DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. J. LlekelRS Oehles, Do strijd in en buiten Europa. No. 78 Honderd en twinstigste Jaargang 1918 DONDERDAG 4 APRIL. FEUILLETOa. De gouden sleutel Abonnementsprlis bli vooruitbetaling p. 3 maanden 11.65, fr. p. post f 1.90. Bewlisnnmmers 5 ct. Advertentieprijs 15 et. p. regel, grootere letters oaar plaatsruimte. Br. Ir. NA Boek- en Handelsdrnkkeril Harms. Coster A Ze., loordam C 9. Tel. 3» illil UU Uil «sik ZOLEN en HAKKEN (groote) f 0 81. (kleine) f 0.TO. Magazijn „PERFECT", Buitenland. Binnenland. Wilton- en Tapis Belp- Karpetten. 5 Wij maakte#" gisteren in het kort reeds mel ding van een rede van graaf Czernin, den Oostenrijksch-Hongaarschen minister van buitenlandsche zaken. Nu wij in latere telegrammen zijn geheele rede overzien kunnen, willen wij niet pala ten eenige interessante deelen daarvan aan een korte bespreking te onderwerpen. Het is van algemeene bekendheid, dat de monarchie hard naar den vrede verlangt en dat Oostenrijk-Hongarije geen politiek van annexab'es wenscht te volgen. De Centralen zijn in het Oosten overwin naars gebleven en niemand zal het de monar ch'e kwalijk nemen', dat zij Roemenië, waar door zij1 verraderlijk werd aangevallen, thans eenige voorwaarden stelt waardoor de bedrei ging van die zijde in de toekomst voor het keizerrijk minder groot zal zijn. Bij de nieuwe grensregeling blijkt echter weer hoe veel voorzichtiger de monarchie te werk gaat daü haar Duitsche bontgenoot, hoe zij er nauwlettend voor zorg draagt, dat geen toestand geschapen wordt, die binnen weinige jaren tot nieuwe oorlogen 2ml aanlei ding geven. Ik wil, aldus heeft Czernin gezegd, geen oude wonden' openrijten', maar het was mijn plicht, de grenzen der monarchie tegen over vallen van dergelijken aard in de toekomst te beschermen. De veiligste waarborg zijn dan ook toekomstige internationale overeenkom sten, die den oorlog verhinderen, maar op 't oogenblik, nu bij niemand nog de ernstige wil voorzit daartoe over te gaan, is grens- rectificatie'het eenige mogelijke. Graaf Czernin heeft er op gewezen, dat de staten na den oorlog de financieele uitputting nabij zullen zijn en hoe daaruit noodwendig een algemeene beperking der bewapening moet voortvloeien. Thans streeft Oostenrijk- Hongarije er naar ten opzichte van Roemenië in de toekomst een verhouding van vriend schappelijke nabuurschap te scheppen en is er, volgens Czernin, angstvallig op uit om Roemenië, dat in Bessarabië veel meer kan winnen dan het in dezen oorlog verloren heeft, niets af te nemen waardoor een voort durende doorn zou kunnen blijven steken in de Roemeensche volksziel. Ik wenscb, aldus de minister, dat de wond die deze oorlog aan Roemenië heeft toege bracht wederom zal heelen en toegroeien. Hoeveel sympathieker doet ons een derge lijke handelwijze aan dan het Duitsche optre den ten opzichte van de overwonnen deelen van het vroegere Russische Czarenriik. Graaf Czernin deed nog eenige interessan te mededeelingen aangaande den voedseltoe- voer uit de Oekraine en vertelde, dat de aan de landen van den Vierbond volgens het ver drag te leveren graanhoeveelheden minstens een millioen ton zullen bedragen. Het zal echter heel moeilijk zijn deze hoeveelheden geleidelijk over de grenzen te brengen Roe menië zal ook den voedselnood der Centralen helpen lenigen en zendt uit den oogst van het vorige jaar aanzienlijke restanten, terwijl onmiddellijk 800.000 schapen en 100.000 varkens gezondeh zullen worden. 33) naar het fngelsch door 1 O MOBERLBY. „Heel gelukkig. En mijn nieuwe vrienden te TOrpsley gaven mij 'een gevoel of ik ze jaren gekend had. O heerl ik laad haast tets vergeten." Hilary sprong van haar stoel op «1 nam een klein pakje van de tafel, „dit móest ik aan u geven van een dame die zei dat ze een oude vriendin van u was. Ze heeft het mij uitdrukkelijk gevraagd." „Een oude vriendin van mij?" Harding nam het pakje aan dat" zij hem toestak en keek haar vragend aan, „Ja mevrouw Redbum. Ik héb haar al genoemd in mijn brief aan 11. Ik geloof dat het het móóiste merisch is dat ik ooit gezien heb," zei Hilary en zij vroeg zich af waarom de oogen van haar toehoorder opeens koud werden en hard „als blauw marmer" dacht zij en waarom zijn mond zich sloot tot een harde lijp. „Ik ben mee geweest naar het klooster toen mijnheer Dunbar haar portret maajcte en zij wist dat u mijn voogd was en vroeg of ik u dit wou geven. Het was te te^r, zei ze, om het met dé post te zenden. Hilary stamelde een weinig oij de- laatste woorden door de strenge uitdrukking, dié zi h eensklaps op Harding's gezicht vertoon de, de merkwaardige hardheid en koelheid die den man ineens scheen te bevangen, en ook zijn stem klonk scherper en killer toen lui het pakje van haar aannam, zeggende: „Dank je. ja, ik heb mevrouw Redbum een- De minister wees er op hoe na den oorlog wanneer ia geheel Europa de voedsel- schaarschte zich geducht zal doen gevoelen, de Centralen er met hun korenschuren in de Oekraine en Roemenië beter voor zullen staan dan hun vijanden, wi«r gdjssyaruimte groo- tendeeks verakrigd is. Inderdaad, wanneer wij nagaan hoe Enge land voornamelijk er alles op gezet had om met zijn machtige vloot de Centralen door uithongering tot toegeven te dwingen, dan kunnen wij niet anders dan constateeren, dat in den loop der tijden het wapen zich keerde tegen wie het gebruikte. De blokkade-ring is verbroken, de Centra len beschikken over de voorraadschuren van de Oekraine en Roemenië en in de rijken der Geallieerden wordt het gebrek aan scheeps ruimte en daardoor de te geringe voedsel- toevoer met den dag sterker gevoeld. Was dit niét zoo, het trotsche Albion, zou zich niet vernederd hebben tot roof van on zijdige scheepsruimte. Zeer sympathiek heeft graaf Czernin over annexaties gesproken. Hij vindt het drijveu daarnaar geheel verkeerd, daar dergelijke gebiedsuitbreidingen allerminst een verster king van het rijk beteekenen. Ook tegenover Servië en Montenegro wil de monarchie na de militaire verovering een moreele overwin ning behalen. Oostenrijk-Hongarije wenscht een algemee- nen vrede, maar slechts een eervollen en niet een vrede tot eiken prijs en het drijven van hen, lie een vrede tout prix verlangen, zoowel als van de annexionisten, kan den oorlog slechts verlengen. Graaf Czernin is er krachtig voor opgèko men het bondgenootschap met Duitschland niet te ongelegener tijd ontrouw te worden en hij deed een beroep op alle volksleiders en volksvertegenwoordigers om den staat niet* door, het verwekken van binnenlandsche on- eenigheden te verzwakken én daardoor den strijd op het slachtveld noodeloos te rekken. Zij, die op een overwinning der Entente ho pen, ten einde daardoor hunne politieke doel einden te verwezenlijken, aldus Czernin, ple gen hoogverraad en hierop vestigen onze vijL anden hun laatste hoop om den oorlog te kunnen voortzetten. Wij moeten thans nog even terugkomen op hetgeen we gisteren reeds kortelings mede deelden betreffende de vraag van den Fran- schen premier Clemenceau vóór het offensief in het Westen aan de monarchie gedaan. Cle menceau heeft, en men kan gerust aannemen in overleg met zijn bondgenooten, toen aan Oostenrijk-Hongarije de vraag gesteld of en op welken grondslag de monarchie tot onder handelingen bereid was. Het gold hier dus een rechtstreeksche po ging om Oostenrijk van zijn bondgenoot af vallig te maken en dan verdient zeef zeker het Oostenrijksche antwoord eenige bewonde ring, waar dit toch inhield, dat de monarchie zijn bondgenoot in deze beteekenisvolle da gen niet in den steek zal laten. Oostenrijk-Hongarije wil niets liever dan den vrede met de Geallieerden, maar het maal gekend. Maar ik zou haar ternauwer nood een vriendin kunnen noemen." Er was.in zijn toon zulk een bijtend sar casme, dat Eïilary hem met groote, verschrik te oogeu aanzag en terug deinsde naar de tafel. „Het is best hoor. Ik zal je niet bijten," zei Harding met een scherpen lach; „ik was alleen ach, eigenlijk amuseerde het mij dat mevrouw Redbum zich voordeed als plofte eindelijk stak hij het ongeopend in zijn zak. Zijn gelaat was nog even koud en hard toen de deur openging en Austice binnen kwam; haar komst scheen een plotselinge warmte te brengen in een gedrukte atmosfeer. „Ik kom u beiden inviteeren te komen thee drinken in de zitkamer," zei ze vroolijk, „dat is een opgewekter kamer dan deze, ofschoon de meubels Queen Victoria stijl zijn En u hoeft niet te peggen, dat u een doktersaf spraak hebt «en onmogelijk blijven kunt," ging zij voort, toen zij zag dat Harding den> mond reeds open deed om wat te zeggen. „U kunt na de thee naar die afspraak gaan, maar eerst thee drinken." De harde lijnen op het gezicht van den dokter ontspanden zich een weinig, zijn oogen leken minder op blauw marmer en er kwam een meer men schel ijke uitdrukking in terug. Hij glimlach te zelfs wel een weinig geforceerde gliim- lach. Al deze dingen, merkte Austice zeer goéd op, maar ze toonde niet iets abnor maals m den toestand te hebben gezien en praatte voort met haar zachte, aangename stem, terwijl zij Hilary en haar voogd mee steunt den Duitscfaen eisch, dat geen Duitsch gebied, ook niet E Izas-Lotharingen, zal afge scheurd worden. Dat nu achtte Clemenceau onaannemelijk en hieruit blijkt wel, dat de strijd van Fran- sche en in het algemeen van Geallieerde zij de in hoofdzaak nog over het rij&sland zal gaan. Elzas-I.otharmgen is het struikelblok- En wel een zeer moeilijk struikelblok, want ten opzichte van België, Servië en andere ge bieden moge een overeenkomst mogelijk zijn, ten opzichte van Elzas-Lotharingen is er geen schikking te verwachten. Het blijft Duitsch of het wordt Fransch, maaf slechts door een militaire overwinning. Waar er bij het uitbreken van den oorlog nog van geen Elzas-Lotharingsche kwestie sprake was, waar eerst gedurende den strijd van Fransche zijde de wensch is uitgesproken zich de omstandigheden ten nutte te maken, door nu ook Elzas-Lotharingen weer van het Duitsche rijk los te scheuren, daar blijkt, dat het al dan niet terug krijgen van het rijkstand voor Frankrijk allerminst een levenskwestie kan genoemd worden, En om deze begeerte naar bezit, naar een landstreek die na een tijdperk van zeven en veertig jaren reeds een geheel Duitsch karak ter heeft gekregen, wordt in Frankrijk thans de strijd met verwoedheid voortgezet. Is er dan niemand, die bedenk: hoe juist, het opnieuw losscheuren van het - rijkstand een eventueel verslagen Duitschland tot een revanche-strijd ia de naaste toekomst zal prikkelen? En bovendien, bedenkt men van Geallieer de zijde wel goed hoe op het oogenblik de stand van het krijgsbedrijf is? De Centralen mogen den frontmuur der Geallieerden nog niet doorstooten hebben, dit neemt niet weg, dat de blokkade-ring ia het Oosten verbroken is, dat zij in Oost Eu ropa als overwinnaars <it het strijdperk zijn getreden en dat in 't Westen hun troepen op vijandelijk gebied staan'en juist dezer dagen de troepen hunner tegenstanders eenige tien tallen kilometers dichter naar de Fransche hoofdstad hebben gedrongen. Inderdaad, Frankrijk staat er op dit oogen blik niet zoo schitterend voor om naar belle ven de stukken Duitsch gebied aan te wij zen die het zich toegewezen wenscht te zien. Uit het afbreken der Qostenrijksch-Fran- sche onderhandelingen, uit geheel Clemen- ceau's handelwijze tegenover graaf Czernin blijkt wel, dat men in Frankrijk de herove ring van Elzas-Lotharingen nog niet loslaat. En waar zelfs de meest gematigde in de rijken der Centralen de teruggave van het rijksland na zeven en veertig jaren bezit on mogelijk noemt, blijft er geen andere oplos sing dan door te vechten tot Duitschland ver slagen, of, wat op dit oogenblik waarschijn lijker lijkt, Frankrijk in een toestand komt, dat men van verdere pogingen tot herovering van Elzas-Lotharingen noodgedwongen zal afzien. De strijd in het Westen geeft ons voor dit maal geen aanleiding tot uitvoerige bespre king. De artilleriestrijd voornamelijk tusschen naar boven nam. De namiddagzon stroomde de groote ontvangkamer binnen, in het zach te lacht verloor de kamer iets van haar fel heid en weinig harmonie in kleuren, en zag er aardiger uit dan gewoonlijk. „Ik heb werkelijk een afspraak om half zes," zei Harding toen hij had plaats ge nomen in den armstoel tegenover Austice en de theetafel; en ik ben volstrekt geen thee drinker." „De patiënt moet maar zorgen in leven te blijven totdat u vrij is om naar hem toe te gaan," zei Austice vroolijk. „En het is altijd een wijs plan om met gewoonten te breken! Als u er een regel van maakt, 's middags voor thee te bedanken, dan zal voor één maal de middagthee heel goed voor u zijn. Ik houd niet van menseden die zeggen dat ze nooit dit en nooit dat doen. Ze worden vol maakte fossielen. Maar waar is Hilary?" Zij keek om zich reen „Misschien, heeft alles wat u haar verteld hebt, haar waf overstuur gemaaktze zal dadelijk wel komen." „Ik vrees dat het heel hard voor haar was om te hooren en het is een groote teleurstel ling voor haar dat er niets aan het lichf is gekomen over de familie van haar vader. Ik ben bang dat mijnheer Donaldson een mauvais sujet geweest ils en dat het maar goed is dat. zijn persoon en zijn geschiede nis in genadige vergetelheid geraakt zijn." Hardings toon was sarcastisch. Austice keek hem aan met een bijna moederlijke teeder- heid in de oogen. „Ik geloof dat u zelf vandaag- overhoop ligt met dé wereld, is het niet zoo?" zei ze, voelende dat zij ziëh op gevaarlijk terrein begaf, een terrein waarop zij zich nog niet Montdidier en Lassigny is nog vrij levendig, maar overigens bleef een betrekkelijke rust langs het geheele front gehandhaafd. Slechts dient nog gemeld, dat in den loop van 31 Maart en 1 April, naar van Fransche zijde thans gemeld wordt, Fransche luchlj- eskaders meer dan 12000 K G. bommen wier pen op de spoorlijnen en kantonnementen van Ham, Cbauny en Noyon. Is hef U bekend, dat de hoewel VIJF maai foedkooper, eek nog dusir^arrï&r 2dan de tegen woordige leeren lolen? Onderzeilen GRATIS. Zonder eenige bijkomende kosten. MAGDALENENSTRAAT fi. KORTE BERICHTEN. Volgens een Reuter-telegram zijn op 9 Maart 191,7, in het gevangenkamp te Bran denburg eert zevental krijgsgevangenen ver brand doordat zij zich in ccn kleine gevan genis bevonden waarin brand uitbrak en de schildwacht hen belette door een venster te ontvluchten. De Times verneemt uit Petrograd, dat de Finscbe Witte Qarde nu oprukt naar Kem aan de Westkust van de Witte Zee met het doel den noorderspoorweg af te snijden. De Russische regeering heeft gelast, dat de demobilisatie van alle legers, die deel heb ben genomen aan den oorlog tegen Duitsch land den l2en April beëindigd moet zijn De correspondent van dé Morning Post te Washington beweert, dat president Wilson weldra 'een voorstel zal doen cm aan Jul- garije den oorlog te verklaren. De Fransche onderstaatssecretaris Ignac verklaarde, dat de toestand op het slachtveld bevredigend was. De correspondent van de Daily Tele graph bij het Britsche front in Frankrijk seint, dat de Duitschers in den volgeiidén slag zullen staan tegenover onvermoeide mannen met evem groot vastberadenheid als die, welke den eersten stormloop doorstonden Van Fransche zijde wordt gemeld, dat een der Duitsche ver-dragend kanonnen, welke Parijs beschieten, uit elkaar is gespron gen Men meldt uit Konstantmopel, dat ter O. van den Jordaan de Britsche troepen een nederlaag leden. HET PROTEST DER NEDER- LANDSCI IE REGEERING. Reute seint uit Washington, c.d. 2 April De Nederlandsche gezant heeft Dinsdag volgens instructies uit den Haag op her'de partement van buitenlandsche zaken te Was hington een formeel protest tegen de inbeslag neming der Nederlandsche schepen door de Prima. RIDDERSTRAAT 15. Alkmaar. Vereenigde Staten ingediend. De protest-nota is gelijkluidend met het te 's-Gravenhage ge publiceerde. INBEZITNEMING VAN DEN OOGST. De minister van landbouw brengt ter ken nis, dat het in de bedoeling ligt van den oogst 1918 niet alleen die gewassen in bezit te ne men, welke in het vorige jaar reeds werden gevorderd, of waarvoor reeds maximum-prij zen zijn vastgesteld, doch ook alle andere producten, die voor inbezitneming geschikt zijn. Wiet name zal dat o. a. gelden van alle soorten land- en tuinbouwzaden, tabak en hennep. Bij deze inbezitneming zal een redelijke prijs worden vergoed. Met abnormaal hooge productiekosten als te hooge tandhuren, buitengewone arbeidskosten enz. zal eehtei geen rekening vébrden gehouden. UITVOER VISCH VERBODEN. Bij Kon. Besluit is onder intrekking van vroegere besluiten verboden de uitvoer van alle visch, met uitzondering van week- en schaaldieren. De uitvoer van week- en schaaldieren ia verboden met ingang van 15 April. DE NOOD EN DE VREEMDELINGEN. Op de schriftelijke vragen van het lid van de Tweede' Kamer, de heer Van Veen betref fende de voeding van hier te lande verblijven de krijgsgevangenen, heeft de minister van Buitenlandsche Zaken het volgende geant woord: Toen de Nederlandsche regeering zich be reid verklaarde tot liet einde van dén oorlog hier te lande een aantal Britsche en Duitsche krijgsgevangenen (tot een maximum van 16.000) te interneeren, verklaarden de Duit sche en de Britsche regeering zich bereid aan de Nederlandsche regeering te verschaffen, naarmate de behoefte daaraan zou blijken, het nooelige materiaal voor den bouw en het onderhoud van interneeringskampen, voor geneeskundige hulp, voor verwarming, voor voeding en kieeding der geïnterneerdén, ol althans den invoer der benoodigde artikelen in Nederland op geenerlei wijze te belemme ren Eenige dagen na aankomst van het eerste transport Britsche krijgsgevangenen heeft de Britsrhe gezant gevraagd, of ae Nederland sche regeering wens.hte( dat graan uit En geland voor deze krijgsgevangenen zou wor den gezonden en, zoo ja, welke hoeveelheid noodig was Ingevolge een besluit van den raad van ministers is den gezant geant woord, dat de Nederlandsche regeering de krijgsgevangenen niet in staat zou kunnen kr tigsgevangenen steller! brood te eten van betere hoedanigheid cn in grootere hoeveelheid dan de bevolking gewaagd had, en waai het noodig was heel voorzichtig te loopen; maar er was iets in haar dat haar noodzaakte te spreken, of zij wilde of niet. „Ik weet niet dat ik vandaag meer met de wereld in onmin ben dan op andere dagen," was hpt gemelijk antwoord. „De heeie we reld en ik zijn het al een heelen jljd min of meer oneens eu ik zie geen reden om te vet onderstellen, dat het ooit andera zal wor den." „Later zal u u misschien heel anders voe len; er is zooveel goeds in de wereld, ais men zich de moeite maar geeft het op te sporen." „Daar is heel wat moeite voor noodig," zei Harding norsch. „Het valt niet in hét oog! Of misschien is u gelukkiger geweest dan ik?" „Ja misschien." Ik heb een methode om het goede in mensehen ert zaken op te spo ren, maar ik weet haast zeker, dat u om mijn methode zou lachen." „Daar weet ik niet van." Er was een zach tere klank in Harding's stem. „U is een vrouw en heeft dus zeker de een of andere methode om de dingen te beschouwen, maar het resultaat moet zijn, dat u een totaal ver draaid beeld krijgt." „Nu zeg ik op mijn beurt, daar weet ik niet van." antwoordde Austice een weinig scheip. „Mijn stelsel is heel eenvoudig, heel primitiefeen stelsel dat een onbeduidend vlindervrouwtje zou bedenken. Ja, zoo ge loof ik, dat u mij bij u zelf noemt!" Harding sloeg de oogen neer onder haar blik en ze ging kalm voort: „Ik geloof dat u gelijk hebt in uw oordeel voor mij. Mis- van Ne -rkmd. Daarom scheen het het doef matigst, dat maandelijks den gezant opgave werd gedaan van de hoeveelheden der ver schillende graansoorten, gebruikt voor het bakken van het brood dat aan de Britsche krijgsgevangenen is verstrekt geworden, en dat dan de Britsche regeering aan de Neder landsche gelijke hoeveelheden zond. Recht streeksche beschikbaarstelling en ten behoeve van den dienst der krijgsgevangenen zou eer nadeden dan voordeelen met zich brengen, waar de omzetting van het graan in brood alsdan een afzonderlijke administratie zou vereischen, waardoor 'n noodeloos ingewik kelde toestand zou worden geschapen, aange zien' de hoedanigheid en de hoeveelheid van het. brood voor de krijgsgevangenen, toch de zelfde moefen zijn als voor de Nodelanders. De Britsche gezant heeft daarop geant woord, dat de Britsche regeering instemde met het denkbeeld dat maandelijksche opga- ven zouden worden gedaan, waarop dan de noodige uitvoerconsenten door de Britsche regeering verleend, en scheepsruimte, zoo veel haar dit mogelijk was, verstrekt zou worden, voor het vervoer van levensmiddelen naar Nederland. schien ben lk wel een onbeduidend vlinder vrouwtje. Maar lk zeg altijd tot mij zelf dat er in iedereen dim ik ontmoet zeker iets goeds te vinden is. Daarvan overtuig ik mi} zelf en gewoonlijk heb ik gelijk. Ik tracht di K alt persoon ie zien die achter de op pervlakte van ieder levend wezen verbolgen 1»." „I; het werkelijk? Ik wou wel eens we ten, welken buitengewonen vorm van goed heid ii ontdekken zou In den persoon die mij door Hilary een present heelt gezonden een present dat ik nog niet opengemaakt héb." Harding zou het een heele moeilijkheid gevonden hebben, zich rekenschap te geven, waarom hij de terughoudendheid aflegjdte, waarachterhij zich gewoonlijk verschans te, maar het was moeilijk weerstand te bie den aan de begrijpende toon van haar stem. „Een geschenk", antwoordde Austice, en haar hart klopte sneller, omdat zij iets be greep van hetgeen dit beteekende: het afleg gen van zijn terughoudendheid, voor een zoo stilzwijgend man..„U wilt toch niet zeg gen, dat u een geschenk hebt weggeborgen zonder het zelfs te bekijken. Als iemand mij wat geeft, maak ik het pakje onmiddellijk open Ik ben net een kind meit presentjes." „Misschien wilt u het presentje zien, dat men mij gezonden heeft", zei Harding kort af. „U zou misschien de psychologie van de geefster kunnen verklaren.Hij stak de hand in zijn zak om het pakje er uit te halen, maar daar Hilary juist op dat oogenblik binnen kwam, trok hij de nand weer ledig uit zijn zak. Veaék vantflgd. COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1918 | | pagina 1