DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
De strijd in en buiten Europa.
No. 122
Honderd en twinstigste Jaargang
1918
FEUILLETON.
Tychco Brahe
Mwisniitsiirli! bli Toanltittillu p. 3 maanden 11.65, li. p. post 11.90. Be*liiiingri 5 et. Aditrtaittepilii 15 tt. p. regel, grootere letten taai plaatiitlnta. Bi. ft. H.V. Baak- et Baadelidiakkaill Banns. Caster i Ia., leeidan C 9, Tel. 3.
DINSDAG 28 MEI.
Buitenland.
Binnenland.
Waar blijft toch het Duitscbe offensief!
heeft men van Geallieerde zijde de laatste
weken herhaaldelijk uitgeroepen.
Men vermoedde, men wist bijna met ze
kerheid, dat het een dezer dagen zou losko
men en men had met koortsachtige haast ge
werkt om gereed te zijn, den stoot op te van
gen en te pareeren.
Zooals een worstelaar, die zijn jas uitge
trokken en zijn hemdsmouwen opgestroopt
heeft, ongeduldig naar zijn tegenstander kan
uitzien, zoo heeft de legerleiding der Geal
lieerden van dag tot dag in communiqué's
en oorlogsoverzichten doen uitkomen, dat
men den vijand verwachten kon en ongedul
dig gevraagd wanneer nu toch eindelijk dat
geweldige offensief eens zou losbreken.
Trouwens er waren verschillende teeke
nen, die er op wezen, dat er groote gebeurte
nissen zouden plaats hebben en de geruch
ten werden talrijker, dat een dezer dagen de
aanval zou worden ingezet.
Wij wezen er reeds op, dat het voordeel
bij den aanval ongetwijfeld aan Duitsche zij
de is, daar Duitschland de aanvaller is en
dus kan bepalen wanneer en waar het offen
sief zal worden ingezet.
Het kan zorgvuldig een zwakke plaats in
het front voor den aanval kiezen en de Geal
lieerden, die zelfs niet vermoedden waar de
stoot zou toegebracht worden, waren daar
om genoodzaakt hun reserves zoo geleidelijk
mogelijk over een zeer breed front te ver
spreiden.
Het heeft er allen schijn van, dat het
groote Duitsche offensief thans losgekomen
is en wel tegen den van ouds bekenden Che-
min des Dames en de Aisne.
Zoowel het Fransche als he Britsche staf-
bericht van gisteren vermeldden een hevigen
strijd tusschen Reims en het bosch van Pi-
non.
Het Berlijnsche avond-communiqué zegt,
dat sedert gistermorgen de slag om den
Chemin des Dames gaande is.
De troepen van den Duitschen Kroonprins
zouden den. heuvelrug in zijn geheele uitge
strektheid bestormd hebben en aan de Aisne
in strijd gewikkeld staan.
Wij beschikken op het oogenblik over
weinig nadere gegevens.
Het officieele Fransche communiqué meldt,
dat de slag den geheelen dag buitengewoon
verwoed op een front van meer dan 40 KM.
van de streek yan Vauxaills af tot het ter
rein, dat aan Brimost grenst voortgeduurd!
heeft.
De Duitsche drommen telden hun verlie
zen niet, maar drongen naar het dal van de
Aisne op, dat door verschillende afdeelingen
bereikt werd.
In de streek van Pons-Arcy trokken de
Fransch-Britsche troepen zich, het verband
bewarend, terug. De bedrijvigheid der artil
lerie is erg levendig geworden op beide
Maas-oevers in de streek bij Saint-Mihiel en
op bet Lotharingsche front.
De Britten erkennen, dat op hun linker
vleugel de vijand na feilen strijd hun troepen
naar een tweede linie van in orde gemaakte
stellingen terug drongen.
Fotache Duitsche aanvallen op het front
Locre-"Voormezeele werden afgeslagen, maar
Roman uit het laatst der 16e eeuw, «aar het
Deensch van VILHELM OSTERGAARD.
12)
„Eenvoudig en gering ben je niet," ant
woordde Sophia vol ijver. „Zooals jij han
delt, zal niet licht een adellijk meisje zich
gedragen, als ze door haar liefde in het on
geluk was geraakt. Maar ik heb met je te
doen, Kristine, en mijn broer ook, want je
handelt beiden slecht jegens jezelven! Ty-
cho zal nooit een meisje vinden, die meer
waardig is dan jij, om zijn vrouw te wor
den; niemand kan teederder zijn jegens hem
en zijn werk beter'begrijpen, dat hem tot de
beroemdste onder de geleerden zal maken,
want, daar ben ik zeker van. Welke adellijke
jonkvrouw, al komt ze ook duizendmaal aan
het hof, en weet zich dus in gezelschap te
gedragen als de beste, zou dat voor hem kun
nen zijn, als jij voor hem geweest bent! Mijn
broer is niet zooals zijns gelijken; hij hecht
zeer geringe waarde aan stand en afkomst.
Zijn boeken en zijn kunstige instrumenten
gaan hem boven alles en daarnaast heeft hij
een vrouw uoodig, die tegelijk verstandig
en zacht is."
Kristine wilde antwoorden, maar Sophia
Brahe legde haar de handen op den mond
en ging door met steeds grooter vuur:
deze redenen moest je mij eens toe
bij het meer Diekebusch drong de vijand
over korten afstand in de Fransche stellin
gen. i
Opmerkelijk is de vermelding in het Duit
sche legerbericht, dat in de gevechtssectoren
in Vlaanderen en van de Leie op het slag
veld ter weerszijden van de Somme. en aan
de Avre de geschutstrijd heviger ia gewor
den.
Zal hier op de zoo kort geleden aange
taste plaatsen van het front de strijd van
daag of morgeü opnieuw losbreken?
Is den aanval tusschen Reims en het bosch
van Pinon slechts een afleidings-offensief en
is het de bedoeling van de Duitsche legerlei
ding om den opperbevelhebber der Gealli
eerde legermachten in de verleiding te bren
gen zijn reserves naar Reims te verplaatsen,
om daarna met volle kracht den frontmuur
op de reeds aangetaste plaatsen bij Yperen
en Amiens in te stooten?
Niemand durft het met zekerheid voor
spellen en duidelijker dan ooit blijkt nu over
welke voordeden de aanvaller beschikt.
Want de Duitsche legerleiding stelt het
doel en wacht het gunstigste oogenblik af en
die der Geallieerde troepen leeft in onzeker
heid, ziet op verschillende plaatsen van het
front een begin van een offensief van vermoe
delijk verre strekking en verplaatst in volko
men onzekerheid over 's vijands bedoelingen'
zijn reserves over aanmerkelijke afstanden.
Dat het begin van den grooten slag in het
Westen is aangebroken, is evenwel zeer waar
schijnlijk en met groote spanning zal de ge
heele wereld den blik naar het slagveld wen
den, waar de grootste worsteling plaats vindt
waarvan de geschiedenis der volkeren ooit
gewaagd heeft.
De Italianen zijn door den toespraak van
den1 Prins van Wales blijkbaar zoo gesterkt,
dat zij de kracht gevonden hebben op het oor
logsterrein een aanmerkelijk succes te behalen.
Oostenrijksche aanvallen tegen den Monte
Tonale zijn de toppen van Marocche en Pre-
Fonale zijn de toppen van Marocche en Pre-
send en de pas van Monticello veroverd.
De onderneming schijnt door het ongun
stige terrein zeer bemoeilijkt té zijn geworden.
Bijna 900 gevangenen benevens aanmerkelij
ke krijgsbuit vielen ;n Italiaansche handen.
KORTE BERICHTEN.
i—De ministerraad uit de Oekraine heeft
besloten de huiden- en leerhandel te mono-
poliseeren en dezen aan het ministerie var
landbouw ondergeschikf te maken.
Orlando heeft, naar Stefani seint, Lloyd
Oeorge in een telegram dank gezegd voor
diens wenscben aan het Italiaansche volk.
De koning, de ministerpresident en an
dere ministers lijden aan de geheimzinnige
ziekte, welke over geheel Spanje is verspreid
en die 30 ptc. der bevolking heeft aangetast.
De ziekte wordt niet als ernstig beschouwd.
Alvorens Schotland te verlaten heeft
Lloyd George aan een medewerker van de
Glasgow Herald verklaard, dat het hem ver
heugde te zien, hoe vastberaden het Schot-
sche volk zich in den oorlog toont.
De Russische gezant te Berlijn, Joffe,
heeft staatssecretaris von Ktihlmann een nota
overhandigd, waarin hij protest aanteekent
tegen de
van
■n de z.g. onafhankelijkheidsverklaring
Esthland en Lijfland, die door een dele-
staan met mijn breer te praten. Niemand die
hem zoo goed kent als ik. Ik zal hem zeg
gen, dat hij onrecht doet, niet alleen jegens
jou, maar ook jegens zichzelven. Als luj weg
wil, moet hij jou meenemen. Als 'tegenspoed
en leed hem treffen, moeit je aan zijn zijde
staan; voelt hij zich wat vermoeid en mis
troostig, dan zal jouw teedexheid hem tot
rust brengen."
Kristine schudde ernstig het hoofd.
„Zooals u, Jonkvrouwe Sophia, kan ik
hem toch niet helpen. Is u niet bedreven in
het latijn als menig hooggeleerd doctor? En
heeft u niet jaar en dag deelgenomen in zijn
wetenschappelijk streven? Wat een schoone
Latijnsche verzen heeft u niet gedicht, even
als uw broer! En wat kan ik daartegenover
stellenIk heb slechts mijn liefde en
mijn groot vertrouwen, dat blijft, zelfs al
verlaat hij mij ook! maar wat beteekent dit
tegenover uw geleerdheid en uw scherpzin
nigheid, jonkvrouwe Sophia!"
„Wat praat je nu?" riep Sophia half spot
tend, half boos. „Ken je de mannen niet be
ter? Weet je dan niet, dat ze er al hetel
weinig om geven, om geleerdheid aan te tref
fen bij een vrouw? Mijn beste Tycho is be
ter en verstandiger, dan de meeste mannen,
en het kan zijn, dat hij wat trotsch 'is, d!at
zijn zuster Latijnsche verzen dicht en wat
van de goudmakerskunst afweet, ondanks
haar zestien jaren; maar zie jé, Kirstine-lief,
er is heel. wat verschil tusschen dat broeder
lijk gevoelen en de vreugde, die een man
schept, alleen in de vrouw, die hij lief heeft!"
Terwijl Sophia Brahe aie laatste woorden,
gatie uit de ridderschap dier landen aan de
Duitsche regeering was overgebracht.
Naar gemeld wordt hebben 10 vijande
lijke vliegers 130 bommen geworpen óp de
stad Landau in de Pfalz 2 vrouwen en1 1
kind zijn gedood. Er is slechts weinig schade.
Het Berliner Tageblatt verneemt uit
Helsingfors, dat op de verheffing van Svin-
Hufvud, voorzitter van den Finschen1 senaat,
tot rijksbestuurder het ontslag van generaal
Mannerheim, den opperbevelhebber en het af
treden van den senaat zijn gevolgd.
Wilson zal hedenmiddag in het Congres
het woord voeren.
OUD-MINISTER COLIJN TE LONDEN.
Over de reis van oud-minister Colijn naar
Londen schrijft Wayfarer in „De Nation"
van 11 Mei:
Het vreemde geval van den1 heer Colijn
wordt nog vreemder door de wijze waarop
Balfour het behandeld heeft. Ik geloof, dat
het volkomen juist is te zeggen, dat hij niets
had uit te staan met eenig vredesvoorstel, het
zij direct of indirect. Hij is een gedistingeerd
Hollander, een oud-minister van onberispelijk
karakter en onbesproken antecedenten. Uit
maatschappelijk oogpunt is hij hier wel be
kend, daar hij verbonden is aan het Neder-
landsche Roode Kruis. Hij bezoekt Londen
zoo vaak, dat men bijna zou kunnen zeggen,
dat hit er woont. Hij is altijd gekomen en
heeft hier steeds vertoefd met toestemming
der regeering als een onderdaan van een be-
vrienden neutralen staat, die gaarne terug
ging met 'n goed rapport van ons, hoe kwam
het dan, dat hij duidelijk werd aangewezen
door en aan de pers? Het is ondenkbaar, dat
het persbureau de beleedigende toespelingen
op hem als zou hij een soort Duitsch agent
zijn, zou hebben laten doorgaan, als het er
niet aan geloofd had, of deze gedachte mis
schien zelf geïnspireerd had. Wat was de
oorsprong daarvan? Zij waren ongegrond.
Zij zinspeelden ook op de behandeling die
men bij een Vroegere gelegenheid een beken
den- onzijdige haa doen ondervinden1.
Het schijnt, dat lord Robert Cecil de ver
dachtmakingen gelooft heeft, want het is bij'
na onmogelijk, zijn toespelingen op een
Duitsch vredesoffensief los te maken van de
zending, die men heeft verondersteld, dat de
heer Colijn te vervullen had. Het is duidelijk,
dat er een verklaring behoort te volgen in
het parlement.
DE ZAND- EN GRINT DOORVOER
HERVAT.
Van gister af is de doorvoer van zand en
grint van Duitschland naar België weder toe
gestaan. Als eerste schip passeerde heden de
„R.S.G. 10" naar Gent.
EIEREN VOOR ADVOCAAT.
De minister van landbouw heeft verboden
eieren te bezigen voor advocaat o! andere air
coholhoudende dranken.
In een circulaire, waarbij de minister bo
venstaand verbod ter kennis van de burge
meesters brengt, zegt dé minister dat het, in
verband met de geringe en steeds dalende
eierproduotie noodzakelijk is te voorkomen,
dat met het oog op de groot behoefte aan
eieren deze thans aan de volksvoeding wor
den onttrokken voor bereiding van advocaat
of andere dranken, voor welke bereiding,
naar den minister is medegedeeld, groote
hoeveelheden worden opgeslagen.
De minister zegt, dat hij het op prijs zal
stellen indien, voor zoover in hun gemeente
advocaat-fabrieken of inrfthtingen voor be
reiding van advocaat zijn gevestigd, op de
handhaving van het verbod door de burge
meesters ten strengste wordt toegezien.
HUISZOEKINGEN BIJ LAND-
BOUWERS.
Het Kamerlid de heer Colijn heeft den
I5den dezer de volgende vragen ingezonden:
1. Is het dm minister bekend en op zijn
innen
sprak, ging de spottende uitdrukking op
haar gelaar in een vurigen blos over,
Kirstine keek haar verwonderd aan.
,,'t Lijkt wel. of je zoo uit ervaring sj
of je zelf het lief en leed van het
kent."
;,Hoe kom je daarbij viel Sophia haar
ijlings in de rede. „Weet je niet, dat mijn
ouders alreeds van mijn eerste kindsheid af,
mij bestemd hebben voor den heer Otto
Thott? En mijzelve heeft men daarbij1 niet
èens geraadpleegd. Het is nog maar een heel
beperkte tijd, dat ik mij in mijn gulden vrij
heid verheugen mag, eer ik naar den heer
Otto van Eriksholm ga
„Maar die verandering ziet u zeker slechts
met vreugde tegemoet? zult zoo'n schoone
edelvrouw zijn, als er geen tweede in het land
is!"
„Tot nog toe heb ik er mij niet al te zeer
om bekommerd, Kirstine-lief, of dat huwelijk
mij nu tot vreugde of tot leed zou worden..."
„En nu dan.?''
„Nu is het misschien wat anders geworden.
Maar daar valt niets aan te doen. Mijn ge
liefde Moeder, vrouwe Beata, neemt niet haar
woord terug, dat zij' en mijn vader den heer
Otto Thott gaven en de heer Otto Thott zal
niet licht vrijwillig afstand van mij doen."
„Maar als u hem nu in 't geheel niet lief
heeft?"
„Ik zei je immers al, dat men1 mij daar heel
niet naar gevraagd heeft; nu, kort en goed:
het is een uitgemaakte zaak, waaraan nu een
maal niets te veranderen valt-" Sophia Brahe
stond plotseling op. „Wees nu eens net zoo
last, dat op het oogenblik in ons geheele land
militaire patrouilles huiszoekingen doen bij
de landbouwers en daarbij vaak zeer onoor
deelkundig optreden, alles in bezit nonen, ook
wat voor eigen gebruik noodig is en ook wat
door distributie of op eigen graankaart him
verstrekt is?
2. Zoo ja, is de minister bereid aan deze
handelingen die groote verbittering wekken
en schade doen aan de gezindheid der boeren,
om mee te werken aan de voedselvoorziening
van ons land, een einde te maken en de con
trole op te dragen aan anderen dan militai
ren-?
De minister van landbouw, nijverheid en
handel heeft daarop den 24sten dezer geant
woord:
Ad 1. Op last van den ondergeteekende
wordt sedert half April 1.1. door de regee-
ringscommissarissen belast met de rijksgraan-
verzameling een inventarisatie gehouden van
de nog bij ae landbouwers aanwezige granen.
Daar het korps controleurs, dat dezen amb
tenaren ter beschikking staat, niet bij machte
is om een dergelijke inventarisatie in korten
tijd te doen afloopen en gelet op de min
stige ervaringen, wat tijdsduur en naui
righeid aangaat, bij1 inventarisatie op groote
schaal door middel van de gemeentebesturen
opgedaan, is op verzoek van den ondergetee
kende de beschikking verkregen over een aan
tal militaire wielrijders en infanteristen, die
sedert 6 Mei j.I. onder leiding van de regee-
ringscommissarissen en hun controleurs de
werkzaamheden verrichten, waarbij1 tevens
van de gelegenheid wordt gebruik gemaakt
om bij die personen, als molenaars, handela
ren, die vermoed worden producten onder
zich te hébben, te controleeren.
Deze inventarisatie is gelast eensdeels om
dat in verband met de te laten ratsoenen vee
voeder het noodig was vast te stellen, welke
hoeveelheden voedergranen nog bij de land
bouwers aanwezig waren, anderdeels om na
te gaan, in hoeverre heimelijk voorraden wer
den achtergehouden, die net Rijk hadden
moeten zijn geleverd.'
Dat dit laatste in sommige deelen des lands,
het geval is, mag van voldoende bekendheid
worden verondersteld. Ook dat in den1 afgeloo-
pen winter door de regeering in bezit geno
men producten tersluiks werden verhandeld.
Hoewel overtuigd, dat, zoolang in den
sluikhandel lioogere prijzen tc bedingen zijn
dan de door de regeering gestelde, het euvel
niet voorgoed zal zijn te .onderdrukken, heeft
de minister gemeencf in verband met de maat
regelen1 te nemen ten aanzien van den1 oogst
1918, niets ongedaan te moeten laten.
Een inventarisatie toch als nu is gelast, zou,
naar het oordeel van dien ondergeteekende,
brdragen tot de kennis, wie, en welke streken
ten aanzien van de productenlevering nalatig
zijn gebleven1 en wie zijn plicht deed.
Met deze gegevens gewapend zullen in den
komenden herfst tijdig door de betrokken
autoriteiten die maatregelen kufanen worden
genomen, die een zoo groot mogelijke levering
waarborgen.
Bovendien stelde de ondergeteekende zich
voor, dat door deze inventarisatie hier en
daar meer of minder belangrijke partijen
voedsel zouden kunnen worden onttrokken.
De totaal ingeleverde hoeveelheid tarwe
toch is per 11 Mei jl. circa 8000 ton, de to-
taal ingeleverde hoeveelheid' rogge circa
28,000 ton beneden de raming van de hoe
veelheid, die ingevoerd behoorde te worden.
Dit tekort is niet te wijten aan gebrek aan
medewerking van de geheele landbouwbevol
king. Bepaalde streken des lands zijn nalatig
gebleken, zoo bij voorbeeld in het bijzonder
de grensstreken, de Betuwe en de streken, van
waar een heimelijke afvoer naar de groote
steden gemakkelijk viel', bij voorbeeld de
Haarlemmermeer.
Ten aanzien van deze gemeente veroorlooft
de minister zich onderstaande gegevens be
treffende de producten, die in de eerste plaats
voor menscheliike voeding-In aanmerking ko
men, te verstrekken
verstandig als je braaf bent. Kirstine, en Iaat
mij met Tycho spreken. Hij is mijn goede
broer en wel heb Ik hem dikwijls wat overijld
en driftig zien handelen, maar nooit onrecht
vaardig jegens eenig schepsel, dut zal hij
zich ook wel allerminst zoo betoonen voor
héér, die hij lief heeft boven leder ander! Ik
weet, dat hij er mij zelfs dankbaar voor zal
zijn, als ik hem belet, je te verlaten."
Ook Kirstine was nu opgestaan en in haar
bedroefde blikken kon men lezen den strijd,
dien ze met zich zelve voerde. Ze hield de
handen tegen de borst en het duurde eenigen
tijd, eer ze antwoordde:
„Waarde Jonkvrouwe, als ik uw eigen zus
ter was, kon u niet liefderijker jegens mij
handelen, dan u nu doet en ik dank u uit den
grond van mijn hart voor uw vriendschap.
Maar aan mijn voornemen kén en durf ik
niets veranderen. Als uw broer tot mij terug
keert, moet dit geheel vrijwillig geschieden,
niet omdat hij het als zijn duren, maar lasti-
gen plicht beschouwt, die hem de handen
bindt, maar omdat zijn eigen liefde hem daar
toe aanzet, 't Kan zijn, dat u mijn opvatting
dwaas en ongerijmd vindt, maar ik kan niet
anders,....!"
Een oogenblik keek Sophie Brahe haar
vriendin aan, die ze nu al gekend had van
haar allereerste kindsheid op Knudstrup. En
nadat ze haar opmerkzaam en onderzoekend
een poos had gadegeslagen, sloeg ze opeens
den arm om haar hals en kuste haar op den
mond.
„Mijn allerbeste Kirstine, ik geloof, dat
heel gelukkig zult worden! Met een hart a!
Productenlevering in producenten van de
verwachte hoeveelheid per 11 Mei:
tarwe in het rijk 90 pet., in Noord-Holland
63 pet., in de gemeente Haarlemmermeer 61
pet.;
roge respect. 86 pet., 123 pet., 74 pet.;
gerst respect. 81 pet., 90 pet., 44 pet.;
veldboonen respect. 99 pet., 88 pet., 40 pet;
erwten respect. 82 pet., 92 pet., 88 pet.
stamboonen respect. 98 pet., 49 pet. 40 pet
Alleen in deze gemeente moet nog worde*1
geleverd 1.632.000 K.G. tarwe, 50.000 K.G.
rogge, 65.000 K.G. gerst, 705.000 K.G. veld-
boonen, 416.000 K.G. erwten, 311.000 K.G.
stamboonen.
Sedert hierbedoelde contróle is begonnen,
is uit de gemeente Haarlemmermeer gevor
derd): 131.160 K.Q. tarwe, 560 K.G. tarwe
meel, 1230 K.G. rogge, 1180 K.G. gerst
20.919 K.G. haver, 8951 K.G. paardenboo-
nen, 3433 K.G. bruine boonen, 6732 K.O.
Heinrich Riesenboonen, 2837 K.G. witte boo
nen, 19,713 K.G. groene erwten, 4500 K.O.
1200 K.G. grauwe
handelingen volle-
moet niet
duivenboonen, 1200 K.G. grauwe erwten,
555 K.G. capucijners, 7200 K-O. blauw-
maanzaad, 11.250 K.G. geel mosterdzaad,
1900 K G. kanariezaad, totaal 105.258 K.G.
Toén het den minister bleek, dat ondank»
zijn opdracht van 1 October 1917 aan de bur
gemeesters der om de Haarlemmermeer lig
gende gemeenten oim dé toegangswegen
streng te doen bewaken en1 tot inbezitneming
over te gaan, indien producten frauduleus
vervoerd1 werden, de clandestiens.' handel
voortwoekerde, heeft de minister tevergeefs
getracht de beschikking te verkrijgen over
meerder toezicht van de rijksveldwachters es
marechaussees ol militairen, zoodat hij aan
gewezen bleef op zijn eigen controledienst,
die, zooveel mogelijk uitgebreid, niet bij mach
te bleek de ongewenscl
dig tegen te gaan.
Bij de nu gevolgde
uit het oog worden verloren, dat in Jluli
Augustus van 1917 door bemiddeling van die
burgemeesters een1 inbezitneming van ver
schalende producten van dén oogst 191T
heeft plaats gehad.
Dientengevolge moest alles, wat niet uit
drukkelijk den landbouwers was teruggegevaa
(gelaten), aan de regeering wordén geleverd.
Deze grondgedachte is bij dé inventarisatie,
die nu in vollen gang Is, niet uit het oog ver
loren. Gevorderd wordt op te geven, welk*
voorraden aanwezig zijn, waarna de opgave
wordt gecontroleerd.
Blijkt de opgave onjuist te zijn, hetgea*
naar het ooraéel van den minister Ingevolge
art. 14 der Distributiewet 1916 een strafbaar
feit oplevert, dan dient het meerdere onver
wijld te worden in bezit genomen door dé in
gevolge art. 19 der Distributiewet aangewe
zen ambtenaren. Daar van tarwe en rogge b®-
halve zaaizaad niets is teruggegeven (gela
ten), dienen alle restanten daarvan aan d*
regeering te worden geleverd.
Bij den opzet van deze inventarisatie is
uitgegaan van het grondbeginsel, dat de re-
geeringscommissaris, belast met de rijks-
graan verzamel ing en zijn controleurs, als
ter zake kundig, de leidende personen moete*
zijn. De militairen vervullen de rol van hel
pers bij het rondbrengen van de formulieren,
bij het onderzoek en vervoer en bij het afzet
ten van wegen, veren en bruggen.
De minister veroorlooft zich hierbij een af
schrift over te leggen van de aan de regee-
ringscomtnissarissen en aan de militairen uit
gereikte leidraad, instructies en formulieren.
Het is d«n minister niet ontgaan, dat wel
licht door enkele patrouilles onoordeelkundig
zou worden1 opgetreden en dat in dit geval de
goedgezinde landbouwer minder aangenaam
zal worden getroffen. De minister is er van
overtuigd, dat de regeeringscommissarisse*
alles in 't werk te stellen om een tactvol op
treden te bevorderen en dat deze gevalle*
zich' tot een minimum zulien beperken.
Principieel wordt slechts daar met mlltalre
hulp een onderzoek ingesteld, waar de regee-
rlngscommissarissen vermoeden, dat produc
tief jouwe verdient men niet anders!"
Sophia Brahe. schikte haar hoofdtooi een»
§oed en ook den grooten, geplooide» kraag,
lea zij om den hals droeg; daarna sloeg ze
haar mantel om, dien zij op een stoel bad
gelegd, en nogmaals nam ze afscheid va*
haar vriendin.
Kirstine volgde haar nu in dc huiskamer,
waar de heer Claes haar verzocht, den wel
geboren heer Tycho Brahe van hem te groe
ten en hem' wel dank te zeggen voor de
bouwmaterialen die hij dienzelfden dag nog
op de pastorie aangekregen had.
Even daarna ging de praest met haar mee,
om den schimmel uit den stal te halen. Toen
ze weer buiten kwam, leek het wel, of er ver
andering van weersgesteldheid was ingetre
den: de nevel was opgetrokken en het vroor
nu geducht. Aan den Westelijken horizon,
waar zij onder ging, vormde de zon een
mrperen stralenkrans,
heeft mooi weer op den terugtocht,
welgeboren Jonkvrouwe'sprak dé heer
Claes. „Kijk eens, hoe licht en heidér de
lucht is geworden! Daar ginds blinkt nu al
een ster!"
„Een heerlijke, stralende hemel!" ant
woordde Jonkvrouwe Sophia. ?,En, als mij*
broer niet geheel de astronomie op zij1 ge
schoven had, voor de alchemie, dan zou dit
nu juist een geschikte nacht zijn geweest,
om vlijtig met de hemelglobe en quadrante*
aan het werk te gaan
(Wordt vervolgd.)
goudpu
1
COURANT.
UOUuIig TT Cl.CAA lil J.I1J fer ISl COl. ClGU LLV&Lll l
VM HVIH OVUUl. Uiuw J V. auu &IJAI Ijvtv