Danirubriek. F K I ILL KT ON. Tycho Brahe Honderd en Twinstigste Jaargang. Zaterdag 29 Juni. Stemming Tweede Kamer- der S tuten-Generaal. Mededselmgen laa liet Distfihytieliedriil. Yeryoerbewijzen Yoor Bokken, Ge'ten en Varkens. Omrekeningsciifer tooi Roggebons. Stadsnieuws. re De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR brengt hiermede ter algemeene kennis, dat de stemming ter benoeming der leden van de Tweede Kamer der Staten-Gene- raal zal plaats hebben op WOENSDAG 3 JULI a.s., van des voormiddags ACHT tot des namiddags VIJiF uur. Artikel 128 van het Wetboek van Straf recht luidt: ,.Hij die zich opzettelijk voor een ander uit gevende, aan eene krachtens wettelijk voor schrift uitgeschreven verkiezing deelneemt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar." Ieder, die volgens de kiezerslijst bevoegd is tot de keuze mede te Werken, is verplicht zich binnen den voor de stemming bepaalden tijd ter uitoefening van zijn kiesrecht aan te mel den bij het stembureau in het voor hem op de kiezerslijst aangewezen stemdislrict, behalve bij het bestaan van eene geldige reden van verhindering; overtreding wordt gestraft met berisping of met geldboete van ten hoogste drie gulden, terwijl bij recidive geldboete van ten noo, tien gulden kan opgelegd worden. Alkmaar, 29 Juni 1918. De Burgemeester voornoemd, G. RIPPING. Burgemeester en Wethouders van ALK MAAR brengen ter algemeene kennis, dat in deze gemeente tot nadere aankondiging, een rijwiel waarmede over een weg wordt gereden en een rij of voertuig, geen motorrijtuig of rijwiel zijnde, dat zich op een kunstweg be vindt, in de bij de Wet bepaalde gevallen, niet behoeft voorzien te zijn van minstens één lantaarn, die voorwaarts een helder wit licht uitstraalt, met dien verstande: a. dat de bestuurders van motorrijtuigen m rijwielen en van rij- of voertuigen, geen motorrijtuigen of rijwielen zijnde, ver plicht zijn zooveel mogelijk de rechterzij de en slechts voor het uitwijken bij het inhalen van motorrijtuigen, rijwielen, andere rij- of voertuigen, rij- of trekdie ren em ander vee, de linkerzijde van den weg te houden.; b. dat bestuurders vin rij- of voertuigen, geen motorrijtuig of rijwiel zijnde, ver plicht zijn zorg te dragen, dat hun rij- of trekdieren voofzien zijn van luidklinken- de bellen. Burgemeester en1 Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. Alkmaar, 27 Juni 1918. GEVONDEN VOORWERPEN. Een band van een sportkar, een ring met sleutels, een hond, een poppenwieg met toe- behooren, 5 portemonnaies met eemig geld, een schop, een rozenkrans, twee mesjes, twee legitimatiekaarten, een ketting met slot. een horloge, een vulpen, een lorgnet in etui, een hoed, een pet, eenige zilverbons, een zijden kwastje en eenige Rijkspost-spaarbankzegels. Alkmaar, 27 Juni 1918 De f.g. Commissaris van Politie, J. H. G. VAN DEN BERG. De Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel maakt bekend, dat vervoerbewijzen voor bokken, geiten en varkens verkrijgbaar zijn aan de bijkantoren voor het Rijkskantoor voor Vee en Paarden en tevens op de weke- lijksche veemarkten bij den aldaar aanwezig zijnden administrateur van genoemd Rijks kantoor; De kosten dezer vervoerbewijzen bedragen 0.25 per dier, bij vooruitbetaling te voldoen aan genoemd Rijkskantoor of de bijkantoren. Het bijkantoor voor de provincie Noord- Holland is gevestigd te Alkmaar, de heer R. Kaan, Langestraat 85. De aanvragers worden verzocht, eene dui delijke omschrijving te verstrekken betreffen de soort van 't dier en doel van het vervoer, alsmede den juisten naam van den leverancier en van den ontvanger der dieren op te ge ven. Na afloop van den geldigheidsduur moet het vervoerbewijs worden teruggezon den aan het bijkantoor in de provincie, waar dit is afgegeven. Zoolang deze inlevering .R"»rMu i;>t het laatst der 16e eeuw, naar het Dernsch van VILHELM OSTERGAARD. „Laten we er met Meester Gemperlin eens over praten. Die weet altijd raad en, als het dan tóch aan den Jonker gezegd moet worden, dan kan hij 't nog het bestel" „Waar is Meester,Gemperlin? Waarom is hij óók niet hier een beetje beneden geko men, zooals hij anders altijd doet?" „Hij is bezig met een nieuw, groot doek, en, als hij eenmaal begonnen is,, dan \teet h van geen uitscheiden.' „Ga jij nu naar hem toe. Peter Femlose, en vertel hem het avontuur." Peter zou dadelijk maar gevolg geven aan dien wenk, daar hij liever geen enkele gele genheid voorbij liet gaan, om een praatje te maken met den vroolijken kunstinaar. En. samen met een paar andere studenten, ging hij naar het hoofdgebouw, om Meester Gemperlin op te zoeken, terwijl de anderen een wandelingetje gingen maken de wallen langs, vanwaar ze het beste den zonsonder gang konden waarnemen over de kust van Seeland. In een kajner op de benedenverdieping, waarvan de vensters op het Zuid-Westen la gen, stond Meester Gemperlin met zijn werk. Hij was niet bijzonder veranderd in de jaren die verloopen waren, sinds hij Tycho Brahe naar Denemarken gevolgd was. Zijn gelaat niet is geschied, worden geen nieuwe bewij- zen verstrekt. Aan hen die fraude plegen, worden in het vervolg geen vervoerbewijzen meer verstrekt, onverminderd d« bij de wet geldende strafbe palingen. De Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel heeft goedgevonden te bepalen: dat in zijne beschikking van 5 Sept. 1917 (Staats courant No. 207) moet worden gelezen on der 3: voor 100 K.G. R-bons wordt verstrekt 75 K.G. rogge. Deze bepaling treedt met ingang van 15 Juni 1918 in werking, met dien verstande, dat zij voor het eerst van toepassing zal zijn op de bons der broodkaarten gemerkt 54e tijdvak. Wenken voor Land- en Tuinbouwers. De aardappelziekten kan men indeelen in twee groepen. Tot de eerste groep behooren die ziekten, die gelijkmatig alle planten op bet veld aantasten. Eén van deze ziekten is „de" aardappelziekte, die zich vooral bij warm, vochtig weer gemakkelijk onder de la tere aardapppelen verspreidt. Zij wordt ver oorzaakt door een schimmel, die zich in de bladeren vestigt en aan den onderkant van 't blad te voorschijn komt. Een afdoend voor behoed- en bestrijdingsmiddel is de Bor- deausche pap, vervaardigd van kopervitriool en gebluschte kalk, aangeroerd met water. Door middel van een sproeimachine of pul- verisateur wordt deze vloeistof over de plan ten gespoten. Een gunstige werking wordt alleen verkregen bij zorgvuldige bereiding van de vloeistof en een nauwkeurige be spui ting, liefst voor de ziekte zich vertoond heeft. Wegens haar gemakkelijke bereidings wijze geven sommige landbouwers de voor keur aan Bourgondische pap, bereid uit een mengsel van kopervitriool en soda in de ver houding van 2 1. Deze aardappelziekte tast niet alleen het loof, doch soms ook de knollen aan. Een veld, waarop deze ziekte voorkomt, behoeft voor het winnen van pootgoed niet afgekeurd te worden. Door de ziekte aangetaste aardappelen mogen niet voor poters gebruikt worden. Niet alle aard appelsoorten zijn even vatbaar voor deze ziekte. Door nieuwe soorten uit zaad te win nen, heeft men gemeend, in het bezit te kun nen komen van voor deze ziekte onvatbare variëteiten. De praktijk heeft deze meening niet bevestigd, vele nieuwe soorten, die aan vankelijk niet werden aangetast, bleken na verloop van jaren er niet tegen bestand tezijn Men beweert, dat enkele na te noemen aardap pelziekten, o a. de bladrol- en mozaïekziekte, zelfs de minst vatbare soorten meer gevoelig maken voor „de" aardappelziekte. Voor deze bewering schijnt wel eenige grond te zijn, immers een door bladrol- of mozaïekziekte aangetaste plant is beslist zwakker dan een gezonde en daardoor eerder het slachtoffer van een nieuwen vijand. Verder behooren tot deze groep van ziekten de wratziekte, de veenkoloniale haverziekte en de Hooghalen- sche ziekte. Deze ziekten komen tot dusver al leen in de provinciën Groningen1 en Dren te voor. De beide laatstgenoemde tastten oorspronkelijk alleen de haver aan, maar schijnen het nu ook op onze veenaardappe- len gemunt te hebben. Deze ziekten gaan niet met de poters over, doch worden zeer waar schijnlijk veroorzaakt door nog niet volko men verklaarde bodemprocessen. Bovenge noemde wratziekte verwarre men niet met de verschillende soorten van „schurft", waar van enkele vrij onschadelijk zijn. De wrat- ziekte, met poters uit Amerika geïmporteerd, vormt veel dikkere en önoogelijker knobbels, [n Nd.-Holland behoeft men zich over deze ziekte nog niet ongerust te maken, daar zij, zooals boven gezegd is, alleen, in de pro vincie Groningen voorkomt en men haar tot dat gebied tracht te beperken. Van geheel anderen aard zijn de ziekten, die tot de tweede groep behooren en waar van er enkele dit jaar in bijna ieder met aardappelen beteeld grondstuk voorkomen. Deze ziekten tasten hier en daar op het veld en enkle plant aan. Of zij zijn met de poters in den grond gebracht, of de kiemen kwamen reeds in den grond voor uit jaren, waarin ook aardappelen op dien grond waren ver bouwd. Is dus de ziekte met de poters aan gebracht, dan worden niet alleen de uit deze poters voortgekomen planten ziek, maar de ze besmetten tevens hun buren en den grond, en maken dezen laatste voor de eerstvolgen de jaren ongeschikt voor den verbouw van aardappels. De twee voornaamste dezer ziek ten zijnde bladrolziekte en de mozaïekziekte of het topbont. Bladrolzieke aardappelen vallen direct op ge- zijn was rond en blozend, het haar vol en kroesd en de oogen schitterden door gewone opgewektheid. Het was al een hoogst eigenaardige alle gorische voorstelling, waar hij mee bezig was en die, ingevolge Tycho Brahe's verlan gen, zou aangebracht worden op een qua drant, dat de Jonker had laten vervaardigen in zijn eigen werkplaats, even nadat hij op Hveen gekomen was. De schilderij moest een zinnebeeldige voorstelling beduiden van de verhouding aer wetenschap tot de eeuwi ge en goddelijke waarheid, zooals Tycho Brahe die opvatte, en de geleerde astronoom het met den kunstenaar had afgesproken. Meester Gemperlin had langen tijd aan de schilderij gewerkt en die naderde al bijna haar voltooiing. Hij leunde achterover en beschouwde zijn arbeid met tevreden uit drukking op het gelaat, toen Peter Femlose en zijn kameraden het vertrek binnentraden. „Gunt u zich vandaag heelemaal geen rust?" vroeg de breed-geschouderde student, zoodra hij over den drempel getreden was. „Wij misten u beneden, meester Gemperlin, en zoo dadelijk zult u de avondklok al hoo- ren luiden-. Heeft u tijd, een oogenblikje met ons te praten?" „Het komt mij voor, jongelui", antwoord de Meester Gemperlin op eenigszins verma nenden toon, „dat jullie een gevaarlijke lust tot ledigheid hebt, en, als onze Jonker er niet de tucht onder hield, dan geloof ik, dat je vrij wat meer tijd verpraatte en verlum melde, dan dat je over boeken gebogen zit en zon en sterren waarneemt? Komt maar eens hier en ziet, wat ik voor je geleer den meester ten uitvoer heb gebracht. Dat door hun dwergachtig, gedrongen voorko men. De bladstelen staan steiler omhoog dan die van gezonde planten, de blaadjes vooral de onderste vouwen zich langs de hoofdnerf toe. De kieur der blaadjes is lichtgroen, soms geel met rooden tint langs dé randen. Schudt men een door bladrolziek te aangetaste aardappelplant, dan geven de blaadjes een blikachtig geluid, waardoor men deze planten in sommige streken „ramme laars" noemt. In de Eigenheimers, is de blad rolziekte nog niet waargenomen. Bij1 de even gevaarlijke mozaïekziekte blij ven de planten ook dikwijls klein, maar dat is volstrekt geen regel. De blaadjes der zie ke planten zijn niet égaal groen gekleifrd, maar vertoonen lichter gekleurde plekjes tusschen den normaal groenen tint. Het ver schijnsel Is gemakkelijk te zien, wanneer de bladeren tegen het licht worden gehouden. De ziekte komt meestal het sterkst voor in de bovenste bladen, vandaar -de naam „top bont". Door de veelal gegolfde bladranden maakt de mozaïekzieke aardappelenplant een kroezigen indruk. Deze ziekte wordt op meerdere soorten aangetroffen, heel veel op den Eigenheimer. Men kent tot dusver wel den aard dezer beide ziekten, maar de oorzaak niet. Het is echter wel bewezen, dat knollen, die door deze ziekten zijn aangetast, steeds weer zieke planten geven. Voorts is aangetoond, dat de smetstof zich niet door de lucht wel door den bodem kan verplaatsen. Ook de in de nabijheid staande planten worden aange tast. Men moet dus geen poters nemen van zieke planten doch ook niet van die, welke minder dm 2 M. van een zieke plant ver wijderd' zijn. Bij de keuring van gewassen te velde moeten door bladrol of mozaïekziekte aangetaste velden voor de levering van pootgoed wor den uitgesloten. POLITIEKE REDE VAN DEN HEER J. KORTHALS ALTES. (Vervolg) De heer Cothals Altes maakte de vrouwe lijke debater een complimentje voor haar op treden en de buitengewoon aangename wijze, waarop zij eenige punten in het debat had gebracht. Toch kan spreker haar denkbeelden niet goedkeur-en, Hij had zich zelfs een oogenblik geërgerd toen zij Duitsche- en Hollandsche jongens vergeleken- had. Op gezag van een planter in Deli nam zij- toch aan, dat een Hollandsche jongen den nek niet weet te bui gen. Is dit van beteekenis en kleineert dit de Nederlanders? vroeg spreker. Spreker heeft in DuMsehland gewoond. Hij weet, dat de Duitscher den nek buigt als hij moet afkijken, maar als hij boven hem staat, dan trapt hij zijn patroon (daveren applaus). Spreker is lid van de Provinciale Staten van Noord-Holland voor Edam en daardoor kan hij zich bezig houden met de volksontwikke ling. Hij richtte cursussen voor Land- en Tuinbouw op en constateerde telkens weer, dat bij ons onderwijs theorie en praktijk niet in elkaar grijpen. Spreker constateerde de fout in het Hollandsche onderwijs reeds toen hij de toestanden in Amerika gadesloeg. Praktijk en theorie moeten meer dan tot nu toe samengaan. Het apcet spreker dat men getracht had de Hollandsche ingenieur van zijn voetstuk te halen. Spreker heeft op zijn wereldreis groot respect voor den Holland- schen ingenieur gekregen. Leiden zij thans niet groote bouwkundige werken in China en is professor Krauss niet de adviseur van Chili! Vele havenwerken in Amerika dan ken hun ontstaan aan het technisch kunnen van onze ingenieurs. Nederlanders zrn niet de schutters van de wereld. Wij hebben het intelect om groote werken tot stand te brengen. Onze ingenieurs zijn van groote beteekenis, er zijn onder hen mannen als Krauss en Lely. (Ap plaus). Wat de soberheid van Japan betreft, wan neer dit uitsluitend moet dienen om eén suc- ccsvollen oorlog, te kunnen voeren, zou spr. er geen waarde aan hechten. Maar spreker gaf gaarne toe, dat men niet meer moet schij nen dan men is. Men moet sober blijven. Ja pan zal te gronde gaan als de matigheid haar plaats voor openbare dronkenschap blijft inruimen. Wat dit betreft brengt spre ker gaarne hulde aan de S. D. A. P. Zij heeft in ons land zeer veel voor drankbestrijding gedaan en ook op ander gebied veel goeds tot stand gebracht. Spreker is steeds bereid hulde te brengen aan hen, die goede begin selen tot uitvoering brachten. Wat d-e ouderdomsvoorziening betreft, wenscht de Liberale Unie dit in antwoord tot den heer Derksen geen premiebetaling. Zij wenscht alle bureaucratische rompslomp zal je misschien tot ernstiger gedachten stemmen." De studenten traden wat naderbij het voet stuk, waarop het quadrant geplaatst was, dat de allegorie vertoonde. „Kijkt, dien boom eensAan den rechter kant is hij groen en bladerriik en-groeit er frisch gras aan zijn voet. Maar aan de lin kerzijde zijn de wortels uitgedroogd en de takken dor en bladerloos. En dan moet je verder opletten! Hier, onder het groene deel van den boom, zit een jongeling. Hij draagt een lauwerkrans op het hoofd en in de eene hand houdt hij een opengeslagen boek, in de andere een hemelbol. Maar onder het ver welkte deel van den boom staat een tafel, met een kistje er op vol geld, en verder: kronen, scepters, adellijke wapens, gouden ketenen, edelsteen en, vrouwensieraden, be kers, kaarten- en dobbelsteenenkortom, al datgene, waar gewoonlijk veel priis op ge steld wordt hier op aarde. Maar je ziet ook wel, dat er achter de tafel een geraamte staat, dat zijn knokkelige armen uitsteekt, of het al die heerlijkheid naar zich toe wilde halen..." „En verklaar ons nu eens de nadere betee kenis van uw allegorie, Meester Gemper lin?" „Het is geen beeld van mijn eigen vinding, maar Tycho Brahe heeft het alles bedacht", antwoordde Tobias Gemperlin. „Ik breng het slechts in kleuren. Maar mijn schilderij is nog niet klaar. Boven de beide figuren komt een opschrift te staan, dat luidt als volgt: „Vivimus in genie le, coetera mortis erunt". (Wij leven in den geest; al1 het an dere behoort den dood toe). Het eerste deel te weren en volgens minister Lely. ia het ver schil tusschen het Talma-systeem en het L. U.-systeem dan slechts 4 millioen gulden. De heer Derksen heeft gezegd, dat de S. D. A. P. door andere partijen -nagevolgd wordt en hij zou dit ongetwijfeld gaarne willen, maar hij vergeet, dat de Liberale Unie 12 jaar ouder is dan de S. D. A. P. en in die twaalf jaren al heel wat. sociale denkbeelden had. Wanneer debater geen verschil meer ziet, komt dit doordat S. D. A. P. de ba kens verzette en burgerlijke partij: wordt. En wanneer de S. D. A. P. met de burgerlijke partijen wil samenwerken, zal zij nog heel wat meer water in haar rooden wijn moeten doen. De Liberale Unie durft de consequentie van haar optreden te aanvaarden. Haar ver leden, haar heden en haar toekomst kan elke critiek doorstaan. Spreker eindigde met een krachtige op wekking om te stemmen op lijst No. 1, de lijst der Liberale Unie, de lijst van mannen, die de achting en het vertrouwen der kiezers ten volle waard zijn. (Applaus). Mr. W. C. Bosman bracht den talentvol len spreker met een kort woord dank voor zijn keurige improvisatie. DEMOCRATISEERING DER WEER MACHT. Voor het Verbond tot Democratiseering der Weermacht (kortweg genoemd V. D. W.) sprak gisteravond in de Harmonie mevr. Langeraar van Eijk, van den Haag, candi- daat voor de Tweede Kamer. De voorzitter der afd. Alkmaar leidde de spreekster bij de weinige aanwezigen, meest militairen, in. Mevr. Langeraar van Eijk sprak haren spijt uit over het geringe bezoek en vertelde vervolgens dat van haar geen weldoorwrochte politieke rede is te verwachten, want in de pol'tiek is zij' heelemaal niet thuis. Zij wilde pogen uiteen te zetten hoe onze weermacht is en hoe zij moet zijn. Zij beschouwt de weer macht als een rijkspolitie. Zooals de politie op boosdoeners past en' andermans eigendom beschermt, heeft onze weermacht tot taak ons land te beschermen zij is er niet om te doo- den, alleen ter bescherming van huis en erf tegen vreemde -indringers. Die bescherming ie noodig en gewenscht, al willen dan ook velen niet erkennen het vaderland lief te hebben. Daarna deelde spr mede, hoe het V. D. W. is opgericht op initiatief van mindere militai ren. De datum 23 Febr. zal als een' van histo rische waarde worden beschouwd. Met veel te genstand zal men nog hebben te kampen, maar dat zal niet weerhouden om op den in geslagen weg voort te gaan. Slagen we nu niet, dan een volgenden keer. Over eenige dagen zal het volk zich uit spreken wie in de eerstvolgende jaren ons land zullra regeeren. Er zijn ruim 500 can- didaten voor de Tweede Kamer. Deze groote belangstelling wilde spr. eens nagaan.. Zij herinnerde er aan. dat -de politieke partijen meenen, dat alleen zij1 hebben te beslissen wie in de Kamer zullen komen. Maar het volk spreekt thans ook een' woordje mee, het eer tijds gewillige stemvee is onwillig geworden, voornamelijk uit ontevredenheid over hetgeen de verschillende politieke partijen hebben ge daan en' nagelaten. Onder deze ontevredenen behoort ook het V D. W., omdat de weermacht jarenlang is verwaarloosd, totdat het zoo erg werd, dat de soldaten zich bijna schamen' in zoo'n leger te dienen en het Nederlandsche volk geien waar voor zijn geld heeft. Spr. sprak hierop over de groote onderoffi- cierenvereen-iging, die zooveel deed ter ver heffing harer leden, waaruit zij concludeerde dat die mannen wel konden meespreken 'over ïetgeen er aan de weermacht ontbreekt. De officieren hebben zich voor het grootste deel mannen zonder hart getoond, die de tucht boven- alles stelden, en vandaar het wei nige enthousiasme van het volk voor het leger. De oprichters van het V. D. W. -willen pogen de burgerij een ander idee te geven van het leger, door daar in te voeren die begrippen, die ook in het burgerleven gelden. Zij willen iet leger in één woord democratiseeren, bet geen ook de koningin wil, wier verlangen het immers is dat de soldaat zacht en vaderlijk wordt behandeld. Het V. D. W. wil beter behandeling van den soldaat, betere bezoldiging. Het moet veranderd worden, dat een gehuwd soldaat, als hij een ongeluk krijgt, van den staat geen vergoeding bekomt. Als een jonge man door den militairen dienst zijn burgerlijke be trekking verliest, moet de staat hem daarvoor schadeloos stellen. Als deze en nog meer ver beteringen worden aangebracht, zal het veel beter dienen zijn. En het dien-en in het leger zal noodig zijn, van dit opschrift zal precies boven den auwerden jongeling komen en de rest pen het verwelkte deel van den boom." De studenten luisterden aandachtig. „Maar nu komt nog het moeilijkste", ging Weester Gemperlin vol ijver voort. „Iedereen can wel begrijpen, dat de voorstelling de waarheid beoogt, boe het menschelijk leven eerst waarde krijgt door het voortdurend streven naar ontwikkeling van den geest. Maar er schuilt nog een diepere allegorische >eteekenis in. Want als zoodanig opgevat, heeft de voorstelling enkel betrekking op het tijdelijke. Vergeet echter niet, dat bet bloei ende en het verwelkte deel van den boom vereen igd zijn en tusschen het loof moet nu iets doorschemeren al3 een vingerwijzing van Christus' leven en leer, terwijl bet op schrift boven de heele schilderij luidt: „Vivi mus -in Christe, coctera mortis erunt". (Wij leven in Christus, al het andere hoort den dood toe). Zoo heeft onze goede Jonker Tycho het alles bedacht." .Ik begrijp nog niet", zei Peter Flemlose, dat er zoowaar menschen gevonden wor den, die Tycho Brahe voor een goddeloozen ketter houden, enkel en alleen, omdat hij niet zoo druk ter kerke gaat, als dit algemeen het gebruik is; onder huichelaars en bedriegers natuurlijk net zoo goed! En de eene kwaad sprekerij brengt de andere mee. Wilt u wel gelooven. Meester Gemperlin, dat de boeren tiier op bet eiland den heer Tycho Brahe voor een toovenaar houden, die zich met al- erlei duivelskunsten afgeeft? Ik was juist bij u gekomen, om u te vertellen, wat ik in dit morgenuur beleefd heb. Ik hoorde een paar boeren met elkaar overleggen, hoe ze meende spr., want van een wereldvrede ver wacht zij niet veel. Elke vrede draagt in ziek de kiem voor een nieuwen oorlog. Een volk, dat overwonnen is. zal niet in zijn knecht schap berusten-, maar pogen zich weer op te richten. Daarvoor is echter een goede weer macht noodig, die in waarheid weerbaar ia. Waren wij' dat in 19-14? Neen. Het Neder landsche leger was altijd naar verhouding het duurste van Europa, maar desniettegen staande het slechtste. Door de democratisee ring der weermacht, zooals het V. D. W. zich die voorstelt, zal zij niet meer kosten dan tot dusver, omdat er zooveel onnoodige romp slomp bij -is. Wat het V. D. W. wil, i6 niet toe te vertrou wen aan de politieke partijen, die bij de me nigte het meeste bereiken, als zij maar zso weinig mogelijk voor de weermacht doen. Vervolgens besprak spr. het physieke ge deelte van 't V. D. W. Het streeft niet alleen naar economische en militaire weerbaarheid der natie, doch ook naar hare physieke weer baarheid. H'et V. D. W. wil dit bereiken- door één onderwijs aan rijk en arm te doen ven- strekken, er moet in dat opzicht geen stan- denverschil zijn: de staat moet studiebeurzen verstrekken, opdat zij, die daartoe capacitei ten hebben, verder kunnen komen. De leer plicht moet uitgebreid worden; nauwkeurig toezicht moet er zijn op het verrichten van ar beid door kinderen. Voorts moet veel meer ge daan worden voor de lichamelijke opvoeding; de liefde voor de natuur moet worden aange kweekt; er moeten zweminrichtingen voor de volksklasse worden opgericht. Door weerbaarheidsfeesten' te organiseer» kan de staat veel doen tot verbetering der weermacht. Er kunnen zijn plaatselijke, ge westelijke en nationale feesten, waardoor dan b.v. de kermissen kond-en vervallen. De zorg voor de vrouwelijke jeugd moet zich verder uitstrekken dan tot dusver, nu er voor meisjes uit het volk niets meer gedaan wordt als zij de schooljaren achter den rug hebben. Zij moeten bekwaam gemaakt wor den voor hun verder leven' in de maatschappij, want men- bedenke welhet meisje van hedsa is de moeder van morgen. Voorts bepleitte spr. betere inrichting van de werkplaatsen voor meisjes (ateliers, enz.) verbetering in de opleiding van de opvoeden» der jeugd; staatszorg voor kleeding en voe ding en verpleging van mingegoeden behan deling door specialiteiten- bij ziekte ook voor menschen uit het volk; moederschapszorg door den staatgoede zorg voor de kinderen verbetering van de volkshuisvesting; de nood zakelijkheid van premievrij staatspensioen. Al deze punten werden uitvoerig door spreek ster toegelicht. De uitgaven ervoor zouden ruimschoots hunne renten opbrengen, doordat de gevangenisen, krankzinnigengestichten, enz. veel minder bevolkt zouden- zijn en ds physieke kracht van het volk enorm zou sta gen. Vervolgens betoogde spr. uitvoerig de lodzakelüirheid van meaeregeering door vrouwen. Men diende er echter voor te waken, dat alleen dames worden verkozen; de vrouw uit het volk moet mee aan het bestuur. Een' der aanwezigen wees er op, dat het V. D. W. niet genoeg aansluiting zocht h| de marine-onderofficieren, zulks tot schade van de behartiging van de vlootbelangen ia de Kamer. De spreekster antwoordde, dat samenwer king was gevraagd, maar afgewezen. Uitvoerig zette mevr. Langeraar van Eijk uiteen hoeveel er al is gedaan om de fout» in het leger ter kennis van de autoriteiten te mengen. Samenwerking met de andere mill- tairenbonden zal alsnog worden gezocht os zeker ook wel worden verkregen. De voorzitter bracht de spreekster dank voor hare woorden en voor de vele moeiten; die zij zich in het belang der militairen haa getroost. Met dank voor -de ontvangen oplossing» van ons 500ste probleem- (auteur v. d. Meer) Stand. Zw. 3, 6, 7, 9, 11, 13, 15, 18, 19, 26. W. 16, 20. 22, 24 27, 29, 30, 33, 37. 48. Vraag: Als zwart 1923 speelt maakt wit dam." Hoe? Oplossing. 1. 20—14! 2. 27—21! 3. 33-43! 4. 43:11! Zoo eigenaardig door de keuze van slaan. Goede opl. ontvingen wij van de heeren: 3. de Boer, W. Blokdijk, P. Dekker, D. Ger- ling, J Houtkooper, R. W. T. Bosman, J. Géemen, J. K., G. van Nieuwkuyk te Alk maar, H. E. Lantinga, Haarlem en J. Dijk stra te Goes. 1. 23 25. 2. 26:29 of 9:38. 3. 9 29 of 26 28 zich het best zouden beschermen tegen de „duivelsfiguur", die op de nieuwe sterre- wacht staat. Ze begrijpen immers niets van de eigenaardige constructie van het Mercu- riusbeeld en dat heeft hun den schrik om het hart doen slaan. Vindt ,u niet, dat wij er dea Jonker over moeten spreken?" „Dat nooit!" antwoordde Meester Gem- >erlin. „De heer Tycho zou ons maar uit- achen, als we met zoo iets bij hem aankwa men. Bovendien ligt hij toch altijd overhoop met de boeren, zoodat dit nog slechts olie in het vuur zou zijn." „Maar, als de figuur nu ergernis wekt hier in de omgeving, zou het dan maar niet beter zijn, dat ze weggenomen werd?" meende een jonge, magere student, die met de anderen meegekomen was. „Dat moet je dan zelf den Jonker maar eens voorslaan, Olai Morsing", antwoordde Meester Gemperlin lachende rToch geloof ik niet dat het helpen zou. De jaren dat ik Tycho Brahe nu al ken, heb ik hem dikVijls ïard tegen hard zien stellen, maar nooit ïeeft hij toegegeven, of de tegenpartij uit aanzienlijken of geringen bestond. Hij' zou der een r xfat de gre meer kon verwonderen. Wil* je dus de kas- nog eerder een nieuwe „tooverkunst" be denken, opdat de groote hoop zich des te tanjes in het vuur leggen, dan moet je ze er zelf ook maar uithalen!" De anderen lachten, en, daar Meester Gemperlin intusschen klaar gekomen was met zijn werk, traden ze allen het vertrek uii (Wordt vervolgd). 3 Ot n. n. !t- -r- Tfi- te er ve le er ;en te lis- op ea as te :r- hij ea er en en en ïd u- Jr- js. h E je 7 k- d il a- 7. 1- te :e e, S n ;e il n a r r. 150. 1»1S. It Wl it er i-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1918 | | pagina 5