DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Tyhco Brahe Ne. 131 Honderd en twinstigste Jaargang 1918 Y RIJI) A G 7 JUNI. De strijd in en buiten Europa. FEUILLETON. Buitenland. Staten Generaal. Ahoiuunieutsprlls bij voornltbetallng p. 3 maanden f 1.65, fr. p. post 11.90. Beviisnnmmers 5 ct. Advertentieprijs 15 et. p. regel, grootere letters naar plaatsruimte. Br, Ir. N.V. Boek- eu Handelsdrukkerij Herms.Coster dl Zn., Voordam C 9, Tel. 3. Er is voor heden van het front tusschen Noyon en Reims niets van beteekenis te mel den. Het breed opgezette Duitsche offensief is geslonken tot kleine plaatselijke gevechten, die geen beduidende veranderingen in de frontlijn meer ten gevolge hebben. De Duitschers melden slechts, dat ten W. van Pontoise ten N. van de Aisne en in het Savièresgebied plaatselijke krijgsbedrijven hen in het bezit van vijandelijke aardwerken' en loopgraven stelden. Zooals gewoonlijk wanneer geen1 actie van beteekenis gemeld kan worden, wordt het communiqué aangevuld met een opsomming van het aantal gevangenen en buitgemaakt oorlogsmateriaal over een bepaald tijdvak. Sedert 27 Mei zeggen de Duitschers be droeg de buit aan het slagfront ruim 55000 gevangenen, 650 kanonnen en ruim 2000 machinegeweren. Hoevele Duitschers sedert 27 Mei bij de verwoede gevechten het ,oven lieten verme'dt het communiqué evenwel niet. Het officieele Londensche communiqué be spreekt slechts plaatselijke overrompelingen. De correspondent van de Daily Chronicle bij het Fransche leger seint aan zijn blad eenige beschouwingen, die de telegramkosten eigenlijk niet waard zijn. Want wat hij te vertellen "heeft, is zoo van zelf sprekend, dat zijn landgenooten er niet veel wijzer door zullen worden. Men behoeft nu juist niet als Britsch cor respondent aan het Fransche front te vertoe ven om te kunnen mededeelen, dat generaal Foch in een lastig parket verkeerde. Dat wis ten wij, en ook, dat de mogelijkheid bestond, dat de Duitschers een ander deel van het front zouden aantasten als dit door troepen- zending 'naar de streek tusschen Soissons en Reims te zeer verzwakt werd. De corresponlent deelt mede, dat het front niet verbroken is, wat evenmin een sensatio neel nieuwtje kan genoemd worden. Maar het toppunt van onbelangrijkheid in deze tele- giammen van het slagveld is wel de mededee- ling dat de volgende groote slag op hetzelfde terrein kan vallen, óf, zegt de correspondent aan de Oise, of aan de Somme, öf in Vlaan deren. Die voorspellingen hebben in allen gévalle deze waarde, dat zij altijd uitkomen. Want wanneer men vrijwel het geheele Westelijk front als plaats voor het volgende offensief aanduidt loopt men geen kans om later voor een onbetrouwbare profeet gehou den te worden. Wij hebben eens iemand gekend, die als hem een weervoorspelling gevraagd' werd heel bedachtzaam naar de lucht keek en ten slotte als zijn meening te kennen gaf, dat het wel droog zou blijven, maar hij voegde er al tijd veelbeteekenend aan toe, dat het ook wel mogelijk was, dat het zou £aan regenen. De man had altijd gelijk en zoo zal ook de correspondent van de Daiiy Chronicle bin nenkort met voldoening aan zijn blad kunnen seinen, dat zijn voorspellingen uitgekomen zijn, daar öf tusschen Soissons en Reims, öf aan de Oise, öf aan de Somme, öf in Vlaan deren een. nieuwe Duitsche aanval is losge komen. Roman uit het laatst der 16e eeuw, ïaar het Deensch van VILHELM OSTEROAARD. 19) Bij het zien van al die menschen en van al het licht had er een plotselinge verandering plaats met Meester Leovitius. Hij richtte zijn lange, slanke gestalte op, sloeg den mantel om zich heen en keek«rond: „Mijn geleerde vrienden en broeders," sprak hij op plechtigen toon, „ik heb u grooter din gen te melden, dan ooit te voren: Gij goede burgers kunt gerust thuis blijven bij uw vrou wen en kinderen; gij kunstenaars, in uw werkplaats, en gij vreemden, kunt terugkee- ren, vanwaar gij gekomen zijt. Want Zijn Genade, de jonge troonopvolger, wordt niet in den Dom van Regensburg gekroond op Allerheiligendag, den eersten November. Er komt niets van een feestmaal of tournooi en geen tooneelspel wordt er opgevoerd door de studenten. De adellijke heeren en hun echtgenooten kunnen weer naar huis gaan en iedere burgerman kan zijn slaapmuts over het hoofd trekken. De kroning gaat niet door, betuig ik u Een luid schaterlachen volgde op de uit spraak; met een glimlach op de lippen keek Meester Leovitius om zich heen, of hij daar mee zijn ingenomenheid wilde betuigen, dai Het is voor de Geallieerdiw; al lew maar jammer, dat zij geen deskundige proven- hebben, die met eenige zekerheid eer» nieuw offensief op een nauwkeuriger aangeduid punt van het gevechtsfropt kuE&sa voor spel ien, Zoo lang over de planner., der Dmitsche le gerleiding geen meerdere bijzonderheden be kend zijn, blijft het aan geallieerde zijde bij een afwachten en waakzaam zijn langs hef geheele front. f Want de slag tusschen' Soissons en Reims heeft nu wel bewezen, dat de vijand onver wachts een hevige «don* Nv 'f strengen op 1" plaatsen waar men die het allerlaatste zon verwachten. Zal generaal Foch in dezen tijd van be trekkelijke stilte het initiatief tot een tegen aanval nemen, zal hij trachten vanuit de steunpunen bij Soissons en Reims den deuk in het Fransche front dicht te knijpen om de zich daarin be-indendo Duitsche divisies tof overgave te dw'rge" 0 Het -'et er-neg a'. msx t, en waar ooi Clemenreau er in d" Kampt. d°". nadruk op gelegd heeft, dat de Franschen thans één tegen "ij* strij-isa is U.' ziet ie verwachten dat de legerleiding der Geal Teerden, de be trekkelijk geringe reserve-troepen zonder noodzaak aan het mitrailleurvuur der Duit sche machinegeweren zal blootstellen. Enkele bijzonderheden uit de laatste tele grammen van het slagveld mogen hier nog volgen. Het Berlijnsche officieele avond-communi qué meldt slechts plaatselijke gevechten ten N.-W. van Chateau-Thierry en aan de Aidre Uit Parijs wordt gemeld, dat de Fran- schen ten O. van Sempigny vijandelijke troe pen over de Oise terugdrongen en ten N. van de Aisne hun stellingen ten N. en ten O. van Haut-Braye aanmerkelijk verbeterden. Ten W. van Longpont zijn de Franschen met hun aanvalswagens gevorderd en tus schen Ourcq en Mame stelde een aanval van Fransch-Amerikaansche troepen hen in sta&t hun linie voruit te schuiven in de streek van Veuilly-la-Doterie en Bussiares. De Duitschers namen het dorp Bligny. Overigens vermeldt Het Fransche communi qué slechts gevechten van ondergeschikte be teekenis. Nog steeds verkeert men dus op het ge vechtsterrein in een periode van stilte. Wat wel de stilte is, die een nieuwen, ge weldigen storm vooral zal gaan. In de Vereenigde Staten is men ten zeerste verontrust door de ontdekking, dat er eenige Duitsche duikbooten aan de Amerikaansche kust aan het torpedeeren van schepen zijn ge gaan. Deze booten zijn daar natuurlijk om voor namelijk te trachten het transport van Ame rikaansche troepen te belemmeren en hoewel in de Amerikaansche pers de meening tot uiting komt, dat het hier een wanhoopsdaad van Duitschland geldt en men zich daarover verblijdt omdat, zooals de New York Times zegt, de Duitschers daardoor de oorlogs zuchtigheid in iedere Amerikaansche borst aanwakkeren om dé warmte der vaderlands liefde tot kookhitte op te voeren, hlijkt toch hij zich zoozeer het voorwerp van de alge- meene vroolijkheid voelde. En, toen alles weer tot rust was gekomen, vroeg een van de burgers, die de grap nog niet gauw wil de opgeven;: „Maar hoe weet u dat allemaal zoo, Meester Cyprian us? Wie heeft u gezegd, dat er niets komt van de kroning?" „Dat heeft niemand mij gezegd," luidde het antwoord. „Maar jullie vat toch ook wel, vrienden-lief, dat een doode prins niet kan gekroond worden? En. de prins zal sterven, wan Maar nu sloeg de stemming opeens om, want, zooals de man zich op het laatst uit liet, ging het iets van hoogverraad krijgen. De jonge studenten en kunstenaars lachten nog wel, maar de meer bezadigde burgers riepen luidde: „Laat die gekke goudmaker toch den mond1 houden! Hij brengt ons in moeilijkheden en de herberg in een kwaden reuk, door zulke bespotelijke dingen te zeg gen Ook de waard was ijlings toegeloopen, met de éérlijke bedoeling, om Meester Leovi tius de deur uit te gooien. Maar inmiddels was Tycho Brahe opgestaan en zóó vlug trad hij op de joelende menigte toe, dat hij den herbergier nog voor kwam. „Wacht eens even, vriendlief," zei hij, „ik zou met graag zien, dat jullie geweld ge bruikte tegenover dezen man, want ik heb hem in zijn goede dagen gekend. Het schijnt, dat hij nu niet meer bij zijn verstand is, maar dan kunnen zijn beweringen toch ook niemand meer krengen. Als jullie het goed wel duidelijk, dat men over de actie dezer gevaarlijke onderzeeërs niet erg gerust is. Trouwens, zij blijken al menig vaartuig in de nabijheid der kust getorpedeerd te hebben, al worden eerst nu de bijzonderheden daar over medegedeeld. Uit New York wordt geseind, dat sedert 25 Mei 15 Aiflerjkaansche schepen voor de Noord Oostkust in den grond geboord zijn. Uit verschillende verhalen over deze torpe deeringen, blijkt, dat meer dan 350 per sonen vermist worden, en dift de betrokken duikbooten niet minder dan 200 voet lang en blijkbaar van de nieuwste constructie zouden zijn. Aan de kust van de Atlantische oceaan schijnen deze duikbooten mijnen gelegd te hebben en de Amerikaansche regeering heeft onmiddellijk zeestrijdkrachten langs de ge heele kust tot afwering dezer vijandelijke be dreiging gezonden. De minister van marine zou reeds te ken nen gegeven hebben, dat de verdediging van de Atlantische kust volkomen voldoende is en dat het niet noodig is schepen uit de oorlogs zone terug te roepen om met de duikbooten af te rekenen. In Amerika is men voornamelijk geschokt door de torpedeering van de Carolina, het grootste stoomschip van de Porte Rico lijn, dat 125 mijl ten Z.-W. van Sandy Hook werd aangevallen. Van de pasagiers kwamen er 58 in de gol ven om en dezelfde treurige tooneelen als des tijds bij de torpedeering van andere groote passagiersschepen schijnen zich hier afge-, speeld te hebben. Onwillekeurig vraagt men zich af of het oorlogsnoo-dzaak kan genoemd worden de opvarenden van passagiersschepen waaronder vrouwen en kinderen zoo onmeedoogend in den dood te jagen. De geschiedenis der laatste jaren heeft nu de Duitschers toch ook wel geleerd, dat een dergelijke actie geen voordeel maar wel na deel brengt. Want tegenover het vernietigen van een enkel passagierschip staat 't groeien van den haat tegen den aanvaller en het nemen van doeltreffender maatregelen om hem tot machteloosheid te dwingen. Vele overlevenden' van in den grond ge boorde schepen vertelden, dat zij aan boord van een der beide duikbooten' verscheidene dagen gevangen werden gehouden. De kapi tein van de verloren gegane Etna schat deze duikbooten op 300 voet lengte mqt een beman ning van niet minder dan 76 koppen en twee kanonnen van 15 c. M. Een particulier telegram uit New York deelt met eenige verwondering mede, dat de duikbootkapitein bijzonder menschlievend was, in zooverre dan bij de actie van duikbootkapi teins nog van menschlievendheid' gesproken kan worden. Want die menschlievendheid heeft zich dan nu slechts getoond in het niet beschieten der reddingsbooten, het gelegen heid geven aan de bemanningen der getorpe deerde schepen om te ontkorpen of het aan boord nemen dezer bemanningen tot zij door een voorbijvarend schip opgenomen konden worden. Inmiddels heeft men in Amerika den schrik beet -gekregen. Er is bevel gegeven om in de kustplaatsen de lichten te dooven évenals de vindt, zou ik wel graag een paar woorden tot. hem spreken 1" De burgers trokken zich wat terug uit- beleefdheia voqr, den vreemden edelman en Tycho Brahe stond nu van aangezicht tot. aangezicht tegenover zijn vroegeren vriend en leermeester. Hij legde hem de handen op de schouders en vroeg: „Kent u mij nog, Meester?" Verschrikt door de booze woorden van de opgewonden menigte, stond Meester Leovi tius daar weer ineengedoken in zijn mantel; maar, toen hij Tycho Brahe's stem1 hoorde, richtte hij zich op. Eerst staarde hij den spre ker verwonderd aan, maar toen scheen zijn geheugen toch ook weer te ontwaken.' Hij streek de haarlokken van zijn voorhoofd, zoo dat een donkerrood litteeken nu weer zicht baar werd en tegelijkertijd verspreidde zich een glimlach over zijn vermagerd gelaat. „Zou ik je niet herkennen, mijn waarde leerling?" mompelde hij. „Jij was het, die geen goud wilde zoeken, maar sterren; want de sterren doen niemand kwaad!Ik heb goud gezocht, in den heeten smeltkroes, maar de duivel had zich daarin verscholen en zoo sprong het ding in duizend stukken Ziet gij, Jonker Tycho, hij wees op de roo- de schram op zijn voorhoofd hier sprong die op en nu kan ik enkel nog jnaar aan goud en nog ëens goud denken Sommigen hou den mij voor gek, maar dat is, omdat ik knap per ben, dan andere menschen Ik zal nog door sluipmoord aan mijn einde komen, om dat ze mij mijn verstand misgunnenMaar dit is alles slechts een geheim, dat ik u wel groote lichtreclames van Broodway. Men is namelijk in New York batig voor Duitsche vliegmachines, waarvan er enkele wellicht als verrassing in de geheimzinnige duikbooten konden meegenomen zijn. Inmiddels wordt nadrukkelijk verklaard, dat het Duitschland niet gelukken zal de troe pentransporten naar Europa te belemmeren. De gebeurtenissen der eerstvolgende weken zullen waarschijnlijk wel bewijzen of deze verklaring al dan niet eenige waarde is toe te kennen. 'Voor ons, neutralen kan de duikbootactie aan de Amerikaansche kust wellicht onaan gename gevolgen hebben. Reeds is de haven van New York met het oog op het duikbootengevaar gesloten, juist nu er eepige Hollandsche schepen naar die haven onderweg zijn en onze graanvoorzie- ning van daaruit geregeld zou worden-. De Texel, een der door de Amerikanen in beslag genomen Hollandsche schepen is ge torpedeerd, de Zaanland 'is dezer dagen ge zonken en de waarschijnlijkheid is groot, dat wij zeer weinig van onze in beslag genomen tonnenmaat na den oorlog ongeschonnen uit Amerikaansche handen terug zullen ontvan gen. KORTE BERICHTEN. Tot den diplomatieken vertegenwoordi ger van Engeland te Petrograd is een protest gericht wegens.de inlijving van Russische on derdanen bij het Britsche leger. De Amerikaansche douanebeambten heb ben een complot ontdekt, ten doel hebbende de kroonjuweelen. der Romanofs, welke op 2 millioen dollars geschat worden, de Vereenig de Staten binnen te smokkelen. Agenten heb ben eenige juweel-en reeds opgespoord, terwijl zij andere op het spoor zijn. Twee passagiers, die onlangs op een Deen- sche boot aankwamen, zijn gearresteerd, ver dacht van medeplichtigheid. Zij zijn tegen borgstelling van 10.000 dollars elk vqorloo- pig weder op vrije voeten gesteld. 'De raad voor de scheepvaart deelt me de, dat er in Amerika sinds September 170 schepen zijn afgeleverd, met een totaal van 1.112.897 ton. De laatste zes dagen van Mei werden er alleen 82.760 ton afgeleverd. Cijfers- zijn verstrekt over het aantal schepen, dat gedurende de maand Mei in Engeland gebouwd is. De totale seheeps- ruimte bedraagt 197.274 ton, een- vooruitgang van 85,741 ton vergeleken met April 1918 en een record-cijfer boven alle maanden in het afgeloopen jaar. De totale aanbouw in 12 maanden tot 31 Mei 1918 bedroeg 1.406.838 bruto ton; het cijfer voor hetzelfde tijdvak tot 30 April 1918 was 1„279,337 ton. Reuters parlementaire correspondent zegt dat volgens hetgeen in de Wandelgan- ;en wordt meegedeeld, Lloyd Oeorge vol ver- rouwen uit Frankrijk is teruggekeerd. Tijdens blijf aldaar hi Sönnino, Foch en Clemenceau. zijn verblijf aldaar had hij besprekingen met Tisza en Weker ie bespraken in het Hoh- gaarsche huis van afgevaardigde het nieuwe bondgenootschap met Duitschland. Een Wolff-telegram spreekt de berichten van Entente-zijde tegen, dat de Duitschers op Sacramentsdag Parijs zouden hebben be schoten. De Franschen vieren dien dag nl. m niet op 1 Juni, maar op den daaropvolgen- den Zondag, die dit jaar op 2 Juni viel, en dien dag heeft het Duitson gezwegen. >- ie bombardement TWEEDE KAMER. De heer Limburg verdedigde bij de be handeling der cri8isreclitspraak een nader toevertrouw 1" Uügeput zweeg hij. Alle glans uit zijn oogeh was verdwenen. Tycho Brahe schudde mismoedig het hoofd. Hie speet hem, dezen man, dien hij toch zoo veel beter had gekend, nu zoo beneveld van geestvermogens te zien door de teleurstelling, die hij ondervond bij zijn werk. Hij wendde zich nu tot de gasten in de her berg en vroeg, of een van hen ook wist, waar Meester Leovitus woonde; hij wilde dan uit oude vriendschap, den armen man naar huis brengen. Maar geen van hen wist iets naders van den meester. Hij kwam dikwijls in de her berg van Sivert Korts en de andere bezoekers hadden dan nogal eens pret met hemmaar het was nooit een van allen ingevallen, om een eind met hem samen te gaan. „Dan zal ik het toch eens probeeren," zei Tycho Brahe. „Hij is te krank van zinnen, dat wij hem zijn eigen weg laten gaan. Ik zeg u wel dank voor den avond, mijn goede en geleerde vrienden! We zullen nog wel eens gelegenheid krijgen om een kroes bier met elkaar te drinken, eer ik de stad verlaat." Tycho Brahe nam Lovitus' hand en leidde hem uit de herberg. De goudmaker ging ge willig mee, en naast elkaar slóeg-en ze een nauwe straat in,/ die noordwaarts naar de markt liep. Maar hier hield Tycho Brahe toch even, stil en keek den ouden man eens aan, want hem scheen het totaal onverschillig, waar hij heenging. „Zeg mij eens even goed, Meester, waar u verlangt, dat ik u zal brengen?" vroeg Tycho Brahe. „Ergens moet u toch wonen amendement om den crisisrechter niet alleen over de wettigheid, maar ook over de billijk heid en behoorlijkheid van administratieve maatregelen te doen oordeelen. De heer Kooien beval de aanneming aan van een amendement der commissie van rap porteurs om naast onwettigheid, het niet bestaan van feitelijke omstandigheden en mis bruik van macht te noemen als redenen van beroep op den rechter. De heer D r e s s e 1 h u ij s verdedigde na der een sub-amendement om in het amende ment der commissie van rapporteurs „mis bruik van macht" te omschrijven door het ken nelijk een ander gebruik maken van bevoegd heid dan tot de doeleinden waarvoor de be voegdheid is gegeven. Minister Ort had ernstig bezwaar tegen het amendement-Limbur0 Hij ver klaarde 't onaannemelijk evenals dat van den heer Rutgers, hetwelk dezelfde beteekenis heeft als dat van den heer Limburg. Hij; nam het amendement der commissie van rapporteurs, waarin het sub-am-endement-Dresselhuijs is opgenomen, over, evenals dat van den heer Rink, waardoor ook de vaststelling van scha deloosstelling onder de crisis-rechtspraak komt. De heer Rutgers verdedigde een nader amendement. Het amendement-Limburg werd verworpen met 42 tegen 10 stemmen, waarna de heer Rutgers zijn amendement introk en het ont werp z. h. st. werd aangenomen. De heer Van Beresteijn kwam op te gen het streven van de commissie van rappor teurs om de bevoegdheid van den minister te beperken. Hij wildé de waarborgen van de belangen van het publiek meer zoeken in de rechtspraak. De heer Juten betoogde dat de minister geen rekening houdt met de praktijk en 1 met verschil tusschen stad en platteland. Spr. vroeg of de minister voornemens is om den. boeren een deel van den oogst voor eigen gebruik te laten. Hij gevoelde niet veel lust om voor het ontwerp te stemmen De heer Van Rappard betreurde, dat al -weer meer dwangmaatregelen tegenover den landbouw zullen worden' genomen en ge looft niet, dat de voedselproductie daardoor zal worden gebaat. Dë heer L o h m an achtte beperking van de z. i. grenzelooze bevoegdheden des ministers noodzakelijk. Spr. beval daarom aanneming aan van de amendementen der commissie vaa rapporteurs. De heer DeWijkerslooth meende, dat het ontwerp handel, landbouw, nijverheid en verkeer aan handen en voeten gebonden aan den Minister zal overleveren. De heer Gerretson betoogde, dat de regeering zelf streng had moeten optreden tegen misbruiken' van de administratie en klaagde "over uitschakeling dér grossiers bij de distributie. De heer Van der Molen deelde mede dat in Maart 1917 te Rotterdam werden op geslagen 260.000 K.G. erwten en boonen waarnaar, ondanks de herhaalde waarschu wing door B. en W van Rotterdam, niemand van regeeringswege omzag tot in April LI. toen het grootste deel bedorven bleek. Spr. vraagt zich daarom af, of -dan de regeering, die haar organen zoo weinig in haar maent heeft, nog wel verdere bevoegdheden mogen worden gegeven'. Spr. zou in geen geval voor het ontwerp kunnen stemmen, zelfs niet als de voorstellen der Commissie van Rapporteurs worden aangenomen. De heer S a n n e a betoogde dat op grond van fouten, door de Regeering begaan, de Kamer haar steun n»et mag onthouden aan maatregelen tegen kettinghandel, prijsopdrij ving enz. en ter bevordering van voedselvoor ziening. E>e neer Teenstra vertrouwde op het be leid en het gezond verstand van de Regeering bij toepassing van de wet en was daarom be reid aan de totstandkoming der wet mede te werken, al acht hij het noodig, dat de Minis- en ik zou u zoo graag goed en yel thuis weten, eer ik mij ter ruste begeef. Er loopt van allerlei volk bij den weg, en 't is hier zoo donker, als in een uilennest. Daarom lijkt 't mij maar het beste, dat we zoo gauw mogelijk een dak boven, ons hoofd krijgen. Verstaat u wat'ik zeg? )Vaar ligt uw wo ning?" „Ik woon nergens en overal," antwoord de Meester Leovitius en zijn brein scheen hoe langer hoe meer beneveld te worden. „Een wijze heeft geen woning noodig." „Nu, gaat u dan maar met mij mee, dan zal ik wel zien, dat u onder dak komt, tot het weer licht wordt." Ze gingen door nauwe, bochtige straten naar het noordelijke deel van de stad, waar Tycho Brahe zijn intrek had genomen in een herberg voor reizigers. Overal was het licht uit en het huis al gesloten, zoodat ze gerui- men tijd wachten moesten, eer een van de bedienden hen open deed. Maar, eer zij nog de trap op waren, die naar de tweede verdie ping voerde, - waar Brahe zijn kamer had, werd de stilte verbroken door een jeugdige, krachtige mannenstem, die een lustig lied begon te zingen, wat op zeer vaardige wij ze begeleid werd op cither of fluit. „Wie is daar nog zoo vroolijk op dit late uur?" vroeg Tycho Brahe, terwijl hij Mees ter Leovitius vóór liet gaan het vertrek bin nen. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1918 | | pagina 1