DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. De strijd in en buiten Europa. Gekocht FEUILLETON. No. 212 Honderd en twinstigste Jaargang 1918 llomneiugrlU 411 TOirilttatlllu 4.3 mtindei I US. Ir. I. tut 11.90. Betlluuntn 5 cl MwtdMIi 14 clrooien lotton oaot siaatsrumts Ot. li 0.1 Boot oo BotdelMkarli Boibl Cottoi 1 h» IokBu C l Tol. 3. DINSDAG BEPTEMBEB Buitenland. Staten Generaal. Binnenland. PmmPlUBMW brengen De Duitsche tegenstand wordt opmerkelijk krachtiger en het heeft er allen schijn van of de slag weldra een ander karakter zal krijgen, 't zij dat door Duitsche tegenaanvallen de op- marsch der Geallieerde belangrijk wordt ver traagd, 't zij de verbondenen zelf op dit ge deelte van 't gevechtsfront den vijand eenige dagen rust laten om zich op nieuwe aanvallen voor te bereiden en inmiddels op een ander deel van het front waar het tot nut toe rustig was een nieuw offensief beginnen. Tusschen de Sensée en de Oise, op welke plaatsen de Hindenburglinie overschreden of bereikt is, wordt de Duitsche tegenstand steeds krachtiger. Hierbij moet in het oog wor den gehouden, dat de Duitschers wat provian deering en aanvoer van munitie betreft thans in gunstiger conditie zijn dan hun tegenstan ders. De Duitsche verbindingslijnen zijn ver kort, die van de Geallieerden beduidend lan ger geworden zoodat de moeilijkheden voor proviandeering buitengewoon zwaar worden Daarbij komt dat het terrein, dat de Duit schers hebben prijs gegeven bijzonder onher bergzaam is, het is 't terrein dat bij een vroegeren terugtocht stelselmatig door *de Duitschers is verwoest, waarvan zij een on herbergzaam' oord gemaakt hebben om hun vijanden het bezit er van zoo onvoordeelig mo gelijk te maken. Door dit kunstmatig verwoesten van terrein hebben de Duitschers den opmarsch der Ge allieerden bijzonder moeilijk gemaakt waar het betreft de voor het leger benoodigde voor raden op doeltreffende wijze te kunnen aan voeren, Voor de Geallieerden, al mogen zij nood gedwongen hun tegenstanders eenige rust gunnen, blijft het noodzakelijk den opmarsch zoo spoedig mogelijk voort te zetten. Zij hebben thans het voordeel dat het initia tief aan hun zijde is en mogen dit voordeel niet meer verliezen en hun tegenstanders niet zoolang tijd gunnen, dat deze gelegenheid krijgen hun linie zoo krachtig mogelijk te versterken Tusschen Somme en Oise, aan het Crozat- kanaal werden hevige gevechten geleverd waarbij de Franschen er in slaagden het ka naal over te komen. Ten N. van de Aisne zijn de Franschen het offensief tegen het massief van St. Gobain begounen. Juist hier in de Hindenbufgstel ling zal de tegenstand der Duitschers bijzonder groot zijn. De laatste berichten van het gevechtsterrein geven geen vooruitgang van, beteekenis weer. De Engelschen melden dat het geschut van weerskanten bedrijvig is geweest voornamelijk aan den straatweg tusschen Atrecht en Ka- tnerijk en in de sectoren van het La Bassée- kanaal en ljperen. De Franschen' doen mededeeling van ter reinwinst ten N. van de Somme tusschen Avesnes en Clasres aan de overzijde van het Crozat-kanaal. In de streek van Laffaux wer den krachtige Duitsche tegenaanvallen afge slagen. Volgens het avondcommuniaué hebben' de Franschen op verschillende punten van het slagfront opnieuw vooruitgang gemaakt. Ten N. van de Somme namen zij de dorpen Etreillers en Roupy, aan den overkant van het Crozat-kanaal vermeesterden zij Grand- Sérancourt, Clastreen Montescourt-Lizerolles en Rémigny. Ten N, van de Oise naaien de Franschen het fort van Liez, de bosschen ten N.W. daar van, de Carlers- en de Roode hoeve. Bezuiden de Oise bemachtigden zij de steenbakkerij en het station van Servais. Verder breidden zij hun stellingen in de streek ten N. van Laffaux zoomede tusschen Aisne en Vesle bij Glennes uit. De Duitschers melden het mislukken van hernieuwde Britsche aanvallen ten weerszij den van den straatweg PéronneKamerijk. Volgens een Reuter-telegram vallen de Brit ten Gouzaucourt aan en zijn de Franschen nog maar een viertal mijlen van St. Quentin verwijderd terwijl hun patrouilles reeds tot La Fère doordrongen. Tusschen Atrecht en de Oise naderen de Duitschers dus meer en meer de H'udenburg- stelling. Men mag met belangstelling afwachten of de Geallieerden hun tijd zullen laten zich daarin vast te zetten. Tusschen Drocourt en Quéaut is zij door broken. Wel een bewijs, dat zij niet onaan vechtbaar is en een nieuwe doorbraak bij St. Gobain zal wellicht niet lang meer op zich laten wachten. ster is en niet te bewegen is, er maatregelen tegen te nemen. Het lijdt geen twijfel dat Shortt's grootste strijd op het oogenblik tegen zijn eigen ambtenaren gevoerd wordt. De Japanners rukken uit Wladiwostok naar Krasnojarsk op. De groote bruggen van den Iman-spoorweg zijn onbeschadigd geble ven. Duitschland heeft zich op een verzoek van Oekrajina bereid verklaard zijn bemidde- ing. te geven om de Russlsch-Oekrajlensche vredesonderhandelingen tot een spoedig einde te brengen. Op een vraag van den Rijksdagafge vaardigde Müller te Meiningen, of de lichtin gen 1870 tot 1872 naar huis konden worden gezonden, heeft de regeering geantwoord, dat dit in afzienbaren tijd niet mogelijk was. Een Spaansche commissie is naar Rus land vertrokken om de tsaritsa en haar doch ters naar Spanje over te brengen. De onder handelingen daaromtrent moeten zoo goed als afgeloopen zijn. De tsaritsa zal in het paleis Magdalene te Santander haar intrek nemen. Volgens een offioieele mededeeling uit KORTE BERICHTEN. De Weensche correspondent van de Vossische Zeitung seint dat er een geheime overeenkomst zou bestaan tusschen Oostenrijk en de Oekraine betreffende het gebied van Cholm dat reeds aan het militair bestuur te Lublin zou zijn overgegeven. De correspon dent voegt hieraan toe dat aan Poolsche poli tici zou zijn toegezegd dat Oostenrijk bereid is den Polen ia de Gallicische kwestie verder tegemoet te komen. De positie van het kabinet Hussarek is echter niet meer te handhaven en zijn aftreden wordt in de eerstvolgende dagen verwacht. Volgens berichten uit Moskou heeft Le nin zijn politiek testament opgemaakt. Hierin geeft hij zijn eventueelen opvolger richtsnoe ren' aan voor zijn politieke houding zoowel ais voor de wijze waarop de revolutie tot een suc cesvol einde kan worden gebracht. Volgens den correspondent van de Dai ly News te Dublin, nadert in Ierland een nieu we crisis. De krachtdadige veldtocht voor de vrijwillige dienstneming is volslagen mislukt en wel niet alleen in net nationalistische o' Sitm-Feinsche Ierland, maar ook in het loya listische Noorden. Als de regeering dus baa woord gestand wil blijven, zH zij in October de leraar, liea&tplichtwei moeten indienen i Voor zij Ci„„r eenter aan kan denken, zal zij het land »eel degelijker moeten ontwapenen en zij zal nu met 'Ulster moeten beginnen. Shortt heeft, toen de nationalisten hem uit daagden, 'w het Lagerhuis eenigen tijd gele den. beloofd, dat hij dat zou doen. Het is na tuurlijk ook iets zeer gewoons, maar een van Ierland'» grootste moeilijkheden is dat de kasteel-regeering zoo partijdig tegenover Ul- Petrograd zijn als gevolg van den moord op Uritzky en den aanslag op Lenin honderden personen,waaronder oud-ministers en andere notabelen, gefusilleerd. 35 stokers zijn omgekomen bit de tor pedo-ontploffing in het transportschip Mount Vernon, ex-Kronprinzessin Cecilie, op 5 dezer getorpedeerd, maar althans in zoo verre drij vende gebleven, dat het, 200 mijl afleggend, een Fransche haven wist te bereiken. Volgens een V. D.-berich.t uit Berlijn is de boerenbevolking van Jamburg (bij Petro- grad) In opstand gekomen en rukt met steun der Witte Garde op de hoofdstad aan. Romanones en Alhuceraas pogen hun partijen te vereenigen, ten einde met het oog op 't Spaansch-Duitsche conflict een krachti ge meerderheid in het parlement te vormen. Duitsche duikbooten hebben in het ver boden gebied om Engeland 1000 ton scheeps- ruimte in den grond geboord De Japanners nebben Chabarovsk be zet. Berichten uit Weenec spdcer. over het aanstaand aftreden van Hertllng, die opge volgd zou worden door Solf, terwijl Scheide- mantt en Erzeberger minister zouden worden. De Engelschen namen in de eerste Sep tember-week 19000 gevangenen. In Vlaanderen Hj Wulverghem vechten Amerikanen mee. eenzelfde dankbetuiging eervol ontslagen. Benoemd zijn tot minister van: Binnenlandsche Zaken en tijdelijk voorzit ter van den ministerraad jhr. mr. Gh. J. M. Ruys de Beerenbrouck, commissaris der ko ningin in Limburg: Buitenlandsche zaken jhr. mr. dr. H. A. van Karnebeek, burgemeester van VGraven- hage; Justitie mr. Th. Heemskerk, lidi van den Raad van State; Financiën mr. S. de Vries Cz., wethouder van financiën te Amsterdam; Oorlog jhr. G. A. A. Alting von Geusau, directeur-generaal van posterijen en tele grafie; Waterstaat A. A. H. W. König, hoofd ingenieur-directeur van den rijkswaterstaat in de directie Limburg: Landbouw, Nijverheid en Handel H. A. van IJsselsteyn, directeur-generaal van den arbeid; Koloniën A. F. Idenburg, oud-gouverneur- generaal van1 Ned.-Indië en lid der Tweede Camer. De portefeuille van Marine zal voorioopig <ad interim worden opgedragen aan den mi nister van Oorlog. Het nieuwe Kabinet zal met bekwamen spoed de instelling bevorderen van twee nieuwe departementen, en weleen departe ment van Onderwijs (bij hetwelk oaar alle waarschijnlijkheid de afaeeling Kunsten en Wetenschappen, die thans tot Binnenlandsche Zaken behoort, wordt ondergebracht) en tot ïoofd waarvan bestemd is dr. J. Th. de Vis ser, lid van de Tweede Kamer, en een depar tement van Arbeid, voor welks beheer bestemd is prof. mr. P. J. M. Aalberse, hooglceraar aan de Technische Hoogeschool te Delft. Zijn wij verder wel ingelicht, dan ligt het n volkomen overeenatemminir met zijn ambt De leden van de beide Kamers der Staten Generaal zijn tot een vereenigdc vergadering in het gebouw der Tweede Kamer bijeengeroe pen tegen Zaterdag aanstaande, te kwar vóór 'drie uren des namiddags, voor de slui ting van de gewone zitting oer Staten-Gene- Het ligt in het voornemen dat H. M. de Koningin persoonlijk de nieuwe zitting van de Staten-Generaal, op Dinsdag 17 dezer za1 openen in de Ridderzaal. Naar het Engelsch van Gharlea Oarvice. 38) Neville struikelde over het doodc lichaam en zag Lavarick met Sylvia voor zich op het zadel tegenover zich. Hij was blijven staan bij het hooren van het schot. Met een vloek trok hij zijn paard aan en deed het keeren naar Neville; toen' bleef hij staan. Het maan licht schitterde op den loop van Neville's re volver, die precies op hem gericht was. „Schiet hem dood, een van jullie allen 1 riep Lavarick Terwijl hij dit zei. rukte Sylvia de revol ver uit zijn hand en haalde den trekker over. Ze zou Lavarick gedood hebben, want de re volver stond op zijn borst, maar ongeluk kig was de loop gedraaid naar een ieege holte en voordat zij weder kon vuren, had Lavarick het wapen teruggenomen. Hij gromde als een hyena. „Schiet hem dood!" gilde hij weder, het hoofd bukkende. Op dat oogenblik uitte een der mannen een waarschuwenden kreet en Lavaricks paard, dat reeds verschrikt was, draaide om en spoedde zich voort. Neville ging op schotsafstand staan, knielde op één knie om beter te kunnen mikken. Toen aarzelde hij en kermde. Als hij Lavarick eens miste en Syl via trof! Dat gevaar verlamde hem. Zij las zijn angst op zijn gezicht „Schiet, Jack, schiet!" kwam van haar bleeke lippen. heid en zegepraal draaide Lavarick zich om en vuurde. De kogel trof Neville in het been. Hij viel niet, maar waggelde tegen een boom aan, en daar, niet in staat zich te bewegen, strekte hij de handen uit, met een blik, met een kreet, die zulk een doodelijke smart be vatte, dat ze door geen woorden is te be schrijven Toen. op dat oogenblik, toe» hij haar zag wegvoeren, begreep hij, hoe dier- 'im HET NIEUWE KABINET. De St. Ct. van gisterenavond bevat een koninklijk besluit waarbij met ingang van gisteren, op het daartoe door liem gedaan verzoek den minister van Staat, den heer mr. P. W. A. Cort van der Linden, op de meest eervolle wijze ontslag is verleend als mipister van binnenlandsche zaken, met dankbetui ging voor de vele en gewichtige diensten door hem' aan Hare Majesteit en aan den lande in buitengewone moeilijke omstandigheden be wezen. Ook de andere ministers zijn onder broudk toen voor het lidmaatschap van de Tweede Kamer, waarin hij sedert 1905 het district Gulpen vertegenwoordigde. Jhr. mr. Ch. Ruys de Beerenbroudc stu deerde aan de Leidsche Universiteit. Na te zijn gepromoveerd tot doctor in de rechtswe tenschap (in 1895), vestigde hij zich als ad vocaat en procureur in zijn geboorteplaats. In 1899 werd hij aldaar lid' van den gemeen teraad en in 1901 ambtenaar van het O. M. bij de kantongerechten in het arrondissement Maastricht. Vie lid. ling van den tijdelijken den ministerraad om ter verzekering van de onontbeerlijke eenheid in binnen- en buiten- landsch beleid, zich daadwerkelijk bezig te houden met alle bedoeld beleid rakende vraagstukken, voor zoover zij niet direct de medewerking verdachten van den gebeden ministerraad. Doch aangezien in de tegenwoordige bui tengewone omstandigheden bedoeld beleid uiteraard van aanzien lijk grooteren omvang is dan in normale tijden, zal jhr. Ruys de Beerenbroudc bij de uitvoering van die taak zich ter zijde dooi staan door. een daartoe nader aan te wijzen' staatsambtenaar, wiens functie zich dan het best laat vergelijken met die van een staatssecretaris in het bui tenland. De overdracht der portefeuilles zal heden geschieden. De koningin is gister voormiddag te half twaalf uur weder uit het Loo in de Residentie aangekomen, ter beeëdiging van de nieuwe ministers. De koningin, die de aftredende ministers reeds successievelijk ten afscheid had oniyan- gen, heeft gisternamiddag ten koninklijken paleize het aftredende hoofd van het vorig ka mnet, den minister van Staat mr. Cort van der linden, in afscheidsaudiëntie ontvangen Jhr. Ruijs de Beerenbrouck werd den ln December 1873 te Maastricht geboren. Hij is de zoon van den oud-minister van justitie jhr. mr. G. Ruys de Beerenbrouck, die tot voor enkele maanden Commissaris der Koningin in de provincie Limburg was, in welk ambt de thans opgetreden minister van binnenland sche zaken zijn vader onlangs opvolgde. Door zijn benoeming tot commissaris der koningin bedankte de heer jhr. Ch. Ruys de Beeren riep Lord Lorrimore uit De kapitein stak de hand omhoog. „Gecu haast, mijnheer," zei hij met de koelheid van een man, die aan zulke toonee baar zij hem was. „Sylvia 1 Sylvia 1" wceiKtonx uuor nn bosch en de beantwoordende kreet keerde te rug tot hem: „Jack! Jack!" Toen viel hij voorover en alles was stil. HOOFDSTUK XIX. Lorrimore werd gewekt door het geluid van revolverschoten. Oogenblikkelijk was hij overeind gesprongen en bijna op hetzelfde oogenblik was de rest der veiligheidsbende ontwaakt en op de been. Lorrimore, opge schrikt uit een droom over Andrey, keek ver ward om zich heen. Het kostte hem moeite te beseffen waar hij was. „Het zijn die schurken," zei de aanvoerder der politiebende, „als het geluk ons wat. die nen wil, dan hebben wij ze dezen keer. Stil te is het wachtwoord!" en hij steeg te paard. „Vooruit jongens," zei hij fluisterend. „Nie mand schieten voordat ik het geboden heb. Zij reden vlug voort, maar voorzichtig. Het geluid van schieten had opgehouden, maar plotseling deed zich in de diepe stilte van het bosch een doordringende, hartver- scheurende gil hooren. Het bloed vloog Lor rimore naar het gezicht. „Groote hemell" zei hij, „dat is een vrou wenstem." „U hebt gelijk mijnheer, dat is zoo," stem' de de aanvoerder toe. „In God» naam, laten we spoed maken! zullen voor den rechter verschijnen en zoo veel recht zal hun geschieden als ze velen kunnen. Lorrimore had moeite zijn schui mend paard in bedwang te houden. De kapi tein hield zijn paafd even daarna stil, boog zichi voorover tot zijn hoofd den nek van z n paard haast raakte en luisterde met aan dacht. Toen wuifde hij met de hand rechts en links. „Verspreid je," zei hij, „en rijdt ze achterna ze zijn voor ons uit." Alsof het hardrijders waren, die op het woord „Vooruit" gewacht hadden, spoedden de opgewonden mannen zich voorwaarts, zonder le letten op de overhangende takken, en het dichte struikgewas. Lorrimore dreef zijn paard-tot den grootsten spoed aan, of schoon het dier, met het vlugge instinct van het paard, begreep, dat het iets achterna zat en geen aandrijven noodig had. Weldra hoorden ze het geluid van paardehoeven voor hun uit en Lorrimore's hart sprong op van vreugde toen hij een van de roovers door de opening tusschen de boomen zag stormen. De kapitein zag hem ook en met de hand aan den mond schreeuwde hij: „Sta stil of ik schiet P' De roover drukte zijn sporen in zijn paard, de kapitein schoot en de man hief de handen op en viel achterover. „Nummer één," zei hij grimmig. „Wij heb ben getoond, dat wij in ieder geval ons vak verstaan." Terwijl hij dit zeide suisde een kogel langs Lorrimore's oor. /ter jaren later werd hij Kamer- De nieuw opgetreden minister is Kamerheer i.b.d. van. de koningin en ridder in de Orde van den Nederlandschen Leeuw. Mr. S. de Vries Cz. (anti-rev.), de nieuw opgetreden Minister van Financiën, was laat stelijk wethouder van financiën te Amster dam, na te voren wethouder van onderwijs al daar te zijn geweest. In 1902 volgde hij den heer Idenburg na diens benoeming tot minister van koloniën qp als Tweede Kamer-lid voor het kiesdistrict Gouda. In 1905 werd hij niet herkozen. In December 1907 werd hij andermaal naar de Volksvertegenwoordiging afgevaardigd, toen voor het kiesdistrict Sneek, ter voorziening in de vacature-Okma. In October 1908 nam bij wegens zijn benoeming tot wethouder van on derwijs te Amsterdam, ontslag als Kamerlid. De heer De Vries werd 9 Januari 1869 ge boren. Jhr. O. A A Aiding von Oeusm (katho liek) maakte, vóórdat hij in 1913 benoemd werd tot directeur-generaal van de posterijen en etlegrafie, gedurende eeni 30-tal jaren deel uit van het ofticierskorps van het Nederlands sdhe leger. Véle jaren was hij geplaatst bij den gencralen staf. Jhr: Van Karnebeek, minister van buiten landsche Zaken, is sedert Augustus 1911 burgemeester van 's-Gravenhage. In dat ambt toonde hij zich een krachtig, bekwaam en scherpzinnig bewindsman. De heer van Kar nebeek, die den 21en Augustus 1874 werd geboren, is de zoon van den oud-minister van buitenlandsche zaken, minister van Staat jhr. mr. A. P. C. van Karnebeek. Vóórdat jhr. Van Karnebeek het burge meesterschap van de residentie aanvaardde, was hij o.a. ambtenaar aan het Depariocuent van Koloniën. Mr. Th. Heemskerk, de nieuw benoemde mi nister van justitie, maakt thans voor dc tree- de maal deel uit van de regeering. Immers na 't aftreden in 1908 van 't kabinet-De Meester, rrad de heer Heemskerk op als samensteller en leider van het nieuwe ministerie, waarin hij den zetel van minister van binnenlandsche zaken bezette. Kort na zijn aftreden in 1913 werd mr. Heemskerk benoemd tot lid van den Raad van State, ter vervanging van den heer Cort van der Linden, toen deze minister van binnenlandsche zaken werd. Bij de jongste Kamerverkiezingen in Jluli werd hij gekozen tot Tweede Kamerlid, voer welk lidmaatschap hij een paar weken geleden bedankte. Mr. P. J. M. Aalberse (R.-K.), die bestemd is om als hoofd op te treden van het nieuw in te stellen departement van arbeid, werd op 27 Maart 1871 te Leiden géboren en pro moveerde aldaar in 1897. Hij vestigde zich daar als advocaat. In 1899 werd hij gekozen tot lid van den Leidschen gemeenteraad' en van 1901 Tot 1903 was hij wethouder van so ciale aangelegenheden en openbare hygiëne. - Na dr. Schaepman's dood werd mr. Aal berse in Februari 1903 tot Kamerlid voor Almelo gekozen ïn 1916 trad hij als Kamer lid af in verband met zijn benoeming tot hoogleeraar aan de Technische Hoogeschool te Delft, waar hij het handelsrecht doceerde, staathuishoudkunde, arbeids- en fabriekswet- „Laag voorover, mijnheer," zei de kapi tein, „de heele bende is hier in de buurt en de grap is begonnen." Een zwerm van kogels versterkte deze be wering en een der agenten viel uit het zadel. Lord Lorrimore was woedend. Hij zag tus schen de boomen door hoe de roovers reden om hun dierbaar leven ie redden. Tusschen hem en hen bevond zich een greppel. In kal mer oogenbllkkcn zou Lorrimore er niet over gedacht hebben er over heen te springen, maar nu liet hij zonder aarzelen zijn paard zijn gang gaan en het dier verhief zich en sprong als "een vogel over de greppel heen. Terwijl hij dit deed zag hij plotseling iemand voorbij snellen, maar toch niet zoo snel of Lorrimore bespeurde, dat de man iets voor zich op het zadel had liggen. Oogenblikkelijk begreep hij dat dat „iets" een vrouw was. Hij kon geschoten hebben als hij niet bang was geweest gevaar te loopen haar te raken in plaats van den maner was niets anders aan te doen dan hem achterna te zetten en in te halen. Lavarick zat op het beste paard, dat tot de troep behoorde en het dier was frisch, ter wijl dat van Lorrimore vrij afgemat was door den marsch van den vorigen aag en de vree selijke galop door het struikgewas van het boschmaar Lorrimore had geen races over heggen en steggen gereden zonder te leeren, dat net niet altijd het beste paard is. dat dé overwinning behaalt Hij hield zijn paard' even in, lette op de richting die Lavarick volgde, zag dat zich naar de open vlakte begaf en met een kleinen omweg kwam hij op hetzelfde oogen blik als Lavarick uit het bosch te voorschijn maar op een ander punt. Het was nu een open wedren. Lavarick keek om, nam het paard en zijn berijder nauwkeurig op, trok zijn revolver en schooi* op Lorrimore, maar belemmerd door zijn bewustelooze last en door de snelheid waarmee hij voortreed, kon bij niet precies mikken en hij richtte geen on heil aan Het was moeilijk te zeggen hoeveel moeite het Lorrimore kostte geen kogel te zenden door den rug vart den schavuit, maar de tegenzin van den Enkelschman een man in den rug te treffen, hield zijn hand terug en hij stelde zich tevreden zoo snel door te rijden als hij kon. Hij hoorde achter zich een afschuwelijk geluid van schieten en gillen, maar Lorrimore lette er ternauwernood op. Het was de man met de hulpelooze vrouw, die hij wenschte te vangen en stellig van plan was te krijgen. Het was geen zeer uitgestrekte vlakte, Lor rimore zag een donkere rij boomen, die den ingang vormden tot een bosch, zooals ze er pas een verlaten hadden. Daarheen begaf La varick zich. Indien hij dat maar bereiken kon zou hij een welbekende list in practijk kup- nen brengen. Hij was van plan af te stijgen, zijn paard los te laten en zich zelf en Sylvia tusschen de struiken te verbergen, er op re kenend, dat de vervolger het ruiterlooze paard zou nazetten. Hij wist, dat zijn. paard beter was en een leelijke glimlach vertoonde zich om zijn lee- lijken mond, maar de glimlach verdween toen hij het getrappel van zijn vervolger's paard duidelijker hoorde. Lorrimore won terrein op hem. Zij naderden al meer en meer den donkeren omtrek van het bosch Of schoon Lorrimore de voorgenomen list van Lavarick niet vermoedde, voelde hij toch ia zeker opzicht, dat hij den man moest tes houden voordat zij de vlakte verlaten1 den. WohH Bfowolgd. rai"- zi]n varick

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1918 | | pagina 1