DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. De strijd in en buiten Europa. Gekocht No. 245 Roncbro en twintigste Jaargang. 1918. Abonnementsprils bij vooruitbetaling p. 3 maanden fIJS, fr. p. post fUO Bewijsnummers 5 ct Advertentieprijs 15 ct. p. regel, grootere letters naar VRIJDAG i. Br. fr. N.T. Boek- en Handelsdrukkerij Herms. Coster 4 Zn., Yoordam C 9, Tel. 3 18 OCTOBER. FEUILLETON. Staten Generaal. Binnenland. De Nieuwe Rotterdamsche Courant, het anders zoo vertrouwbare dagblad, schijnt dezer dagen een weinig zenuwachtig te zijn. Zij wil de wereldgeschiedenis vooruit loo- pen en het tot stand komen van den vrede eer der publiceeren dan dit in werkelijkheid plaats vindt. De laatste dagen bulletineert de N. R. Ct. dan ook sensationeele berichten, die het even wel genoodzaakt is den volgenden dag als onjuist of voorbarig te erkennen. Dat dergelijke berichten groote verwarring stichten, vooral op de beurs, laat zich begrij pen. Woensdagmiddag deelden wij onder voor behoud een telegram van' de N. R. Ot. mede, waarin werd medegedeeld, dat de Duitsche regeering alle eischen zou inwilligen wan neer slechts met de belangen van het Duitsche volk werd rekening gehouden. De N. R. Ct. moest denzelfden avond erkennen, dat dit be richt niet juist was. En gisteren bulletineerde hetzelfde dagblad, dat de Duitsche bladen de mededeeling zou den bevatten, dat de Duitsche legerleiding bevel zou hebben gegeven, alle verwoesting gen in het ontruimde gebied te staken, welk bericht door een Wolff-telegram weer werd tegengesproken. De N. R. Ct. is waarlijk niet het eenjge blad, dat in deze spannende dagen het hoofd verliest. Er zijn er wel andere, die maar op goed geluk af de meest sensationeele be richten bulletineeren, die later öf tegenge sproken, öf eenvoudig doodgezwegen wor den. Zoo ooit dan is juist thans, nu de gebeele wereld vol geruchten en voorspelb'ngen is, de uiterste voorzichtigheid geboden en dient het onbetrouwbare kaf van het meer officieele koren gescheiden te worden. Het Duitsche antwoord liet tot nu toe op zich wachten wat niet verwonderlijk is als men bedenkt, dat ook commissies uit den Bondsraad en den Rijksdag in de samenstel ling van dat antwoord gekend moeten wor den. In Engeland schijnt men eveneens mét de meest verschillende geruchten overs rroomd te worden zoodat heel wat bladen berichten publiceeren die later onjuist blijken. Maar men troost zich daar mét de gedach te, dat wat niet is nog kan komen en zoo wordt b.v. medegedeeld, dat de capitula tie van Duitschland en de troonsafstand van den keizer officieel worden tegengesproken maar er toch neiging bestaat om ze als ver schijnselen te aanvaaren voor wat in een misschien niet te ver verwijderde toekomst te verwachten is. Uit Berlijn wordt gemeld, dat de officieele tekst van Wilson's nota gisteren nog niet te Berlijn was aangekomen en dat de beraad slagingen over. de beantwoording der nota aan den gang zijn maar vóór de aankomst van den „...ueelen tekst nog niet tot een bindende beslissing kunnen leiden. De eerst volgende Rijksdagzitting welke op heden was vastgesteld, moest opnieuw worden uit gesteld. Een telegram uit Berlijn aan de Frank furter Nachrchter meldt, dat in de zittingen der Rijksdaggroepen de opvatting heerscht, dat Wilson's nota de vredesonderhandelingen wel moeilijker maakt doch niet afbreekt. Het nieuwe antwoord van Duitschland zal, vol gens dit telegram, niet afwijzend zijn, doch in een verzoenlijken -geest zijn vervat Naa* bat Etfgelsch vaa Qinrfas Qaaucae. 66) „Op mijn woord van eer! dat is een schui ne streek van uriep hij uit met echte be wondering. „Het is knap, bepaald knap be dacht. Ik had zelfs niets slimmers kunnen be denken. Maar", hij boog zich voorover en zag Jordan met zijn wreeae oogen sluw aan „het helpt niet. De oude man verbrandde het testament niet, want het bestaat nog." Jordan klemde de handen samen en hield zijn lippen stil. „Dat is een leugen", zei hij. „Als het nog bestaat, waar is het dan? Wie heeft het? O!" want Lavarick's gezicht antwoordde hem voordat deze nog kon uit snauwen „Ik heb het!" HOOFDSTUK XXXII. De „Richt Honourable Sir Jordan Lynne, Baronet", lid van het Parlement, liet een Wat betreft Wilson's eischen inzake El- zas-Lotharingen waren de meeningen tot nu toe verdeeld. Punt 8 van Wilson's beginselen' meldt, dat het onrecht, dat in 1871 door Pruisen aan Frankrijk is aangedaan terzake Elzas-Lotha- ringen en dat gedurende bijna 50 jaar den vrede van de wereld in gevaar heeft gehou den, moet worden hersteld op een' zoodanige wijze, dat de vrede opnieuw in ieders belang kan worden verzekerd. Het is begrijpelijk, dat velen daarin niet den eisch gevonden hebben, dat Elzas-Lotha- ringen definitief aan Frankrijk moest worden afgestaan. Maar uit New-York wordt thans aan de-Matin geseind, dat een medewerker van de New York Times uit gezaghebbende bron heeft vernomen, dat de president den te rugkeer van Elzas-Lotharingen bij Frankrijk bedoelt. Wellicht heeft Wilson om op alle gebeur lijkheden voorbereid te zijn in zijn beginselen opzettelijk slechts vaag over Elzas-Lotha ringen1 gesproken om zijn meening te kunnen verduidelijken al naar de omstandigheden dit later wenschelijk mochten doen blijken. Meer en meer blijkt dat de Amerikaansche president de diplomaat is waartegen de Duit sche diplomaten niet opgewassen zijn. Oostenrijk-Hongarije wacht tot nu toe te vergeefs op de afzonderlijke nota die Wilson de Monarchie heeft toegezegd. Wellicht slaat de Amerikaansche président belangstellend gade wat zich de laatste da gen in de Monarchie afspeelt om met het oog daarop in zijn antwoord bepaalde eischen fe kunnen stellen. En inmiddels blijft het afwachten. 'Het Duitsche antwoord zal wel niet lang meer op zich laten wachten en hoewel bladen als de Germania er op wijzen, dat het Ehiit sche volk bij onrechtmatige eischen1 der En tente opnieuw zal opstaan en overwinnen of ten onder zal'gaan, ziet het er toch niet naar uit of het Duitsche antwoord den pas voor verdere besprekingen zal afsnijden. Meer en meer blijkt, dat men in Duitschland zoo hard naar rust en vrede verlangt, dat men heel wat esichen van den tcgjnstander zond°r pro test zal inwilligen. Oostenrijk-Hongarije m?akt dagen van buitengewone beteeken is door, ai raakt in het belangrijke wereldgebeuren het vraagstuk van den binnen landschen toestand in de Mo narchie een weinig op den achtergrond. Wij meldden reeds, dat keizer Karei de vooraanstaande mannen op politiek gebied bij zich ontvangen had, wat het -oorspel van groote veranderingen in de Monarchie kon genoemd worden. Men vei-wachtte een manifest van den keizer betreffende de federatie van Oostenrijk. Oos tenrijk zal in een bondsstaat worden veran derd. Dc naties zullen zich het zelfbeschik kingsrecht kunnen verzekeren en zich als zelfstandige staten kunnen constitueeren, al zullen er gemeenschappelijke belangen blij ven. Vólgens een telegram tiit Weenen dacht men voorloopig aan dc constitueering van een Duitsch-Oostenrijkschen staat, een Tsje- chischen staat, een Illyrischen staat, die het Slavische deel van Stiermarken, Istrië en Dalmatie zal omvatten' en een Oekraijenschen staat in het gebied van Oostenrijksch Gali- cië. Het Roemeensche vraagstuk en de kwestie van een vereeniging van Bosnië en Herzego- v-lpek over zijn witte lippen komen. „Heb jij het?" stamelde hij Lavarick knikte glimlachend en zwaaide S>en ki e hij. zijn voet heen en weer met onbeschaamde koelbloedigheid. „Ja, Sir Jordan, ik heb het. Toen u de ka mer was uitgegaan om met de verpleegster te praten, sloop ik naar binnen, pakte het tes tament op van den grond waar u het in de haast had laten vallen en klom het raam weer uit. U dacht dat ik niet binnen geweest was, voordat u mij zag en toch lijkt het wel zonderling dat een verstandige man zooals u niet begreep waar het testament gebleven was, vindt u niet?" Daar stond Jordan met ter neer geslagen oogen en trachtte te beseffen wat er met hem gebeurd was. Deze schavuit, de ontsnapte ge vangene, een man wiens durf zijn slimheid evenaarde, had hem, Sir Jordan, in zijn macht. Met één woord kon hij het testament vertoonen en Sir Jordan ruïneeren, want het verlies van twee derden van zijn bezitting, hoe groot die ook was, be tee kende een betrek- kelijken ondergang voor een man van Sir Jordan's positie. Een minister, die van plan is Minister-President te worden, heeft al het geld noodig dat hij maaj: krijgen kan. Het wina met Kroatië en Slavonië zoudeni voor loopig onbeslist blijven, daar deze vraagstuk ken de Hongaarsche belangen raken. Even eens zou van de regeling der Poolsche kwes tie worden afgezien, daar het Poolsche ge bied in Oostenrijk van de lijst van het bezit van het Habsburgsche huis geschrapt zou worden. Gemeld wordt, dat dé regeering zich de vorming van deze staten op deze wijze zoo denkt, dat weldra de vertegenwoordigers der afzonderlijke volken van Oostenrijk in het Oostenrijksche huis van afgevaardigden een constituante zullen vormen. Uit deze bekendmaking mag afgeleid wor den, dat Poolsch Gaiicië vrijwillig door Oostenrijk aan Polen zal worden afgestaan. In het 'Hongaarsche Huis van afgevaardig den is het warm toegegaan en klonken her haaldelijk interrupties, waarin op een zelf standig onafhankelijk Hongarije werd aan gedrongen. De minister-president deelde het Huis me de, dat de keizer het ontslag van het ministe rie niet aangenomen heeft en zeide dat als Oostenrijk op federatieven grondslag is ge reorganiseerd, Hongarije zich op den grond slag van de personeele Unie stelt en dienover eenkomstig haar politiek in economisch op zicht en in verband met de verdediging, onaf hankelijkheid en zelfstandigheid in elkaar zal zetten. Zoover, aldus ministerWekerle, volkomen, individueele rechtsgelijkheid het gedoogt en afdoende zorg voor de een- en ondeelbaarheid voor den staat het mogelijk maakt, zullea wij gaarne de eischen der nationaliteiten inwilli gen en met in 'achtneming van hun wenschen het parlement de betrokken vooratellen doen. Mits de staatkundige gemeenschap ge handhaafd blijft, komen wij den wensen der Kroaten bereidwillig, tegemoet om.de met hen aangegane overeenkomst te herzien, ten einde hun wenschen in den geest hunner natuurlijke ontwikkeling te kunnen vervullen. De minister-president eindigde met de luide toegejuichte oproep om zoo lang de vréde er nog niet is, de handen ineen te slaan bij het verwezenlijken van een zelfstandig en onaf- har v elijk Hongarije. Uit Weemsi wordt nader gémeLd, dat heden een keizerlijke proclamatie is verschenen, waarin worden aangekondigd een Keizerdom Oostenrijk (bestaande uit de Duitsche pro vincies), een Keizerrijk Bohemen, een Keizer rijk ilicz (bestaande uit de Gekraine en O. Gai, ië) en een Keizerrijk Illyrië (bestaande uit de Zuid-Slavische landen). '.uii de Polen uit W, Gallicië zal vrijheid worden gegeveD te beslissen of zij zich bij het Koninkrijk Polen willen aansluiten. Triest wordt Rijksgebied. Deze Staten zullen een g Km dtappe lijken monarch hebben. Ook (ie vertegenwoordiging naar buiten en de ver dediging zullen gemeenschappelijk zijn. De kwesties betreffende Bosnië en Herzegovina en de Roem'eensche vraagstukken blijven met het oost op Hongarije nog hangende. De in- teg; ,.i Hongarije blijft onaangetast. De aansluiting vaa Dtiiisch-Bohemiea bij Du, ciCh-Ooétenrijk isi aangekondigd. Voor de regeling van territoriale grenzen worden commissies ingesteld. Als basis wordt de re geling voor de Rijksraad-verkiezingen aange kondigd. Uit het bovenstaande kan wel blijken, dat Oostenrijk jaren van groote beteeken is door leeft. Er zullen nog heel wat geschillen uit den weg geruimd moeten worden. De Tsjecho helpt een politicus niet of hij knap is, tenzij hij de goudstukken: bezit, waarmede hij de gelegenheid kan koopen om zijn schrander heid te vertoonen. Hoe rijk hij ook was met al het geld van kan koopen om zijn schranderheid te vertoo nen. Hoe rijk hij ook was met al het geld van Sir Greville, Jordan kon geen cent missen, en ten minste niet het grootste gedeelte van zijn rijkdom. En dan daarenboven het schandaal! Hoe zouden zijn vijanden en wat een menigte vijanden had hij met kreten van genot toespringen op die geschiedenis van het ver loren testament en het spoedig in de wereld rondbazuinen. Vaarwel dan alle grootheid voor den „Right Honourable" Sir Jordan. Zijn kaars zou uit geblazen.worden en voor goed. Het zou zijn ondergang zijn, zoowel voor zijn beurs als voor zijn goéden naam, en die Neville, de halfbroeder, dien hij altijd gehaat had, en dat onbekende meisje, zouden bloeien en prospereeren te zijnen koste Deze gedachte, het visioen opgeroepen door de overdenkingen, maakte hem beurte lings heet en koud. Het kostte wat het wilde, hij moest dezen man omkoopen en 't geld hemden. Maar eerst zou hij het met een klei- Slowaken hebben reeds medegedeeld, zich met een en ander niet te kunnen vereenigen. Met belangstelling mag afgewacht worden welk brouwsel uit den Oostenrijkschen hek senketel ten slotte te voorschijn zal komen. De Monarchie is met de ontruiming dér bezette gebieden in Servië, Albanië en1 Mon tenegro begonnen en schijnt dus al Wilson's eischen te willen voorkomen. Van het W. oorlogstooneel zijn de voor naamste berichten, dat Rijssel genomen is en dat Oostende weer in handen der Geallieer den is. Fransche cavalierie-patrouilles die verken ningen deden, keerden terug met het bericht, dat er in Oostende geen Duitschers meer wa ren. Vice-admiraal Keijes landde reeds te Oostende en naar ons heden geseind werd, zijn daar ook reeds de koning en de koningin van België aangekomen, die daar feestelijk verwelkomd werden. In de stad waren tal van vlaggen uitgestoken. De Belgen zijn de Ijzer overgetrokken en rukken op in de richting van Oostende. Zij kwamen tevens vooruit ten Ni. van Thourout en in de richting van Thielt. De ontruiming van de geheelë Vlaamsche kust zal welniet lang meer op zich laten wachten. Volgens een officiéél bericht uit Londen zijn de Britten Douai binnengedrongen. Het Duitsche middag-communiqué van he den erkent de ontruiming van een deel van Vlaanderen met de steden Oostende, Thour- coing, Roubaix, Rijssel en Douai en het be zetten van achterwaartsche stellingen en deelt mede, dat vijandelijke doorbraakpogingen tusschea Brugge en de Leye verhinderd wer den. Verder wordt medegedeeld dat de vijand tusschen Le Cateau en Aisonville in de Duit sche linies drong maar teruggeworpen werd, waarbij Aisonville in Duitsche handen bleef. Aan beide zijden van Le Cateau zouden vij andelijke aanvallen mislukt zijn. TWEEDE KAMER. Ln de zitting van gisteren was aan de orde. de interpellatie-Schaper over de denkbeelden van de regeering inzake de voedselvoorzie ning. De heer De Wijkerslooth zette zijn gisteren afgebroken rede voort. 'Hij waar schuwde in 't belang van den eerbied voor de wet tegen te veel, en te ver gaande maatrege len en tegen te groote centralisatie en keurde in verband daarmede den aardappelopslag goed. De vorige regeering maakte zich ook schuldig aan te slap optreden tegen nalatige burgemeesters; aan te groote geheimzinnig heid; aan het niet voldoende rekening houden met aard en gewoonten van producenten. Spr. meende reden te hebben te mogen ver wachten dat deze regeering een betere rich ting zal uitgaan. Hij wees ook op de lichtpunten in' het be leid der vorige regeering en hoopte dat ook deze regeering niet op kosten zou zien. Spr. betreurde in dit verband de prijsverhooging van sommige artikelen en het afzien van vleeschdistributie. Hij wilde geen welstands- grenzen en geen overheidswinkels en drong ook zeer op een1 zoo spoedig mogelijk prijsge ven van de ambtenarij aan. Minister van IJsselstein deelde me de, dat, hoewel het Nesderlandsch-landbouw- comité met 11 tegen 9 stemmen en de advi seurs van den minister adviseerden voort te gaan met het afmaken van vee ter bestrijding van het mond- en klauwzeer, bevel is gegeven tot het staken van het afmaken om de groote duurte, om 't belang van de voedselvoorzie ning en omdat exportbelangen thans niet wegen. De heer Weitkamp bepleitte de belan- ne uitdaging probeeren. Hij riep met moeite eindelijk een glimlach om zijn lippen te voor schijn het had lang geduurd voor het zoo ver was en keek op. „Om er dan eens over te praten", zei hij en hij wist dat zijn stem onduidelijk en zwaar klonk, „wij willen aannemen dat je dat testa ment gestolen hebt, dan zie ik niet best in welk nut je er van hebben kunt". „O neen, begrijpt u dat niet?" vroeg Lava rick met een onheilspellenden grijn3. „Neen", zei Jordan, „in de eerste plaats, je kunt er haast niet mee voor den dag komen, je kunt geen rekenschap geven hoe het in je bezit gekomen is zonder je zelf te beschuldi gen van dé misdaad het gestolen te hebben, om niet eens te spreken van het gevaar dat je loopt of liever de zekerheid opnieuw gevan gen genomen te worden". „Dat is mijn plan". „Je bent eenmaal van valschheid in ge schriften beschuldigd, laat mij, je daaraan even herinneren", ging Jordan voort, „en je zou moeilijk kunnen bewijzen dat dit testa ment echt is, want ik zou natuurlijk het te gendeel verklaren". „Natuurlijk; maar u vergeet juffrouw Par- rons, die getuige geweest is". gen van de zandboeren. Hij betoogde dat de gemeenschapszin van de boeren ten voor beeld kan worden gesteld aan anderen en vroeg hoe het staat met den mestaanvoer. De heer Dresselhuys betoogde, dat geen nieuw stelsel is aanbevolen. De heer Schaper drong alleen a'an op verscherping van net stelsel-Posthuma en nu meende apr., dat die verscherping den toestand alleen slechter zou maken. De motie-Schaper is een slag in het water. Hij waarschuwde tegen onvoorzichtigheid met het verbieden van den uitvoer. Spr. achtte het laten van graan aan de boeren gevaarlijk, het zou te veel vorderen van den graanvoorraad. Controle is onmoge lijk en de verleiding tot te veel gebruik is veel te groot. De heer Van Bereateijn vroeg aan den heer Wijnkoop hoe wij zullen kunnen in voeren zonder uitvoer en aan de regeering of er thans meer medewerking bestaat tusschen de verschillende departementen. Hij bepleitte het verschil in behandeling van klei- en zand boeren, en een wijziging van de jachtwet. Spr. wees in dit verband ook op de wensche- lijkheid cm Schiedam voor goed gesloten te houden. De heer K o 11 h e k betoogde dat het teelt plan moet beruéten op een absoluut uitvoer verbod. Hij gaf den heer Schaper in overwe ging dit in zijn motie op te nemen. Hij weer sprak ooit iets gezegd of geschreven te hebben over de centrale keuken te Amsterdam, al achtte hij d't instituut een middel om dc volksvoeding naar beneden te drukken. (Spr. wérd herhaaldelijk onderbroken door uitroepen van de S.D.A P.ers.) Nog dro ig hij aan op besten diging van de wachtgelö .n- regeling voor sigarenmakers. De heer A. P. Staalman had den mi nister met vertrouwen aan het bewind1 zien komen en dat vertrouwen was door het ant woord van den minister niet beschaamd. 1 tij hoopte dat de minister een einde zou maken aan de woekerwinsten van middenstand' rs en anderen. Daaraan staat zijn steun voor de regeering afhankelijk. Ten half zes werden de beraadslagingen verdaagd tot heden 1 uur. UITVOER VAN SIGAREN'. Naar men verneemt, laat het zich aanzien, dat binnenkort een beperkte export van si garen zal worden toegestaan, waardoor de positie van fabrikanten zoowel als van werk lieden in geheel ons land veel verbeterd' zou worden. Er is spiake van dat van het surplus van een' milliard sigaren, dat thans aanwezig is, een kwantum van 500 millioen sigaren, geëxporteerd zou mogen worden. Wanneer dat besluit, dat men binnen een week tege moet ziet, gevallen is, zou men het in vak kringen' het meest aanbevelenswaardig vin den, als 'een verdeeling dier export over alie fabrikanten gemaakt zou worden. Men meent, dat de meest eenvoudige en eerlijke verdeeling zou zijn. indien de minis ter toestemming gaf, dat elke fabrikant een bepaald kwantum sigaren per sigarenma ker (welke op 1 Januari 1918 bij hem werk zaam was) zou mogen exporteeren. Het Rijks bureau voor Tabak bezit een1 nauwkeurige opgave van het aantal sigarenmakers bij eiken fabrikant. Er zijn in Nederland circa 18,000 sigaren makers werkzaam, waarvan minstens 1/4 ge deelte bijfabrikanten, die nooit geëxporteerd hebben of ni de toekomst zullen exporteeren. Blijven dus over circa 13,500 sigaren-ma kers voor het reeds hierboven genoemde kwantum van 500 millioen sigaren, zijnde dus per sigarenmaker circa 37,000 sigaren. Medegedeeld wordt, dat heden een1 audiën tie zal plaats hebben bij den minister van landbouw met de vertegenwoordigers der hoofdbesturen van dé werkliedenórganisaties over deze aangelegenheid. DE RIJKSMIDDELEN. De maand September heeft zich, wat de opbrengst der Rijksmiddelen betreft, geken merkt door aanzienlijke schommelingen. Het was in de eerste plaats de inkomstenbelas ting, die meer dan tweemaal zooveel ople verde dan in September van het vorige jaar. Ook de personeele belasting, de suikeraccijns, „Ik vergeet niets, man, maar laten wij ven- onderstellen je kunt .een jury overtuigen dat dit kostbare document echt is (ik zou het te genspreken en mijn' laatste cent aan een pro ces willen besteden; en bedenk: ik ben in het bezit van de erfenis, dus ik heb negen punten van de wet aan mijn zijde), dan zie ik nog niet in hoe je dat helpen zou aan hetgeen je noodig hebt geld. Je zegt dat mijn half broeder Neville begunstigd wordt door het tes+ament; hij kan dood zijn. Ik geloof dat dit niet onwaarschijnlijk is". „Dat kan wezen", zei Lavarick. „Goed; de eenige andere persoon die nu in aanmerking komt is dat meisje, waarvan ik niets weet, en jij ook niet, denk ik. Zij kan best dood zijn, ze kan gestorven zijn zelfs voordat het testament gemaakt werd". Lavarick boog zich voorover met zijn hen- den op de tafel en glimlachte zegepralend in Jordan's oogen. „Zij leeft!" zei hij langzaam en met na druk. Jordan kromp ineen en sloeg de oogen niet op. „Je zegt dat!" zeg. „Je zal het dienen te bewijzen". (Wordt vervolgd). COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1918 | | pagina 1