a m s m a a Dam rubriek. Vraag en Aanbod «LM Wraak is z@et, Pi f5 If fff ■jV1 if Binnenland. orde Meld a's zij. De kinderen aanbaden haar en 't was aardig, ze mei haar naar huis te zien loopen na'school. Het was alsof ze haar ii'ef Actuien laten gaaa. -u ffc T*- \mf *i w. i ft w c^UR a «n*!? ld-tT Pi'-n o>Ü A vitsj» i"m dca van 'wis f J»o eCTv'ï^i 'V SeolsJüi; ti 'i nachteni'tfeo ai'd lérajt geatóü heb Si tót gtóKn» 4m ft ft bcE ditl li, ifi haan dochtertje öwem<i louw bruidje,, uit do pastorie zag komen, heb ifc nooit iemand ont moet, die ook maar in haar schaduw kon staan. Gwcnnie Is grooter dan haar moeder >en 'n beetje gevulder misschien, maar verder is 't bijna hetzelfde meisje om te zien. Ik kan je zeggen, Octavis, mij jongen, dat mijn hart stilstond, toen ze binnen kwam en mijn ziel ging in mededongen uit naar dien ouden, grijzen vader, die zulk een schat verloren had, en toch was lk dankbaai, toen 11c zag welke andere groote schat hem toch ook weer was toevertrouwd geworden. Want ik heb in later jaren geboord, dat de predikant hier een beter mensen was dan ik en dat ik zijn Nelly ze ker nooit zoo gelukkig had kunnen maken, als hij deed. Ik heb geen gevoel van haat of ja loezie tegen hem. Ik weet alleen dat 't goed is, dat ze hem koos en1 nist mij. 'Maar om terug te komen waar ik gebleven ben ik zag haar dan voor "t eerst temidden van haar troepje kinderen, toen ze hen goeden dag zei bij 't witte hekje van haar huisje. Jon gen, zooals ze daar stond, heengebogen over al die kleine rakkers met difen zachten glim lach op haar gezicht, waarachtig, Octavis, ik had kunnen zweren, dat ze een heilige was. Ik wist niet eens hoe ze 'heette, maar toen zwoer ik, dat zij en geen ander mijn vrouw zou wor den; ik haastte mij naar huis om spoedig te weten te kunnen komen, wie ze was en hoe ze heette. Dat was niet moeilijk. In ons dorp kenden we elkaar allemaal en, Ik was de zoon uit den grooten zaagmolen, die daarin In de toekomst zeker met mijn broer, jouw vader, deelgenoot zou worden. Het toeval wilde, dat we elkaar den dag daarop al leerden kennen Ze ging een^ brief naar de post brengen en ik, die den heelen dag daar ra de buurt omhing in de boop haar te zien, vond mijn verlangen ver wezenlijkt. Laat Ik nu maar heel kort zijn. Het Is vol doende, wanneer !k je vertel, dat een beter man dan Ik zelf het van me won en dat ze verstandig genoeg was boven den zaagmolen de pastorie te verkiezen. Maar toen was [inge land onhoudbaar voor me geworden; oen week later vertrok ik naar Amerika. Daar heb ik sinds dien tijd steeds gewoond. Ik zeg niet, dat ik een goed1 mensch geweest ben, Octavius, maar als er iets goeds in mijn le ven was sinds dien tijd. is het alleen daaraan te danken, dat die goede engel even met haar Lippen mijn voorhoofd heeft aangeraakt. Want dat deed ze, Octavius, „Cuh'lbert," zei ze. toen ik afscheid kwam nemen, „ik kan Je niet gelukkig maken op de wijze, die jij wenscht, maar ik zal je altijd genegen zijn en li zal nooit vergeten, dat lk je verdriet .heb aangedaan. Maar deze dingen zijn niet in onze eigen handen, Cuhlbcrt, en Ik moet de Ujn van rniijn eigen hart volgen, want als ik heft MM jongen ik ben een eenzaam mensch, ik heb weinig vrienden en .veel geld. En .ik heb tot mezelf gezegd: ik ga naar Londen en dijongen nrcfrvflw opzoeken. Hier ben jv rn >t jjii .e "at ik vraag is: je trots te m, n a me te willen aannemen li' hifie beidrtt iu staat ral stellen je -gele'', se» U. yiogen leven, Owennle te trou wen en. haar en daardoor jezelf, gelukkig te maken. Doe 't. mijn jongen, om der wille van haar -.lie ik met opgehouden heb i f te heb ben. In 't begin, Octavis, schijnen tien jaren niet zoo lang toe, zoolang je nog frisch en vól geestdrift hemt; maar langzamer gaat ieder volgend jaar en 't einddoel schijnt verder el- ken dag We hebben maar een korten tijd te leven hier op aarde en 't kleine beetje geluk, dat ons toekomt, willen we behouden. Over tien jaar ben jij dertig. Dat is jong genoeg voor een man, maar voor een vrouw is dat anders. Zij heeft haar jonge jaren- dan achter zich, de zonnige, zachte jaren, die de grootste gift zijn, die een vrouw te geven heeft en niets, wat jij later mocht doen, kan dat verlies goedmaken. Octavius, kun je dien trots nog maar steeds niet overwinnen en Gwennie haar mooiste ja ren daardoor ontnemen? Want als ze al. die jaren door op jou blijft wachten, zijn ze voor haar verloren. Een vróuw, die liefheeft, hecht alleen waarde aan wat ze bezit, voor zooverre zij dpt schenken' mag aan den. geliefde, 't Le ven is zoo kort, Octavius en, mijn jongen, er aait toch niets boven liefde. Mis er qiets van. eem ervan, zooveel je maar kunt. En bedenk, dat je niet alleen jezelf zoudt ontrooven, maar ook Gwcnnie, die je beloofd hebt lief te hebben meer dan je eigen leven. Zou je werke lijk je eigen dommem trots uieer willen koes teren dan haar? Wees goed voor een ouden, eenzamen oom. m'n jongen, die niets liever wenscht dan het goed te geven aan 't kind van zijn liefste Overwin dien trots als een held. Het is ook wei eens dapper om voor Iets te kunnen' be zwijken. Een korte stilte volgde. „Wel neef, waarom zeg je niets?" Oei.-ivls maakte oen vreemd geluid In zijn keel. Toen smeet hij ziju servet op den grond en1 stond op. „Hi tan niet, si otterde hij. ;,Zict u dan niet dar Ik hull? U met uw gevoeligheid ook altijd. „Gevoel m'n jongen, is hef sterkste In de wereld. Het is eigenlijk een ander woord voor gf dat, wat bergen verzet, voor het geloof, dat de goede en schoone otagen in 't levende èentg werkelijke zijn. Laat ze de grootste zijn ook voor jou, m'n jongen. Iüoens, met een ruk, stond Octavius op van zijn stoel, schonk twee glazen champagne in. De twee manneni hielden hun glazen hoog in de linkerhand' hun rechterhanden ontmoetten li elkaar in een vasten greep: i „Voor Gwennie I" riepen ze beide. KAASSCHRAAPSEL TE S. KOSTER, Stuartstraat 18. NETTE VROUW VRAAGT BELEEFD NAAI- EN VERSTELWERK AAN HUI8. Adres bureau van dit blad. TE KOOP EEN HE EREN- en DAMES- Bï^D$f Ri^AT *3(1^ KOOP bij Het f Rhjdte waard, of deze stand voor zwart kan gewonnen worden. Gemakkelijk zal het zeker niet zijn. Een1 aardig partijgodeelte om te bestudee- im EEN AARDIGE WINST. In ie w'-dstrijdpartij tuaschen de heeren Kleun- '\u de Nic kwwn hot tót; TE KOOP EIKEN INLEQVAATJES 1.25, ook noch een PARTIJTJE ZAAD- en HAVERZAKKEN. J. BROUWER, Fnidsen No. 6, Alkmaar. INMAAKPOrrEN 5 stuks TE KOOP. Bevragen STEIJNSTRAAT 19. TE KOOP VOOR 4100.— MOOI- HUIS, midden in Alkmaar. Aanv. direct. Te bevr. bureau van dit blad. TE KOOP EEN NIEUW HEERENPAK, PANTA LON MET KLEP. ZAADMARKT 64. AAN DE DAMMERS! Met dank voor de ontvangen oplossingen der twee laatste problemen. Stand van no. 506 (auteur Raymond). Zw. 6, 7, 8, 10; 11, 12, 14, 19, 20, 24, 25 en dam op 46. W. 18, 21, 23, 27, 28,31/34, 37, 38, 39, 44. Oplossing 1. 19:26. 2. 12:23. 3. 46:29. 4. 25:43. 5. 26:37 6. 11:22. 1. 28—22 2.27—22 3.1 32—28 4. 28 30 5. 33 4 6. 22—17 7. 4:11 Öoede opl. ontvingen wij van de heeren: W. Blokdijk, D. de Boer, R. W. T. Bosman, P, Dekker, D. Geriing. J Houtkoopcr, J. K., te Alkmaar, H. Lan antin- R. Zaadnoondijk ga, Haarlem. UIT DE PARTIJ. Naar aanleiding van een stand' uit de par tij met P. Kleute, zendt de heer J. de ons de volgende varianten daartegen handelde, zou 't niet goed ziju God zegen rroo fenovcr jou En nu, vaarwel cu in als je daar vei w g bent Lu dat vreemde land, vergeet dan niet, dat je t-en vriendin hebt, die aan. je zal denken' en voor je bidden eiken avond, en als de verleiding komt, denk dan aan haar en hieraan," en toen kuste zo me. En zoo trek ik de horde, wilde wereld In, gesterkt en getroost zooala misschien maar een heel enkele zal kunnen begrijpen, Die kus, mijn Jongen, voel lik nog altijd op m'n voorhoofd. Dit ia als een soort taMsm ui voor me geweest tegen liet vele kwaad, dat ik op den' steenlgen levensweg ontmoette. I Iet is mijn grootst eni zeldzaamst bezit, dat lk al tijd zal behouden tot de groote duisternis komt de laatste nacht. Nu ben lk weer terug In „good old" Eng land) mijn werk gedaan, mijn fortuin ge maakt, tie wereld aan mijn voeten voor mijn kunst, en bet eerste, wat ik ontmoette, toen lik gisterenavond de pastorie inliep om té hoort-n waar jij ergens uithing, was Gwennie, de dochter van de Helste van mijn hart. En wat hoor lk daar? Daj dat tl eve kind haar liefde heeft gegeven aan mijn neef, den ©enigen bloedverwant, dien' i'k ln de wereld bezit. Vin daar. In haar huls, wacht ze tot die dappere kerel zich een plaats in deze harde wereld beeft veroverd. En ze spreekt van tien jaren moeten wachten, omdat deze jonge man, hoe wel een beeldhouwer van talenit todh nog maar heel weinig verdient en weinig toekomst Jb. HART LAND, KONINGSWEG B 69, Handel m 2e hand» KINDERWAGENS, SPORTKARREN, LEDIKANTEN, BED DEN. ENK. Aan 't zelfde adres oen VOERKDTEL (in houd 85 Liter) TB KOOP Ook anu huw tu ©nébtedat Ondargotoekendo beveelt zlah aan voor hot UITVOEREN VAN ALLE RfcGüAME'a IN dn ra irnsN de st<ad. Ij. RUITER, StadaaanpIakkflE, Konings weg No. 71. TE KOOI'. EEN Vl EREN BED, iN'SLUITT 1AARD, SPIEGEL, SCHILDERIJEN', ENZ, METIUSORACHT 3. NET PERSOON BIEDT ZICH AAN VOOR AlT.E VOORKOMENDE WERK-- MHEiM N. Adres RHODES, Geest 47, Alkmaar, GOSTUUM- EN VERSTELWERK GE VRAAGD. late Tulndwarstraat 21. TE KOOP. JONGE BIQZEUQ, moet werpen 4 Sept. as. i?ij c. ma n ji H-jedi;:- ORAM'. 'PHO- LATEN vanaf 75 cent j toi 4XX' f «si Uns machines, teamfjohet Eku i» adie $>»m» en pimiokroll», A, l. LÉKKER, Hoogstraat 3. IB §8 Zw. 7. 12, 13, 18, 19, 23, 24. W. 26, 27, 32', 33, 34, 39, 48 WH is aan zet en moet spelen: I 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 33—28 2822 39—34 32—28 26: 8 8—2 2t-16 16—32 en maakt remise, 1. 24—29. 2. 29 40. 3. 40 29. 4 23-21 5." 18 27 (gedw.) 6. 7—12 7. 27—31. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 21- 45 In de partij zelf werd gespeeld: 26—21 32:14 14 23 27- -22 22—17 1. 2. 3 4. 5. spe 23—28. 13—19. 18—40. 40—45. 12-18. moeten spelen of 18—22 cu 17—12? -Uier had' wit -16, waarna op 45- -50 50 altijd remise volgt. Leerzaam Is de volgende variant (uit den dlagrnmstand). 1 2. 3. 4. 5 6. 7. 8. 9. 10. U. 26-21 32 114 14 23 39- 34 27-22 22-17 2116 17 28 98 39 iy>—33 33—28 1. 2. 3 4 5. 23—28. 13"19.' 13 -40. 40 38. 24—29. 6.- 12 18. 7. 1822. fi D- P H3. D 40. W- derdaad zeer ontdaan. Hij had dat dwaze jonge schepseltje, dat werkelijk niets van ham tc eischen had, nog wel vijftig pond' 's ja ars aangeboden en zll had ln ut on die manier be handcldi Jordan en groette hem en Sir Jordan streek de vermoeide lijnen van zJta gc beantwoordde dien groet beleefd „Ik hoop dat die jonge vrouw u nlet lastig gevallen is, mijnheer," zei de politieagent. „Neen, neen," antwoordde Jordan, ,^iet is de dochter va noen gepeusiouneerde de 1 de dochter van een bediende van onze familie en het spijt mij te moeten zeggen' dat zij den verkeerden weg la opgegaan. Ik heb juist een woordje van pas tot haar gesproken, agent, maar ik ben bang hij schudde zuchtend het hoofd. „Ala je haar aoms om mijn huis ziet dwalen zou je haar misschien kunnen te kennen govern dat hm, hm, dat de politie instructies heeft om te zorgen dat de men schen niet lastig gevallen woiden. Je begrijpt mij ongetwijfeld?" De hand van den politieagent met een bal- ven souvercin van Jordan er ln, ging naar zijn helm. „Ik heb u begrepen, mijnheer. Ik zal haai waarschuwen, als ik haar daar zie rondsleiN teren." „Gaarne. Ooeden nacht, agenit," mompelde de brave en' strikt zedelijke jonge baron en met een blik achter zich om zich te overtuigen of Rachel ln 't gezicht was, ja of neen di l hij zijn deur met zijn sleutel open en trad bin nen om de rust te genieten die zulk een ach tenswaardig gentleman verdiende. Het was op dien bclfden avond den avond dat Jordan de smeekbede had afgewe zen vau hei jonge meisje, 'wier leven hij ver nietigd had dat Neville, zijn halfbroeder, de zondebf i vilrt de familie, zooals Jordan hem noenjde, lederen cent dien hij bezat had uitgegeven om liet meisje vau hel Verloren Hoop-kamp n knopen en te redden, HOOFDSTUK VIII. Erw a« nog geen mand voorbij gegaan of Sylvia vertoonde teekenen van beterschap. Ze zag er nog wel uit aks een veulen maar als een weldoorvoed en verzorgfd veulen; terwijl zij, toen Neville of "Jack, zooals hij zich zelf herdoopt had haar gekocht had, was als een veulen dat overgelaten geweest was aan den kouden wind en het slechte weder op een open heideveld. Van haar gezicht was de bleeke, verschrikte uitdrukking verdwenen, die Neville op dien edaxkwaardlgen avond, toen hij haar voor et eerst gezien had, recht naar het hart was ■aan, en ofschoon zij sontu stil was en in terden van een licht datt de hut scheen te verhelderen, vooral 's avond s wanneer ze alleen bij de kaar» zat en zvi aan haar naai werk bezig was, naaiwerk lat gewoonlijk bestoud uit het rtpareeren Jack'» kleu ren, die reparatie zeer noo-Ji. hadden. Haar slem veranderde ook en ofschoon ze nog laag van toon was, doei beschaafd, er was een klank in die Neville deed denken aan klokjes op 'n atóiaad gehoord of een Aeoliache harp en verscheidene andere mu ziekinstrumenten. Maar Indien haar stom edachten verdiept, en de grijze, oogen, don ker van droefgeestighelld, B grijzi bewezen dat zij aan haar vader had gedacht, het was duide lijk dat de Tijd, de alvertrooster, zijn hcelende hand over die would streek en de pijn ver zachtte. Metli, die eerst de tegenwoordigheid van het meisje slechis geduld had en naar nau welijks aanzag zonder te mompelen„ITce- rcmijnlljdl negenhonderd pond!" raakte aan haar gewend en ln eeuig opzicht was ze dol op haar Ia ieder geval, zij was zoo goed Sylvia te veroorloven net grootste gedeelte van liet werk in de hut te doen er. zou haar vriendelijkheid zoover hebben uitgestrekt, liet alles aan Svlvia over te laten, maat hier '•wam Neville tiisschenbeide en deelde Meth m"e, dat hij niet een dienstbode maar een zuster" gekdcht Tiad Naarmate Sylvia sterker werd, werd zij gelukkiger. Die wondere grijze oogen schit- aan muziek deed denken, haar lach was mu ziek zelve, liet ia waar, dat zij slechts zelden lachte, maar als zij het deed, voelde Neville zich verplicht ook te lachen en hij betrapte zich zelf dien lach uit te lokken en blij te zijn wanneer het hem gelukt was. 'Het was een zonderling leven voor een jong'meisje. Behalve haar „broer" Jack en Mcth, zag zij niemand anders dan op een afstand; want de goudgraver7, die den wenk begrepen hadden aien Neville aan Locket gegeven had. vermeden zorgvuldig de buurt van de Claim van den Jongen Baas en lie ten hem meer dan ooit mm zich zelf over. Maar Sylvia scheen het volstrekt niet ver velend te 'vinden en leek volmaakt tevreden. Neville had twee of drie boeken gevdnden op den bodem van zijn koffer: een deel van Tennyson, Maeaulay's „Engeland," „Wilde achl in het Westen'' en het „Farmers Vade Jac Mei ecum," en Sylvia zat ze 's avonds tc ver slinden als ze geen lust had ia handwerken en bracht er coma een mee naar den rand van de Claim en zat daar te lezen; dikwijls echter liet zij het boek zonder er op teletten ln haar schoot liggen, terwijl haar oogen qp het knappe gezicht en de krachtige ge- sifalte gevestigd bleven van haar „bnxider," wanneer hij in het stoffige gat pikte en groef en werkte. (Wordt vervolgd) Cw. 19^27 eni dam op 1. W. 6, 28, 30, 36, 42. Zwart was aan zet en speelde 123, waar na wit liet volgen 2822 en 6—1 en daar door de partij won. Zwart kan niet anders dan 2345 wit slaat 2 stukken en wint met vier tegen één. Ter oplossing voor deze week: Probleem 507 van P. Kleute Jr. den Haag. berg Is; begrepen F De soldaat keek haar vragend aan, toen ze weer in de keuken kwam1; hij zat op zijn ge mak, de beenen op de sporten van oen stoei, en rookte een pijp. „We mochten niet zoo lachen!" verklaar de Jans. ,,Die vent is altijd zoo nuezemeczig. En staat ie zóó. met zijn bulk vooruit" Jaas meende hem te moeten nadoen, met geen ander resultaat, dan dat haar atijfge- steven schort bijna een horizontale richting aannam: en dan kommandeert ie maar. 't Is hier goed van eten en drinken, maar .anders hielden ze me niet. „Jans, heb je hier ook inkt!" vroeg hl], toen zijn pijp leeggerookt was. Papier en peh heb ik zelf wel." v „Moet je aan je melssle schrijven?" infor meerde ze, het gevraagde aanreikend, met een oogenlopk die beduidde: Als je er an ders soms nog geen hebt...„ Hij lachte. „Mijn meisje? Neen!" „Heb je geen verkeering?" Haar toon werd dringender. Een oogenblik zag hij haar ernstig aan. „Hoor eens. je bent een goeie meid; ik wil je niet voor aen mal houden." Uit zijn, binnenzak haalde hij een porte feuille; toen reikte hij haar een portretje over, dat een kleine jongen vertoonde, van een jaar of drie. „Allemachiesl" riép zeA „wat een lekker kereltje; 't lijkt wel een piassie, met dat mus- sie op, mej die kwast!" „Mijn kleine jongen, Jans. onze eenigst." ,Och gossie." Het flitste aoor haar hoofd dat ze Tinus toch .maar aan zou houden. „Is je vrouw nou altijd alleen met hem?" „Alleen; och nee, ze heeft gezelschap ge noeg, maar ellendig is het tóch." Lang bekeek hij het portretje, borg het toen met een zucht weg. 't Speet Jans, toen de week om was. Ze had graag wat ntoeite voor hem over gehad, poetste zijn geweer op, als hij moe en warm van de marseh kwam, en zette zijn koffie en thee sterker, dan ze voor zich gewoon was „Zouden wc mekaar nog wel dereis te- TUgzten?" zei ze sentimenteel, toen hij baar de band ten afscheid drukte. „Wie weet Tegen den winter krijg Ut misschien zakenvërlof." „Zakenverlof? Waarvoor?" „Om sneeuw op te ruimen?" Hij lachte, en. wuifde nog oens bij het hek. Dien morgen had hij voor het eerst de kamer betreden; misschien liet meneer Bardels hem alleen daar komen, om zijn oogen te kunnen ver blinden met de pracht van de rood fluwee- len gordijnen en stoelen, en vergulde lijsten. Daar had hij driemaal gesalueerd: eenmaal voor meneer, eenmaal voor mevrouw, en eenmaal voor de brood-magere dochter des huizes. Later vond Jans. toen ze het kopje om- waschte, waaruit hij voor het laatst thee had gedronken, twee rijksdaalders onder het schoteltje. De winter naderde, en in de provincie plaats, die het air aannam van een stad van beschaving en kunstgenot te zijn, be- onnen de vermakelijkheden, aan dat seizoen verbonden. Een eerste-rangs. welbekend too- neelgezelschap uit de .hoofdstad, opende de rii met een tooneelspel en als nastukje, als met te zware kost, een ééuacter. Toen het scherm omhoog ging, stootte me neer Batdels, met beide el leb oogen, zijn vrou welijk gezelschap aan. „Zie jc dat, 't lijkt warempel onze keuken.' wel. Dezelfde reclame plaat boven den schoorsteen, en' die gekleurde kommen! Heb je ooitzoo'n to« vaIgezien? Hij schoof heen en weer van pleizter. De pret duurde echter niet lang. Bij bet dienstmeisje, dat aan tafel aardapjx-len zat te schillen', trad, een soldaat binnen, bepakt en' bezakt, alsof hij zóó van de reis kwam; en meneer zou bijna lubben kunnen zweren, dat hij 'dien- zelfden soldaat méér had gezien, die stem méér had' geboord. Nog had hij geen kwaadl vermoeden, totdat een 'aerde persoon ten too- neele verscheen, een persoon, die verscheidene hoofden al eens om deed draalen van bezoe kers, dte vóór hem zaten; een persoon, die zijn spiegel zou het hem met verpletterende duidelijkheid kunnen' vertellen, hijzelf geleek. Hijzelf, gcüjk hij daar nu zat, met grijs ge» Zw. 17,18, 23, 27 en dam op 13. W. 24, 29', 30, 38, 39, 43, 44. Aardig en verrassend! Opl. voor of op 15 Augustus b. v. d'. blad. door T. BRINKGREVE—WICHERINK, (Nadruk verboden). Het hoogrood gekleurde gezicht van me neer Bardels, rentenier en ex-houthandelaar, zag purper toen hij, tenigkeereode van de sociëteit, waar bij altijd zijn middagbor reltje gebruikte, binnentrad m de huiska mer, waar zijn vrouw en dochter juist aan de gedekte tafel plaat» namen. ,,Een ch-mdaal I" brieschte hij, „een .schandaal f Wij krijgen een volle week m kwartiering in ons huis, met de manoeu vres.' „O pa!" riep de dochter uit, terwijl haar wangen zich hoogcr kleurden. „O pa!" bouwde bij haar na,'met cynische openhartigheid er bij voegend: „Maak jij je nog maar nik» blij. Wij krijgen een soldaat, een rwone, geipeene soldaat" Het blosje maakte dadelijk plaats voor een vale bleekheid. „Ja, een soldaatI Natuurlijk, de officlcr- tjra hebben ze al verdeeld bij den notaris, den ontvanger, overal waar dochters zijn." Hij keek langa de zijne heen, of ze, een' in vrouwenkleden "vermomde jongeling was. „Maar dat zeg lk, geen yoet zet die kerel in de k mers. Hij kan bij Jans la de keuken eten, en In het tuinhuis slapen. Zet er maar een veldlied rteer, hij zal niet beter gewend zijn." En meneer viel op zijn kalfs-cotelet anu, ol hij daeht. het onschuldige slachtof fer vau zijn woede te pakken tc hebben, dat hij nu meteen maar anu kant maakte. Na een jvtar dog i. ïdaai." streepte pantalon en donkere ja», en pc zware Een- horlogeketting bengelend op het wit pifjpé vest. j te toen dat evenbeeld daar vóór hem bo on te sprei?* «nu °n driftige, nijdige stem, fiï eek'.iig ia at. «tvfpïi-vr «i «sar mm prweè» Ba»dei» wa» gif ui fiböoi, toen Rij tegelijker-lachen, ca fiuistsren, en ae aarcht ochcea lijd bij zijn buren, notaru van Dil. twee of- verdeeld tusschen den toooietepekr die, ficieren met handdrukken en glimlachjes j volgens het programma, ook de schrijver was verwelkomd zag worden. Met driftige geba- ij van het stuk en den in zira zweet baoen- -.len toeschouwer, die geflankeerd: zat tus- ren beduidde hij dai landsverdediger, die aanwilde bellen, dat hij achterom moest gaan, waar Jans al, één stuk nieuwsgierig heid, bij de bijkeuken wachtte. In al zijn gewichtigheid ging meneer daar nu ook heen; zijn vrouw en dochter behoef den zich pet zoo'n'vent niet af te geven. Kortaf en uit de hoogte vertelde hij hem, waar hg kon slapen, dat Jana voor zijn eten zou zorgen, ea dat, ze verder verwachtten, zoo min mogelijk last van hem te zullen heb ben. De ander zei hier niet veel op, gooide ransel en geweer en verdere pakkage op den vloer, en ging, na den inwendigen mensch met brood cn jtolfie versterkt te hebben, naar zijn hi vak" aan het einde van den turn om zich te verfrisschen en te slapen. Uitgerust en opgeknapt zat hij 's avonds tegenover Jans, die hem al met een schuin oog bad getaxeerd en bij zichzelf dacht dat hij toch knapper gezicht had dan béür Ti nus. al had die een flink'' knevel, en deze een gezicht zoo glad al3 een hooge zijden hoed. Aan Tlnus was eigenlijk ook niet weel aan digs eii dit Was eer. leüJkert hij bleef fat soenlijk, maar vertelde aardigheden en anec- dotcn' dat Jans zich soms op de knie sloeg van het lachen, en haar geschater zelfs tot binnen doordrong. Meneer Bardels, die zijn nijd cn jaloezie nog niet te boven was, er gerde dit in hooge mate. Hij schelde. Jan» verscheen, met hoogroode kleur. „Zouden jullie daar achter niet een beetje mk J '",~l tIi jHoogheemraadschap e fatsoen houden; dio vrind schijnt grappig- derkwartier tot taak heeft: c zijn." „O," zei Jans, nog nahlkkend, „je lacht Je gewoon een aap, meheer; hij kan iedereen nadoen, dé kapitein, de luitenant en de ser- sjant. Je hebt 't nooit zoo gezien." ,,7.oo; nou, dat bewijst aat 't een brutale, onbeschofte vent -is Zeg asjeblieft, dat hij zich kalm houdt, en dat het hier geen her- sclieni twee, doodverlegen, en tot huilens toe bewogen dames. Ten slotte werd het hem te maditig, een mist kwam voor zijn oogen, en voordat, na öcn daverend applaus, het doek viel, hadden' drie mcttechen, als in overhaaste vlucht, do zaal reeds verlaten'. Toen zij den uitgang be reikten, klonk op het tooncel een smakelijk lachen van denr soldaat't kwam zoo in zijn rol te pas, maar den heer Bardels klonk het in de ooren als een satanisch hoongelach dat hem ten eeuwigen dage bij zou blijven. PROVINCIALE STATEN VAN NOORD-HOLLAND. In de zomerzittlng van de Prcv. Staten van Noord-Holland weid besloten de provincie, wat aangaat het toezicht over de waterwerken en polders te verdoelen ln twee kwartieren cn met prijzenswaardigen spoed bieden Gedep. Staten reeds thans een ontwerp reglement van bestuur aan voor het Hoogheemraadschap van Noord-Holland's Noordei kwartter. Een uitvoerige nota van toelichting cn een kaart zijn daaraan toegevoegd en al deze stukken zijn ter inzage gelegd ln alle binnen dat waterschap gelegen gemeenten voor de belanghebbenden. Uit het ontwerp-reglement blijkt dat het i Noord-Hollaada Noor- de verdediging, voor zooverre die niet aan anderen is opgedragen, van het vaste land van Noord-Holland' ten noorden van den Noorder Y-dijk en den St. Aagtendijk tegen de Noordzee en de Zuiderzee. Het is belast met1 de zorg voor het on derhoud en de instandhouding overeenkom stig hun bestemming van: a. de zeewering KWUUJU UMM1 OWVAUU, l" K - j NI itjr .pj it: MfiM i X. i n ii i, vit vujcu vvu *.,,i tj-.i v ik., ijbifc if mw vit til n tri-U-.iWil ïfc.i - v ti'; j „fct hek duf - K'.' gmwii ■fmt ■ij. VIT

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1918 | | pagina 6