DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. De strijd in en buiten Europa. No. 122 Honderd en twinstigste Jaargang 1918 FEUILLETON. Tychco Brahe Mwisniitsiirli! bli Toanltittillu p. 3 maanden 11.65, li. p. post 11.90. Be*liiiingri 5 et. Aditrtaittepilii 15 tt. p. regel, grootere letten taai plaatiitlnta. Bi. ft. H.V. Baak- et Baadelidiakkaill Banns. Caster i Ia., leeidan C 9, Tel. 3. DINSDAG 28 MEI. Buitenland. Binnenland. Waar blijft toch het Duitscbe offensief! heeft men van Geallieerde zijde de laatste weken herhaaldelijk uitgeroepen. Men vermoedde, men wist bijna met ze kerheid, dat het een dezer dagen zou losko men en men had met koortsachtige haast ge werkt om gereed te zijn, den stoot op te van gen en te pareeren. Zooals een worstelaar, die zijn jas uitge trokken en zijn hemdsmouwen opgestroopt heeft, ongeduldig naar zijn tegenstander kan uitzien, zoo heeft de legerleiding der Geal lieerden van dag tot dag in communiqué's en oorlogsoverzichten doen uitkomen, dat men den vijand verwachten kon en ongedul dig gevraagd wanneer nu toch eindelijk dat geweldige offensief eens zou losbreken. Trouwens er waren verschillende teeke nen, die er op wezen, dat er groote gebeurte nissen zouden plaats hebben en de geruch ten werden talrijker, dat een dezer dagen de aanval zou worden ingezet. Wij wezen er reeds op, dat het voordeel bij den aanval ongetwijfeld aan Duitsche zij de is, daar Duitschland de aanvaller is en dus kan bepalen wanneer en waar het offen sief zal worden ingezet. Het kan zorgvuldig een zwakke plaats in het front voor den aanval kiezen en de Geal lieerden, die zelfs niet vermoedden waar de stoot zou toegebracht worden, waren daar om genoodzaakt hun reserves zoo geleidelijk mogelijk over een zeer breed front te ver spreiden. Het heeft er allen schijn van, dat het groote Duitsche offensief thans losgekomen is en wel tegen den van ouds bekenden Che- min des Dames en de Aisne. Zoowel het Fransche als he Britsche staf- bericht van gisteren vermeldden een hevigen strijd tusschen Reims en het bosch van Pi- non. Het Berlijnsche avond-communiqué zegt, dat sedert gistermorgen de slag om den Chemin des Dames gaande is. De troepen van den Duitschen Kroonprins zouden den. heuvelrug in zijn geheele uitge strektheid bestormd hebben en aan de Aisne in strijd gewikkeld staan. Wij beschikken op het oogenblik over weinig nadere gegevens. Het officieele Fransche communiqué meldt, dat de slag den geheelen dag buitengewoon verwoed op een front van meer dan 40 KM. van de streek yan Vauxaills af tot het ter rein, dat aan Brimost grenst voortgeduurd! heeft. De Duitsche drommen telden hun verlie zen niet, maar drongen naar het dal van de Aisne op, dat door verschillende afdeelingen bereikt werd. In de streek van Pons-Arcy trokken de Fransch-Britsche troepen zich, het verband bewarend, terug. De bedrijvigheid der artil lerie is erg levendig geworden op beide Maas-oevers in de streek bij Saint-Mihiel en op bet Lotharingsche front. De Britten erkennen, dat op hun linker vleugel de vijand na feilen strijd hun troepen naar een tweede linie van in orde gemaakte stellingen terug drongen. Fotache Duitsche aanvallen op het front Locre-"Voormezeele werden afgeslagen, maar Roman uit het laatst der 16e eeuw, «aar het Deensch van VILHELM OSTERGAARD. 12) „Eenvoudig en gering ben je niet," ant woordde Sophia vol ijver. „Zooals jij han delt, zal niet licht een adellijk meisje zich gedragen, als ze door haar liefde in het on geluk was geraakt. Maar ik heb met je te doen, Kristine, en mijn broer ook, want je handelt beiden slecht jegens jezelven! Ty- cho zal nooit een meisje vinden, die meer waardig is dan jij, om zijn vrouw te wor den; niemand kan teederder zijn jegens hem en zijn werk beter'begrijpen, dat hem tot de beroemdste onder de geleerden zal maken, want, daar ben ik zeker van. Welke adellijke jonkvrouw, al komt ze ook duizendmaal aan het hof, en weet zich dus in gezelschap te gedragen als de beste, zou dat voor hem kun nen zijn, als jij voor hem geweest bent! Mijn broer is niet zooals zijns gelijken; hij hecht zeer geringe waarde aan stand en afkomst. Zijn boeken en zijn kunstige instrumenten gaan hem boven alles en daarnaast heeft hij een vrouw uoodig, die tegelijk verstandig en zacht is." Kristine wilde antwoorden, maar Sophia Brahe legde haar de handen op den mond en ging door met steeds grooter vuur: deze redenen moest je mij eens toe bij het meer Diekebusch drong de vijand over korten afstand in de Fransche stellin gen. i Opmerkelijk is de vermelding in het Duit sche legerbericht, dat in de gevechtssectoren in Vlaanderen en van de Leie op het slag veld ter weerszijden van de Somme. en aan de Avre de geschutstrijd heviger ia gewor den. Zal hier op de zoo kort geleden aange taste plaatsen van het front de strijd van daag of morgeü opnieuw losbreken? Is den aanval tusschen Reims en het bosch van Pinon slechts een afleidings-offensief en is het de bedoeling van de Duitsche legerlei ding om den opperbevelhebber der Gealli eerde legermachten in de verleiding te bren gen zijn reserves naar Reims te verplaatsen, om daarna met volle kracht den frontmuur op de reeds aangetaste plaatsen bij Yperen en Amiens in te stooten? Niemand durft het met zekerheid voor spellen en duidelijker dan ooit blijkt nu over welke voordeden de aanvaller beschikt. Want de Duitsche legerleiding stelt het doel en wacht het gunstigste oogenblik af en die der Geallieerde troepen leeft in onzeker heid, ziet op verschillende plaatsen van het front een begin van een offensief van vermoe delijk verre strekking en verplaatst in volko men onzekerheid over 's vijands bedoelingen' zijn reserves over aanmerkelijke afstanden. Dat het begin van den grooten slag in het Westen is aangebroken, is evenwel zeer waar schijnlijk en met groote spanning zal de ge heele wereld den blik naar het slagveld wen den, waar de grootste worsteling plaats vindt waarvan de geschiedenis der volkeren ooit gewaagd heeft. De Italianen zijn door den toespraak van den1 Prins van Wales blijkbaar zoo gesterkt, dat zij de kracht gevonden hebben op het oor logsterrein een aanmerkelijk succes te behalen. Oostenrijksche aanvallen tegen den Monte Tonale zijn de toppen van Marocche en Pre- Fonale zijn de toppen van Marocche en Pre- send en de pas van Monticello veroverd. De onderneming schijnt door het ongun stige terrein zeer bemoeilijkt té zijn geworden. Bijna 900 gevangenen benevens aanmerkelij ke krijgsbuit vielen ;n Italiaansche handen. KORTE BERICHTEN. i—De ministerraad uit de Oekraine heeft besloten de huiden- en leerhandel te mono- poliseeren en dezen aan het ministerie var landbouw ondergeschikf te maken. Orlando heeft, naar Stefani seint, Lloyd Oeorge in een telegram dank gezegd voor diens wenscben aan het Italiaansche volk. De koning, de ministerpresident en an dere ministers lijden aan de geheimzinnige ziekte, welke over geheel Spanje is verspreid en die 30 ptc. der bevolking heeft aangetast. De ziekte wordt niet als ernstig beschouwd. Alvorens Schotland te verlaten heeft Lloyd George aan een medewerker van de Glasgow Herald verklaard, dat het hem ver heugde te zien, hoe vastberaden het Schot- sche volk zich in den oorlog toont. De Russische gezant te Berlijn, Joffe, heeft staatssecretaris von Ktihlmann een nota overhandigd, waarin hij protest aanteekent tegen de van ■n de z.g. onafhankelijkheidsverklaring Esthland en Lijfland, die door een dele- staan met mijn breer te praten. Niemand die hem zoo goed kent als ik. Ik zal hem zeg gen, dat hij onrecht doet, niet alleen jegens jou, maar ook jegens zichzelven. Als luj weg wil, moet hij jou meenemen. Als 'tegenspoed en leed hem treffen, moeit je aan zijn zijde staan; voelt hij zich wat vermoeid en mis troostig, dan zal jouw teedexheid hem tot rust brengen." Kristine schudde ernstig het hoofd. „Zooals u, Jonkvrouwe Sophia, kan ik hem toch niet helpen. Is u niet bedreven in het latijn als menig hooggeleerd doctor? En heeft u niet jaar en dag deelgenomen in zijn wetenschappelijk streven? Wat een schoone Latijnsche verzen heeft u niet gedicht, even als uw broer! En wat kan ik daartegenover stellenIk heb slechts mijn liefde en mijn groot vertrouwen, dat blijft, zelfs al verlaat hij mij ook! maar wat beteekent dit tegenover uw geleerdheid en uw scherpzin nigheid, jonkvrouwe Sophia!" „Wat praat je nu?" riep Sophia half spot tend, half boos. „Ken je de mannen niet be ter? Weet je dan niet, dat ze er al hetel weinig om geven, om geleerdheid aan te tref fen bij een vrouw? Mijn beste Tycho is be ter en verstandiger, dan de meeste mannen, en het kan zijn, dat hij wat trotsch 'is, d!at zijn zuster Latijnsche verzen dicht en wat van de goudmakerskunst afweet, ondanks haar zestien jaren; maar zie jé, Kirstine-lief, er is heel. wat verschil tusschen dat broeder lijk gevoelen en de vreugde, die een man schept, alleen in de vrouw, die hij lief heeft!" Terwijl Sophia Brahe aie laatste woorden, gatie uit de ridderschap dier landen aan de Duitsche regeering was overgebracht. Naar gemeld wordt hebben 10 vijande lijke vliegers 130 bommen geworpen óp de stad Landau in de Pfalz 2 vrouwen en1 1 kind zijn gedood. Er is slechts weinig schade. Het Berliner Tageblatt verneemt uit Helsingfors, dat op de verheffing van Svin- Hufvud, voorzitter van den Finschen1 senaat, tot rijksbestuurder het ontslag van generaal Mannerheim, den opperbevelhebber en het af treden van den senaat zijn gevolgd. Wilson zal hedenmiddag in het Congres het woord voeren. OUD-MINISTER COLIJN TE LONDEN. Over de reis van oud-minister Colijn naar Londen schrijft Wayfarer in „De Nation" van 11 Mei: Het vreemde geval van den1 heer Colijn wordt nog vreemder door de wijze waarop Balfour het behandeld heeft. Ik geloof, dat het volkomen juist is te zeggen, dat hij niets had uit te staan met eenig vredesvoorstel, het zij direct of indirect. Hij is een gedistingeerd Hollander, een oud-minister van onberispelijk karakter en onbesproken antecedenten. Uit maatschappelijk oogpunt is hij hier wel be kend, daar hij verbonden is aan het Neder- landsche Roode Kruis. Hij bezoekt Londen zoo vaak, dat men bijna zou kunnen zeggen, dat hit er woont. Hij is altijd gekomen en heeft hier steeds vertoefd met toestemming der regeering als een onderdaan van een be- vrienden neutralen staat, die gaarne terug ging met 'n goed rapport van ons, hoe kwam het dan, dat hij duidelijk werd aangewezen door en aan de pers? Het is ondenkbaar, dat het persbureau de beleedigende toespelingen op hem als zou hij een soort Duitsch agent zijn, zou hebben laten doorgaan, als het er niet aan geloofd had, of deze gedachte mis schien zelf geïnspireerd had. Wat was de oorsprong daarvan? Zij waren ongegrond. Zij zinspeelden ook op de behandeling die men bij een Vroegere gelegenheid een beken den- onzijdige haa doen ondervinden1. Het schijnt, dat lord Robert Cecil de ver dachtmakingen gelooft heeft, want het is bij' na onmogelijk, zijn toespelingen op een Duitsch vredesoffensief los te maken van de zending, die men heeft verondersteld, dat de heer Colijn te vervullen had. Het is duidelijk, dat er een verklaring behoort te volgen in het parlement. DE ZAND- EN GRINT DOORVOER HERVAT. Van gister af is de doorvoer van zand en grint van Duitschland naar België weder toe gestaan. Als eerste schip passeerde heden de „R.S.G. 10" naar Gent. EIEREN VOOR ADVOCAAT. De minister van landbouw heeft verboden eieren te bezigen voor advocaat o! andere air coholhoudende dranken. In een circulaire, waarbij de minister bo venstaand verbod ter kennis van de burge meesters brengt, zegt dé minister dat het, in verband met de geringe en steeds dalende eierproduotie noodzakelijk is te voorkomen, dat met het oog op de groot behoefte aan eieren deze thans aan de volksvoeding wor den onttrokken voor bereiding van advocaat of andere dranken, voor welke bereiding, naar den minister is medegedeeld, groote hoeveelheden worden opgeslagen. De minister zegt, dat hij het op prijs zal stellen indien, voor zoover in hun gemeente advocaat-fabrieken of inrfthtingen voor be reiding van advocaat zijn gevestigd, op de handhaving van het verbod door de burge meesters ten strengste wordt toegezien. HUISZOEKINGEN BIJ LAND- BOUWERS. Het Kamerlid de heer Colijn heeft den I5den dezer de volgende vragen ingezonden: 1. Is het dm minister bekend en op zijn innen sprak, ging de spottende uitdrukking op haar gelaar in een vurigen blos over, Kirstine keek haar verwonderd aan. ,,'t Lijkt wel. of je zoo uit ervaring sj of je zelf het lief en leed van het kent." ;,Hoe kom je daarbij viel Sophia haar ijlings in de rede. „Weet je niet, dat mijn ouders alreeds van mijn eerste kindsheid af, mij bestemd hebben voor den heer Otto Thott? En mijzelve heeft men daarbij1 niet èens geraadpleegd. Het is nog maar een heel beperkte tijd, dat ik mij in mijn gulden vrij heid verheugen mag, eer ik naar den heer Otto van Eriksholm ga „Maar die verandering ziet u zeker slechts met vreugde tegemoet? zult zoo'n schoone edelvrouw zijn, als er geen tweede in het land is!" „Tot nog toe heb ik er mij niet al te zeer om bekommerd, Kirstine-lief, of dat huwelijk mij nu tot vreugde of tot leed zou worden..." „En nu dan.?'' „Nu is het misschien wat anders geworden. Maar daar valt niets aan te doen. Mijn ge liefde Moeder, vrouwe Beata, neemt niet haar woord terug, dat zij' en mijn vader den heer Otto Thott gaven en de heer Otto Thott zal niet licht vrijwillig afstand van mij doen." „Maar als u hem nu in 't geheel niet lief heeft?" „Ik zei je immers al, dat men1 mij daar heel niet naar gevraagd heeft; nu, kort en goed: het is een uitgemaakte zaak, waaraan nu een maal niets te veranderen valt-" Sophia Brahe stond plotseling op. „Wees nu eens net zoo last, dat op het oogenblik in ons geheele land militaire patrouilles huiszoekingen doen bij de landbouwers en daarbij vaak zeer onoor deelkundig optreden, alles in bezit nonen, ook wat voor eigen gebruik noodig is en ook wat door distributie of op eigen graankaart him verstrekt is? 2. Zoo ja, is de minister bereid aan deze handelingen die groote verbittering wekken en schade doen aan de gezindheid der boeren, om mee te werken aan de voedselvoorziening van ons land, een einde te maken en de con trole op te dragen aan anderen dan militai ren-? De minister van landbouw, nijverheid en handel heeft daarop den 24sten dezer geant woord: Ad 1. Op last van den ondergeteekende wordt sedert half April 1.1. door de regee- ringscommissarissen belast met de rijksgraan- verzameling een inventarisatie gehouden van de nog bij ae landbouwers aanwezige granen. Daar het korps controleurs, dat dezen amb tenaren ter beschikking staat, niet bij machte is om een dergelijke inventarisatie in korten tijd te doen afloopen en gelet op de min stige ervaringen, wat tijdsduur en naui righeid aangaat, bij1 inventarisatie op groote schaal door middel van de gemeentebesturen opgedaan, is op verzoek van den ondergetee kende de beschikking verkregen over een aan tal militaire wielrijders en infanteristen, die sedert 6 Mei j.I. onder leiding van de regee- ringscommissarissen en hun controleurs de werkzaamheden verrichten, waarbij1 tevens van de gelegenheid wordt gebruik gemaakt om bij die personen, als molenaars, handela ren, die vermoed worden producten onder zich te hébben, te controleeren. Deze inventarisatie is gelast eensdeels om dat in verband met de te laten ratsoenen vee voeder het noodig was vast te stellen, welke hoeveelheden voedergranen nog bij de land bouwers aanwezig waren, anderdeels om na te gaan, in hoeverre heimelijk voorraden wer den achtergehouden, die net Rijk hadden moeten zijn geleverd.' Dat dit laatste in sommige deelen des lands, het geval is, mag van voldoende bekendheid worden verondersteld. Ook dat in den1 afgeloo- pen winter door de regeering in bezit geno men producten tersluiks werden verhandeld. Hoewel overtuigd, dat, zoolang in den sluikhandel lioogere prijzen tc bedingen zijn dan de door de regeering gestelde, het euvel niet voorgoed zal zijn te .onderdrukken, heeft de minister gemeencf in verband met de maat regelen1 te nemen ten aanzien van den1 oogst 1918, niets ongedaan te moeten laten. Een inventarisatie toch als nu is gelast, zou, naar het oordeel van dien ondergeteekende, brdragen tot de kennis, wie, en welke streken ten aanzien van de productenlevering nalatig zijn gebleven1 en wie zijn plicht deed. Met deze gegevens gewapend zullen in den komenden herfst tijdig door de betrokken autoriteiten die maatregelen kufanen worden genomen, die een zoo groot mogelijke levering waarborgen. Bovendien stelde de ondergeteekende zich voor, dat door deze inventarisatie hier en daar meer of minder belangrijke partijen voedsel zouden kunnen worden onttrokken. De totaal ingeleverde hoeveelheid tarwe toch is per 11 Mei jl. circa 8000 ton, de to- taal ingeleverde hoeveelheid' rogge circa 28,000 ton beneden de raming van de hoe veelheid, die ingevoerd behoorde te worden. Dit tekort is niet te wijten aan gebrek aan medewerking van de geheele landbouwbevol king. Bepaalde streken des lands zijn nalatig gebleken, zoo bij voorbeeld in het bijzonder de grensstreken, de Betuwe en de streken, van waar een heimelijke afvoer naar de groote steden gemakkelijk viel', bij voorbeeld de Haarlemmermeer. Ten aanzien van deze gemeente veroorlooft de minister zich onderstaande gegevens be treffende de producten, die in de eerste plaats voor menscheliike voeding-In aanmerking ko men, te verstrekken verstandig als je braaf bent. Kirstine, en Iaat mij met Tycho spreken. Hij is mijn goede broer en wel heb Ik hem dikwijls wat overijld en driftig zien handelen, maar nooit onrecht vaardig jegens eenig schepsel, dut zal hij zich ook wel allerminst zoo betoonen voor héér, die hij lief heeft boven leder ander! Ik weet, dat hij er mij zelfs dankbaar voor zal zijn, als ik hem belet, je te verlaten." Ook Kirstine was nu opgestaan en in haar bedroefde blikken kon men lezen den strijd, dien ze met zich zelve voerde. Ze hield de handen tegen de borst en het duurde eenigen tijd, eer ze antwoordde: „Waarde Jonkvrouwe, als ik uw eigen zus ter was, kon u niet liefderijker jegens mij handelen, dan u nu doet en ik dank u uit den grond van mijn hart voor uw vriendschap. Maar aan mijn voornemen kén en durf ik niets veranderen. Als uw broer tot mij terug keert, moet dit geheel vrijwillig geschieden, niet omdat hij het als zijn duren, maar lasti- gen plicht beschouwt, die hem de handen bindt, maar omdat zijn eigen liefde hem daar toe aanzet, 't Kan zijn, dat u mijn opvatting dwaas en ongerijmd vindt, maar ik kan niet anders,....!" Een oogenblik keek Sophie Brahe haar vriendin aan, die ze nu al gekend had van haar allereerste kindsheid op Knudstrup. En nadat ze haar opmerkzaam en onderzoekend een poos had gadegeslagen, sloeg ze opeens den arm om haar hals en kuste haar op den mond. „Mijn allerbeste Kirstine, ik geloof, dat heel gelukkig zult worden! Met een hart a! Productenlevering in producenten van de verwachte hoeveelheid per 11 Mei: tarwe in het rijk 90 pet., in Noord-Holland 63 pet., in de gemeente Haarlemmermeer 61 pet.; roge respect. 86 pet., 123 pet., 74 pet.; gerst respect. 81 pet., 90 pet., 44 pet.; veldboonen respect. 99 pet., 88 pet., 40 pet; erwten respect. 82 pet., 92 pet., 88 pet. stamboonen respect. 98 pet., 49 pet. 40 pet Alleen in deze gemeente moet nog worde*1 geleverd 1.632.000 K.G. tarwe, 50.000 K.G. rogge, 65.000 K.G. gerst, 705.000 K.G. veld- boonen, 416.000 K.G. erwten, 311.000 K.G. stamboonen. Sedert hierbedoelde contróle is begonnen, is uit de gemeente Haarlemmermeer gevor derd): 131.160 K.Q. tarwe, 560 K.G. tarwe meel, 1230 K.G. rogge, 1180 K.G. gerst 20.919 K.G. haver, 8951 K.G. paardenboo- nen, 3433 K.G. bruine boonen, 6732 K.O. Heinrich Riesenboonen, 2837 K.G. witte boo nen, 19,713 K.G. groene erwten, 4500 K.O. 1200 K.G. grauwe handelingen volle- moet niet duivenboonen, 1200 K.G. grauwe erwten, 555 K.G. capucijners, 7200 K-O. blauw- maanzaad, 11.250 K.G. geel mosterdzaad, 1900 K G. kanariezaad, totaal 105.258 K.G. Toén het den minister bleek, dat ondank» zijn opdracht van 1 October 1917 aan de bur gemeesters der om de Haarlemmermeer lig gende gemeenten oim dé toegangswegen streng te doen bewaken en1 tot inbezitneming over te gaan, indien producten frauduleus vervoerd1 werden, de clandestiens.' handel voortwoekerde, heeft de minister tevergeefs getracht de beschikking te verkrijgen over meerder toezicht van de rijksveldwachters es marechaussees ol militairen, zoodat hij aan gewezen bleef op zijn eigen controledienst, die, zooveel mogelijk uitgebreid, niet bij mach te bleek de ongewenscl dig tegen te gaan. Bij de nu gevolgde uit het oog worden verloren, dat in Jluli Augustus van 1917 door bemiddeling van die burgemeesters een1 inbezitneming van ver schalende producten van dén oogst 191T heeft plaats gehad. Dientengevolge moest alles, wat niet uit drukkelijk den landbouwers was teruggegevaa (gelaten), aan de regeering wordén geleverd. Deze grondgedachte is bij dé inventarisatie, die nu in vollen gang Is, niet uit het oog ver loren. Gevorderd wordt op te geven, welk* voorraden aanwezig zijn, waarna de opgave wordt gecontroleerd. Blijkt de opgave onjuist te zijn, hetgea* naar het ooraéel van den minister Ingevolge art. 14 der Distributiewet 1916 een strafbaar feit oplevert, dan dient het meerdere onver wijld te worden in bezit genomen door dé in gevolge art. 19 der Distributiewet aangewe zen ambtenaren. Daar van tarwe en rogge b®- halve zaaizaad niets is teruggegeven (gela ten), dienen alle restanten daarvan aan d* regeering te worden geleverd. Bij den opzet van deze inventarisatie is uitgegaan van het grondbeginsel, dat de re- geeringscommissaris, belast met de rijks- graan verzamel ing en zijn controleurs, als ter zake kundig, de leidende personen moete* zijn. De militairen vervullen de rol van hel pers bij het rondbrengen van de formulieren, bij het onderzoek en vervoer en bij het afzet ten van wegen, veren en bruggen. De minister veroorlooft zich hierbij een af schrift over te leggen van de aan de regee- ringscomtnissarissen en aan de militairen uit gereikte leidraad, instructies en formulieren. Het is d«n minister niet ontgaan, dat wel licht door enkele patrouilles onoordeelkundig zou worden1 opgetreden en dat in dit geval de goedgezinde landbouwer minder aangenaam zal worden getroffen. De minister is er van overtuigd, dat de regeeringscommissarisse* alles in 't werk te stellen om een tactvol op treden te bevorderen en dat deze gevalle* zich' tot een minimum zulien beperken. Principieel wordt slechts daar met mlltalre hulp een onderzoek ingesteld, waar de regee- rlngscommissarissen vermoeden, dat produc tief jouwe verdient men niet anders!" Sophia Brahe. schikte haar hoofdtooi een» §oed en ook den grooten, geplooide» kraag, lea zij om den hals droeg; daarna sloeg ze haar mantel om, dien zij op een stoel bad gelegd, en nogmaals nam ze afscheid va* haar vriendin. Kirstine volgde haar nu in dc huiskamer, waar de heer Claes haar verzocht, den wel geboren heer Tycho Brahe van hem te groe ten en hem' wel dank te zeggen voor de bouwmaterialen die hij dienzelfden dag nog op de pastorie aangekregen had. Even daarna ging de praest met haar mee, om den schimmel uit den stal te halen. Toen ze weer buiten kwam, leek het wel, of er ver andering van weersgesteldheid was ingetre den: de nevel was opgetrokken en het vroor nu geducht. Aan den Westelijken horizon, waar zij onder ging, vormde de zon een mrperen stralenkrans, heeft mooi weer op den terugtocht, welgeboren Jonkvrouwe'sprak dé heer Claes. „Kijk eens, hoe licht en heidér de lucht is geworden! Daar ginds blinkt nu al een ster!" „Een heerlijke, stralende hemel!" ant woordde Jonkvrouwe Sophia. ?,En, als mij* broer niet geheel de astronomie op zij1 ge schoven had, voor de alchemie, dan zou dit nu juist een geschikte nacht zijn geweest, om vlijtig met de hemelglobe en quadrante* aan het werk te gaan (Wordt vervolgd.) goudpu 1 COURANT. UOUuIig TT Cl.CAA lil J.I1J fer ISl COl. ClGU LLV&Lll l VM HVIH OVUUl. Uiuw J V. auu &IJAI Ijvtv

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1918 | | pagina 1