DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. De strijd in en buiten Europa. N©. 61 Honderd en twinstigste Jaargang 1913 FEUILLKTOtt. De gouden sleutel 5 Abonnementsprijs bij ïoornltbetallng p. 3 maanden 11.65, fr. p. post 11.90. Bewtjsnnmmors 5 et. Advertentieprijs 15 et. p. regel grootere letters naar plaatsruimte. Br. fr. N.V, Boek- es Handelsdrnkkerll WOENSDAG Herms. Coster A Zn., Voordam C 9, Tel. I 13IAART. Londen, Parijs en Napels zijn. de laatste dagen de doelwitten van vijandelijke vliegers geweest, en de Geallieerden hebben zich ge haast, represaillemaatregelen te nemen. Zelfs het wonderschoone Venetië is weini ge dagen geleden door een bomaanval ge teisterd. De oorlog heeft de eerbied voor de monu menten van wetenschap en kunst doen ver dwijnen. \De harten zijn verbitterd, de mooie ge dachten zijn-door een dierlijk instinct van moord en vernieling verdrongen. En des te langer deze afschuwelijke volke renmoord aanhoudt, des te dieper daalt het beschavingspeil, des te minder innerlijke strijd zal het den mensch kosten, zijn naaste te dooden, des te gretiger zal hij de brandende fakkel weipen in wat geslachten' van ernstige mannen in lange jaren van denken en arbei den moeizaam hebben opgebouwd. Is niet de kostbare boekerij van Leuven in de vlammen opgegaan, zijn er niet lal van achitectonisehe meesterstukken meedoogenloos vernietigd? De oorlog stompt het gevoel af. Wanneer wij lezen, dat Venetië een doelwit voor bom menwerpers is geworden dan kunnen wij ons haast niet voorstellen, dat ontwikkelde _men- schen tot zulk een misdadige actie konden be sluiten. t Wie herinnert zich niet hoe weinige jaren geleden de Titanic in de golven verdween en de geheele wereld geschokt was door de mede- deeling. dat tal van vrouwen en- kinderen in de golven waren omgekomen. Zouden wij ons toen hebben kunnen voor stellen, dat dit drama zich binnen afzienba- sren tijd zou herhalen en dat het willens en wetens veroorzaakt zou worden door men- schen, die prat gaan op .hun beschaving en ontwikkeling? De oorlog verstikt de edele gevoelens, die in elk ménschenrart een grootere of kleinere piaats innemen. De oorlog is als een bedwelmende drank die de zinnen benevelt en het verstand doet stilstaan. Eerst over vele jaren wellicht, als de slag velden van heden weer met kostelijk graan bedekt zijn, zullen de met ridderorden getooi de „helden" tot bezinning komen. Dan zullen zij in gedachte de oogenblikken weer doorleven, dat zij hoog en veilig in den donkeren nacht hun alles vemietigdende pro jectielen op de woningen van weerlooze bur gers lieten vallen. i En eerst dan wellicht zal hun geweten ont waken en zullen zij zich met ontzetting af vragen waaraan zij het recht ontleenden, mann m, vrouwen/en kinderen, die hen nim mer iets misdeden, op verraderlijke wijze van het leven te beroovén. Uit Napels worden eenige bijzonderheden over den jongsten luchtaanval gemeld. Een luchtschip vloog zoo hoog, dat het on mogelijk militaire, werken tot doelwit kon ne men. Het eenige doel was, verwoestingen aan te richten waar dit maar mogelijk was. Er waren heel wat slachtoffers, die tot de burgerlijke bevolking behooren en er is al leen schade toegebracht aan particuliere wo ningen, aan een gesticht en aan eenige ker ken. Het aantal dooden is 16, het aantal ge wonden 40. Er is geen schade toegebracht aan gebou wen van militair karakter en alle slachtoffers zijn burgers. Is er nog een sterker bewijs noodig van het nuttelooze van dergelijke militaire acties? De I and rand van Koerland besloot in eene vergadering te Mitau den Duitschen Keizer te verzoeken den hertogskroon voor Koerland te aanvaarden, en aan den wensch uiting te geven om door het afsluiten van overeenkomsten betreffende het militaire tal- verkeer-, munt- en gewichtwezen en andere verdragen, Koerland zoo nauw mogelijk bij liet Duitsche rijk aan te sluiter. De Landraad sprak de hoop uit, dat het geheele OoStzee-gebied tot een staatkundige eenheid, in aansluiting bij het Duitsche rijk, zal worden samengevat. Het zal wel niemand verwonderen, dat de Duitsche pers over het algemeen de gezind heid, welke uit dat besluit spreekt, zeer ver heugend noemt In antwoord op 'n vraag, in 't Japansche Huis van Volksvertegenwoordigers gesteld, hóeft Montono (de min. van buitenl. za ken) gezegd, van de geallieerden geen ver zoek te hebben ontvangen om troepen naar Siberië te sturen, maar er wordt nog Van gedachten gewisseld en het zou geen pas geven, zich daarover uit te laten. De leider van de oppositie bepleitte een militair ingrijpen. De eerste-ministeT ant woordde, dgi er nog geen beslissing was ge vallen aangaande het zenden van troepen, maar dat de regee^ing met de meeste zorg te werk gaat. a KORTE BERICHTEN. Te Berlijn zijn langs een omweg uit Moskou berichten ontvangen over de voorbe reiding van een tegertrevolutie in Rusland. Te Weernn heerscht volgens de Neue Freie Presse groot gebrek aan vleesch. en brood. Drie stoomschepen met graan uit Ame rika zijn te Cette voor de Zwitsersche regee ring aangekomen. Van de 80 door Amerika gecharterde Nederlandsetye stoomschepen zijn 3 seh pen van 18,000 ton voor de vaart voor Zwitser land gereserveerd. De Vossische Zeitung verneemt,'dat de Oekraine zich heeft verbonden, rot einde April den middelrijken 6,000,000 centenaar brood- en veevoerkoren, 400,000 centenaar bevroren1 vleesch en 200,000 centenaar ge droogd ooft te leveren. Voor het Engelsche prijsgerecht werd de zaak tegen twee Nederiandsche en zes ZweedscHe schepen in behandeling genomen, wegens het vervoer van kolen' uit bezet Bel gië naar Zweedsdie havens. De socialisten te Nieuw-York deden een beroep op de arbeidende klassen in de Mid- densfaten tot bescherming der Russische re volutie en bevordering v'an den volkerenvrede. Ford gaat een fabriek voor den1 bouw van duikboot-vernielers bij Nieuw-York ves tigen, die 2 Y, millioen gulden zal kosten. De ltaliaansche ministers Orlando en Dissolati kwamen te Parijs aan. Bij het Pruisische huis van afgevaar digden is een wetsontwerp ingediend om den zittingsduur van het huis, d e 11 Juiii af loopt, met één jaar te verlengen. De Zwitsersche correspondent van de „Humanité" beschulcigt de leiders van de oude sociaal-democratische partij in Duitsch- land, dat zij hoogst belangrijke documenten in handen hebben, maar opzettelijk achter houden, waaruit Duitschland's schuld aan het drijven naar den oorlog zou blijken. Veldmaarschalk von Hindenburg heeft een bezoek aan Berlijn gebracht, om aan be sprekingen deel te nemen. Het aantal slachtoffers van den jong sten vliegeraanval op loonden bedraagt in totaal 20 dooden en 40 gewonden. STAGEN-GENERAAL. naar hot f ngeiach door L. O. MOBERLEY. 22) „Ik geloo* niet, dat Ik het zoo noemen zou," antwoordde Hilary vriendelijk -maar wij motten bekend, maken wie wij zijn dit kleme meisje en ik. Wij komen van liet huis op het Kruispunt, liet huis van mijn heer Dunbar Wij logeereu daar allebei, de kleine Baba en ik, en ik' ben haar komen brengen om haar moëder te bezoeken, die5 immers hier ia, mevrouw Gardiner. Is u Miss Driver? Juffrouw Dunbar zei dat ik moest vragen naar Miss Driver." „Ik ben een van de dames Driver," ant woordde de andere met een bitter lachje. „Er zijn er drie. Ik ben de middelste, Miss He lena Driver. Mij Helena noemen was eed aardige ironie. Wou u mevrouw Gardiner bezoeken „Ja, heel graag." Hilary sprak zelfs vrien delijker-dan te voren, het aandoenlijke van deze arme vrouw met de sombere .oogen en het gerimpelde gezicht deed het liefhebbenc hart' van het jonge meisje pijn. „De kleine Babs is het kindje van mevrouw Gardiner en haar vader wou graag dat zij haar moe der nu en dan ging opzoeken." „O ja,dat herinner ik mij." Helena Driver scheen niet anders te kunnen spreken dan op doffen toon. waaruit alle'leven geweken was. „U moest het kind maar even overbrengen naar mevrouw Gardiners kamer. Die kamer heeft hetzelfde uitzicht als deze. Zij heeft er evenveel mee op als u schijnt te hebben." Hilary volgde de spreekster de kamer uit, TWEEDE KAMER. In dé zitting van gisteren was aan die orde de Huuropzeggingswet. De heer Lohman zag in het ontwerp een aantasting van het eigendomsrecht. Het voorstel is niet sociaal in den waren zin. De heer Visser van IJ'zendoorn was het niet eens met den heer Lohman In breuk op het contractrecht was gcftorlOofd, als het algemeen belang het vorderde, zoo- als hier het geval was,. Hij zou het ontwerp gaarne verbeterd zien, door aanneming van .de amendementen der commissie van rappor teurs, tot het doen vervallen van de huur- grens uit de Huurcommissiewet en het op dragen der uitvoering arm de huurcommis- sies. De heer Mende Is meende, dat het ont werp veel te laat kwam. Huiseigenaars heb ben reeds veel te veel misbruik gemaakt van de omstandigheden. In het ontwerp waren veel haken en oogen. Véél zou afhangen van de toepassing. Spr. wilde het ontwerp aanvaarden, zij het zonder veel ambitie. De heer Limburg betoogde, dat het al gemeen belang hooger staat cüan het particu lier belang en dat in het algemeen belang ook het contractrecht aan banden mocht worden gelegd. De heer van Schaick juichte het ont werp toe, dat de huurders wil beschermen tegen terrorisme van verhuurders. Hij was voor'het amendement van de commissie van rapporteurs, om die uitvoering aan de huur- commissies op te dragen. De heer deGeer kon zich met het ont werp vereenigen. Hij had evenwei bezwaar tegen de terugwerkende kracht, waardoor de huurders die zelf hebben opgezegd, omdat zij meenden een ander huis te kunnen betrek ken, kunen worden gedupeerd. De heer Rutgers kon zich ook met het ontwerp vereenigen. Hi1' deelde h^t bezwaar van den heer de Geer niet. De kantonrechter zou met ieders belang moeten rekening hou den. De heer Ruys de Beerenbrouck be- het portaal over met een buiten-gewoon ge drukt gevoel, en öf het huis öf de vrouw des huizes scheen een zelfde drukkende uitwer king te hebben op het kind; zij hield stevig Hilary's hand vast maar babbelen zooals gewoonlijk, neen, daar was'geen sprake van, „Dit is mevrouw Gardiners kamer," zei haar gids, terwijl zij een andere deur op,het portaal uitkomende, opendeed. „Hier is vi site voor u, mevrouw Gardiner: u verwacht te wel dat uw kindje eens komen zou." Dit gezpgd hebbende sloot zij de deur achter Hilary en het kind en ging heen. Vati een stoel bij het raam stond een da me met zwart haar haastig op, Izij liep vlug de kamer door viel op haar knieën naast Babs en sloeg de armen om haar heen. „Mijn lief kindje," zei zc met een meri- •vaardig ademloos hijgende stem, „ik dacht dat ze je nooit brachten en vadertje zei dat je komen zou, mijn kindje." .Een oogenolik trachtte Babs zich los te maken uit de stijvè omhelzing en verbazing verduisterde haar gezichtje. Toen brak er een'glimlach op door, ze légde haar hand jes tegen haar moeders wangen en met haar aardig vrjendelijk stemmetje zei ze zacht jes: „Is dat mijn moesje?" „Dit is je moesje, mijn dierbaar klein we zentje!" zei de vrouw, 'die naast haar ge knield lag levendig, „en moesje is zoo blij je te zien. Arm moesje is niet heel wd! Zij heeft ja wat heeft zij En mevrouw Gar diner wendde zich tot iemand, die Hilary op dat oogenblik pas voor 't eerst opmerkte een pleegzuster met een vroolijk gezicht, die bij een tafeltje zat te werken. „U is wat oververmoeid, da-t is het eenige mevrouw Gardiner", antwoordde de 'pleeg zuster met een stem even opgewekt als haar rezicht; „u had een goeden tijd rust aoo- lig.' riep zich op den heiligen Thomas var Aqui no, om te betoogen, dat er onder buitenge wone omstandigheden tijdelijk van het ge wone recht mocht worden afgeweken. De heer van Hamel betoogde, dat een „Ja, dat was het, rust". Langzaam stond mevrouw Gardiner op uit haar knielende houding &i keerde terug naar den stoel bij het raam. „Het is niet dat ik krankzinnig ben, zuster Rose, 'is 't wel?" En met een droevig smeekenae uitdrukking in de keek zij op naar de vrooüjke pleegzus! die nu naast haar stond. „Zeker niet," zei zuster Rose met nadruk, „uw zenuwen zijn overspannen en zij moe ten weer bijkomen, Wanneer zij door en door zijn uitgerust, zult u weer beekman' beter zijn". „Soms heb ik een gevoel in mijn hoofd of er een stevige band om heen zil en ik denk dat als de Band brak ik werkelijk krankzin nig zou worden," zei mevrouw Gardiner ernstig, met de oogen op Hilary gevestigd. „Maar dan zou het niet breken," zei lie: meisje, die den wenk van zuster Rose be grepen had. „U hoeft heusch niet bang te zijn dat het zou breken." „Er is iets in u dat .mij nieuwen moec geeft," riep mevrouw Gardiner, met de oogen gevestigd op Hilary's gezicht, „u is zoo vol leven, u maakt dat ik mij ook weer levendig voel. Waarom komt u mij mijn ba by brengen? Ik geloof niet dat ik uw naam gehoord heb, is 't wel?" „Neen ik ben hier geheel vreemd." Hi lary kwam 'dichter bij het raam en nam den stoel dien zuster Rost haar toeschoof, ter wijl Babs twee mollige handjes op haar moeders knie legde en tot haar opzag met bruine, onderzoekende oogen. „Ik logeer in hetzelfde huis als. uw kleine meid en ik heb aangeboden haar naar u toe te brengen." „Hoe vriendelijk van u," mompelde me vrouw Gardiner geheel absent. „Ralph be loofde dat ze komen zotf. Ralph is mijn. man weet uhet spijt mij zoo dat hij al die moei te met mij heeft. Arme RalphMaar ik za' noodtoestand het eigendomsrecht beperkte. Hij drong aan op het verleenen van extra bouvvkredieten, en zeide tegen de vervalling van de terugwerkende kracht te zijn. De heer SassevanYsselt aanvaardde de rechtmatigheid van het ontwerp, omdat het hier een zaak van pübliek recht gold. Spr was voor het vérvallen van de terugwer kende kracht en voor de amendementen van de commissie van rapporteurs. De Minister van Binnenland se h e Zaken deelde mede, dat een wetsont werp gereed was, waardoor op ruime wijze in oen woningnood zou worden voorzien. De Minister van Justitie, de heer O r t, bestreed de opvatting van den heer Lohman, dat het ontwerp inbreuk op het ei gendomsrecht zou beteekenen. Toen de tij den normaal waren, waren ook de rechtere- ;elen normaal. Nu de tijden abnormaal zijn, nnen de rechtsregelen niet meer. normaal zijn. Spreker was niet bereid, de terugwer kende kracht terug te nemen en zeide tegen de amendementen van de commissie van rap porteurs geen overwegend bezwaar te heb ben. Spreker liet de beslissing aan de Kamer over. Te 5 uur werd de vergadering geschorst tot 's avonds 8 uur. In de met de Zuiderzee. De heer Teenstra vond het een mooi plan, dat getuigt van energie en onderne mingsgeest. Als leek wil spr. enkele bezwaren naar voren brengen. Voorop stelt hij, dat dit ontwerp niet meer is dan een motie. Er moet nog een tweede wetsontwerp komen en de re geering kan de indiening daarvan uitstellen, terwijl de Kamer het kan afstemmen. Op dit oogenblik kan niemand eraan den- cen met dit werk te beginnen, met het oog op de enorme duurte der materialen en liet ge brek aan werkkrachten. Er is voor dit werk ook geen begrooting en niemand weet hoe de 'oonen en prijzen eerste jaren zullen zijn. Sprekers eerste bezwaar tegen het wetsont werp was de verhooging der waterstanden op de kusten van Friesland en Groningen, waaraan spr. en de heer dé Muralt door in diening van een amendement uiting hebben gegeven. Dat de minister dit bezwaar in de memorie van toelichting totaal begeert, wekt geen vertrouwen. - De dijk zelf krijgt ten hoogte van 5.60 M. boven A. P. en hier en daar nog lager. Spr. acht het niet denkbeeldig, dat deze dijk zal kunnen doorbreken. Het is zelfs mogelijk, dat de doorbraak door moedwil kan geschieden. Ook was spr. sceptisch gestemd over den bodem, die volgens den minister „van de al lereerste en de allerbeste kwaliteit zal zijü. De menschen in het Noorden denken daar anders over. Een verwijzing naar de Haar lemmermeer aanvaardide spr. niet. Absoluut overbodig achtte spr. voorts, dat er 's zomers ^oet water in de slooien zal zijn Spr. rende dat dit voor het weiland een voordeel is. Voor de visschersbevolking zou moeten wor den gezorgd en men zou ten spoedigste moe ten vaststellen, wie voor schadeloosstelling in aanmerking komen. Geruststellend achtte spr., dat alle inge nieurs verzekeren, dat het leggen van den af sluitdijk technisch vrij eenvoudig is, al zal het wel wat duurder uitkomen dan de minister raamt. Ook achtte spr. van belang, dat de landerijen- door dit werk van het overtollige water worden verlost. De heer van For eest verheugde zich erin, dat het hem nog gegeven was tijdens zijn leven, en zelfs tijdens zijn parlementair leven, een zijner grootste idealen in vervul ling te zien komen, dat reeds meer dan een halvë eeuw zijn belangstelling trok. Het in polderen zit den- Nederlander in het bloed' en toen spr. zijn loopbaan begon als burge- méester van een der Zuiderzeeplaatsen, zag hij het doorbreken der Zuiderzeedijken met leede oogen aan. Ook later moest hij vaak in zijn werkkring bij het waterschapswezen zich ergeren aan het onder waterstaan van gansche streken van Noord-Holland. Menig maal verzuchtte spreker: Groote plas, groote plas, 'k wou je leeggemalen was! Met een enkel woord wilde spr. de bezwaren bespre ken, tegen dit werk geopperd. De kwestie der (defensiebelangen liet spr. aan meer bevoeg den ter behandeling «ver. En wat de finan cieel e bezwaren aangaat, zouden wij ons moe ten schamen, als Nederlanders daarvoor uit den weg te gaan. Aan de uitvoerbaarheid van het werk heeft spr. nooit getwijfeld. De bezwaren dór Zuiderzeevisschera telde spr. niet hoog, daar dezen over het algemeen een armoedig en kommervol bestaan leiden. Een geslacht verder zullen zij in een- bloei en welvaart verkeeren, die vroeger ongekend was. Het leggen van den afsluitdijk zal geen of een weinig merkbaren invloed hebben op de verhooging van den waterstand ten Noorden van Friesland. Spr. hoopte, dat dé Kamer de motie-De Muralt niet zal aannemen. Spr. bracht een hartelijk eeresaluut aan al len, die voor dit nationale werk propaganda hebben gemaakt en speciaal aan minister Lely. De heer A1 b a r d a zei, dat uit dé beknopte discussie over dit ontwerp geen 'gebrek aan belangstelling der Kamer viel af te leiden De oplossing zal moeten zijn de aanneming van dat ontwerp. Maar niet ter wille van den- mi nister zal de Kamer d't ontwerp aannemen, maar omdat zij meent, .dat de aanneming van groote economische betekenis is voor ons volk. Voor ongerustheid over den afsluitdijk bestaat geen vrees, mits twijfel aan de veilig heid wordt opgaheven. Daarom zou spr. vóór de motie stemmen. De uitvoering van het plan-Bongaerts zou veel langer duren dan die van 's ministers plan. Daarom dienen we thans over te gaan tot uitvoering van 't kleine plan. Spr. betréurde dat in dit ontwerp verband wordt gelegd tusscben de droogmaking en de beter worden, zegt zuster Rose: ale mijn hoofd' zoo leeg schijnt en als ik dien band voei, dan maak ik mij echter ongerust." „U zult heelemaal beter worden," verbe terde zuster Rose. „U is al vee) beter maar hersenen hebben, rust noodig, even goed als armen en boenen en u had ae uwe te weinig rust gegeven." „Ik geloof dat ze nooit rust kregen," zuchtte mevrouw Gardiner. „Iemands her sens schijnen altijd door te werken, Het is bitter Jammer dat ze niet uit je hoofd geno men kunnen worden en ergens opgeliangei waar hun alle inspanning bespaard werd Spr. wees op de voordeden voor Friesland en Noord-Holland gelegen in de afsluiting der Zuiderzee doordat in de kanalen en- vaar ten zoetwater inplaats van zoutwater zal kun nen worden ingelaten. De opbrengst van het grasland zal daardoor piet 680.000 stijgen en de waarde dier gronden met 15 millioen gulden. Toch wilde de regeering de grond eigenaars niet laten bijdragen in de kosten van het werk. Maar het is niet de bedoeling dat die bijdragen vooraf van de betrokken provinciën worden geëischt, maar dat achter na een deel van de waardevermeerdering dier gronden door den Staat wordt opgevorderd, in den vorm van een Wertzuwachssteuer, dan wei op andere wijze. Spreker diende daarom de volgende motie in: „De Kamér, van oordeel dat het wensche- lijk is dat de regeering alsnog een onderzoek instelle naar de mogelijkheid om van de pro vinciën aan'dé Zuiderzee gelegen- en van de eigenaars van de daarin gelegen gronden aan wie tengevolge van de afsluiting en de droogmaking van de Zuiderzee geldelijke voordeden zullen te beurt vallen, geldelijke bijdragen te vorderen, gaat over tot de orde van den dag." Wat de Uitgifte der gronden betreft, deze zal in studie worden genomen, maar blijkbaar Zij glimlachte om haar eigen dwazen in val en toen Hilary haai glimplach, beant woordde, riep zij weder uit: „U wékt mij op tot nieuw leven I Er is iets in uw gezicht dat mij aan de Lente doet denken. Maar ik heb u zeker meer ge zien?" Die laatste woorden werden zoo bui tengewoon beslist uitgesproken, d'at Hilary er van schrikte, „Ik kan niet denken dat u mij ooit meer gezien hebt," stamelde zij. „Ik ben hier ge heel vreemd het was heëlemaal bij toeval dat ik hier bij de Dunbars gekomen ben en het is niet waarschijnlijk dat wij elkaar in de stad ontmoet hebjben." „Maar ik weet zeker dat ik u gezien heb," antwoordde mevrouw Gardiner met nadruk, zielf voorover buigende om Hilary aan dachtig aan te zien, terwijl zij haar armen vaster om haar dochter heensloeg. „Wat is er toch in uw gezicht dat mij zoo bekend voorkomt? En toch kan ik u nooit meer ge zien hebben," ging zij voort met een plot selinge verandering van toon. „Als ik u ge zien had zou ik uw haar nooit vergeten heb ben." Hilary lachte. „Mijn haar maakt mij vreeseLijk bekend", zei ze. „Als de politie mij ooit moest op sporen zou ik mijn haar zeker eerst moeten verven." „Het is heel mooi," zei mevrouw Gardiner ernstig, „maar het is niet alleen uw haar waardoor ik zeker weet dat ik u meer ge zien heb. Er is ids aan u, uw oogen, uw stem, uw manier van doen, dat mij zoo be kend voorkomt Ik beu op het punt liet mij te herinneren, maar ik kan er nog niet bij.' „Misschien vult het u wel in," zei Hilary sussend, toen zij een ongelukkigen en zoe kenden-blik zag in mevrouw Gardiners oogen, „Bekommer u ei maar niet over. Hel is heel waarschijnlijk dal het u midden in den nacht te binnen schiet of op een andei onverwacht oogenblik, wie het is aan wie ik u herinner." „U komt toch terug," luidde het vlugge antwoord.. „Beloof me dat u terug zult ko men. Ik moet u zien. Ik moet begrijpen waar om ik u half herken. Beloof mij dat u terug zult Komen." Haar stem was scherp en op gewonden geworden,er was meer rusteloos heid in haar oogen en Hilary «antwoordde ■dadelijk: „Natuurlijk kom ik terug. Ik ben bij de Dunbars gelogeerd en mijnheer Dunbar heeft mijn haar noodig voor een van zijn schilderstukken. Ik zal nog eens met Babs bij u komen als ik mag." „Als u mag? Maar u moet komen!" Me- vrou\v Gardiner sprak met zonderlingen aandrang. Ik zal niet rusten voordat ik weet waarom ik zoo zeker ben dat ik u moet ken nen." „Ik zal terug komen," herhaalde Hilary De kalme verzekerdheid van haar stem had een kalmeerenden invloed op de andere vrouw. Wordt verwlgd. V COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1918 | | pagina 1