CaBdidaatstüllIng I weeds tot. Centrale Keuken. spijsliJst. Damrubriek. i_it Tychco Brahe ir{' Honderd ei fwtostigste Jaargang. Zaterdag 11 Mei. Uitlotin EE V ILL KT 0 N Maximsmprpem Zteppoedor Maximumprijzen Harde leep Maximumprijzen vai! Genees* en Yerkaiidmiririelen iifilil WOENSDAG' 15 Mei: Rijst met Karne melk, boter en suiker. DONDERDAG 16 Mei: Erwtensoep. VRIJDAG' 17 Mei: Aardappelen met An dijvie. ZATERDAG 18 Mei: Aardappelen met spinazie. MAANDAG 20 Mei: Wordt niet gekookt. DINSDAG 21 Mei: Groentensoep met Vleesch. Voor de Rijst moet bon 71 en voor de Erw tensoep bon 70 worden ingeleverd voor elke ortie één bon. Voor de Aardappelgerechten on 74, voor elke vier porties één bon. De spijsbons voor Dinsdag moeten reeds Vrijdag worden ingekocht en die voor Woens dag daaraanvolgende'Zaterdag; het gerecht voor Woensdag zal nog tijdig worden gepu bliceerd. De Administrateur, A. OSKAM. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter kennis van be langhebbenden, dat bij de heden gehouden UITLOTING van OBLIGATIES in de geld- leeningen ten laste dier gemeente, aan gegaan krachtens raadsbesluiten van 1. 18 Januari 1893, zijn getrokken de num mers 7, 30, 38, 41, 58, 60, 62, 78, 98, 125, 201, 205 (3» pet. lèening); 2. 1 Maart 1899, zijn getrokken de nrs. 35 en 68 (3» pet. leening); 3. 30 Mei 1900, zijn getrokken de nrs. 17 en 36 (4 pet. leening) 4. 16 April 1902, zijn getrokken da nrs. 23 en 36 13» pet. leening); 5. 19 juni 1907,'is getrokken no, 33 (4 pet. leeriing) 6. 20 Mei 1914, zijn getrokken de nrs. 101, 269, 312, 371. 377, 389, 394, 433, 476, 490 (4» pet. leeamg); 7. 26 Januari 1916, zijn getrokken, de nrs. 16, 41, 146, 177, 185, 230, 235, 245, 253, 303, 328, 335, 339, 358, 370, 374, 455, 469, 489, 504, 519, 557, 647, 666, 677, 698, 749, 786, 875, 1017, 1094 (4 A pet. leening). Welke obligaties, waarvan, die van de lee ningen sub 1, 2, 4, 5, 6 en 7, ieder groot DUIZEND GULDEN en die van de leening sub 3 groot VIJFHONDERD GULDEN, met de onverschenen coupons ten kantore van den Gemeente-ontvanger te Alkmaar en bovendien wat aangaat de leeningen sub 1, 2, 3, 4 en 5 bij de Kasvereeniging te Amster dam, de leening sub. 6 bij de Rotterdamsche Bankvereeniging of de Amsterdamsche Bank en de leening sub 7 bij de Incasso-Bank te Amsterdam, ter betaling aangeboden kunnen worden. Van da leening hierboven genoemd sub 1 is één in 1917 uitgelote obligatie no. 209. van die sub 6 twee obligatiën nrs. 195 en 267 en van die sub 7 drie obligatiën nrs. 244, 629 en 680, nog niet aangeboden. Bovendien zijn van de ïeening sub 7 (vaa 1916) v|n no. 1101 nog nooit coupons aan geboden. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. Alkmaar, 7 Mei 1918. De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR brengt hiermede ter algemeene kennis dat bij den Burgemeester der gemeente Helder, ter secretarie van laatstbedoelde ge- r ite, op DINSDAG 21 MEI a.s., tusschen. des voormiddags NEGEN en des namiddags VIER UUR, LIJSTEN VAN CANDIDA TE K: KUNNEN WORDEN INGELE VERD VOOF HET LIDMAATSCHAP VAN DE TWEEDE KAMER DER STA- TEN-GENERAAL. Roman uit het laatst der 16e eeuw, naar het Deensch van VILHELM OSTERGAARD. Voor zoOTral nooéêg worden de vedgesadte bepalingen 'n herinnering gebracht: lo". Iedere fijat moet worden onderteekend door ten minste 25 kiezers, bevoegd tot deelneming aan deze verkiezing en voor komende op de kiezerslijst eener binnen dezen kieskring gelegen gemeente. Dezelfde kiezer mag niet meer dan één lijst onderteekenen, De candidaten worden' met vermelding van hunne voorletters en woonplaats op de lijsten geplaatst in de volgorde, waar in door de onderteekenaars aan hen de voorkeur wordt gegeven. Op dezelfde lijst mogen ten hoogste tien candidaten worden geplaatst, terwijl de zelfde candidaat niet mag voorkomen op meer van een van de lijsten, ingeleverd in denzelfden" kieskring. Bij de inlevering van eene lijst kunnen de onderteekenaars schriftelijk een gemach tigde en diens plaatsvervanger aanwij zen, bevoegd -tot het verbinden van de lijst overeenkomstig art. 50 der wet. Bij de lijst moet worden overgelegd de schriftelijke verklaring van iederen daar op voorkomenden candidaat, dat hij be willigt in de plaats hem op de lijst aan gegeven; de onderteekening van deze verklaring moet zijn gelegaliseerd door den burgemeester van de woonplaats van den candidaat. 7o» De inlevering der lijsten' geschiedt per soonlijk door* één dér onderteekenaars. De candidaten kunnen daarbij tegen woordig zijn. Formulieren voor de lijsten zijn ter Secre tarie dezer Gemeente kosteloos voor een ieder verkrijgbaar Alkmaar, den II Mei 1918. De Burgemeester voornoemd, G RIPPING 2o. 3o, 4o. 5o. 6o. De ADJ .-DIRECTEUR van het DISTRI BUTIEBEDRIJF brengt ter openbare ken nis, dat Zijne Excellentie de Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel heeft goed gevonden ,met intrekking van Zijne beschikking van 28 Februari 1918, no. 12407, Afd. Crisis- zaken, bureau Nijverheid, vast te stellen de navolgende maximum-prijzen voor zeeppoe der1 ZEEPPOEDER met een vetzuurgehalte van ten minste 35 pet., groothandelprijs 18.per 100 pak van 250 gram netto; tusschenhandelprijs 20.50 per 100 pak van 250 gram netto, beide franco wal of station van bestemming, spoor, boot of laatste veer, inclusief verpakking, betaling h contant, zon der kortingkleinhandelprijs 24 cent per pak je van 250 gram netto; ZEEPPOEDER met een vetzuurgehalte van ten minste 15 pet., groothandelprijs ƒ14 per 100 pak van 250 gram netto; tusschen handelprijs 16.50 per 100 pak van 250 gram netto, beide franco wal of station van bestemming, spoor, boot of laatste veer, in clusief verpakking, betaling a contant, zonder korting; kleinhandelprijs 0,20 per pakje. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene ken nis dat in het Gemeenteblad van Alkmaar zijn opgenomen hunne besluiten van 5 Maart 1918 waarbij zijn vastgesteld: lo. Voorschriften voor den aanleg, het on derhoud en het gebruik van gasleidingen (Gemeenteblad N. 592) 2o„ Installatie-voorschriften voor het Elec- trisch bedrijf te Alkmaar (Gemeenteblad N. 593). 1 Welke besluiten, heden afgekondigd, gedu rende 3 maanden ter gemeente-secretarie ter lezing zijn nedergelegd en aldaar tegen beta ling van respectievelijk 0 57 A en 0.35 m afdruk zijn verkrijgbaar gesteld. Alkmaar, 25 Maart 1918. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G, RIPFING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene ken nis dat in het Gemeenteblad van Alkmaar zijn opgenomen dé besluiten van den Raad dier gemeente van 11 April 1.1. waarbij zijn vastgesteld: lo. Eene verordening, regelende leverin van gas door de gemeente-gasfabriel (Gemeenteblad N. 598); 2o. Eene verordening, bevattende het tarief en de voorwaarden voor de levering van electrischen stroom door het Gemeente lijk electrisch bedrijf te Alkmaar (Ge meenteblad N. 599). Welke verordeningen, heden afgekondigd, ge durende drie maanden ter gemeente-secreta rie ter lezing zijn nedergelegd en aldaar tegen betaling van respectievelijk 0.32 en 0.25 in afdruk zijn verkrijgbaar gesteld. Alkmaar, 18 April 1918. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING. Voorzitter DONATH, Secretaris. De ADJ.-DIRECTEUR van het DISTRI BUTIEBEDRIJF brengt ter openbare ken nis, dat Zijne Excellentie de Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel heeft goed gevonden met ingang van 15 Mei 1918 vast te stel len de navolgende maximumprijzen voor har de zeep: HARDE ZEEP met een vetzuurgehalte van tem minste 60 pet., groothandelprijs 27.— per kist van 100 dubbele stukkarn van 250 gram of 200 enkele stukken van 125 gramtusschenhandelprijs 0.20 per dubbel stuk van 250 gram en 0.14» per enkel stuk van 125 gram, alles franco wal of sta tion van bestemming, spoor, boot of laatste veer, inclusief verpakking, betaling a contant, zonder korting; kleinhandelprijs 0.33 per dubbel stuk van 250 gram en 0.1614 per enkel stuk van 125 gram; HARDE ZEEP met een vetzuurgehalte van +en minste 25 pet., groothandelprijs 11.— per kist van 100 dubbele stukken van 250 gram of 200 enkele stukken van 125 gram; tusschenhandelprijs 0.13 per dubbel stuk van 250 gram en 0.06» per enkel stuk van 125 gram, alles iranco wal of sta tion van bestemming, 6poor, boot of laatste veer, inclusief verpakking, betaling a contant, zonder korting; kleinhandelprijs 0.16 per dubbel stuk van 250 gram en 0.0S per en kel stuk van 125 gram. Deze maximumprijzen zijn niet van toepas sing op toiletzeep, scheerzeep en medicinale zeepen, bedoeld in art 5 der voornoemde zeep- en zeeppoederregeling. 1) „Maar vandaag zal Ik het dan toch eens deen. Ik ben erg opgewonden en nu einde lijk wil ik mijn hart wel eens uitstorten Ik heb van allerlei alchymistische proeven genomen en ik mag me dus al onder de tor gewijden rekenen. Maar toch kunnen we hier niet genoeg vooruit gaan in dezen tak van wetenschap, omdat het ons ontbreekt aan beroemde alchymisten, die ons door hun voorbeeld inlichten. Nu onlange heb ik al een hoogst-eigenaardig mensch leeren ken nen hij beoefent de goudmakerij en ofschoon hij maar van zeer lage afkomst is, weet hij toch meer dan de meesten. Ik denk, dat ik met hem maar een overeenkomst aanga, dan kan ik tenminste vooruitkomen to de wereld Willen we hem vanavond gaan opzoeken, éér men de Noorderstadspoort sluit?" „Waarom niet?" antwoordde Tycho Bra he „Alchemie en astronomie zijn immers zusterkunsten. Het kan dus heel best zijn, dat ik zelf ook lust krijg in het goudmaken, als ik het zoo van nabil zie. Waar zullen we elkaar dan ontmoeten?'" „Kom mij halen aan mijn kosthuis bij Lau- rids Geweermaker, zoodra het halfnegen is", zei Pratensis. „Dan zal het mij gemakkelij ker vallen er even tusschenuit te gaan, t Komt nu iederen avond tot opstootjes tus schen studenten en matrozen en oude Mees ter Laurids houdt mij met kracht en geweld iederen keer als ik na donker nog de stad in wil1 „En zijn dochter, de schoone Edele, maakt zich nog meer ongerust, dat je eenig De ADJ.-DIRECTEUR van het DISTRI BUTIEBEDRIJF brengt ter openbare ken nis dat Zijne Excellentie de Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel heeft goed gevonden vast te stellen een DIST RIBUT IE- REGELING VAN GENEESMIDDELEN, VERBANDMIDDELEN EN VOORWER PEN VOOR GENEESKUNDIG GE BRUIK, met een lijst van de namen der stoffen die zonder machtiging niet mogen worden vervoerd, boven de in die lijst aange geven hoeveelheden Inlichtingen over-deze circulaire kunnen aan het Distributiebedrijf, Afd. Controle, worden verstrekt. letsel kan overkomen?" vroeg Tycho Brahe, wel een beetje plagende „Daar heb ik haar niet naar gevraagd," antwoordde Johannes Pratensis kort. „Met vrouwen en met vechtpartijen houd ik mij niet op; ik heb nuttiger dingen te doen „!k ook/' antwoordde Tycho Brahe. op een toon, die niet minder bedachtzaam klonk, dan die van zijn ouderen kameraad. „Ik ga nu naar huis. naar mijn goeden Francisci Ripens iae die in waarheid meer een vriend van gelijken leeftijd voor mij is( dan een leermcesier of mentor. Ik zal je vertellen, beste Johannes; hij en ik vinden herhaalde lijk nieuwe aankiioopingspunten.' to weten schappelijke onderzoekingenRipenala in zijn medicijnen, ik in de heimelijke beoefening van de astrologieDe groote zonsver duistering, die we vandaag Hebben waarge nomen, geeft mij aanleiding tot beschouwin gen, waar ik met mijn vriend en leermeester eens over praten wil. Ook wil ik er een La- tijnsch gedichtje op maken en daarmee zal de tijd al heel gauw omgaan vanavond!" Al pratende waren de jongelui tot vlak voor de Onze Lieve Vrouwekerk genaderd, waarvan de reuzenhooge toren en de met koper overdekte spits zich scherp afteeken- den tegen den lichten onbeweeglifken hemel. Tycho Brahe groette den kameraad vriend- schappelijk en stapte toen met veerkrachtigen tred schuin over het Lieve Vrouwekerkhof, en zoo vervolgens', tot hij de woning van Ma gister Ripensis, in de Kanunnikstraat, bereikt had. Johannes Pratensis was langzaam den tegenovergestel den kant uitgegaan, om zijn kamer ta de Kloosterstraat, bij Meester Lau rids Geweermaker op te zoeken. HOOFDSTUK II. Juffrouw Edele. Hef was een klein, vierkant vertrekje op Wonken voor Land- en Tuinbouwers. Naar aanleiding van de to het vorige ar tikel gehouden beschouwingen, gaan de schrijvers nu een vergelijking maken tusschen de intensiviteit van het greide- en het over wegend landbouwbedrijf. In de eerste plaats ten opzichte van de hoeveelheid aan te wen den arbeid in beide bedrijven. Ze komen tot de couclusie, dat de verhouding van het aart- tal arbeiders in een zuiver greldebedrijf, tot dat to een bedrijf, waarin de landbouw over- heerschend is, staat als 1 :2. Deze cijfers kloppen met de gemiddelden van de loonlijs ten, zooals die ingevuld moeten worden voor de LandL en Tuinbouw-Onderlinge. Volgens deze lijsten wordt per H.A. gemiddeld aan loon: in een zuiver greidebednjf 59, in een gemengd bedrijf 110, en in een bedrijf met zeer weinig weiland 124. Ook wat het aan te wenden kapitaal be treft, stelt, volgens de schr., de landbouw1- boerderij hoogere eischer dan de greidbber- derij. Het aantal' en de slijtage aan de ver schillende werktuigen Li op de eerste grooter dan op de laatste. Wel elscht het greidebe dnjf meer kapitaal ta den vorm'' van vee. doch dit kapitaal wordt op de boerderij zelf of op boerderijen elders geproduceerd. De productie hiervan kan dus geen invloed uit oefenen op de vraag naar arbeid als in met den landbouw in verband staande nijverheids, bedrijven. Ook de bruto-opbrengstdjfm ta de ver schillende bedrijven worden met elkaar ver geleken. Gegrond op den toestand voor dm oorlog meenen de schrijvers deze te mogen stellen op 300 per H.A. voor het greide- bedrijf, op 400—635 per H.A. voer het landbouwbedrijf. Deze opbrengst moet trou wens ook hooger zijn, wijl anders de vrijr wat hoogere kosten aan arbeid en kapitaal, die een H.A. bouwland eischt niet gedekt konden worden. Het verschil in opbrengst- cijfers per H.A. bouwland houdt natuurlijk verband met het te telen gewas. De schrijvers schatten de opbrengst bij verbouw van tar we het laagst, bij verbouw van aardappelen het hoogst. Toen ik met iemand het werkje besprak, werd mij de opmerking gemaakt, dat de schrijvers bij de beoordeeling van de hoe veelheid werk in de verschillende bedrijven, geen rekening hadden gehouden met het werk, verbonden aan de op de boerderij ver richte zuiverbereidtag. De schrijvers hebben m.i. hier goed gehandeld. Zij hebben alleen het werk in rekening, gebracht, dat verricht moet worden, om het product in de schuur te krijgen. De verwerking van dit product kan buiten rekening worden gelaten, omdat de bouwboer dit ook niet doet. Als slotsom meenen de schrijvers te kun nen vaststellen, dat het bouwbedrijf een veel grooter aaswsodmg van. kapitaal en arbeid eischt dan het greidebednjf en het eerste dus een veel intensiever bedrijfsvorm is dan het laatste en dat dienovereenkomstig de bru to opbrengst van den bouw belangrijk hoo ger is dan die van de greide Deze slotsom in verband met de beschou wing in het voorafgaande deel van het werk leiden den schr. tot conclusiën; le. Een be langrijke vermindering van de oppervlakte bouwland doet het gevaar voor verarming der bevolking ontstaan; 2e. Uitbreiding van het bouwland in belangrijke mate werkt juist omgekeerd. En op grond van deze con clusiën meenen zij de vraag, of het uit een sociaal-economisch standpunt wenschelijk is, tot omzetting van het eenzijdige greidebedrijf over te gaan, bevestigend te moeten beant woorden In een volgend hoofdstuk behandelen de schrijvers de vraag, of intensiveering van hei greide- en bouwbedrijf mogelijk ls. In beide is dit mogelijk en in de laatste halve eeuw is dit ook werkelijk o-esehied. Ten' op zichte van het greidebedrijf door betere óf meerdere zorg voor de voeding van het vee en voor bemesting of drooglegging van lan derijen; door gebruik van meer krachtvoeder, waardoor tevens de kracht van den' mest wordt verhoogd, door verbetering van gier en mestbewaring en door het gebruik van kunstmest. In Friesland vooral was het ta de jaren voor den ooriog duidelijk merkbaar aan het grooter aantal stuks vee. dat op sommige boerderijen gehouden werd. In aan de stallen aangebrachte uitbouwsels en op het erf geplaatste hokken moeten deze dieren worden ondergebracht. Ook worden als wij zen van intensiveering genoemd de zomer- stalvoedering en het drijven in de fokrich- ting, tevens de voor- en nadeelen besproken, hieraan verbonden Natuurlijk is aan het op drijven der intensiviteit een grens, zooals o a mH het volgende voorbeeld wordt aan getoond. Rü dun heer Tohs. v. d. Burg te Jelstim verhoogde in 1°10 een bemesting met 13000 K G. gier de hooiopbrengst van 4060 K.O. tot 4820 KG per H.A Deze bemesting pro duceerde dus 760 K.O hooi per H.A. meer. Verzwaring der eierbemeiHnrr tot 10500 V O deed de hooionbrenfit stiffen tot 5000 K.O. De laatste 6500 K.O. gier had dus sWMs 1R0 KG hooi geproduceerd tegen 380 K G. r»er 6500 K G. gier der eerste Op. v^rinjr van de sterkte der begiering tot P6OO0 V G bracht de hooiopbrengst op 5180 K.O. De eerste 13000 K.O. produceer de dus 760 K.O hooi tegen de laatste 360 K.O. Men1 kan dus aannemen dat op dit land mot een bedertag van 13000 K O ner H A. d' "r~n« der intensiveering was bereikt De ze hoogere opbrengst weegt geenszins op tefen die. welke men kan verkrifgen door omzetting van greidland in bouwland Ro- vendien is binnen 't bouwbedrijf ook intensi veering mogelijk, terwijl dit nog een groote anrong voorwaarts kan gaan door omzetting lp bet tuinbouwbedrijf, deld wordt of de aanleg vaa dtemreaam gras land zulk een moeilijke zaak is, als men veel al meent. Bijna algemeen was en is men ook thans nog van meening, dat bouwland niet of slechts na zeer lange jaren weder in goed grasland is te veranderen. Het wordt in dea tegenwoordigen tijd zelfs aangevoerd als argument om te ontkomen aan het scheuren van grasland En inderdaad, als men zulke nieuwe graden vergelijkt met oude. schijnt voor deze beschouwing een ige grond aanwe zig te zijn. In de onmiddellijke nabijheid van Alkmaar was ik deze week in de gelegenheid hiervan een voorbeeld te zien. Wel groeide op het nieuwe land het gras weliger, doch 3e grassoorten en dichtheid der zode wa ren belangrijk minder. Men moet dan even wel niet vragen, hoe dit bouwland weder grasland is geworden. Meestal heeft men dit aan de natuur overgelaten of wat hooikrok uitgestrooid. Wie aangaande deze zaak vol doende ingelicht wil worden, leze vooral dit hoofdstuk en zonder twijfel zat hij van moening veranderen. AAN DE DAMMERS! Met dank voor de ontvangen opl. van pro bleem no. 493 (auteur Balédent) Stand. w. 5, 7/11, 14, 18 19, 20, 23, 24, 30. W. 16, 21, 27, 31, 32, 33, 35, 37, 38, 39, 42, 45, 48. Oplossing. I. 39—34 1. 30:28. 2 35—30 2. 24 35. 3. 21—17 3. 11 22. 4. 16—11 4. 7:16 5. 31—26 5. 22:31. 6. 26—21 6. 16:27. 7. 37:26 7 28:37 8. 42 2(8 sch.) Goede opl. ontvingen wij van de heeren: D. de Boer, R. W T Bosman, P. Dekker, D. Gerling, J. Houtkooper, J. K. te Alkmaar, H. E. Lanttaga, Haarlem. Oplossing phanlasieprobleem. Stand. x Zw, 7/17,19, 21, 24, 26, 29, 34, 35 en dam op 46. W. 18, 20, 22, 23, 25, 27, 28, 30, 31, 32, 37, 39, 42, 43. 44, 45. 48, 49, dam op 4. Oplossing. 1 45—40 1. 34:45. 2 23:34 2. 12:23. 3. 20:18 3. 35:24. 4. 26-20 4. 14:25. 5. 34—29 5. 24 33 6. 42—38 6 33 42 7 44—40 7. 45 34. 8 39 30 8. 25 34. 9. 18—12 9. 7:18. 10 43—38 10. 42:33. II. 28:30 11. 17:28. 12. 32:5 12. 21:41 13. 5:6. 13. 26:37. 1*4. 4 47 en in 't nu ontstane eindspel wint Wit door 4741 enz. Er is echter nog wel spel aan. STUDIE-EINDSPEL. In een partij kwam 't volgende eindspel voor. Volgens den heer Olaen wordt hierin op de volgende wijze de zekerste winst verkregen de bovenste verdieping van 't huis» waarvan het venster op straat uitzag. Het deed tege lijkertijd dienst als slaap- en studeerkamer. Hel grootste deel er van werd ingenomen door een breed ledikant met lange gordli- nen, en daar tegenover stond een groote eikenhouten kast, waarin de eigenaar allerlei merkwaardige dingen bewaarde: een kom foor, een smeltkroes, vreemd gevormde dls- tllleerglazen van donker glas en een paar handschriften, verguld op snee, die zeker nog van vóór de uitvinding der boekdruk kunst dateerden. Johannes Pratensis stond voor de kast, waarvan hij de deur opengedaan had, zoodat men de distilleerkolven en andere aparaten in volmaakte orde op de planken zag staan. Hij had er een klein fleschje uit genomen, en, terwijl hij het tegen het licht hield, schudde hij den Inhoud eens heen en weer, of hij zoo alleen de samenstelling kon waarnemen. Te gelijk schudde hij het hoofd, zette de flesch weer op de plank en deed de kastdeur zorg vuldig op slot. Toen'trad hij aan het venster en keek uit. De zon scheen nog warm op het dak en den gevel van het huis. Vanwaar hij stond kon hij over de lage muren van de stad heen zien tot heelemaal aan de toren der Noor derpoort. Daar even buiten woonde de man, dien hij denzelfden avond nog, in gezelschap van Tycho Brahe, wilde opzoeken. Maar om welke reden had hij zijn vriend eigenlijk ge vraagd om mee te gaan? Zou 't maar niet beter zijn geweest, om geen getuigen te roe pen bij dat bezoek? Johannes Pratensis keek verstrooid uit door het dikke, groenachtige glas van de ruiten. Hij sloeg er geen acht op, dat de zon al lager zonk achter de daken en torens en dat de kamer in schemerlicht gehuld was. Toen werd aan de deur geklopt, zacht en schroomvallig. Eerst hoorde Johannes het niet, maar toen er nog andermaal en nu wat luider geklopt werd, keerde hij zich toch om: .Binnen!" riep hij, nu niet zoo heel best gemutst, omdat hij zoo gestoord werd. De deur ging open en een jong meisje trad binnen Zij was gekleed in een eenvoudige, donkere japon, die echter opgevroolijkt werd door den witten halsdoek en niet 't minst door haar eigen lieftalligheid. Ze was slank en had blond haar en oen paar groote, spre kende oogen. „Vader laaf vragen, wnarorn u vandaag niet cieelnam aan onzen maaltijd?" zei ze. „Toen hij bij u aanklopte, heeft u niet eens willen opendoen en daarom heeft hij mij nu hierheen gestuurd om te zeggen, dat hij u graag nog oven spreken wilde, eer het bed tijd werd." ,,U moet mij dit zonderling gedrag maar niet ten kwade duiden, Juffrouw Edele! Er viel zooveel waar te nemen vandaag, dat ik het eten heelemaal vergeten heb. Waar wil uw Vader mij over spreken?" „Ik denk, over de zonsverduistering, want daar is Vader den heelen dag zoozeer van. vervuld geweest, dat hij er uw geleerdheid nog eens bij zal willen raadplegen." ..Zeg tegen uw Vader, Juffrouw Edele, dat hij mij dan maar verontschuldigen moet, tot wij morgenmiddag aan tafel elkaar zullen zien en spieken. Want voor vanavond heb ik iets anders te doen." Juffrouw Edele liet den blik gaan van den ongen man naar de groote eikenhouten kast egen den muur. en toen sprak zij met dezelf de zacht, welwillende stem: „Beste meester Pratensis, u is den laatsten tijd wel zeer veranderd! Vroeger was u al tijd opgewekt en hadt heel wat te bepraten met Vader, als u den avond beneden bij ons in de kamer doorbracht. Maar al sinds een paar maanden is u niet te herkennen en men zegt „Nu, wat zegt men, juffrouw Edele?" Zw. 8, 23, 25, 27, 29. W 6. 26, 38, 39, 44 1. 2621 1. 27:16. 2. 39—33 2. 16—21. 3. 33 :24 3 4. 6—1 5. 1-6 0. 24—20 7. 617 8. 17:48. 21-27. 4. 23—28 5. 28—32. 6 32:43. 7. 25:14. vri oeg Johanues Pratensis, terwijl hij met on- 'duldigen blik naar haar opkeek. „Men zegt, dat u to slecht gezelschap is gekomen, meester Pratensis." „Zoo? En u luistert dus ook naar die naar die kwaadsprekers, juffrouw zien thuis komen, Edele? Heeft u mij ooit zw dal ik meer gedronken had dan lk hebben kon Of heb lk ooit deelgenomen aan de op tochten cn oproeren, die nu aan de orde van den dag zijn onder de andere studenten?" „Neen, meester Pratensis, in dat opzicht valt er wel niets op u aan te merken. Vader meent zelfs, dat u een toonbeeld is voor dc wilde en onbezonnen jongelui. Maar..., Ze hield andermaal op, verlegen als za zelf was over haar vrijpostigheid. Johannes Pratensis keek haar eens aan, met een glimlach op het gelaat en zei spot tend: „U spreekt zoo eerwaardig en vermanend, of u een oud vrouwtje waart en niet een fris- sche jonge deem van zestien jaren! Maar vertel mij nu eens, waar men mij nu alzoo van beschuldigt, juffrouw Edele, als 't daa niet van al te groote vroolijkheid is?" „Ik heb het recht niet, om aanspraak te maken op uw vertrouwen," sprak Edele be droefd. „r.n ik ben ook wel te jong en te on beduidend, dan dat it zich in bL minst ?an mijn waarschuwingen storen zoudt, Maar gedurende de jaren dat u nu al bii uw ouders weg is en hier in de stad, bij ons uw intrek genomen heeft, is u als een liefhebbend broer voor mij geweest en om der wille daarvan doet het mij leed, als u op verkeer de wegen zoudt riin geraakt. En, als u het nu bepaald weten wilt, meester Praten sis," juffrouw Edele keek hem nu precies in de oogen en sprak in heftige gemoedsbewe ging „In den laateter tijc! beschuldigt men u, dat u niet meer of minder, dan bij dood graver Steffen aan huis zijt geweest!" (Word! vc-volgd). ;\H ff*. ÏO». 1M8. ui ijl mvx* ftttpiu&m uu uui vuim vcua vv2 Vnnr beseho'iw'ngen over de renWrvnT/. kanitalm in rirr bodem van greidland aan wezig verwrs Ik na ar een artikel, waarin ?k dit nndonjrgrn behandelde In verband met dn voeHanlvonrzienlng Een zeer helsngriik hoofdstuk Is dat, waarin de vraag behan

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1918 | | pagina 5