DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. 11P.-PILZ 8 ÜMONADES Na den oorlog. Dlrectsorcn: K. VAN N1ENES Jr. m D. SCHENK. Honderd en twintigste Jaargang. 1918 ZATER Kt 23 NO VE MB ER. Abonnementsprijs bij vooruitbetaling p. 3 maanden 11.65. fr. p. postl 1,90. Bewijsnummers 5 ct Advertentieprijs 15 ct. p. regel, grootere letters naar plaatsruimte. Br. Ir. N.Y. Boek- en Handelsdrukkerij Herms. Coster 5 Zn.. Yoordam C 9. Tel. 3 yen ZUIVER CITROENZUUR vervaardigd, Baangracht. J. B. ACKERIHANN. Tel. S36 ank* Associatie Kantoor ALKMAAR ALLE Bankzaken. No. 276 Dit nummer bestaat uit 3 bladen. De gemeenfebegrooting voor 1919 Moest bij de indiening der begrooting voor 1918 geconstateerd worden, dat de gevolgen der ongewone tijdsomstandigheden een bui tengewonen invloed uitoefenden, waardoor het evenwicht tusschen inkomsten en uitga ven niet anders kon worden bereikt dan door opnieuw een hoogere opbrengst uit te trek ken voor de eigen plaatselijke belastingen en in het bijzonder voor den hoofdelijken om slag, bij de begrooting, voor 1919 is het be reiken van dit evenwicht nog moeilijker ge weest en zijn de plaatselijke belastingen' nog duchtiger in den knel gekomen. Bij het opmaken der begrooting voor 1918 stonden B en W, voor een tekort op de ge wone middelen van 80 000 (na de nota van wijzigingen nog 35.364.50 meer), terwijl de begrooting aanving met een saldo op dén .wonen dienst 1916 van 73.426.7214 (op buitengewonen dienst van 14.308.33y2). En thans werd reeds op den gewonen dienst bij een gelijke opbrengst aan hoofdelij ken omslag als over 1918 een tekort verkre gen van 265.000, terwijl de begrooting aan ving met een saldo op dien dienst van 5.205.80 Voor een nadeelig slot van •55.285.321/2 op den buitengewonen dienst moest thans dekking worden gezocht. Dit wijst er wel op, dat wij wat de buiten gewone uitgaven der gemeente betreft, op het hellend vlak zijn en' waar allereerst de oorlogstoestand daarvan de schuld draagt, mogen wij hopen, dat, nu de vrede in het zicht is, voor de gemeentelijke schatkist gezon dere toestanden zullen aanbreken, al zullen de naweeën van dezen crisistijd, niet het minst in den vorm van rente en aflossingen van geldleeningen, zich nog geruimen tijd doen gevoelen. En zelfs al worden de gelden voor buiten gewone uitgaven in crisisleeningen gevonden, de algemeene loonstijging en het duurder blijven van grondstoffen en materialen doet de begrootingen rftet 't karakter van die van vóór de oorlogsjaren terug krijgen. De begrooting voor 1919 staat wel volko men in het teeken van financieele uitputting. Loonsverhoogingen konden niet uitblijven, het distributiebedrijf, de centrale keuken, de werkverschaffing, de gemeentelijke toeslagen en subsidies, de hoogere rentelast en schuld delging eischen zeer zware ofters en al werd de uitvoering van werken, welke niet dringend noodzakelijk waren, achter wege gelaten, dit vermocht toch niet een besparing te brengen die op eenigerlei wijze tegen de abnormale stijging der overige uit gaven is opgewassen. Vergeleken bij de begrooting* voor 1918 stegen de gewone uitgaven van 944.160.38 tot 1.216.791.27, de buitengewone uitgaven van 550.477 65 tot 1000297.73. In to taal werd voor 1918 een uitgave van 1.494.638.03 geraamd, thans bedraagt die raming 2217089. Wie dit verschil nagaat kan volkomen be grijpen en billijken, dat B. en W. tegenover aansporingen van den raad om voor vel schillende gemeentebelangen steeds meer te geven dan in 't praeadvies werd voorgesteld, met klem op den financieelen toestand der ge meente wezen en er voor waarschuwden, dat het te heffen bedrag aan plaatselijke belastin gen buitengewoon hoog zou moeten worden. Het moet'B. en W. dan ook niet gemakkelijk zijn gevallen de inkomsten te vinden, die deze buitengewoon hooge uitgaafposten konden dekken, te meer daar verscheidene belasting bronnen geheel of gedeeltelijk uitgeput bleken. De kaasmarkt, vroeger een vaste bron van inkomsten, maakt een crisistijd door, waar door wik- en weegloonen verminderen, de maatschappij tot exploitatie van waterleidin gen in Nederland keert belangrijk minder uit en hei verlies op de exploitatie van» het slacht huis kan niet meer uit de inmiddels verbruik te reserve van het bedrijf worden gevonden. Tegenover deze schadeposten staat bij de uitgaven een belangrijk hooger bedrag op bij na alle hoofdstukken, terwijl nog niet eens re kening is gehouden met de inmiddels tot stand gekomen loonsverhooging der gemeen tewerklieden, met de gedeeltelijke elctrificatie der straatverlichting en met de voorgestelde nieuwe regeling der jaarwedden voor de ge meente-po li tie. Waar nog veie voorstellen, o.a ter verbete ring vah de positie van leeraren en andere ambtenaren zullen volgen en duurtetoeslagen in loonsverhoogingen zullen omgezet worden, werd een post voor invoorziene uitgaven van niet minder dan 50.000 noodzakelijk ge acht. Een hoogere Rijkssubsidie van 4000 voor de handelsdagschool en een mogelijke heffing in den vorm vag opcenten op de hoofdsom der dividend- en tantièmebelasting van 14000 brengen daartegenover geen verlichting van beteekenis. Nog altijd vleien B. en' W. zich met de hoop, dat de gemeente in aanmerking zal ko men vpor eene uitkeering in de opbrengst der oorlogswinstbelasting, maar deze hoop is nog zoo zwak, dat men daarvoor geen ont- vangpost heeft durven boeken. Aan Gedep. Staten is gevraagd op welke wijze een in 1919 aan te gane tweede crisisleening van plm. 500.000 moet worden afgelost. Wordt hiervoor ook slechts een termijn van 10 jaren vastgsteld, dan moet de uitgaaf nog met 50.000 verhoogd worden. De dekking, van een tekort van 265.000 is voorwaar geen kleinigheid en ral B en W. odet gemakkelijk rijn. gevallen. De belasting op fooneel-vertooningen en andere openbare vermaken, alsmede de plaat selijke belasting op gebouwde eigendommen zullen het dubbele moeten opbrengen, zoodat de ramingen van 5000 en 16500 op res pectievelijk 10 000 en 33.000 zijn ge bracht. (Voor 1918 werden resp. bedragenvan 4500 en 16.350 toegestaan). De raming van haven- en kaaigelden steeg van 5700 tot 10.000, die van de begrafenisrechten van 40006000 (voor 1918 werd resp. 6200 en 4000 toegestaan) en de invoe ring van een evenredig schoolgeld op de o. 1. scholen is nog ifi overweging. Het bedrag voor 1919 adn hoofdelijken' om slag te heffen kon momenteel niet minder dan 672.000 of ruim 220.00Ó hooger dan voor het loopende jaar worden geraamd In 1917 werd voor hoofdelijken omslag een bedrag van 238812 toegestaan, in 1918 een bedrag van 451046.74, in 1919 wordt thans een,bedrag van 672.000 geraamd. In deze sprongen herkent men het best den steeds stijgenden nood der abnormale tijden. En nu moge men verlichting in den belas- tinglruk zoeken- door het sluiten van steeds nieuwe crisisleeningen, deze struisvogelpoli tiek, zal geen verlichting geven, maar door hooge posten aan rente en aflossing, ook wanneer spoedig betere tijden aanbreken, nog lange jaren aan het crisistijdperk, dat wij thans doormaken, cp onaangename wijze her inneren. De begrooting voor 1Q19 moge vele raads leden in de gedachte komen wanneer bij ko mende loonsverhooging- of toeslagdebatten op grootere tegemoetkoming van gemeente wege wordt aangedrongen dan B. en W. in hun praeadviezen noodig pn billijk achten'. Na deze algemeene beschouwing, waarbij wij ten slotte nog willen opmerken, dat de ge meen tebegrooting een allesbehalve gemakke lijk overzicht over gewone- en buitengewone uitgaven biedt en vele posten zonder nadere toelichting een eigenaardig karakter dragen, willen wij in het kort nog even de uitgetrok ken bedragen/, voor verschillende doeleinden bespreken. Hoofdstuk I, ontvangsten wegens vroegere diensten wordt ditmaal slechts op .717856.26" geraamd, terwijl in 1918 131126.44" kon toegestaan worden. De huur van huizen en andere gebouwen kon bij de raming der inkomsten van het in 1918 toegestane bedrag van 3158 tot 9920 vefhoogd Worden en ook de huur of pacht van landerijen zal meer moeten opbren gen dan in het loopende jaar. In hoofdstuk III, opbrengsten van belas tingen en heffingen le af deeling zijn de be dragen 19181919 resp 71000 en 85700, waarbij di. opcenten op de hoofdsom der dividend- en tantièmebelasting in hoofd zaak het versch'l aangeven Wat afdeeling II, de eigen plaatselijk, belastingen betreft, is' het verschil door de bunengewone heffingen na tuurlijk zeer groot 475996.74 in 1918 toe gestaan en 718900 vior 1919 geraamd), in de 3e afdeeling is rekening gehouden met de hoogere brug-, kaai- en havengelden, de hoo gere begrafenisreebten en de mindere op brengst aan marktgelden. De achteruitgang der markt blijkt wel uit de bedragen van 65000 en 39000 resp. in 1917 en 1918 toegestaan en het bedrag van 25000 voor 1919 gei amd voor marktgelden, wik-, weeg-, meet- er ;eurloonen. In hoofdstuk IV, ontvangsten' van verschil lenden aard, is de verkoop van oude materia- lm nog evenals het vorige jaar op 5 ge raamd. Gaat men na dat hiervoor in 1916 1677. >v2 en in 1917 72; .83 werd ontvan gen, dan komt men tot< de conclusie, dat of de oude materialen waardeloos worden, of die gemeente geen oude materialen meer bezit. De raming van het bedrag voor Rijk3uit- keering Overeenkomstig art. 1 tot en. i der wet van 24 Mei 1897 daalde in vergelij king van het in 1918 k;,-gestane bedrag van 16809.65 V, tot 5688.68 K, terwijl zood? wij reeds opmerkten de uitkeering der v ui' leidingmaatschappij eveneens belangrijk Hin der is geworden, en die van het slachthuis, in 1918 tot een bedrag van f 12.249 31 toege staan, thans geheel achterwege blijft. In hoofdstuk V, buitengewone ontvangsten, vinden wij in 1918 een géldleening voor bui tengewone uitgaven van 1.226,147 56% 10e- gestaan, welke post voor 1919 op een bedrag van 491.747.5314 geraamd wordt. Bij hoofdstuk I der uitgaven, kosten van algemeen bestuur, worden de jaarwedden dei- wethouders thans op 4500 geraamd (iri 1918 2250 toegestaan). Ook de jaarwedden van eenige andere categorieën ambtenaren en beambten zijn hooger geraamd dan voor 1918 was toegestaan, terwijl eveneens de kosten voor abonnementen, contributiën enz. eenigszins gestegen zijn. Voor Hoofdstuk IIvinden wij bij. de kos^ ten van toezicht en invordering der plaatse lijke belastingen een bedrag van 6460, wait niet overeenstemt met het overzichtsstaatje waarin de jaarwedde van den controleur op 2000 die van den deurwaarder op 1300 en de verdere kosten op 3020, te zamen 6320 geraamd zijn. Het onderhoud van gebouwen wordt thans op f 5825,20 geraamd (in 1918 is 3740,20 toegestaan), dat van straten en pleinen 24.633,50 (in 1918 32.296) en de memo rie van toelichting geeft uitvoerig aan welke werken in het komende jaar als noodzakelijk worden beschouwd. Bij hoofdstuk IV moet rekening gèhouden worden met de nieuwe jaarweddenregeling' van het politiepersoneel De hooistekers staan onder art. I dezer afdeeling nog steeds, even als vroeger e jaren, op 150 geboekt. De al- gemeene verhooging der loonen schijnt voor hen niet noodzakelijk te zijn. De kosten van administratie der politie zijn vergeleken bij de raming in 1918, niet onbe langrijk gestegen (va af 550 tot 1650). Bij hoofdstuk VI, kosten van het onder wijs, is door de herziening der onderwijzers- jaarwedden, het in 1918 toegestaan bedrag van 92000 tot een bedrag van 1115000 in de raming van 1919 gestegen. De bedragen van hoofdstuk VII (kosten van het Armwezen, subsidiën enz.) zijn uit den aard der zaak belangrijk hooger, evenals in hoofdstuk VIII, die voor de rente van geldlee ningen en opgenomen kasgeld. De aflossings- post wijst daarentegen in de raming voor 1919 een beduidend kleiner bedrag aan dan in het toegestane voor 1918 150.150 en 740.150); In hoofdstuk XI (butengewone uitgaven tref fen wij aan het nadeelig saldo van de door Ged. Staten gesloten rekening van den bui tengewonen dienst a 55.285,3214, welke schadepost tevergeefs op vorige begrootingen zal gezocht worden. Dit hoofdstuk telt dit jaar vele memoriepos- ten. De kosten van werkverschaffing voor 1918* op 70.000 toegestaan, zijn thans op 60.000 geraamd, welk bedrag wel te %ag zal blijken als men bedenkt, dat over 1918 reeds 87000 voor dit doel werd uitgegeven. Tot dekking van de geraamde tekorten op de exploitatie van het distributiebedrijf, het distributiebedrijf voor sajet, klompen en schoeisel en van de centrale keuken, wordt een bedrag van 238.462,21 geraamd. Dank zij het raadsbesluit tot nieuwe rege ling omtrent den gemeentelijken toeslag op den gasprijs kunnen voor 1919 de kosten voor de gemeente op 77.500 geraamd worden, terwijl voor- 1918 een bedrag van niet minder dan 116000 noodzakelijk ge acht werd. De post onvoorziene uitgaven, geraamd op 55-432,86, vereischt, volgens de bij de be grooting gevoegde memorie, geen toelichting. Gaan wij evenwel na, dat in 1917 hiervoor 11.033 27 en in 1918 19.195 01 werd toe gestaan, dan blijkt de pest dit jaar 200 be langrijk verhoogd te zijn, dat de opmerking, dat zij geen toelichting behoeft, eenigszins komisch aandoet. Gelukkig wordt in de algemeene beschou wingen .der memorie de sleutel van het ge heim gevonden, waar nier, zooals wij reeds mededeelden, voorspeld wordt, dat van dit bedrag van 50 000 nog heel wat gemeente ambtenaren in de naaste toekomst gelukkig gemaakt zullen worden. VERLANGT GIJ vraagt dan ultsliiUeml ons lubricant, hetwelk onder voortdurende contröle staat van de Firma BROM WANNA alhier. Het is voor België gisteren de groote dag geweest. Koning Albert heeft als overwin naar zijn blijde intocht in het jubelende, klokkenbengelende Brussel gedaan. Voorafgegaan door den luid toegejuichten burgemeester Max, reed het koninklijk gezin te paard de hoofdstad binnen, gevolgd door een schitterende staf van hoofdofficieren der geallieerde legers en de troepen. Amerikaansche infanterie met kanonnen; een Fronscli contingent en ^ian, voorafge gaan door Schotsche hooglanders met hun muziekkorps, de Engelschen. Alle troepen za gen er prachtig martiaal uit en werden toe gewuifd en met luide vreugdekreten begroet. Dan volgde het grootste deel van een Belgi sche divisie, samengesteld uit alle wapens. Op de wapperende vaandels, de historische namen der overwinningen: Yser, Passchen- daele, West-Koosebeke en zoovele anderen. Zoo is de vorstelijke familie tusschen de ju belende menschenmassa naar het parlement gereden. Over het daar gesprokene hebben ons, ter wijl wij dit schrijven, nog geen telegrammen nadèr ingelicht. Maar dat het yoor België gisteren een blij de dag was, een dag van vréugde en ont spanning na al de ellende der oorlogsjaren, daarvan heeft het geweldige enthousiasme bij; den intocht der koninklijke familie in Brussel getuigd. Eerst nu is het Belgische volk tot het volle besef der overwinning en bevrijding geko men. De Duitsche regeering heeft, zooals wij nog in een deel der oplage van ons vorig nummer meldden, een woord van verwelko ming tot de terugkeerende soldaten gericht. Zij wijst er op, dat de soldaten thans terug- keeren in een land waarin voortaan niemand meer iets te zeggen of te bepalen heeft dan het volk zelf. De socialistische politiek moet als de meest vrije in den volkerenbond treden, en econo misch zal het vaderland eigendom en erf goed van het volk zijn. De rijksregeering zal de arbeiders bescher men, al is er thans schaarschte aan levens middelen en nijverheidsgoederen. Slechts ge meenschappelijke arbeid en samenwerking, aldus besluit het manifest, kunnen ons hel pen. Slechts een Duitschland, dat een ge waarborgde, op de arbeider» en soldaten Li/et.t&ciTK. ts. 1&3Z en Giccfietvetecnicpitiy. ZSS3. BREEDSTRAAT 11. VERHUREN VAN SAFELOKETTEN. hecht gevestigde regeering bezit, kan van on ze tegenstanders datgene bereiken, waarvoor gij vier jaren gestreden hebt: den vrede. Ondanks deze oproep tot eensgezindheid blijven de gemoederen in Duitschland in hef tige beroering. De verhouding tusschen de regeering en den Belgischen uitvoerenden raad schijnt al lesbehalve gunstig te zijn aÉ in het Zuiden worden zells dreigementen geuit, dat men zich zal afscheiden wanneer Berlijn de wet gevende vergadering niet tot stand brengt. In Bremen heeft evenwel de Raad van A. en S. zich tegen het bijeenroepen eener natio nale vergadering uitgesproken. In Berlijn beschouwen de verschillende partijen elkaar met wantrouwen, maar de houding der Entente tegenover het bolsje wisme blijft niet zonder uitwerking en men kojnt meer en meer tot de overtuiging, dat üc geallieerden geen tegemoetkomende houding zullen aannemen, wanneer in Duitschland geen regeering aanwezig is, die op een regel matig gekozen volksvertegenwoordiging kan steunen. Van de zijde van de centrumsfractie uit de Duitsche Rijksdag en uit de beide Huizen van den Pruisischen Landdag is een oproep verspreid om tot een nieuw centrum te ko men, waarin gezegd wordt, dat er een on voorwaardelijke erkenning moet zijn van den democratischen volksstaat, bestrijding van alle klasse-heerschappij, orde en vrijheid en de tot ontwikkeling brenging van de ideele waarden die pas volk en staat gezond ma ken. Er wordt geëischt dat zoo spoedig moge lijk de wereldvrede door overleg zal tot stand komen, dat onverwijld een voorloopige vrede worde gesloten en dat de betrekkingen tus schen de volken en staten onderling zullen worden bepaald door het eeuwige ,du en niet door machtsoefening. Verder moet een volkenbond met al de zegeningen daaraan verbonden, tot stand komen. Terzake van de binnenlandsche politiek wordt allereerst de spoedige bijeenroeping der nationale vergadering geëischt. In het buitenland schijnt men nog niet veel geloof te hechten aan den voedselnood iu Duitschland. Volgens een telegram uit New-York aan de Matin heeft Duitschland niet vóór 1 April 1919 behoefte aan Amerikaansche le vensmiddelen. In Duitschland zelf denkt men er natuur lijk anders over. Men is over de bekendma king van Erzberger, dat geen verzachting van de wapenstilstandsvoorwaarden te wachten is niet te spreken en hoopt nog, dat Wilson een tegemoetkomende houding zal aannemen. In politieke kringen is men tot de slotsom gekomen, dat de rei spoed' moet die hongersnood meebrengt, vrijwaren kan] Daarentegen heeft het oorlogs-voedingsbu- reau zich vn bevredigenden zin uitgelaten Men voert in Duitschland tegen de verkla ringen der Entente-bladen, dar de vroegere regeering en legeraanvoering herhaaldelijk verzekerde dat Dutischland voor den volgen den winter voldoende leeftocht had, aan, dat de militaire en economische toestand plotse ling veranderd is waardoor alle -vroegere berekeningen waardeloos zijn geworden. De Duitsche regeering begrijpt, dat zij vóór alles tot een spoedigen vrede moet zien te komen De Zwitsersche regeering heeft den regee ringen der geallieerden een mededeeling van de Duitsche regeering overhandigd, waarin wordt gevraagd: lo- het onmiddellijk openen van vredesonderhandelingen; 2o. het bijeen komen van een Duitsch-Amerikaansche con ferentie in den Haag, die de opdracht heeft om over de levensmiddelenvoorzienirig der middenrijken te beraadslagen. Naar de Temps inmiddels uit Versailles verneemt, zijn de voorbereidselen voor den praeliminairen vrede in vollen gang.Men is met de restauratie van het Trianon en het kasteel, waar de onderhandelingen plaats vinden bezig. De spiegelzaal, waar de vrede waarschijnlijk onderteekend wordt, is reeds hersteld De opmarsch der troepen duurt voort. Ge- heele Duitsche regimenten marcheerden orde lijk met de muziek aan het hoofd Aken bin nen. Nadat de laatste Duitsche troepen over de grens zijn, zal een sterke grenswacht uit af- gedankte soldaten warden gevormd. De re geering zal daarvoorde gelden beschikbaar stellen. Ook de Geallieerden rukken stelselmatig op Maarschalk Foch heeft aangaande de bezetting van de Palts verklaard, dat de menschen die daar voor den oorlog woonden er kunnen blijven en het burgerlijke en mili taire bestuur er onder toezicht der Gealli eerden kan worden uitgeoefend. Sterke Duitsche afdeelingen, die op het punt waren den Elzas te ontruimen, zijn, naar uit Berlijn wordt gemeld, door de Franschen gevangen genomen. Lloyd George en Bonar Law hebben een verkiezingsmanifest uitgevaardigd, waarvan wij de voornaamste punten hier laten volgen De last van de wapeningen zal geleidelijk verminderen en de arbeid en het kapitaal dei rijks vrij maken voor vredesbedrijven. Het zal ons ernstig streven zijn. aldus het manifest, dat de coalitieregeering de totstand koming van een volkenbond zal bevorderen, die er niet enkel toe zal dienen om de maat schappij te vrijwaren voor de noodlottige re sultaten van bet militairisme, doch ook de vredelievende, wederzijdsche verstandhou ding tusschen de geassocieerde volken te be vorderen Er dienen geen nieuwe belastingen te worden gelegd op voedsel en op grondstof fen voor onze nijverheid. Echter zal voor keursbehandeling worden toegestaan aan on ze kolonies op de bestaande en toekomstige beleningen. Waar het noodig mocht wezen, zal de reg ering de voornaamste takken van nijverheid steunen en hen vrijwaren tegen oneerlijke mededinging in den vorm van „dumping," d. w. z. door de verkoop van buitenlandsche voortbrengselen onder den productiepr ijs. Andere doel .den van de regcering zullen zijn, oen tweede Kamer in het leven te roe pen, die zal berusten op rechtstreeksch ver band met het volk. De uitbreiding van een verantwoordelijk bestuur in Britsch-Indië zal met geleidelijke stappen geschieden. De' regeering zal aan de lersche kwestie een op lossing geven, die zelfregeering tot grond slag heeft. Tot de bereiking van dat doel ziin twee wegen afgeslotende eerste is die welke leidt tot een volledige afscheiding tusschen Ierland en het Britsche Rijk, de andere in dis welke leidt tot een onderwerping van Ulster, met dwang en tegen zijn wil, aan het Home Rule-parlement. KORTE BERICHTEN. Zondag a.a. zal generaal de Castelnau in zijn nieuwe waardigheid' als maarschalk, zijn intocht in Straatsburg doen. Masaryk. de president der Tsjecho-Slo- "Waken is uit Nitu trokken. euw-York naar Europa ver- Ie Antwerpen is een bevel uitgevaar digd om alle personen gevangen te nemen, die den Duitschers werkkrachten bezorgd hebbert. Men noemt April als tijd voor de ver kiezingen in Frankrijk. De Duitsche „Hochseeflotte" is uitge leverd. Te Assche is een goederentrein in de lucht gevlogen. Er zijn 10 dooden. Ook te Denderleeuw zijn bij een ontplofjing 20 per sonen gedood. De bladen melden: de koning van En geland is Donderdag te Parijs gekomen. He den vertrekt hij naar het front. Verschillende Duitsch-Oostenrijksche burgerlijke partijen hebben zich tot één partij vereenigd. De Tsjechen mobiliseer en. Lord Robert Cecil is afgetreden. Het roode leger bedreigt Jekaterim- burg in het Oeral-gebied. Binnenland. Staten Generaal, TWEEDE KAMÉR. Gisteren werd besloten de algemeene be schouwingen over de staatsbegrooting niet te beginnen vóór 3 December en het ontwerp- Marchant, betreffende het vrouwenkiesrecht, op 4 December in de afdeelingen te onderzo^ kea. COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1918 | | pagina 1