DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
11P.-PILZ 8 ÜMONADES
Na den oorlog.
Dlrectsorcn: K. VAN N1ENES Jr. m D. SCHENK.
Honderd en twintigste Jaargang.
1918
ZATER Kt
23 NO VE MB ER.
Abonnementsprijs bij vooruitbetaling p. 3 maanden 11.65. fr. p. postl 1,90. Bewijsnummers 5 ct Advertentieprijs 15 ct. p. regel, grootere letters naar plaatsruimte. Br. Ir. N.Y. Boek- en Handelsdrukkerij Herms. Coster 5 Zn.. Yoordam C 9. Tel. 3
yen ZUIVER CITROENZUUR vervaardigd,
Baangracht. J. B. ACKERIHANN. Tel. S36
ank* Associatie
Kantoor ALKMAAR
ALLE Bankzaken.
No. 276 Dit nummer bestaat uit 3 bladen.
De gemeenfebegrooting
voor 1919
Moest bij de indiening der begrooting voor
1918 geconstateerd worden, dat de gevolgen
der ongewone tijdsomstandigheden een bui
tengewonen invloed uitoefenden, waardoor
het evenwicht tusschen inkomsten en uitga
ven niet anders kon worden bereikt dan door
opnieuw een hoogere opbrengst uit te trek
ken voor de eigen plaatselijke belastingen en
in het bijzonder voor den hoofdelijken om
slag, bij de begrooting, voor 1919 is het be
reiken van dit evenwicht nog moeilijker ge
weest en zijn de plaatselijke belastingen' nog
duchtiger in den knel gekomen.
Bij het opmaken der begrooting voor 1918
stonden B en W, voor een tekort op de ge
wone middelen van 80 000 (na de nota van
wijzigingen nog 35.364.50 meer), terwijl de
begrooting aanving met een saldo op dén
.wonen dienst 1916 van 73.426.7214 (op
buitengewonen dienst van 14.308.33y2).
En thans werd reeds op den gewonen
dienst bij een gelijke opbrengst aan hoofdelij
ken omslag als over 1918 een tekort verkre
gen van 265.000, terwijl de begrooting aan
ving met een saldo op dien dienst van
5.205.80
Voor een nadeelig slot van •55.285.321/2
op den buitengewonen dienst moest thans
dekking worden gezocht.
Dit wijst er wel op, dat wij wat de buiten
gewone uitgaven der gemeente betreft, op
het hellend vlak zijn en' waar allereerst de
oorlogstoestand daarvan de schuld draagt,
mogen wij hopen, dat, nu de vrede in het
zicht is, voor de gemeentelijke schatkist gezon
dere toestanden zullen aanbreken, al zullen
de naweeën van dezen crisistijd, niet het minst
in den vorm van rente en aflossingen van
geldleeningen, zich nog geruimen tijd doen
gevoelen.
En zelfs al worden de gelden voor buiten
gewone uitgaven in crisisleeningen gevonden,
de algemeene loonstijging en het duurder
blijven van grondstoffen en materialen doet
de begrootingen rftet 't karakter van die van
vóór de oorlogsjaren terug krijgen.
De begrooting voor 1919 staat wel volko
men in het teeken van financieele uitputting.
Loonsverhoogingen konden niet uitblijven,
het distributiebedrijf, de centrale keuken, de
werkverschaffing, de gemeentelijke toeslagen
en subsidies, de hoogere rentelast en schuld
delging eischen zeer zware ofters en al
werd de uitvoering van werken, welke
niet dringend noodzakelijk waren, achter
wege gelaten, dit vermocht toch niet een
besparing te brengen die op eenigerlei wijze
tegen de abnormale stijging der overige uit
gaven is opgewassen.
Vergeleken bij de begrooting* voor 1918
stegen de gewone uitgaven van 944.160.38
tot 1.216.791.27, de buitengewone uitgaven
van 550.477 65 tot 1000297.73. In to
taal werd voor 1918 een uitgave van
1.494.638.03 geraamd, thans bedraagt die
raming 2217089.
Wie dit verschil nagaat kan volkomen be
grijpen en billijken, dat B. en W. tegenover
aansporingen van den raad om voor vel
schillende gemeentebelangen steeds meer te
geven dan in 't praeadvies werd voorgesteld,
met klem op den financieelen toestand der ge
meente wezen en er voor waarschuwden, dat
het te heffen bedrag aan plaatselijke belastin
gen buitengewoon hoog zou moeten worden.
Het moet'B. en W. dan ook niet gemakkelijk
zijn gevallen de inkomsten te vinden, die deze
buitengewoon hooge uitgaafposten konden
dekken, te meer daar verscheidene belasting
bronnen geheel of gedeeltelijk uitgeput bleken.
De kaasmarkt, vroeger een vaste bron van
inkomsten, maakt een crisistijd door, waar
door wik- en weegloonen verminderen, de
maatschappij tot exploitatie van waterleidin
gen in Nederland keert belangrijk minder uit
en hei verlies op de exploitatie van» het slacht
huis kan niet meer uit de inmiddels verbruik
te reserve van het bedrijf worden gevonden.
Tegenover deze schadeposten staat bij de
uitgaven een belangrijk hooger bedrag op bij
na alle hoofdstukken, terwijl nog niet eens re
kening is gehouden met de inmiddels tot
stand gekomen loonsverhooging der gemeen
tewerklieden, met de gedeeltelijke elctrificatie
der straatverlichting en met de voorgestelde
nieuwe regeling der jaarwedden voor de ge
meente-po li tie.
Waar nog veie voorstellen, o.a ter verbete
ring vah de positie van leeraren en andere
ambtenaren zullen volgen en duurtetoeslagen
in loonsverhoogingen zullen omgezet worden,
werd een post voor invoorziene uitgaven van
niet minder dan 50.000 noodzakelijk ge
acht.
Een hoogere Rijkssubsidie van 4000
voor de handelsdagschool en een mogelijke
heffing in den vorm vag opcenten op de
hoofdsom der dividend- en tantièmebelasting
van 14000 brengen daartegenover geen
verlichting van beteekenis.
Nog altijd vleien B. en' W. zich met de
hoop, dat de gemeente in aanmerking zal ko
men vpor eene uitkeering in de opbrengst der
oorlogswinstbelasting, maar deze hoop is
nog zoo zwak, dat men daarvoor geen ont-
vangpost heeft durven boeken. Aan Gedep.
Staten is gevraagd op welke wijze een in
1919 aan te gane tweede crisisleening van
plm. 500.000 moet worden afgelost. Wordt
hiervoor ook slechts een termijn van 10 jaren
vastgsteld, dan moet de uitgaaf nog met
50.000 verhoogd worden.
De dekking, van een tekort van 265.000
is voorwaar geen kleinigheid en ral B en W.
odet gemakkelijk rijn. gevallen.
De belasting op fooneel-vertooningen en
andere openbare vermaken, alsmede de plaat
selijke belasting op gebouwde eigendommen
zullen het dubbele moeten opbrengen, zoodat
de ramingen van 5000 en 16500 op res
pectievelijk 10 000 en 33.000 zijn ge
bracht. (Voor 1918 werden resp. bedragenvan
4500 en 16.350 toegestaan). De raming
van haven- en kaaigelden steeg van 5700
tot 10.000, die van de begrafenisrechten
van 40006000 (voor 1918 werd resp.
6200 en 4000 toegestaan) en de invoe
ring van een evenredig schoolgeld op de
o. 1. scholen is nog ifi overweging.
Het bedrag voor 1919 adn hoofdelijken' om
slag te heffen kon momenteel niet minder
dan 672.000 of ruim 220.00Ó hooger dan
voor het loopende jaar worden geraamd
In 1917 werd voor hoofdelijken omslag
een bedrag van 238812 toegestaan, in 1918
een bedrag van 451046.74, in 1919 wordt
thans een,bedrag van 672.000 geraamd.
In deze sprongen herkent men het best den
steeds stijgenden nood der abnormale tijden.
En nu moge men verlichting in den belas-
tinglruk zoeken- door het sluiten van steeds
nieuwe crisisleeningen, deze struisvogelpoli
tiek, zal geen verlichting geven, maar door
hooge posten aan rente en aflossing, ook
wanneer spoedig betere tijden aanbreken, nog
lange jaren aan het crisistijdperk, dat wij
thans doormaken, cp onaangename wijze her
inneren.
De begrooting voor 1Q19 moge vele raads
leden in de gedachte komen wanneer bij ko
mende loonsverhooging- of toeslagdebatten
op grootere tegemoetkoming van gemeente
wege wordt aangedrongen dan B. en W. in
hun praeadviezen noodig pn billijk achten'.
Na deze algemeene beschouwing, waarbij
wij ten slotte nog willen opmerken, dat de ge
meen tebegrooting een allesbehalve gemakke
lijk overzicht over gewone- en buitengewone
uitgaven biedt en vele posten zonder nadere
toelichting een eigenaardig karakter dragen,
willen wij in het kort nog even de uitgetrok
ken bedragen/, voor verschillende doeleinden
bespreken.
Hoofdstuk I, ontvangsten wegens vroegere
diensten wordt ditmaal slechts op .717856.26"
geraamd, terwijl in 1918 131126.44" kon
toegestaan worden.
De huur van huizen en andere gebouwen
kon bij de raming der inkomsten van het in
1918 toegestane bedrag van 3158 tot
9920 vefhoogd Worden en ook de huur of
pacht van landerijen zal meer moeten opbren
gen dan in het loopende jaar.
In hoofdstuk III, opbrengsten van belas
tingen en heffingen le af deeling zijn de be
dragen 19181919 resp 71000 en
85700, waarbij di. opcenten op de hoofdsom
der dividend- en tantièmebelasting in hoofd
zaak het versch'l aangeven Wat afdeeling II,
de eigen plaatselijk, belastingen betreft, is' het
verschil door de bunengewone heffingen na
tuurlijk zeer groot 475996.74 in 1918 toe
gestaan en 718900 vior 1919 geraamd), in
de 3e afdeeling is rekening gehouden met de
hoogere brug-, kaai- en havengelden, de hoo
gere begrafenisreebten en de mindere op
brengst aan marktgelden. De achteruitgang
der markt blijkt wel uit de bedragen van
65000 en 39000 resp. in 1917 en 1918
toegestaan en het bedrag van 25000 voor
1919 gei amd voor marktgelden, wik-, weeg-,
meet- er ;eurloonen.
In hoofdstuk IV, ontvangsten' van verschil
lenden aard, is de verkoop van oude materia-
lm nog evenals het vorige jaar op 5 ge
raamd. Gaat men na dat hiervoor in 1916
1677. >v2 en in 1917 72; .83 werd ontvan
gen, dan komt men tot< de conclusie, dat of
de oude materialen waardeloos worden, of die
gemeente geen oude materialen meer bezit.
De raming van het bedrag voor Rijk3uit-
keering Overeenkomstig art. 1 tot en. i
der wet van 24 Mei 1897 daalde in vergelij
king van het in 1918 k;,-gestane bedrag van
16809.65 V, tot 5688.68 K, terwijl zood?
wij reeds opmerkten de uitkeering der v ui'
leidingmaatschappij eveneens belangrijk Hin
der is geworden, en die van het slachthuis, in
1918 tot een bedrag van f 12.249 31 toege
staan, thans geheel achterwege blijft.
In hoofdstuk V, buitengewone ontvangsten,
vinden wij in 1918 een géldleening voor bui
tengewone uitgaven van 1.226,147 56% 10e-
gestaan, welke post voor 1919 op een bedrag
van 491.747.5314 geraamd wordt.
Bij hoofdstuk I der uitgaven, kosten van
algemeen bestuur, worden de jaarwedden dei-
wethouders thans op 4500 geraamd (iri
1918 2250 toegestaan). Ook de jaarwedden
van eenige andere categorieën ambtenaren en
beambten zijn hooger geraamd dan voor 1918
was toegestaan, terwijl eveneens de kosten
voor abonnementen, contributiën enz.
eenigszins gestegen zijn.
Voor Hoofdstuk IIvinden wij bij. de kos^
ten van toezicht en invordering der plaatse
lijke belastingen een bedrag van 6460, wait
niet overeenstemt met het overzichtsstaatje
waarin de jaarwedde van den controleur op
2000 die van den deurwaarder op 1300
en de verdere kosten op 3020, te zamen
6320 geraamd zijn.
Het onderhoud van gebouwen wordt thans
op f 5825,20 geraamd (in 1918 is 3740,20
toegestaan), dat van straten en pleinen
24.633,50 (in 1918 32.296) en de memo
rie van toelichting geeft uitvoerig aan welke
werken in het komende jaar als noodzakelijk
worden beschouwd.
Bij hoofdstuk IV moet rekening gèhouden
worden met de nieuwe jaarweddenregeling'
van het politiepersoneel De hooistekers staan
onder art. I dezer afdeeling nog steeds, even
als vroeger e jaren, op 150 geboekt. De al-
gemeene verhooging der loonen schijnt voor
hen niet noodzakelijk te zijn.
De kosten van administratie der politie zijn
vergeleken bij de raming in 1918, niet onbe
langrijk gestegen (va af 550 tot 1650).
Bij hoofdstuk VI, kosten van het onder
wijs, is door de herziening der onderwijzers-
jaarwedden, het in 1918 toegestaan bedrag
van 92000 tot een bedrag van 1115000 in
de raming van 1919 gestegen.
De bedragen van hoofdstuk VII (kosten van
het Armwezen, subsidiën enz.) zijn uit den
aard der zaak belangrijk hooger, evenals in
hoofdstuk VIII, die voor de rente van geldlee
ningen en opgenomen kasgeld. De aflossings-
post wijst daarentegen in de raming voor
1919 een beduidend kleiner bedrag aan dan
in het toegestane voor 1918 150.150 en
740.150);
In hoofdstuk XI (butengewone uitgaven tref
fen wij aan het nadeelig saldo van de door
Ged. Staten gesloten rekening van den bui
tengewonen dienst a 55.285,3214, welke
schadepost tevergeefs op vorige begrootingen
zal gezocht worden.
Dit hoofdstuk telt dit jaar vele memoriepos-
ten. De kosten van werkverschaffing voor
1918* op 70.000 toegestaan, zijn thans op
60.000 geraamd, welk bedrag wel te %ag
zal blijken als men bedenkt, dat over 1918
reeds 87000 voor dit doel werd uitgegeven.
Tot dekking van de geraamde tekorten op
de exploitatie van het distributiebedrijf, het
distributiebedrijf voor sajet, klompen en
schoeisel en van de centrale keuken, wordt
een bedrag van 238.462,21 geraamd.
Dank zij het raadsbesluit tot nieuwe rege
ling omtrent den gemeentelijken toeslag op
den gasprijs kunnen voor 1919 de kosten
voor de gemeente op 77.500 geraamd
worden, terwijl voor- 1918 een bedrag van
niet minder dan 116000 noodzakelijk ge
acht werd.
De post onvoorziene uitgaven, geraamd op
55-432,86, vereischt, volgens de bij de be
grooting gevoegde memorie, geen toelichting.
Gaan wij evenwel na, dat in 1917 hiervoor
11.033 27 en in 1918 19.195 01 werd toe
gestaan, dan blijkt de pest dit jaar 200 be
langrijk verhoogd te zijn, dat de opmerking,
dat zij geen toelichting behoeft, eenigszins
komisch aandoet.
Gelukkig wordt in de algemeene beschou
wingen .der memorie de sleutel van het ge
heim gevonden, waar nier, zooals wij reeds
mededeelden, voorspeld wordt, dat van dit
bedrag van 50 000 nog heel wat gemeente
ambtenaren in de naaste toekomst gelukkig
gemaakt zullen worden.
VERLANGT GIJ
vraagt dan ultsliiUeml ons lubricant,
hetwelk onder voortdurende contröle staat
van de Firma BROM WANNA alhier.
Het is voor België gisteren de groote dag
geweest. Koning Albert heeft als overwin
naar zijn blijde intocht in het jubelende,
klokkenbengelende Brussel gedaan.
Voorafgegaan door den luid toegejuichten
burgemeester Max, reed het koninklijk gezin
te paard de hoofdstad binnen, gevolgd door
een schitterende staf van hoofdofficieren der
geallieerde legers en de troepen.
Amerikaansche infanterie met kanonnen;
een Fronscli contingent en ^ian, voorafge
gaan door Schotsche hooglanders met hun
muziekkorps, de Engelschen. Alle troepen za
gen er prachtig martiaal uit en werden toe
gewuifd en met luide vreugdekreten begroet.
Dan volgde het grootste deel van een Belgi
sche divisie, samengesteld uit alle wapens.
Op de wapperende vaandels, de historische
namen der overwinningen: Yser, Passchen-
daele, West-Koosebeke en zoovele anderen.
Zoo is de vorstelijke familie tusschen de ju
belende menschenmassa naar het parlement
gereden.
Over het daar gesprokene hebben ons, ter
wijl wij dit schrijven, nog geen telegrammen
nadèr ingelicht.
Maar dat het yoor België gisteren een blij
de dag was, een dag van vréugde en ont
spanning na al de ellende der oorlogsjaren,
daarvan heeft het geweldige enthousiasme
bij; den intocht der koninklijke familie in
Brussel getuigd.
Eerst nu is het Belgische volk tot het volle
besef der overwinning en bevrijding geko
men.
De Duitsche regeering heeft, zooals wij
nog in een deel der oplage van ons vorig
nummer meldden, een woord van verwelko
ming tot de terugkeerende soldaten gericht.
Zij wijst er op, dat de soldaten thans terug-
keeren in een land waarin voortaan niemand
meer iets te zeggen of te bepalen heeft dan
het volk zelf.
De socialistische politiek moet als de meest
vrije in den volkerenbond treden, en econo
misch zal het vaderland eigendom en erf
goed van het volk zijn.
De rijksregeering zal de arbeiders bescher
men, al is er thans schaarschte aan levens
middelen en nijverheidsgoederen. Slechts ge
meenschappelijke arbeid en samenwerking,
aldus besluit het manifest, kunnen ons hel
pen. Slechts een Duitschland, dat een ge
waarborgde, op de arbeider» en soldaten
Li/et.t&ciTK. ts. 1&3Z en Giccfietvetecnicpitiy. ZSS3.
BREEDSTRAAT 11.
VERHUREN VAN SAFELOKETTEN.
hecht gevestigde regeering bezit, kan van on
ze tegenstanders datgene bereiken, waarvoor
gij vier jaren gestreden hebt: den vrede.
Ondanks deze oproep tot eensgezindheid
blijven de gemoederen in Duitschland in hef
tige beroering.
De verhouding tusschen de regeering en
den Belgischen uitvoerenden raad schijnt al
lesbehalve gunstig te zijn aÉ in het Zuiden
worden zells dreigementen geuit, dat men
zich zal afscheiden wanneer Berlijn de wet
gevende vergadering niet tot stand brengt.
In Bremen heeft evenwel de Raad van A.
en S. zich tegen het bijeenroepen eener natio
nale vergadering uitgesproken.
In Berlijn beschouwen de verschillende
partijen elkaar met wantrouwen, maar de
houding der Entente tegenover het bolsje
wisme blijft niet zonder uitwerking en men
kojnt meer en meer tot de overtuiging, dat üc
geallieerden geen tegemoetkomende houding
zullen aannemen, wanneer in Duitschland
geen regeering aanwezig is, die op een regel
matig gekozen volksvertegenwoordiging kan
steunen.
Van de zijde van de centrumsfractie uit de
Duitsche Rijksdag en uit de beide Huizen
van den Pruisischen Landdag is een oproep
verspreid om tot een nieuw centrum te ko
men, waarin gezegd wordt, dat er een on
voorwaardelijke erkenning moet zijn van den
democratischen volksstaat, bestrijding van
alle klasse-heerschappij, orde en vrijheid en
de tot ontwikkeling brenging van de ideele
waarden die pas volk en staat gezond ma
ken.
Er wordt geëischt dat zoo spoedig moge
lijk de wereldvrede door overleg zal tot stand
komen, dat onverwijld een voorloopige vrede
worde gesloten en dat de betrekkingen tus
schen de volken en staten onderling zullen
worden bepaald door het eeuwige ,du en
niet door machtsoefening. Verder moet een
volkenbond met al de zegeningen daaraan
verbonden, tot stand komen.
Terzake van de binnenlandsche politiek
wordt allereerst de spoedige bijeenroeping
der nationale vergadering geëischt.
In het buitenland schijnt men nog niet
veel geloof te hechten aan den voedselnood iu
Duitschland.
Volgens een telegram uit New-York aan
de Matin heeft Duitschland niet vóór 1
April 1919 behoefte aan Amerikaansche le
vensmiddelen.
In Duitschland zelf denkt men er natuur
lijk anders over. Men is over de bekendma
king van Erzberger, dat geen verzachting
van de wapenstilstandsvoorwaarden te
wachten is niet te spreken en hoopt nog, dat
Wilson een tegemoetkomende houding zal
aannemen.
In politieke kringen is men tot de slotsom
gekomen, dat de rei
spoed'
moet
die hongersnood meebrengt, vrijwaren kan]
Daarentegen heeft het oorlogs-voedingsbu-
reau zich vn bevredigenden zin uitgelaten
Men voert in Duitschland tegen de verkla
ringen der Entente-bladen, dar de vroegere
regeering en legeraanvoering herhaaldelijk
verzekerde dat Dutischland voor den volgen
den winter voldoende leeftocht had, aan, dat
de militaire en economische toestand plotse
ling veranderd is waardoor alle -vroegere
berekeningen waardeloos zijn geworden.
De Duitsche regeering begrijpt, dat zij
vóór alles tot een spoedigen vrede moet zien
te komen
De Zwitsersche regeering heeft den regee
ringen der geallieerden een mededeeling van
de Duitsche regeering overhandigd, waarin
wordt gevraagd: lo- het onmiddellijk openen
van vredesonderhandelingen; 2o. het bijeen
komen van een Duitsch-Amerikaansche con
ferentie in den Haag, die de opdracht heeft
om over de levensmiddelenvoorzienirig der
middenrijken te beraadslagen.
Naar de Temps inmiddels uit Versailles
verneemt, zijn de voorbereidselen voor den
praeliminairen vrede in vollen gang.Men is
met de restauratie van het Trianon en het
kasteel, waar de onderhandelingen plaats
vinden bezig. De spiegelzaal, waar de vrede
waarschijnlijk onderteekend wordt, is reeds
hersteld
De opmarsch der troepen duurt voort. Ge-
heele Duitsche regimenten marcheerden orde
lijk met de muziek aan het hoofd Aken bin
nen.
Nadat de laatste Duitsche troepen over de
grens zijn, zal een sterke grenswacht uit af-
gedankte soldaten warden gevormd. De re
geering zal daarvoorde gelden beschikbaar
stellen.
Ook de Geallieerden rukken stelselmatig
op Maarschalk Foch heeft aangaande de
bezetting van de Palts verklaard, dat de
menschen die daar voor den oorlog woonden
er kunnen blijven en het burgerlijke en mili
taire bestuur er onder toezicht der Gealli
eerden kan worden uitgeoefend.
Sterke Duitsche afdeelingen, die op het
punt waren den Elzas te ontruimen, zijn,
naar uit Berlijn wordt gemeld, door de
Franschen gevangen genomen.
Lloyd George en Bonar Law hebben een
verkiezingsmanifest uitgevaardigd, waarvan
wij de voornaamste punten hier laten volgen
De last van de wapeningen zal geleidelijk
verminderen en de arbeid en het kapitaal dei
rijks vrij maken voor vredesbedrijven.
Het zal ons ernstig streven zijn. aldus het
manifest, dat de coalitieregeering de totstand
koming van een volkenbond zal bevorderen,
die er niet enkel toe zal dienen om de maat
schappij te vrijwaren voor de noodlottige re
sultaten van bet militairisme, doch ook de
vredelievende, wederzijdsche verstandhou
ding tusschen de geassocieerde volken te be
vorderen
Er dienen geen nieuwe belastingen te
worden gelegd op voedsel en op grondstof
fen voor onze nijverheid. Echter zal voor
keursbehandeling worden toegestaan aan on
ze kolonies op de bestaande en toekomstige
beleningen. Waar het noodig mocht wezen,
zal de reg ering de voornaamste takken van
nijverheid steunen en hen vrijwaren tegen
oneerlijke mededinging in den vorm van
„dumping," d. w. z. door de verkoop van
buitenlandsche voortbrengselen onder den
productiepr ijs.
Andere doel .den van de regcering zullen
zijn, oen tweede Kamer in het leven te roe
pen, die zal berusten op rechtstreeksch ver
band met het volk. De uitbreiding van een
verantwoordelijk bestuur in Britsch-Indië
zal met geleidelijke stappen geschieden. De'
regeering zal aan de lersche kwestie een op
lossing geven, die zelfregeering tot grond
slag heeft. Tot de bereiking van dat doel ziin
twee wegen afgeslotende eerste is die welke
leidt tot een volledige afscheiding tusschen
Ierland en het Britsche Rijk, de andere in dis
welke leidt tot een onderwerping van Ulster,
met dwang en tegen zijn wil, aan het Home
Rule-parlement.
KORTE BERICHTEN.
Zondag a.a. zal generaal de Castelnau
in zijn nieuwe waardigheid' als maarschalk,
zijn intocht in Straatsburg doen.
Masaryk. de president der Tsjecho-Slo-
"Waken is uit Nitu
trokken.
euw-York naar Europa ver-
Ie Antwerpen is een bevel uitgevaar
digd om alle personen gevangen te nemen,
die den Duitschers werkkrachten bezorgd
hebbert.
Men noemt April als tijd voor de ver
kiezingen in Frankrijk.
De Duitsche „Hochseeflotte" is uitge
leverd.
Te Assche is een goederentrein in de
lucht gevlogen. Er zijn 10 dooden. Ook te
Denderleeuw zijn bij een ontplofjing 20 per
sonen gedood.
De bladen melden: de koning van En
geland is Donderdag te Parijs gekomen. He
den vertrekt hij naar het front.
Verschillende Duitsch-Oostenrijksche
burgerlijke partijen hebben zich tot één partij
vereenigd.
De Tsjechen mobiliseer en.
Lord Robert Cecil is afgetreden.
Het roode leger bedreigt Jekaterim-
burg in het Oeral-gebied.
Binnenland.
Staten Generaal,
TWEEDE KAMÉR.
Gisteren werd besloten de algemeene be
schouwingen over de staatsbegrooting niet te
beginnen vóór 3 December en het ontwerp-
Marchant, betreffende het vrouwenkiesrecht,
op 4 December in de afdeelingen te onderzo^
kea.
COURANT.