DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
J. LlekelRS Oehles,
Do strijd in en buiten Europa.
No. 78
Honderd en twinstigste Jaargang
1918
DONDERDAG
4 APRIL.
FEUILLETOa.
De gouden sleutel
Abonnementsprlis bli vooruitbetaling p. 3 maanden 11.65, fr. p. post f 1.90. Bewlisnnmmers 5 ct. Advertentieprijs 15 et. p. regel, grootere letters oaar plaatsruimte. Br. Ir. NA Boek- en Handelsdrnkkeril Harms. Coster A Ze., loordam C 9. Tel. 3»
illil UU Uil «sik
ZOLEN en HAKKEN (groote) f 0 81.
(kleine) f 0.TO.
Magazijn „PERFECT",
Buitenland.
Binnenland.
Wilton- en
Tapis Belp-
Karpetten.
5
Wij maakte#" gisteren in het kort reeds mel
ding van een rede van graaf Czernin, den
Oostenrijksch-Hongaarschen minister van
buitenlandsche zaken.
Nu wij in latere telegrammen zijn geheele
rede overzien kunnen, willen wij niet pala
ten eenige interessante deelen daarvan aan
een korte bespreking te onderwerpen.
Het is van algemeene bekendheid, dat de
monarchie hard naar den vrede verlangt en
dat Oostenrijk-Hongarije geen politiek van
annexab'es wenscht te volgen.
De Centralen zijn in het Oosten overwin
naars gebleven en niemand zal het de monar
ch'e kwalijk nemen', dat zij Roemenië, waar
door zij1 verraderlijk werd aangevallen, thans
eenige voorwaarden stelt waardoor de bedrei
ging van die zijde in de toekomst voor het
keizerrijk minder groot zal zijn.
Bij de nieuwe grensregeling blijkt echter
weer hoe veel voorzichtiger de monarchie te
werk gaat daü haar Duitsche bontgenoot,
hoe zij er nauwlettend voor zorg draagt, dat
geen toestand geschapen wordt, die binnen
weinige jaren tot nieuwe oorlogen 2ml aanlei
ding geven.
Ik wil, aldus heeft Czernin gezegd, geen
oude wonden' openrijten', maar het was mijn
plicht, de grenzen der monarchie tegen over
vallen van dergelijken aard in de toekomst te
beschermen. De veiligste waarborg zijn dan
ook toekomstige internationale overeenkom
sten, die den oorlog verhinderen, maar op 't
oogenblik, nu bij niemand nog de ernstige
wil voorzit daartoe over te gaan, is grens-
rectificatie'het eenige mogelijke.
Graaf Czernin heeft er op gewezen, dat de
staten na den oorlog de financieele uitputting
nabij zullen zijn en hoe daaruit noodwendig
een algemeene beperking der bewapening
moet voortvloeien. Thans streeft Oostenrijk-
Hongarije er naar ten opzichte van Roemenië
in de toekomst een verhouding van vriend
schappelijke nabuurschap te scheppen en is
er, volgens Czernin, angstvallig op uit om
Roemenië, dat in Bessarabië veel meer kan
winnen dan het in dezen oorlog verloren
heeft, niets af te nemen waardoor een voort
durende doorn zou kunnen blijven steken in
de Roemeensche volksziel.
Ik wenscb, aldus de minister, dat de wond
die deze oorlog aan Roemenië heeft toege
bracht wederom zal heelen en toegroeien.
Hoeveel sympathieker doet ons een derge
lijke handelwijze aan dan het Duitsche optre
den ten opzichte van de overwonnen deelen
van het vroegere Russische Czarenriik.
Graaf Czernin deed nog eenige interessan
te mededeelingen aangaande den voedseltoe-
voer uit de Oekraine en vertelde, dat de aan
de landen van den Vierbond volgens het ver
drag te leveren graanhoeveelheden minstens
een millioen ton zullen bedragen. Het zal
echter heel moeilijk zijn deze hoeveelheden
geleidelijk over de grenzen te brengen Roe
menië zal ook den voedselnood der Centralen
helpen lenigen en zendt uit den oogst van
het vorige jaar aanzienlijke restanten, terwijl
onmiddellijk 800.000 schapen en 100.000
varkens gezondeh zullen worden.
33)
naar het fngelsch
door 1 O MOBERLBY.
„Heel gelukkig. En mijn nieuwe vrienden
te TOrpsley gaven mij 'een gevoel of ik ze
jaren gekend had. O heerl ik laad haast tets
vergeten." Hilary sprong van haar stoel op
«1 nam een klein pakje van de tafel, „dit
móest ik aan u geven van een dame die zei
dat ze een oude vriendin van u was. Ze
heeft het mij uitdrukkelijk gevraagd."
„Een oude vriendin van mij?" Harding
nam het pakje aan dat" zij hem toestak en
keek haar vragend aan,
„Ja mevrouw Redbum. Ik héb haar al
genoemd in mijn brief aan 11. Ik geloof dat
het het móóiste merisch is dat ik ooit gezien
heb," zei Hilary en zij vroeg zich af waarom
de oogen van haar toehoorder opeens koud
werden en hard „als blauw marmer" dacht
zij en waarom zijn mond zich sloot tot
een harde lijp. „Ik ben mee geweest naar het
klooster toen mijnheer Dunbar haar portret
maajcte en zij wist dat u mijn voogd was
en vroeg of ik u dit wou geven. Het was te
te^r, zei ze, om het met dé post te zenden.
Hilary stamelde een weinig oij de- laatste
woorden door de strenge uitdrukking, dié
zi h eensklaps op Harding's gezicht vertoon
de, de merkwaardige hardheid en koelheid
die den man ineens scheen te bevangen, en
ook zijn stem klonk scherper en killer toen
lui het pakje van haar aannam, zeggende:
„Dank je. ja, ik heb mevrouw Redbum een-
De minister wees er op hoe na den oorlog
wanneer ia geheel Europa de voedsel-
schaarschte zich geducht zal doen gevoelen,
de Centralen er met hun korenschuren in de
Oekraine en Roemenië beter voor zullen staan
dan hun vijanden, wi«r gdjssyaruimte groo-
tendeeks verakrigd is.
Inderdaad, wanneer wij nagaan hoe Enge
land voornamelijk er alles op gezet had om
met zijn machtige vloot de Centralen door
uithongering tot toegeven te dwingen, dan
kunnen wij niet anders dan constateeren, dat
in den loop der tijden het wapen zich keerde
tegen wie het gebruikte.
De blokkade-ring is verbroken, de Centra
len beschikken over de voorraadschuren van
de Oekraine en Roemenië en in de rijken der
Geallieerden wordt het gebrek aan scheeps
ruimte en daardoor de te geringe voedsel-
toevoer met den dag sterker gevoeld.
Was dit niét zoo, het trotsche Albion, zou
zich niet vernederd hebben tot roof van on
zijdige scheepsruimte.
Zeer sympathiek heeft graaf Czernin over
annexaties gesproken. Hij vindt het drijveu
daarnaar geheel verkeerd, daar dergelijke
gebiedsuitbreidingen allerminst een verster
king van het rijk beteekenen. Ook tegenover
Servië en Montenegro wil de monarchie na de
militaire verovering een moreele overwin
ning behalen.
Oostenrijk-Hongarije wenscht een algemee-
nen vrede, maar slechts een eervollen en niet
een vrede tot eiken prijs en het drijven van
hen, lie een vrede tout prix verlangen,
zoowel als van de annexionisten, kan den
oorlog slechts verlengen.
Graaf Czernin is er krachtig voor opgèko
men het bondgenootschap met Duitschland
niet te ongelegener tijd ontrouw te worden
en hij deed een beroep op alle volksleiders
en volksvertegenwoordigers om den staat niet*
door, het verwekken van binnenlandsche on-
eenigheden te verzwakken én daardoor den
strijd op het slachtveld noodeloos te rekken.
Zij, die op een overwinning der Entente ho
pen, ten einde daardoor hunne politieke doel
einden te verwezenlijken, aldus Czernin, ple
gen hoogverraad en hierop vestigen onze vijL
anden hun laatste hoop om den oorlog te
kunnen voortzetten.
Wij moeten thans nog even terugkomen op
hetgeen we gisteren reeds kortelings mede
deelden betreffende de vraag van den Fran-
schen premier Clemenceau vóór het offensief
in het Westen aan de monarchie gedaan. Cle
menceau heeft, en men kan gerust aannemen
in overleg met zijn bondgenooten, toen aan
Oostenrijk-Hongarije de vraag gesteld of en
op welken grondslag de monarchie tot onder
handelingen bereid was.
Het gold hier dus een rechtstreeksche po
ging om Oostenrijk van zijn bondgenoot af
vallig te maken en dan verdient zeef zeker
het Oostenrijksche antwoord eenige bewonde
ring, waar dit toch inhield, dat de monarchie
zijn bondgenoot in deze beteekenisvolle da
gen niet in den steek zal laten.
Oostenrijk-Hongarije wil niets liever dan
den vrede met de Geallieerden, maar het
maal gekend. Maar ik zou haar ternauwer
nood een vriendin kunnen noemen."
Er was.in zijn toon zulk een bijtend sar
casme, dat Eïilary hem met groote, verschrik
te oogeu aanzag en terug deinsde naar de
tafel.
„Het is best hoor. Ik zal je niet bijten,"
zei Harding met een scherpen lach; „ik was
alleen ach, eigenlijk amuseerde het mij
dat mevrouw Redbum zich voordeed als
plofte
eindelijk stak hij het ongeopend in zijn zak.
Zijn gelaat was nog even koud en hard toen
de deur openging en Austice binnen kwam;
haar komst scheen een plotselinge warmte
te brengen in een gedrukte atmosfeer.
„Ik kom u beiden inviteeren te komen thee
drinken in de zitkamer," zei ze vroolijk, „dat
is een opgewekter kamer dan deze, ofschoon
de meubels Queen Victoria stijl zijn En u
hoeft niet te peggen, dat u een doktersaf
spraak hebt «en onmogelijk blijven kunt,"
ging zij voort, toen zij zag dat Harding den>
mond reeds open deed om wat te zeggen. „U
kunt na de thee naar die afspraak gaan,
maar eerst thee drinken." De harde lijnen op
het gezicht van den dokter ontspanden zich
een weinig, zijn oogen leken minder op
blauw marmer en er kwam een meer men
schel ijke uitdrukking in terug. Hij glimlach
te zelfs wel een weinig geforceerde gliim-
lach. Al deze dingen, merkte Austice zeer
goéd op, maar ze toonde niet iets abnor
maals m den toestand te hebben gezien en
praatte voort met haar zachte, aangename
stem, terwijl zij Hilary en haar voogd mee
steunt den Duitscfaen eisch, dat geen Duitsch
gebied, ook niet E Izas-Lotharingen, zal afge
scheurd worden.
Dat nu achtte Clemenceau onaannemelijk
en hieruit blijkt wel, dat de strijd van Fran-
sche en in het algemeen van Geallieerde zij
de in hoofdzaak nog over het rij&sland zal
gaan.
Elzas-I.otharmgen is het struikelblok-
En wel een zeer moeilijk struikelblok, want
ten opzichte van België, Servië en andere ge
bieden moge een overeenkomst mogelijk zijn,
ten opzichte van Elzas-Lotharingen is er
geen schikking te verwachten.
Het blijft Duitsch of het wordt Fransch,
maaf slechts door een militaire overwinning.
Waar er bij het uitbreken van den oorlog
nog van geen Elzas-Lotharingsche kwestie
sprake was, waar eerst gedurende den strijd
van Fransche zijde de wensch is uitgesproken
zich de omstandigheden ten nutte te maken,
door nu ook Elzas-Lotharingen weer van het
Duitsche rijk los te scheuren, daar blijkt, dat
het al dan niet terug krijgen van het rijkstand
voor Frankrijk allerminst een levenskwestie
kan genoemd worden,
En om deze begeerte naar bezit, naar een
landstreek die na een tijdperk van zeven en
veertig jaren reeds een geheel Duitsch karak
ter heeft gekregen, wordt in Frankrijk thans
de strijd met verwoedheid voortgezet.
Is er dan niemand, die bedenk: hoe juist,
het opnieuw losscheuren van het - rijkstand
een eventueel verslagen Duitschland tot een
revanche-strijd ia de naaste toekomst zal
prikkelen?
En bovendien, bedenkt men van Geallieer
de zijde wel goed hoe op het oogenblik de
stand van het krijgsbedrijf is?
De Centralen mogen den frontmuur der
Geallieerden nog niet doorstooten hebben,
dit neemt niet weg, dat de blokkade-ring ia
het Oosten verbroken is, dat zij in Oost Eu
ropa als overwinnaars <it het strijdperk zijn
getreden en dat in 't Westen hun troepen op
vijandelijk gebied staan'en juist dezer dagen
de troepen hunner tegenstanders eenige tien
tallen kilometers dichter naar de Fransche
hoofdstad hebben gedrongen.
Inderdaad, Frankrijk staat er op dit oogen
blik niet zoo schitterend voor om naar belle
ven de stukken Duitsch gebied aan te wij
zen die het zich toegewezen wenscht te zien.
Uit het afbreken der Qostenrijksch-Fran-
sche onderhandelingen, uit geheel Clemen-
ceau's handelwijze tegenover graaf Czernin
blijkt wel, dat men in Frankrijk de herove
ring van Elzas-Lotharingen nog niet loslaat.
En waar zelfs de meest gematigde in de
rijken der Centralen de teruggave van het
rijksland na zeven en veertig jaren bezit on
mogelijk noemt, blijft er geen andere oplos
sing dan door te vechten tot Duitschland ver
slagen, of, wat op dit oogenblik waarschijn
lijker lijkt, Frankrijk in een toestand komt,
dat men van verdere pogingen tot herovering
van Elzas-Lotharingen noodgedwongen zal
afzien.
De strijd in het Westen geeft ons voor dit
maal geen aanleiding tot uitvoerige bespre
king.
De artilleriestrijd voornamelijk tusschen
naar boven nam. De namiddagzon stroomde
de groote ontvangkamer binnen, in het zach
te lacht verloor de kamer iets van haar fel
heid en weinig harmonie in kleuren, en zag
er aardiger uit dan gewoonlijk.
„Ik heb werkelijk een afspraak om half
zes," zei Harding toen hij had plaats ge
nomen in den armstoel tegenover Austice en
de theetafel; en ik ben volstrekt geen thee
drinker."
„De patiënt moet maar zorgen in leven te
blijven totdat u vrij is om naar hem toe te
gaan," zei Austice vroolijk. „En het is altijd
een wijs plan om met gewoonten te breken!
Als u er een regel van maakt, 's middags
voor thee te bedanken, dan zal voor één
maal de middagthee heel goed voor u zijn.
Ik houd niet van menseden die zeggen dat ze
nooit dit en nooit dat doen. Ze worden vol
maakte fossielen. Maar waar is Hilary?" Zij
keek om zich reen „Misschien, heeft alles
wat u haar verteld hebt, haar waf overstuur
gemaaktze zal dadelijk wel komen."
„Ik vrees dat het heel hard voor haar was
om te hooren en het is een groote teleurstel
ling voor haar dat er niets aan het lichf is
gekomen over de familie van haar vader.
Ik ben bang dat mijnheer Donaldson een
mauvais sujet geweest ils en dat het maar
goed is dat. zijn persoon en zijn geschiede
nis in genadige vergetelheid geraakt zijn."
Hardings toon was sarcastisch. Austice keek
hem aan met een bijna moederlijke teeder-
heid in de oogen.
„Ik geloof dat u zelf vandaag- overhoop
ligt met dé wereld, is het niet zoo?" zei ze,
voelende dat zij ziëh op gevaarlijk terrein
begaf, een terrein waarop zij zich nog niet
Montdidier en Lassigny is nog vrij levendig,
maar overigens bleef een betrekkelijke rust
langs het geheele front gehandhaafd.
Slechts dient nog gemeld, dat in den loop
van 31 Maart en 1 April, naar van Fransche
zijde thans gemeld wordt, Fransche luchlj-
eskaders meer dan 12000 K G. bommen wier
pen op de spoorlijnen en kantonnementen van
Ham, Cbauny en Noyon.
Is hef U bekend, dat de
hoewel VIJF maai foedkooper, eek
nog dusir^arrï&r 2dan de tegen
woordige leeren lolen?
Onderzeilen GRATIS.
Zonder eenige bijkomende kosten.
MAGDALENENSTRAAT fi.
KORTE BERICHTEN.
Volgens een Reuter-telegram zijn op 9
Maart 191,7, in het gevangenkamp te Bran
denburg eert zevental krijgsgevangenen ver
brand doordat zij zich in ccn kleine gevan
genis bevonden waarin brand uitbrak en de
schildwacht hen belette door een venster te
ontvluchten.
De Times verneemt uit Petrograd, dat
de Finscbe Witte Qarde nu oprukt naar Kem
aan de Westkust van de Witte Zee met het
doel den noorderspoorweg af te snijden.
De Russische regeering heeft gelast, dat
de demobilisatie van alle legers, die deel heb
ben genomen aan den oorlog tegen Duitsch
land den l2en April beëindigd moet zijn
De correspondent van dé Morning Post
te Washington beweert, dat president Wilson
weldra 'een voorstel zal doen cm aan Jul-
garije den oorlog te verklaren.
De Fransche onderstaatssecretaris
Ignac verklaarde, dat de toestand op het
slachtveld bevredigend was.
De correspondent van de Daily Tele
graph bij het Britsche front in Frankrijk
seint, dat de Duitschers in den volgeiidén
slag zullen staan tegenover onvermoeide
mannen met evem groot vastberadenheid als
die, welke den eersten stormloop doorstonden
Van Fransche zijde wordt gemeld, dat
een der Duitsche ver-dragend kanonnen,
welke Parijs beschieten, uit elkaar is gespron
gen
Men meldt uit Konstantmopel, dat ter
O. van den Jordaan de Britsche troepen een
nederlaag leden.
HET PROTEST DER NEDER-
LANDSCI IE REGEERING.
Reute seint uit Washington, c.d. 2 April
De Nederlandsche gezant heeft Dinsdag
volgens instructies uit den Haag op her'de
partement van buitenlandsche zaken te Was
hington een formeel protest tegen de inbeslag
neming der Nederlandsche schepen door de
Prima.
RIDDERSTRAAT 15.
Alkmaar.
Vereenigde Staten ingediend. De protest-nota
is gelijkluidend met het te 's-Gravenhage ge
publiceerde.
INBEZITNEMING VAN DEN OOGST.
De minister van landbouw brengt ter ken
nis, dat het in de bedoeling ligt van den oogst
1918 niet alleen die gewassen in bezit te ne
men, welke in het vorige jaar reeds werden
gevorderd, of waarvoor reeds maximum-prij
zen zijn vastgesteld, doch ook alle andere
producten, die voor inbezitneming geschikt
zijn.
Wiet name zal dat o. a. gelden van alle
soorten land- en tuinbouwzaden, tabak en
hennep.
Bij deze inbezitneming zal een redelijke
prijs worden vergoed. Met abnormaal hooge
productiekosten als te hooge tandhuren,
buitengewone arbeidskosten enz. zal eehtei
geen rekening vébrden gehouden.
UITVOER VISCH VERBODEN.
Bij Kon. Besluit is onder intrekking van
vroegere besluiten verboden de uitvoer van
alle visch, met uitzondering van week- en
schaaldieren.
De uitvoer van week- en schaaldieren ia
verboden met ingang van 15 April.
DE NOOD EN DE VREEMDELINGEN.
Op de schriftelijke vragen van het lid van
de Tweede' Kamer, de heer Van Veen betref
fende de voeding van hier te lande verblijven
de krijgsgevangenen, heeft de minister van
Buitenlandsche Zaken het volgende geant
woord:
Toen de Nederlandsche regeering zich be
reid verklaarde tot liet einde van dén oorlog
hier te lande een aantal Britsche en Duitsche
krijgsgevangenen (tot een maximum van
16.000) te interneeren, verklaarden de Duit
sche en de Britsche regeering zich bereid aan
de Nederlandsche regeering te verschaffen,
naarmate de behoefte daaraan zou blijken,
het nooelige materiaal voor den bouw en het
onderhoud van interneeringskampen, voor
geneeskundige hulp, voor verwarming, voor
voeding en kieeding der geïnterneerdén, ol
althans den invoer der benoodigde artikelen
in Nederland op geenerlei wijze te belemme
ren
Eenige dagen na aankomst van het eerste
transport Britsche krijgsgevangenen heeft de
Britsrhe gezant gevraagd, of ae Nederland
sche regeering wens.hte( dat graan uit En
geland voor deze krijgsgevangenen zou wor
den gezonden en, zoo ja, welke hoeveelheid
noodig was Ingevolge een besluit van den
raad van ministers is den gezant geant
woord, dat de Nederlandsche regeering de
krijgsgevangenen niet in staat zou kunnen
kr tigsgevangenen
steller! brood te eten van betere hoedanigheid
cn in grootere hoeveelheid dan de bevolking
gewaagd had, en waai het noodig was heel
voorzichtig te loopen; maar er was iets in
haar dat haar noodzaakte te spreken, of zij
wilde of niet.
„Ik weet niet dat ik vandaag meer met de
wereld in onmin ben dan op andere dagen,"
was hpt gemelijk antwoord. „De heeie we
reld en ik zijn het al een heelen jljd min of
meer oneens eu ik zie geen reden om te vet
onderstellen, dat het ooit andera zal wor
den."
„Later zal u u misschien heel anders voe
len; er is zooveel goeds in de wereld, ais
men zich de moeite maar geeft het op te
sporen."
„Daar is heel wat moeite voor noodig,"
zei Harding norsch. „Het valt niet in hét
oog! Of misschien is u gelukkiger geweest
dan ik?"
„Ja misschien." Ik heb een methode om
het goede in mensehen ert zaken op te spo
ren, maar ik weet haast zeker, dat u om mijn
methode zou lachen."
„Daar weet ik niet van." Er was een zach
tere klank in Harding's stem. „U is een
vrouw en heeft dus zeker de een of andere
methode om de dingen te beschouwen, maar
het resultaat moet zijn, dat u een totaal ver
draaid beeld krijgt."
„Nu zeg ik op mijn beurt, daar weet ik
niet van." antwoordde Austice een weinig
scheip. „Mijn stelsel is heel eenvoudig, heel
primitiefeen stelsel dat een onbeduidend
vlindervrouwtje zou bedenken. Ja, zoo ge
loof ik, dat u mij bij u zelf noemt!"
Harding sloeg de oogen neer onder haar
blik en ze ging kalm voort: „Ik geloof dat
u gelijk hebt in uw oordeel voor mij. Mis-
van Ne -rkmd. Daarom scheen het het doef
matigst, dat maandelijks den gezant opgave
werd gedaan van de hoeveelheden der ver
schillende graansoorten, gebruikt voor het
bakken van het brood dat aan de Britsche
krijgsgevangenen is verstrekt geworden, en
dat dan de Britsche regeering aan de Neder
landsche gelijke hoeveelheden zond. Recht
streeksche beschikbaarstelling en ten behoeve
van den dienst der krijgsgevangenen zou eer
nadeden dan voordeelen met zich brengen,
waar de omzetting van het graan in brood
alsdan een afzonderlijke administratie zou
vereischen, waardoor 'n noodeloos ingewik
kelde toestand zou worden geschapen, aange
zien' de hoedanigheid en de hoeveelheid van
het. brood voor de krijgsgevangenen, toch de
zelfde moefen zijn als voor de Nodelanders.
De Britsche gezant heeft daarop geant
woord, dat de Britsche regeering instemde
met het denkbeeld dat maandelijksche opga-
ven zouden worden gedaan, waarop dan de
noodige uitvoerconsenten door de Britsche
regeering verleend, en scheepsruimte, zoo
veel haar dit mogelijk was, verstrekt zou
worden, voor het vervoer van levensmiddelen
naar Nederland.
schien ben lk wel een onbeduidend vlinder
vrouwtje. Maar lk zeg altijd tot mij zelf dat
er in iedereen dim ik ontmoet zeker iets
goeds te vinden is. Daarvan overtuig ik mi}
zelf en gewoonlijk heb ik gelijk. Ik tracht
di K alt persoon ie zien die achter de op
pervlakte van ieder levend wezen verbolgen
1»."
„I; het werkelijk? Ik wou wel eens we
ten, welken buitengewonen vorm van goed
heid ii ontdekken zou In den persoon die mij
door Hilary een present heelt gezonden
een present dat ik nog niet opengemaakt
héb."
Harding zou het een heele moeilijkheid
gevonden hebben, zich rekenschap te geven,
waarom hij de terughoudendheid aflegjdte,
waarachterhij zich gewoonlijk verschans
te, maar het was moeilijk weerstand te bie
den aan de begrijpende toon van haar stem.
„Een geschenk", antwoordde Austice, en
haar hart klopte sneller, omdat zij iets be
greep van hetgeen dit beteekende: het afleg
gen van zijn terughoudendheid, voor een
zoo stilzwijgend man..„U wilt toch niet zeg
gen, dat u een geschenk hebt weggeborgen
zonder het zelfs te bekijken. Als iemand mij
wat geeft, maak ik het pakje onmiddellijk
open Ik ben net een kind meit presentjes."
„Misschien wilt u het presentje zien, dat
men mij gezonden heeft", zei Harding kort
af. „U zou misschien de psychologie van de
geefster kunnen verklaren.Hij stak de hand
in zijn zak om het pakje er uit te halen, maar
daar Hilary juist op dat oogenblik binnen
kwam, trok hij de nand weer ledig uit zijn
zak.
Veaék vantflgd.
COURANT.