DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
DE OORLOG}.
DMutle ras LeTensmLddelen.
Gemeenteraad.
Ouderdomsrente.
Honderd en twintigste Jaargang.
1918.
ZATERDAG
5 JANUARI.
No 4 0,1 Rttmmer b0*tast 2 !jSaö®n'
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs bij vooruitbetaling
per 8 maanden voor Alkmaar f L65, franco door het ge-
heele Rijk f 1.90.
Afzonderl^'ke m bewijsnummers 5 Cents.
Per regel f 0.15. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N.Y. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Yoordam C 9.
Belast .rich met het Bijwerken van Administration.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone Advertentiën
Tot een formeel afbreken van de vredeson
derhandelingen tusschen de middenstaten en
Rusland is het nog wel niet gekomen,
maar.er is een kink in den kabel, waar
door de vredeswagen, die zoo mooi aan het
rollen was, althans voorloopig tot staan is
gebracht.
De Russen hebben zich zooals wij nog
onder de telegrammen in ons blad van gis
teren konden opnemen verzet tegen de op
vatting der centralen wat betreft het zelfbe-
stemmingsrecht der bezette gebieden. De
rijkskanselier heeft in de groote commissie
van den Rijksdag medegedeeld, dat Rusland
bepaald, weigert op die opvatting in te gaan.
Een voorstel van Russischen kant om de
verdere onderhandelingen te voeren te
Stockholm, omdat die plaats als meer neu
traal dan Brest-Litowsk is te beschouwen,
werd door de centrale commissie van den
Rijksdag afgewezen. Als een der bezwaren,
verbonden aan het verplaatsen van het punt
van samenkomst, heeft de Duitsche rijkskan
selier genoemd, de noodzakelijkheid voor de
onderhandelaars om met de hoofdsteden
hunner landen, Berlijn, Weenen, Sofia, Kon-
stantinopel en St. Petersburg, in directe ver
binding te staan. Deze verbindingen zijn te
Brest-Litowsk aangelegd en werken goed
Bovendien meende de rijkskanselier' dat de
vertegenwoordigers der geallieerden te Stock
holm te gemakkelijk invloed op de Russische
onderhandelaars kunnen uitoefenen.
De rijkskanselier spoorde aan tot kalm af
wachten van de dingen die komen zullen,
steunende op de „machtspositie van de cen
tralen en op hunne oprechte gezindheid en
goed recht" in welken geest ook verschillende
Duitsche bladen spreken. Van de gestelde
voorwaarden tot ontruiming van de bezette
gebieden, geheel bepaald door practische
overwegingen, zei de heer Hertling, kunnen
wij niet afwijken.
Na zijne redê werd de verdere vergade
ring verdaagd, opdat beraadslaagd kon wor
den met de leiders der verschillende partijen.
Wat zal er nu verder gebeuren? Men zal
dienen af te wachten, of de middenmogend-
heden misschien hunne voorwaarden zullen
herzien op het stuk van het zelfbestemmings-
recht en of mogelijk de entente uit den hoek
zal komen.
De wapenstilstand aan het oostfront zal
Jntusschen wel worden verlengd, zoodat de
strijd daar wel niet zal worden hervat, een
strijd waartoe waarschijnlijk het Russfsche
leger niet meer in staat zou zijn, al verklaar
de dan ook een vertegenwoordiger van dat
leger, dat de soldaten bereid zijn nog voor
de revolutie te vechten, indien ze slechts
brood en schoenen krijgen.
De entente, die de bolsjewiki-regeering
niet wil erkennen, schijnt, althans wat Enge
land betreft, bij te draaien. Zijn tegenwoor
dige gezant te St.-Petersburg, de heer Bu
chanan, heeft naar het heet wegens ziekte,
ontslag gevraagd, en nu zal er, hoewel mis
schien geen gezant, dan toch een zaakgelas
tigde, een democraat, worden benoemd,
iemand die meer sympathiseert met de denk
beelden van het revolutionnaire Rusland. De
Russische zaakgelastigde te Londen zal
worden erkend.
Van de fronten valt alleen te melden, dat
de Engelschen ten zuiden van Lens een wei
nig vooruit zijn gekomen.
KORTE BERICHTEN.
Lord Ronddlia, de Engelsche minister van
dé voedselvoorziening, zeide bij een rede te
Londen, dat er binnenkort verplichte rant
soeneering zal worden ingevoerd. De voor
uitzichten voor d'e toekomst achtte hij echter
bevredigend.
In L'Oeuvre betoogt generaal Verraux,
dat Amerika in het voorjaar het opperbevel
over alle legers der Entente op zich zal ne
men, indien' Engeland er thans niet in toe
stemt, dat deze functie aan Fransche handen
wordt toevertrouwd.
Er bestaat in Frankrijk uitvloeisel
van den oorlog een „bond van vaders en
moeders, wier zonen voor het vaderland ge
storven zijn."
Naar Fransche bladen uit San Salva
dor vernemen, zouden bij de aardbeving in
onder Directie van P. NASSETTE.
lLei€s<h«8tr«at IS, Amsterdam. ti Telefoon Centrum 150.
Guatemala 2060 personen om het leven zijn
gekomen
Tsjitsjer in en Perof, de twee Russen,
die op verzoek van Trotzki uit Engelsche in-
terneerlng werden vrijgelaten, zijn naar Rus
land vertrokken.
Een Britsch-Eransche conferentie van
Atlantische scheepvaartlijnen zal te Parijs
haar arbeid beginnen.
De Dj en meldt: Het geschil tusschen
Maxim Gorki en de maximalisten is zoo
scherp geworden, dat de bolsjewiki moeten
besloten hebben Gorki te arresteeren.
De Engelsche gezant te St. Petersburg
Sir Georg Buchanan zal wegens ziekte naar
Londen terugkeeren. De leden der Britsche
oorlogscommissie zijn eveneens vertrokken.
In Noorwegen heerscht groote werke
loosheid. Het ministerie van Justitie aldaar
heeft stappen' ondernomen, om buitenlandsche
arbeiders af te houden van een eventueele reis
naar Noorwegen.
Om de bestrijding der musschenplaag,
tegen den zomer nog méér aan te moedigen,
heeft de boerenbond te Solingen de premie
voor elke ingeleverde musch van 3 op 5 cent
verhoogd.
Reizigers, die uit Haparanda kwamen,
waren voor het eerst van passen voorzien,
die de regeering der republiek Finland had
afgegeven.
AVONDVERGADERING
van Vrijdag 4 Januari
Devoorzitter wenscht even terug te
komen op het maximumaantal leerlingen op
de scholen. Uit het betreffende raadsverslag
blijkt, dat de raad het wenschelijk oordeelde,
het maximum aantal leerlingen voor de la
gere scholen op 36 a 40 te stellen. Een
voorstel van den heer Verkerk, om hef op
36 te stellen, werd' toen verworpen.
B. en W. hadden het vanmiddag dus volko
men juist, toen zij beweerden, dat de raad het
aantal op 36 40 had bepaald.
Met de hoofdelijke behandeling van de be
grooting wordt hierna voortgegaan,
Devoorzitter zegt, dat de leerling
verpleegsters ook een duurtetoeslag zullen
ontvangen, waardoor de desbetreffende post
verhoogd moet worden.
De heer E1 f r i n g zegt zich over het ant
woord van B. en W. in. de memorie van ant
woord ovtr het Ziekenhuis te verbazen. Er
heerscht inzake het opnemen van zieken een
anarchie. Een opname volgens een briefje
van 2 doktoren en den president-regent wordt
teniet gedaan. De heer Thomsen stelde jaren
geleden een enquête voor den bouw van een
ziekenhuis in en dit stuitte op regenten-kwes
ties af. Wij lezen in het verslag, dat voor 13
patiënten opname in de St Elisabethstichting
noodig geoordeeld werd. Dit pleit niet voor
het Ziekenhuis, en wijst op een onvoldoende
inrichting. Bij den minsten wind is het ge
bouw zonder dak. De kleeding van de ver
pleegden is verouderd en wijst op dwang.
Spr. kan zich niet voorstellen, dat B. en W.
zich met een zinledig antwoord van de zaak
willen afmaken en toch maakt het antwoord
in de memorie van antwoord dezen indruk
In alle plaatsen streeft men er naar betere in
richtingen te maken. De bouw van een Zie
kenhuis is in Alkmaar urgent.
Den heer Thomsen is van een door hem
gehouden enquête niets bekend.
De heer L u b b e weet, dat er van zijn ken
nissen dikwijls verpleegd zijn, die niets dan
lof hadden o-ver de verpleging en dat waren
betalenden.
De heer Sluis gelooft, dat de persoonlijke
dingen, die de heer Elfring ondervond, hem
leidde om te overdrijven. Spr. geeft toe, dat
het Ziekenhuis niet aan de eischen des tijds
beantwoordt. Met de inwendige inrichting
kan men concurreeren met de beste plaatsen
des land. Plannen vor uitbreiding zijn in
voorbereiding.
De heer C 1 o e c k had zelf de vraag wel
willen stellen. Reglementair is vastgelegd, dat
men de kleeren van het huis moet aantrekken.
Spr. noemde dit een bepaling uit de oude
doos. Dit moet veranderd. Al was er niets
meer, dan was reglementswijziging al ge
rechtvaardigd.
Mr. Sluis geeft toe, dat de reglementen
niet meer zijn van dezen tijd. Spr. zegt toe,
dat verandering zal worden aangebracht.
Wanneer er vergrooting komt ,dan kan men
misschien ook chronische gevallen verplegen'.
De opmerking van den heer Elfring is in zoo
verre wel goed.
De heer Elfring had niets tegen de ma
nier waarop de menschen in het Ziekenhuis
hun plicht doen. Naar buiten gaat het echter
anders. Van de heeren Ringers en Fortuin
vernam spr. ook wel moeilijkheden. Dat er
lastige patiënten zijn, geeft spr. toe, maar h-iji
heeft het niet over de verpleging, maar over
het gebouw en de verouderde reglementen
gehad.
Mr. Sluis verheugde zich te kunnen con-
stateeren, dat de verpleging goed is. Dat re
genten naar buiten verkeerd optreden betwist
spreker. Meer zal hij in verband met betgeen
vandaag gebeurd is, niet zeggen.
De heer Ringers meent, dat het ge-
wenscht is, dat er een ziekenverpleging naar
klassen komt en dat men niet den geneesheer
behoeft te nemen, aan het Ziekenhuis verbon
den. Dit vereischt vérbetering,
De heer Ringers deelt een geval mede,
waaruit blijkt, dat een vrouwtje van een hofje
niet verpleegd wilde worden, omdat er geen
klasseverpleging is. Spr. meent ook dat het
tegenwoordige Ziekenhuis geen- Ziekenhuis
meer is voor een plaats van 22000 zielen. Er
is zelfs geen behoorlijke zaal waar kinderen
verpleegd worden. De kinderen hooren nu op
de mannenzaal soms taal, diè verkeerd is. Het
afwaaien van de pannen zegt niets.
De heer v. d. Bosch wijst op een gehou
den inspectie waarna het ziekenhuis werd
afgekamt, waarop een goed gedocumenteerd
rapport van regenten kwam. Er is geen spra
ke van, dat het Ziekenhuis is zooals de heer
Elfring 't noemde. Spr. meent, dat de gemeen
te niet voor Xlassevcrpkgwg behoeft te zor
gen.
De heer Westerhof had in de 3de sec
tie gezegd, dat ook bij het Ziekenhuis verou
derd vond. Spr. bevredigt het antwoord van
B. en W. niet, al bevat het een
erkenning van de veroudering,
ging die men zou kunnen houden van een
foed Ziekenhuis, hoorde spreker hier niet.
pr. vindt het gebouw absoluut verouderd.
Over de verpleging hoorde spr. geen belang
rijke klachten. De heer Ringers vestigde te
recht op het gemis aan een kinderzaal de aan
dacht. Voor een stervende is geen andere zaal
en dat is irriteerend voor de verpleegden. Af
gescheiden daarvan is het gebouw in strijd
met elke moderne opvatting van verpleging.
Elke dokter moet dat bevestigen. Reeds vóór
8 jaar besprak men de zaak in den raad en
deden B. en W. de toezegging voor verbeter
de plannen. Nu nóg zijn er plannen, al is de
vorm niet vast. Spr. veronderstelt, dat de re
genten niet met plannen zouden komen als
het niet noodzakelijk was. Dit bewijst de ver
oudering. Met hetgeen de heer Cloeck naar
voren bracht is spr. het eveneens volkomen
eens. Den heer v. d. Bosch vraagt spr. of hij
het R. K. Ziekenhuis als het Stadsziekenhuis
zou wenschen.
De heer d e W i t zegt, dat, toen regenten
verzocht werd met plannen voor een nieuw
Ziekenhuis te komen, deze den heer Leguit op
dracht gaven voor een ontwerp, dat tot groo
te verbetering van het bestaande leidde. En
kele doktoren keurden dat af. Een plan voor
een nieuw Ziékenhuis voor 100 bedden kwam
op 5 k 6 ton. Dat ontwerp is door regenten
en het college besproken en het werd een ver
schrikkelijk bezwaar geoordeeld voor de fi
nanciën ar gemeente. Aan regenten werdi op
nieuw een ontwerp gevraagd voor verbou
wing van het oude en dat zal spoedig met
het andere naar voren komen. Spr, verbaast
zicht er over, dat er opnamen geweigerd
worden door een regent. Dit kan alleen ge
weigerd worden door den dokter van het
Ziekenhuis en de zenuw-inrichting is een van
de zwakke punten van het Stadsziekenhuis,
daarvoor moet wel eens opname geweigera
worden wegens plaatsruimte. Voor besmette
lijke ziekten moesten meermalen patiënten
naar het St. Elisabethgestieht gebracht wor
den, omdat maar één soort verpleegden ver
pleegd kan worden.
De heer U d o meent, dat wel gebleken is,
dat de heer Elfring gelijk had. Spr. resumeert
hetgeen de heeren Ringers, Westerhof en de
Wit mededeelden en meende, dat men niet te
veel zegt als men de inrichting verouderd
noemt, Het Ziekenhuis in zijn tegenwoordi-
gen vorm voldoet niet meer aan redelijke ei
schen. Ook de heer Preijer was dat bij een
bezoek met spreker van meening. Dat er niets
aan te merken is op hetgeen er in het Zieken
huis gebeurt, kan spr. niet onderschrijven, al
heeft spreker niet de verpleegden op het oog.
Spr. wil het hebben over de behandeling van
de verpleegsters en leerling-verpleegsters.
Spr. herinnert aan het adres aan den raad van
„Nosokomos" voor een verpleegstersregle
ment.
Met algemeene stemmen, behalve die van
spr., (de heer Verkerk, die het zou verdedigen,
was afwezig), werd het verworpen.
Tot spreker's spijt moet hij mededeelem, dat
er een geval gebeurd is, waaruit blijkt, dat er
wel degelijk behoefte is aan een reglement,
waaraan de directrice en de verpleegsters ge
bonden zijn. Spr. wijst op het overlijden van
zuster de Lange, die besmettelijke patiënten
langer dan volgens de directrice usance was,
verpleegde. Zij raakte zelve besmet en was
door den zwaren dienst zóó af, dat ze geen
weerstand had en drie dagen later overleed.
Spr. stemt met de lof van de directrice aan
zuster de Lange in Nosokomos gebracht vol
komen in, maar meent dat het geval wijst op
de noodzakelijkheid van een dienstreglement
Spr. zag gaarne dat B. en W. regenten ver
zochten te bevorderen dat een dergelijk re
glement tot stand komt.
De heer Verkerk onderschreef het be
toog van den heer Udo volkomen. Toen spr.
een poging voor een dienstreglement waag
de, wijde men dit niet omdat de verhouding
zoo knus was.
Spr. ging in de sectie met den heer Elfring
mee t
Dat nu alleen accute ziekten worden op
genomen, wijst op de noodzakelijkheid van
verandering. Voor de verpleging van chro
nische patiënten is uitbreiding noodig zégt
mqn, maar dan doet men dit maar. Als een
gemeente van 24.000 inwoners behoefte heeft
aan een ziekenhuis, dan vreest spr. een uit
gave van 600.000 niet. Het kostenbezwaar
houdt men; hoe langer men wacht hoe duur
der het wordt.
Uit den omtrek zal men, wanneer men
een goed stadsziekenhuis bouwt, ook veel ver
pleegden krijgen en dit zal de exploitatie ten
goede komen.
Mr. Sluis onderstreepte de woorden
van den heer Udo, waar deze het overlijden
van zuster de Lange betreurde. Met het ove
rige ging spr. echter niet accoord.
Een regeling van de rechtspositie heeft er
niet mede te maken.
De directrice stemde met haar goede hart
toe dat de zuster, met haar vrijen wil, langer
in de barak bleef. Blijkt daar iets uit, dan
zal het dit zijn, dat men de directrice moet
verbieden haar goede hart te laten werken,
maar dit is niet noodig, zij zal het heusch
in zulk een geval niet meer doen.
De heer v. d. Bosch zegt dat meerma
len chronische gevallen verpleegd worden ir<
het stadsziekenhuis. Spr. oordeelt daarvoor
echter een andere regeling toch wel noodig,
omdat het tegenwoordig reglement dit ver
biedt.
De heer Udo is het met mr. Sluis niet
eens en leest voor hetgeen de directrice
schreef in Nosokomos van 17 Nov.
Spr. beweert dat wanneer er een behoorlijk
reglement bestond, dat het dan niet kon
voorkomen, dat één zuster dag en nacht zich
moest wijden aan de verpleging van de zich
in één barak bevindende patiënten. Overdag
had zij het druk met de ouderen en 's nachts
werd naar rust meermalen onderbroken om
het kind te helpen, waardoor zij verzwakte
en het weerstandsvermogen om een ziekte te
boven te komen verloor.
Bij een behoorlijk reglement kan dat niet
voorkomen. Ook spr. wees er op dat de ver
lenging op verzoek van zuster de Lange ge
schiedde, maar als er een reglement was ge
weest, dan zou die verlenging niet gegeven
zijn. Spreker verwijt de directrice niets,
maar oordeelt het een abuis dat de raad des
tijds het voorstel-Verkerk, door spr. verde
digt, verwierp.
De heer Qovers verzoekt B. en W. zoo
spoedig mogelijk te komen met voorstellen
voor den bouw van een nieuw ziekenhuis.
De heer M e 1 e n b r i n k wil wel de be
paling dat een zuster piet langer dan 8 da
gen mag verplegen in een barak. In het Eli
sabethgestieht wordt daarvan niet afgewe
ken.
Mr. Sluis is het met hetgeen de heer
Melenbrink wil eens, maar niet met den heer
Udo, die een soort arbeidscontract met de
verpleegsters wil. Met de besté regeling
voor de rechtspositie van de verpleegsters
had het geval van zuster de Lange toch
voor kunnen komen. Een reglement als de
heer Meienbrink wil, kan dat wel voorkomen.
De voorzitter oordeelde de zaak vol
doende besproken en gaf in overweging het
stenografisch verslag af te wachten en dit
toe te zenden aan de regenten en dan het ge
sprokene in een gecomineerde vergadering
van 'dep Raad en de regenten te bespreken.
Conform dit voorstel werd besloten.
De voorzitter zegt nog er prijs op te stel
len, dat de begrooting vanavond afgehan
deld wordt.
De voorzitter zegt bij volgnummer
201 geen bezwaar te hebben tegen de door
de in de sectie voorgestelde extra verhooging
van 100.
De heer Sluis hoort graag de motie
van B. en W.hij is er niet tegen, omdat
hij veel voor de man gevoelt, die hier de toon
aangeeft.
De voorzitter zegt, dat daarom
juist B. en W. geen dissonant willen laten
hooren.
B. en W. hebben de levensomstandigheden
van den kapelmeester gehoord en gingen
Gedurende de week van 6 tot en met 12
Januari 1918 zal verkrijgbaar worden ge
steld op
Bon No. 24 75 gram1 Bak- en Braadvet.
Bon No. 25 250 gram peulvruchten.
Bon No. 26 50 gram rijst.
Bon No. 27 100 gram gort.
Bon No. 28 50 gram zeep.
Bon No. 29 1 K.G. aardappelen.
Bon No. 30 1 K.G. aardappelen.
Bon No. 32 1 K.G. aardappelen.
Bon No. 31 1 K.G. aardappelen.
MELK.
Voor goedkoope melk zijn geldig Bon No.
13 C tot en met 19 C).
Alkmaar, 5 Januari 1918.
Aan de navolgende personen van 70 jaren
en ouder, zal, in de daarbij vermelde geval
len, alsnog eene uitkeering van ten hoogste
twee gulden per week kunnen worden toege
kend
lo. degenen, die buiten hunne schuld eene te
late aanvrage voor de ouderdomsrente
hebben gedaan;
2o. degenen, die eene aanvrage om ouder
domsrente hebben achterwege gelaten,
omdat buiten hunne schuld geen tijdige
aanvrage was gedaan
3o. degenen, die buiten hunne schuld hebben
nagelaten tegen de beslissing van het be
stuur der Rijksverzekeringsbank, waarbij
hunne aanvrage om ouderdomsrente
werd afgewezen, of tegen de uitspraak
van der; Raad van Beroep, waarbij de af
wijzende beschikking van voornoemd
Bestuur werd bevestigd, In beroep te
gaan;
4o. degenen, die buiten hunne schuld in huur
ne eerste aanvragé om ouderdomsrente
niet hebben vermeld alle gronden, waar
op de aanvrage zou kunnen steunen en
daarna een tweede, verbeterde, aanvrage
indienden, waarop niet-ontvankelijk-ver-
klaring volgde.
De personen, die meen en aanspraak te kun
nen maken op de vorenbedoelde uitkeering,
behooren zich bij ongezegeld adres, onder op
gave van de gronden hunner aanspraak, te
wenden tot den Minister van Waterstaat,
waarin zal behooren' te worden vermeld alle
arbeid, op grond waarvan aanspraken wor
den gemaakt en al wat zou kunnen dienen om
aannemelijk te maken, dat het element buiten
eigen schuld aanwezig is.
Deze adressen behooren zonder bemidde
ling van tusschenpersonen, dus rechtstreeks,
aan genoemden Minister te worden gezonden.
„met een hoofdlet-
daarom met het sectie-voorstel mede.
De heer Sluis gaat hiermede accoord,
waarna conform wórdt besloten.
De heer v. d. Bosch bepleit nog ver
hooging van het salaris van den directeur
van de sted. muziekschool, wiens salaris na
1910 niet herzien is, In 1915 herzag men
wel de salarissen van alle andere ambtena
ren doch vergat men den heer Maas.
Een verhooging van 100 oordeelde spr.
in 1915 reeds op zijn plaats. Wat in 1915
voldoende zou zijn is het in 1917 niet meer,
waarbij komt, dat het salaris alszoodanig
reeds te laag is, temeer waar de directeur
bovendien moet zorgen voor het leslokaal en
de verlichting en verwarming daarvan.
Spr. meent dat het salaris 900 moet
worden.
Spr. betoogt breedvoerig dat de heer Kop-
penschaar, de heer Stap, de heer de Lange
en mijnheer ik
Algemeen gelach.
De heer Verkerk
ter."
De heer v. d. Bosch verzocht deze slip
of the month niet in het stenografisch ver
slag op te nemen, doch de heer Udo pro
testeerde onder algemeen gelach tegen ver-
valsching van het stenografisch verslag,
waarop de heer v. d. Bosch wijselijk
maar doorging met te betoogen dat de com
missieleden allen de verhooging noodig oor
deelden.
De voorzitter heeft er geen bezwaar
tegen, maar leest in een schrijven van de
commissie, dat men in verband met de werk
zaamheden een maximum van 700 vol
doende achtte. B. en W. gaan nu tot 800.
Men moet dus hun positie begrijpen.
Spr. heeft evenwel geen bezwaar om te
gaan tot 900 en stelt voor daartoe te be
sluiten.
De voorzitter en den heer v. d. Bosch
geraakten nog in een persoonlijke discussie,
omdat de heer v. d. Bosch interrumpeerde
dat de verhooging geen aalmoes moest zijn.
De voorzitter ontkende dat dit uit
zijn woorden kon worden opgemaakt, doch
beweerde, dat het waarheid was, dat den
f
COURANT
Itlitll ilraislmis- M EOOtlÜ-tatlll
I