en vrouwen, maar herstelden zich na een
poos weer. Zij had altijd een kleinen stoet
van nieuwe aanbidders en daarachter een me
nigte van teleurgestelden. Zij vond zich zelf
ernstig en geloofde, dat ze goed leefde, met
haai" geest vervuld van hooge dingen en haar
hersenen ijverig bezig. Zij had groote, ge
voelige, donkere oogen, een lichaam, dat zon
der beenderen scheen, zóó kon het zich kron
kelen en een bleeke huid, die een van haar be
wonderaars in een sonnet vergeleken had met
de kelk van een magnolia. Zij sprak met een
gelijkmatige, fluitachtige stem, zij danste
goed en zij was nooit gelukkig, dan wanneer
zij onderhield of onderhouden werd.
(Wordt vervolgd)
IN?
II