a
m
s
m
a
a
Dam rubriek.
Vraag en Aanbod
«LM
Wraak is z@et,
Pi
f5
If
fff
■jV1
if
Binnenland.
orde Meld a's zij. De kinderen aanbaden haar
en 't was aardig, ze mei haar naar huis te
zien loopen na'school. Het was alsof ze haar
ii'ef Actuien laten gaaa.
-u ffc T*- \mf *i w. i ft w
c^UR a «n*!? ld-tT Pi'-n o>Ü
A
vitsj» i"m dca van 'wis f
J»o eCTv'ï^i 'V SeolsJüi;
ti 'i nachteni'tfeo
ai'd lérajt geatóü heb Si tót gtóKn» 4m ft
ft bcE
ditl li, ifi
haan dochtertje öwem<i louw bruidje,, uit do
pastorie zag komen, heb ifc nooit iemand ont
moet, die ook maar in haar schaduw kon
staan. Gwcnnie Is grooter dan haar moeder
>en 'n beetje gevulder misschien, maar verder
is 't bijna hetzelfde meisje om te zien. Ik kan
je zeggen, Octavis, mij jongen, dat mijn hart
stilstond, toen ze binnen kwam en mijn ziel
ging in mededongen uit naar dien ouden,
grijzen vader, die zulk een schat verloren had,
en toch was lk dankbaai, toen 11c zag welke
andere groote schat hem toch ook weer was
toevertrouwd geworden. Want ik heb in later
jaren geboord, dat de predikant hier een beter
mensen was dan ik en dat ik zijn Nelly ze
ker nooit zoo gelukkig had kunnen maken, als
hij deed. Ik heb geen gevoel van haat of ja
loezie tegen hem. Ik weet alleen dat 't goed is,
dat ze hem koos en1 nist mij.
'Maar om terug te komen waar ik gebleven
ben ik zag haar dan voor "t eerst temidden
van haar troepje kinderen, toen ze hen goeden
dag zei bij 't witte hekje van haar huisje. Jon
gen, zooals ze daar stond, heengebogen over
al die kleine rakkers met difen zachten glim
lach op haar gezicht, waarachtig, Octavis, ik
had kunnen zweren, dat ze een heilige was. Ik
wist niet eens hoe ze 'heette, maar toen zwoer
ik, dat zij en geen ander mijn vrouw zou wor
den; ik haastte mij naar huis om spoedig te
weten te kunnen komen, wie ze was en hoe ze
heette.
Dat was niet moeilijk. In ons dorp kenden
we elkaar allemaal en, Ik was de zoon uit den
grooten zaagmolen, die daarin In de toekomst
zeker met mijn broer, jouw vader, deelgenoot
zou worden. Het toeval wilde, dat we elkaar
den dag daarop al leerden kennen Ze ging
een^ brief naar de post brengen en ik, die den
heelen dag daar ra de buurt omhing in de
boop haar te zien, vond mijn verlangen ver
wezenlijkt.
Laat Ik nu maar heel kort zijn. Het Is vol
doende, wanneer !k je vertel, dat een beter
man dan Ik zelf het van me won en dat ze
verstandig genoeg was boven den zaagmolen
de pastorie te verkiezen. Maar toen was [inge
land onhoudbaar voor me geworden; oen
week later vertrok ik naar Amerika. Daar
heb ik sinds dien tijd steeds gewoond. Ik zeg
niet, dat ik een goed1 mensch geweest ben,
Octavius, maar als er iets goeds in mijn le
ven was sinds dien tijd. is het alleen daaraan
te danken, dat die goede engel even met haar
Lippen mijn voorhoofd heeft aangeraakt.
Want dat deed ze, Octavius, „Cuh'lbert,"
zei ze. toen ik afscheid kwam nemen, „ik kan
Je niet gelukkig maken op de wijze, die jij
wenscht, maar ik zal je altijd genegen zijn en
li zal nooit vergeten, dat lk je verdriet .heb
aangedaan. Maar deze dingen zijn niet in
onze eigen handen, Cuhlbcrt, en Ik moet de
Ujn van rniijn eigen hart volgen, want als ik
heft
MM jongen ik ben een eenzaam mensch,
ik heb weinig vrienden en .veel geld. En .ik
heb tot mezelf gezegd: ik ga naar Londen en
dijongen nrcfrvflw opzoeken. Hier ben
jv rn >t jjii .e "at ik vraag is: je trots te
m, n a me te willen aannemen
li' hifie beidrtt iu staat ral stellen
je -gele'', se» U. yiogen leven, Owennle te trou
wen en. haar en daardoor jezelf, gelukkig te
maken. Doe 't. mijn jongen, om der wille van
haar -.lie ik met opgehouden heb i f te heb
ben. In 't begin, Octavis, schijnen tien jaren
niet zoo lang toe, zoolang je nog frisch en vól
geestdrift hemt; maar langzamer gaat ieder
volgend jaar en 't einddoel schijnt verder el-
ken dag We hebben maar een korten tijd te
leven hier op aarde en 't kleine beetje geluk,
dat ons toekomt, willen we behouden. Over
tien jaar ben jij dertig. Dat is jong genoeg
voor een man, maar voor een vrouw is dat
anders. Zij heeft haar jonge jaren- dan achter
zich, de zonnige, zachte jaren, die de grootste
gift zijn, die een vrouw te geven heeft en
niets, wat jij later mocht doen, kan dat verlies
goedmaken.
Octavius, kun je dien trots nog maar steeds
niet overwinnen en Gwennie haar mooiste ja
ren daardoor ontnemen? Want als ze al. die
jaren door op jou blijft wachten, zijn ze voor
haar verloren. Een vróuw, die liefheeft, hecht
alleen waarde aan wat ze bezit, voor zooverre
zij dpt schenken' mag aan den. geliefde, 't Le
ven is zoo kort, Octavius en, mijn jongen, er
aait toch niets boven liefde. Mis er qiets van.
eem ervan, zooveel je maar kunt. En bedenk,
dat je niet alleen jezelf zoudt ontrooven,
maar ook Gwcnnie, die je beloofd hebt lief te
hebben meer dan je eigen leven. Zou je werke
lijk je eigen dommem trots uieer willen koes
teren dan haar?
Wees goed voor een ouden, eenzamen oom.
m'n jongen, die niets liever wenscht dan het
goed te geven aan 't kind van zijn liefste
Overwin dien trots als een held. Het is ook
wei eens dapper om voor Iets te kunnen' be
zwijken.
Een korte stilte volgde.
„Wel neef, waarom zeg je niets?"
Oei.-ivls maakte oen vreemd geluid In zijn
keel. Toen smeet hij ziju servet op den grond
en1 stond op.
„Hi tan niet, si otterde hij. ;,Zict u dan niet
dar Ik hull? U met uw gevoeligheid ook altijd.
„Gevoel m'n jongen, is hef sterkste In de
wereld. Het is eigenlijk een ander woord voor
gf
dat, wat bergen verzet, voor het geloof, dat
de goede en schoone otagen in 't levende
èentg werkelijke zijn. Laat ze de grootste
zijn ook voor jou, m'n jongen.
Iüoens, met een ruk, stond Octavius op van
zijn stoel, schonk twee glazen champagne in.
De twee manneni hielden hun glazen hoog in
de linkerhand' hun rechterhanden ontmoetten
li elkaar in een vasten greep:
i „Voor Gwennie I" riepen ze beide.
KAASSCHRAAPSEL TE
S. KOSTER, Stuartstraat 18.
NETTE VROUW VRAAGT BELEEFD
NAAI- EN VERSTELWERK AAN HUI8.
Adres bureau van dit blad.
TE KOOP EEN HE EREN- en DAMES-
Bï^D$f Ri^AT *3(1^
KOOP bij Het f Rhjdte waard, of deze stand voor
zwart kan gewonnen worden. Gemakkelijk zal
het zeker niet zijn.
Een1 aardig partijgodeelte om te bestudee-
im
EEN AARDIGE WINST.
In ie w'-dstrijdpartij tuaschen de heeren
Kleun- '\u de Nic kwwn hot tót;
TE KOOP EIKEN INLEQVAATJES
1.25, ook noch een PARTIJTJE ZAAD- en
HAVERZAKKEN.
J. BROUWER, Fnidsen No. 6, Alkmaar.
INMAAKPOrrEN 5 stuks TE KOOP.
Bevragen STEIJNSTRAAT 19.
TE KOOP VOOR 4100.—
MOOI- HUIS, midden in Alkmaar. Aanv.
direct. Te bevr. bureau van dit blad.
TE KOOP
EEN NIEUW HEERENPAK, PANTA
LON MET KLEP. ZAADMARKT 64.
AAN DE DAMMERS!
Met dank voor de ontvangen oplossingen
der twee laatste problemen.
Stand van no. 506 (auteur Raymond).
Zw. 6, 7, 8, 10; 11, 12, 14, 19, 20, 24, 25
en dam op 46.
W. 18, 21, 23, 27, 28,31/34, 37, 38, 39, 44.
Oplossing
1. 19:26.
2. 12:23.
3. 46:29.
4. 25:43.
5. 26:37
6. 11:22.
1. 28—22
2.27—22
3.1 32—28
4. 28 30
5. 33 4
6. 22—17
7. 4:11
Öoede opl. ontvingen wij van de heeren:
W. Blokdijk, D. de Boer, R. W. T. Bosman,
P, Dekker, D. Geriing. J Houtkoopcr, J. K.,
te Alkmaar, H. Lan
antin-
R. Zaadnoondijk
ga, Haarlem.
UIT DE PARTIJ.
Naar aanleiding van een stand' uit de par
tij met P. Kleute, zendt de heer J. de
ons de volgende varianten
daartegen handelde, zou 't niet goed ziju
God zegen
rroo
fenovcr jou En nu, vaarwel cu
in als je daar vei w g bent Lu dat
vreemde land, vergeet dan niet, dat je t-en
vriendin hebt, die aan. je zal denken' en voor
je bidden eiken avond, en als de verleiding
komt, denk dan aan haar en hieraan," en
toen kuste zo me.
En zoo trek ik de horde, wilde wereld
In, gesterkt en getroost zooala misschien
maar een heel enkele zal kunnen begrijpen,
Die kus, mijn Jongen, voel lik nog altijd op
m'n voorhoofd. Dit ia als een soort taMsm ui
voor me geweest tegen liet vele kwaad, dat ik
op den' steenlgen levensweg ontmoette. I Iet is
mijn grootst eni zeldzaamst bezit, dat lk al
tijd zal behouden tot de groote duisternis
komt de laatste nacht.
Nu ben lk weer terug In „good old" Eng
land) mijn werk gedaan, mijn fortuin ge
maakt, tie wereld aan mijn voeten voor mijn
kunst, en bet eerste, wat ik ontmoette, toen lik
gisterenavond de pastorie inliep om té hoort-n
waar jij ergens uithing, was Gwennie, de
dochter van de Helste van mijn hart. En wat
hoor lk daar? Daj dat tl eve kind haar liefde
heeft gegeven aan mijn neef, den ©enigen
bloedverwant, dien' i'k ln de wereld bezit. Vin
daar. In haar huls, wacht ze tot die dappere
kerel zich een plaats in deze harde wereld
beeft veroverd. En ze spreekt van tien jaren
moeten wachten, omdat deze jonge man, hoe
wel een beeldhouwer van talenit todh nog
maar heel weinig verdient en weinig toekomst
Jb. HART LAND, KONINGSWEG B 69,
Handel m 2e hand» KINDERWAGENS,
SPORTKARREN, LEDIKANTEN, BED
DEN. ENK.
Aan 't zelfde adres oen VOERKDTEL (in
houd 85 Liter) TB KOOP
Ook anu huw tu ©nébtedat
Ondargotoekendo beveelt zlah aan voor hot
UITVOEREN VAN ALLE RfcGüAME'a
IN dn ra irnsN de st<ad.
Ij. RUITER, StadaaanpIakkflE, Konings
weg No. 71.
TE KOOI'.
EEN Vl EREN BED, iN'SLUITT 1AARD,
SPIEGEL, SCHILDERIJEN', ENZ,
METIUSORACHT 3.
NET PERSOON BIEDT ZICH AAN
VOOR AlT.E VOORKOMENDE WERK--
MHEiM N.
Adres RHODES, Geest 47, Alkmaar,
GOSTUUM- EN VERSTELWERK GE
VRAAGD. late Tulndwarstraat 21.
TE KOOP.
JONGE BIQZEUQ, moet werpen 4 Sept. as.
i?ij c. ma n ji H-jedi;:-
ORAM'. 'PHO- LATEN vanaf 75 cent
j toi 4XX' f «si Uns machines, teamfjohet
Eku i» adie $>»m» en pimiokroll»,
A, l. LÉKKER, Hoogstraat 3.
IB
§8
Zw. 7. 12, 13, 18, 19, 23, 24.
W. 26, 27, 32', 33, 34, 39, 48
WH is aan zet en moet spelen:
I
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
33—28
2822
39—34
32—28
26: 8
8—2
2t-16
16—32 en maakt remise,
1. 24—29.
2. 29 40.
3. 40 29.
4 23-21
5." 18 27 (gedw.)
6. 7—12
7. 27—31.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
21-
45
In de partij zelf werd gespeeld:
26—21
32:14
14 23
27- -22
22—17
1.
2.
3
4.
5.
spe
23—28.
13—19.
18—40.
40—45.
12-18.
moeten
spelen
of 18—22 cu
17—12? -Uier had' wit
-16, waarna op 45- -50
50 altijd remise volgt.
Leerzaam Is de volgende variant (uit den
dlagrnmstand).
1
2.
3.
4.
5
6.
7.
8.
9.
10.
U.
26-21
32 114
14 23
39- 34
27-22
22-17
2116
17 28
98 39
iy>—33
33—28
1.
2.
3
4
5.
23—28.
13"19.'
13 -40.
40 38.
24—29.
6.- 12 18.
7. 1822.
fi D-
P H3.
D 40.
W-
derdaad zeer ontdaan. Hij had dat dwaze
jonge schepseltje, dat werkelijk niets van ham
tc eischen had, nog wel vijftig pond' 's ja ars
aangeboden en zll had ln ut on die manier be
handcldi
Jordan en groette hem en Sir Jordan streek
de vermoeide lijnen van zJta gc
beantwoordde dien groet beleefd
„Ik hoop dat die jonge vrouw u nlet lastig
gevallen is, mijnheer," zei de politieagent.
„Neen, neen," antwoordde Jordan, ,^iet is
de dochter va noen gepeusiouneerde de 1
de dochter van een bediende van onze familie
en het spijt mij te moeten zeggen' dat zij den
verkeerden weg la opgegaan. Ik heb juist een
woordje van pas tot haar gesproken, agent,
maar ik ben bang hij schudde zuchtend
het hoofd. „Ala je haar aoms om mijn huis
ziet dwalen zou je haar misschien kunnen
te kennen govern dat hm, hm, dat de politie
instructies heeft om te zorgen dat de men
schen niet lastig gevallen woiden. Je begrijpt
mij ongetwijfeld?"
De hand van den politieagent met een bal-
ven souvercin van Jordan er ln, ging naar
zijn helm.
„Ik heb u begrepen, mijnheer. Ik zal haai
waarschuwen, als ik haar daar zie rondsleiN
teren."
„Gaarne. Ooeden nacht, agenit," mompelde
de brave en' strikt zedelijke jonge baron en
met een blik achter zich om zich te overtuigen
of Rachel ln 't gezicht was, ja of neen di l
hij zijn deur met zijn sleutel open en trad bin
nen om de rust te genieten die zulk een ach
tenswaardig gentleman verdiende.
Het was op dien bclfden avond den
avond dat Jordan de smeekbede had afgewe
zen vau hei jonge meisje, 'wier leven hij ver
nietigd had dat Neville, zijn halfbroeder,
de zondebf i vilrt de familie, zooals Jordan
hem noenjde, lederen cent dien hij bezat had
uitgegeven om liet meisje vau hel Verloren
Hoop-kamp n knopen en te redden,
HOOFDSTUK VIII.
Erw a« nog geen mand voorbij gegaan of
Sylvia vertoonde teekenen van beterschap. Ze
zag er nog wel uit aks een veulen maar als
een weldoorvoed en verzorgfd veulen; terwijl
zij, toen Neville of "Jack, zooals hij zich zelf
herdoopt had haar gekocht had, was als
een veulen dat overgelaten geweest was aan
den kouden wind en het slechte weder op een
open heideveld.
Van haar gezicht was de bleeke, verschrikte
uitdrukking verdwenen, die Neville op dien
edaxkwaardlgen avond, toen hij haar voor
et eerst gezien had, recht naar het hart was
■aan, en ofschoon zij sontu stil was en in
terden van een licht datt de hut scheen te
verhelderen, vooral 's avond s wanneer ze
alleen bij de kaar» zat en zvi aan haar naai
werk bezig was, naaiwerk lat gewoonlijk
bestoud uit het rtpareeren Jack'» kleu
ren, die reparatie zeer noo-Ji. hadden.
Haar slem veranderde ook en ofschoon ze
nog laag van toon was, doei beschaafd, er
was een klank in die Neville deed denken
aan klokjes op 'n atóiaad gehoord of een
Aeoliache harp en verscheidene andere mu
ziekinstrumenten. Maar Indien haar stom
edachten verdiept, en de grijze, oogen, don
ker van droefgeestighelld,
B grijzi
bewezen dat zij
aan haar vader had gedacht, het was duide
lijk dat de Tijd, de alvertrooster, zijn hcelende
hand over die would streek en de pijn ver
zachtte.
Metli, die eerst de tegenwoordigheid van
het meisje slechis geduld had en naar nau
welijks aanzag zonder te mompelen„ITce-
rcmijnlljdl negenhonderd pond!" raakte aan
haar gewend en ln eeuig opzicht was ze dol
op haar Ia ieder geval, zij was zoo goed
Sylvia te veroorloven net grootste gedeelte
van liet werk in de hut te doen er. zou haar
vriendelijkheid zoover hebben uitgestrekt,
liet alles aan Svlvia over te laten, maat hier
'•wam Neville tiisschenbeide en deelde Meth
m"e, dat hij niet een dienstbode maar een
zuster" gekdcht Tiad
Naarmate Sylvia sterker werd, werd zij
gelukkiger. Die wondere grijze oogen schit-
aan muziek deed denken, haar lach was mu
ziek zelve, liet ia waar, dat zij slechts zelden
lachte, maar als zij het deed, voelde Neville
zich verplicht ook te lachen en hij betrapte
zich zelf dien lach uit te lokken en blij te
zijn wanneer het hem gelukt was.
'Het was een zonderling leven voor een
jong'meisje. Behalve haar „broer" Jack en
Mcth, zag zij niemand anders dan op een
afstand; want de goudgraver7, die den wenk
begrepen hadden aien Neville aan Locket
gegeven had. vermeden zorgvuldig de buurt
van de Claim van den Jongen Baas en lie
ten hem meer dan ooit mm zich zelf over.
Maar Sylvia scheen het volstrekt niet ver
velend te 'vinden en leek volmaakt tevreden.
Neville had twee of drie boeken gevdnden
op den bodem van zijn koffer: een deel van
Tennyson, Maeaulay's „Engeland," „Wilde
achl in het Westen'' en het „Farmers Vade
Jac
Mei
ecum," en Sylvia zat ze 's avonds tc ver
slinden als ze geen lust had ia handwerken
en bracht er coma een mee naar den rand
van de Claim en zat daar te lezen; dikwijls
echter liet zij het boek zonder er op teletten
ln haar schoot liggen, terwijl haar oogen
qp het knappe gezicht en de krachtige ge-
sifalte gevestigd bleven van haar „bnxider,"
wanneer hij in het stoffige gat pikte en
groef en werkte.
(Wordt vervolgd)
Cw. 19^27 eni dam op 1.
W. 6, 28, 30, 36, 42.
Zwart was aan zet en speelde 123, waar
na wit liet volgen 2822 en 6—1 en daar
door de partij won.
Zwart kan niet anders dan 2345 wit
slaat 2 stukken en wint met vier tegen één.
Ter oplossing voor deze week:
Probleem 507 van P. Kleute Jr. den Haag.
berg Is; begrepen F
De soldaat keek haar vragend aan, toen ze
weer in de keuken kwam1; hij zat op zijn ge
mak, de beenen op de sporten van oen stoei,
en rookte een pijp.
„We mochten niet zoo lachen!" verklaar
de Jans. ,,Die vent is altijd zoo nuezemeczig.
En staat ie zóó. met zijn bulk vooruit"
Jaas meende hem te moeten nadoen, met
geen ander resultaat, dan dat haar atijfge-
steven schort bijna een horizontale richting
aannam: en dan kommandeert ie maar.
't Is hier goed van eten en drinken, maar
.anders hielden ze me niet.
„Jans, heb je hier ook inkt!" vroeg hl],
toen zijn pijp leeggerookt was. Papier en
peh heb ik zelf wel." v
„Moet je aan je melssle schrijven?" infor
meerde ze, het gevraagde aanreikend, met
een oogenlopk die beduidde: Als je er an
ders soms nog geen hebt...„
Hij lachte. „Mijn meisje? Neen!"
„Heb je geen verkeering?" Haar toon
werd dringender. Een oogenblik zag hij
haar ernstig aan.
„Hoor eens. je bent een goeie meid; ik wil
je niet voor aen mal houden."
Uit zijn, binnenzak haalde hij een porte
feuille; toen reikte hij haar een portretje
over, dat een kleine jongen vertoonde, van
een jaar of drie.
„Allemachiesl" riép zeA „wat een lekker
kereltje; 't lijkt wel een piassie, met dat mus-
sie op, mej die kwast!"
„Mijn kleine jongen, Jans. onze eenigst."
,Och gossie." Het flitste aoor haar hoofd
dat ze Tinus toch .maar aan zou houden.
„Is je vrouw nou altijd alleen met hem?"
„Alleen; och nee, ze heeft gezelschap ge
noeg, maar ellendig is het tóch."
Lang bekeek hij het portretje, borg het
toen met een zucht weg.
't Speet Jans, toen de week om was. Ze
had graag wat ntoeite voor hem over gehad,
poetste zijn geweer op, als hij moe en warm
van de marseh kwam, en zette zijn koffie en
thee sterker, dan ze voor zich gewoon was
„Zouden wc mekaar nog wel dereis te-
TUgzten?" zei ze sentimenteel, toen hij baar
de band ten afscheid drukte.
„Wie weet Tegen den winter krijg Ut
misschien zakenvërlof."
„Zakenverlof? Waarvoor?"
„Om sneeuw op te ruimen?" Hij lachte,
en. wuifde nog oens bij het hek. Dien morgen
had hij voor het eerst de kamer betreden;
misschien liet meneer Bardels hem alleen
daar komen, om zijn oogen te kunnen ver
blinden met de pracht van de rood fluwee-
len gordijnen en stoelen, en vergulde lijsten.
Daar had hij driemaal gesalueerd: eenmaal
voor meneer, eenmaal voor mevrouw, en
eenmaal voor de brood-magere dochter des
huizes.
Later vond Jans. toen ze het kopje om-
waschte, waaruit hij voor het laatst thee
had gedronken, twee rijksdaalders onder het
schoteltje.
De winter naderde, en in de provincie
plaats, die het air aannam van een stad
van beschaving en kunstgenot te zijn, be-
onnen de vermakelijkheden, aan dat seizoen
verbonden. Een eerste-rangs. welbekend too-
neelgezelschap uit de .hoofdstad, opende de
rii met een tooneelspel en als nastukje, als
met te zware kost, een ééuacter.
Toen het scherm omhoog ging, stootte me
neer Batdels, met beide el leb oogen, zijn vrou
welijk gezelschap aan. „Zie jc dat, 't lijkt
warempel onze keuken.' wel. Dezelfde reclame
plaat boven den schoorsteen, en' die gekleurde
kommen! Heb je ooitzoo'n to« vaIgezien? Hij
schoof heen en weer van pleizter. De pret
duurde echter niet lang. Bij bet dienstmeisje,
dat aan tafel aardapjx-len zat te schillen',
trad, een soldaat binnen, bepakt en' bezakt,
alsof hij zóó van de reis kwam; en meneer
zou bijna lubben kunnen zweren, dat hij 'dien-
zelfden soldaat méér had gezien, die stem
méér had' geboord. Nog had hij geen kwaadl
vermoeden, totdat een 'aerde persoon ten too-
neele verscheen, een persoon, die verscheidene
hoofden al eens om deed draalen van bezoe
kers, dte vóór hem zaten; een persoon, die
zijn spiegel zou het hem met verpletterende
duidelijkheid kunnen' vertellen, hijzelf geleek.
Hijzelf, gcüjk hij daar nu zat, met grijs ge»
Zw. 17,18, 23, 27 en dam op 13.
W. 24, 29', 30, 38, 39, 43, 44.
Aardig en verrassend!
Opl. voor of op 15 Augustus b. v. d'. blad.
door
T. BRINKGREVE—WICHERINK,
(Nadruk verboden).
Het hoogrood gekleurde gezicht van me
neer Bardels, rentenier en ex-houthandelaar,
zag purper toen hij, tenigkeereode van de
sociëteit, waar bij altijd zijn middagbor
reltje gebruikte, binnentrad m de huiska
mer, waar zijn vrouw en dochter juist aan
de gedekte tafel plaat» namen.
,,Een ch-mdaal I" brieschte hij, „een
.schandaal f Wij krijgen een volle week m
kwartiering in ons huis, met de manoeu
vres.'
„O pa!" riep de dochter uit, terwijl haar
wangen zich hoogcr kleurden.
„O pa!" bouwde bij haar na,'met cynische
openhartigheid er bij voegend: „Maak jij je
nog maar nik» blij. Wij krijgen een soldaat,
een rwone, geipeene soldaat"
Het blosje maakte dadelijk plaats voor een
vale bleekheid.
„Ja, een soldaatI Natuurlijk, de officlcr-
tjra hebben ze al verdeeld bij den notaris,
den ontvanger, overal waar dochters zijn."
Hij keek langa de zijne heen, of ze, een' in
vrouwenkleden "vermomde jongeling was.
„Maar dat zeg lk, geen yoet zet die kerel in
de k mers. Hij kan bij Jans la de keuken
eten, en In het tuinhuis slapen. Zet er maar
een veldlied rteer, hij zal niet beter gewend
zijn." En meneer viel op zijn kalfs-cotelet
anu, ol hij daeht. het onschuldige slachtof
fer vau zijn woede te pakken tc hebben, dat
hij nu meteen maar anu kant maakte.
Na een jvtar dog i. ïdaai."
streepte pantalon en donkere ja», en pc zware
Een- horlogeketting bengelend op het wit
pifjpé vest.
j te
toen dat evenbeeld daar vóór hem bo
on te sprei?* «nu °n driftige, nijdige stem,
fiï
eek'.iig ia
at. «tvfpïi-vr «i «sar mm prweè»
Ba»dei» wa» gif ui fiböoi, toen Rij tegelijker-lachen, ca fiuistsren, en ae aarcht ochcea
lijd bij zijn buren, notaru van Dil. twee of- verdeeld tusschen den toooietepekr die,
ficieren met handdrukken en glimlachjes j volgens het programma, ook de schrijver was
verwelkomd zag worden. Met driftige geba- ij van het stuk en den in zira zweet baoen-
-.len toeschouwer, die geflankeerd: zat tus-
ren beduidde hij dai landsverdediger, die
aanwilde bellen, dat hij achterom moest
gaan, waar Jans al, één stuk nieuwsgierig
heid, bij de bijkeuken wachtte.
In al zijn gewichtigheid ging meneer daar
nu ook heen; zijn vrouw en dochter behoef
den zich pet zoo'n'vent niet af te geven.
Kortaf en uit de hoogte vertelde hij hem,
waar hg kon slapen, dat Jana voor zijn eten
zou zorgen, ea dat, ze verder verwachtten,
zoo min mogelijk last van hem te zullen heb
ben. De ander zei hier niet veel op, gooide
ransel en geweer en verdere pakkage op den
vloer, en ging, na den inwendigen mensch
met brood cn jtolfie versterkt te hebben, naar
zijn hi vak" aan het einde van den turn om
zich te verfrisschen en te slapen.
Uitgerust en opgeknapt zat hij 's avonds
tegenover Jans, die hem al met een schuin
oog bad getaxeerd en bij zichzelf dacht dat
hij toch knapper gezicht had dan béür Ti
nus. al had die een flink'' knevel, en deze een
gezicht zoo glad al3 een hooge zijden hoed.
Aan Tlnus was eigenlijk ook niet weel aan
digs eii dit Was eer. leüJkert hij bleef fat
soenlijk, maar vertelde aardigheden en anec-
dotcn' dat Jans zich soms op de knie sloeg
van het lachen, en haar geschater zelfs tot
binnen doordrong. Meneer Bardels, die zijn
nijd cn jaloezie nog niet te boven was, er
gerde dit in hooge mate. Hij schelde.
Jan» verscheen, met hoogroode kleur.
„Zouden jullie daar achter niet een beetje
mk J '",~l tIi
jHoogheemraadschap
e fatsoen houden; dio vrind schijnt grappig- derkwartier tot taak heeft:
c zijn."
„O," zei Jans, nog nahlkkend, „je lacht Je
gewoon een aap, meheer; hij kan iedereen
nadoen, dé kapitein, de luitenant en de ser-
sjant. Je hebt 't nooit zoo gezien."
,,7.oo; nou, dat bewijst aat 't een brutale,
onbeschofte vent -is Zeg asjeblieft, dat hij
zich kalm houdt, en dat het hier geen her-
sclieni twee, doodverlegen, en tot huilens toe
bewogen dames.
Ten slotte werd het hem te maditig, een
mist kwam voor zijn oogen, en voordat, na
öcn daverend applaus, het doek viel, hadden'
drie mcttechen, als in overhaaste vlucht, do
zaal reeds verlaten'. Toen zij den uitgang be
reikten, klonk op het tooncel een smakelijk
lachen van denr soldaat't kwam zoo in zijn
rol te pas, maar den heer Bardels klonk het
in de ooren als een satanisch hoongelach dat
hem ten eeuwigen dage bij zou blijven.
PROVINCIALE STATEN VAN
NOORD-HOLLAND.
In de zomerzittlng van de Prcv. Staten van
Noord-Holland weid besloten de provincie,
wat aangaat het toezicht over de waterwerken
en polders te verdoelen ln twee kwartieren cn
met prijzenswaardigen spoed bieden Gedep.
Staten reeds thans een ontwerp reglement van
bestuur aan voor het Hoogheemraadschap
van Noord-Holland's Noordei kwartter.
Een uitvoerige nota van toelichting cn een
kaart zijn daaraan toegevoegd en al deze
stukken zijn ter inzage gelegd ln alle binnen
dat waterschap gelegen gemeenten voor de
belanghebbenden.
Uit het ontwerp-reglement blijkt dat het
i Noord-Hollaada Noor-
de verdediging, voor zooverre die niet aan
anderen is opgedragen, van het vaste land
van Noord-Holland' ten noorden van den
Noorder Y-dijk en den St. Aagtendijk tegen
de Noordzee en de Zuiderzee.
Het is belast met1 de zorg voor het on
derhoud en de instandhouding overeenkom
stig hun bestemming van: a. de zeewering
KWUUJU UMM1 OWVAUU, l" K - j
NI
itjr .pj
it:
MfiM
i X. i n ii i, vit vujcu vvu *.,,i tj-.i v ik., ijbifc if mw vit til
n
tri-U-.iWil ïfc.i - v
ti'; j „fct hek duf - K'.'
gmwii
■fmt
■ij.
VIT