DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. De strijd in en buiten Europa. 1918 FEUILLETOB. De gouden sleutel Ka, 74 Honderd on twinstigate Jaargang AboBDBinentsprlis bli Yoornltbetallng p. 3 maanden f 1.65, Ir. p. post f 1.90. Bewlisnammsrs 5 ct. AdYortentleprlis 15 ct. p. regel, grootere letters naar plaatsruimte. Br. tr. R.V. Boeit- en Handelsdiokkerll DONDERDAG i Berms. Coster 4 Ze., Voordam C 9. Tel. I 28 MAART. Buitenland. Binnenland. De strijd in het Westen duurt voort. Met onverminderde kracht blijven de Duit- schers op den breeden frontmuur der gealli eerden beuken. De Britsche oorlogscorrespondent Gibbs doet eenige interessante mededeelingea over de gevechtsmethode der Duitschers, waaruit het duidelijk wordt op welke wijze deze, met uitschakeling van de vermoeidheid der strij ders, een krachtigen druk konden blijven uit oefenen. De vijand, seint Gibbs, heeft sedert Don derdag alleen halt gehouden om meerdere divisies aan te voeren en ze voorbij de divi-. sies te brengen, die door den aanval uitge put of door ons vuur verstrooid waren. Deze laatste worden intusschen gereorganiseerd en nemen rust om vervolgens weer op te rukken en daarna weer afgelost te worden door reserves, die zich voort durend in menigte over het gewonnen ter rein verspreiden. Hierdoor en door de geweldige strijd machten, die het Duitsche legerbestuur tot zijn beschikking heeft, zijn de Duitschers in staat om elk voordeel, dat zij behaald hebben met versche troepen door te zetten. De Engelschen hebben op verschillende plaatsen tegen een geweldige ovennacht moeten vechten. Op vele plaatsen stond zelfs een vijandelijke divisie tegenover 'n Engelsch bataljon. De Engelsche manschappen, die niet tel kens door andere vervangen konden worden, hebben zes dagen en nachten aan één stuk doorgevochten. Volgens den correspondent was hun ge zicht afgetobd en verfomfaaid door gebrek aan slaap, waren hun uniformen stuk ge scheurd aan prikkeldraad en met modder en kaik bedekt. De correspondent zag een kleine afdeeling, die zoo bek-af was, dat zij. nauwelijks kon loopen. De soldaten hielden hun handen ais moede kinderen en leunden tegen elkaar als dronken mannen, maar toonden zich niet neerslachtig, omdat tot dusver de krijgskans tegen hen was geweest. Interessant zijn ook de mededeelingen van den Franschen onder-minister van oorlog, die in de wandelgangen van de Kamer ver klaarde, dat de Duitschers na de zware ge vechten, die zij tegen de Engelschen geleverd hadden, op een machtig Fransch leger stie ten, dat geheel versch en met licht te be vroeden offervaardigheid bezield is. Dit leger is nog geheel intact en tot dus ver hebben nog slechts enkele onafhankelijke divisies den voortgang van den vijand ver traagd. Aan den anderen kant komen geduch te en ervaren Engelsche reserves op het slag veld aan, zoodat de terreinwinsten, die de vijand tot dusver behaald heeft, slechts van tijdelijken aard zijn. Dat men in Parijs met bijzonderd-spann ing de gebeurtenissen op h it slagveld nagaat en in de grootste onzekerheid leeft, laat zich be grijpen als men bedenkt, dat de Duitsche le germachten op minder dan 100 K.M. af- stands van' de Fransche hoofdstad staan. Een telegram uit Parijs meldt, dat boule vards en koffiehuizen hun gewonen aanblik hebben en de menigte de gebeurtenissen kalm bespreekt. Dit is echter niet in overeen stemming met de telegrammen, die er mede- deeling van doen, dat de tremen die Parijs verlaten, geheel vol zijn, dat zeer vele bewo ners de stad trachten te verlaten en door plaatsgebrek in de treinen dagen te vorm kaarten genomen moeten worden. Een blik op de kaart doet ons zien, dat de Duitschers langs den rechteroever van de OÏse in de richting van Compiègne oprukken. Naar het Noorden gaat de opmarsch langs de Somme in de richting van Amiens. Wij; meldden gisteren reeds, dat Albert in Duitsche handen gevallen is. Het officieel Duitsche avond-communiqué deelt slechts mede, dat aan weerskanten van de Somme de legers in langzaam vorderenden aanval zijn. Het Engelsche communiqué is ditmaal heel wat uitvoeriger. Heet den dag, aldus wordt gemeld, is er van ten Z. van Rosières tot ten N. van Abainzevelle vinnig gevoch ten. De Duitschers deden tevergeefs pogin gen om de Engelsche linie ten- Z. van de Somme binnen te dringen, welke pogin gen gevolgd werden door zware aanvallen bij Rosières. Verder Noordwaarts werd de Engelsche linie gehandhaafd. Slechts weid deze door latere aanvallen over korten afstand West waarts gebogen. In den sector tusschen Somme en Ancre is hard gevochten. De Engelschen melden, dat zij in een tegenaanval het deell hunner stelling ten' Z. van Albert, waarin de vijand zich een oogenblik een weg baande, herover den en een nieuwe aanval geheel terugsloe gen. Pogingen der Duitschers om hun suc ces Westwaarts van Albert uit te breiden, werden verijdeld. De Ehiitschers kregen er vasten voet in Abainzevelle, maar overigens streden de Britten prachtig en brachten den vijand langs het geheele front zware verliezen toe. Ook de Franschen maken melding van verscheidene afgeslagen Duitsche aanvallen. Het schijnt dus, dat de Duitsche vloedgolf voor ditmaai weer haar grootsten afstand op Fransch grondgebied .voortgerold' is. De slag komt, naar het zich op het oogen blik laat aanzien, in een phase van stilstand. Naarmate de offensieve kracht der Duitschers vermindert, hersteilen de troepen der Geal lieerden zich. Het sobe.Berlijnsche avond-communiqué wijst er wel op, dat de voortgang op dit oogenblik met groot meer is. Toch blijft het uiterst gevaarlijk om voor spellingen te doen en kan de toestand zich h'eel wel plotseling ten nadeele van een der partijen wijzigen. De Geallieerden hebben tijd noodig om naar het Engelsch door L G. MOBERLEY., 30) „De jonge Merrings!" Harding herinner de zich plotseling: een vrouw met een bleek gezicht, stervende, een vrouw in wier oogen niets dan droefheid te lezen was. „Was dat ■een van die jonge Merrings geweest, die in 'den tuin gespeeld hadden?" „Het waren meisjes, allemaal meisjes, mooie, flinke meisjes, zoo mooi als je ze maar wenschen kon" Men hoorde aan Jo- nadabs stem dat hij zich nu alles goed her innerde. „Twee er van stierven toen ze nog niet eens volwassen waren. Die liggen daar" weer bewoog hij het hoofd in de richting van een verren hoek van het kerkhof „maar twee zijn blijven leven en zijn vrouwen geworden Antonia, en dat was de bloem uit den tuin, en „Antonia?" Harding sloeg met zijn stok naar een brandnetel. „Die is getrouwd, ge loof ik?" „Ze is hier vandaan gegaan toen het jong ste zusje nog maar een kind was. En Anto nia zelf ach, ach, ik kan niet zeggen dat ze nog gekomen was tot wat ze noemen de jaren des onderscheidsEr zijn niet veel meisjes hier in de buurt, die niet ver bene den Antonia stonden. Ze was er een waar een man naar zou watertanden." Een oogen blik grinnikte de oude man even, maar hij was spoedig weer ernstig. „Het was dat uiterlijk, dat haar ondergang was, kon je zeggen, voegde hij er bij, „als ze ten min ste tm pnder gegaan is want niemand hun reserves op de aangewezen plaats te krijgen en eiken dag, dat de vijand wordt opgehouden of geen vooruitgang van betee- kenis maakt, brengt hun voordeel. De correspondent van Havas seint van het slagveld, dat men den indruk krijgt, dat de krijgskans ten gunste der Geallieerden keert en het verstrooide evenwicht neiging toont, zich te herstellen. Wij kunnen dit overzicht besluiten met de mededeeling, dat de Keizer nog altijd niet genezen is van zijn lust om felicitatietele grammen te versturen. Ditmaal was de heer Krupp von Bohlen Halbach de uitverkorene, die een Keizerlijken gelukwensch in ontvangst heeft mogen nemen. Zijne Majesteit is namelijk buitengewoon verblijd met het nieuwe kanon, dat de Parij- zenaars thans tot wanhoop moet brengen. „Uw nieuw kanon", aldus de Keizer, „heeft met de beschieting van Parijs over veel meer dan 100 K.M. zijn proef schitterend door staan. U hebt met de vervaardiging van het stuk geschut aan de lauw eren van Krupp nieuwe toegevoegd. Daarom betuig ik u en allen medewerkers lnijn Keizerlijken dank voor deze verrichting van Duifsdie weten schap en Duitsche werkzaamheid". Het blijft slechts te betreuren, dat deze wetenschap en werkzaamheid uitsluitend in uitvindingen tot vernietiging van het be staande- tot uiting komen. De geheele wereld hoopt van harte, dat de heer Krupp von Bohlen Halbach de lauweren, die hij, vol gens den Keizer vergaard heeft spoedig zal kunnen gebruiken om er een welverdiende rust op te nemen. KORTE BERICHTEN. Duitsche duikbootcn hebben in het Ka naal en de Iersche 4"e weer 20.000 ton vij andelijke scheepsruimte in den grond ge boord. Uit Moskou wordt gemeld, dat het St Peterburgsche Telegraafagentschap uit Odes sa meldt, dat deze stad na een bloedigen strijd is heroverd door de troepen, die aan de Oekrainsche sovjets trouw waren gebleven. Een Reuter-telegram uit Moskou meldt, dat de Krim, die een deel van de Oekraine vormt, zich onafhankelijk verklaard heeft. De Oekrainsche republiek erkent deze verklaring niet. De Italiaansche eerste-ininister Or lando heeft zich naar den Engelschen gezant begeven 'om hem de verzekering te geven van de warme sympathie en de innige solidariteit die het Italiaansche volk op dit oogenblik aan de Britsche natie bindt,. Volgens een Reuter-telegram uit St Pe tersburg maakt de Bolsjewieksche Rada van de Oekraine melding van successen tegen de Duitschers behaald. De Zwarte Zeevloot bombardeerde Soechem Kale, een haven benoorden Batoexn, EEN NIEUWE AANSLAG OP ONZE SCHEEPSRUIMTE? Naar de Köln. Ztg. volgens Wolff schrijft, zou Reuter hebben gemeld (ons is een derge lijk bericht niet bekend), dat de Engelsche gezant in Dén Haag den Nederlandschen mi nister van buitenlandsche zaken een schrij- heeft er ooit het rechte van geweten." Jona- dab schudde het hoofd en zuchtte. „Er was geen levende ziel mijlen ver in het ron<i, die kwaad van Antouia Merring gelooven zou, maar ze is nooit teruggekomen in het hui» ven haar vader nadat ze weggeloopen was met dien schilder." „Is ze weggeloopen?" dan een jong meisje, pas achttien, en de man zag er knap uit en was aardig in zijn spre ken. Alle vrouwen hielden van hem. Ze noem den hem mijnheer den schilder. Hij woonde „Ja, ze is weggeloopen I Maar bedenk wel, het was nog maar een meisje, niet meer in de herberg en hij zat uren op de hei en op den weg of in het bosch altoos maar te schil deren. Dat lijkt mij een vreemd, een onman nelijk werk voor e enman 1 Maar hij deed het Mr. Donaldson noemden ze hem. Mr. John Donaldson en hij maakte het hof aan Miss Antonia ze was mooi genoeg om bij een koning in den smaak te vallen. En zij nu, ze zeggen dat ze nooit oogen had voor iemand anders nadat zij hem eenmaal gezien had; eens op een zomermorgen voordat de zon op was, sloop zij het huis uit en ging met hem naar Londen. En daar zeggen ze dat ze getrouwd zijn." „Maar waarom was het zoo'n geheimzin nige geschiedenis?" vroeg Harding. „Waar om is die Mr. Donaldson niet op een fatsoen lijke publieke manier getrouwd?" „Ja, dat hadden wij allemaal wel willen weten." Jonadab schudde het üoo: weder en zijn oogen werden ernstiger. „Als alles in orde was zooals het wezen moest, waarom ging hij dan niet eerst naar het huis van mijnheer Donaldson en trouwden ze niet netjes in de kerk waar Antonia en al de kin deren gedoopt waren? Waarom maakte hij afspraakjes met haar op de heid. of in het bosch inplaats van haar Te ontmoeten in den tuin van hapr vader, zooals het een jong meisje betaamt? Er was iets wat men vreemd kan noemen in dat heele huwelijk, iets dat wij nooit konden begrijpen. Maar één ding is zeker en gewis, en ik kan er u mijn woord op geven en een eed doen en dat is dit: Miss Antonia was zoo onschuldig als een pas ge boren kind, ze dacht niet aan kwaad. Ie had haar hoofd opgevuld met verhalen en wat ze noemen romans en ze had den grond liefwaar de man zijn voeten op zette en wat hij haar vertelde scheen waar en goed in haar oogen Maar als zij gezondigd heeft, zij heeft het buiten haar weten en zonder het te willen ge daan. Daar zou ik voor ieder rechtbank op willen zweren." „En is Miss Antonia nooit teruggeko men „Neen, ze is nooit teruggekomen. Mr. Mer ring was een hardvochtig man, hij had ge zegd cUt zij nooit meer een voet in huis mocht zetten en dat gebeurde ook niet. En toen is er een van zijn dochters gestorven, en zijn vrouw is gestorven en hij scheen den moed te verliezen en is zelf ook gestorven en de twee andere dochters gingen daarna ook weg en de plaats werd verkocht en niemand hier op het dorp heeft ooit meer iets van hen gehoord behalve de Vicar, hij hoorde, tien jaar daarna, het mag negen geweest zijn, ik kan het mij niet precies meer herinneren. Do- miné hoorde vertellen dat Miss Marion ge trouwd is. Maar wij hebben haar nooit weer gezien, Diet sedert zij een klein meisje was met los hangend haar." „De pastorie is zeker dat huis aan den an deren kant van de kerk?" vroeg Hardin, wijzende naar een grijs huis tuscshen boomen. „Dat is de pastorie; en dominé zal u het zelfde vertellen wat ik u verteld heb. Ik ge looi niet dat hiji er meer van weet dan ik." ven overhandigde, waarin wordt gezegd, dat de thans in de havens der geassocieerden lig gende Nederlandsche schepen niet geheel overeenstemmen met de scheepsruimte, welke men., volgens dte bepalingen der ontworpen algemeene overeenkomst, had gehoopt in gebruik te kunnen nemen. De in Nederland aanwezige en zich op weg naar Nederland bevindende schepen zouden de scheepsruimte,te boven gaan, die voor den invoer van Nederland en zijn kolo niën noodig is, gelijk op grond der oor spronkelijke scheepvaartvoorstellen, welke de Nederlandsche vertegenwoordigers met voorbehoud goédkeurden, was berekend. Wanneer aan den anderen kant aan de re geeringen der geassocieerden overtuigend werd aangetoond, dat dit niet het geval is, zouden zij een eventueel tekort van- de in Nederland ter beschikking staande scheeps- ruiimte dekken, op grond van de verschil lende voorstellen der algemeene overeen komst, die op het gebruik en de verdeeling der Nederlandsche scheepsruimte betrek king hebben, en wel zoodra de Nederland sche rëgeering haar definitieve cijfers van de zich in of op weg naar Nederland be vindende scheepsruimte mededeelt. De Koln. Ztg. merkt hierbij verder op, dat men dus van de zijde der geassocieerden een poging doet om de Nederlandsche regee ring te dwingen tot het afgeven van een deel der zich nog in Nederlandsche havens bevindende en daardoor aan de greep der Entente onttrokken scheepsruim fe. Hoe groot dit deel zal zijn, zou Nederland niet volgens zijn behoeften de vrijheid hebben te bepalen, maar wil Engeland met zijn bond- genooten- den Nederlanders voorschrijven. Hier betreft het dus niet het door onze te genstanders dikwijls aangevoerde recht der oorlogvoerenden zich van zulke midde len der onzijdigen te bedienen, welke zich in de macht der oorlogvoerende partij be vinden, maar heeft men te doen met open lijk erkende poging inbreuk te maken op Nederlandsche souvereine rechten en een niet in aanmerking nemen der Nederland sche zelfstandigheid. Het Engelscn-Amerikaansche optreden besluit het Duitsche blad wordt dus schaamteloos en openlijk ook ontdaan van zijn tot nu toe behouden schijn van recht. De Koln. Ztg. is overtuigd, dat de Ne derlandsche regeering op deze inbreuk een passend antwoord' zal geven. DE HUURO-PZEGG INGlSWET. In verband met het door den Haagschei Huurdersbond aan H. M. de Koningin in gediende adres heeft de minister van justitie in diens kabinet met den voorzitter van ge noemden Boud een onderhoud gehad. Z.Ex. gaf allereerst de geruststellende mededeeling dat de afkondiging der opzeggingswet over enkele dagen zal plaats hebben. Énkele alge meene maatregelen van bestuur moeten in verband met de invoering nader worden uit- gewuiii. Tem aanzien- van de door den Bond van Huiseigenaren ingestelde nieuwe contrac ten, in weike contracten onder meer ook na der n te voeren belastingverhoogingen en andere kosten, welke tot heden voor rekening der verhuurders kwamen-, op de schouders der huurders werden gelegd-, gaf de minister als zijn persoonlijk inzicht te kennen, dat al der gelijke bijzondere verhoogingen, op grond van de ieeds geldende Huu rcommissiewet, met welke wet thans de Huuropzeggingswet in contact is gebracht, door de nuurcommissic als verhoogingen oer huishuur zullen wor den gerekend, Daar de wet in elk opzicht de huurders in de tegenwoordige tijdsomstandig heden beschermt, was de minister van oordeel Harding wachtte nog een oogenblik om de gekwetste gevoeligheid van den ouden man tot bedaren te brengen en hem cm geldstuk in de hand te drukken; toen ging hij op weg naar het huis waar op een wil lick „Paato- rie" te lezer, stond. Maar zijn onderhoud met Mr, Tompson, den grijzen predikant, bracht hen niet veel verder dan het. verhaal van Jo nadab hem gebracht had. De oude doorgra ver had niet meer dan de waarheid gezegd toen hij beweerde dat de predikant niet meer van de Merring en huu geschiedenis afwist dan hij. zelf. „Neen, Ik wou dat ik u helpen, kon." zei Mr. Thompson toen de twee mannen in de prettige studeerkamer zaten met boekenkas ten langs de wanden en toen Harding heft doel van zijn komst had verklaard; „een feit is het dat niemand, zelfs niet Mr. Merring zelf veel van dat geval van Antonia afwist. Haar vader kwam zeer spoedig nadat hij haar brief ontvangen had bij mij en vertelde mij dat ze weggeloopen was met een' zeke ren mijnheer Donaldson en met hem ge trouwd was. Merring was woedend als een volslagen krankzinnige. Het kostte mij de grootste moeite hem wat te kalmeeren. En niets, wat ik ook zei, geen enkele overre ding die ik gebruikte, kon hem er toe bren gen haar vergiffenis te schenken of haar ooit meer in zijn huis te laten. Noch haar moe der, noch ik, noch iemand anders kon hem maar eenigszins zachter stemmen." „En de man, die Mr. Donaldson? Wist niemand iets van hem af? Wie hij was, waar hij thuis hoorde? Heeft Mr. Merring geen stappen gedaan te weteü te komen of zijn dochter wettig getrouwd was? Om iets om trent den man te ontdekken1, die haar weg gevoerd had?" „Antonia's vader was een man van een eigenaardig gemoed en temperament," ant- dat zelfs voor hen, die dergelijke contracten reeds onder den drang der omstandigheden hebben geteekend, zeer zeker een beroep op de huurcommissie vrucht zal dragen. Mede in verband met de laatste dagen plaats hebben de handelingen om woningen zoogenaamd „gestoffeerd" te verhuren, was Z. Excellentie van oordeel, dat ook dergelijke handelingen krachtens beide wetten afdoende kunnen wor den bestreden'. Voorts wees de minister er on der meer op, dat, waar de kantonrechters al» zelfstandige magistraten oordeelen, zijner zijds geen clementie kan worden' bepleit voor gevallen van urgenten aard, waarin bijvoor beeld reeds uitzetting dreigt, doch naar het oordeel van den min:ster in deze ook door da kantonrechters in het algemeen wel terdege met den noodstand zal worden rekening ge houden. Overigens wees de minister nog op de door den- minister van binnenlandsohe zaken toegezegden aanbouw die van zeer ingrijpend karakter zal zijn. Tevens kon de minister mededeelen, dat in het bijzonder de steunregeling, door het Ko ninklijk Nationaal Steuncomité te verleenen, aan hen, die bedrijfsschade lijden, de volla aandacht van Hare Majesteit heeft. De door den Haagschen Huurdersbond in te ^tellen Woning-arbitrage commissies, ter voorko ming van geschillen- bij den belangrijken da tum van 1 Mei aanstaande, achtte Z. Ex. eea zeer noodigen- en nuttigen maatregel, in ver band met de vele werkzaamheden der huur- commissies. Opdrijving van koopprijzen werd naar 's ministers oordeel door bei-de wetten voldoende beperkt, daar in geen geval met sterk opgedreven verkoopsprijzen, bij huur- prijsgesdullen kan worden rekening gehou den. Bi} gevallen van zoogenaamd zelfbewo- ningsrecht en dat door bloedverwanten van den eigenaar geeft het oogenblikkelijk huur- dersbelang den doorslag. Uitbreiding der huurcommissiën zal in verband met den toe- nemenden arbeid, door Gedeputeerde Staten wel naar gelang der omstandigheden plaat» hebben. DISTRIBUTIE VAN -KAAS EN BOTER. Naar de Tel. verneemt, kan binnen eenige dagen een ministerieele beschikking tegemoet worden gezien, waarbij kaas wordt opgeno men in de distributie, riet ligt tevens in het voornemen) tot inventarisatie der kaasvoorra- den over te gaan. De aanmaak van kaas zal dan, behoudens de voor direct gebruik nood zakelijke ontheffingen, verboden zijn. Volgens hetzelfde blad zal binnenkort ook worden overgegaan tot distributie van boter. DE VLEE'SCHDISTRIBUTÏE. Bericht wordt dat het voorloopig vastge stelde rantsoen ad- 2 ons omvat alle vleesch van runderen (kalveren hieronder begrepen), schapen en varkens en alle daarvan bereide producten, waaronder ook valt het artikel „eenheidsworst." BROODKA ARTEN VAN 14 DAGEN. Naar gemeld wordt, zal de duur der nieu we broodkaarten op 14 dagen worden ge bracht. Het dagelijksch broodrantsoen wordt dan dus 200 gram. Berekend wordt, dat op die wijze met den thans beschikbaren voor raad tot den- nieuwen oogst zal kunnen rond gekomen worden. HET VETRANTSOEN DER MILITAIREN. De opperbevelhebber van land"- en zee macht heeft in verband met de heerechende vetschaarschte nader bepaald, dat met ingang van 1 April per man en per dag, aan marga rine, rundvet, reuzel en- plantenvet te zamen woord-de de predikant nadenkend, „en zoo als een muilezel. Wanneer hij een- maai lets in zijn hoofd had, kon niets en nie mand hm daarvan terugbrengen. Zijn vrouw was bang voor hem en ook rijn kin deren. En ik schreef Antonia's tragische fout voornamelijk toe aan het feit, dat zij haar vader niets durfde laten weten van Mr. Donaldson's bestaan, veel minder van haar vriendschap voor hem. Mr. Merring was een streng men. HIJ hield1 niet van jonge men- sciteri; hij nam het kwalijk al»- zij bij hem aan huis kwamen; meer dan eens had' hij de fiolen v <i zijn toorn uitgegoten over An tonia, omdal een eerzuchtige jongeling haar onschuldige attenties bewees op eent garden party. Hij bracht zijn kinderen in verzoeking nem te misleiden, endan verweet hij hun hun gebrek aan vertrouwen en hij; schonk Antonia nooit vergiffenis. Toen zij rijn- hui» verliet, trok hij zijn handen totaal van haar af. Hij wilde van het begin af aan niet dat haar naam genoemd zou worden. Hij ver loochende haar inderdaad' geheel en al. Zij verdween uit zijn leven." „En heeft hij nooit ontdekt of haar huwe lijk wettig was?" „Ja. Datwei. Maar het was moeilijk hem daa'-toe te brengen- Met oneindige moeir lijkheid overreedde ik hem stappen te doen om de waarheid te ontdekken omtrent de wettigheid van het huwelijk, en hij schreef aan Antonia om haar een copie van haar huwelijksacte te vragen. Ik kon er hem niet toe krijgen vriendelijk te schrijven, maar in ieder geval scheen er geen reden om te twijr felen aan de wettigheid van het huwelijk." „En de man? Werd er niets ontdekt om trent hem?" De predikant haalde de schouders op.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1918 | | pagina 1