DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
De strijd in en buiten Europa.
N©. 61
Honderd en twinstigste Jaargang
1913
FEUILLKTOtt.
De gouden sleutel
5
Abonnementsprijs bij ïoornltbetallng p. 3 maanden 11.65, fr. p. post 11.90. Bewtjsnnmmors 5 et. Advertentieprijs 15 et. p. regel grootere letters naar plaatsruimte. Br. fr. N.V, Boek- es Handelsdrnkkerll
WOENSDAG
Herms. Coster A Zn., Voordam C 9, Tel. I
13IAART.
Londen, Parijs en Napels zijn. de laatste
dagen de doelwitten van vijandelijke vliegers
geweest, en de Geallieerden hebben zich ge
haast, represaillemaatregelen te nemen.
Zelfs het wonderschoone Venetië is weini
ge dagen geleden door een bomaanval ge
teisterd.
De oorlog heeft de eerbied voor de monu
menten van wetenschap en kunst doen ver
dwijnen.
\De harten zijn verbitterd, de mooie ge
dachten zijn-door een dierlijk instinct van
moord en vernieling verdrongen.
En des te langer deze afschuwelijke volke
renmoord aanhoudt, des te dieper daalt het
beschavingspeil, des te minder innerlijke strijd
zal het den mensch kosten, zijn naaste te
dooden, des te gretiger zal hij de brandende
fakkel weipen in wat geslachten' van ernstige
mannen in lange jaren van denken en arbei
den moeizaam hebben opgebouwd.
Is niet de kostbare boekerij van Leuven in
de vlammen opgegaan, zijn er niet lal van
achitectonisehe meesterstukken meedoogenloos
vernietigd?
De oorlog stompt het gevoel af. Wanneer
wij lezen, dat Venetië een doelwit voor bom
menwerpers is geworden dan kunnen wij ons
haast niet voorstellen, dat ontwikkelde _men-
schen tot zulk een misdadige actie konden be
sluiten. t
Wie herinnert zich niet hoe weinige jaren
geleden de Titanic in de golven verdween en
de geheele wereld geschokt was door de mede-
deeling. dat tal van vrouwen en- kinderen in
de golven waren omgekomen.
Zouden wij ons toen hebben kunnen voor
stellen, dat dit drama zich binnen afzienba-
sren tijd zou herhalen en dat het willens en
wetens veroorzaakt zou worden door men-
schen, die prat gaan op .hun beschaving en
ontwikkeling?
De oorlog verstikt de edele gevoelens, die
in elk ménschenrart een grootere of kleinere
piaats innemen.
De oorlog is als een bedwelmende drank
die de zinnen benevelt en het verstand doet
stilstaan.
Eerst over vele jaren wellicht, als de slag
velden van heden weer met kostelijk graan
bedekt zijn, zullen de met ridderorden getooi
de „helden" tot bezinning komen.
Dan zullen zij in gedachte de oogenblikken
weer doorleven, dat zij hoog en veilig in den
donkeren nacht hun alles vemietigdende pro
jectielen op de woningen van weerlooze bur
gers lieten vallen.
i En eerst dan wellicht zal hun geweten ont
waken en zullen zij zich met ontzetting af
vragen waaraan zij het recht ontleenden,
mann m, vrouwen/en kinderen, die hen nim
mer iets misdeden, op verraderlijke wijze
van het leven te beroovén.
Uit Napels worden eenige bijzonderheden
over den jongsten luchtaanval gemeld.
Een luchtschip vloog zoo hoog, dat het on
mogelijk militaire, werken tot doelwit kon ne
men. Het eenige doel was, verwoestingen aan
te richten waar dit maar mogelijk was.
Er waren heel wat slachtoffers, die tot de
burgerlijke bevolking behooren en er is al
leen schade toegebracht aan particuliere wo
ningen, aan een gesticht en aan eenige ker
ken. Het aantal dooden is 16, het aantal ge
wonden 40.
Er is geen schade toegebracht aan gebou
wen van militair karakter en alle slachtoffers
zijn burgers.
Is er nog een sterker bewijs noodig van het
nuttelooze van dergelijke militaire acties?
De I and rand van Koerland besloot in
eene vergadering te Mitau den Duitschen
Keizer te verzoeken den hertogskroon voor
Koerland te aanvaarden, en aan den wensch
uiting te geven om door het afsluiten van
overeenkomsten betreffende het militaire tal-
verkeer-, munt- en gewichtwezen en andere
verdragen, Koerland zoo nauw mogelijk bij
liet Duitsche rijk aan te sluiter.
De Landraad sprak de hoop uit, dat het
geheele OoStzee-gebied tot een staatkundige
eenheid, in aansluiting bij het Duitsche rijk,
zal worden samengevat.
Het zal wel niemand verwonderen, dat de
Duitsche pers over het algemeen de gezind
heid, welke uit dat besluit spreekt, zeer ver
heugend noemt
In antwoord op 'n vraag, in 't Japansche
Huis van Volksvertegenwoordigers gesteld,
hóeft Montono (de min. van buitenl. za
ken) gezegd, van de geallieerden geen ver
zoek te hebben ontvangen om troepen naar
Siberië te sturen, maar er wordt nog Van
gedachten gewisseld en het zou geen pas
geven, zich daarover uit te laten.
De leider van de oppositie bepleitte een
militair ingrijpen. De eerste-ministeT ant
woordde, dgi er nog geen beslissing was ge
vallen aangaande het zenden van troepen,
maar dat de regee^ing met de meeste zorg te
werk gaat.
a
KORTE BERICHTEN.
Te Berlijn zijn langs een omweg uit
Moskou berichten ontvangen over de voorbe
reiding van een tegertrevolutie in Rusland.
Te Weernn heerscht volgens de Neue
Freie Presse groot gebrek aan vleesch. en
brood.
Drie stoomschepen met graan uit Ame
rika zijn te Cette voor de Zwitsersche regee
ring aangekomen.
Van de 80 door Amerika gecharterde
Nederlandsetye stoomschepen zijn 3 seh pen
van 18,000 ton voor de vaart voor Zwitser
land gereserveerd.
De Vossische Zeitung verneemt,'dat de
Oekraine zich heeft verbonden, rot einde
April den middelrijken 6,000,000 centenaar
brood- en veevoerkoren, 400,000 centenaar
bevroren1 vleesch en 200,000 centenaar ge
droogd ooft te leveren.
Voor het Engelsche prijsgerecht werd
de zaak tegen twee Nederiandsche en zes
ZweedscHe schepen in behandeling genomen,
wegens het vervoer van kolen' uit bezet Bel
gië naar Zweedsdie havens.
De socialisten te Nieuw-York deden een
beroep op de arbeidende klassen in de Mid-
densfaten tot bescherming der Russische re
volutie en bevordering v'an den volkerenvrede.
Ford gaat een fabriek voor den1 bouw
van duikboot-vernielers bij Nieuw-York ves
tigen, die 2 Y, millioen gulden zal kosten.
De ltaliaansche ministers Orlando en
Dissolati kwamen te Parijs aan.
Bij het Pruisische huis van afgevaar
digden is een wetsontwerp ingediend om den
zittingsduur van het huis, d e 11 Juiii af
loopt, met één jaar te verlengen.
De Zwitsersche correspondent van de
„Humanité" beschulcigt de leiders van de
oude sociaal-democratische partij in Duitsch-
land, dat zij hoogst belangrijke documenten
in handen hebben, maar opzettelijk achter
houden, waaruit Duitschland's schuld aan
het drijven naar den oorlog zou blijken.
Veldmaarschalk von Hindenburg heeft
een bezoek aan Berlijn gebracht, om aan be
sprekingen deel te nemen.
Het aantal slachtoffers van den jong
sten vliegeraanval op loonden bedraagt in
totaal 20 dooden en 40 gewonden.
STAGEN-GENERAAL.
naar hot f ngeiach
door L. O. MOBERLEY.
22)
„Ik geloo* niet, dat Ik het zoo noemen
zou," antwoordde Hilary vriendelijk -maar
wij motten bekend, maken wie wij zijn
dit kleme meisje en ik. Wij komen van liet
huis op het Kruispunt, liet huis van mijn
heer Dunbar Wij logeereu daar allebei, de
kleine Baba en ik, en ik' ben haar komen
brengen om haar moëder te bezoeken, die5
immers hier ia, mevrouw Gardiner. Is u
Miss Driver? Juffrouw Dunbar zei dat ik
moest vragen naar Miss Driver."
„Ik ben een van de dames Driver," ant
woordde de andere met een bitter lachje. „Er
zijn er drie. Ik ben de middelste, Miss He
lena Driver. Mij Helena noemen was eed
aardige ironie. Wou u mevrouw Gardiner
bezoeken
„Ja, heel graag." Hilary sprak zelfs vrien
delijker-dan te voren, het aandoenlijke van
deze arme vrouw met de sombere .oogen en
het gerimpelde gezicht deed het liefhebbenc
hart' van het jonge meisje pijn. „De kleine
Babs is het kindje van mevrouw Gardiner
en haar vader wou graag dat zij haar moe
der nu en dan ging opzoeken."
„O ja,dat herinner ik mij." Helena Driver
scheen niet anders te kunnen spreken dan op
doffen toon. waaruit alle'leven geweken was.
„U moest het kind maar even overbrengen
naar mevrouw Gardiners kamer. Die kamer
heeft hetzelfde uitzicht als deze. Zij heeft er
evenveel mee op als u schijnt te hebben."
Hilary volgde de spreekster de kamer uit,
TWEEDE KAMER.
In dé zitting van gisteren was aan die orde
de Huuropzeggingswet.
De heer Lohman zag in het ontwerp
een aantasting van het eigendomsrecht. Het
voorstel is niet sociaal in den waren zin.
De heer Visser van IJ'zendoorn
was het niet eens met den heer Lohman In
breuk op het contractrecht was gcftorlOofd,
als het algemeen belang het vorderde, zoo-
als hier het geval was,. Hij zou het ontwerp
gaarne verbeterd zien, door aanneming van
.de amendementen der commissie van rappor
teurs, tot het doen vervallen van de huur-
grens uit de Huurcommissiewet en het op
dragen der uitvoering arm de huurcommis-
sies.
De heer Mende Is meende, dat het ont
werp veel te laat kwam. Huiseigenaars heb
ben reeds veel te veel misbruik gemaakt van
de omstandigheden. In het ontwerp waren
veel haken en oogen. Véél zou afhangen van
de toepassing.
Spr. wilde het ontwerp aanvaarden, zij het
zonder veel ambitie.
De heer Limburg betoogde, dat het al
gemeen belang hooger staat cüan het particu
lier belang en dat in het algemeen belang
ook het contractrecht aan banden mocht
worden gelegd.
De heer van Schaick juichte het ont
werp toe, dat de huurders wil beschermen
tegen terrorisme van verhuurders. Hij was
voor'het amendement van de commissie van
rapporteurs, om die uitvoering aan de huur-
commissies op te dragen.
De heer deGeer kon zich met het ont
werp vereenigen. Hij had evenwei bezwaar
tegen de terugwerkende kracht, waardoor de
huurders die zelf hebben opgezegd, omdat
zij meenden een ander huis te kunnen betrek
ken, kunen worden gedupeerd.
De heer Rutgers kon zich ook met het
ontwerp vereenigen. Hi1' deelde h^t bezwaar
van den heer de Geer niet. De kantonrechter
zou met ieders belang moeten rekening hou
den.
De heer Ruys de Beerenbrouck be-
het portaal over met een buiten-gewoon ge
drukt gevoel, en öf het huis öf de vrouw des
huizes scheen een zelfde drukkende uitwer
king te hebben op het kind; zij hield stevig
Hilary's hand vast maar babbelen zooals
gewoonlijk, neen, daar was'geen sprake van,
„Dit is mevrouw Gardiners kamer," zei
haar gids, terwijl zij een andere deur op,het
portaal uitkomende, opendeed. „Hier is vi
site voor u, mevrouw Gardiner: u verwacht
te wel dat uw kindje eens komen zou." Dit
gezpgd hebbende sloot zij de deur achter
Hilary en het kind en ging heen.
Vati een stoel bij het raam stond een da
me met zwart haar haastig op, Izij liep vlug
de kamer door viel op haar knieën naast
Babs en sloeg de armen om haar heen.
„Mijn lief kindje," zei zc met een meri-
•vaardig ademloos hijgende stem, „ik dacht
dat ze je nooit brachten en vadertje zei dat
je komen zou, mijn kindje."
.Een oogenolik trachtte Babs zich los te
maken uit de stijvè omhelzing en verbazing
verduisterde haar gezichtje. Toen brak er
een'glimlach op door, ze légde haar hand
jes tegen haar moeders wangen en met haar
aardig vrjendelijk stemmetje zei ze zacht
jes: „Is dat mijn moesje?"
„Dit is je moesje, mijn dierbaar klein we
zentje!" zei de vrouw, 'die naast haar ge
knield lag levendig, „en moesje is zoo blij
je te zien. Arm moesje is niet heel wd! Zij
heeft ja wat heeft zij En mevrouw Gar
diner wendde zich tot iemand, die Hilary
op dat oogenblik pas voor 't eerst opmerkte
een pleegzuster met een vroolijk gezicht,
die bij een tafeltje zat te werken.
„U is wat oververmoeid, da-t is het eenige
mevrouw Gardiner", antwoordde de 'pleeg
zuster met een stem even opgewekt als haar
rezicht; „u had een goeden tijd rust aoo-
lig.'
riep zich op den heiligen Thomas var Aqui
no, om te betoogen, dat er onder buitenge
wone omstandigheden tijdelijk van het ge
wone recht mocht worden afgeweken.
De heer van Hamel betoogde, dat een
„Ja, dat was het, rust". Langzaam stond
mevrouw Gardiner op uit haar knielende
houding &i keerde terug naar den stoel bij
het raam. „Het is niet dat ik krankzinnig
ben, zuster Rose, 'is 't wel?" En met een
droevig smeekenae uitdrukking in de
keek zij op naar de vrooüjke pleegzus!
die nu naast haar stond.
„Zeker niet," zei zuster Rose met nadruk,
„uw zenuwen zijn overspannen en zij moe
ten weer bijkomen, Wanneer zij door en
door zijn uitgerust, zult u weer beekman'
beter zijn".
„Soms heb ik een gevoel in mijn hoofd of
er een stevige band om heen zil en ik denk
dat als de Band brak ik werkelijk krankzin
nig zou worden," zei mevrouw Gardiner
ernstig, met de oogen op Hilary gevestigd.
„Maar dan zou het niet breken," zei lie:
meisje, die den wenk van zuster Rose be
grepen had. „U hoeft heusch niet bang te
zijn dat het zou breken."
„Er is iets in u dat .mij nieuwen moec
geeft," riep mevrouw Gardiner, met de
oogen gevestigd op Hilary's gezicht, „u is
zoo vol leven, u maakt dat ik mij ook weer
levendig voel. Waarom komt u mij mijn ba
by brengen? Ik geloof niet dat ik uw naam
gehoord heb, is 't wel?"
„Neen ik ben hier geheel vreemd." Hi
lary kwam 'dichter bij het raam en nam den
stoel dien zuster Rost haar toeschoof, ter
wijl Babs twee mollige handjes op haar
moeders knie legde en tot haar opzag met
bruine, onderzoekende oogen. „Ik logeer in
hetzelfde huis als. uw kleine meid en ik heb
aangeboden haar naar u toe te brengen."
„Hoe vriendelijk van u," mompelde me
vrouw Gardiner geheel absent. „Ralph be
loofde dat ze komen zotf. Ralph is mijn. man
weet uhet spijt mij zoo dat hij al die moei
te met mij heeft. Arme RalphMaar ik za'
noodtoestand het eigendomsrecht beperkte.
Hij drong aan op het verleenen van extra
bouvvkredieten, en zeide tegen de vervalling
van de terugwerkende kracht te zijn.
De heer SassevanYsselt aanvaardde
de rechtmatigheid van het ontwerp, omdat
het hier een zaak van pübliek recht gold.
Spr was voor het vérvallen van de terugwer
kende kracht en voor de amendementen van
de commissie van rapporteurs.
De Minister van Binnenland
se h e Zaken deelde mede, dat een wetsont
werp gereed was, waardoor op ruime wijze
in oen woningnood zou worden voorzien.
De Minister van Justitie, de heer
O r t, bestreed de opvatting van den heer
Lohman, dat het ontwerp inbreuk op het ei
gendomsrecht zou beteekenen. Toen de tij
den normaal waren, waren ook de rechtere-
;elen normaal. Nu de tijden abnormaal zijn,
nnen de rechtsregelen niet meer. normaal
zijn. Spreker was niet bereid, de terugwer
kende kracht terug te nemen en zeide tegen
de amendementen van de commissie van rap
porteurs geen overwegend bezwaar te heb
ben. Spreker liet de beslissing aan de Kamer
over.
Te 5 uur werd de vergadering geschorst
tot 's avonds 8 uur.
In de
met de
Zuiderzee.
De heer Teenstra vond het een mooi
plan, dat getuigt van energie en onderne
mingsgeest. Als leek wil spr. enkele bezwaren
naar voren brengen. Voorop stelt hij, dat dit
ontwerp niet meer is dan een motie. Er moet
nog een tweede wetsontwerp komen en de re
geering kan de indiening daarvan uitstellen,
terwijl de Kamer het kan afstemmen.
Op dit oogenblik kan niemand eraan den-
cen met dit werk te beginnen, met het oog op
de enorme duurte der materialen en liet ge
brek aan werkkrachten. Er is voor dit werk
ook geen begrooting en niemand weet hoe de
'oonen en prijzen eerste jaren zullen zijn.
Sprekers eerste bezwaar tegen het wetsont
werp was de verhooging der waterstanden
op de kusten van Friesland en Groningen,
waaraan spr. en de heer dé Muralt door in
diening van een amendement uiting hebben
gegeven. Dat de minister dit bezwaar in de
memorie van toelichting totaal begeert, wekt
geen vertrouwen. -
De dijk zelf krijgt ten hoogte van 5.60 M.
boven A. P. en hier en daar nog lager. Spr.
acht het niet denkbeeldig, dat deze dijk zal
kunnen doorbreken. Het is zelfs mogelijk, dat
de doorbraak door moedwil kan geschieden.
Ook was spr. sceptisch gestemd over den
bodem, die volgens den minister „van de al
lereerste en de allerbeste kwaliteit zal zijü.
De menschen in het Noorden denken daar
anders over. Een verwijzing naar de Haar
lemmermeer aanvaardide spr. niet.
Absoluut overbodig achtte spr. voorts, dat
er 's zomers ^oet water in de slooien zal zijn
Spr. rende dat dit voor het weiland een
voordeel is.
Voor de visschersbevolking zou moeten wor
den gezorgd en men zou ten spoedigste moe
ten vaststellen, wie voor schadeloosstelling
in aanmerking komen.
Geruststellend achtte spr., dat alle inge
nieurs verzekeren, dat het leggen van den af
sluitdijk technisch vrij eenvoudig is, al zal
het wel wat duurder uitkomen dan de minister
raamt. Ook achtte spr. van belang, dat de
landerijen- door dit werk van het overtollige
water worden verlost.
De heer van For eest verheugde zich
erin, dat het hem nog gegeven was tijdens
zijn leven, en zelfs tijdens zijn parlementair
leven, een zijner grootste idealen in vervul
ling te zien komen, dat reeds meer dan een
halvë eeuw zijn belangstelling trok. Het in
polderen zit den- Nederlander in het bloed' en
toen spr. zijn loopbaan begon als burge-
méester van een der Zuiderzeeplaatsen, zag
hij het doorbreken der Zuiderzeedijken met
leede oogen aan. Ook later moest hij vaak in
zijn werkkring bij het waterschapswezen
zich ergeren aan het onder waterstaan van
gansche streken van Noord-Holland. Menig
maal verzuchtte spreker: Groote plas, groote
plas, 'k wou je leeggemalen was! Met een
enkel woord wilde spr. de bezwaren bespre
ken, tegen dit werk geopperd. De kwestie der
(defensiebelangen liet spr. aan meer bevoeg
den ter behandeling «ver. En wat de finan
cieel e bezwaren aangaat, zouden wij ons moe
ten schamen, als Nederlanders daarvoor uit
den weg te gaan.
Aan de uitvoerbaarheid van het werk heeft
spr. nooit getwijfeld.
De bezwaren dór Zuiderzeevisschera telde
spr. niet hoog, daar dezen over het algemeen
een armoedig en kommervol bestaan leiden.
Een geslacht verder zullen zij in een- bloei en
welvaart verkeeren, die vroeger ongekend was.
Het leggen van den afsluitdijk zal geen of
een weinig merkbaren invloed hebben op de
verhooging van den waterstand ten Noorden
van Friesland.
Spr. hoopte, dat dé Kamer de motie-De
Muralt niet zal aannemen.
Spr. bracht een hartelijk eeresaluut aan al
len, die voor dit nationale werk propaganda
hebben gemaakt en speciaal aan minister
Lely.
De heer A1 b a r d a zei, dat uit dé beknopte
discussie over dit ontwerp geen 'gebrek aan
belangstelling der Kamer viel af te leiden De
oplossing zal moeten zijn de aanneming van
dat ontwerp. Maar niet ter wille van den- mi
nister zal de Kamer d't ontwerp aannemen,
maar omdat zij meent, .dat de aanneming
van groote economische betekenis is voor ons
volk. Voor ongerustheid over den afsluitdijk
bestaat geen vrees, mits twijfel aan de veilig
heid wordt opgaheven. Daarom zou spr. vóór
de motie stemmen. De uitvoering van het
plan-Bongaerts zou veel langer duren dan
die van 's ministers plan. Daarom dienen we
thans over te gaan tot uitvoering van 't kleine
plan.
Spr. betréurde dat in dit ontwerp verband
wordt gelegd tusscben de droogmaking en de
beter worden, zegt zuster Rose: ale mijn
hoofd' zoo leeg schijnt en als ik dien band
voei, dan maak ik mij echter ongerust."
„U zult heelemaal beter worden," verbe
terde zuster Rose. „U is al vee) beter
maar hersenen hebben, rust noodig, even
goed als armen en boenen en u had ae uwe
te weinig rust gegeven."
„Ik geloof dat ze nooit rust kregen,"
zuchtte mevrouw Gardiner. „Iemands her
sens schijnen altijd door te werken, Het is
bitter Jammer dat ze niet uit je hoofd geno
men kunnen worden en ergens opgeliangei
waar hun alle inspanning bespaard werd
Spr. wees op de voordeden voor Friesland
en Noord-Holland gelegen in de afsluiting
der Zuiderzee doordat in de kanalen en- vaar
ten zoetwater inplaats van zoutwater zal kun
nen worden ingelaten. De opbrengst van het
grasland zal daardoor piet 680.000 stijgen
en de waarde dier gronden met 15 millioen
gulden. Toch wilde de regeering de grond
eigenaars niet laten bijdragen in de kosten
van het werk. Maar het is niet de bedoeling
dat die bijdragen vooraf van de betrokken
provinciën worden geëischt, maar dat achter
na een deel van de waardevermeerdering dier
gronden door den Staat wordt opgevorderd,
in den vorm van een Wertzuwachssteuer, dan
wei op andere wijze. Spreker diende daarom
de volgende motie in:
„De Kamér, van oordeel dat het wensche-
lijk is dat de regeering alsnog een onderzoek
instelle naar de mogelijkheid om van de pro
vinciën aan'dé Zuiderzee gelegen- en van de
eigenaars van de daarin gelegen gronden
aan wie tengevolge van de afsluiting en de
droogmaking van de Zuiderzee geldelijke
voordeden zullen te beurt vallen, geldelijke
bijdragen te vorderen, gaat over tot de orde
van den dag."
Wat de Uitgifte der gronden betreft, deze
zal in studie worden genomen, maar blijkbaar
Zij glimlachte om haar eigen dwazen in
val en toen Hilary haai glimplach, beant
woordde, riep zij weder uit:
„U wékt mij op tot nieuw leven I Er is
iets in uw gezicht dat mij aan de Lente doet
denken. Maar ik heb u zeker meer ge
zien?" Die laatste woorden werden zoo bui
tengewoon beslist uitgesproken, d'at Hilary
er van schrikte,
„Ik kan niet denken dat u mij ooit meer
gezien hebt," stamelde zij. „Ik ben hier ge
heel vreemd het was heëlemaal bij toeval
dat ik hier bij de Dunbars gekomen ben en
het is niet waarschijnlijk dat wij elkaar in
de stad ontmoet hebjben."
„Maar ik weet zeker dat ik u gezien heb,"
antwoordde mevrouw Gardiner met nadruk,
zielf voorover buigende om Hilary aan
dachtig aan te zien, terwijl zij haar armen
vaster om haar dochter heensloeg. „Wat is
er toch in uw gezicht dat mij zoo bekend
voorkomt? En toch kan ik u nooit meer ge
zien hebben," ging zij voort met een plot
selinge verandering van toon. „Als ik u ge
zien had zou ik uw haar nooit vergeten heb
ben."
Hilary lachte.
„Mijn haar maakt mij vreeseLijk bekend",
zei ze. „Als de politie mij ooit moest op
sporen zou ik mijn haar zeker eerst moeten
verven."
„Het is heel mooi," zei mevrouw Gardiner
ernstig, „maar het is niet alleen uw haar
waardoor ik zeker weet dat ik u meer ge
zien heb. Er is ids aan u, uw oogen, uw
stem, uw manier van doen, dat mij zoo be
kend voorkomt Ik beu op het punt liet mij
te herinneren, maar ik kan er nog niet bij.'
„Misschien vult het u wel in," zei Hilary
sussend, toen zij een ongelukkigen en zoe
kenden-blik zag in mevrouw Gardiners
oogen, „Bekommer u ei maar niet over. Hel
is heel waarschijnlijk dal het u midden in
den nacht te binnen schiet of op een andei
onverwacht oogenblik, wie het is aan wie ik
u herinner."
„U komt toch terug," luidde het vlugge
antwoord.. „Beloof me dat u terug zult ko
men. Ik moet u zien. Ik moet begrijpen waar
om ik u half herken. Beloof mij dat u terug
zult Komen." Haar stem was scherp en op
gewonden geworden,er was meer rusteloos
heid in haar oogen en Hilary «antwoordde
■dadelijk:
„Natuurlijk kom ik terug. Ik ben bij de
Dunbars gelogeerd en mijnheer Dunbar
heeft mijn haar noodig voor een van zijn
schilderstukken. Ik zal nog eens met Babs
bij u komen als ik mag."
„Als u mag? Maar u moet komen!" Me-
vrou\v Gardiner sprak met zonderlingen
aandrang. Ik zal niet rusten voordat ik weet
waarom ik zoo zeker ben dat ik u moet ken
nen."
„Ik zal terug komen," herhaalde Hilary
De kalme verzekerdheid van haar stem had
een kalmeerenden invloed op de andere
vrouw.
Wordt verwlgd.
V
COURANT.