m nu s u m m m s s jüé m m m J u' in u m s us w Bj tat m r: m m m a m a a a m m m ist m H m Centrale Keuken. Damrubriök. lH B B B B SS SB 3Ü B JIJ B1 SB M. Hf S 3 §s 8 HF B 11 S 1 9 :ii Si K H X X H 3 i 3 H JÜ 11 9 SÉ pi Itf i M H is H H c Ut m Honderd ei Twnstigsft Jaargang. Zatenlasr 16 Maart. SPIJSLIJST. FEUILLKTOH. De gouden sleutel §jj iill jjj §§j Öt up j§§ 04. 1*18. WOENSDAG 20 Maart 1918: Aardappe len met Savoijiekool. DONDERDAG 21 Maart: Erwtensoep. VRIJDAG 22 Maart: Aardappelen met Zuurkool. ZATERDAG 23 Maart: Aardappelen met Rapen. MAANDAG 25 Maart: Groentensoep met Vleesch. DINSDAG 26 Maart: Aardappelen met Wortelen en Uien. Voor bovenstaande spijzen moeten de volgen- l< ilistribuiu'bons worden ingeleverd. Voor Erwtensoep bon 11 en voor de vier Aardap pelgerechten bon 15 en 16 telkens één bon voor twee porties, desverkiezend kan voor 4e Aardappelgerechten ook bon 14 worden inge wisseld, waarop dan vier porties kunnen wor den ingekocht. x - De Adtainistrateur, A. OSKAM. DRANKWET. •BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen naar aanleiding van artikel 37, juncto artikel 12 der Drank wet, ter openbare kennis, dat bij hen is in gekomen een adres van GERRIT LEERING, te Castricum, waarbij deze verzoekt hem ver lof tot den verkoop van alcoholhoudende dranken, anderen dan sterken drank, te wil len verleenen voor de koffiekamer van het perceel DIJK, Wijk C, No. 19, alhier. Gedurende veertien dagen,- gerekend vanaf heden, kan ieder schriftelijk bezwaren tegen het verleenen van het gevraagde verlof bij hun College inbrengen. Alkmaar, den 15en Maart 1918. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. HINDEtRWET. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene ken nis, dat heden op de Gemeente-Secretarie ter visie zijif gelegd de aan hen ingediende ver zoeken met bijlagen van: lo. J. WIT, koopman aldaar, om vergun ning tot het oprichten van een LOMPEN- BERGPLAATS - - - - - D, No. 30. in het perceel LAAT, Wijk 3o. J. A. DE GROOT, koopman aldaaif, Om vergunning tot het oprichten van een LOMPENBERGPLAATS in het perceel VIJ VERTJE, Wijk A 16. Bezwaren tegen deze oprichtingen kunnen worden ingediend ten Raadhuize dezer Ge meente, mondeling op Vrijdag 29 Maart e.k., 's voormiddags te elf uur, en schriftelijk vóór Of op dien tjjd. Gedurende drie dagen vóór gemelden dag kunnen de verzoekers en zij, die bezwaren hebben ingebracht, op de Secretarie dezer Gemeente van de ter zake ingekomen schrif turen! kennis nemen. Alkmaar, den 15en Maart 1918. Burgemeester en Wethoifders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. Wenken voor Land* en Tuinbouwers. Het zal den getrouwen lezers van de Alk- maarsche Courant opgevallen zijn, dat de sedert ongeveer een jaar in dit blad voorko mende rubriek „Oorlogstuintjes" uit het joif- ste Zaterdagavondnummer was verdwenen. Voor zoover er nog belangstellenden waren voor hetgeen in deze artikeltjes werd ver meld, zij medegedeeld, dat het geenszins de bedoeling van de redactie was, de voorlich ting van liefhebber-kweekers te staken, doch dathet haar in overleg met den schrijver der artikeltjes gewenscht voorkwam, het op schrift te veranderen. Over een nieuw op schrift zou lang en breed geredeneerd kun nen, worden, doch de nieuwe Hoofdredac teur heeft radicaal den knoop doorgehakt en- als hoofd gekozen „Wenken voor Land- en Tuinbouwers". De schrijver kan zich met naar hot Engelsdi door L O. MOBERLEY. 23) Hilary had moeite niet te lachen om de verkeeru geadresseerde heftigheid, rnahr zij hield zich m en begreep die tegenstrijdighe den van de tegenwoordige J stemming haar gastvrouw; daarom trachtte zjj onderwerp van gesprek te veranderen. „Ik heb een brief voor mij gevonden van mevrouw Derfield toen ik thuis kwam," zei zei. „Haar schoonzuster is veel erger en mevrouw Derfield schrijft dat ze nog niets van haar plannen kan zeggen." „,Heel saai voor zoo'n wereldsch dametje zoo opgesloten te zitten met een zieke," zei juffrouw Dunbar even snuivende. ;,Ze zal zeker wel al dien tijd zitten wachten naar die vleeschpotten van Londen!" van van „Ze is zoo lief, waarschijnlijk voelt ze al leen veel medelijden met haar schoonzuster en verlangen haar broeder behulpzaam te zijn. U heeft geen idee hoe goedhartig zij is", zei Hilary ernstib: „voor mij is zij de goedheid zelve geweest." „Hm! Jij bent een nieuwe speelpop," merkte juffrouw Dunbar droogjes op, haar bevooroordeeld oog weigerde haar op 't oogenblik iets goeds in iemand of in iets te zien; „het zal niet lang duren of je begint haar te vervelen. Als een nieuw1 stuk speelgoed oud wordt, is de eigenaar gauw bereid het op een mesthoop te werpen," dew keuze niet geheel vereenigen; z.L belooft 't opschrift te veel. Hij meent in de eerste plaats voorlichting te moeten geven aan de liefhebbers op het gebied van den tuinbouw in den ruimsten zin van het woord; niet alleen dus aan de bezitters van de oorlog- tuintjes, doch ook aan hen, die een gedeelte van hun vrijen tijd .besteden aan het kwee ken van groenten of kamerplanten. De be roepskweekers weten, tot wisj ze zich heb ben te wenden, indien ze iets willen weten, dat op hun vak betrekking heeft. De liefheb- ber-kweeker wende^ich met een vraag tot de redactie van de Alkmaarsche Courant, en hem zal, zooveel en zoo goed mogelijk, een antwoord worden gegeven; wellicht zal ook de beroepskweeker daarin wel eens wat vinden, cLat hem van nut kan zijn. Rozen, (vervolg). Indien men een eenigszins wetenschappelijk werk over ro zen raadpleegt, ziet men deze daarin inge deeld in verschillende klassen. Deze indee- „Ik hoop dat ik niet op een mesthoop ge- e Hüaiy met "haar aardigen luiden lach. „Zij schrijft worpen zal worden," antwoordde Hila volgende jaar bloemen voortbrengen. Deze soort is in de behandeling dus al zeer ge makkelijk. Hetzelfde geldt voor de ouder- wetsche eenmaal bloeiende rozensoort, waarvan ik in het begin van dit artikel sprak. Ook hiervan late men -de eenjarige takken zooveel mogelijk staan en neemt ge durende den winter bij te dichten stand al leen de oudere takken weg. De onderhoudszorgen gedurende den zo mer zijn gering. Zeer dankbaar zijn rozen voor 'n bemesting gedurende den zomer met vloeibaren koemest. Men zal hierdoor tot laat in den herfst bloemen kunnen verkrij gen. ling berust hoofdzakelijk op afkomst en bloeiwiize der rozen. Men spreekt dan van Thee-, Bourbon-, Noisette-, Most po lyantherozen, Thechybriden, enz. Elk dezer klassen bevat een groot aantal soorten. Door voortdurende kruisingen heeft men ten slot te eenige duizenden soorten verkregen en nog staat men op dit gebied niet stil. Bijna ieder jaar wordt men op tentoonstellingen men één of meer nieuwe aanwinsten ver rast. Het spreekt haast van zelf, dat het daardoor wel moeilijk is, in eenige regels een algemeene snoeimethode aan te geven; Nu kunnen we voor onze tuinen en tuintjes evenwel een gemakkelijker indeeling maken. Daarin toch komen in hoofdzaak voor struik-, stam- en klimrozen, terwijl .men in sommige oudere tuinen soms nog rozen struiken aantreft, die slechts eenmaal in het jaar bloemen voortbrengen. Struik- en stamrozen kunnen bij den voor- jaarsnoei vrijwel gelijk behandeld worden. Deze snoei kan het best verricht worden ge durende de maand Maart; de knoppen be ginnen dan» alreeds te werken en men kan beter zien, waar men de takken moet afsnij den. Snoeien vóór den winter is niet aan te bevelen; bij strenge vorst vriezen de twij gen in. Wil men nu z'n rozen goed snoeien, dan- dient men eerst na te gaan, of men met sterke of zwakker groeiers te maken' heeft; de eerste maken stevige, de laatste zwakke j scheuten. Bij de eerste snijdt men van deze J scheuten weinig af, of zooals de vakterm luidt: men snoeit ze kort; op elke scheut laat men 5 a 6 oogen staan. Sneed men meer weg, dan kreeg men wel sterke nieuwe scheuten, doch geen bloemen. Bij zwakke groeiers kan men de scheuten korter insnij den, men snoeit ze lang", op elke scheut laaj men 2 3 oogen. Uit deze overgebleven oogen ontwikkelen zich bij de struik- en stamrozen de scheuten, die 'bloemen voort brengen. Deze rozen bloeien dus op het jon ge hout. Midden in den zomer gebeurt 't dik wijls, dat zich op rozestruiken krachtige, nieuwe scheu'-ten ontwikkelen; men noemt ze houttwijgen, ze brengen geen bloemen voort en moeten zoo spoedig mogelijk op 24 oogen terug gesneden worden. Uit de 'overgebleven oogen ontwikkelen zich dan nog bloemen voortbrengende scheuten. Ook vroeg uitgebloeide takken moeten zoodanig behandeld worden. Opgemerkt dient nog te worden, dat bij de voorjaarsaoei vooraf alle doode en zwak ke takjes verwijderd moeten worden. Heeft men dan nog veel, b.v. een achttal sterke tak ken over, dan snoeit men de helft hiervan wat langer dan de ander helft, hierbij zor gende voor een regelmatige verdeeling. Steeds moet men zorgen, dat lucht en licht zooveel mogelijk in de struik kunnen binnen dringen'. Door oefening wordt de kunst ver kregen; zoo gaat het ook hier. yPie zijn planten nauwkeurig in het oog houdt zal aan de hand van bovenstaande wenken, spoedig met densnoei van zijn rozen ver trouwd raken. Klimrozen bloeien op het eenjarige hout; d.w.z. op het hout, dat den vorigen zomer is gegroeid. Oudere takken dragen geen bloemen meer. Hierin heeft men meteen, een aanwijzing 'voor den' snoei. Deze oudere takken kan men gerust verwijderen. De over blijvende éénjarige takken snoeit men niet of men neemt er hoogstens het onrijpe i oven- eind af. Deze takken verdeelt men regelmatig over muur of schutting. Gedurende den zo mer ontwikkelden zich uit den grond krach tige nieuwe scheuten. Deze moet men behou den. Groei enze te sterk, dan kan men door inbinden hun groei eenigszins temperen, men snijde er Vooral niet aan; zij móeten 'het AAN DE DAMMERS I Met dank voor de ontvangen opl. van pro bleem no. 485 (auteur Kleute). 'Stand. Zw. 7, 8, 12, 19, 23, 24, 25, dam op 15. W21. 28, 30, 31, 32, 33, 35, 37, 41, 42, Oplossing. 1. 33—29 2. 32—27 27 :29 30—24 24 2211 3 4 5. 1. 24 22 (2 s'laan 2. 15 36 (2 slaan) 3. 36 48 (3 slaan) 4. 48 17 (2 slaan) Goede opl. ontvingen wij van de heeren: M. Beers, D. de Boer, R. w. T. Bosman, P. Dekker, D. Gerling, J. Houtkooper, J. K. te Alkmaar, H. E. Lantinga, Haarlem. UIT DE OOMPETITIE. Zondag won voor de le klasse Zuid Con stant met 128 van D. I. O. den Haag. Aan 't vijfde bord kwam tusschen van Leeuwen (wit) en Boas (zwart-Constant) na den 32en zet van wit/de volgende stand voor: zoo vriendelijk mogelijk. Maar juffrouw Dunbar, ik wou u vragen of het u niet las tig is als ik nog een poosje langer blijf? Want, als ik u in het minst tot last ben, dan schrijf ik aan mijn voogd en vraag of hij wat voor mij bedenken wil. Ik wou mevrouw Derfield liever niet lastig vallen. Ik ben bang dat lady Framley stervende is." „Lastig om je bij mij te hebben? Neen, stellig is dat niet lastig." De stem van juf frouw Dunbar was nog een beetje scherp, maar het werd al beter toen zij Hilary aan zag. „Tony zal je nooit willen laten vertrek ken voordat hij dat haar precies gekregen heeft zooals hij verlangt en je bent zoo geschikt om met het kind te helpen;. O, lieve kindl ik ben een slecht gehumeurde oude vrouw! Je moet niet te veel waarde hechten aan mijn vinnige opmerkingen", voegde zij er berouwvol bij. „Ik vind het eenvoudig engelachtig van u en van mijnheer Dunbar mij hier te latep lo- geeren," antwoordde Hilary. „Het is hier zoo rustig en ik boud van het ruime atelier en van Babs en van d'ien heerlijken tuin en van de duinen en en van alles." Zij zat achterover op het lage stoeltje en hief het hoofd op om door de takken van den pla taanboom te kijken naar het blauw van de avondlucht, reeds gevlekt met rose zonson dergangwolkjes. „Hier komen in dit heerlij ke buitenhuis is voor mij of ik in een nieu we wereld kwam", gipg zij droomerig voort. Moeder vertelde mij zooveel over buiten plaatsen, waar zij gewoond had toen zij een jong meisje was, maar ik»had nooit gedacht dat het zoo mooi was." - „Waar heeft je moeder gewoond toen' ze een jong meisje was?" vroeg Miss Dunbar. Zij was behept met gezonde nieuwsgierige heid van de vrouw van middelbaren leeftijd, wier gezichtskring altijd beperkt geweest 9Hl Zw. 2, 4, 6, 9, 12/16, 26, 27. W. 23,, 24, 25, 29, 36/40, 47, 48. Wit heeft als faatsten zet 3329 gespeeld. Het spel ging nu verder als volgt: 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 33—29? 23 :12 12 3 24 13 3 20 47—42! 38—331 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 12—18 2—8 13—19 9 18 15 35! 18—22 61111 en na nog enkele zetten won zwart. COMBINATIE. Uit een partij tusschen J. de Bruin met zwart en P. Kleute Jr. met wit: up Zw. 7, 9/13, 16/19, 21,23. W. 25, 27, 29, 30, 32, 33, 34, 37, 39, 40, 46, 50. Zwart dreigt 1722 (wit 3731) en, 21— 26. Wit is aan zet. Hij kan niet spelen 3328 want dan komt 1822. Hij speelt daarom Wit kan nu *24—20, 20-14 en 25 5 maar dat geeft geen winst. 2. 37—31! 2. 21—26? 3. 33—28 3 22 35 was, wier verstandelijke vermogens nooit behborlijk ontwikkeld 'waren. „Uilt welk ge deelte van het land was zij afkomstig?" '„Ik geloof biet dat ik het weet", zei Hi lary langzaam na een oogenblik stilte. „Het is mij te voren opgevallen, maar ilk ken de naam niet van het aorp waar moeder woon de toen ze een jong meisje was en ik weet zelfs niet in welk gedeelte van Engeland het was. Het scheen altijd of Ik er alles van wist, omdat moeders beschrijvingen het mij zoo duidelijk voor oogen stelden maar den naam heb ik nooit gehoord" „Heeft je moeder je daar nooit mee naar toe genomen?" Juffrouw Duubar zag Hiiaiy scherp in het gezicht, dat een weihig/betrokben was. „Neen, het was eeu heel etnd van Londen' af, dat is alles wat ik er van weet. En wij konden nooit lange reizen doen. Maar het was een klein dorpje en moeder zei dat er groote heidevelden en moerassen om heen lagen bedekt met heideplanten; en mid den in het dorp was een grasveld met een grooten kastanjeboom en dat was de plek waar al de dorpsbewoners met elkaar kwa men praten. En recht door het dorp liep een beekje, het heldere water liep snel over de steenen. Ik herinner me altijd dé beschrij ving van dat beekje, het maakte indruk op mijn kinderlijke verbeelding." „Hm!" merkte juffrouw Danbar op, met de oogen nog steeds gevestigd op het droo- merige, in gedachten verdiepte gezicht; „het klinkt of het in Dartmoor of Yorkshire ge weest is." „Ik weet het niet." Hilary stond op met een zuchtje „ik wou dat ik het wist. Ik zou zoo graag d^t dorpsplein zien en den kastanjeboom en de snelvlietende beek over de witte steenen de groote heidevelden er rondom. Maar ik zal den naam van moe- 4. 32—28 4. 23:21. 5. 34—29 5. 26 37 6. 29—23 6. 18:20 7. 25 3 7. 35 24 8. 3:6! «Bijzonder moeilijk voor het voorstellings- V,-,-.* beginners. In onze vorige rubriek gavaqs wij de vol- ge&dc vraagstukjes. XXL Zwart schijf op 6, dam op 1. Wit dammen op 49 en 50. Wit wint door 5045 (611 gedw.), 49—43, (1—6 gedw. dreigt 43—34), 43— 16 (1117 gedw. op 6—1 volgt 16 :7), 16—11 (17—21 gedw. op 17—22 volgt 11 50 en 506), 4550 en wint. XXII. Zw. 2, 7, 8, 9, 14, 15, 17, 18, 20, 22, 27, 28, 36. W. 25, 30, 33, 35, 38, 39, 43, 46, 47, 48. Wit wint door: 39—34, 38—33, 47—41, 34—29, 30 10, 25 11 Goede opl. ontvingen wij van A. Schrooder Jr., Heiloo (zie opl. eindspel s.v.p. nog even na1) Nieuweopgaven. v XXIII. Zw. 36, dam op 50. W. 21, 23, 32, dam op 6. XXIV. Zw. 9, 12, 13, 14, 15, 17, 18, 20, 22, 24, 27, 28. W. 25, 26, 31, 34, 39, 42, 43, 44, 46, 48, 49. (Een aardiig vraagstuk van den heer R. W. T. Bosman). Ter oplossing voor déze week: Probleem 486 van A. Raymond Herville. Éi mm •*.r Ikft Zw. 9/13,15,16, 40, dam op 45. W. 20, 22, 23, 24, 27, 33, .37, 38, 48, 49, 50. Een zeer lastig probleem! Opl. voor of op 21 Maart b. v. d. blad. STADSNIEUWS. VAKORGANISATIE VOOR DEN HANDELSBEDIENDE. Vanwege de afd. Alkmaar van den Alg. Nedi. Bond van Handels- en Kantoorbedien den trad Donderdagavond in het elfé„Cen tral" op de heer H. Schutjes, bondsvoorzit ter, met het onderwerp: „De Vakorganisatie voor den handelsbediende." De heer Dirksen heette de ongeveer twin tig aanwezigen, onder wie een drietal dames, welkom, zijne tevredenheid uitsprekende over het bezoek, dat nu juist niet talrijk maar toch niet teleurstellend was. 'De heer Schutjes, daarna het woord er langende, begon met er op te wijzen, dat elk feit noodwendig een ander feit heeft als ge volg. Hij staafde deze bewering met voor beelden uit de geschiedenis. Ook op het bestaan van de handels- en kantoorbedienden is deze wet van toepas- sing. Zij hebben het misdrijf begaan te ver zuimen tijdig hun standpunt'vast te stellen. Zij hebben verkeerd in de meeniüg meerder- waardig te zijn dan de zoogenaamde arbei ders. Deze bewering gaat nu althans niet meer op, want de handwerkslieden staan er economisch beter voor dan de handels- en kantoorbedienden, die toch ook loonarbeid den. zijn. Spr. herinnerde er ahn hoe de ambachtslie den, nadat zij leerling waren geweest en het meesterschap "hadden verworven, zelf hun loon en werktijd bepalen, evenals de andere arbeidsvoorwaarden. Met de handels- en kantoorbedienden is hét niet zoo, avond- en ander overwerk is bij het loon inbegrepen en zij hebben,zich overigens te houden aan de door den patroon gestelde voorwaarden. Wij durven ons loon niet noemen, zei spr., zelfs niet tegenover hen, die naast ons op het kantoor werken. ders tehuis nooit te weten kunnen komen." „Heeft zij geen brieven, geen dagboeken nagelaten; niets waardoor je iets kon hoo- ren van haar jeugd en haar familie?" „Neen niets. Dr. Harding heeft mii het cachet laten zien, dait zij hem stervende heeft gegeven; het was iets dat zij altijd droeg. Er staan twee ineengestrengelde handen op en een motto. Zij heeft mij verteld dat mijn va der het haar gegeven heeft voor hun nuwe- lijk." „Misschien is het-een familiewapen?" „Dat weet Ik zelfs niet, ja of neen Hilary sprak heel langzaam en peinzend. „En dit was moeders engagementsring. Moeders handl was zoo mager, de ring was te wijd voor haar géwordén en op dien dag toen zij uit Londen vertrok, gaf zij hem aan mij, ik moest hem dragen en er goed voor haar op •assen. Hot was den dag dat zij gestorven toen ze hem mij gaf." De stem van het jonge meisje haperde en begaf haar, stilzwijgend nam zij hem van haar vinger en reilde haar gastvrouw een klein ringetje toe, éen enkele diamant in klauwen gezet. „Dat zijn hun vóórletters die van moe der en van vader binnen in den ring gegra veerd," voegde.Hilary er bij, haar stem een vaster klank gevende, met het zelfbedwang dat een belangrijk deel van haar karakter uitmaakte. JuffrouwiDtmbar hield den ring op, zoo dat liet licht derondergaande zon ten volle viel op de ingegraveerde letters „J. A." en een datum. „Mijn moeder heette Anfonia en mijn vader John. Dat is alles wat ik van hen over heb," zei ze met een dramatisch tintje, zoowel on bewust als aandoenlijk. „Het is heel vreemd en heel droevig," zei juffrouw Dunbar met overtuiging, „maar je De waarheid, dat wij Loonarbeider» zijn, kan niet vaak genoeg herhaald worden. Let op de afkomst van den kantoorbediende, uit kringen van kleine middenstanders met een beetje bpurgeoisie-ideeën en van de hand werkslieden, diie de maatschappelijke mis daad begaan hunne kinderen een kantoorop leiding te geven. Als die handwerkers eens een jaar op het kantoor meeploefcerden, zou den zij wel ondervonden hebben, welk een laag loon gegeven wordt Spreker wees op „Mexcurius", een vakver- eeniging der handels- en kantoorbedienden, die alles meent te doen om den slechten kant van hun bestaan weg te werken. De door deze vereeniging nagestreefde doeleinden bewezen niet in staat te zijn verbetering te brengen, doordat de patroons zelve donateurs werden. In de negentiger jaren, in de stormr en drangperiode in het vereenigingsteven, zag men' in dat verbetering niet van den patroon kon worden verwacht. Men begreep zelf te moeten en te kunnen optreden. Die gedachte uitte zich in den vorm van den Alg. Ned. Bond van Handels- en Kantoorbedienden. E>at wij loonarbeiders zijn, zou nog zoo erg niet zijn, als er maar een; overgangstijdperk was, als men maar in de toekomst ook pa troon zou worden. Maar dat gaat nu eenmaal niet wijl 't geld ontbreekt, en nu denkt men er niet genoeg aan om zijn levenlange werken als loonarbeider zoo goed mogelijk te maken. Het is we! waar, dat er onder de bedienden enkelen zijn met een goede positie (procura tiehouders en eerste boekhouders), maar vrij goede loonen voor alle bedienden worden bijna op geen enkel kantoor gegeven. De examens en diploma's mogen vroeger wat hooger loon hebben bezorgd, thans is dit niet meer zoo, omdat er zooveel bezitters daarVan zijn. Spr. wilde niet zeggen, dat men dom zou moeten blijven, integendeel, hoe be ter werk wij kunnen leveren, hoe meer recht wij hebben op goed' loon. Maar dat recht geeft niets, als wij niet zorgen dat hoogere loon te verkrijgen. De door de oude organisatie gepredikte examenwoede heeft geen voordeel gebracht. Men moet zich ook stellen op het standpunt van den klassestrijd, zooals de Alg. Nedi. Bond doet. Alle andere organisaties heb ben dat ook ingezien en aanvaardden dat standpunt ten' slotte ook, zelfs St. Christoffel, van de katholieken. Spr wees vervolgens op het succes, dat de organisatie behaalde in de laatste maanden van 1914, toen vele patroons bij het uitbre ken van den oorlog hunne bedienden voor driekwart van het salaris of nog minder lie ten werken. Alleen uit eigen kracht zijn betere arbeids voorwaarden te veroveren en daartoe is macht noodig. Wij hebben te volgen denzelf den weg dien dé handwerkslieden hebben ge volgd, moeten een eigen organisatie vormen, los van allen patroons-invloed. Dus niet een organisatie zooals die van de boekhandelaar» bedienden, waarvan de patroons donateur» zijn. Plaatselijke organisatie is uit den booze, omdat zij geen kracht kan ontwikkelen zooals de plaatselijke patroons dat kunnen. Deze kunnen lien, die de voormannen in dergelijke organisatie zijn, te gemakkelijk broodeloos maken. Neen, wij moeten een landelijke orga nisatie hebben, die het voordeel brengt, dat wij den steun nebben van alle vakgenooten handels- en kantoorbedienden in Nederland, die allemaal werken onder lage loonen en weinige rechten. Organisatie van alleen win kel- of handels- of kantoorbedienden is onzin en een misdaad, één vereeniging van allen moet er zijn, zooals alle ranaen van trans portarbeiders in één bond zijn 'vereenigd, en ook de metaalbewerkers. Daardoor kunnen zij groote kracht ontwikkelen als rem voor het egoïsme van den patroon. Het standpunt van Mercurius was ver keerd. Deze bond neemt de winkelbedienden enz. wel mee, zooals wij een; klodder modi- der meenemen aan de pantalon, maar de afdeeling IJmuiden van dien bond doet niets voor hen. Spreker wees er op ,dat van de winkeliers aldaar korting vroeg reeds een deel van hun winst zit in die kor- ting. En dan wees spr. op het groote voordeel van vereeniging met bonden van andere loon arbeiders. Als gevolg van het optreden dezer bonden zijn ook onze loonen verhoogd, omdat de patroon ons wel meer loon moest geven om eigen prestige te bewaren Vervolgens sprak spr. over de loonen van de handels- en kantoorbedienden; die over 1917 een verhooging van slechts 20 pet. aan- zulit altijd vrienden genoeg vinden," voegde zij er bh, terwijl zü haar hand uitstak en die van Hiiaiy streelde met een opvallendie sympathie, die «men niet gewoon van haar was en die haar daardoor wat vreemd af ging. „Je hebt een soort natuur, die de w* reldT doorgaat vrienden makende." „Mevrouw Redbum wou u een oogenblik spreken, juffrouw." Het was de stem van het kamermeisje, dial ijl Duubar over zikeu spreken, maar omdat mijnheer uit is, vroeg zij haar u." hel gesprek kwam storen. „Zij wou mijnheer pMBfiÖSÏTP Achter de nette Jane, het kamermeisje, verscheen mevrouw Redbum voor het raam van de ontvangkamer; haar gracieuse ge- slalte kwam uw als een silhouette tegen da roode lucht: het jonge meisje jcon haar be wondering niet onderdrukken toen de be zoekster in 't volle gezicht kwam, toen zij 't grasveld langzaam overstak achter Annie aan. „Ik heb nooit zulk een mooi iemand ge zien," was de gedachte, die bij Hilary op kwam, tefwijl haar oogen bleven rusten op Hilda Redbums gezicht met een bewonde ring, die zij niet poogde te verbergen. „Ik dacht dat ook al toen ik haar dien eersten Zondag in Mr. Dunbars atelier zag. Het valt mij nu nog meer op." „Het spijt mij, dat ik u moet storen," zei mevrouw Redbum met een koele stem, d'ie niettegenstaande die koelheid een merk waardige bekoorlijkheid had', ..maar mijn man wou graag, daar ik hier toch passeer de, dat ik even een vaste afspraak maakte met mijnheer Dunbar omtrent het portret, dat hij zou schilderen, Is hij niet thuis?" Wordt verwlgd. m «Mg 1 2024 1 17—22? 'ï'/z/A -i Wit :nvv

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1918 | | pagina 5