CaBdidaatstüllIng I weeds tot.
Centrale Keuken.
spijsliJst.
Damrubriek.
i_it
Tychco Brahe
ir{'
Honderd ei fwtostigste Jaargang.
Zaterdag 11 Mei.
Uitlotin
EE V ILL KT 0 N
Maximsmprpem Zteppoedor
Maximumprijzen Harde leep
Maximumprijzen vai!
Genees* en Yerkaiidmiririelen
iifilil
WOENSDAG' 15 Mei: Rijst met Karne
melk, boter en suiker.
DONDERDAG 16 Mei: Erwtensoep.
VRIJDAG' 17 Mei: Aardappelen met An
dijvie.
ZATERDAG 18 Mei: Aardappelen met
spinazie.
MAANDAG 20 Mei: Wordt niet gekookt.
DINSDAG 21 Mei: Groentensoep met
Vleesch.
Voor de Rijst moet bon 71 en voor de Erw
tensoep bon 70 worden ingeleverd voor elke
ortie één bon. Voor de Aardappelgerechten
on 74, voor elke vier porties één bon.
De spijsbons voor Dinsdag moeten reeds
Vrijdag worden ingekocht en die voor Woens
dag daaraanvolgende'Zaterdag; het gerecht
voor Woensdag zal nog tijdig worden gepu
bliceerd.
De Administrateur,
A. OSKAM.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van ALKMAAR brengen ter kennis van be
langhebbenden, dat bij de heden gehouden
UITLOTING van OBLIGATIES in de geld-
leeningen ten laste dier gemeente, aan
gegaan krachtens raadsbesluiten van
1. 18 Januari 1893, zijn getrokken de num
mers 7, 30, 38, 41, 58, 60, 62, 78, 98, 125,
201, 205 (3» pet. lèening);
2. 1 Maart 1899, zijn getrokken de nrs. 35
en 68 (3» pet. leening);
3. 30 Mei 1900, zijn getrokken de nrs. 17 en
36 (4 pet. leening)
4. 16 April 1902, zijn getrokken da nrs. 23
en 36 13» pet. leening);
5. 19 juni 1907,'is getrokken no, 33 (4 pet.
leeriing)
6. 20 Mei 1914, zijn getrokken de nrs. 101,
269, 312, 371. 377, 389, 394, 433, 476,
490 (4» pet. leeamg);
7. 26 Januari 1916, zijn getrokken, de nrs.
16, 41, 146, 177, 185, 230, 235, 245, 253,
303, 328, 335, 339, 358, 370, 374, 455,
469, 489, 504, 519, 557, 647, 666, 677,
698, 749, 786, 875, 1017, 1094 (4 A pet.
leening).
Welke obligaties, waarvan, die van de lee
ningen sub 1, 2, 4, 5, 6 en 7, ieder groot
DUIZEND GULDEN en die van de leening
sub 3 groot VIJFHONDERD GULDEN,
met de onverschenen coupons ten kantore van
den Gemeente-ontvanger te Alkmaar en
bovendien wat aangaat de leeningen sub 1, 2,
3, 4 en 5 bij de Kasvereeniging te Amster
dam, de leening sub. 6 bij de Rotterdamsche
Bankvereeniging of de Amsterdamsche Bank
en de leening sub 7 bij de Incasso-Bank te
Amsterdam, ter betaling aangeboden kunnen
worden.
Van da leening hierboven genoemd sub 1
is één in 1917 uitgelote obligatie no. 209.
van die sub 6 twee obligatiën nrs. 195 en
267 en van die sub 7 drie obligatiën nrs. 244,
629 en 680, nog niet aangeboden.
Bovendien zijn van de ïeening sub 7 (vaa
1916) v|n no. 1101 nog nooit coupons aan
geboden.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
Alkmaar, 7 Mei 1918.
De BURGEMEESTER der gemeente
ALKMAAR brengt hiermede ter algemeene
kennis dat bij den Burgemeester der gemeente
Helder, ter secretarie van laatstbedoelde ge-
r ite, op DINSDAG 21 MEI a.s., tusschen.
des voormiddags NEGEN en des namiddags
VIER UUR, LIJSTEN VAN CANDIDA
TE K: KUNNEN WORDEN INGELE
VERD VOOF HET LIDMAATSCHAP
VAN DE TWEEDE KAMER DER STA-
TEN-GENERAAL.
Roman uit het laatst der 16e eeuw, naar het
Deensch van VILHELM OSTERGAARD.
Voor zoOTral nooéêg worden de vedgesadte
bepalingen 'n herinnering gebracht:
lo". Iedere fijat moet worden onderteekend
door ten minste 25 kiezers, bevoegd tot
deelneming aan deze verkiezing en voor
komende op de kiezerslijst eener binnen
dezen kieskring gelegen gemeente.
Dezelfde kiezer mag niet meer dan één
lijst onderteekenen,
De candidaten worden' met vermelding
van hunne voorletters en woonplaats op
de lijsten geplaatst in de volgorde, waar
in door de onderteekenaars aan hen de
voorkeur wordt gegeven.
Op dezelfde lijst mogen ten hoogste tien
candidaten worden geplaatst, terwijl de
zelfde candidaat niet mag voorkomen op
meer van een van de lijsten, ingeleverd in
denzelfden" kieskring.
Bij de inlevering van eene lijst kunnen de
onderteekenaars schriftelijk een gemach
tigde en diens plaatsvervanger aanwij
zen, bevoegd -tot het verbinden van de
lijst overeenkomstig art. 50 der wet.
Bij de lijst moet worden overgelegd de
schriftelijke verklaring van iederen daar
op voorkomenden candidaat, dat hij be
willigt in de plaats hem op de lijst aan
gegeven; de onderteekening van deze
verklaring moet zijn gelegaliseerd door
den burgemeester van de woonplaats van
den candidaat.
7o» De inlevering der lijsten' geschiedt per
soonlijk door* één dér onderteekenaars.
De candidaten kunnen daarbij tegen
woordig zijn.
Formulieren voor de lijsten zijn ter Secre
tarie dezer Gemeente kosteloos voor een
ieder verkrijgbaar
Alkmaar, den II Mei 1918.
De Burgemeester voornoemd,
G RIPPING
2o.
3o,
4o.
5o.
6o.
De ADJ .-DIRECTEUR van het DISTRI
BUTIEBEDRIJF brengt ter openbare ken
nis, dat Zijne Excellentie de Minister van
Landbouw, Nijverheid en Handel heeft goed
gevonden
,met intrekking van Zijne beschikking van
28 Februari 1918, no. 12407, Afd. Crisis-
zaken, bureau Nijverheid, vast te stellen de
navolgende maximum-prijzen voor zeeppoe
der1
ZEEPPOEDER met een vetzuurgehalte
van ten minste 35 pet., groothandelprijs
18.per 100 pak van 250 gram netto;
tusschenhandelprijs 20.50 per 100 pak van
250 gram netto, beide franco wal of station
van bestemming, spoor, boot of laatste veer,
inclusief verpakking, betaling h contant, zon
der kortingkleinhandelprijs 24 cent per pak
je van 250 gram netto;
ZEEPPOEDER met een vetzuurgehalte
van ten minste 15 pet., groothandelprijs ƒ14
per 100 pak van 250 gram netto; tusschen
handelprijs 16.50 per 100 pak van 250
gram netto, beide franco wal of station van
bestemming, spoor, boot of laatste veer, in
clusief verpakking, betaling a contant, zonder
korting; kleinhandelprijs 0,20 per pakje.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van ALKMAAR brengen ter algemeene ken
nis dat in het Gemeenteblad van Alkmaar
zijn opgenomen hunne besluiten van 5 Maart
1918 waarbij zijn vastgesteld:
lo. Voorschriften voor den aanleg, het on
derhoud en het gebruik van gasleidingen
(Gemeenteblad N. 592)
2o„ Installatie-voorschriften voor het Elec-
trisch bedrijf te Alkmaar (Gemeenteblad
N. 593).
1 Welke besluiten, heden afgekondigd, gedu
rende 3 maanden ter gemeente-secretarie ter
lezing zijn nedergelegd en aldaar tegen beta
ling van respectievelijk 0 57 A en 0.35 m
afdruk zijn verkrijgbaar gesteld.
Alkmaar, 25 Maart 1918.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G, RIPFING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van ALKMAAR brengen ter algemeene ken
nis dat in het Gemeenteblad van Alkmaar
zijn opgenomen dé besluiten van den Raad
dier gemeente van 11 April 1.1. waarbij zijn
vastgesteld:
lo. Eene verordening, regelende leverin
van gas door de gemeente-gasfabriel
(Gemeenteblad N. 598);
2o. Eene verordening, bevattende het tarief
en de voorwaarden voor de levering van
electrischen stroom door het Gemeente
lijk electrisch bedrijf te Alkmaar (Ge
meenteblad N. 599).
Welke verordeningen, heden afgekondigd, ge
durende drie maanden ter gemeente-secreta
rie ter lezing zijn nedergelegd en aldaar
tegen betaling van respectievelijk 0.32 en
0.25 in afdruk zijn verkrijgbaar gesteld.
Alkmaar, 18 April 1918.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING. Voorzitter
DONATH, Secretaris.
De ADJ.-DIRECTEUR van het DISTRI
BUTIEBEDRIJF brengt ter openbare ken
nis, dat Zijne Excellentie de Minister van
Landbouw, Nijverheid en Handel heeft goed
gevonden
met ingang van 15 Mei 1918 vast te stel
len de navolgende maximumprijzen voor har
de zeep:
HARDE ZEEP met een vetzuurgehalte
van tem minste 60 pet., groothandelprijs
27.— per kist van 100 dubbele stukkarn van
250 gram of 200 enkele stukken van 125
gramtusschenhandelprijs 0.20 per dubbel
stuk van 250 gram en 0.14» per enkel
stuk van 125 gram, alles franco wal of sta
tion van bestemming, spoor, boot of laatste
veer, inclusief verpakking, betaling a contant,
zonder korting; kleinhandelprijs 0.33 per
dubbel stuk van 250 gram en 0.1614 per
enkel stuk van 125 gram;
HARDE ZEEP met een vetzuurgehalte
van +en minste 25 pet., groothandelprijs
11.— per kist van 100 dubbele stukken van
250 gram of 200 enkele stukken van 125
gram; tusschenhandelprijs 0.13 per dubbel
stuk van 250 gram en 0.06» per enkel
stuk van 125 gram, alles iranco wal of sta
tion van bestemming, 6poor, boot of laatste
veer, inclusief verpakking, betaling a contant,
zonder korting; kleinhandelprijs 0.16 per
dubbel stuk van 250 gram en 0.0S per en
kel stuk van 125 gram.
Deze maximumprijzen zijn niet van toepas
sing op toiletzeep, scheerzeep en medicinale
zeepen, bedoeld in art 5 der voornoemde
zeep- en zeeppoederregeling.
1)
„Maar vandaag zal Ik het dan toch eens
deen. Ik ben erg opgewonden en nu einde
lijk wil ik mijn hart wel eens uitstorten
Ik heb van allerlei alchymistische proeven
genomen en ik mag me dus al onder de tor
gewijden rekenen. Maar toch kunnen we hier
niet genoeg vooruit gaan in dezen tak van
wetenschap, omdat het ons ontbreekt aan
beroemde alchymisten, die ons door hun
voorbeeld inlichten. Nu onlange heb ik al
een hoogst-eigenaardig mensch leeren ken
nen hij beoefent de goudmakerij en ofschoon
hij maar van zeer lage afkomst is, weet hij
toch meer dan de meesten. Ik denk, dat ik
met hem maar een overeenkomst aanga, dan
kan ik tenminste vooruitkomen to de wereld
Willen we hem vanavond gaan opzoeken,
éér men de Noorderstadspoort sluit?"
„Waarom niet?" antwoordde Tycho Bra
he „Alchemie en astronomie zijn immers
zusterkunsten. Het kan dus heel best zijn,
dat ik zelf ook lust krijg in het goudmaken,
als ik het zoo van nabil zie. Waar zullen we
elkaar dan ontmoeten?'"
„Kom mij halen aan mijn kosthuis bij Lau-
rids Geweermaker, zoodra het halfnegen is",
zei Pratensis. „Dan zal het mij gemakkelij
ker vallen er even tusschenuit te gaan, t
Komt nu iederen avond tot opstootjes tus
schen studenten en matrozen en oude Mees
ter Laurids houdt mij met kracht en geweld
iederen keer als ik na donker nog de stad in
wil1
„En zijn dochter, de schoone Edele,
maakt zich nog meer ongerust, dat je eenig
De ADJ.-DIRECTEUR van het DISTRI
BUTIEBEDRIJF brengt ter openbare ken
nis dat Zijne Excellentie de Minister van
Landbouw, Nijverheid en Handel heeft goed
gevonden vast te stellen een DIST RIBUT IE-
REGELING VAN GENEESMIDDELEN,
VERBANDMIDDELEN EN VOORWER
PEN VOOR GENEESKUNDIG GE
BRUIK, met een lijst van de namen der
stoffen die zonder machtiging niet mogen
worden vervoerd, boven de in die lijst aange
geven hoeveelheden
Inlichtingen over-deze circulaire kunnen
aan het Distributiebedrijf, Afd. Controle,
worden verstrekt.
letsel kan overkomen?" vroeg Tycho Brahe,
wel een beetje plagende
„Daar heb ik haar niet naar gevraagd,"
antwoordde Johannes Pratensis kort. „Met
vrouwen en met vechtpartijen houd ik mij
niet op; ik heb nuttiger dingen te doen
„!k ook/' antwoordde Tycho Brahe. op
een toon, die niet minder bedachtzaam klonk,
dan die van zijn ouderen kameraad. „Ik ga
nu naar huis. naar mijn goeden Francisci
Ripens iae die in waarheid meer een vriend
van gelijken leeftijd voor mij is( dan een
leermcesier of mentor. Ik zal je vertellen,
beste Johannes; hij en ik vinden herhaalde
lijk nieuwe aankiioopingspunten.' to weten
schappelijke onderzoekingenRipenala in zijn
medicijnen, ik in de heimelijke beoefening
van de astrologieDe groote zonsver
duistering, die we vandaag Hebben waarge
nomen, geeft mij aanleiding tot beschouwin
gen, waar ik met mijn vriend en leermeester
eens over praten wil. Ook wil ik er een La-
tijnsch gedichtje op maken en daarmee zal
de tijd al heel gauw omgaan vanavond!"
Al pratende waren de jongelui tot vlak
voor de Onze Lieve Vrouwekerk genaderd,
waarvan de reuzenhooge toren en de met
koper overdekte spits zich scherp afteeken-
den tegen den lichten onbeweeglifken hemel.
Tycho Brahe groette den kameraad vriend-
schappelijk en stapte toen met veerkrachtigen
tred schuin over het Lieve Vrouwekerkhof,
en zoo vervolgens', tot hij de woning van Ma
gister Ripensis, in de Kanunnikstraat, bereikt
had. Johannes Pratensis was langzaam den
tegenovergestel den kant uitgegaan, om zijn
kamer ta de Kloosterstraat, bij Meester Lau
rids Geweermaker op te zoeken.
HOOFDSTUK II.
Juffrouw Edele.
Hef was een klein, vierkant vertrekje op
Wonken voor Land- en
Tuinbouwers.
Naar aanleiding van de to het vorige ar
tikel gehouden beschouwingen, gaan de
schrijvers nu een vergelijking maken tusschen
de intensiviteit van het greide- en het over
wegend landbouwbedrijf. In de eerste plaats
ten opzichte van de hoeveelheid aan te wen
den arbeid in beide bedrijven. Ze komen tot
de couclusie, dat de verhouding van het aart-
tal arbeiders in een zuiver greldebedrijf, tot
dat to een bedrijf, waarin de landbouw over-
heerschend is, staat als 1 :2. Deze cijfers
kloppen met de gemiddelden van de loonlijs
ten, zooals die ingevuld moeten worden voor
de LandL en Tuinbouw-Onderlinge. Volgens
deze lijsten wordt per H.A. gemiddeld aan
loon: in een zuiver greidebednjf 59, in een
gemengd bedrijf 110, en in een bedrijf met
zeer weinig weiland 124.
Ook wat het aan te wenden kapitaal be
treft, stelt, volgens de schr., de landbouw1-
boerderij hoogere eischer dan de greidbber-
derij. Het aantal' en de slijtage aan de ver
schillende werktuigen Li op de eerste grooter
dan op de laatste. Wel elscht het greidebe
dnjf meer kapitaal ta den vorm'' van vee.
doch dit kapitaal wordt op de boerderij zelf
of op boerderijen elders geproduceerd. De
productie hiervan kan dus geen invloed uit
oefenen op de vraag naar arbeid als in met
den landbouw in verband staande nijverheids,
bedrijven.
Ook de bruto-opbrengstdjfm ta de ver
schillende bedrijven worden met elkaar ver
geleken. Gegrond op den toestand voor dm
oorlog meenen de schrijvers deze te mogen
stellen op 300 per H.A. voor het greide-
bedrijf, op 400—635 per H.A. voer het
landbouwbedrijf. Deze opbrengst moet trou
wens ook hooger zijn, wijl anders de vrijr
wat hoogere kosten aan arbeid en kapitaal,
die een H.A. bouwland eischt niet gedekt
konden worden. Het verschil in opbrengst-
cijfers per H.A. bouwland houdt natuurlijk
verband met het te telen gewas. De schrijvers
schatten de opbrengst bij verbouw van tar
we het laagst, bij verbouw van aardappelen
het hoogst.
Toen ik met iemand het werkje besprak,
werd mij de opmerking gemaakt, dat de
schrijvers bij de beoordeeling van de hoe
veelheid werk in de verschillende bedrijven,
geen rekening hadden gehouden met het
werk, verbonden aan de op de boerderij ver
richte zuiverbereidtag. De schrijvers hebben
m.i. hier goed gehandeld. Zij hebben alleen
het werk in rekening, gebracht, dat verricht
moet worden, om het product in de schuur
te krijgen. De verwerking van dit product
kan buiten rekening worden gelaten, omdat
de bouwboer dit ook niet doet.
Als slotsom meenen de schrijvers te kun
nen vaststellen, dat het bouwbedrijf een veel
grooter aaswsodmg van. kapitaal en arbeid
eischt dan het greidebednjf en het eerste
dus een veel intensiever bedrijfsvorm is dan
het laatste en dat dienovereenkomstig de bru
to opbrengst van den bouw belangrijk hoo
ger is dan die van de greide
Deze slotsom in verband met de beschou
wing in het voorafgaande deel van het werk
leiden den schr. tot conclusiën; le. Een be
langrijke vermindering van de oppervlakte
bouwland doet het gevaar voor verarming
der bevolking ontstaan; 2e. Uitbreiding van
het bouwland in belangrijke mate werkt
juist omgekeerd. En op grond van deze con
clusiën meenen zij de vraag, of het uit een
sociaal-economisch standpunt wenschelijk is,
tot omzetting van het eenzijdige greidebedrijf
over te gaan, bevestigend te moeten beant
woorden
In een volgend hoofdstuk behandelen de
schrijvers de vraag, of intensiveering van
hei greide- en bouwbedrijf mogelijk ls. In
beide is dit mogelijk en in de laatste halve
eeuw is dit ook werkelijk o-esehied. Ten' op
zichte van het greidebedrijf door betere óf
meerdere zorg voor de voeding van het vee
en voor bemesting of drooglegging van lan
derijen; door gebruik van meer krachtvoeder,
waardoor tevens de kracht van den' mest
wordt verhoogd, door verbetering van gier
en mestbewaring en door het gebruik van
kunstmest. In Friesland vooral was het ta
de jaren voor den ooriog duidelijk merkbaar
aan het grooter aantal stuks vee. dat op
sommige boerderijen gehouden werd. In
aan de stallen aangebrachte uitbouwsels en op
het erf geplaatste hokken moeten deze dieren
worden ondergebracht. Ook worden als wij
zen van intensiveering genoemd de zomer-
stalvoedering en het drijven in de fokrich-
ting, tevens de voor- en nadeelen besproken,
hieraan verbonden Natuurlijk is aan het op
drijven der intensiviteit een grens, zooals
o a mH het volgende voorbeeld wordt aan
getoond.
Rü dun heer Tohs. v. d. Burg te Jelstim
verhoogde in 1°10 een bemesting met 13000
K G. gier de hooiopbrengst van 4060 K.O.
tot 4820 KG per H.A Deze bemesting pro
duceerde dus 760 K.O hooi per H.A. meer.
Verzwaring der eierbemeiHnrr tot 10500
V O deed de hooionbrenfit stiffen tot 5000
K.O. De laatste 6500 K.O. gier had dus
sWMs 1R0 KG hooi geproduceerd tegen
380 K G. r»er 6500 K G. gier der eerste Op.
v^rinjr van de sterkte der begiering tot
P6OO0 V G bracht de hooiopbrengst op
5180 K.O. De eerste 13000 K.O. produceer
de dus 760 K.O hooi tegen de laatste 360
K.O. Men1 kan dus aannemen dat op dit land
mot een bedertag van 13000 K O ner H A.
d' "r~n« der intensiveering was bereikt De
ze hoogere opbrengst weegt geenszins op
tefen die. welke men kan verkrifgen door
omzetting van greidland in bouwland Ro-
vendien is binnen 't bouwbedrijf ook intensi
veering mogelijk, terwijl dit nog een groote
anrong voorwaarts kan gaan door omzetting
lp bet tuinbouwbedrijf,
deld wordt of de aanleg vaa dtemreaam gras
land zulk een moeilijke zaak is, als men veel
al meent. Bijna algemeen was en is men ook
thans nog van meening, dat bouwland niet
of slechts na zeer lange jaren weder in goed
grasland is te veranderen. Het wordt in dea
tegenwoordigen tijd zelfs aangevoerd als
argument om te ontkomen aan het scheuren
van grasland En inderdaad, als men zulke
nieuwe graden vergelijkt met oude. schijnt
voor deze beschouwing een ige grond aanwe
zig te zijn. In de onmiddellijke nabijheid van
Alkmaar was ik deze week in de gelegenheid
hiervan een voorbeeld te zien. Wel groeide
op het nieuwe land het gras weliger, doch
3e grassoorten en dichtheid der zode wa
ren belangrijk minder. Men moet dan even
wel niet vragen, hoe dit bouwland weder
grasland is geworden. Meestal heeft men dit
aan de natuur overgelaten of wat hooikrok
uitgestrooid. Wie aangaande deze zaak vol
doende ingelicht wil worden, leze vooral
dit hoofdstuk en zonder twijfel zat hij van
moening veranderen.
AAN DE DAMMERS!
Met dank voor de ontvangen opl. van pro
bleem no. 493 (auteur Balédent)
Stand.
w. 5, 7/11, 14, 18 19, 20, 23, 24, 30.
W. 16, 21, 27, 31, 32, 33, 35, 37, 38, 39,
42, 45, 48.
Oplossing.
I. 39—34 1. 30:28.
2 35—30 2. 24 35.
3. 21—17 3. 11 22.
4. 16—11 4. 7:16
5. 31—26 5. 22:31.
6. 26—21 6. 16:27.
7. 37:26 7 28:37
8. 42 2(8 sch.)
Goede opl. ontvingen wij van de heeren:
D. de Boer, R. W T Bosman, P. Dekker, D.
Gerling, J. Houtkooper, J. K. te Alkmaar, H.
E. Lanttaga, Haarlem.
Oplossing phanlasieprobleem.
Stand. x
Zw, 7/17,19, 21, 24, 26, 29, 34, 35 en dam
op 46.
W. 18, 20, 22, 23, 25, 27, 28, 30, 31, 32,
37, 39, 42, 43. 44, 45. 48, 49, dam op 4.
Oplossing.
1 45—40 1. 34:45.
2 23:34 2. 12:23.
3. 20:18 3. 35:24.
4. 26-20 4. 14:25.
5. 34—29 5. 24 33
6. 42—38 6 33 42
7 44—40 7. 45 34.
8 39 30 8. 25 34.
9. 18—12 9. 7:18.
10 43—38 10. 42:33.
II. 28:30 11. 17:28.
12. 32:5 12. 21:41
13. 5:6. 13. 26:37.
1*4. 4 47 en in 't nu ontstane eindspel
wint Wit door 4741 enz. Er is echter nog
wel spel aan.
STUDIE-EINDSPEL.
In een partij kwam 't volgende eindspel
voor. Volgens den heer Olaen wordt hierin op
de volgende wijze de zekerste winst verkregen
de bovenste verdieping van 't huis» waarvan
het venster op straat uitzag. Het deed tege
lijkertijd dienst als slaap- en studeerkamer.
Hel grootste deel er van werd ingenomen
door een breed ledikant met lange gordli-
nen, en daar tegenover stond een groote
eikenhouten kast, waarin de eigenaar allerlei
merkwaardige dingen bewaarde: een kom
foor, een smeltkroes, vreemd gevormde dls-
tllleerglazen van donker glas en een paar
handschriften, verguld op snee, die zeker
nog van vóór de uitvinding der boekdruk
kunst dateerden.
Johannes Pratensis stond voor de kast,
waarvan hij de deur opengedaan had, zoodat
men de distilleerkolven en andere aparaten
in volmaakte orde op de planken zag staan.
Hij had er een klein fleschje uit genomen, en,
terwijl hij het tegen het licht hield, schudde
hij den Inhoud eens heen en weer, of hij zoo
alleen de samenstelling kon waarnemen. Te
gelijk schudde hij het hoofd, zette de flesch
weer op de plank en deed de kastdeur zorg
vuldig op slot.
Toen'trad hij aan het venster en keek uit.
De zon scheen nog warm op het dak en den
gevel van het huis. Vanwaar hij stond kon
hij over de lage muren van de stad heen
zien tot heelemaal aan de toren der Noor
derpoort. Daar even buiten woonde de man,
dien hij denzelfden avond nog, in gezelschap
van Tycho Brahe, wilde opzoeken. Maar om
welke reden had hij zijn vriend eigenlijk ge
vraagd om mee te gaan? Zou 't maar niet
beter zijn geweest, om geen getuigen te roe
pen bij dat bezoek?
Johannes Pratensis keek verstrooid uit
door het dikke, groenachtige glas van de
ruiten. Hij sloeg er geen acht op, dat de zon
al lager zonk achter de daken en torens en
dat de kamer in schemerlicht gehuld was.
Toen werd aan de deur geklopt, zacht en
schroomvallig. Eerst hoorde Johannes het
niet, maar toen er nog andermaal en nu wat
luider geklopt werd, keerde hij zich toch
om:
.Binnen!" riep hij, nu niet zoo heel best
gemutst, omdat hij zoo gestoord werd.
De deur ging open en een jong meisje trad
binnen Zij was gekleed in een eenvoudige,
donkere japon, die echter opgevroolijkt werd
door den witten halsdoek en niet 't minst
door haar eigen lieftalligheid. Ze was slank
en had blond haar en oen paar groote, spre
kende oogen.
„Vader laaf vragen, wnarorn u vandaag
niet cieelnam aan onzen maaltijd?" zei ze.
„Toen hij bij u aanklopte, heeft u niet eens
willen opendoen en daarom heeft hij mij nu
hierheen gestuurd om te zeggen, dat hij u
graag nog oven spreken wilde, eer het bed
tijd werd."
,,U moet mij dit zonderling gedrag maar
niet ten kwade duiden, Juffrouw Edele! Er
viel zooveel waar te nemen vandaag, dat ik
het eten heelemaal vergeten heb. Waar wil
uw Vader mij over spreken?"
„Ik denk, over de zonsverduistering, want
daar is Vader den heelen dag zoozeer van.
vervuld geweest, dat hij er uw geleerdheid
nog eens bij zal willen raadplegen."
..Zeg tegen uw Vader, Juffrouw Edele, dat
hij mij dan maar verontschuldigen moet, tot
wij morgenmiddag aan tafel elkaar zullen
zien en spieken. Want voor vanavond heb ik
iets anders te doen."
Juffrouw Edele liet den blik gaan van den
ongen man naar de groote eikenhouten kast
egen den muur. en toen sprak zij met dezelf
de zacht, welwillende stem:
„Beste meester Pratensis, u is den laatsten
tijd wel zeer veranderd! Vroeger was u al
tijd opgewekt en hadt heel wat te bepraten
met Vader, als u den avond beneden bij ons
in de kamer doorbracht. Maar al sinds een
paar maanden is u niet te herkennen en men
zegt
„Nu, wat zegt men, juffrouw Edele?"
Zw. 8, 23, 25, 27, 29.
W 6. 26, 38, 39, 44
1. 2621 1. 27:16.
2. 39—33 2. 16—21.
3. 33 :24 3
4. 6—1
5. 1-6
0. 24—20
7. 617
8. 17:48.
21-27.
4. 23—28
5. 28—32.
6 32:43.
7. 25:14.
vri
oeg Johanues Pratensis, terwijl hij met on-
'duldigen blik naar haar opkeek.
„Men zegt, dat u to slecht gezelschap is
gekomen, meester Pratensis."
„Zoo? En u luistert dus ook naar die
naar die kwaadsprekers, juffrouw
zien thuis komen,
Edele? Heeft u mij ooit zw
dal ik meer gedronken had dan lk hebben
kon Of heb lk ooit deelgenomen aan de op
tochten cn oproeren, die nu aan de orde van
den dag zijn onder de andere studenten?"
„Neen, meester Pratensis, in dat opzicht
valt er wel niets op u aan te merken. Vader
meent zelfs, dat u een toonbeeld is voor dc
wilde en onbezonnen jongelui. Maar...,
Ze hield andermaal op, verlegen als za
zelf was over haar vrijpostigheid.
Johannes Pratensis keek haar eens aan,
met een glimlach op het gelaat en zei spot
tend:
„U spreekt zoo eerwaardig en vermanend,
of u een oud vrouwtje waart en niet een fris-
sche jonge deem van zestien jaren! Maar
vertel mij nu eens, waar men mij nu alzoo
van beschuldigt, juffrouw Edele, als 't daa
niet van al te groote vroolijkheid is?"
„Ik heb het recht niet, om aanspraak te
maken op uw vertrouwen," sprak Edele be
droefd. „r.n ik ben ook wel te jong en te on
beduidend, dan dat it zich in bL minst ?an
mijn waarschuwingen storen zoudt, Maar
gedurende de jaren dat u nu al bii uw ouders
weg is en hier in de stad, bij ons uw intrek
genomen heeft, is u als een liefhebbend
broer voor mij geweest en om der wille
daarvan doet het mij leed, als u op verkeer
de wegen zoudt riin geraakt. En, als u
het nu bepaald weten wilt, meester Praten
sis," juffrouw Edele keek hem nu precies in
de oogen en sprak in heftige gemoedsbewe
ging „In den laateter tijc! beschuldigt men
u, dat u niet meer of minder, dan bij dood
graver Steffen aan huis zijt geweest!"
(Word! vc-volgd).
;\H
ff*. ÏO». 1M8.
ui ijl mvx* ftttpiu&m uu uui vuim vcua vv2
Vnnr beseho'iw'ngen over de renWrvnT/.
kanitalm in rirr bodem van greidland aan
wezig verwrs Ik na ar een artikel, waarin ?k
dit nndonjrgrn behandelde In verband met dn
voeHanlvonrzienlng Een zeer helsngriik
hoofdstuk Is dat, waarin de vraag behan