DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
De strijd in en
buiten Europa.
Gekocht
FEUILLETON.
No. 212
Honderd en twinstigste Jaargang
1918
llomneiugrlU 411 TOirilttatlllu 4.3 mtindei I US. Ir. I. tut 11.90. Betlluuntn 5 cl MwtdMIi 14 clrooien lotton oaot siaatsrumts Ot. li 0.1 Boot oo BotdelMkarli Boibl Cottoi 1 h» IokBu C l Tol. 3.
DINSDAG BEPTEMBEB
Buitenland.
Staten Generaal.
Binnenland.
PmmPlUBMW brengen
De Duitsche tegenstand wordt opmerkelijk
krachtiger en het heeft er allen schijn van of
de slag weldra een ander karakter zal krijgen,
't zij dat door Duitsche tegenaanvallen de op-
marsch der Geallieerde belangrijk wordt ver
traagd, 't zij de verbondenen zelf op dit ge
deelte van 't gevechtsfront den vijand eenige
dagen rust laten om zich op nieuwe aanvallen
voor te bereiden en inmiddels op een ander
deel van het front waar het tot nut toe rustig
was een nieuw offensief beginnen.
Tusschen de Sensée en de Oise, op welke
plaatsen de Hindenburglinie overschreden of
bereikt is, wordt de Duitsche tegenstand
steeds krachtiger. Hierbij moet in het oog wor
den gehouden, dat de Duitschers wat provian
deering en aanvoer van munitie betreft thans
in gunstiger conditie zijn dan hun tegenstan
ders. De Duitsche verbindingslijnen zijn ver
kort, die van de Geallieerden beduidend lan
ger geworden zoodat de moeilijkheden voor
proviandeering buitengewoon zwaar worden
Daarbij komt dat het terrein, dat de Duit
schers hebben prijs gegeven bijzonder onher
bergzaam is, het is 't terrein dat bij een
vroegeren terugtocht stelselmatig door *de
Duitschers is verwoest, waarvan zij een on
herbergzaam' oord gemaakt hebben om hun
vijanden het bezit er van zoo onvoordeelig mo
gelijk te maken.
Door dit kunstmatig verwoesten van terrein
hebben de Duitschers den opmarsch der Ge
allieerden bijzonder moeilijk gemaakt waar
het betreft de voor het leger benoodigde voor
raden op doeltreffende wijze te kunnen aan
voeren,
Voor de Geallieerden, al mogen zij nood
gedwongen hun tegenstanders eenige rust
gunnen, blijft het noodzakelijk den opmarsch
zoo spoedig mogelijk voort te zetten.
Zij hebben thans het voordeel dat het initia
tief aan hun zijde is en mogen dit voordeel
niet meer verliezen en hun tegenstanders niet
zoolang tijd gunnen, dat deze gelegenheid
krijgen hun linie zoo krachtig mogelijk te
versterken
Tusschen Somme en Oise, aan het Crozat-
kanaal werden hevige gevechten geleverd
waarbij de Franschen er in slaagden het ka
naal over te komen. Ten N. van de Aisne zijn
de Franschen het offensief tegen het massief
van St. Gobain begounen. Juist hier in de
Hindenbufgstel ling zal de tegenstand der
Duitschers bijzonder groot zijn.
De laatste berichten van het gevechtsterrein
geven geen vooruitgang van, beteekenis weer.
De Engelschen melden dat het geschut van
weerskanten bedrijvig is geweest voornamelijk
aan den straatweg tusschen Atrecht en Ka-
tnerijk en in de sectoren van het La Bassée-
kanaal en ljperen.
De Franschen' doen mededeeling van ter
reinwinst ten N. van de Somme tusschen
Avesnes en Clasres aan de overzijde van het
Crozat-kanaal. In de streek van Laffaux wer
den krachtige Duitsche tegenaanvallen afge
slagen.
Volgens het avondcommuniaué hebben' de
Franschen op verschillende punten van het
slagfront opnieuw vooruitgang gemaakt.
Ten N. van de Somme namen zij de dorpen
Etreillers en Roupy, aan den overkant van
het Crozat-kanaal vermeesterden zij Grand-
Sérancourt, Clastreen Montescourt-Lizerolles
en Rémigny.
Ten N, van de Oise naaien de Franschen
het fort van Liez, de bosschen ten N.W. daar
van, de Carlers- en de Roode hoeve. Bezuiden
de Oise bemachtigden zij de steenbakkerij en
het station van Servais.
Verder breidden zij hun stellingen in de
streek ten N. van Laffaux zoomede tusschen
Aisne en Vesle bij Glennes uit.
De Duitschers melden het mislukken van
hernieuwde Britsche aanvallen ten weerszij
den van den straatweg PéronneKamerijk.
Volgens een Reuter-telegram vallen de Brit
ten Gouzaucourt aan en zijn de Franschen
nog maar een viertal mijlen van St. Quentin
verwijderd terwijl hun patrouilles reeds tot La
Fère doordrongen.
Tusschen Atrecht en de Oise naderen de
Duitschers dus meer en meer de H'udenburg-
stelling.
Men mag met belangstelling afwachten of
de Geallieerden hun tijd zullen laten zich
daarin vast te zetten.
Tusschen Drocourt en Quéaut is zij door
broken. Wel een bewijs, dat zij niet onaan
vechtbaar is en een nieuwe doorbraak bij St.
Gobain zal wellicht niet lang meer op zich
laten wachten.
ster is en niet te bewegen is, er maatregelen
tegen te nemen. Het lijdt geen twijfel dat
Shortt's grootste strijd op het oogenblik tegen
zijn eigen ambtenaren gevoerd wordt.
De Japanners rukken uit Wladiwostok
naar Krasnojarsk op. De groote bruggen van
den Iman-spoorweg zijn onbeschadigd geble
ven.
Duitschland heeft zich op een verzoek
van Oekrajina bereid verklaard zijn bemidde-
ing. te geven om de Russlsch-Oekrajlensche
vredesonderhandelingen tot een spoedig einde
te brengen.
Op een vraag van den Rijksdagafge
vaardigde Müller te Meiningen, of de lichtin
gen 1870 tot 1872 naar huis konden worden
gezonden, heeft de regeering geantwoord, dat
dit in afzienbaren tijd niet mogelijk was.
Een Spaansche commissie is naar Rus
land vertrokken om de tsaritsa en haar doch
ters naar Spanje over te brengen. De onder
handelingen daaromtrent moeten zoo goed als
afgeloopen zijn. De tsaritsa zal in het paleis
Magdalene te Santander haar intrek nemen.
Volgens een offioieele mededeeling uit
KORTE BERICHTEN.
De Weensche correspondent van de
Vossische Zeitung seint dat er een geheime
overeenkomst zou bestaan tusschen Oostenrijk
en de Oekraine betreffende het gebied van
Cholm dat reeds aan het militair bestuur te
Lublin zou zijn overgegeven. De correspon
dent voegt hieraan toe dat aan Poolsche poli
tici zou zijn toegezegd dat Oostenrijk bereid
is den Polen ia de Gallicische kwestie verder
tegemoet te komen. De positie van het kabinet
Hussarek is echter niet meer te handhaven en
zijn aftreden wordt in de eerstvolgende dagen
verwacht.
Volgens berichten uit Moskou heeft Le
nin zijn politiek testament opgemaakt. Hierin
geeft hij zijn eventueelen opvolger richtsnoe
ren' aan voor zijn politieke houding zoowel ais
voor de wijze waarop de revolutie tot een suc
cesvol einde kan worden gebracht.
Volgens den correspondent van de Dai
ly News te Dublin, nadert in Ierland een nieu
we crisis. De krachtdadige veldtocht voor de
vrijwillige dienstneming is volslagen mislukt
en wel niet alleen in net nationalistische o'
Sitm-Feinsche Ierland, maar ook in het loya
listische Noorden. Als de regeering dus baa
woord gestand wil blijven, zH zij in October
de leraar, liea&tplichtwei moeten indienen
i Voor zij Ci„„r eenter aan kan denken, zal zij
het land »eel degelijker moeten ontwapenen
en zij zal nu met 'Ulster moeten beginnen.
Shortt heeft, toen de nationalisten hem uit
daagden, 'w het Lagerhuis eenigen tijd gele
den. beloofd, dat hij dat zou doen. Het is na
tuurlijk ook iets zeer gewoons, maar een van
Ierland'» grootste moeilijkheden is dat de
kasteel-regeering zoo partijdig tegenover Ul-
Petrograd zijn als gevolg van den moord op
Uritzky en den aanslag op Lenin honderden
personen,waaronder oud-ministers en andere
notabelen, gefusilleerd.
35 stokers zijn omgekomen bit de tor
pedo-ontploffing in het transportschip Mount
Vernon, ex-Kronprinzessin Cecilie, op 5 dezer
getorpedeerd, maar althans in zoo verre drij
vende gebleven, dat het, 200 mijl afleggend,
een Fransche haven wist te bereiken.
Volgens een V. D.-berich.t uit Berlijn is
de boerenbevolking van Jamburg (bij Petro-
grad) In opstand gekomen en rukt met steun
der Witte Garde op de hoofdstad aan.
Romanones en Alhuceraas pogen hun
partijen te vereenigen, ten einde met het oog
op 't Spaansch-Duitsche conflict een krachti
ge meerderheid in het parlement te vormen.
Duitsche duikbooten hebben in het ver
boden gebied om Engeland 1000 ton scheeps-
ruimte in den grond geboord
De Japanners nebben Chabarovsk be
zet.
Berichten uit Weenec spdcer. over het
aanstaand aftreden van Hertllng, die opge
volgd zou worden door Solf, terwijl Scheide-
mantt en Erzeberger minister zouden worden.
De Engelschen namen in de eerste Sep
tember-week 19000 gevangenen.
In Vlaanderen Hj Wulverghem vechten
Amerikanen mee.
eenzelfde dankbetuiging eervol ontslagen.
Benoemd zijn tot minister van:
Binnenlandsche Zaken en tijdelijk voorzit
ter van den ministerraad jhr. mr. Gh. J. M.
Ruys de Beerenbrouck, commissaris der ko
ningin in Limburg:
Buitenlandsche zaken jhr. mr. dr. H. A.
van Karnebeek, burgemeester van VGraven-
hage;
Justitie mr. Th. Heemskerk, lidi van den
Raad van State;
Financiën mr. S. de Vries Cz., wethouder
van financiën te Amsterdam;
Oorlog jhr. G. A. A. Alting von Geusau,
directeur-generaal van posterijen en tele
grafie;
Waterstaat A. A. H. W. König, hoofd
ingenieur-directeur van den rijkswaterstaat
in de directie Limburg:
Landbouw, Nijverheid en Handel H. A.
van IJsselsteyn, directeur-generaal van den
arbeid;
Koloniën A. F. Idenburg, oud-gouverneur-
generaal van1 Ned.-Indië en lid der Tweede
Camer.
De portefeuille van Marine zal voorioopig
<ad interim worden opgedragen aan den mi
nister van Oorlog.
Het nieuwe Kabinet zal met bekwamen
spoed de instelling bevorderen van twee
nieuwe departementen, en weleen departe
ment van Onderwijs (bij hetwelk oaar alle
waarschijnlijkheid de afaeeling Kunsten en
Wetenschappen, die thans tot Binnenlandsche
Zaken behoort, wordt ondergebracht) en tot
ïoofd waarvan bestemd is dr. J. Th. de Vis
ser, lid van de Tweede Kamer, en een depar
tement van Arbeid, voor welks beheer bestemd
is prof. mr. P. J. M. Aalberse, hooglceraar
aan de Technische Hoogeschool te Delft.
Zijn wij verder wel ingelicht, dan ligt het
n volkomen overeenatemminir met zijn ambt
De leden van de beide Kamers der Staten
Generaal zijn tot een vereenigdc vergadering
in het gebouw der Tweede Kamer bijeengeroe
pen tegen Zaterdag aanstaande, te kwar
vóór 'drie uren des namiddags, voor de slui
ting van de gewone zitting oer Staten-Gene-
Het ligt in het voornemen dat H. M. de
Koningin persoonlijk de nieuwe zitting van
de Staten-Generaal, op Dinsdag 17 dezer za1
openen in de Ridderzaal.
Naar het Engelsch van Gharlea Oarvice.
38)
Neville struikelde over het doodc lichaam
en zag Lavarick met Sylvia voor zich op het
zadel tegenover zich. Hij was blijven staan
bij het hooren van het schot. Met een vloek
trok hij zijn paard aan en deed het keeren
naar Neville; toen' bleef hij staan. Het maan
licht schitterde op den loop van Neville's re
volver, die precies op hem gericht was.
„Schiet hem dood, een van jullie allen 1
riep Lavarick
Terwijl hij dit zei. rukte Sylvia de revol
ver uit zijn hand en haalde den trekker over.
Ze zou Lavarick gedood hebben, want de re
volver stond op zijn borst, maar ongeluk
kig was de loop gedraaid naar een ieege
holte en voordat zij weder kon vuren, had
Lavarick het wapen teruggenomen. Hij
gromde als een hyena.
„Schiet hem dood!" gilde hij weder, het
hoofd bukkende.
Op dat oogenblik uitte een der mannen
een waarschuwenden kreet en Lavaricks
paard, dat reeds verschrikt was, draaide om
en spoedde zich voort. Neville ging op
schotsafstand staan, knielde op één knie om
beter te kunnen mikken. Toen aarzelde hij en
kermde. Als hij Lavarick eens miste en Syl
via trof! Dat gevaar verlamde hem. Zij las
zijn angst op zijn gezicht
„Schiet, Jack, schiet!" kwam van haar
bleeke lippen.
heid en zegepraal draaide Lavarick zich om
en vuurde. De kogel trof Neville in het been.
Hij viel niet, maar waggelde tegen een boom
aan, en daar, niet in staat zich te bewegen,
strekte hij de handen uit, met een blik, met
een kreet, die zulk een doodelijke smart be
vatte, dat ze door geen woorden is te be
schrijven Toen. op dat oogenblik, toe» hij
haar zag wegvoeren, begreep hij, hoe dier-
'im
HET NIEUWE KABINET.
De St. Ct. van gisterenavond bevat een
koninklijk besluit waarbij met ingang van
gisteren, op het daartoe door liem gedaan
verzoek den minister van Staat, den heer mr.
P. W. A. Cort van der Linden, op de meest
eervolle wijze ontslag is verleend als mipister
van binnenlandsche zaken, met dankbetui
ging voor de vele en gewichtige diensten door
hem' aan Hare Majesteit en aan den lande in
buitengewone moeilijke omstandigheden be
wezen. Ook de andere ministers zijn onder
broudk toen voor het lidmaatschap van de
Tweede Kamer, waarin hij sedert 1905 het
district Gulpen vertegenwoordigde.
Jhr. mr. Ch. Ruys de Beerenbroudc stu
deerde aan de Leidsche Universiteit. Na te
zijn gepromoveerd tot doctor in de rechtswe
tenschap (in 1895), vestigde hij zich als ad
vocaat en procureur in zijn geboorteplaats.
In 1899 werd hij aldaar lid' van den gemeen
teraad en in 1901 ambtenaar van het O. M.
bij de kantongerechten in het arrondissement
Maastricht. Vie
lid.
ling van den tijdelijken
den ministerraad om ter verzekering van de
onontbeerlijke eenheid in binnen- en buiten-
landsch beleid, zich daadwerkelijk bezig te
houden met alle bedoeld beleid rakende
vraagstukken, voor zoover zij niet direct de
medewerking verdachten van den gebeden
ministerraad.
Doch aangezien in de tegenwoordige bui
tengewone omstandigheden bedoeld beleid
uiteraard van aanzien lijk grooteren omvang
is dan in normale tijden, zal jhr. Ruys de
Beerenbroudc bij de uitvoering van die taak
zich ter zijde dooi staan door. een daartoe
nader aan te wijzen' staatsambtenaar, wiens
functie zich dan het best laat vergelijken
met die van een staatssecretaris in het bui
tenland.
De overdracht der portefeuilles zal heden
geschieden.
De koningin is gister voormiddag te half
twaalf uur weder uit het Loo in de Residentie
aangekomen, ter beeëdiging van de nieuwe
ministers.
De koningin, die de aftredende ministers
reeds successievelijk ten afscheid had oniyan-
gen, heeft gisternamiddag ten koninklijken
paleize het aftredende hoofd van het vorig ka
mnet, den minister van Staat mr. Cort van der
linden, in afscheidsaudiëntie ontvangen
Jhr. Ruijs de Beerenbrouck werd den ln
December 1873 te Maastricht geboren. Hij is
de zoon van den oud-minister van justitie
jhr. mr. G. Ruys de Beerenbrouck, die tot voor
enkele maanden Commissaris der Koningin
in de provincie Limburg was, in welk ambt de
thans opgetreden minister van binnenland
sche zaken zijn vader onlangs opvolgde. Door
zijn benoeming tot commissaris der koningin
bedankte de heer jhr. Ch. Ruys de Beeren
riep Lord Lorrimore uit
De kapitein stak de hand omhoog.
„Gecu haast, mijnheer," zei hij met de
koelheid van een man, die aan zulke toonee
baar zij hem was.
„Sylvia 1 Sylvia 1" wceiKtonx uuor nn
bosch en de beantwoordende kreet keerde te
rug tot hem: „Jack! Jack!"
Toen viel hij voorover en alles was stil.
HOOFDSTUK XIX.
Lorrimore werd gewekt door het geluid
van revolverschoten. Oogenblikkelijk was hij
overeind gesprongen en bijna op hetzelfde
oogenblik was de rest der veiligheidsbende
ontwaakt en op de been. Lorrimore, opge
schrikt uit een droom over Andrey, keek ver
ward om zich heen. Het kostte hem moeite te
beseffen waar hij was.
„Het zijn die schurken," zei de aanvoerder
der politiebende, „als het geluk ons wat. die
nen wil, dan hebben wij ze dezen keer. Stil
te is het wachtwoord!" en hij steeg te paard.
„Vooruit jongens," zei hij fluisterend. „Nie
mand schieten voordat ik het geboden heb.
Zij reden vlug voort, maar voorzichtig.
Het geluid van schieten had opgehouden,
maar plotseling deed zich in de diepe stilte
van het bosch een doordringende, hartver-
scheurende gil hooren. Het bloed vloog Lor
rimore naar het gezicht.
„Groote hemell" zei hij, „dat is een vrou
wenstem."
„U hebt gelijk mijnheer, dat is zoo," stem'
de de aanvoerder toe.
„In God» naam, laten we spoed maken!
zullen voor den rechter verschijnen en zoo
veel recht zal hun geschieden als ze velen
kunnen. Lorrimore had moeite zijn schui
mend paard in bedwang te houden. De kapi
tein hield zijn paafd even daarna stil, boog
zichi voorover tot zijn hoofd den nek van
z n paard haast raakte en luisterde met aan
dacht. Toen wuifde hij met de hand rechts
en links. „Verspreid je," zei hij, „en rijdt ze
achterna ze zijn voor ons uit."
Alsof het hardrijders waren, die op het
woord „Vooruit" gewacht hadden, spoedden
de opgewonden mannen zich voorwaarts,
zonder le letten op de overhangende takken,
en het dichte struikgewas. Lorrimore dreef
zijn paard-tot den grootsten spoed aan, of
schoon het dier, met het vlugge instinct van
het paard, begreep, dat het iets achterna zat
en geen aandrijven noodig had. Weldra
hoorden ze het geluid van paardehoeven
voor hun uit en Lorrimore's hart sprong op
van vreugde toen hij een van de roovers door
de opening tusschen de boomen zag stormen.
De kapitein zag hem ook en met de hand aan
den mond schreeuwde hij: „Sta stil of ik
schiet P'
De roover drukte zijn sporen in zijn paard,
de kapitein schoot en de man hief de handen
op en viel achterover.
„Nummer één," zei hij grimmig. „Wij heb
ben getoond, dat wij in ieder geval ons vak
verstaan."
Terwijl hij dit zeide suisde een kogel
langs Lorrimore's oor.
/ter jaren later werd hij Kamer-
De nieuw opgetreden minister is Kamerheer
i.b.d. van. de koningin en ridder in de Orde
van den Nederlandschen Leeuw.
Mr. S. de Vries Cz. (anti-rev.), de nieuw
opgetreden Minister van Financiën, was laat
stelijk wethouder van financiën te Amster
dam, na te voren wethouder van onderwijs al
daar te zijn geweest.
In 1902 volgde hij den heer Idenburg na
diens benoeming tot minister van koloniën
qp als Tweede Kamer-lid voor het kiesdistrict
Gouda. In 1905 werd hij niet herkozen. In
December 1907 werd hij andermaal naar de
Volksvertegenwoordiging afgevaardigd, toen
voor het kiesdistrict Sneek, ter voorziening in
de vacature-Okma. In October 1908 nam bij
wegens zijn benoeming tot wethouder van on
derwijs te Amsterdam, ontslag als Kamerlid.
De heer De Vries werd 9 Januari 1869 ge
boren.
Jhr. O. A A Aiding von Oeusm (katho
liek) maakte, vóórdat hij in 1913 benoemd
werd tot directeur-generaal van de posterijen
en etlegrafie, gedurende eeni 30-tal jaren deel
uit van het ofticierskorps van het Nederlands
sdhe leger. Véle jaren was hij geplaatst bij
den gencralen staf.
Jhr: Van Karnebeek, minister van buiten
landsche Zaken, is sedert Augustus 1911
burgemeester van 's-Gravenhage. In dat ambt
toonde hij zich een krachtig, bekwaam en
scherpzinnig bewindsman. De heer van Kar
nebeek, die den 21en Augustus 1874 werd
geboren, is de zoon van den oud-minister van
buitenlandsche zaken, minister van Staat jhr.
mr. A. P. C. van Karnebeek.
Vóórdat jhr. Van Karnebeek het burge
meesterschap van de residentie aanvaardde,
was hij o.a. ambtenaar aan het Depariocuent
van Koloniën.
Mr. Th. Heemskerk, de nieuw benoemde mi
nister van justitie, maakt thans voor dc tree-
de maal deel uit van de regeering. Immers na
't aftreden in 1908 van 't kabinet-De Meester,
rrad de heer Heemskerk op als samensteller en
leider van het nieuwe ministerie, waarin hij
den zetel van minister van binnenlandsche
zaken bezette. Kort na zijn aftreden in 1913
werd mr. Heemskerk benoemd tot lid van den
Raad van State, ter vervanging van den heer
Cort van der Linden, toen deze minister van
binnenlandsche zaken werd.
Bij de jongste Kamerverkiezingen in Jluli
werd hij gekozen tot Tweede Kamerlid, voer
welk lidmaatschap hij een paar weken geleden
bedankte.
Mr. P. J. M. Aalberse (R.-K.), die bestemd
is om als hoofd op te treden van het nieuw
in te stellen departement van arbeid, werd
op 27 Maart 1871 te Leiden géboren en pro
moveerde aldaar in 1897. Hij vestigde zich
daar als advocaat. In 1899 werd hij gekozen
tot lid van den Leidschen gemeenteraad' en
van 1901 Tot 1903 was hij wethouder van so
ciale aangelegenheden en openbare hygiëne.
- Na dr. Schaepman's dood werd mr. Aal
berse in Februari 1903 tot Kamerlid voor
Almelo gekozen ïn 1916 trad hij als Kamer
lid af in verband met zijn benoeming tot
hoogleeraar aan de Technische Hoogeschool
te Delft, waar hij het handelsrecht doceerde,
staathuishoudkunde, arbeids- en fabriekswet-
„Laag voorover, mijnheer," zei de kapi
tein, „de heele bende is hier in de buurt en
de grap is begonnen."
Een zwerm van kogels versterkte deze be
wering en een der agenten viel uit het zadel.
Lord Lorrimore was woedend. Hij zag tus
schen de boomen door hoe de roovers reden
om hun dierbaar leven ie redden. Tusschen
hem en hen bevond zich een greppel. In kal
mer oogenbllkkcn zou Lorrimore er niet over
gedacht hebben er over heen te springen,
maar nu liet hij zonder aarzelen zijn paard
zijn gang gaan en het dier verhief zich en
sprong als "een vogel over de greppel heen.
Terwijl hij dit deed zag hij plotseling iemand
voorbij snellen, maar toch niet zoo snel of
Lorrimore bespeurde, dat de man iets voor
zich op het zadel had liggen. Oogenblikkelijk
begreep hij dat dat „iets" een vrouw was.
Hij kon geschoten hebben als hij niet bang
was geweest gevaar te loopen haar te raken
in plaats van den maner was niets anders
aan te doen dan hem achterna te zetten en in
te halen.
Lavarick zat op het beste paard, dat tot de
troep behoorde en het dier was frisch, ter
wijl dat van Lorrimore vrij afgemat was door
den marsch van den vorigen aag en de vree
selijke galop door het struikgewas van het
boschmaar Lorrimore had geen races over
heggen en steggen gereden zonder te leeren,
dat net niet altijd het beste paard is. dat dé
overwinning behaalt
Hij hield zijn paard' even in, lette op de
richting die Lavarick volgde, zag dat
zich naar de open vlakte begaf en met een
kleinen omweg kwam hij op hetzelfde oogen
blik als Lavarick uit het bosch te voorschijn
maar op een ander punt. Het was nu een
open wedren. Lavarick keek om, nam het
paard en zijn berijder nauwkeurig op, trok
zijn revolver en schooi* op Lorrimore, maar
belemmerd door zijn bewustelooze last en
door de snelheid waarmee hij voortreed, kon
bij niet precies mikken en hij richtte geen on
heil aan Het was moeilijk te zeggen hoeveel
moeite het Lorrimore kostte geen kogel te
zenden door den rug vart den schavuit, maar
de tegenzin van den Enkelschman een man
in den rug te treffen, hield zijn hand terug
en hij stelde zich tevreden zoo snel door te
rijden als hij kon. Hij hoorde achter zich een
afschuwelijk geluid van schieten en gillen,
maar Lorrimore lette er ternauwernood op.
Het was de man met de hulpelooze vrouw,
die hij wenschte te vangen en stellig van
plan was te krijgen.
Het was geen zeer uitgestrekte vlakte, Lor
rimore zag een donkere rij boomen, die den
ingang vormden tot een bosch, zooals ze er
pas een verlaten hadden. Daarheen begaf La
varick zich. Indien hij dat maar bereiken kon
zou hij een welbekende list in practijk kup-
nen brengen. Hij was van plan af te stijgen,
zijn paard los te laten en zich zelf en Sylvia
tusschen de struiken te verbergen, er op re
kenend, dat de vervolger het ruiterlooze
paard zou nazetten.
Hij wist, dat zijn. paard beter was en een
leelijke glimlach vertoonde zich om zijn lee-
lijken mond, maar de glimlach verdween
toen hij het getrappel van zijn vervolger's
paard duidelijker hoorde. Lorrimore won
terrein op hem. Zij naderden al meer en meer
den donkeren omtrek van het bosch Of
schoon Lorrimore de voorgenomen list van
Lavarick niet vermoedde, voelde hij toch ia
zeker opzicht, dat hij den man moest tes
houden voordat zij de vlakte verlaten1
den.
WohH Bfowolgd.
rai"-
zi]n
varick