DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Uitreiking ran fflelk-Banbeekies. Terug van India naar Holland. No. 28 Honderd en twinstigste Jaargang Centrale Keuken. In Vroeger Dagen. Donkere Uren. 1918 Ibmraentsprll! bil vooriltbBtallng p. 3 maanden 11.65, Ir. p. post MO. Bewijsnommers 5 ct. Idwteatlejrlle 15 ct. p. regel, grootere lotters naar plaatsruimte. Br fr. N.V. Boek- es Bandeltdrnkkerli Herns. Coster J U„ Vnordam C 9. Iel. 3. ZATERDAG 2 FEBRUARI. SPIJSLIJST. FEUILLETON. „Oorlogstuintjes." WOENSDAG 6 Ferubari, Erwtensoep. DONDERDAG 7 Februari: Aardappelen met Spruitkool. VRIJDAG 8 Februari; Aardappelen met Zuurkool. ZATERDAG 9 Februari: Aardappelen met Savoyekool. MAANDAG 11 Februari: Groentensoep met Vleesch. DINSDAG 12 Januari: Aardappelen met Roode kool. Voor bovenstaande spijzen moeten telkens bij het inkoopen der spijsbons de volgende distributiebons worden ingeleverd: Voor Erwtensoep, bon 62. Voor de vier Aardappelgerechten de bons 66 en 67 telkens één bon voor twee porties; desverlangd kan ook 68 worden ingewisseld waarop vier porties kunnen worden inge kocht. Voor Groentensoep behoeft geen bon te worden afgegeven. De spijsbons moeten steeds, met uitscha keling van den Zondag, twee dagen te voren worden ingekocht. De lokalen zijn geopend dagelijks, behalve des Zondags, van half twaalf tot half één uur. De Administrateur, A. OSKAM. Tot in ontvangstname van MELKBON BOEKJES voor kinderen beneden den leeftijd van 6 jaar en Ivoor zieken en zwakken, wor den houders van legitimatiekaarten verzocht, zich DINSDAG 5 en WOENSDAG 6 FEBR. a.s. telkens des namiddags van 2 tot balf vijf uur te vervoegen aan een' der onderstaande scholen en wei: houders van legitimatienummers 1—500 DINSDAG, 501—1000 WOENS DAG, aan de Keetkolk, hoofd der school de heer G. Hellinga. 1001—1500 DINSDAG, 1501—2000 WOENSDAG, aan de Brillensteeg, hoofd der school de heer F. J. Aukes. 2001—2500 DINSDAG, 2501—3000 WOENSDAG, aan de Nieuwesloot, hoofd der school de heer J. Zwarteveen. 3001—3500 DINSDAG, 3501—4000 WOENSDAG, aan de Nieuwesloot, hoofd der school de heer A. Wijn. 4001-4500 DINSDAG, 4501—5000 WOENSDAG, aan de Snaarmanslaan, hoofd der school de heer J. Eits. 5001—5500 DINSDAG, 5501 en daar boven WOENSDAG, aan den Koningsweg, hoofd der school de heer G. Schipper. Zij, die voor de melkbonboekjes voor zieken en zwakken en kinderen beneden den leeftijd van 6 jaar in aanmerking komen, doch den vollen prijs voor deze melk wenschen te beta len. kunnen bonboekjes bekomen, waarop ver meld' staat „volle prijs betaald", en worden zij verzocht bij de afhaling aan de scholen zulks kenbaar te maken. De melkbonboekjes, waarop geen hoeveel heid slaat vermeld, zijn geldig voor 1 Liter. Aikmaar, 31 Januari 1918. Los Angelos de stad van Zuid-Califor- nia, van den eeuwigen zonneschijn het Amerikaansche Nice in de „world-femous" Waar kei fHgwkwfc rrm M«t AHrad tfc&wtok. 87) „Zij beginnen te dansen," rei zij tot Si mon Hij stond op. Veronica ging op den1 rand van het open raam zitten.. „Het is hier veel prettiger. Ga niiet naar beneden, mijnheer Cloudesby," zei zij. „Ik ben gastheer. Ik moet," zei hij. „Dan kom ik ook en wi'l met u dansen," zei zij. Anna Cloudesby kwam wat verder de ka mer in. Het maanlicht scheen op haar als in de openbaring, op den Statigen vrede van heur haar en de juweelen daarin. „Ik wil met je spreken, Simon," zei zij1: en toen wendde zij "zich tot Veronica. „Mijn neef vraagt naar u," zei zij. „Hij hoopt dat u met hem zal dansen." Een oogenblik balanceerde Veronica ge vaarlijk op den vensterrand'. Zij keek naar Si mon voor een teeken, maar hij maakte er geen. Hij stond nu onbeweeglijk met zijn rug naar het raam en wachtte, dat zij heenging. Daarom kwam zij er af en in de kamer. „Ik ben ontslagen, n'iet waar?" zei zij tot hem. Zij had nog geen notitie genomen van de tegenwoordigheid van zijn vrouw, behal ve door haar siddering van toorn, toen Anna kwam. „Ik wensch je geluk," zei Simon onver schillig, maar zij begreep hem; en toen' zij met een verwijtenden blik tot hem opkeek, zag zij toevallig haar eigen gezicht, meelach tig wit, met roode lippen en groene schadu- Bioscoop-stadWe hadden er wonderen van gehoord en gingen den volgenden' dag vol verwachting op ezploratie! En Los Ange los is een wonaenschoone subtropenstad, weelderig van aanleg, met ongekend rijk be doelde parken en villa's en fonteinenbe doeld schrijf ik, zonder te willen zeggen, dat 't resultaat niet overeenkomstig de bedoeling zal zijn maar bij al 't mooie, het grootsche dat we er zien, trof mij toch telkens iets, dat den indruk wegnam: het is alles nog te nieuw het is alles (nog) te veel „nieuwe wereld" Wel de stad zelf, 't oudere deel, is als elke Amerikaansche stad, druk, veel auto's, hoo- ge huizen, veel licht 's avonds, veel reclame, vaak schreeuwend en leelijk, maar altijd pak ken, den heelen dag door; maar in de nieuwe luxe woonstad is nog veel on-afs, met een schitterende parkaanleg ploseling overgaand i neen dorre, bruingebrande en schaduwlooze vlakte; een mooi vergezicht van een heuvel op de stad wordt vergald door de mieserige kleinheid der halfverzengde boompjes om je heen van 't pas aangelegde park. En toch wat een prachtige gedeelten welk een belofte voor de toekomstWel werd alles soms doortrild van wel wat te intensen hitfëgloed, die 't asfalt zacht maakte om 10 uur 's morgens en ons bezoek aan de Bios- coopstad „Universal City" ook al weer tot een dubieus genoegen maakte; maar toch vooral 's avonds, toen ik met een New-York- schen kennis en z'n vrouw, pas uit Petrograd gevlucht, vanwege de revolutie, 's avonds onder een' „cool drink" zit na te genieten van 't geziene en al de indruken nog eens op doemden, terwijl allerliefste Califomische meisjes langs je schuifelden en „fox-trotten" in zuidelijk-kleurige costuumpjes toen was de totaal indruk van Los Angelos toch wel iets bijzonders Vooral „Universal-City" is de moeite waard: een half uurtje per auto buiten Los Angelos, gelegen in eene natuur, die alles op levert bosch en „rimboe" en riviertjes en heuvels, en een immer blauwen hemel; en wat de natuur niet oplevert, is er door den Yankee-btoscopist bijgemaakt: com-boys, en een dierentuin met voorals veel tijgers en leeuwen en een Broadway in New-York, en middeleeuwsche ka&teelen (of althans de voor gevel er vanen wel, alles wat in 't leven den men&ch in de meest verschillende tijdperken en leeftijden kan boeien en belang inboezemenEn daarbij eene aparte stad, waar de artisten op zéker een 50 tot 100tal tooneelen hun drama's in den feilen Califor- nischen zonneschijn spelen met groen ge verfde. oogen en oranje-gelaat; want deze kleuren geven het bekende, den Amerikanen zoo dierbare en doorschijnende teint hunner heldinnen met de interressante oogen, die zoo goed passen bij de resolute gebaren der alles aandurvende heldiriüen in hunne kinderlijk- naive bioscoopromansIk zag daar ook eenige beroemdeheden, die met eenige hon derden dollars per dag worden' betaald, op beroemd nonchalante wijze naast 't tooneel wachten in alle denkbare costuums, van Apostalus Christi tot wreed-ridderlijken com- boy; om de daarna op het gladde todnel hun 'scène te spelen aan 't Goddelijk Avondmaal of met 't onschuldig-belaagde 4-jarige meisje in de armen, gered uit gewetenlooze moorde naarshanden En nog wat later zag ik ze weer in 't artis- tencafé vrij verveeld en vervelend' (maar dit kwam vermoedelijk van de hitte) heel veel „juleps" en „puffs" en andere verlokkelijk- koele „concoctions" de Amerikaansche dran ken-techniek slobberend 't Viel me toen wel op hoe groot de overeenstemming van deze bioscoophelden is met die eener 2e wen, onrustig en toornig. Het was leelijk. Zij zag het in al zijn leelijkheid weerkaatst naast dat van Anna, en met een rilling van afkeer stak zij haar nanden op, als om net /af te weren en snelde de kaïner uit. Toen zij weg was, slaakte Simon een zucht van dankbaar heid en ging in den gemakkelijken stoel bij 't raam zitten. „Voor ditmaal ben ik het met de Tuft's eens," zei hij. „De toestand is onmogelijk, en wij moeten er een eind aan maken'. Ik wil geen dag langer om Rosalinde wachten. Of jij komt hier, Anna, óf je moet plaats voor mij maken in je huis." nik doe geen van beide, domme Simon," zei zijn vrouw. „Wat dan?" vroeg Simon. „We moeten iets vaststellen omtrent Rosa linde en dan zullen we weggaansamen". „Vanavond? In mijn auto?" „Neen. Niet vanavond." „Morgen dan?" „Neen. Morgen niet". „Ik wil niet langer dan morgen wachten." Haar handen lagen in de zijne en zij zag in zijn oogen, hoorde zijn stem, dat zij de grenzen van zijn geduld1 bereikt had. „Als Rosalinde met ons wil komen mompelde zij. „Ik wil haar niet mee hebben. Ik wil al leen jou." „Simon 1" „Zij heeft je vijftien jaar voor zichzelf ge had. We zullen samen voor een paar weken weggaan. Je hebt gelijk, Anna. Je hebt altijd gelijk. Het is beter dan hier te blijven. We zullen gaanwaar zullen we heen gaan? Ik houd van een Iitaliaanschen zomer op hooggelegen plaatsen Ik weet er een „Ik denk, dat ik de Tuft's zal moeten vra- om Rosalinde bij hen te nemen," zei lachend. „Maar zij houdt niet van hen." hands „Schmiere" bij ons er wordt zeer weoinig aandacht aan de costumes, zelfs van de duurst-betaalde „krachten" besteed; als 't verhaal en de handeling maar sensationeel- schokkend zijn en de gezichten het geliefde Amerikaansch-hoekige en breedkakige type hebben, dan marcheert alles welNeen dan verstaan de Noorsche ook onze Hol- landsehe) filmfabrieken beter de kunst op 't gebied van detail-uitwerking en verzorging der interieursI Eu toch als veel in Amerika, het is bij z'n onvolkomenheid, toch zoo grootscheepsch van opzet en uitvoering, dat je met bewonde ring de massa-productie, de massale energie daarvoor verzameld, aanschouwt. Nergens zie je krenterigheid, alles wordt met frisschen durf aangepakt zooals de Amerikaan ook z'n deel in den1 wereldstrijd met frissche ener gie heeft aangepakt en denkt te volvoeren. V. L. AAN. DE HUURDERS. Aan' de 'huurders van de tuintjes op het voorterrein zij medegedeeld dat zij de ver schuldigde huur gelieven te voldoen op 7 of 8 Febr. a.s. tusschen 12 en 3 uur 's namid dags op het kantoor aan de Breedstraat. De commissie doet haar best, de beschikking over een hoeveelheid kunstmest te krijgen, tot dus ver marcheert dat nog niet hard. De volgende week hoop ik daarover meer te kunnen mede- deelen. Het aantal aanvragen is trouwens niet groot. Het achterterrein is nog niet geheel in or de. Datum, waarop de tuintjes kunnen wor den aanvaard en de verschuldigde huur moet worden voldaan, zal nader bekend worden ge maakt. Door een enkele is mij de vraag gedaan, of het niet beter zou zijn' in plaats van de gro vere groenten, zooals aardappelen, kool, kool rapen, bruine boonen enz., meer fijnere pro ducten1 te gaan verbouwen, zooals sla, bloem kool, postelein, spinazie, radijs enz. Tot dus ver heeft men deze grovere producten met me dewerking van de regeering tegen niet al te hooge prijzen nog al aardig kunnen krijgen, terwijl, het er in den zomer nog al eens om spant, tegen matigen prijs een maaltje groen te machtig te worden. Natuurlijk is ieder vrij, en de keuze van de manier, waarop hij zijn tuintje wil bebouwen, doch ik raad hen, die niet meer dan gewoon met het tuinbouwvak op de hoogte zijn, ten sterkste af, zich te ver op het pad van den beroepskweeker te be geven. Voor het kweeken van groenten is niet al leen veel vakkennis noodig, doch men is ook verplicht, dagelijks de noodige zorg aan zijn gewassen te besteden. Om veel van zijn grond te halep, moet men de gewassen weten te combineeren, d.w.z. men moet ze zoo uitkee- ren, dat op hetzelfde grondstuk 2, 3 of 4 ge wassen in opvolging kunnen worden ge teeld. Dat leert men niet in een vloek en een zucht. Een bekende combinatie is de volgen de. Men plant sla-rijen op 35 c.M. afstand. Tusschen elke 2 slarijen wordt één opengela ten. Op deze 70 c.M. breede baan plant men bloemkool op 70 c.M. afstand op de rij. Tus schen de beide slarijen worden later stoksnij- of slaboonen geplant. Deze rijen komen dus ongeveer 1 M. van elkaar. Tusschen deze boonenrijen kunnen, nadat de bloemkool ge oogst is, 2 rijen andijvie komen te staan. Men haalt dus 4 verschillende producten van een zelfde grondstuk. Het veld moet liefst zoo be plant worden, dat de boonenrijen van zuid naar noord loopen. De sla en de bloemkool kunnen bij eenigszins gunstige omstandighe- „Dat verbaast me niet," zei Simon, en na een oogenblik aan het raam en een langen blik op de verlichte zee en lucht gingen zij samen naar beneden naar hun gasten. Zij hadden niet over Veronica gesproken, hoewel zij veel aan haar dachten. Toen zij de danszal bereikten, was een one- step in vollen gang. De Tuft's en Amy Pring- lè waren verdwenen, maar Tony was niet met hen medegegaan. Hij maakte gekheid met een van Simon's /dellen, een jonge vrouw met de hoilding van een Juno, die de Japansche kimono, die zij aan tafel droeg, afgedaan had en nu in een vuurrood badcostuum danste. Daan en Rosalinde dansten ook. Veronica Teal was niet in de kamer. „Dans met mij I" zei Simon tot zijn vrouw, en ofschoon geen van beiden te voren ooit een one-step gedaan hadden, dansten zij, een oogenblik later met de overigen, met den Blinden Bedelaar, de Roodhuiden, het meisje uit Crantord, het model in haar badpak, den voorhistorischen man en vrouw, Lord Dun dreary, zijn Incroyable vrouw, allen behalve het Futuristische kind, dat. nergens te zien was. Juist voordat de piano ophield, versche nen de Tuffs en Amy Pr ingle in hun auto mantels in de deur. Anna zag hen, terwijl zij met haar echtgenoot danste. „Zij willen afscheid nemen", zei zij, en ging naar hen toe; maar dit scheen niet het doel van hun komst te zijn. „Wil je mijn zoon verzoeken, die vuurroo- de vrouw te laten staan en mee naar huis te komen?" zei Lady Tuft op haar strengsten toon tot Simon, zoodra hij in het gehoor kwam. Terzelfder tijd keek zij Anna met zus terlijke afkeuring aan, want volgens haar was Anna oud genoeg om beter te weten. Op veertig jaar past hét niet voor een vrouw er zoo blozend en gelukkig als een meisje uit te zien, nagemaakte juweelen in prachtig den, reeds half Maart worden uitgezet. Dat lijkt zoo nog al gemakkelijk. Doch nu komen de moeilijkheden. In de eerste plaats moet men voor deze teelt beschikken over overwin terde sla- en bloemkoolplanten. Deze zijn reeds Sept.-Oct. van het vorige jaar gezaaid en vorstvrij onder glas overwintert. Deze lanten zal men dus moeten koopen. Nu is et koolzaad zeer duur, we hebben dezen winter veel sneeuw gehad, wat voor de plan ten minder is dan een behoorlijke vorst, en het aantal beschikbare goede planten zal dus wel zeer gering en slechts tegen hoogen prijs te krijgen zijn. Bovendien zal men iok wel niet de beste planten, doch meestal slechts uitschot kunnen krijgen, zoodat teleurstelling niet uit kan blijven. En de sla? Met de eer ste kroppen zal het goed gaan, doch allicht zijn bij eenigszins gunstige omstandigheden op een gegeven oogenblik zooveel klaar, dat men ze onmogelijk tegelijk kan gebruiken en een groot gedeelte gaat doorschieten. Hetzelf de geldt voor spinazie. Per M2. is men onge veer 4 lood zaad noodig, zoodat men met een pond 12 M2- kan bezaaien. Als 't maar eenigszins kan wordt het eer ste maaltje gesneden, een week daarna het tweede, doch nu moet de volgende week hef heele bed worden gesneden, of de oogst is verloren Wie inmaakflesschen heeft, behoeft niet verlegen te staan, hij gaat stereliseeren en kan zoodoende den voigenden winter nog spinazie eten. Doch met de tegenwoordige gasrantsoeneering en de hooge gasprijzen valt aan stereliseeren niet te denken. Óp de spinazie kan nog best een wortel- of peulge was volgen, hoewel slaboonen op spinazie- gronden niet zoo heel best groeien. Zoo zijn er heel wat combinaties te be denken, waardoor men in staat is, op een stukje van ongeveer 2 Are zijn eigen groen ten te telen. Doch daarvoor heeft men heelwat verschillende soorten van zaad noodig. In normale omstandigheden is dat niet zoo erg," doch de zaadprijzen zijn dit voorjaar zoo hoog, was men, zelfs bij aanschaffing van 'n minieme hoeveelheid van elke soort, nog voor een aardig bedrag noodig heeft. Boven dien eischt zoo'n intensief gebruik van den grond een zeer groote bemesting. Wie veel uit den grond wil halen, moet er veel inbrengen. Men zal dus het beste doen, het aantal gewas sen zooveel mogelijk te beperken, er is dan nog verscheidenheid genoeg. Men bepale zich voornamelijk tot die gewassen, waaraan men ook den volgenden winter iets heeft In aan merking komen, vroege aardappelen, met als nagewas koolsoorten, koolrapen of andijvie, late aardappelen, stamsla- en bruine boonen, enkele regels tuinboonen, een hoekje winter wortels. Wil men goed werken, dan make men vooraf een plannetje op, waarnaar men te werk wil gaan. In een volgend artikel wil" ik aangeven, hoe veel zaaizaad men voor deze zaken noodig hee" i>. 1 'oveelheid benoodigde pootaardappel» zal uu zelf wel kunnen vinden uit de ge- gevei.in een vorig artikel. Uit het Engelsch door C. RANDOLPH LICHFIELD. Nadruk verboden. tien vaag gevoel van onbehagelijkheid over viel hem, toen hij bij zijn rit naar huis in de duisternis geen licht iA zijn woning ontdek te. Hij reed haastjg door;"bij zijn huis bond hij ijlings het paard aan een boom vast en rende naar binnen. „Olivel" gilde hij in de donkerte, op ant- haar te dragen en die moderne dansen te doen die onze Lady Tufts evenzeer ergerden als de wals haar overgrootmoeders ergerde. „Heb je je auto besteld?" vrqeg Anna, zij stond even bij haar bloedverwanten, terwijl Simon Tony opzocht en hem moeder a bo< schap in kalmer woorden overbracht., „Wie is dat?" zei Amy Pringle, haar oogen in verbazing gevestigd houdend op een ge stalte, die nu langzaam een trap afkwam, welke gemeenschap had met een vleugel van de logeerkamers in het hotel. Een'oogenblik was mevrouw Cloudesby in de war. Wie was dit lange, stille, nederig uitziende meisje dat de kamer binnenkwam, schijnbaar onbewust van tien indruk, dien zij maakte? Zij had een zwarte avondjapon aan, gewild eenvoudig, maar toch mooi. Haar donker haar was eenvoudig opgemaakt zonder rekening te houden met de mode, maar de zachte golving er van stond haaar goed. Men kon niet denken dat een poeder kwast ooit haar bleeke huid hada aangeraakt, of dat eenige kleur ooit het rood van haar lippen verhoogd had. Zij had een reusachti- gen, gelen waaier, en toen zij dien opende, schenen haar neergeslagen oogen niemand in de kamer te zien. „Het is juffrouw Teal," zei Amy Pringle. „Ja", zei mevrouw Cloudesby. „Zij, moet knap zijn," zei Lady Tuft. Tonv. twee dansen beloofd." „Knap!" riep Tony, „öf ze, en tij heeft mij „We kunnen hier niet langer wachten", zei Sir Lucius. „Daar heeft u gelijk aan!" zei Tony. „Ik zal naar huis loopen." „Je zult er niet kunnen komen", zei zijn va der. „Je hebt toch zeker genoeg gedanst?" zei zijn moeder. „Ik! Wel ik ben pas begonnen", zei Tony, woord wachtend. Hij herhaalde met schorre stem haar naam en zocht naar lucifers. Zijn handen beefden bij het afstrijken en de zwarte donkerte, even verlicht, vulde de woonkamer met spookschaduwen. Housman kreet opnieuw: „Olive 1" hoewel hij geen antwoord meer verwachtte. Hij had de lamp aangestoken en als hij toch bleef roepen, was dit alleen om de melancholieke stilte te verbreken, die hem zei, dat ze was heengegaan. Hij keek om zich heen, eenig naaiwerk lag nog in de vensterbank. De man knikte zacht met het hoofd: hij had begrepen. Zij had bij liet' raam zitten werken in de hvondscheme- r,ng, toen Richmond was komen aanrijden; bij den vallenden schemer hadden ze te za- men gezeten en met zachte stemmen gefluis terd. „Hoe lang wel klaagde hij. „Hoe lang en wanneer gingen ze samen heen Met zijn ellebogen op de tafel keek hij rond, nam hij de kamer. op. Daar zag hiji een handschoen liggen bij den ouden leuning stoel. „Dus daar zat hij", mompelde hij gejaagd, terwijl hij het voorwerp van den grond ritste. „Natuurlijk van Richmond, den eenigen vent, die dit soort mooie handschoenen er op na houdt! Vervloekt!" Hij wachtte totdat hij mij ver genoeg ver wijderd achtte en sloop hierheen als een dief in den nacht. En hoe vaak misschien al, en ik, die niets vermoedde.... Dus weg! en hoe lang? Maar zij was niet voorbereid en zij zal in één enkel oogenblik niet besloten hebben." Eensklaps stond hij op en liep naar het raam. „Lang kunnen ze nog niet weg zijn", mom pelde hij. „Als ik nu maar wist welken weg zij genomen hebben." Hij staarde de donkere vlakte in. Heel ia de verte was iets van licht, dat zijn aandacht trok. „Zouden zij den durf gehad hebben om tot Marintown te gaan Den volgenden morgein gaat er pas een trein, en Emmott of Sher- bum zouden hen kunnen zien en mij nog tij dig ervan op de hoogte brengen. Vooruit, tik ga zelf zien Hij zag het paard in het licht dat naar bui ten viel, liep nog eens de kamer rond, stak den gevonden handschoen, in den zak en haastte zich toen de voordeur uit om snel zijn paard te bestijgen. Het was een stikdonkere nacht; in het Zui den alleen was het licht van het nabijgelegen stadje zichtbaar. Hij onderging sterk de &e- reene stilte van de vlakten in het gevoel van namelooze eenzaamheid. Hij was het, die zijn vrouw nu ook die verlaten ruimten had inge dreven. Hij had haar verwaarloosd! Hoe brandde het hem van binnen in dezen stillen, mysterieuzen nacht. Bij zijn behoefte naar verstrooiing ter ontkoming aan eeni verdriet, had hij 'haar vergeten, en zij, de jonge vrouw werd steeds alleen in een eindelooze verlatenheid achtergelaten, in een woestenij, op mijlen ver van de stad. Alléén, met dat zelfde verdriet, dat hem er uit dreef. Zij klaagde niet, zij onderging en verdroeg in stilte de pijn van 't hart. Terwijl dat leed hen had moeten samenbrengen, had het hen verwijderd. En door zijn egoïsme gedreven naar een ander O, en toch beteekende zij zijn bestaan- Evenals men de zon zoekt, was zij het licht voor hem, de bron die hem tot werken bracht. Zij was zijn zon, die in de moeilijkste uren hem had bestraald, en wat nuwas die zon voor eeuwig ondergegaan Was er geen morgen meer voor hem en voordat iemand hem kon tegenhouden was hij aan Veronica's zijde. HOOFDSTUK XXII. Er werd geklopt aan de atelierdeur, en of schoon ziin dagwerk afgeloopen was, keek Simon Cloudesby wenkbrauwfronsend op op van het palet, dat hij bezig was schoon te maken. Want Anna was juist gekomen en hij wenschte geen derden persoou. Het minst van allen wenschte hij de Tufts, die nu bin nen stapten, zonder te wachten, dat iemand de deur opende. „Wij gingen naar het hotel en hooiden daar, dat je nog in het atelier was," zei Sir Lucius. „Daarom kwamen we binnen," zei Lady Tuft.. „Noemen zij dat ding van het hek naar de deur een weg?" vroeg Sir Lucius. „Ik ril bij de gedachte, hoe het in den winter zijn moet." Anna was opgestaan, om haar bloedver wanten te begroeten en keek nu rond naar stoelen voor hen. Maar het atlier, dat Simon Cloudesby had kunnen huren, was nieuw ge bouwd en ongemeubileerd. Er was niets in dan wat hij voor zijn werk noodig had, de zitplaats voor het model een stoel uit den tijd van Jacobus I, dien hij geschilderd had en een bank uit een naburige boerderij ge leend. De stoel moest ontdaan worden van draperieën, voordat hij Lady Tuft kon aange boden worden. Sir Lucius ging voorzichtig aan het eene eind van de bank zitten en Anna ging terug naar haar hoekje van de zitplaats van het model. De geheele ruimte was slordig en niet heel schoon. Er lagen schildersdoeken en verven en buDdels penseelen. Er waren sintels bij de kachel en allerlei dingen op den grond. Maar er was werk in dat atelier, dat eenige duizenden ponden waard was, en op a

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1918 | | pagina 5