DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. De strijd im ea buiten Europa. .3' DON DERDAG 1B MEI FETJIL L K T O N Tychco Brahe No. 1X3 Honderd en twmtsgste J aasgang. 1918. AbQDnemefitsprlls bi! vooruitbetaling o. 3 masmtes 11.65, tr. p»t f UH BawftsnMMS a el AMetttoprljg IS ot. p. regel, groetere letters near plaatsrolmte. Br. tr. I.V. Boek- ee BeeileisiSrnkkerli Sarras, Coster 4 Zg., Yoonfam C 3. Tel. 3. Buiten land. Staten. Generaal. Rinncnlaud. «s? De Duitsche keizer toont zich nog «1 te vreden met den gang van zaken op het Westelijk front. Bij zijn verblijf te Aken bracht hij een bezoek aan het stadhui», waar juist een ver gadering van den gemeenteraad plaats had. De keizer voelde behoefte een toespraak te houden en begaf zich naar de zittingszaal. Hij vertelde, dat hij juist van het Westelijk front kwam en daar bet half verwoeste Frankrijk bezichtigd had. Daar, aldus, de keizer, krijgt men eerst goed een indruk van het verschrikkelijke waarvoor Duitschland gespaard is gebleven. De keizer wees er vervolgens op, dat wanneer de heeren daar in veilige rust bij een konden zijn, zij dit dankten aan het on vergetelijke leger. Over het offensief in het Westen was de keizer best te spreken. Zestig duizend Éngelschen, zeide hij, zijn reeds buiten gevecht gesteld en 1600 stukken geschut door onze troepen buitgemaakt. De keizer deelde mede, dat Duitschlands tegenstanders deerlijk toegetakeld waren, maar dat hij heelemaal geen medelijden met hen had, omdat zij niet beter verdiend heb ben. Hij vertrouwde, dat tn het Westen alles wel goed zou gaan als men maar geduld had, want met millioenenlegers kon, naaf zijn meening, niet in één dag worden afge rekend. Met trotsch gaf de keizer vervolgen» een overzicht van de tot dusverre verkregen re sultaten. Hij wees er op, dat het Oosten ont sloten is, dat het in de Krim ook voor waarts gaat, dat uit de Oekraine de eerste treinen met Levensmiddelen te Berlijn zijn aangekomen en dat in Sebastopol een groote rijkbeladen handelsvloot ia, buitgemaakt. Het gaat dus goed, zeide de keizer en hij knoopte er meteen de verzuchting aan vaat, dat het nu maar eens uit moest zijn met alle buitenlandsche na-aperij. Al het Fransch parieeren moest volgens hem nu maar eens uit zijn. Laten wij, aldus de keizer, liever ons platte Duitsch spreken. Het behoeft geen betoog, dat de'heeren erg onder den indruk waren en dat buiten het stadhuis een menigte van duizenden men seden den keizer toejuichte. Ook over de samenkomst in het groote hoofdkwartier Is de keizer best te spreken. Trouwens, ook de keizer van Oostenrijk is daar, volgens een telegram dat hij aan zijn Berlijnschen collega stuurde, bijzonder vol daan over. Wanneer men die telegrammen leest, zou men werkelijk niet zeggen, dat Oostenrijk ooit pogingen had gedaan, den band met Duitschland losser te maken, door geheime vredesbesprekingen met Frankrijk te houden. Op het oogenblik, aldus keizer Karei in zijn telegram aan keizer Wilhelm, waarop ik Roman uit het laatst der 16e eetrw, nasar hst Deense* van VILHELM OiTSBQAAflD. „Maar mij lijkt het de schandelijkste woe kert" riep Tycho Brahe verontwaardigd. „Denk toch eens na, Pratensis, eer je zulk een aanbod doetIk zelf verlang niet* beters, dan op reis te gaan en groote, be roemde leermeesters te vinden; en wa» ik meerderjarig en beschikte ik zelf over mijn goederen, eten zou ik mij geen oogenblik be denken, om tot het laatste stukje in pand te geven, ten einde de middelen te verkrijgen, om aan mijn vurig verlangen te voldoen. Maar om zich zelf en zijn kunst tot pand o! borgtocht te stellen, dat is toch gekkenwerk en niet veel verstandiger, dan zijn ziel aan den duivel te verkoopen. Meester Steffen had van den een naar den ander gekeken en zijn oogjes schitterden als een paar kölen vuur. Toen richtte hij zich tot Tycho Brahe en sprak op zijn meest voorko menden. toon: „Mijn hooggeleerde vriend, kent u den machtigen heer Duivel, dien u daar zoo pas noemde? En is u er zoo verzekerd van. dat het zoo moeilijk omgaan met hem is, als de meesten wel denken? Men heeft toch wel gehoord dat hij menschen zoowel aan rijk dom als aan eer hielp, aan wereldsch ver maak of aan groote geleerdheid, zooals de trage menschelijke geest zich die op geen en kele andere wijze weet te verschaffen. Waar om den Duivel dan te belasteren, geleerde jonge vriend?" Terwijl Meester Steffen sprak, vertrok zijn mond zich tot een glimlach, die zijn mager, leerachtig gelaat een nog eigenaardiger uit drukking verleende dan het al had, Tycho Brahe keek een oogenblik wat ver- den gezegenden bodem van het Duitsche rijk verlaat, is het mij een ware behoefte des har ten, je nogmaals met mijn warmsten groet mijn hartelijkaten dank te brengen voor de niet alleen minzame, maar ook waarlijk vriendschappelijke ontvangst, die ik bij je gevonden heb. Zeer bevredigd over onze overeenstemmen de gedachtenwisseling roep ik je van harte en in trouwe vriendschap een spoedig tot weerziens toe. Keizer Wilhelm heeft zich natuurlijk ge haast hierop te antwoorden, Hij telegrafeert bijzonder graag en laat geen gelegenheid ongebruikt om zijn indruk ken in telegram vorm te gieten. Hij antwoordde, dat de grondige bespre kingen opnieuw de volle overeenstemming over de doeleinden, die beide staten leiden, vastgesteld hebben, en dat de verwezenlij king ervan de rijken grooten zegen zal bren gen. De keizers zijn dus nogal voldaan over den toestand, wat niet wegneemt, dat in het Westen van Europa nog millioeoen mannen gereed staan, om een opmarsch der centrale legers met alle krachten, waarover zij be schikken, onmogelijk te maken. In het Engelsche Lagerhuis heeft Balfour in antwoord op eenige vragen medegedeeld welke landen op het oogenblik met Duitsch land in oorlog zijn en welke de diplomatieke betrekkingen met dit rijk hebben verbroken. Het is inderdaad een respectabel aantal. Openlijk toch met Duitschland in oorlog zijn nog Frankrijk, België, Engeland, Servië, Montenegro, Japan, Portugal, Italië, de Ver- eenigde Staten van Amerika, Cuba, Panama, Siam, Llberië, Griekenland, China, Brazilië, Guatemala en Nicaragua. De diplomatieke betrekkingen met Duitsch land zijn verbroken door Bolivia, Honduras, Haïti, Dominikaansche republiek, Costa Ri ca, Peru, Uiuguay en Ecuador. Het is een lange lijst en hoewel er vele sta ten bij zijn, die Duitschland in militair op zicht weinig kwaad kunnen doen, mag toch niet vergeten worden, dat in al deze staten de Duitsche bezittingen in beslag genomen zijn en de Duitsche handel een geweldigen klap heeft gekregen. Na den oorlog zal het Duitsche rijk van voren .af aan kunnen beginnen met het aan- knoopen van handelsbetrekkingen en het is zeer zeker te verwachten, dat de tegenzin in het in nauwere relaties treden met Duitsche handelshuizen het opnieuw in het leven roei pen van de thans afgebroken betrekkingen buitengewoon zal bemoeilijken Wij wezen er vroeger reeds op, dat de oor log en dc daarmede in verband staande eco nomische afsluiting der staten een geheele ommekeer in de nijverheid tengevolge zal slagen. Zelfs de verstandigsten sioegen een kruis als er sprake was van den Vorst der Duisternis, en nooit werd zijn naam ge noemd, zonder vrees of bedachtzaamheid. Maar dat verschrompelde ventje scheen den duivel te beschouwer als een goed vriend, wiens gunst mm moest trachten te winnen. Tycho Brahe begon zijn eigen gedachten te koesteren over het huis. waar zijn vriend Pratensis hem heengebracht had. Met drifti ge handbeweging schoof hij1 zijn beker op zij, tastte In oen zak en wierp een paar zil vershikjes ot» tafel. „Hier is net geld voor den wijn, dten wij gedronken hebben," zei hij. „Dat is uw eigen zaak, Steffen Graver, of u met den Booze verkeert I Maar op dien weg deiiken wij u niet te volgen. Kom, Pratensis, er zal wel wat op gevonden worden, dat je je wenschen vervuld leunt krijgen, zonder dat Je je nog In de macht van aen Duivel hoeft te geven." Hij stond op en greep den arm van zijn vriend om hem weg te trekken. Maar Pra tensis rukte zich los. En als een mensch, die een onwrikbaar baluit heeft genomen, wat daar ook vap komen moge, sprak hij kalm en rustig: Uw antwoord Meester Steffen?" Meester Steffen sloeg de handen in elkaar, dat de knokkelige vingers kraakten, en, ter wijl de glimlach over zijn gelaat al breeder werd zei hij op vleienden toon: „Is u dat ernst, beste vriend, daa rullen we het dadelijk op schrift zettentenmin ste in zoover de welgeboren kameraad ons dit wil toestaanNu, gij zult dan on dervinden, dat Meester Steffen een eerlijke ziel isga in op de door u gestelde voor waarden, zonder m 't minst ook maar iets meer te verlangen, dan gij zelf aanbiedt." Daarmee stapte Meester Steffen vol waar digheid heen en verdween door een deur iter de vuurplaat. hebben. Iedere thans min of meer van de buitenwe reld afgescheiden staat tracht zelf te produ- ceeren wat hij vroeger uit gemakzucht of door lager prijzen uit het buitenland betrok. In Duitschland ls dat zeer sterk gebleken en wij behoeven maar op de groote hoeveel heden ersatz-artikelen te wijzen om aan te toonen, dat men zich bij gebrek aan velerlei grondstoffen op andere, zij het ook niet steeds betere wijze, Ijeeft trachten te behelpen. Ook Engeland is, eensdeels door het te kort aan scheepsruimte en anderdeels door het duikbootengevaar, voor een groot deel op eigen productie aangewezen. Bij het indienen van de begrooting in het Lagerhuis heeft de voorzitter van de Board of Trade de aandacht gevestigd op de enorme vermindering van den invoer sedert den aan vang van den oorlog In 1917 bedroeg het totale bedrag van dezen import slechts het twee-derde gedeelte van dat in 1913, en voor dit jaar is geschat, dat de invoer nief meer dan de helft van dien in 1913 zal bedragen. Daaruit blijkt wel, dat men ook in Enge land om m de binnenlandsche behoeften te kunnen voorzien tot eigen fabricage van ver schillende artikelen is overgegaan. Wij moeten ons, aldus de mededeeling in het Lagerhuis, niet weer laten verworden tot menschen, die het voor zoofo groot deel der tegenwoordige behoeften van buitenlandsche hulpbronnen moeten hebben. In het geheele nijverheidsleven des lands is een volkomen ommekeer ingetreden. Dat evenwel de duikbooten den Éngelschen marine-autoriteiten nog menig® slapeloozen nacht bezorgen blijkt wel uit de weigering door de admiraliteit om uitsluitsel te geven aangaande de geslaagde verrichtingen betref fende het nemen en vernietigen van vijande lijke duikbooten om de Bruitache kusten in de afgeloopen drie weken. Uit naam van de actualiteit werd er in het Lagerhuis krachtig tegen geprotesteerd om den duikbootenoorlog van een beperkter gezichtshoek uit te beschouwen. Over het geheel, aldus de mededeeling, be weegt de algemeene lijn daarvan zich sinds 1 Januari in een zeer bevredigende richting, maar de admiraliteit is er tegen, de uitkom sten, goed of kwaad, over een korte spanne tijds mede te deelen. Ze zal de openbaarma king blijven toestaan van beschrijvingen van botsingen met vijandelijke duikbooten als het algemeen belang dat gedoogt. Dat antwoord is voor den vrager niet erg geruststellend en men mag veilig aannemen, dat het anders geluid zou hebben1 wanneer In het besproken tijdvak aanmerkelijke succes sen waren verkregen. Een afdoend wapen tegen de diiikbooten schijnt nog steeds niet gevonden te kunnen worden. De Duitschera melden, dat zij tusschen Johannes Pratensis was op de bank voor de tafel blijven zitten en staarde voor zich uit, met pe&izende uitdrukking in de groote, heldere oogen. Brahe trad op hem toe en legde hem de handen op de schouders. „Allerbeste vriend," zei hij. „Ik ben enkele jaren jonger dan jij «a ik zal er mij, niet op laten voorstaan, dat ik meer verstand bezit. Toch komt het mij voor, dat Ik een beter in zicht heb in deze zaak. Ik kan er niet goed uit wijs worden, of dat vreemde kereltje nn een booze kabouter ia, die zich toegang schaften heeft weten te vers onder de menschen Ancre en Somme in een korten aanvalsstoot de Engelsdie linies aan den weg Bray-Cor- bie binnendrongen en het gewonnen terrein tegen vijandelijke aanvallen behielden. Een vijandelijke aanval op onze linies bij Castel, aldus het Berlijnsehe communiqué, werd af geslagen. Het Duitsche avondbericht maakt gewag van een aanval der Geallieerden ten N» van Kemmel, waarbij er een beperkte inbraak- plaats in de voorste Duitsche linies is ge bleven. Een Fransche aanval ten N. W. van Moreuil zou onderernstige verliezen misge- loopen zijn. De Franschen melden de bemachtiging van een boscli op den, W, oever van de Avre en het afslaan van vijandelijke tegenaanvallen. Overigens artilleriestrijd en plaatselijke gevechten van ondergeschikte beteekenis. KORTE BERICHTEN. Vóór de haven van Pola i* eert Itali- aansche torpedo-motorbooi tot zinken, ge bracht. In overleg met de Oostenr.-Hong. over heid heeft de betrokken goevemeur-komman- dant den staat van oorlog over geheel het gou vernement Odessa afgekondigd. De Oosten- rij ksche troepen zullen desgevraagd de plaat selijke overheid steunen, De DtütschrZwttsencke onderhande lingen moeten vorderen. De Manchester Guaridian deelt nadere bijzonderheden mede over de vredesbemoei- üigen van Keizer Kaft Cailleattx ia gehoord in de zaak van de Bonnet Rouge. Oeneraal Maurice is benoemd tot mili tair medewerker van de Daily Chronicle. De Nya Daglight Alléhanda verneemt dat de Zweedsche regeering Donderdag de Aaland helft van de nog zich bevin 300 Zweedsche soldalen zal terugtrekken. Naar de bladen1 melden is keizer Karei voornemens eerlang een bezoek aan Sofia en Konstantlnopel te brengen. EERSTE KAMER. De leden der Eerste Kamer zijn ter ver gadering bijeengeroepen tegen Dinsdag 21 Mei des avonds te 8^ uur. TWEEDE KAMER. Gisteren werd voortgegaan met de behan deling van het ontwerp-Lohman, betreffende gelijkmaking der salarissen van bijzondere en openbare ouderwijzers. De heer Lohman betoogde, dat dit voor stel niet was de uitvoering van art. 192. Er was alleen erkenning van het beginsel van art. 192, het wegnemen van een schromelijke ongelijkheid. Hét voorstel praejudicieerde niet op uitvoering van art 192: bij het stel len van waarborgen betreffende degelijkheid van het bijzonder onderwijs konden aan bij zondere onderwijzers onmogelijk zwaarder eischen worden gesteld dan aan de openbare En dit ontwerp maakte de posities eenvoudig gelijk. De heer Van der Molen betoogde, dat dit ontwerp niet strijdig was met de politieke enkel en ze te plagen, of dat hij een listig en bedrlegelijk mcnach ls: maar zooveel kan ik je wel met zekerheid zeggen, Johannes Pratensis, dat hij niet tot de soort moet ge rekend worden, waar eerlijke menschen mee willen omgaan." Pratensis haalde ongeduldig de schouders op. ,,'t Kan zijn dat er veel waarheid schuilt in je woorden," zei hij. „Maar ik kan nu niet meer terugkeeren. Mijn ziel verteert van ver langen, om een grondig onderzoek te beglxih nen, In de geheime kunsten. Als men ééns de vochten heeft zien mengen In de distilleer kolven en men heeft den eersten korrel goud zien blinken in den smeltkroes, dan heeft men geen rust, eer het bewuste elixer gevon den is, al zou men er dan ook mee te gron- de gaan- Plaag mij daarom niet vriendlief; j het dient nergens toel" „Ik verlang ook niet, dat ie er de alchymie heelemaal aan geeft!" riep Tycho Brahe op gewonden. „Ik vat heel goed, hoe die kunst den mensch in haar macht krijgt. Maar we moeten het verstandiger aanleggen, dan we het nu vanavond begonnen, als we het tot eenig resultaat willen brengen. Ge met mij mee naar mijn vader in Knudstrup; ik blijf net zoolang aanhouden tot hij mij in staat stelt de universiteiten van Rostock, Witten berg en Leipzig te bezoeken, en jij gaat dan met mij mee. Op die manier zal ik je heel wat verder brengen, dan dat je je met dien zeden en met liet poll tick accoord. Hij verwees naar de noodbealuiten, door verschillende ge meentebesturen genomen, om aan de bijzon- heksenmeester Inlaat." Pratensis stond op het punit te antwoor den, maar op het zelfde oogenblik keerde Meester Steffen terug. Hij hield pen en inkt ln de eene en een bésch reven blad perkament In de andere hand, „Nu enkel uw naam hieronder, Meester Pratensis," zei hij op vroolljkcn toon. „Daar mee is onze handel gesloten en zullen wc er een kan wijn op drinken, dat die helde par tijen tot genoegen zal zijn." .Meester Stenen reikte Pratensla het blad over en wendde zich toen met dezelfde trouwhartige vroolljkheld tot Tycho Brahe z'n werk gaat; een eerlijke, brave handel, ziet dus, welgeboren heer, dat alles zonder toovenarlj of bezweringsformule» in brai waar geen priester of bisschop zich op be hoeft te bedenken. Evenmin heeft u er mij een 1 gen boozen geest bij hooren aanroepen, of mij de pen zien doopen in dolle kervel of bilzenkruid. En, als u van plan waart, uw vriend te volgn, dan kon ik zonder eenig bezwaar een soortgelijke overeenkomst mét u aangaan, zonder dat u vrees hoefde te koesteren, dat uw ziel verloren ging „Beste Meester Steffen," antwoordde Tycho Brahe, zoo kalm en beslist, of hij heel wat jaren ouder was. „Ik heb gezgd tegen mijn vriend Pratensis, dat heel mijn hart vervuld is van verlangen, om de heerlijke astrono mische kunst te beoefenen en dat ik niets liever wensch, dan verre landen te bezoeken en beroemde universiteiten Maar met uw hulp zal ik dat niet ondernemen, Meester Steffen En, als u weten wilt waarom niet, dan wil ik u dit ook nog wel zeggenomdat dere onderwijzers gratificatiën te geven, ten einde zoo hun salarissen gelijk te maken met die der openbare onderwijzers. Voorts betoog de hij, dat de aanneming van dit ontwerp werd geëischt door het belang van het onder wijs. De heer Juten zou het voorstel steunen, omdat de financieele positie van vele bijzonde re scholen zeer nijpend is geworden. De heer V a n w ij n b e r g e n beschouwde het ontwerp als salarisontwerp en niet meer. De linkerzijde had nu gelegenheid te toonen, of haar streven naar positie-verbetering voor de openbare onderwijzers voortkwam uit lief de voor de onderwijzers, dan wel uit politieke overwegingen. Hij vreesde, dat verwerping van het ontwerp niet bevorderlijk zou zijn aan salarisverbetering voor de openbare onderwij zers door de gemeentebesturen. De heer Nolens verklaarde, dat de mede deeling in de memorie van antwoord, dat hij het ontwerp niet teekende, op grond van be zwaren tegen het ontwerp»- Marchant, op een vergissing berustte. Hij vreesde, dat het ont werp»-Marchant en het cntweqj-Lohman als van gelijken aard zouden kunnen worden be schouwd, en dat de onderteekening van dit laatste ontwerp door een bestrijder van bet eeiste ontwen» schade zou kunnen doen. De heer Nolens drong aan op aanne ming van het ontwerp. Het ging niet aan de bijzondere onderwijzers als paria's uit te stoo- ten bij algemeene Balansverbetering op alle terrein. Gerepliceerd werd door de heeren Ketelaar, Gerhard en Visser van IJzendoorn De heer Troelstra deelde de bezwaren tegen het ontwerp, doch erkende dat de wen schen van de rechterzijde moreel gegrond zijn. Daarom deed hij het denkbeeld aan de hand aan de bijzondere schoolbesturen renteloos voorschot te geven voor verhooging van de onderwijzerssalarissen, te verrekenen na de totstandkoming van de definitieve regeling van art. 192. De heer Lohman repliceerde. Voor het denkbeeld van den heer Troelstra voelde spr. niet veel. De heer Nolens zag in dat denkbeeld alleen een verschuiving van de moeilijkheden. De heer Van der Molen achtte het plan-Troelstra nu niet meer bruikbaar. Het ontwerp werd verworpen met 45 tegen 36 stemmen. Tegen de linkerzijde en de heer Bichon. Aan de orde kwamen daarna wetsontwer pen tot verlenging van den duur van den dienstplicht bij den landstorm en het langer in dienst houden der dienstplichtigen bij dt militie. De heer Ter Laan diende een motie ln tegen de voorgenomen landweeroefening. t)ver deze motie zal, evenals over de ontwer- pen, heden worden beslist. Te 4 uur 50 werden de beraadslaging** verdaagd tot vandaag half één. DE ONDERHANDELINGEN MET DUITSCHLAND. De Londensche correspondent van ce i meldt: De „Evening Standaard" verneemt uit goe de bron. dat een van de eischen, welke Duitschland onlangs aan Nederland stelde, het gebruik van de Schelde ten dienste van de duikbooten wa». Nederland verzette zich krachtig tegen dezen eisch, die ingetrokken of althans uitgesteld werd. Liet blad zegt verder, dat behalve vervoer van zand en grind, ook 't transport van een zekere hoeveelheid hooi „En ziet u, Meester Steffen, evenmin zal ik toestaan, dat mijn vrieid en kameraad dien onzinnigen handel met u sluit; want Ik merk, dat u op leelijke streken bedacht is. Daarom wil lk dan nu ook dit woekerdocument te niet doen, of u of dc duivel dit nu ook opgesteld hadtf" Pratensis stond nog met het document ln d« hand en, eer iemand net verhinderen kon, had Tyche Brahe zijn zwaard getrokken en met de scherpe kling het perkament doorboord. Het leek eerst wel, of Meester Steffen hem wilde aanvliegen, maar even gauw bedacht die zich toen ook weer. Hij beschouwde zijn tegenstander met kwaadwillig®, blik en mom pelde: ,,Neem je vriend dan maar mee, Heer Eigenwijs I Die komt toch weer gauw genoeg terug! Nu kraai je wel zoo luid, maar wacht maar, het eind van 't liédje zal nog wel zijn, dat jij je ziel aan den duivel verkooptI" „Maar in ieder geval zou ik dit dan toeh wel klaarspelen zonder uw hulpriep Tycho Brahe spottende. „U is mij een te lompe, plomp»e duivel Maar sluit nu maar eens gauw open en laat ons uit uw rattennest." Hij greep zijn vriend bij den arm en die volgde dralende. Meester Steifen keek nog eens met een schuin oog naar het blanke wa- j pen, dat 'iycho Brahe nog in de hand hield, j Toen ging hij de jongelui vóór, door het nauwe gangetje, schoof slot en grendel van bedrieger zijt. Meester Steffen stond roerloos, maar zijn kleine oogen knipten onophoudelijk en met zijn droge, dorre hand streek hij voortdurend door den stoppjeligen baard, die hem langs kin en wangen groeide. Tycho Brahe ging even kalm weer door: de buitendeur, zonder een woord meer te zeg gen, en Tycho Brahe en Johannes Pratensis traden naar buiten, terwijl zij den kleinen man de deur weer achter zich hoorden slui ten. Het was moo', stil weer; de lucht stond vol sterren. Myriaden fonkelende puntjes straalden aan het blauwe gewelf; aan den Noord-Oostelijken1 horizon verscheen het Ze vengesternte; in het Noord-Westen de Groote en de Kleine Beer, cn verder dc Zwaan en de Lier, terwijl Perseus' Zwaard blonk in de na bijheid van Cassiopéa. Zonder moeite vonden1 zij hun weg over het kerkhof en bereikten het open veld. Vlak vóór ALKMAABSGHE COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1918 | | pagina 1