DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Tyhco Brahe
Ne. 131
Honderd en twinstigste Jaargang
1918
Y RIJI) A G
7 JUNI.
De strijd in en buiten Europa.
FEUILLETON.
Buitenland.
Staten Generaal.
Ahoiuunieutsprlls bij voornltbetallng p. 3 maanden f 1.65, fr. p. post 11.90.
Beviisnnmmers 5 ct. Advertentieprijs 15 et. p. regel, grootere letters naar plaatsruimte. Br, Ir. N.V. Boek- eu Handelsdrukkerij Herms.Coster dl Zn., Voordam C 9, Tel. 3.
Er is voor heden van het front tusschen
Noyon en Reims niets van beteekenis te mel
den.
Het breed opgezette Duitsche offensief is
geslonken tot kleine plaatselijke gevechten, die
geen beduidende veranderingen in de frontlijn
meer ten gevolge hebben.
De Duitschers melden slechts, dat ten W.
van Pontoise ten N. van de Aisne en in het
Savièresgebied plaatselijke krijgsbedrijven hen
in het bezit van vijandelijke aardwerken' en
loopgraven stelden.
Zooals gewoonlijk wanneer geen1 actie van
beteekenis gemeld kan worden, wordt het
communiqué aangevuld met een opsomming
van het aantal gevangenen en buitgemaakt
oorlogsmateriaal over een bepaald tijdvak.
Sedert 27 Mei zeggen de Duitschers be
droeg de buit aan het slagfront ruim 55000
gevangenen, 650 kanonnen en ruim 2000
machinegeweren.
Hoevele Duitschers sedert 27 Mei bij de
verwoede gevechten het ,oven lieten verme'dt
het communiqué evenwel niet.
Het officieele Londensche communiqué be
spreekt slechts plaatselijke overrompelingen.
De correspondent van de Daily Chronicle
bij het Fransche leger seint aan zijn blad
eenige beschouwingen, die de telegramkosten
eigenlijk niet waard zijn.
Want wat hij te vertellen "heeft, is zoo van
zelf sprekend, dat zijn landgenooten er niet
veel wijzer door zullen worden.
Men behoeft nu juist niet als Britsch cor
respondent aan het Fransche front te vertoe
ven om te kunnen mededeelen, dat generaal
Foch in een lastig parket verkeerde. Dat wis
ten wij, en ook, dat de mogelijkheid bestond,
dat de Duitschers een ander deel van het
front zouden aantasten als dit door troepen-
zending 'naar de streek tusschen Soissons en
Reims te zeer verzwakt werd.
De corresponlent deelt mede, dat het front
niet verbroken is, wat evenmin een sensatio
neel nieuwtje kan genoemd worden. Maar het
toppunt van onbelangrijkheid in deze tele-
giammen van het slagveld is wel de mededee-
ling dat de volgende groote slag op hetzelfde
terrein kan vallen, óf, zegt de correspondent
aan de Oise, of aan de Somme, öf in Vlaan
deren.
Die voorspellingen hebben in allen gévalle
deze waarde, dat zij altijd uitkomen.
Want wanneer men vrijwel het geheele
Westelijk front als plaats voor het volgende
offensief aanduidt loopt men geen kans om
later voor een onbetrouwbare profeet gehou
den te worden.
Wij hebben eens iemand gekend, die als
hem een weervoorspelling gevraagd' werd
heel bedachtzaam naar de lucht keek en ten
slotte als zijn meening te kennen gaf, dat het
wel droog zou blijven, maar hij voegde er al
tijd veelbeteekenend aan toe, dat het ook wel
mogelijk was, dat het zou £aan regenen.
De man had altijd gelijk en zoo zal ook de
correspondent van de Daiiy Chronicle bin
nenkort met voldoening aan zijn blad kunnen
seinen, dat zijn voorspellingen uitgekomen
zijn, daar öf tusschen Soissons en Reims, öf
aan de Oise, öf aan de Somme, öf in Vlaan
deren een. nieuwe Duitsche aanval is losge
komen.
Roman uit het laatst der 16e eeuw, ïaar het
Deensch van VILHELM OSTEROAARD.
19)
Bij het zien van al die menschen en van al
het licht had er een plotselinge verandering
plaats met Meester Leovitius. Hij richtte zijn
lange, slanke gestalte op, sloeg den mantel
om zich heen en keek«rond:
„Mijn geleerde vrienden en broeders," sprak
hij op plechtigen toon, „ik heb u grooter din
gen te melden, dan ooit te voren: Gij goede
burgers kunt gerust thuis blijven bij uw vrou
wen en kinderen; gij kunstenaars, in uw
werkplaats, en gij vreemden, kunt terugkee-
ren, vanwaar gij gekomen zijt. Want Zijn
Genade, de jonge troonopvolger, wordt niet
in den Dom van Regensburg gekroond op
Allerheiligendag, den eersten November. Er
komt niets van een feestmaal of tournooi en
geen tooneelspel wordt er opgevoerd door
de studenten. De adellijke heeren en hun
echtgenooten kunnen weer naar huis gaan
en iedere burgerman kan zijn slaapmuts over
het hoofd trekken. De kroning gaat niet
door, betuig ik u
Een luid schaterlachen volgde op de uit
spraak; met een glimlach op de lippen keek
Meester Leovitius om zich heen, of hij daar
mee zijn ingenomenheid wilde betuigen, dai
Het is voor de Geallieerdiw; al lew maar
jammer, dat zij geen deskundige proven-
hebben, die met eenige zekerheid eer» nieuw
offensief op een nauwkeuriger aangeduid
punt van het gevechtsfropt kuE&sa voor
spel ien,
Zoo lang over de planner., der Dmitsche le
gerleiding geen meerdere bijzonderheden be
kend zijn, blijft het aan geallieerde zijde bij
een afwachten en waakzaam zijn langs hef
geheele front. f
Want de slag tusschen' Soissons en Reims
heeft nu wel bewezen, dat de vijand onver
wachts een hevige «don* Nv 'f strengen op 1"
plaatsen waar men die het allerlaatste zon
verwachten.
Zal generaal Foch in dezen tijd van be
trekkelijke stilte het initiatief tot een tegen
aanval nemen, zal hij trachten vanuit de
steunpunen bij Soissons en Reims den deuk in
het Fransche front dicht te knijpen om de
zich daarin be-indendo Duitsche divisies tof
overgave te dw'rge" 0
Het -'et er-neg a'. msx t, en waar ooi
Clemenreau er in d" Kampt. d°". nadruk op
gelegd heeft, dat de Franschen thans één
tegen "ij* strij-isa is U.' ziet ie verwachten
dat de legerleiding der Geal Teerden, de be
trekkelijk geringe reserve-troepen zonder
noodzaak aan het mitrailleurvuur der Duit
sche machinegeweren zal blootstellen.
Enkele bijzonderheden uit de laatste tele
grammen van het slagveld mogen hier nog
volgen.
Het Berlijnsche officieele avond-communi
qué meldt slechts plaatselijke gevechten ten
N.-W. van Chateau-Thierry en aan de Aidre
Uit Parijs wordt gemeld, dat de Fran-
schen ten O. van Sempigny vijandelijke troe
pen over de Oise terugdrongen en ten N.
van de Aisne hun stellingen ten N. en ten O.
van Haut-Braye aanmerkelijk verbeterden.
Ten W. van Longpont zijn de Franschen
met hun aanvalswagens gevorderd en tus
schen Ourcq en Mame stelde een aanval
van Fransch-Amerikaansche troepen hen in
sta&t hun linie voruit te schuiven in de
streek van Veuilly-la-Doterie en Bussiares.
De Duitschers namen het dorp Bligny.
Overigens vermeldt Het Fransche communi
qué slechts gevechten van ondergeschikte be
teekenis.
Nog steeds verkeert men dus op het ge
vechtsterrein in een periode van stilte.
Wat wel de stilte is, die een nieuwen, ge
weldigen storm vooral zal gaan.
In de Vereenigde Staten is men ten zeerste
verontrust door de ontdekking, dat er eenige
Duitsche duikbooten aan de Amerikaansche
kust aan het torpedeeren van schepen zijn ge
gaan.
Deze booten zijn daar natuurlijk om voor
namelijk te trachten het transport van Ame
rikaansche troepen te belemmeren en hoewel
in de Amerikaansche pers de meening tot
uiting komt, dat het hier een wanhoopsdaad
van Duitschland geldt en men zich daarover
verblijdt omdat, zooals de New York Times
zegt, de Duitschers daardoor de oorlogs
zuchtigheid in iedere Amerikaansche borst
aanwakkeren om dé warmte der vaderlands
liefde tot kookhitte op te voeren, hlijkt toch
hij zich zoozeer het voorwerp van de alge-
meene vroolijkheid voelde. En, toen alles
weer tot rust was gekomen, vroeg een van
de burgers, die de grap nog niet gauw wil
de opgeven;:
„Maar hoe weet u dat allemaal zoo,
Meester Cyprian us? Wie heeft u gezegd, dat
er niets komt van de kroning?"
„Dat heeft niemand mij gezegd," luidde
het antwoord. „Maar jullie vat toch ook
wel, vrienden-lief, dat een doode prins niet
kan gekroond worden? En. de prins zal
sterven, wan
Maar nu sloeg de stemming opeens om,
want, zooals de man zich op het laatst uit
liet, ging het iets van hoogverraad krijgen.
De jonge studenten en kunstenaars lachten
nog wel, maar de meer bezadigde burgers
riepen luidde: „Laat die gekke goudmaker
toch den mond1 houden! Hij brengt ons in
moeilijkheden en de herberg in een kwaden
reuk, door zulke bespotelijke dingen te zeg
gen
Ook de waard was ijlings toegeloopen,
met de éérlijke bedoeling, om Meester Leovi
tius de deur uit te gooien. Maar inmiddels
was Tycho Brahe opgestaan en zóó vlug
trad hij op de joelende menigte toe, dat hij
den herbergier nog voor kwam.
„Wacht eens even, vriendlief," zei hij, „ik
zou met graag zien, dat jullie geweld ge
bruikte tegenover dezen man, want ik heb
hem in zijn goede dagen gekend. Het schijnt,
dat hij nu niet meer bij zijn verstand is,
maar dan kunnen zijn beweringen toch ook
niemand meer krengen. Als jullie het goed
wel duidelijk, dat men over de actie dezer
gevaarlijke onderzeeërs niet erg gerust is.
Trouwens, zij blijken al menig vaartuig in
de nabijheid der kust getorpedeerd te hebben,
al worden eerst nu de bijzonderheden daar
over medegedeeld.
Uit New York wordt geseind, dat sedert
25 Mei 15 Aiflerjkaansche schepen voor de
Noord Oostkust in den grond geboord zijn.
Uit verschillende verhalen over deze torpe
deeringen, blijkt, dat meer dan 350 per
sonen vermist worden, en dift de betrokken
duikbooten niet minder dan 200 voet lang en
blijkbaar van de nieuwste constructie zouden
zijn.
Aan de kust van de Atlantische oceaan
schijnen deze duikbooten mijnen gelegd te
hebben en de Amerikaansche regeering heeft
onmiddellijk zeestrijdkrachten langs de ge
heele kust tot afwering dezer vijandelijke be
dreiging gezonden.
De minister van marine zou reeds te ken
nen gegeven hebben, dat de verdediging van
de Atlantische kust volkomen voldoende is en
dat het niet noodig is schepen uit de oorlogs
zone terug te roepen om met de duikbooten af
te rekenen.
In Amerika is men voornamelijk geschokt
door de torpedeering van de Carolina, het
grootste stoomschip van de Porte Rico lijn,
dat 125 mijl ten Z.-W. van Sandy Hook
werd aangevallen.
Van de pasagiers kwamen er 58 in de gol
ven om en dezelfde treurige tooneelen als des
tijds bij de torpedeering van andere groote
passagiersschepen schijnen zich hier afge-,
speeld te hebben.
Onwillekeurig vraagt men zich af of het
oorlogsnoo-dzaak kan genoemd worden de
opvarenden van passagiersschepen waaronder
vrouwen en kinderen zoo onmeedoogend in
den dood te jagen.
De geschiedenis der laatste jaren heeft nu
de Duitschers toch ook wel geleerd, dat een
dergelijke actie geen voordeel maar wel na
deel brengt.
Want tegenover het vernietigen van een
enkel passagierschip staat 't groeien van den
haat tegen den aanvaller en het nemen van
doeltreffender maatregelen om hem tot
machteloosheid te dwingen.
Vele overlevenden' van in den grond ge
boorde schepen vertelden, dat zij aan boord
van een der beide duikbooten' verscheidene
dagen gevangen werden gehouden. De kapi
tein van de verloren gegane Etna schat deze
duikbooten op 300 voet lengte mqt een beman
ning van niet minder dan 76 koppen en twee
kanonnen van 15 c. M.
Een particulier telegram uit New York
deelt met eenige verwondering mede, dat de
duikbootkapitein bijzonder menschlievend was,
in zooverre dan bij de actie van duikbootkapi
teins nog van menschlievendheid' gesproken
kan worden. Want die menschlievendheid
heeft zich dan nu slechts getoond in het niet
beschieten der reddingsbooten, het gelegen
heid geven aan de bemanningen der getorpe
deerde schepen om te ontkorpen of het aan
boord nemen dezer bemanningen tot zij door
een voorbijvarend schip opgenomen konden
worden.
Inmiddels heeft men in Amerika den schrik
beet -gekregen. Er is bevel gegeven om in de
kustplaatsen de lichten te dooven évenals de
vindt, zou ik wel graag een paar woorden
tot. hem spreken 1"
De burgers trokken zich wat terug uit-
beleefdheia voqr, den vreemden edelman en
Tycho Brahe stond nu van aangezicht tot.
aangezicht tegenover zijn vroegeren vriend
en leermeester. Hij legde hem de handen op
de schouders en vroeg:
„Kent u mij nog, Meester?"
Verschrikt door de booze woorden van de
opgewonden menigte, stond Meester Leovi
tius daar weer ineengedoken in zijn mantel;
maar, toen hij Tycho Brahe's stem1 hoorde,
richtte hij zich op. Eerst staarde hij den spre
ker verwonderd aan, maar toen scheen zijn
geheugen toch ook weer te ontwaken.' Hij
streek de haarlokken van zijn voorhoofd, zoo
dat een donkerrood litteeken nu weer zicht
baar werd en tegelijkertijd verspreidde zich
een glimlach over zijn vermagerd gelaat.
„Zou ik je niet herkennen, mijn waarde
leerling?" mompelde hij. „Jij was het, die
geen goud wilde zoeken, maar sterren; want
de sterren doen niemand kwaad!Ik
heb goud gezocht, in den heeten smeltkroes,
maar de duivel had zich daarin verscholen en
zoo sprong het ding in duizend stukken
Ziet gij, Jonker Tycho, hij wees op de roo-
de schram op zijn voorhoofd hier sprong
die op en nu kan ik enkel nog jnaar aan goud
en nog ëens goud denken Sommigen hou
den mij voor gek, maar dat is, omdat ik knap
per ben, dan andere menschen Ik zal nog
door sluipmoord aan mijn einde komen, om
dat ze mij mijn verstand misgunnenMaar
dit is alles slechts een geheim, dat ik u wel
groote lichtreclames van Broodway.
Men is namelijk in New York batig voor
Duitsche vliegmachines, waarvan er enkele
wellicht als verrassing in de geheimzinnige
duikbooten konden meegenomen zijn.
Inmiddels wordt nadrukkelijk verklaard,
dat het Duitschland niet gelukken zal de troe
pentransporten naar Europa te belemmeren.
De gebeurtenissen der eerstvolgende weken
zullen waarschijnlijk wel bewijzen of deze
verklaring al dan niet eenige waarde is toe te
kennen.
'Voor ons, neutralen kan de duikbootactie
aan de Amerikaansche kust wellicht onaan
gename gevolgen hebben.
Reeds is de haven van New York met het
oog op het duikbootengevaar gesloten, juist
nu er eepige Hollandsche schepen naar die
haven onderweg zijn en onze graanvoorzie-
ning van daaruit geregeld zou worden-.
De Texel, een der door de Amerikanen in
beslag genomen Hollandsche schepen is ge
torpedeerd, de Zaanland 'is dezer dagen ge
zonken en de waarschijnlijkheid is groot, dat
wij zeer weinig van onze in beslag genomen
tonnenmaat na den oorlog ongeschonnen uit
Amerikaansche handen terug zullen ontvan
gen.
KORTE BERICHTEN.
Tot den diplomatieken vertegenwoordi
ger van Engeland te Petrograd is een protest
gericht wegens.de inlijving van Russische on
derdanen bij het Britsche leger.
De Amerikaansche douanebeambten heb
ben een complot ontdekt, ten doel hebbende
de kroonjuweelen. der Romanofs, welke op 2
millioen dollars geschat worden, de Vereenig
de Staten binnen te smokkelen. Agenten heb
ben eenige juweel-en reeds opgespoord, terwijl
zij andere op het spoor zijn.
Twee passagiers, die onlangs op een Deen-
sche boot aankwamen, zijn gearresteerd, ver
dacht van medeplichtigheid. Zij zijn tegen
borgstelling van 10.000 dollars elk vqorloo-
pig weder op vrije voeten gesteld.
'De raad voor de scheepvaart deelt me
de, dat er in Amerika sinds September 170
schepen zijn afgeleverd, met een totaal van
1.112.897 ton. De laatste zes dagen van Mei
werden er alleen 82.760 ton afgeleverd.
Cijfers- zijn verstrekt over het aantal
schepen, dat gedurende de maand Mei in
Engeland gebouwd is. De totale seheeps-
ruimte bedraagt 197.274 ton, een- vooruitgang
van 85,741 ton vergeleken met April 1918 en
een record-cijfer boven alle maanden in het
afgeloopen jaar. De totale aanbouw in 12
maanden tot 31 Mei 1918 bedroeg 1.406.838
bruto ton; het cijfer voor hetzelfde tijdvak tot
30 April 1918 was 1„279,337 ton.
Reuters parlementaire correspondent
zegt dat volgens hetgeen in de Wandelgan-
;en wordt meegedeeld, Lloyd Oeorge vol ver-
rouwen uit Frankrijk is teruggekeerd. Tijdens
blijf aldaar hi
Sönnino, Foch en Clemenceau.
zijn verblijf aldaar had hij besprekingen met
Tisza en Weker ie bespraken in het Hoh-
gaarsche huis van afgevaardigde het nieuwe
bondgenootschap met Duitschland.
Een Wolff-telegram spreekt de berichten
van Entente-zijde tegen, dat de Duitschers
op Sacramentsdag Parijs zouden hebben be
schoten. De Franschen vieren dien dag nl.
m
niet op 1 Juni, maar op den daaropvolgen-
den Zondag, die dit jaar op 2 Juni viel, en
dien dag heeft het Duitson
gezwegen. >-
ie bombardement
TWEEDE KAMER.
De heer Limburg verdedigde bij de be
handeling der cri8isreclitspraak een nader
toevertrouw 1"
Uügeput zweeg hij. Alle glans uit zijn
oogeh was verdwenen.
Tycho Brahe schudde mismoedig het hoofd.
Hie speet hem, dezen man, dien hij toch zoo
veel beter had gekend, nu zoo beneveld van
geestvermogens te zien door de teleurstelling,
die hij ondervond bij zijn werk.
Hij wendde zich nu tot de gasten in de her
berg en vroeg, of een van hen ook wist, waar
Meester Leovitus woonde; hij wilde dan uit
oude vriendschap, den armen man naar huis
brengen. Maar geen van hen wist iets naders
van den meester. Hij kwam dikwijls in de her
berg van Sivert Korts en de andere bezoekers
hadden dan nogal eens pret met hemmaar
het was nooit een van allen ingevallen, om
een eind met hem samen te gaan.
„Dan zal ik het toch eens probeeren," zei
Tycho Brahe. „Hij is te krank van zinnen,
dat wij hem zijn eigen weg laten gaan. Ik
zeg u wel dank voor den avond, mijn goede en
geleerde vrienden! We zullen nog wel eens
gelegenheid krijgen om een kroes bier met
elkaar te drinken, eer ik de stad verlaat."
Tycho Brahe nam Lovitus' hand en leidde
hem uit de herberg. De goudmaker ging ge
willig mee, en naast elkaar slóeg-en ze een
nauwe straat in,/ die noordwaarts naar de
markt liep. Maar hier hield Tycho Brahe toch
even, stil en keek den ouden man eens aan,
want hem scheen het totaal onverschillig,
waar hij heenging.
„Zeg mij eens even goed, Meester, waar
u verlangt, dat ik u zal brengen?" vroeg
Tycho Brahe. „Ergens moet u toch wonen
amendement om den crisisrechter niet alleen
over de wettigheid, maar ook over de billijk
heid en behoorlijkheid van administratieve
maatregelen te doen oordeelen.
De heer Kooien beval de aanneming aan
van een amendement der commissie van rap
porteurs om naast onwettigheid, het niet
bestaan van feitelijke omstandigheden en mis
bruik van macht te noemen als redenen van
beroep op den rechter.
De heer D r e s s e 1 h u ij s verdedigde na
der een sub-amendement om in het amende
ment der commissie van rapporteurs „mis
bruik van macht" te omschrijven door het ken
nelijk een ander gebruik maken van bevoegd
heid dan tot de doeleinden waarvoor de be
voegdheid is gegeven.
Minister Ort had ernstig bezwaar
tegen het amendement-Limbur0 Hij ver
klaarde 't onaannemelijk evenals dat van den
heer Rutgers, hetwelk dezelfde beteekenis heeft
als dat van den heer Limburg. Hij; nam het
amendement der commissie van rapporteurs,
waarin het sub-am-endement-Dresselhuijs is
opgenomen, over, evenals dat van den heer
Rink, waardoor ook de vaststelling van scha
deloosstelling onder de crisis-rechtspraak
komt.
De heer Rutgers verdedigde een nader
amendement.
Het amendement-Limburg werd verworpen
met 42 tegen 10 stemmen, waarna de heer
Rutgers zijn amendement introk en het ont
werp z. h. st. werd aangenomen.
De heer Van Beresteijn kwam op te
gen het streven van de commissie van rappor
teurs om de bevoegdheid van den minister te
beperken. Hij wildé de waarborgen van de
belangen van het publiek meer zoeken in de
rechtspraak.
De heer Juten betoogde dat de minister
geen rekening houdt met de praktijk en 1 met
verschil tusschen stad en platteland.
Spr. vroeg of de minister voornemens is
om den. boeren een deel van den oogst voor
eigen gebruik te laten. Hij gevoelde niet veel
lust om voor het ontwerp te stemmen
De heer Van Rappard betreurde, dat
al -weer meer dwangmaatregelen tegenover
den landbouw zullen worden' genomen en ge
looft niet, dat de voedselproductie daardoor
zal worden gebaat.
Dë heer L o h m an achtte beperking van de
z. i. grenzelooze bevoegdheden des ministers
noodzakelijk. Spr. beval daarom aanneming
aan van de amendementen der commissie vaa
rapporteurs.
De heer DeWijkerslooth meende, dat
het ontwerp handel, landbouw, nijverheid en
verkeer aan handen en voeten gebonden aan
den Minister zal overleveren.
De heer Gerretson betoogde, dat de
regeering zelf streng had moeten optreden
tegen misbruiken' van de administratie en
klaagde "over uitschakeling dér grossiers bij
de distributie.
De heer Van der Molen deelde mede
dat in Maart 1917 te Rotterdam werden op
geslagen 260.000 K.G. erwten en boonen
waarnaar, ondanks de herhaalde waarschu
wing door B. en W van Rotterdam, niemand
van regeeringswege omzag tot in April LI.
toen het grootste deel bedorven bleek. Spr.
vraagt zich daarom af, of -dan de regeering,
die haar organen zoo weinig in haar maent
heeft, nog wel verdere bevoegdheden mogen
worden gegeven'. Spr. zou in geen geval voor
het ontwerp kunnen stemmen, zelfs niet als
de voorstellen der Commissie van Rapporteurs
worden aangenomen.
De heer S a n n e a betoogde dat op grond
van fouten, door de Regeering begaan, de
Kamer haar steun n»et mag onthouden aan
maatregelen tegen kettinghandel, prijsopdrij
ving enz. en ter bevordering van voedselvoor
ziening.
E>e neer Teenstra vertrouwde op het be
leid en het gezond verstand van de Regeering
bij toepassing van de wet en was daarom be
reid aan de totstandkoming der wet mede te
werken, al acht hij het noodig, dat de Minis-
en ik zou u zoo graag goed en yel thuis
weten, eer ik mij ter ruste begeef. Er loopt
van allerlei volk bij den weg, en 't is hier
zoo donker, als in een uilennest. Daarom
lijkt 't mij maar het beste, dat we zoo gauw
mogelijk een dak boven, ons hoofd krijgen.
Verstaat u wat'ik zeg? )Vaar ligt uw wo
ning?"
„Ik woon nergens en overal," antwoord
de Meester Leovitius en zijn brein scheen
hoe langer hoe meer beneveld te worden.
„Een wijze heeft geen woning noodig."
„Nu, gaat u dan maar met mij mee, dan
zal ik wel zien, dat u onder dak komt, tot
het weer licht wordt."
Ze gingen door nauwe, bochtige straten
naar het noordelijke deel van de stad, waar
Tycho Brahe zijn intrek had genomen in een
herberg voor reizigers. Overal was het licht
uit en het huis al gesloten, zoodat ze gerui-
men tijd wachten moesten, eer een van de
bedienden hen open deed. Maar, eer zij nog
de trap op waren, die naar de tweede verdie
ping voerde, - waar Brahe zijn kamer had,
werd de stilte verbroken door een jeugdige,
krachtige mannenstem, die een lustig lied
begon te zingen, wat op zeer vaardige wij
ze begeleid werd op cither of fluit.
„Wie is daar nog zoo vroolijk op dit late
uur?" vroeg Tycho Brahe, terwijl hij Mees
ter Leovitius vóór liet gaan het vertrek bin
nen.
(Wordt vervolgd).