DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
De strijd im ea buiten Europa.
.3'
DON DERDAG
1B MEI
FETJIL L K T O N
Tychco Brahe
No. 1X3
Honderd en twmtsgste J aasgang.
1918.
AbQDnemefitsprlls bi! vooruitbetaling o. 3 masmtes 11.65, tr. p»t f UH BawftsnMMS a el AMetttoprljg IS ot. p. regel, groetere letters near plaatsrolmte. Br. tr. I.V. Boek- ee BeeileisiSrnkkerli Sarras, Coster 4 Zg., Yoonfam C 3. Tel. 3.
Buiten land.
Staten. Generaal.
Rinncnlaud.
«s?
De Duitsche keizer toont zich nog «1 te
vreden met den gang van zaken op het
Westelijk front.
Bij zijn verblijf te Aken bracht hij een
bezoek aan het stadhui», waar juist een ver
gadering van den gemeenteraad plaats had.
De keizer voelde behoefte een toespraak te
houden en begaf zich naar de zittingszaal.
Hij vertelde, dat hij juist van het Westelijk
front kwam en daar bet half verwoeste
Frankrijk bezichtigd had.
Daar, aldus, de keizer, krijgt men eerst
goed een indruk van het verschrikkelijke
waarvoor Duitschland gespaard is gebleven.
De keizer wees er vervolgens op, dat
wanneer de heeren daar in veilige rust bij
een konden zijn, zij dit dankten aan het on
vergetelijke leger.
Over het offensief in het Westen was de
keizer best te spreken.
Zestig duizend Éngelschen, zeide hij, zijn
reeds buiten gevecht gesteld en 1600 stukken
geschut door onze troepen buitgemaakt.
De keizer deelde mede, dat Duitschlands
tegenstanders deerlijk toegetakeld waren,
maar dat hij heelemaal geen medelijden met
hen had, omdat zij niet beter verdiend heb
ben.
Hij vertrouwde, dat tn het Westen alles
wel goed zou gaan als men maar geduld
had, want met millioenenlegers kon, naaf
zijn meening, niet in één dag worden afge
rekend.
Met trotsch gaf de keizer vervolgen» een
overzicht van de tot dusverre verkregen re
sultaten. Hij wees er op, dat het Oosten ont
sloten is, dat het in de Krim ook voor
waarts gaat, dat uit de Oekraine de eerste
treinen met Levensmiddelen te Berlijn zijn
aangekomen en dat in Sebastopol een groote
rijkbeladen handelsvloot ia, buitgemaakt.
Het gaat dus goed, zeide de keizer en hij
knoopte er meteen de verzuchting aan vaat,
dat het nu maar eens uit moest zijn met alle
buitenlandsche na-aperij.
Al het Fransch parieeren moest volgens
hem nu maar eens uit zijn. Laten wij, aldus
de keizer, liever ons platte Duitsch spreken.
Het behoeft geen betoog, dat de'heeren erg
onder den indruk waren en dat buiten het
stadhuis een menigte van duizenden men
seden den keizer toejuichte.
Ook over de samenkomst in het groote
hoofdkwartier Is de keizer best te spreken.
Trouwens, ook de keizer van Oostenrijk is
daar, volgens een telegram dat hij aan zijn
Berlijnschen collega stuurde, bijzonder vol
daan over.
Wanneer men die telegrammen leest, zou
men werkelijk niet zeggen, dat Oostenrijk
ooit pogingen had gedaan, den band met
Duitschland losser te maken, door geheime
vredesbesprekingen met Frankrijk te houden.
Op het oogenblik, aldus keizer Karei in
zijn telegram aan keizer Wilhelm, waarop ik
Roman uit het laatst der 16e eetrw, nasar hst
Deense* van VILHELM OiTSBQAAflD.
„Maar mij lijkt het de schandelijkste woe
kert" riep Tycho Brahe verontwaardigd.
„Denk toch eens na, Pratensis, eer je zulk
een aanbod doetIk zelf verlang niet*
beters, dan op reis te gaan en groote, be
roemde leermeesters te vinden; en wa» ik
meerderjarig en beschikte ik zelf over mijn
goederen, eten zou ik mij geen oogenblik be
denken, om tot het laatste stukje in pand te
geven, ten einde de middelen te verkrijgen,
om aan mijn vurig verlangen te voldoen.
Maar om zich zelf en zijn kunst tot pand o!
borgtocht te stellen, dat is toch gekkenwerk
en niet veel verstandiger, dan zijn ziel aan
den duivel te verkoopen.
Meester Steffen had van den een naar den
ander gekeken en zijn oogjes schitterden als
een paar kölen vuur. Toen richtte hij zich tot
Tycho Brahe en sprak op zijn meest voorko
menden. toon:
„Mijn hooggeleerde vriend, kent u den
machtigen heer Duivel, dien u daar zoo pas
noemde? En is u er zoo verzekerd van. dat
het zoo moeilijk omgaan met hem is, als de
meesten wel denken? Men heeft toch wel
gehoord dat hij menschen zoowel aan rijk
dom als aan eer hielp, aan wereldsch ver
maak of aan groote geleerdheid, zooals de
trage menschelijke geest zich die op geen en
kele andere wijze weet te verschaffen. Waar
om den Duivel dan te belasteren, geleerde
jonge vriend?"
Terwijl Meester Steffen sprak, vertrok zijn
mond zich tot een glimlach, die zijn mager,
leerachtig gelaat een nog eigenaardiger uit
drukking verleende dan het al had,
Tycho Brahe keek een oogenblik wat ver-
den gezegenden bodem van het Duitsche rijk
verlaat, is het mij een ware behoefte des har
ten, je nogmaals met mijn warmsten groet
mijn hartelijkaten dank te brengen voor de
niet alleen minzame, maar ook waarlijk
vriendschappelijke ontvangst, die ik bij je
gevonden heb.
Zeer bevredigd over onze overeenstemmen
de gedachtenwisseling roep ik je van harte
en in trouwe vriendschap een spoedig tot
weerziens toe.
Keizer Wilhelm heeft zich natuurlijk ge
haast hierop te antwoorden,
Hij telegrafeert bijzonder graag en laat
geen gelegenheid ongebruikt om zijn indruk
ken in telegram vorm te gieten.
Hij antwoordde, dat de grondige bespre
kingen opnieuw de volle overeenstemming
over de doeleinden, die beide staten leiden,
vastgesteld hebben, en dat de verwezenlij
king ervan de rijken grooten zegen zal bren
gen.
De keizers zijn dus nogal voldaan over
den toestand, wat niet wegneemt, dat in het
Westen van Europa nog millioeoen mannen
gereed staan, om een opmarsch der centrale
legers met alle krachten, waarover zij be
schikken, onmogelijk te maken.
In het Engelsche Lagerhuis heeft Balfour
in antwoord op eenige vragen medegedeeld
welke landen op het oogenblik met Duitsch
land in oorlog zijn en welke de diplomatieke
betrekkingen met dit rijk hebben verbroken.
Het is inderdaad een respectabel aantal.
Openlijk toch met Duitschland in oorlog zijn
nog Frankrijk, België, Engeland, Servië,
Montenegro, Japan, Portugal, Italië, de Ver-
eenigde Staten van Amerika, Cuba, Panama,
Siam, Llberië, Griekenland, China, Brazilië,
Guatemala en Nicaragua.
De diplomatieke betrekkingen met Duitsch
land zijn verbroken door Bolivia, Honduras,
Haïti, Dominikaansche republiek, Costa Ri
ca, Peru, Uiuguay en Ecuador.
Het is een lange lijst en hoewel er vele sta
ten bij zijn, die Duitschland in militair op
zicht weinig kwaad kunnen doen, mag toch
niet vergeten worden, dat in al deze staten
de Duitsche bezittingen in beslag genomen
zijn en de Duitsche handel een geweldigen
klap heeft gekregen.
Na den oorlog zal het Duitsche rijk van
voren .af aan kunnen beginnen met het aan-
knoopen van handelsbetrekkingen en het is
zeer zeker te verwachten, dat de tegenzin in
het in nauwere relaties treden met Duitsche
handelshuizen het opnieuw in het leven roei
pen van de thans afgebroken betrekkingen
buitengewoon zal bemoeilijken
Wij wezen er vroeger reeds op, dat de oor
log en dc daarmede in verband staande eco
nomische afsluiting der staten een geheele
ommekeer in de nijverheid tengevolge zal
slagen. Zelfs de verstandigsten sioegen een
kruis als er sprake was van den Vorst der
Duisternis, en nooit werd zijn naam ge
noemd, zonder vrees of bedachtzaamheid.
Maar dat verschrompelde ventje scheen den
duivel te beschouwer als een goed vriend,
wiens gunst mm moest trachten te winnen.
Tycho Brahe begon zijn eigen gedachten
te koesteren over het huis. waar zijn vriend
Pratensis hem heengebracht had. Met drifti
ge handbeweging schoof hij1 zijn beker op
zij, tastte In oen zak en wierp een paar zil
vershikjes ot» tafel.
„Hier is net geld voor den wijn, dten wij
gedronken hebben," zei hij. „Dat is uw eigen
zaak, Steffen Graver, of u met den Booze
verkeert I Maar op dien weg deiiken wij u
niet te volgen. Kom, Pratensis, er zal wel
wat op gevonden worden, dat je je wenschen
vervuld leunt krijgen, zonder dat Je je nog
In de macht van aen Duivel hoeft te geven."
Hij stond op en greep den arm van zijn
vriend om hem weg te trekken. Maar Pra
tensis rukte zich los. En als een mensch, die
een onwrikbaar baluit heeft genomen, wat
daar ook vap komen moge, sprak hij kalm
en rustig:
Uw antwoord Meester Steffen?"
Meester Steffen sloeg de handen in elkaar,
dat de knokkelige vingers kraakten, en, ter
wijl de glimlach over zijn gelaat al breeder
werd zei hij op vleienden toon:
„Is u dat ernst, beste vriend, daa rullen
we het dadelijk op schrift zettentenmin
ste in zoover de welgeboren kameraad ons
dit wil toestaanNu, gij zult dan on
dervinden, dat Meester Steffen een eerlijke
ziel isga in op de door u gestelde voor
waarden, zonder m 't minst ook maar iets
meer te verlangen, dan gij zelf aanbiedt."
Daarmee stapte Meester Steffen vol waar
digheid heen en verdween door een deur
iter de vuurplaat.
hebben.
Iedere thans min of meer van de buitenwe
reld afgescheiden staat tracht zelf te produ-
ceeren wat hij vroeger uit gemakzucht of
door lager prijzen uit het buitenland betrok.
In Duitschland ls dat zeer sterk gebleken
en wij behoeven maar op de groote hoeveel
heden ersatz-artikelen te wijzen om aan te
toonen, dat men zich bij gebrek aan velerlei
grondstoffen op andere, zij het ook niet
steeds betere wijze, Ijeeft trachten te behelpen.
Ook Engeland is, eensdeels door het te
kort aan scheepsruimte en anderdeels door
het duikbootengevaar, voor een groot deel
op eigen productie aangewezen.
Bij het indienen van de begrooting in het
Lagerhuis heeft de voorzitter van de Board
of Trade de aandacht gevestigd op de enorme
vermindering van den invoer sedert den aan
vang van den oorlog
In 1917 bedroeg het totale bedrag van dezen
import slechts het twee-derde gedeelte van dat
in 1913, en voor dit jaar is geschat, dat de
invoer nief meer dan de helft van dien in 1913
zal bedragen.
Daaruit blijkt wel, dat men ook in Enge
land om m de binnenlandsche behoeften te
kunnen voorzien tot eigen fabricage van ver
schillende artikelen is overgegaan.
Wij moeten ons, aldus de mededeeling in
het Lagerhuis, niet weer laten verworden tot
menschen, die het voor zoofo groot deel der
tegenwoordige behoeften van buitenlandsche
hulpbronnen moeten hebben.
In het geheele nijverheidsleven des lands
is een volkomen ommekeer ingetreden.
Dat evenwel de duikbooten den Éngelschen
marine-autoriteiten nog menig® slapeloozen
nacht bezorgen blijkt wel uit de weigering
door de admiraliteit om uitsluitsel te geven
aangaande de geslaagde verrichtingen betref
fende het nemen en vernietigen van vijande
lijke duikbooten om de Bruitache kusten in
de afgeloopen drie weken.
Uit naam van de actualiteit werd er in
het Lagerhuis krachtig tegen geprotesteerd
om den duikbootenoorlog van een beperkter
gezichtshoek uit te beschouwen.
Over het geheel, aldus de mededeeling, be
weegt de algemeene lijn daarvan zich sinds
1 Januari in een zeer bevredigende richting,
maar de admiraliteit is er tegen, de uitkom
sten, goed of kwaad, over een korte spanne
tijds mede te deelen. Ze zal de openbaarma
king blijven toestaan van beschrijvingen van
botsingen met vijandelijke duikbooten als het
algemeen belang dat gedoogt.
Dat antwoord is voor den vrager niet erg
geruststellend en men mag veilig aannemen,
dat het anders geluid zou hebben1 wanneer
In het besproken tijdvak aanmerkelijke succes
sen waren verkregen.
Een afdoend wapen tegen de diiikbooten
schijnt nog steeds niet gevonden te kunnen
worden.
De Duitschera melden, dat zij tusschen
Johannes Pratensis was op de bank voor
de tafel blijven zitten en staarde voor zich
uit, met pe&izende uitdrukking in de groote,
heldere oogen. Brahe trad op hem toe en
legde hem de handen op de schouders.
„Allerbeste vriend," zei hij. „Ik ben enkele
jaren jonger dan jij «a ik zal er mij, niet op
laten voorstaan, dat ik meer verstand bezit.
Toch komt het mij voor, dat Ik een beter in
zicht heb in deze zaak. Ik kan er niet goed
uit wijs worden, of dat vreemde kereltje nn
een booze kabouter ia, die zich toegang
schaften
heeft weten te vers
onder de menschen
Ancre en Somme in een korten aanvalsstoot
de Engelsdie linies aan den weg Bray-Cor-
bie binnendrongen en het gewonnen terrein
tegen vijandelijke aanvallen behielden. Een
vijandelijke aanval op onze linies bij Castel,
aldus het Berlijnsehe communiqué, werd af
geslagen.
Het Duitsche avondbericht maakt gewag
van een aanval der Geallieerden ten N» van
Kemmel, waarbij er een beperkte inbraak-
plaats in de voorste Duitsche linies is ge
bleven. Een Fransche aanval ten N. W. van
Moreuil zou onderernstige verliezen misge-
loopen zijn.
De Franschen melden de bemachtiging van
een boscli op den, W, oever van de Avre en
het afslaan van vijandelijke tegenaanvallen.
Overigens artilleriestrijd en plaatselijke
gevechten van ondergeschikte beteekenis.
KORTE BERICHTEN.
Vóór de haven van Pola i* eert Itali-
aansche torpedo-motorbooi tot zinken, ge
bracht.
In overleg met de Oostenr.-Hong. over
heid heeft de betrokken goevemeur-komman-
dant den staat van oorlog over geheel het gou
vernement Odessa afgekondigd. De Oosten-
rij ksche troepen zullen desgevraagd de plaat
selijke overheid steunen,
De DtütschrZwttsencke onderhande
lingen moeten vorderen.
De Manchester Guaridian deelt nadere
bijzonderheden mede over de vredesbemoei-
üigen van Keizer Kaft
Cailleattx ia gehoord in de zaak van
de Bonnet Rouge.
Oeneraal Maurice is benoemd tot mili
tair medewerker van de Daily Chronicle.
De Nya Daglight Alléhanda verneemt
dat de Zweedsche regeering Donderdag de
Aaland
helft van de nog
zich bevin
300 Zweedsche soldalen zal terugtrekken.
Naar de bladen1 melden is keizer Karei
voornemens eerlang een bezoek aan Sofia en
Konstantlnopel te brengen.
EERSTE KAMER.
De leden der Eerste Kamer zijn ter ver
gadering bijeengeroepen tegen Dinsdag 21
Mei des avonds te 8^ uur.
TWEEDE KAMER.
Gisteren werd voortgegaan met de behan
deling van het ontwerp-Lohman, betreffende
gelijkmaking der salarissen van bijzondere en
openbare ouderwijzers.
De heer Lohman betoogde, dat dit voor
stel niet was de uitvoering van art. 192. Er
was alleen erkenning van het beginsel van
art. 192, het wegnemen van een schromelijke
ongelijkheid. Hét voorstel praejudicieerde
niet op uitvoering van art 192: bij het stel
len van waarborgen betreffende degelijkheid
van het bijzonder onderwijs konden aan bij
zondere onderwijzers onmogelijk zwaarder
eischen worden gesteld dan aan de openbare
En dit ontwerp maakte de posities eenvoudig
gelijk.
De heer Van der Molen betoogde, dat
dit ontwerp niet strijdig was met de politieke
enkel en ze te plagen, of dat hij een listig en
bedrlegelijk mcnach ls: maar zooveel kan
ik je wel met zekerheid zeggen, Johannes
Pratensis, dat hij niet tot de soort moet ge
rekend worden, waar eerlijke menschen mee
willen omgaan."
Pratensis haalde ongeduldig de schouders
op.
,,'t Kan zijn dat er veel waarheid schuilt
in je woorden," zei hij. „Maar ik kan nu niet
meer terugkeeren. Mijn ziel verteert van ver
langen, om een grondig onderzoek te beglxih
nen, In de geheime kunsten. Als men ééns
de vochten heeft zien mengen In de distilleer
kolven en men heeft den eersten korrel goud
zien blinken in den smeltkroes, dan heeft
men geen rust, eer het bewuste elixer gevon
den is, al zou men er dan ook mee te gron-
de gaan- Plaag mij daarom niet vriendlief; j
het dient nergens toel"
„Ik verlang ook niet, dat ie er de alchymie
heelemaal aan geeft!" riep Tycho Brahe op
gewonden. „Ik vat heel goed, hoe die kunst
den mensch in haar macht krijgt. Maar we
moeten het verstandiger aanleggen, dan we
het nu vanavond begonnen, als we het tot
eenig resultaat willen brengen. Ge met mij
mee naar mijn vader in Knudstrup; ik blijf
net zoolang aanhouden tot hij mij in staat
stelt de universiteiten van Rostock, Witten
berg en Leipzig te bezoeken, en jij gaat dan
met mij mee. Op die manier zal ik je heel
wat verder brengen, dan dat je je met dien
zeden en met liet poll tick accoord. Hij verwees
naar de noodbealuiten, door verschillende ge
meentebesturen genomen, om aan de bijzon-
heksenmeester Inlaat."
Pratensis stond op het punit te antwoor
den, maar op het zelfde oogenblik keerde
Meester Steffen terug. Hij hield pen en inkt
ln de eene en een bésch reven blad perkament
In de andere hand,
„Nu enkel uw naam hieronder, Meester
Pratensis," zei hij op vroolljkcn toon. „Daar
mee is onze handel gesloten en zullen wc er
een kan wijn op drinken, dat die helde par
tijen tot genoegen zal zijn."
.Meester Stenen reikte Pratensla het blad
over en wendde zich toen met dezelfde
trouwhartige vroolljkheld tot Tycho Brahe
z'n werk gaat; een eerlijke, brave handel,
ziet dus, welgeboren heer, dat alles
zonder toovenarlj of bezweringsformule» in
brai
waar geen priester of bisschop zich op be
hoeft te bedenken. Evenmin heeft u er mij
een 1 gen boozen geest bij hooren aanroepen,
of mij de pen zien doopen in dolle kervel of
bilzenkruid. En, als u van plan waart, uw
vriend te volgn, dan kon ik zonder eenig
bezwaar een soortgelijke overeenkomst mét
u aangaan, zonder dat u vrees hoefde te
koesteren, dat uw ziel verloren ging
„Beste Meester Steffen," antwoordde Tycho
Brahe, zoo kalm en beslist, of hij heel wat
jaren ouder was. „Ik heb gezgd tegen mijn
vriend Pratensis, dat heel mijn hart vervuld
is van verlangen, om de heerlijke astrono
mische kunst te beoefenen en dat ik niets
liever wensch, dan verre landen te bezoeken
en beroemde universiteiten Maar met uw
hulp zal ik dat niet ondernemen, Meester
Steffen En, als u weten wilt waarom niet,
dan wil ik u dit ook nog wel zeggenomdat
dere onderwijzers gratificatiën te geven, ten
einde zoo hun salarissen gelijk te maken met
die der openbare onderwijzers. Voorts betoog
de hij, dat de aanneming van dit ontwerp
werd geëischt door het belang van het onder
wijs.
De heer Juten zou het voorstel steunen,
omdat de financieele positie van vele bijzonde
re scholen zeer nijpend is geworden.
De heer V a n w ij n b e r g e n beschouwde
het ontwerp als salarisontwerp en niet meer.
De linkerzijde had nu gelegenheid te toonen,
of haar streven naar positie-verbetering voor
de openbare onderwijzers voortkwam uit lief
de voor de onderwijzers, dan wel uit politieke
overwegingen. Hij vreesde, dat verwerping
van het ontwerp niet bevorderlijk zou zijn aan
salarisverbetering voor de openbare onderwij
zers door de gemeentebesturen.
De heer Nolens verklaarde, dat de mede
deeling in de memorie van antwoord, dat hij
het ontwerp niet teekende, op grond van be
zwaren tegen het ontwerp»- Marchant, op een
vergissing berustte. Hij vreesde, dat het ont
werp»-Marchant en het cntweqj-Lohman als
van gelijken aard zouden kunnen worden be
schouwd, en dat de onderteekening van dit
laatste ontwerp door een bestrijder van bet
eeiste ontwen» schade zou kunnen doen.
De heer Nolens drong aan op aanne
ming van het ontwerp. Het ging niet aan de
bijzondere onderwijzers als paria's uit te stoo-
ten bij algemeene Balansverbetering op alle
terrein.
Gerepliceerd werd door de heeren Ketelaar,
Gerhard en Visser van IJzendoorn
De heer Troelstra deelde de bezwaren
tegen het ontwerp, doch erkende dat de wen
schen van de rechterzijde moreel gegrond zijn.
Daarom deed hij het denkbeeld aan de hand
aan de bijzondere schoolbesturen renteloos
voorschot te geven voor verhooging van de
onderwijzerssalarissen, te verrekenen na de
totstandkoming van de definitieve regeling
van art. 192.
De heer Lohman repliceerde. Voor het
denkbeeld van den heer Troelstra voelde spr.
niet veel.
De heer Nolens zag in dat denkbeeld
alleen een verschuiving van de moeilijkheden.
De heer Van der Molen achtte het
plan-Troelstra nu niet meer bruikbaar.
Het ontwerp werd verworpen met 45 tegen
36 stemmen. Tegen de linkerzijde en de heer
Bichon.
Aan de orde kwamen daarna wetsontwer
pen tot verlenging van den duur van den
dienstplicht bij den landstorm en het langer
in dienst houden der dienstplichtigen bij dt
militie.
De heer Ter Laan diende een motie ln
tegen de voorgenomen landweeroefening.
t)ver deze motie zal, evenals over de ontwer-
pen, heden worden beslist.
Te 4 uur 50 werden de beraadslaging**
verdaagd tot vandaag half één.
DE ONDERHANDELINGEN MET
DUITSCHLAND.
De Londensche correspondent van ce i
meldt:
De „Evening Standaard" verneemt uit goe
de bron. dat een van de eischen, welke
Duitschland onlangs aan Nederland stelde,
het gebruik van de Schelde ten dienste van
de duikbooten wa». Nederland verzette zich
krachtig tegen dezen eisch, die ingetrokken of
althans uitgesteld werd. Liet blad zegt verder,
dat behalve vervoer van zand en grind, ook
't transport van een zekere hoeveelheid hooi
„En ziet u, Meester Steffen, evenmin zal ik
toestaan, dat mijn vrieid en kameraad dien
onzinnigen handel met u sluit; want Ik merk,
dat u op leelijke streken bedacht is. Daarom
wil lk dan nu ook dit woekerdocument te niet
doen, of u of dc duivel dit nu ook opgesteld
hadtf"
Pratensis stond nog met het document ln d«
hand en, eer iemand net verhinderen kon, had
Tyche Brahe zijn zwaard getrokken en met de
scherpe kling het perkament doorboord.
Het leek eerst wel, of Meester Steffen hem
wilde aanvliegen, maar even gauw bedacht
die zich toen ook weer. Hij beschouwde zijn
tegenstander met kwaadwillig®, blik en mom
pelde:
,,Neem je vriend dan maar mee, Heer
Eigenwijs I Die komt toch weer gauw genoeg
terug! Nu kraai je wel zoo luid, maar wacht
maar, het eind van 't liédje zal nog wel zijn,
dat jij je ziel aan den duivel verkooptI"
„Maar in ieder geval zou ik dit dan toeh
wel klaarspelen zonder uw hulpriep Tycho
Brahe spottende. „U is mij een te lompe,
plomp»e duivel Maar sluit nu maar eens
gauw open en laat ons uit uw rattennest."
Hij greep zijn vriend bij den arm en die
volgde dralende. Meester Steifen keek nog
eens met een schuin oog naar het blanke wa-
j pen, dat 'iycho Brahe nog in de hand hield,
j Toen ging hij de jongelui vóór, door het
nauwe gangetje, schoof slot en grendel van
bedrieger zijt.
Meester Steffen stond roerloos, maar zijn
kleine oogen knipten onophoudelijk en met
zijn droge, dorre hand streek hij voortdurend
door den stoppjeligen baard, die hem langs
kin en wangen groeide.
Tycho Brahe ging even kalm weer door:
de buitendeur, zonder een woord meer te zeg
gen, en Tycho Brahe en Johannes Pratensis
traden naar buiten, terwijl zij den kleinen
man de deur weer achter zich hoorden slui
ten. Het was moo', stil weer; de lucht stond
vol sterren. Myriaden fonkelende puntjes
straalden aan het blauwe gewelf; aan den
Noord-Oostelijken1 horizon verscheen het Ze
vengesternte; in het Noord-Westen de Groote
en de Kleine Beer, cn verder dc Zwaan en de
Lier, terwijl Perseus' Zwaard blonk in de na
bijheid van Cassiopéa.
Zonder moeite vonden1 zij hun weg over het
kerkhof en bereikten het open veld. Vlak vóór
ALKMAABSGHE COURANT.