DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
De strijd in en buiten Europa.
1918
FEUILLETOB.
De gouden sleutel
Ka, 74
Honderd on twinstigate Jaargang
AboBDBinentsprlis bli Yoornltbetallng p. 3 maanden f 1.65, Ir. p. post f 1.90. Bewlisnammsrs 5 ct. AdYortentleprlis 15 ct. p. regel, grootere letters naar plaatsruimte. Br. tr. R.V. Boeit- en Handelsdiokkerll
DONDERDAG i
Berms. Coster 4 Ze., Voordam C 9. Tel. I
28 MAART.
Buitenland.
Binnenland.
De strijd in het Westen duurt voort.
Met onverminderde kracht blijven de Duit-
schers op den breeden frontmuur der gealli
eerden beuken.
De Britsche oorlogscorrespondent Gibbs
doet eenige interessante mededeelingea over
de gevechtsmethode der Duitschers, waaruit
het duidelijk wordt op welke wijze deze, met
uitschakeling van de vermoeidheid der strij
ders, een krachtigen druk konden blijven uit
oefenen.
De vijand, seint Gibbs, heeft sedert Don
derdag alleen halt gehouden om meerdere
divisies aan te voeren en ze voorbij de divi-.
sies te brengen, die door den aanval uitge
put of door ons vuur verstrooid waren. Deze
laatste worden intusschen gereorganiseerd
en nemen rust om vervolgens weer op te
rukken en daarna weer afgelost te
worden door reserves, die zich voort
durend in menigte over het gewonnen ter
rein verspreiden.
Hierdoor en door de geweldige strijd
machten, die het Duitsche legerbestuur tot
zijn beschikking heeft, zijn de Duitschers in
staat om elk voordeel, dat zij behaald hebben
met versche troepen door te zetten.
De Engelschen hebben op verschillende
plaatsen tegen een geweldige ovennacht
moeten vechten. Op vele plaatsen stond zelfs
een vijandelijke divisie tegenover 'n Engelsch
bataljon.
De Engelsche manschappen, die niet tel
kens door andere vervangen konden worden,
hebben zes dagen en nachten aan één stuk
doorgevochten.
Volgens den correspondent was hun ge
zicht afgetobd en verfomfaaid door gebrek
aan slaap, waren hun uniformen stuk ge
scheurd aan prikkeldraad en met modder en
kaik bedekt.
De correspondent zag een kleine afdeeling,
die zoo bek-af was, dat zij. nauwelijks kon
loopen. De soldaten hielden hun handen ais
moede kinderen en leunden tegen elkaar als
dronken mannen, maar toonden zich niet
neerslachtig, omdat tot dusver de krijgskans
tegen hen was geweest.
Interessant zijn ook de mededeelingen van
den Franschen onder-minister van oorlog,
die in de wandelgangen van de Kamer ver
klaarde, dat de Duitschers na de zware ge
vechten, die zij tegen de Engelschen geleverd
hadden, op een machtig Fransch leger stie
ten, dat geheel versch en met licht te be
vroeden offervaardigheid bezield is.
Dit leger is nog geheel intact en tot dus
ver hebben nog slechts enkele onafhankelijke
divisies den voortgang van den vijand ver
traagd. Aan den anderen kant komen geduch
te en ervaren Engelsche reserves op het slag
veld aan, zoodat de terreinwinsten, die de
vijand tot dusver behaald heeft, slechts van
tijdelijken aard zijn.
Dat men in Parijs met bijzonderd-spann ing
de gebeurtenissen op h it slagveld nagaat en
in de grootste onzekerheid leeft, laat zich be
grijpen als men bedenkt, dat de Duitsche le
germachten op minder dan 100 K.M. af-
stands van' de Fransche hoofdstad staan.
Een telegram uit Parijs meldt, dat boule
vards en koffiehuizen hun gewonen aanblik
hebben en de menigte de gebeurtenissen
kalm bespreekt. Dit is echter niet in overeen
stemming met de telegrammen, die er mede-
deeling van doen, dat de tremen die Parijs
verlaten, geheel vol zijn, dat zeer vele bewo
ners de stad trachten te verlaten en door
plaatsgebrek in de treinen dagen te vorm
kaarten genomen moeten worden.
Een blik op de kaart doet ons zien, dat de
Duitschers langs den rechteroever van de
OÏse in de richting van Compiègne oprukken.
Naar het Noorden gaat de opmarsch langs
de Somme in de richting van Amiens.
Wij; meldden gisteren reeds, dat Albert in
Duitsche handen gevallen is. Het officieel
Duitsche avond-communiqué deelt slechts
mede, dat aan weerskanten van de Somme de
legers in langzaam vorderenden aanval zijn.
Het Engelsche communiqué is ditmaal
heel wat uitvoeriger. Heet den dag, aldus
wordt gemeld, is er van ten Z. van Rosières
tot ten N. van Abainzevelle vinnig gevoch
ten. De Duitschers deden tevergeefs pogin
gen om de Engelsche linie ten- Z. van de
Somme binnen te dringen, welke pogin
gen gevolgd werden door zware aanvallen
bij Rosières.
Verder Noordwaarts werd de Engelsche
linie gehandhaafd. Slechts weid deze door
latere aanvallen over korten afstand West
waarts gebogen.
In den sector tusschen Somme en Ancre
is hard gevochten. De Engelschen melden,
dat zij in een tegenaanval het deell hunner
stelling ten' Z. van Albert, waarin de vijand
zich een oogenblik een weg baande, herover
den en een nieuwe aanval geheel terugsloe
gen. Pogingen der Duitschers om hun suc
ces Westwaarts van Albert uit te breiden,
werden verijdeld.
De Ehiitschers kregen er vasten voet in
Abainzevelle, maar overigens streden de
Britten prachtig en brachten den vijand
langs het geheele front zware verliezen toe.
Ook de Franschen maken melding van
verscheidene afgeslagen Duitsche aanvallen.
Het schijnt dus, dat de Duitsche vloedgolf
voor ditmaai weer haar grootsten afstand op
Fransch grondgebied .voortgerold' is.
De slag komt, naar het zich op het oogen
blik laat aanzien, in een phase van stilstand.
Naarmate de offensieve kracht der Duitschers
vermindert, hersteilen de troepen der Geal
lieerden zich.
Het sobe.Berlijnsche avond-communiqué
wijst er wel op, dat de voortgang op dit
oogenblik met groot meer is.
Toch blijft het uiterst gevaarlijk om voor
spellingen te doen en kan de toestand zich
h'eel wel plotseling ten nadeele van een der
partijen wijzigen.
De Geallieerden hebben tijd noodig om
naar het Engelsch
door L G. MOBERLEY.,
30)
„De jonge Merrings!" Harding herinner
de zich plotseling: een vrouw met een bleek
gezicht, stervende, een vrouw in wier oogen
niets dan droefheid te lezen was. „Was dat
■een van die jonge Merrings geweest, die in
'den tuin gespeeld hadden?"
„Het waren meisjes, allemaal meisjes,
mooie, flinke meisjes, zoo mooi als je ze
maar wenschen kon" Men hoorde aan Jo-
nadabs stem dat hij zich nu alles goed her
innerde. „Twee er van stierven toen ze nog
niet eens volwassen waren. Die liggen daar"
weer bewoog hij het hoofd in de richting
van een verren hoek van het kerkhof
„maar twee zijn blijven leven en zijn
vrouwen geworden Antonia, en dat was
de bloem uit den tuin, en
„Antonia?" Harding sloeg met zijn stok
naar een brandnetel. „Die is getrouwd, ge
loof ik?"
„Ze is hier vandaan gegaan toen het jong
ste zusje nog maar een kind was. En Anto
nia zelf ach, ach, ik kan niet zeggen dat
ze nog gekomen was tot wat ze noemen de
jaren des onderscheidsEr zijn niet veel
meisjes hier in de buurt, die niet ver bene
den Antonia stonden. Ze was er een waar
een man naar zou watertanden." Een oogen
blik grinnikte de oude man even, maar hij
was spoedig weer ernstig. „Het was dat
uiterlijk, dat haar ondergang was, kon je
zeggen, voegde hij er bij, „als ze ten min
ste tm pnder gegaan is want niemand
hun reserves op de aangewezen plaats te
krijgen en eiken dag, dat de vijand wordt
opgehouden of geen vooruitgang van betee-
kenis maakt, brengt hun voordeel.
De correspondent van Havas seint van het
slagveld, dat men den indruk krijgt, dat de
krijgskans ten gunste der Geallieerden keert
en het verstrooide evenwicht neiging toont,
zich te herstellen.
Wij kunnen dit overzicht besluiten met de
mededeeling, dat de Keizer nog altijd niet
genezen is van zijn lust om felicitatietele
grammen te versturen.
Ditmaal was de heer Krupp von Bohlen
Halbach de uitverkorene, die een Keizerlijken
gelukwensch in ontvangst heeft mogen nemen.
Zijne Majesteit is namelijk buitengewoon
verblijd met het nieuwe kanon, dat de Parij-
zenaars thans tot wanhoop moet brengen.
„Uw nieuw kanon", aldus de Keizer, „heeft
met de beschieting van Parijs over veel meer
dan 100 K.M. zijn proef schitterend door
staan. U hebt met de vervaardiging van het
stuk geschut aan de lauw eren van Krupp
nieuwe toegevoegd. Daarom betuig ik u en
allen medewerkers lnijn Keizerlijken dank
voor deze verrichting van Duifsdie weten
schap en Duitsche werkzaamheid".
Het blijft slechts te betreuren, dat deze
wetenschap en werkzaamheid uitsluitend in
uitvindingen tot vernietiging van het be
staande- tot uiting komen. De geheele wereld
hoopt van harte, dat de heer Krupp von
Bohlen Halbach de lauweren, die hij, vol
gens den Keizer vergaard heeft spoedig zal
kunnen gebruiken om er een welverdiende
rust op te nemen.
KORTE BERICHTEN.
Duitsche duikbootcn hebben in het Ka
naal en de Iersche 4"e weer 20.000 ton vij
andelijke scheepsruimte in den grond ge
boord.
Uit Moskou wordt gemeld, dat het St
Peterburgsche Telegraafagentschap uit Odes
sa meldt, dat deze stad na een bloedigen
strijd is heroverd door de troepen, die aan de
Oekrainsche sovjets trouw waren gebleven.
Een Reuter-telegram uit Moskou meldt,
dat de Krim, die een deel van de Oekraine
vormt, zich onafhankelijk verklaard heeft. De
Oekrainsche republiek erkent deze verklaring
niet.
De Italiaansche eerste-ininister Or
lando heeft zich naar den Engelschen gezant
begeven 'om hem de verzekering te geven van
de warme sympathie en de innige solidariteit
die het Italiaansche volk op dit oogenblik aan
de Britsche natie bindt,.
Volgens een Reuter-telegram uit St Pe
tersburg maakt de Bolsjewieksche Rada van
de Oekraine melding van successen tegen de
Duitschers behaald.
De Zwarte Zeevloot bombardeerde
Soechem Kale, een haven benoorden Batoexn,
EEN NIEUWE AANSLAG OP ONZE
SCHEEPSRUIMTE?
Naar de Köln. Ztg. volgens Wolff schrijft,
zou Reuter hebben gemeld (ons is een derge
lijk bericht niet bekend), dat de Engelsche
gezant in Dén Haag den Nederlandschen mi
nister van buitenlandsche zaken een schrij-
heeft er ooit het rechte van geweten." Jona-
dab schudde het hoofd en zuchtte. „Er was
geen levende ziel mijlen ver in het ron<i, die
kwaad van Antouia Merring gelooven zou,
maar ze is nooit teruggekomen in het hui»
ven haar vader nadat ze weggeloopen
was met dien schilder."
„Is ze weggeloopen?"
dan een jong meisje, pas achttien, en de man
zag er knap uit en was aardig in zijn spre
ken. Alle vrouwen hielden van hem. Ze noem
den hem mijnheer den schilder. Hij woonde
„Ja, ze is weggeloopen I Maar bedenk
wel, het was nog maar een meisje, niet meer
in de herberg en hij zat uren op de hei en op
den weg of in het bosch altoos maar te schil
deren. Dat lijkt mij een vreemd, een onman
nelijk werk voor e enman 1 Maar hij deed het
Mr. Donaldson noemden ze hem. Mr. John
Donaldson en hij maakte het hof aan Miss
Antonia ze was mooi genoeg om bij een
koning in den smaak te vallen. En zij nu,
ze zeggen dat ze nooit oogen had voor
iemand anders nadat zij hem eenmaal gezien
had; eens op een zomermorgen voordat de
zon op was, sloop zij het huis uit en ging met
hem naar Londen. En daar zeggen ze dat ze
getrouwd zijn."
„Maar waarom was het zoo'n geheimzin
nige geschiedenis?" vroeg Harding. „Waar
om is die Mr. Donaldson niet op een fatsoen
lijke publieke manier getrouwd?"
„Ja, dat hadden wij allemaal wel
willen weten." Jonadab schudde het üoo:
weder en zijn oogen werden ernstiger. „Als
alles in orde was zooals het wezen moest,
waarom ging hij dan niet eerst naar het huis
van mijnheer Donaldson en trouwden ze niet
netjes in de kerk waar Antonia en al de kin
deren gedoopt waren? Waarom maakte hij
afspraakjes met haar op de heid. of in het
bosch inplaats van haar Te ontmoeten in den
tuin van hapr vader, zooals het een jong
meisje betaamt? Er was iets wat men vreemd
kan noemen in dat heele huwelijk, iets dat
wij nooit konden begrijpen. Maar één ding is
zeker en gewis, en ik kan er u mijn woord op
geven en een eed doen en dat is dit: Miss
Antonia was zoo onschuldig als een pas ge
boren kind, ze dacht niet aan kwaad. Ie had
haar hoofd opgevuld met verhalen en wat ze
noemen romans en ze had den grond liefwaar
de man zijn voeten op zette en wat hij haar
vertelde scheen waar en goed in haar oogen
Maar als zij gezondigd heeft, zij heeft het
buiten haar weten en zonder het te willen ge
daan. Daar zou ik voor ieder rechtbank op
willen zweren."
„En is Miss Antonia nooit teruggeko
men
„Neen, ze is nooit teruggekomen. Mr. Mer
ring was een hardvochtig man, hij had ge
zegd cUt zij nooit meer een voet in huis
mocht zetten en dat gebeurde ook niet. En
toen is er een van zijn dochters gestorven, en
zijn vrouw is gestorven en hij scheen den
moed te verliezen en is zelf ook gestorven en
de twee andere dochters gingen daarna ook
weg en de plaats werd verkocht en niemand
hier op het dorp heeft ooit meer iets van hen
gehoord behalve de Vicar, hij hoorde, tien
jaar daarna, het mag negen geweest zijn, ik
kan het mij niet precies meer herinneren. Do-
miné hoorde vertellen dat Miss Marion ge
trouwd is. Maar wij hebben haar nooit weer
gezien, Diet sedert zij een klein meisje was
met los hangend haar."
„De pastorie is zeker dat huis aan den an
deren kant van de kerk?" vroeg Hardin,
wijzende naar een grijs huis tuscshen
boomen.
„Dat is de pastorie; en dominé zal u het
zelfde vertellen wat ik u verteld heb. Ik ge
looi niet dat hiji er meer van weet dan ik."
ven overhandigde, waarin wordt gezegd, dat
de thans in de havens der geassocieerden lig
gende Nederlandsche schepen niet geheel
overeenstemmen met de scheepsruimte, welke
men., volgens dte bepalingen der ontworpen
algemeene overeenkomst, had gehoopt in
gebruik te kunnen nemen.
De in Nederland aanwezige en zich op
weg naar Nederland bevindende schepen
zouden de scheepsruimte,te boven gaan, die
voor den invoer van Nederland en zijn kolo
niën noodig is, gelijk op grond der oor
spronkelijke scheepvaartvoorstellen, welke de
Nederlandsche vertegenwoordigers met
voorbehoud goédkeurden, was berekend.
Wanneer aan den anderen kant aan de re
geeringen der geassocieerden overtuigend
werd aangetoond, dat dit niet het geval is,
zouden zij een eventueel tekort van- de in
Nederland ter beschikking staande scheeps-
ruiimte dekken, op grond van de verschil
lende voorstellen der algemeene overeen
komst, die op het gebruik en de verdeeling
der Nederlandsche scheepsruimte betrek
king hebben, en wel zoodra de Nederland
sche rëgeering haar definitieve cijfers van
de zich in of op weg naar Nederland be
vindende scheepsruimte mededeelt.
De Koln. Ztg. merkt hierbij verder op,
dat men dus van de zijde der geassocieerden
een poging doet om de Nederlandsche regee
ring te dwingen tot het afgeven van een
deel der zich nog in Nederlandsche havens
bevindende en daardoor aan de greep der
Entente onttrokken scheepsruim fe. Hoe
groot dit deel zal zijn, zou Nederland niet
volgens zijn behoeften de vrijheid hebben te
bepalen, maar wil Engeland met zijn bond-
genooten- den Nederlanders voorschrijven.
Hier betreft het dus niet het door onze te
genstanders dikwijls aangevoerde recht
der oorlogvoerenden zich van zulke midde
len der onzijdigen te bedienen, welke zich
in de macht der oorlogvoerende partij be
vinden, maar heeft men te doen met open
lijk erkende poging inbreuk te maken
op Nederlandsche souvereine rechten en een
niet in aanmerking nemen der Nederland
sche zelfstandigheid.
Het Engelscn-Amerikaansche optreden
besluit het Duitsche blad
wordt dus
schaamteloos en openlijk ook ontdaan van
zijn tot nu toe behouden schijn van recht.
De Koln. Ztg. is overtuigd, dat de Ne
derlandsche regeering op deze inbreuk een
passend antwoord' zal geven.
DE HUURO-PZEGG INGlSWET.
In verband met het door den Haagschei
Huurdersbond aan H. M. de Koningin in
gediende adres heeft de minister van justitie
in diens kabinet met den voorzitter van ge
noemden Boud een onderhoud gehad. Z.Ex.
gaf allereerst de geruststellende mededeeling
dat de afkondiging der opzeggingswet over
enkele dagen zal plaats hebben. Énkele alge
meene maatregelen van bestuur moeten in
verband met de invoering nader worden uit-
gewuiii. Tem aanzien- van de door den Bond
van Huiseigenaren ingestelde nieuwe contrac
ten, in weike contracten onder meer ook na
der n te voeren belastingverhoogingen en
andere kosten, welke tot heden voor rekening
der verhuurders kwamen-, op de schouders der
huurders werden gelegd-, gaf de minister als
zijn persoonlijk inzicht te kennen, dat al der
gelijke bijzondere verhoogingen, op grond van
de ieeds geldende Huu rcommissiewet, met
welke wet thans de Huuropzeggingswet in
contact is gebracht, door de nuurcommissic
als verhoogingen oer huishuur zullen wor
den gerekend, Daar de wet in elk opzicht de
huurders in de tegenwoordige tijdsomstandig
heden beschermt, was de minister van oordeel
Harding wachtte nog een oogenblik om de
gekwetste gevoeligheid van den ouden man
tot bedaren te brengen en hem cm geldstuk
in de hand te drukken; toen ging hij op weg
naar het huis waar op een wil lick „Paato-
rie" te lezer, stond. Maar zijn onderhoud met
Mr, Tompson, den grijzen predikant, bracht
hen niet veel verder dan het. verhaal van Jo
nadab hem gebracht had. De oude doorgra
ver had niet meer dan de waarheid gezegd
toen hij beweerde dat de predikant niet meer
van de Merring en huu geschiedenis afwist
dan hij. zelf.
„Neen, Ik wou dat ik u helpen, kon." zei
Mr. Thompson toen de twee mannen in de
prettige studeerkamer zaten met boekenkas
ten langs de wanden en toen Harding heft
doel van zijn komst had verklaard; „een feit
is het dat niemand, zelfs niet Mr. Merring
zelf veel van dat geval van Antonia afwist.
Haar vader kwam zeer spoedig nadat hij
haar brief ontvangen had bij mij en vertelde
mij dat ze weggeloopen was met een' zeke
ren mijnheer Donaldson en met hem ge
trouwd was. Merring was woedend als
een volslagen krankzinnige. Het kostte mij
de grootste moeite hem wat te kalmeeren.
En niets, wat ik ook zei, geen enkele overre
ding die ik gebruikte, kon hem er toe bren
gen haar vergiffenis te schenken of haar ooit
meer in zijn huis te laten. Noch haar moe
der, noch ik, noch iemand anders kon hem
maar eenigszins zachter stemmen."
„En de man, die Mr. Donaldson? Wist
niemand iets van hem af? Wie hij was, waar
hij thuis hoorde? Heeft Mr. Merring geen
stappen gedaan te weteü te komen of zijn
dochter wettig getrouwd was? Om iets om
trent den man te ontdekken1, die haar weg
gevoerd had?"
„Antonia's vader was een man van een
eigenaardig gemoed en temperament," ant-
dat zelfs voor hen, die dergelijke contracten
reeds onder den drang der omstandigheden
hebben geteekend, zeer zeker een beroep op
de huurcommissie vrucht zal dragen. Mede in
verband met de laatste dagen plaats hebben
de handelingen om woningen zoogenaamd
„gestoffeerd" te verhuren, was Z. Excellentie
van oordeel, dat ook dergelijke handelingen
krachtens beide wetten afdoende kunnen wor
den bestreden'. Voorts wees de minister er on
der meer op, dat, waar de kantonrechters al»
zelfstandige magistraten oordeelen, zijner
zijds geen clementie kan worden' bepleit voor
gevallen van urgenten aard, waarin bijvoor
beeld reeds uitzetting dreigt, doch naar het
oordeel van den min:ster in deze ook door da
kantonrechters in het algemeen wel terdege
met den noodstand zal worden rekening ge
houden. Overigens wees de minister nog op de
door den- minister van binnenlandsohe zaken
toegezegden aanbouw die van zeer ingrijpend
karakter zal zijn.
Tevens kon de minister mededeelen, dat in
het bijzonder de steunregeling, door het Ko
ninklijk Nationaal Steuncomité te verleenen,
aan hen, die bedrijfsschade lijden, de volla
aandacht van Hare Majesteit heeft. De door
den Haagschen Huurdersbond in te ^tellen
Woning-arbitrage commissies, ter voorko
ming van geschillen- bij den belangrijken da
tum van 1 Mei aanstaande, achtte Z. Ex. eea
zeer noodigen- en nuttigen maatregel, in ver
band met de vele werkzaamheden der huur-
commissies. Opdrijving van koopprijzen werd
naar 's ministers oordeel door bei-de wetten
voldoende beperkt, daar in geen geval met
sterk opgedreven verkoopsprijzen, bij huur-
prijsgesdullen kan worden rekening gehou
den.
Bi} gevallen van zoogenaamd zelfbewo-
ningsrecht en dat door bloedverwanten van
den eigenaar geeft het oogenblikkelijk huur-
dersbelang den doorslag. Uitbreiding der
huurcommissiën zal in verband met den toe-
nemenden arbeid, door Gedeputeerde Staten
wel naar gelang der omstandigheden plaat»
hebben.
DISTRIBUTIE VAN -KAAS EN BOTER.
Naar de Tel. verneemt, kan binnen eenige
dagen een ministerieele beschikking tegemoet
worden gezien, waarbij kaas wordt opgeno
men in de distributie, riet ligt tevens in het
voornemen) tot inventarisatie der kaasvoorra-
den over te gaan. De aanmaak van kaas zal
dan, behoudens de voor direct gebruik nood
zakelijke ontheffingen, verboden zijn.
Volgens hetzelfde blad zal binnenkort ook
worden overgegaan tot distributie van boter.
DE VLEE'SCHDISTRIBUTÏE.
Bericht wordt dat het voorloopig vastge
stelde rantsoen ad- 2 ons omvat alle vleesch
van runderen (kalveren hieronder begrepen),
schapen en varkens en alle daarvan bereide
producten, waaronder ook valt het artikel
„eenheidsworst."
BROODKA ARTEN VAN 14 DAGEN.
Naar gemeld wordt, zal de duur der nieu
we broodkaarten op 14 dagen worden ge
bracht. Het dagelijksch broodrantsoen wordt
dan dus 200 gram. Berekend wordt, dat op
die wijze met den thans beschikbaren voor
raad tot den- nieuwen oogst zal kunnen rond
gekomen worden.
HET VETRANTSOEN DER
MILITAIREN.
De opperbevelhebber van land"- en zee
macht heeft in verband met de heerechende
vetschaarschte nader bepaald, dat met ingang
van 1 April per man en per dag, aan marga
rine, rundvet, reuzel en- plantenvet te zamen
woord-de de predikant nadenkend, „en zoo
als een muilezel. Wanneer hij een-
maai lets in zijn hoofd had, kon niets en nie
mand hm daarvan terugbrengen. Zijn
vrouw was bang voor hem en ook rijn kin
deren. En ik schreef Antonia's tragische
fout voornamelijk toe aan het feit, dat zij
haar vader niets durfde laten weten van Mr.
Donaldson's bestaan, veel minder van haar
vriendschap voor hem. Mr. Merring was een
streng men. HIJ hield1 niet van jonge men-
sciteri; hij nam het kwalijk al»- zij bij hem
aan huis kwamen; meer dan eens had' hij
de fiolen v <i zijn toorn uitgegoten over An
tonia, omdal een eerzuchtige jongeling haar
onschuldige attenties bewees op eent garden
party. Hij bracht zijn kinderen in verzoeking
nem te misleiden, endan verweet hij hun
hun gebrek aan vertrouwen en hij; schonk
Antonia nooit vergiffenis. Toen zij rijn- hui»
verliet, trok hij zijn handen totaal van haar
af. Hij wilde van het begin af aan niet dat
haar naam genoemd zou worden. Hij ver
loochende haar inderdaad' geheel en al. Zij
verdween uit zijn leven."
„En heeft hij nooit ontdekt of haar huwe
lijk wettig was?"
„Ja. Datwei. Maar het was moeilijk hem
daa'-toe te brengen- Met oneindige moeir
lijkheid overreedde ik hem stappen te doen
om de waarheid te ontdekken omtrent de
wettigheid van het huwelijk, en hij schreef
aan Antonia om haar een copie van haar
huwelijksacte te vragen. Ik kon er hem niet
toe krijgen vriendelijk te schrijven, maar in
ieder geval scheen er geen reden om te twijr
felen aan de wettigheid van het huwelijk."
„En de man? Werd er niets ontdekt om
trent hem?"
De predikant haalde de schouders op.