DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
De strijd in en buiten Europa.
Gekocht
No. 245
Roncbro en twintigste Jaargang.
1918.
Abonnementsprils bij vooruitbetaling p. 3 maanden fIJS, fr. p. post fUO Bewijsnummers 5 ct Advertentieprijs 15 ct. p. regel, grootere letters naar
VRIJDAG
i. Br. fr. N.T. Boek- en Handelsdrukkerij Herms. Coster 4 Zn., Yoordam C 9, Tel. 3
18 OCTOBER.
FEUILLETON.
Staten Generaal.
Binnenland.
De Nieuwe Rotterdamsche Courant, het
anders zoo vertrouwbare dagblad, schijnt
dezer dagen een weinig zenuwachtig te zijn.
Zij wil de wereldgeschiedenis vooruit loo-
pen en het tot stand komen van den vrede eer
der publiceeren dan dit in werkelijkheid
plaats vindt.
De laatste dagen bulletineert de N. R. Ct.
dan ook sensationeele berichten, die het even
wel genoodzaakt is den volgenden dag als
onjuist of voorbarig te erkennen.
Dat dergelijke berichten groote verwarring
stichten, vooral op de beurs, laat zich begrij
pen.
Woensdagmiddag deelden wij onder voor
behoud een telegram van' de N. R. Ot. mede,
waarin werd medegedeeld, dat de Duitsche
regeering alle eischen zou inwilligen wan
neer slechts met de belangen van het Duitsche
volk werd rekening gehouden. De N. R. Ct.
moest denzelfden avond erkennen, dat dit be
richt niet juist was.
En gisteren bulletineerde hetzelfde dagblad,
dat de Duitsche bladen de mededeeling zou
den bevatten, dat de Duitsche legerleiding
bevel zou hebben gegeven, alle verwoesting
gen in het ontruimde gebied te staken, welk
bericht door een Wolff-telegram weer werd
tegengesproken.
De N. R. Ct. is waarlijk niet het eenjge
blad, dat in deze spannende dagen het hoofd
verliest. Er zijn er wel andere, die maar
op goed geluk af de meest sensationeele be
richten bulletineeren, die later öf tegenge
sproken, öf eenvoudig doodgezwegen wor
den.
Zoo ooit dan is juist thans, nu de gebeele
wereld vol geruchten en voorspelb'ngen is, de
uiterste voorzichtigheid geboden en dient het
onbetrouwbare kaf van het meer officieele
koren gescheiden te worden.
Het Duitsche antwoord liet tot nu toe op
zich wachten wat niet verwonderlijk is als
men bedenkt, dat ook commissies uit den
Bondsraad en den Rijksdag in de samenstel
ling van dat antwoord gekend moeten wor
den.
In Engeland schijnt men eveneens mét de
meest verschillende geruchten overs rroomd
te worden zoodat heel wat bladen berichten
publiceeren die later onjuist blijken.
Maar men troost zich daar mét de gedach
te, dat wat niet is nog kan komen en zoo
wordt b.v. medegedeeld, dat de capitula
tie van Duitschland en de troonsafstand van
den keizer officieel worden tegengesproken
maar er toch neiging bestaat om ze als ver
schijnselen te aanvaaren voor wat in een
misschien niet te ver verwijderde toekomst te
verwachten is.
Uit Berlijn wordt gemeld, dat de officieele
tekst van Wilson's nota gisteren nog niet te
Berlijn was aangekomen en dat de beraad
slagingen over. de beantwoording der nota
aan den gang zijn maar vóór de aankomst
van den „...ueelen tekst nog niet tot een
bindende beslissing kunnen leiden. De eerst
volgende Rijksdagzitting welke op heden
was vastgesteld, moest opnieuw worden uit
gesteld.
Een telegram uit Berlijn aan de Frank
furter Nachrchter meldt, dat in de zittingen
der Rijksdaggroepen de opvatting heerscht,
dat Wilson's nota de vredesonderhandelingen
wel moeilijker maakt doch niet afbreekt. Het
nieuwe antwoord van Duitschland zal, vol
gens dit telegram, niet afwijzend zijn, doch in
een verzoenlijken -geest zijn vervat
Naa* bat Etfgelsch vaa Qinrfas Qaaucae.
66)
„Op mijn woord van eer! dat is een schui
ne streek van uriep hij uit met echte be
wondering. „Het is knap, bepaald knap be
dacht. Ik had zelfs niets slimmers kunnen be
denken. Maar", hij boog zich voorover en
zag Jordan met zijn wreeae oogen sluw aan
„het helpt niet. De oude man verbrandde
het testament niet, want het bestaat nog."
Jordan klemde de handen samen en hield
zijn lippen stil.
„Dat is een leugen", zei hij. „Als het nog
bestaat, waar is het dan? Wie heeft het? O!"
want Lavarick's gezicht antwoordde hem
voordat deze nog kon uit snauwen
„Ik heb het!"
HOOFDSTUK XXXII.
De „Richt Honourable Sir Jordan Lynne,
Baronet", lid van het Parlement, liet een
Wat betreft Wilson's eischen inzake El-
zas-Lotharingen waren de meeningen tot nu
toe verdeeld.
Punt 8 van Wilson's beginselen' meldt, dat
het onrecht, dat in 1871 door Pruisen aan
Frankrijk is aangedaan terzake Elzas-Lotha-
ringen en dat gedurende bijna 50 jaar den
vrede van de wereld in gevaar heeft gehou
den, moet worden hersteld op een' zoodanige
wijze, dat de vrede opnieuw in ieders belang
kan worden verzekerd.
Het is begrijpelijk, dat velen daarin niet
den eisch gevonden hebben, dat Elzas-Lotha-
ringen definitief aan Frankrijk moest worden
afgestaan. Maar uit New-York wordt thans
aan de-Matin geseind, dat een medewerker
van de New York Times uit gezaghebbende
bron heeft vernomen, dat de president den te
rugkeer van Elzas-Lotharingen bij Frankrijk
bedoelt.
Wellicht heeft Wilson om op alle gebeur
lijkheden voorbereid te zijn in zijn beginselen
opzettelijk slechts vaag over Elzas-Lotha
ringen1 gesproken om zijn meening te kunnen
verduidelijken al naar de omstandigheden dit
later wenschelijk mochten doen blijken.
Meer en meer blijkt dat de Amerikaansche
president de diplomaat is waartegen de Duit
sche diplomaten niet opgewassen zijn.
Oostenrijk-Hongarije wacht tot nu toe te
vergeefs op de afzonderlijke nota die Wilson
de Monarchie heeft toegezegd.
Wellicht slaat de Amerikaansche président
belangstellend gade wat zich de laatste da
gen in de Monarchie afspeelt om met het oog
daarop in zijn antwoord bepaalde eischen fe
kunnen stellen.
En inmiddels blijft het afwachten.
'Het Duitsche antwoord zal wel niet lang
meer op zich laten wachten en hoewel bladen
als de Germania er op wijzen, dat het Ehiit
sche volk bij onrechtmatige eischen1 der En
tente opnieuw zal opstaan en overwinnen of
ten onder zal'gaan, ziet het er toch niet naar
uit of het Duitsche antwoord den pas voor
verdere besprekingen zal afsnijden. Meer en
meer blijkt, dat men in Duitschland zoo hard
naar rust en vrede verlangt, dat men heel
wat esichen van den tcgjnstander zond°r pro
test zal inwilligen.
Oostenrijk-Hongarije m?akt dagen van
buitengewone beteeken is door, ai raakt in het
belangrijke wereldgebeuren het vraagstuk
van den binnen landschen toestand in de Mo
narchie een weinig op den achtergrond.
Wij meldden reeds, dat keizer Karei de
vooraanstaande mannen op politiek gebied bij
zich ontvangen had, wat het -oorspel van
groote veranderingen in de Monarchie kon
genoemd worden.
Men vei-wachtte een manifest van den keizer
betreffende de federatie van Oostenrijk. Oos
tenrijk zal in een bondsstaat worden veran
derd. Dc naties zullen zich het zelfbeschik
kingsrecht kunnen verzekeren en zich als
zelfstandige staten kunnen constitueeren, al
zullen er gemeenschappelijke belangen blij
ven.
Vólgens een telegram tiit Weenen dacht
men voorloopig aan dc constitueering van
een Duitsch-Oostenrijkschen staat, een Tsje-
chischen staat, een Illyrischen staat, die het
Slavische deel van Stiermarken, Istrië en
Dalmatie zal omvatten' en een Oekraijenschen
staat in het gebied van Oostenrijksch Gali-
cië.
Het Roemeensche vraagstuk en de kwestie
van een vereeniging van Bosnië en Herzego-
v-lpek over zijn witte lippen komen.
„Heb jij het?" stamelde hij
Lavarick knikte glimlachend en zwaaide
S>en ki
e hij.
zijn voet heen en weer met onbeschaamde
koelbloedigheid.
„Ja, Sir Jordan, ik heb het. Toen u de ka
mer was uitgegaan om met de verpleegster
te praten, sloop ik naar binnen, pakte het tes
tament op van den grond waar u het in de
haast had laten vallen en klom het raam
weer uit. U dacht dat ik niet binnen geweest
was, voordat u mij zag en toch lijkt het wel
zonderling dat een verstandige man zooals u
niet begreep waar het testament gebleven was,
vindt u niet?"
Daar stond Jordan met ter neer geslagen
oogen en trachtte te beseffen wat er met hem
gebeurd was. Deze schavuit, de ontsnapte ge
vangene, een man wiens durf zijn slimheid
evenaarde, had hem, Sir Jordan, in zijn
macht. Met één woord kon hij het testament
vertoonen en Sir Jordan ruïneeren, want het
verlies van twee derden van zijn bezitting,
hoe groot die ook was, be tee kende een betrek-
kelijken ondergang voor een man van Sir
Jordan's positie. Een minister, die van plan
is Minister-President te worden, heeft al het
geld noodig dat hij maaj: krijgen kan. Het
wina met Kroatië en Slavonië zoudeni voor
loopig onbeslist blijven, daar deze vraagstuk
ken de Hongaarsche belangen raken. Even
eens zou van de regeling der Poolsche kwes
tie worden afgezien, daar het Poolsche ge
bied in Oostenrijk van de lijst van het bezit
van het Habsburgsche huis geschrapt zou
worden.
Gemeld wordt, dat dé regeering zich de
vorming van deze staten op deze wijze zoo
denkt, dat weldra de vertegenwoordigers der
afzonderlijke volken van Oostenrijk in het
Oostenrijksche huis van afgevaardigden een
constituante zullen vormen.
Uit deze bekendmaking mag afgeleid wor
den, dat Poolsch Gaiicië vrijwillig door
Oostenrijk aan Polen zal worden afgestaan.
In het 'Hongaarsche Huis van afgevaardig
den is het warm toegegaan en klonken her
haaldelijk interrupties, waarin op een zelf
standig onafhankelijk Hongarije werd aan
gedrongen.
De minister-president deelde het Huis me
de, dat de keizer het ontslag van het ministe
rie niet aangenomen heeft en zeide dat als
Oostenrijk op federatieven grondslag is ge
reorganiseerd, Hongarije zich op den grond
slag van de personeele Unie stelt en dienover
eenkomstig haar politiek in economisch op
zicht en in verband met de verdediging, onaf
hankelijkheid en zelfstandigheid in elkaar zal
zetten.
Zoover, aldus ministerWekerle, volkomen,
individueele rechtsgelijkheid het gedoogt en
afdoende zorg voor de een- en ondeelbaarheid
voor den staat het mogelijk maakt, zullea wij
gaarne de eischen der nationaliteiten inwilli
gen en met in 'achtneming van hun wenschen
het parlement de betrokken vooratellen doen.
Mits de staatkundige gemeenschap ge
handhaafd blijft, komen wij den wensen der
Kroaten bereidwillig, tegemoet om.de met hen
aangegane overeenkomst te herzien, ten einde
hun wenschen in den geest hunner natuurlijke
ontwikkeling te kunnen vervullen.
De minister-president eindigde met de luide
toegejuichte oproep om zoo lang de vréde er
nog niet is, de handen ineen te slaan bij het
verwezenlijken van een zelfstandig en onaf-
har v elijk Hongarije.
Uit Weemsi wordt nader gémeLd, dat heden
een keizerlijke proclamatie is verschenen,
waarin worden aangekondigd een Keizerdom
Oostenrijk (bestaande uit de Duitsche pro
vincies), een Keizerrijk Bohemen, een Keizer
rijk ilicz (bestaande uit de Gekraine en O.
Gai, ië) en een Keizerrijk Illyrië (bestaande
uit de Zuid-Slavische landen).
'.uii de Polen uit W, Gallicië zal vrijheid
worden gegeveD te beslissen of zij zich bij
het Koninkrijk Polen willen aansluiten. Triest
wordt Rijksgebied. Deze Staten zullen een
g Km dtappe lijken monarch hebben. Ook
(ie vertegenwoordiging naar buiten en de ver
dediging zullen gemeenschappelijk zijn. De
kwesties betreffende Bosnië en Herzegovina
en de Roem'eensche vraagstukken blijven met
het oost op Hongarije nog hangende. De in-
teg; ,.i Hongarije blijft onaangetast. De
aansluiting vaa Dtiiisch-Bohemiea bij
Du, ciCh-Ooétenrijk isi aangekondigd. Voor de
regeling van territoriale grenzen worden
commissies ingesteld. Als basis wordt de re
geling voor de Rijksraad-verkiezingen aange
kondigd.
Uit het bovenstaande kan wel blijken, dat
Oostenrijk jaren van groote beteeken is door
leeft.
Er zullen nog heel wat geschillen uit den
weg geruimd moeten worden. De Tsjecho
helpt een politicus niet of hij knap is, tenzij
hij de goudstukken: bezit, waarmede hij de
gelegenheid kan koopen om zijn schrander
heid te vertoonen.
Hoe rijk hij ook was met al het geld van
kan koopen om zijn schranderheid te vertoo
nen. Hoe rijk hij ook was met al het geld van
Sir Greville, Jordan kon geen cent missen, en
ten minste niet het grootste gedeelte van zijn
rijkdom.
En dan daarenboven het schandaal! Hoe
zouden zijn vijanden en wat een menigte
vijanden had hij met kreten van genot
toespringen op die geschiedenis van het ver
loren testament en het spoedig in de wereld
rondbazuinen. Vaarwel dan alle grootheid
voor den „Right Honourable" Sir Jordan.
Zijn kaars zou uit geblazen.worden en voor
goed. Het zou zijn ondergang zijn, zoowel
voor zijn beurs als voor zijn goéden naam,
en die Neville, de halfbroeder, dien hij altijd
gehaat had, en dat onbekende meisje, zouden
bloeien en prospereeren te zijnen koste
Deze gedachte, het visioen opgeroepen
door de overdenkingen, maakte hem beurte
lings heet en koud. Het kostte wat het wilde,
hij moest dezen man omkoopen en 't geld
hemden. Maar eerst zou hij het met een klei-
Slowaken hebben reeds medegedeeld, zich
met een en ander niet te kunnen vereenigen.
Met belangstelling mag afgewacht worden
welk brouwsel uit den Oostenrijkschen hek
senketel ten slotte te voorschijn zal komen.
De Monarchie is met de ontruiming dér
bezette gebieden in Servië, Albanië en1 Mon
tenegro begonnen en schijnt dus al Wilson's
eischen te willen voorkomen.
Van het W. oorlogstooneel zijn de voor
naamste berichten, dat Rijssel genomen is en
dat Oostende weer in handen der Geallieer
den is.
Fransche cavalierie-patrouilles die verken
ningen deden, keerden terug met het bericht,
dat er in Oostende geen Duitschers meer wa
ren. Vice-admiraal Keijes landde reeds te
Oostende en naar ons heden geseind werd,
zijn daar ook reeds de koning en de koningin
van België aangekomen, die daar feestelijk
verwelkomd werden. In de stad waren tal van
vlaggen uitgestoken.
De Belgen zijn de Ijzer overgetrokken en
rukken op in de richting van Oostende. Zij
kwamen tevens vooruit ten Ni. van Thourout
en in de richting van Thielt.
De ontruiming van de geheelë Vlaamsche
kust zal welniet lang meer op zich laten
wachten.
Volgens een officiéél bericht uit Londen
zijn de Britten Douai binnengedrongen.
Het Duitsche middag-communiqué van he
den erkent de ontruiming van een deel van
Vlaanderen met de steden Oostende, Thour-
coing, Roubaix, Rijssel en Douai en het be
zetten van achterwaartsche stellingen en deelt
mede, dat vijandelijke doorbraakpogingen
tusschea Brugge en de Leye verhinderd wer
den.
Verder wordt medegedeeld dat de vijand
tusschen Le Cateau en Aisonville in de Duit
sche linies drong maar teruggeworpen werd,
waarbij Aisonville in Duitsche handen bleef.
Aan beide zijden van Le Cateau zouden vij
andelijke aanvallen mislukt zijn.
TWEEDE KAMER.
Ln de zitting van gisteren was aan de orde.
de interpellatie-Schaper over de denkbeelden
van de regeering inzake de voedselvoorzie
ning.
De heer De Wijkerslooth zette zijn
gisteren afgebroken rede voort. 'Hij waar
schuwde in 't belang van den eerbied voor de
wet tegen te veel, en te ver gaande maatrege
len en tegen te groote centralisatie en keurde
in verband daarmede den aardappelopslag
goed.
De vorige regeering maakte zich ook
schuldig aan te slap optreden tegen nalatige
burgemeesters; aan te groote geheimzinnig
heid; aan het niet voldoende rekening houden
met aard en gewoonten van producenten.
Spr. meende reden te hebben te mogen ver
wachten dat deze regeering een betere rich
ting zal uitgaan.
Hij wees ook op de lichtpunten in' het be
leid der vorige regeering en hoopte dat ook
deze regeering niet op kosten zou zien. Spr.
betreurde in dit verband de prijsverhooging
van sommige artikelen en het afzien van
vleeschdistributie. Hij wilde geen welstands-
grenzen en geen overheidswinkels en drong
ook zeer op een1 zoo spoedig mogelijk prijsge
ven van de ambtenarij aan.
Minister van IJsselstein deelde me
de, dat, hoewel het Nesderlandsch-landbouw-
comité met 11 tegen 9 stemmen en de advi
seurs van den minister adviseerden voort te
gaan met het afmaken van vee ter bestrijding
van het mond- en klauwzeer, bevel is gegeven
tot het staken van het afmaken om de groote
duurte, om 't belang van de voedselvoorzie
ning en omdat exportbelangen thans niet
wegen.
De heer Weitkamp bepleitte de belan-
ne uitdaging probeeren. Hij riep met moeite
eindelijk een glimlach om zijn lippen te voor
schijn het had lang geduurd voor het zoo
ver was en keek op.
„Om er dan eens over te praten", zei hij
en hij wist dat zijn stem onduidelijk en zwaar
klonk, „wij willen aannemen dat je dat testa
ment gestolen hebt, dan zie ik niet best in
welk nut je er van hebben kunt".
„O neen, begrijpt u dat niet?" vroeg Lava
rick met een onheilspellenden grijn3.
„Neen", zei Jordan, „in de eerste plaats, je
kunt er haast niet mee voor den dag komen,
je kunt geen rekenschap geven hoe het in je
bezit gekomen is zonder je zelf te beschuldi
gen van dé misdaad het gestolen te hebben,
om niet eens te spreken van het gevaar dat je
loopt of liever de zekerheid opnieuw gevan
gen genomen te worden".
„Dat is mijn plan".
„Je bent eenmaal van valschheid in ge
schriften beschuldigd, laat mij, je daaraan
even herinneren", ging Jordan voort, „en je
zou moeilijk kunnen bewijzen dat dit testa
ment echt is, want ik zou natuurlijk het te
gendeel verklaren".
„Natuurlijk; maar u vergeet juffrouw Par-
rons, die getuige geweest is".
gen van de zandboeren. Hij betoogde dat de
gemeenschapszin van de boeren ten voor
beeld kan worden gesteld aan anderen en
vroeg hoe het staat met den mestaanvoer.
De heer Dresselhuys betoogde, dat
geen nieuw stelsel is aanbevolen. De heer
Schaper drong alleen a'an op verscherping
van net stelsel-Posthuma en nu meende apr.,
dat die verscherping den toestand alleen
slechter zou maken. De motie-Schaper is een
slag in het water. Hij waarschuwde tegen
onvoorzichtigheid met het verbieden van den
uitvoer.
Spr. achtte het laten van graan aan de
boeren gevaarlijk, het zou te veel vorderen
van den graanvoorraad. Controle is onmoge
lijk en de verleiding tot te veel gebruik is
veel te groot.
De heer Van Bereateijn vroeg aan
den heer Wijnkoop hoe wij zullen kunnen in
voeren zonder uitvoer en aan de regeering of
er thans meer medewerking bestaat tusschen
de verschillende departementen. Hij bepleitte
het verschil in behandeling van klei- en zand
boeren, en een wijziging van de jachtwet.
Spr. wees in dit verband ook op de wensche-
lijkheid cm Schiedam voor goed gesloten te
houden.
De heer K o 11 h e k betoogde dat het teelt
plan moet beruéten op een absoluut uitvoer
verbod. Hij gaf den heer Schaper in overwe
ging dit in zijn motie op te nemen. Hij weer
sprak ooit iets gezegd of geschreven te hebben
over de centrale keuken te Amsterdam, al
achtte hij d't instituut een middel om dc
volksvoeding naar beneden te drukken.
(Spr. wérd herhaaldelijk onderbroken door
uitroepen van de S.D.A P.ers.) Nog dro ig
hij aan op besten diging van de wachtgelö .n-
regeling voor sigarenmakers.
De heer A. P. Staalman had den mi
nister met vertrouwen aan het bewind1 zien
komen en dat vertrouwen was door het ant
woord van den minister niet beschaamd. 1 tij
hoopte dat de minister een einde zou maken
aan de woekerwinsten van middenstand' rs
en anderen. Daaraan staat zijn steun voor de
regeering afhankelijk.
Ten half zes werden de beraadslagingen
verdaagd tot heden 1 uur.
UITVOER VAN SIGAREN'.
Naar men verneemt, laat het zich aanzien,
dat binnenkort een beperkte export van si
garen zal worden toegestaan, waardoor de
positie van fabrikanten zoowel als van werk
lieden in geheel ons land veel verbeterd' zou
worden. Er is spiake van dat van het surplus
van een' milliard sigaren, dat thans aanwezig
is, een kwantum van 500 millioen sigaren,
geëxporteerd zou mogen worden. Wanneer
dat besluit, dat men binnen een week tege
moet ziet, gevallen is, zou men het in vak
kringen' het meest aanbevelenswaardig vin
den, als 'een verdeeling dier export over alie
fabrikanten gemaakt zou worden.
Men meent, dat de meest eenvoudige en
eerlijke verdeeling zou zijn. indien de minis
ter toestemming gaf, dat elke fabrikant een
bepaald kwantum sigaren per sigarenma
ker (welke op 1 Januari 1918 bij hem werk
zaam was) zou mogen exporteeren. Het Rijks
bureau voor Tabak bezit een1 nauwkeurige
opgave van het aantal sigarenmakers bij
eiken fabrikant.
Er zijn in Nederland circa 18,000 sigaren
makers werkzaam, waarvan minstens 1/4 ge
deelte bijfabrikanten, die nooit geëxporteerd
hebben of ni de toekomst zullen exporteeren.
Blijven dus over circa 13,500 sigaren-ma
kers voor het reeds hierboven genoemde
kwantum van 500 millioen sigaren, zijnde
dus per sigarenmaker circa 37,000 sigaren.
Medegedeeld wordt, dat heden een1 audiën
tie zal plaats hebben bij den minister van
landbouw met de vertegenwoordigers der
hoofdbesturen van dé werkliedenórganisaties
over deze aangelegenheid.
DE RIJKSMIDDELEN.
De maand September heeft zich, wat de
opbrengst der Rijksmiddelen betreft, geken
merkt door aanzienlijke schommelingen. Het
was in de eerste plaats de inkomstenbelas
ting, die meer dan tweemaal zooveel ople
verde dan in September van het vorige jaar.
Ook de personeele belasting, de suikeraccijns,
„Ik vergeet niets, man, maar laten wij ven-
onderstellen je kunt .een jury overtuigen dat
dit kostbare document echt is (ik zou het te
genspreken en mijn' laatste cent aan een pro
ces willen besteden; en bedenk: ik ben in het
bezit van de erfenis, dus ik heb negen punten
van de wet aan mijn zijde), dan zie ik nog
niet in hoe je dat helpen zou aan hetgeen je
noodig hebt geld. Je zegt dat mijn half
broeder Neville begunstigd wordt door het
tes+ament; hij kan dood zijn. Ik geloof dat dit
niet onwaarschijnlijk is".
„Dat kan wezen", zei Lavarick.
„Goed; de eenige andere persoon die nu in
aanmerking komt is dat meisje, waarvan ik
niets weet, en jij ook niet, denk ik. Zij kan
best dood zijn, ze kan gestorven zijn zelfs
voordat het testament gemaakt werd".
Lavarick boog zich voorover met zijn hen-
den op de tafel en glimlachte zegepralend in
Jordan's oogen.
„Zij leeft!" zei hij langzaam en met na
druk.
Jordan kromp ineen en sloeg de oogen
niet op.
„Je zegt dat!" zeg. „Je zal het dienen te
bewijzen".
(Wordt vervolgd).
COURANT.