DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Gekocht 1918. FEUILLETON. Damrubriekc No. 276 Honderd en twintigste Jaargang. Abonnementspriis bii yoornitbetaling p. 3 maanden f 1.65, fr. p. post! 1.90- Bewijsnummers 5 ct Advertentieprijs 15 ct. p. regel, grootere letters naar plaatsruimte. Br. ir. N.Y. Boek- en Handelsdrukkerij tas. Coster d Zo.. Yoordam C 9. Tei. 3 'ZATERDAG 23 NOVEMBER. Wenken voor Land- en Tuinbouwers. 3 leceptio In de Staatscourant heeft de Regeering me- dedeeling gedaan, dat de in uitzicht gestelde' garantieprijzen voor den oogst 1919 gestand zullen worden gedaan. Verder wordt bekend gemaakt, dat de hier en daar geuite meening, als zou de uitzaai van zooveel mogelijk broodgraan, thans minder noodig zijn, op een dwaling berusten, omdat, door de beëin diging van den oorlogstoestand in de ons omringende landen, nog geenszins de zeker heid bestaat, dat regelmatig voldoende brood graan van elders kan worden aangevoerd. Ten opzichte van het scheuren van grasland wordt bekend gemaakt, dat de meening, als zóu de regeering voornemens zijn bij het spoedig intreden van den vredestoestand aan de Scheurwet 1918 geen uitvoering te geven, niet juist is. Een. en ander werd reeds in een vorig nummer van de Alkmaarsche Courant bekend gemaakt en ook de Landbouwcommis-, sies in deze provincie zijn door middel van den Regeeringscomntissaris met dit besluit in kennis gesteld. Met het oog hierop is het misschien niet overbodig, de voornaamste be palingen van bovengenoemde wet te vennel- den en zoo mogelijk toe te lichten. Art. I. 1. Door of vanwege Onzen Minis ter van Landbouw, Nijverheid en Handel kunnen, volgens regelen bij algemeenen maat regel van bestuur te stellen, ten aanzien van het geheel of een gedeelte van de tot bepaal delijk aan te wijzen bedrijven, perceeleü of grondcomplexen behoorende graslanden, kla vers en kunstweiden, voorschriften worden gegeven tot en. betreffende de omzetting in bouwland en de bebouwing van die gronden. 2. Bij deze voorschriften wordt een termijn gesteld, binnen welken onderscheidenlijk de voor de omzetting en voor de bebouwing noodige werkzaamheden moeten zijn verricht. 3. 'Onder grasland verstaat deze wet weiden of grasperken, die langer, onder kunstweiden, weiden of grasperken, die korter dan vier jaar in gras hebben gelegen. 4. Al hetgeen be treftenz. 5. Van de beschikkingen, geno men door of van wege Onzen voornoemden Minister krachtens het eerste lid van dit arti kel kunnen belanghebbenden binnen veertien dagen na de dagteekening der beschikking in beroep komen bij een Commissie van Beroep, voor iedere provincie door onzen voornoem den Minister aangewezen. Bevoegd is de Commissie van Beroep -binnen wier gebied het aangewezen, onroerend goed of het groot ste deel daarvan is gelegen. Van dit artikel zijn m. i de alinea's 1, 2 en 5 van het méeste belang. Zooals in een vorig ürtikel reeds v-id aan gewezen, is de hoeveelheid grasland, die ge scheurd moet worden reeds vastgesteld. Ook de verdeeling over de verschillende bedrijven heeft reeds plaats gehad.'De lijsten, waarop vermeld staat, hoeveel grasland eiken land bouwer zal moeten scheuren, zijn door ue Landbouw-Commissie in de gemeente Alk maar op verschillende plaatsen ter inzage ge legd en aan de belanghebbenden zal-gelegen heid worden gegeven, met de Commissie tot overeenstemming te komen a .-aande e vaststelling van de perceelen, die gescheurd moeten worden. Hierin kan den landbouwers niet de vrije hand worden gelaten. Zij toch zouden in den regel dat land het eerst gaan scheuren dat in bun bedrijf het best gemist kan worden. De Commissie zal die stukken nemen, die naar haar oordeel den grootst mo gelijken oogst zullen opleveren. Bij verschil van meening zullen beide partijen zich neer moeten leggen bij de uitspraak van de in al. 5 genoemde Cortimissie van Beroep, die voor zoover ik weet, voor onze provincie nog niet is benoemd. Evenmin zijn nog bekend de in al. 1 genoemde voorschriften betreffende de bebouwing van de gescheurde gronden. Deze zullen te vinden zijn in de. naar wij hopen, spoedig verschijnende, teeltregeling. Hierin zullen ook worden genoemd het tijdstip, waarop de scheuring moet hebben plaats ge had, en dat, waarop de voor bebouwing noo dige werkzaamheden moeten zijn verricht. Resumeerende is dus de gang van zaken als volgt: 1. De landbouwers kunnen op verschillen de genoemde plaatsen inzage nemen van de lijst, waarop vermeld staat hoeveel land door hen moet worden gescheurd 2. As. Maandag en Dinsdag wpfdt den landbouwer de gelegenheid gegeven, met de Landbouw-Commissie in nader overleg te tre den; 3. Daarna wordt door de Commissie, in overleg met den Inspecteur, de lijst definitief vastgesteld; 4. De landbouwers kunnen binnen veer tien dagen na de vaststelling van de lijst van deze beslissing in hooger beroep gaan bij d'e te benoemen Commissie van Beroep; 5. In de uitspraak van deze Commissie moet worden berust. Art. II. 1De gebruikers en eigenaars van gronden, alsmede zij, die een recht van. vruchtgebruik, beklemming of eripaeht op gronden hebben, zijn verplicbt' ae door of vanwege onzen Minister van Landbouw, Nij verheid en Handel bij schriftelijke "ordering verlangde inlichtingen omtrent omvang en inrichting van het op die gronden uitgeoefend bedrijf en omtrent aard én ligging der door hem gebruikte grp'nden, naar waarheid te ge ven. Dezelfde verplichting rust op hen, die uit hoofde van overeenkomsten, welke van kracht zijn op het tijdstip, waarop de inlich tingen worden gevraago, in de oogstperiode daaraanvolgende, gebruikers zullen zijn van die gronden. 2. Ónder gebruiken, onderschei denlijk eigenaar, vruchtgebruiker, beklemden meier of erfpachter wordt begrepen degenen, die het beheer over de gronden heeft en in dien een naamlooze vennootschap, een coöpe ratieve of andere rechtspersoonlijkheid bezit tende vereeniging of stichting het gebruik, onderscheidenlijk den eigendom, het vrucht gebruik, het recht van beklemming of van erf pacht heeft, élk lid van liet bestuur. 3. Onder oogstperiode verstaat deze wet het tijdperk van den eersten Mei tot den eersten N< ber. sloyem- Naar het Engelsch van Charles Oarvice. 88/ Sylvia had een kaart voor deze receptie, maar zij ging niet .ofschoon het een van haar vrije avonden was. Zij had de waarheid ge sproken toen ze zei, dat Ze niet op uitgaan in de gröote wereld gesteld was; ofschoon An- drey evenzeer naar baarheid had beweerd, dat Sylvia even populair en gezocht zou wor den 'in de salons van de grooie wereld als zij hét in de tooneelwereld was. Maar ofschoon Sylvia veel van mooie toiletjes hield en van dansen en van den omgang met beschaafde en ontwikkelde menschen en welk jong meisje met eenigen smaak' doet dat niet? zij was, zooals ze tot Mercy zei„niet bij stem met de rest van de muziek." „Toen ik verleden op dat- groote bal was, Mercy," zei ze zacht, „kwam mij telkens het verleden in de gedachte, en ik kon haast niet praten met de menschen die vriendelijk bij mij kwamen en zich. aangenaam maakten bij de beroemde opera-zangeres; mijn hart deed mij zoo'n pijn. En telkens als er een bijzonder lange en knappe man glimlachend naar mij toe kwam en mij te dansen vroeg, dan dacht ik aan Jack, en ja, ik denk dat som migen wel gedacht hebben dat ik een heel zonderling wezen was of dat ik niet goec hoorde; want ik kon niet dadelijk antwoor den. Waarom kan men toch niet vergeten, Mercylief? Als men maar vergeten kon!" „Mannen kunnen dat soms: vrouwen nooitantwoordde Mercy op een dtvan ge legen, verwijl Sylvia naast haar zat, evenals Mercy zbo ..anaast Sylvia's bed had geze ten. „Maar toch spijt het mij dat je vanavond niet" vaan bent; het is saai voor je heel al- l&a w inn met een zieke vrouw In dit artikel zijn al de vormen opgenoemd, lie in ons land vc rkömen bij het bezetten of gebruiken van gronden. t Behalve gewone eigenaars en gebruikers kent men in ons land ook menschen, die het vruchtgebruik van onder genieten of die door z.gn beklemming of erfpacht inkomsten van gronden trekk Ook kunnen vereenigin- gen van personen ais eigenaar of gebruiker optreden. Zij allen zijn verplicht, de ge- wenschte inlichtingen te verschaffen aangaan de aard en ligging der door hén gebruikte gronden. Hebben zij het recht op het gebruik vaa hun grond aan don derde overgedragen, dan rust op deze dezelfde verplichting. door P. RAëSKIN. (Nadruk verboden). Ze .dden jarenlang hun stamtafeltje ge had in risse. Daar iadden ze on de-' ehampie elkander „Liever dan freule Hopje?" zei Mercy zaciti Sylvia knikte. „Jullie zijt mij beid- n dierbaar," ant woordde zij, „maar ik zal nuoit verge1, tü da; jij het was die bij me was er. mij traan', troosten toen ik alles verloor wat hei le ven waard maakt geleefd te worden." „Je hebt een goed geheugen, Sylvia," zei Mercjri niet cynisch, maar vriendelijk en dankbaar. „Ja; en de laatste dagen, rm wij in Londen zijn, geloof il: dat het verleden rog 1 uidigcr teruggekom is. Alle dingen die daar -ge beurd zijn, V-alóren H jop weet je, zijn mij. weer voor den geest gekomen en soms be trapte ik mij te ■- itten droomen Zij zweeg. „waarover, lieve?" „Te dr men dat dat Jack nog leefde* maar dat hij op een plaats is waa; 'ik hem niet bereiken kan. Ik zie zijn lief, dierbaar ge zicht nog de tranen kwamen haar in de oogen „en ik hoor hem nog roepen: „Syl via! Sylvia!" juist zooals hij deen toen ze hem aoodaen: en ik tastte met mijn handen alsof ik wou trachten naar hem toe te ioopen; en toen werd ik wakker en ik weet dat het maar een droom was en dat ik Jack nooit zal weerzien voor wij elkaar ontmoeten in den hemel waar geen scheiding meer is. AchDit is waarlijk geen manier om een zieke te amu seeren, hé?" zei ze, terwijl ze trachtte te lachen' en de tranen uit haar oogen wischte, „Ik wou dat Andrey vandaag kwam. Dat is nu weer wat! Er schijnt niets dan akeligheid en verwarring in de wereld te zijn, niet waar, Mercy? Du arme Lord Lorrimore! Ik wou graag eens weten waar hij is en waarom An drey zijn liefde niet kon beantwoorden. Ik ge loof dat hij naast Jack de edelste en verheven- ste man op aarde is. Maar ik verveel je met mijn gepraat, lieve Zij zweeg en bracht de hand aan het voor hoofd also: zij pijn had. gezworen het vrijgezellenleven trouw te zul len blijven. Luuk had zijn eed het' eerst ver broken. Op het afschêidsfuifje van den toe- komstigen echtgenoot hadden de drie vrien den hem dronken gevoerd, hem op de knieën doen belooven nooit meer 'n voet in hun hei lige Suisse-kroeg te zullen zetten, een halve champagneflesch tusschen zijn kleeren uitge schonken, hem in een taxi gesjord en den chaffeur het adres van, zijn aanstaande schoonouders opgegeven. In een luxe-auto waren ze naar de receptie gereden, vandaar weer naar Suisse, waar zij alle herinnering aan den afvallige uit hun hoofd weggespoeld en hun vrijgezellenleed in luidruchtigen scherts hernieuwd^ hadden Toen had Frans hen teleurgesteld. Er was 'n prachtige vacatü- re voor hem een levenspositie hij kon toch niet levenslang boemelen zijn oude heer. zou niet langer blijven afschuiven 't was beróerd maar kon hij nou anders? De twee anderen berustten, reden weer in een iuxe-auto, naar de receptie van Frans en van daar naar Suisse waar ze om hun kleine aan tal nu zonder eedsfonhulier met louter harte- lijken handdruk elkander trouwe kameraad schap beloofden. Én nou had Max zich ver loofd! Vandaag was 't receptie: Fred ging nu alleen. Aan het stamtafeltje zat hij op de luxe-auto te wachten, 't Sneeuwde. De vlokken snipper den wit uit de grijze lucht dartelden in stoei ende tuimelvaart naar omlaag. Het duurde niet lang of voor de oude huizen stonden plots nieuwe gevels in feesthelder wit. Soe zend staarde Fred naar buiten en beluisterde de beloften en afspraken die nog met het stemgeluid van Max door zijn hoofd woel den:alswij terug zijn van onze huwe lijksreiskerel! ...dan kom jij bij ons als huisvrienden goed dat je 't hebben zult!De mooie stem van Max verdreef zijn zwaarmoedigheid 't was hem of hij in z'n eentje ook de hand voelde van zija vriend die hem met een hartelijken schouderslag zoo dikwijls opgebeurd had Even glimlachte hij tegen niemand, stak een cigaret op, -liep weer met zijn toestand verzoend, naar de leestafel en doorbladerde buitenlandsche illustraties. Toen de kelner hem kwam waarschuwen, bleef hij nog even narooken, sprak bekenden aan, lachte, ging in druk gesprek met anderen die eveneens vertrokken naar buiten. Diep in het muisgrijze matras van den mooien wagen trachtte hij een kort toespraak je te verzinnen. Hij kon toch niet volstaan met een enkel „gefeliciteerd Max!" Hij be greep dat de bruid en de familieleden iets meer verwachten van hem, den eenigstcn en langstgebleven vriend van den bruidegom. Maar zijn gedachten dwarrelden als de'Vlok ken, die aan weerskanten de portierraampjes eslookten. Heugenissen van Frans en van ,Luuk, gebeurtenissen uit hun huwelijksleven, vooruitzichten van het direkteurschap, waar voor ook Max zijn vrijgezellenleven opgeof ferd had, teekeningen van het ameublement in de woning der nieuwgehuwden, laatste fuifjes met zijn vriend, alles rumoerde on rustig door zijn beztge hoofd, 't Speet hem nu niet 'n paar regels opgeschreven en uit 't hoofd te hebben geleerd. In zijn worsteling om een enkelen passenden volzin scheen 't kern nu toe, dat de aanwezigen straks min der zouden letten op costuum en toilet, waar aan hij alle-zorg besteed had, dan op een kort toespraakje, dat zii van hem zouden ver wachten.' Jasses wat ellendig dat hij nou niet 'n paar onnoozele zinnetjes achter elkaar phantaseeren kon! Weer begon hij: „Maxnee, dat was nott te joviaal, te veel tiit den plechtigen receptietoon „bruid en bruidegomHij maakte naar „Neen,neen," zei ze; „maar ik geloof dat ik mijn 1 :st npet doen wat te slapen." Sylvia schudde het kussen op en ging de kame uit. Merc; was nu al eenige weken on- y keld, eigenlijk sedert den avond dat Sir Jordan Lyune Andrey Hope zijn liefde ver klaard had in de opera-loge. Zij weigerde Weigerde beslist een dokter te 'aten.halen en verklaarde herhaaldelijk dat zij beter Werd en over een dag of twee geheel hersteld zou zijn. Maar Sylvia verbeelde zich dat haar vriendin zwakker inplaats van beter werd; en als Syl via niet iederen dag bij haar geweest was, zou zij de verandering duidelijker opgemerkt hebben. Maai' M'ercy klaagde nooit ofschoon zij tegenzin scheen te hebben uit te gaan, ver klaarde zij toch dat zij beter werd. Er gingen drie dagen voorbij en Lord Lor rimore en Anarey kwamen steeds niet bij haar; Sylvia begon ongerust en zenuwachtig te worden, want zij had ze beiden lief of het naar broer en zuster waren toen zij op den avond van. den vierden dag Andrey's stem in de kleine hall hoorde en haar vlug te ge- moet liep. „Dacht je niet dat ik dood was," zei An drey toen de.twee meisjes elkaar omhelsden en Sylvia met haar arm om Andrey heenge slagen, haar naar de kamer geleidde. „Ik begreep het niet," zei Sylvia haar met belangstelling aanziende. Er was een zenuwachtig blosje op An drey's wangen en een ernstige, ruslelooze blik in de donkere oogen die zij afwendde van den onderzoekenden blik van haar vrien din, maar zij glimlachte en lachte zelfs. „Ik ik heb het druk gehad," zei ze ont wijkend. „Hoe gaat het met Mercy?" 1 „Wel waf beter. Ze schijnt zich vandaag wat sterker en opgewekter te voelen. Als dit niet het geval was geweest, zou ik er op aan gedrongen hebben een dokter te laten halen, maar zij is werkelijk beter." „Daar ben ik blij om," zei Audrey, „om den rug van den chaffeur een buiging en moest om eigen tooneelspel lachen. De auto stopte. Een sleepers wageh belette den door gang. Fred schouwde naar de opeenhóoping van menschen en karren, beluisterde het ge vloek van kerels, benijdde hun welsprekend heid en ergerde zich aan een koetsier die, van den bok afgesprongen, zijn paard tegen de voorpooten ranselde. Hij had er wel uit wil len vliegen om dien beul met z'n eigen zweep stijf te striemen. Toen hij even later weer doorreed en zijn doel nabij wist, ruziede hij nog in zijn eentje tegen den langjas en kwam niet meer aan de studie van zijn toespraak toewat 'm inviel zou hij er wel uitflappen, In de vestibule werd hij aangehouden door een man in't rose-gestreept livrei-jasje van een huisknecht, die hem verzocht zijn naam in te schrijven.'n Groot album lag op een rood fluweel lessenaartje dat gepast stond in een prieelronde nis, welke tusschen de vele sierplanten naast de ganglooper bedacht was. Een tweede bediende nam zijn hoed en jas over. Voor 'n spiegel verzorgde hij even met streelende- vingertoppen de twee helften van zijn haar, richtte z'n snorpunten en aan vaardde de ganglengte. Hij dwong zich tot zijn dagelijkschen stap, maar voelde in z'n schouders en beenen ehn gemaakte houding fe hebben. De looper dempte zijn voetstap pen. Naast zich wist hij een suite vol men schen, maar er kwam geen geluid uit. Aan het eind wachtte hem een dienstbode in wit kanten boezel gestrikt. Hij had haar voor de open d.eur de achterkamer zien influisteren, knipoogen. Hij ivas al aangediend. Aan den anderen kant van de gangmuur werd zijn naam, de zaal langs, doorgezonden naar Mox. De in het volle huis durende stilte was alleen om hém.' Vroeger had hij achter Max, achter Frans veilig meegeloopen. Nu zag hij op tegen zijn intrée-de-salon. ITij voelde zich als gevangen tusschen het personeel dat in opdracht scheen te hebben hem niet weer te Laten ontsnappen. Voorbij den deurdrempel overzag hij even aarzelend de twee ineenloo- joende vertrekken Met een vriendelijk gezicht dat nergens om glimlachte, stapte hij langs de rijen der staande familieleden, de oógen aldaar gevestigd op de groene hoékversie- ring waarin hij reegis bij de deur het gezicht van Max had nerkend. Hij' feliciteerde en hoorde zijn stem tegelijk met die van den bruidegom, wist even later niet meer wat hij zelf gezegd had, boog en herhaalde voor de naaste bloedverwanten telkens dezelfde be- leefdheidsphase. Tot hij eindelijk tot rust kwam bij de tafel waarop de cadeaux tentoon gesteld waren. Met overdreven belangstelling bezichtigde hij de zilveren en kristallen voor werpen, las de naamkaartjes, liet zich over de gevefs inlichten, aanhoorde geduldig de op somming van geschenken die te groot waren om bij-gezet te worden en van andere die nog niet gereed, en waarvan hu alleen teekenin gen neergelegd waren. Voortdurend kwamen nieuwe belangstellenden. Toen hij op 't pum stond te vertrekken zac hij Luuk en Frans, beiden met hun vrouwen. Hij1 begreep dat ze te zamen gekomen waren. Nieuwsgier ig naai het optreden van zijn beide vroegere vrienden bleef hij nog en bemerkte hoe het viertal over at groetend, reeds cp weg naar het bruids paar links en rechts handjes gegeven en vriendlijke woordjes gewisseld had. Die Luuk! Hij kende den vroegeren pretmaker bijna niet meer! Stil daar hoorde "hij diens stem. Fred deed 'n paar stappen naar het vrij gelaten middenpad en zag Luuk voor bruid en bruidegom waarachtig in speech-houding; de vent declameerde, kon in de gang worden verstaan, sprak met verheffing en daling van stem! Allemachtig nog toe, was me de lollig ste kerel van Suisse een propegandist gewor den voor huishoudelijk geluk, huishoudelijke gezelligheid, voor 't roervaste huwelijks bootje! In ae suite heerschte overal belang stelling. Iedereen luisterden; Fred zag op ae gezichten sympathie met den spreker. banden van oude vriendschap hoorde hij nu weer op denzelfden luiden toon waarmee Luuk vroeger in fuifstemming kon opsnijden,een behoefte van ons hartonzen ouden kameraadMax en diens lieftallige bruid onze geluk- wenschen U beiden gegeven moge zijn in de innigheid van huiselijk gelukuw woning altijd moge gelijken nyoge afspie gelen wat we hier om ons heen zien blijde gezichten, bloemen en geurenen sneeuwstormen, zorg en verdriet-.ver, ver buiten uw woningde wensch van mij van Fransvan onsEn Max toastte terug, 't Was Fred of zijn drie vroegere makkers afgesproken hadden hem 'n paar woorden weer had laten heengaan, hield Luuk en Frans staande, had met de ge huwden meer te bepraten dan met hem. Ook de brfiid en de familieleden toonden het vier tal een hartelijker belangstelling. Fred voelde dat ginds het eene gezin het andere aantrok, dat net huwelijk Max op hem had veroverd. Luuk en Frans en M'ax zouden hem misr schien nog 'n pooze verdragen, maar toch langzamerhand den vrijgezel uit hun vriend schap los laten. Nog nooit had een receptie hem zoo de leegheid van zijn vrijgezellenleven doen ge voelen. Onopgemerkt sloop hij de gang in. Op den oper die zij: looper die zijn voetstappen hoorde mijnentwil zoowel als voor haar en voor jou. Sylvia, hoef je in een heele week niet te zingen na vanavond?" „Neen," zei Sylvia, die zich afvroeg wat er •nu komen ru<?t i „Vijf avonden niet. Is het niet heerlijk om -zoo lang vacantie te heb ben „Ja," zei Andrey en voegde er haastig, bij na gebiedend bij„ik wou dat je die dagen bij mij doorbracht, met hier in Londen, maar buiten." „Buiten? Hoe heerlijk! Waar ga je naar toe?" „Naar miin huis, „de Grange" te Lynne," antwordde Andrey. „Naar je eigen huis?" „Ja," ging Andrey haastig sprekende voort. „Ik, ik ze zeggen thuis dat ik wat moet ui! rusten. Ik ben moe van dat uitgaan avond aan avond, en daarom heb ik ge zegd dat ik naar „de Grange" zou gaan. Zij Lord en Lady Marlow wilden 'dat ik naar zee zou gaan, maar ik heb een hekel aan de zee. Het is rust die ik noodig heb, als ik ten minste iets noodig heb, en wat rust kon jou ook geen kwaad, Signora Stella. Wij moeten morgen vertrekken" ging zij voort. „Lord Marlow heeft getelegrafeerd aan de be dienden om te zorgen dat alles in gereedheid gebracht wo'rdt, en hij gaat mee om ons te brengen, maar hij is niet van plan te blijven'. Zeg dat je mee gaat, Sylvia. Ik wou je zoo het oude huis laten zien, waarin ik ge- ben en waar ik zoo dol veel van houd. Wij kunnen samen dwalen over de wegen en .en ei zal niemand zijn die ons plagen kan." „Zal Jordan daar niet wezen?" Andrey kreeg een kleur. Zij had het tele gram in haar zak, waarin Jordan zijn terug keer naar Londen aankondigde voor den vol genden dag. Zij had het aan niemand laten zien, zelfs niet aan Lady Marlow, misschien zou deze haar toestemming niet gegeven heb- lempte, hij "nog de lachstemmeri van Luuk en Max zoo luidruchtig konden die twee elkander vragen over een billart toeschreeuwen. Buiten sneeuwde het nog. De chaffeur wachtte hem op met open por tier. 't Hoofd diep in de kraag vluchtte Fred, zonder meer om te zien, en woelde zich in den versten hoek van den wagen. Hij wilde niemand meer groeten, wilde ook niet vanuit de kamer gezien worden. „Waarheen, mijnheer?" vroeg de chaffeur na even gewacht te hebben. Ontevreden, alsof hij aan iets onaange naams werd herinnerd, staroogde Fred naar buiten en bedacht hoe zc vroeger na reeep- tie's met hun drieën, daarna met hun beiden in Suisse hadden gefuifd. „Rijd maar naar de Commerce-" Hij verbeeldde zich dat de kelner van hun oud stamtafeltje ook nog met zijn vereenza ming zou spotten. Hij hernieuwde geen vrij- gezellen-eea meer, liet de meisjes, die hij had leeren kennen, Li voor één voor zijn geest langzaam voorbijgaan, sprak ze aan, hoorde hun stem, glimlachte, kniktehield aan eigen huwelijk denkend receptie alleen in de auto. AAN DE DAMMERS! Met dank voor de ontvangen opl. van pro bleem no. 521 (auteur H. J. Hilbers Jr., Utrecht.) Stand. Zw. 2, 7, 9, 12, 13, 14, 15, 16, 23, 36 en dam op 48. W. 22, 24, 25, 26, 34, 37, 39, 41, 42, 44, 49. Oplossing. 1. 42—38 1. 48:18. 2. 38—32 2. 36 47. 3. 49—43 3. 47 20. 4. 32—28 4. 23 32. ben tot deze plotselinge reis naar ^,de Gran ge." „Sir Sir Jordan zal er niet zijn," zei ze, een anderen kant opkijkende. „Hij moet in de ptad zijn en zal het heel druk hebben. Maar laten wij niet over hem of over iemand an ders praten dan ons zelf. Wij zullen zijn naam niet noemen niets wat met Lon den in verband staat, terwijl wij daar zijn. Wij zullen net twee schoolmeisjes zijn met vacantie toé Sylvia?" „Ja dat is goed. Laten we daar een eed op doen," antwoordde Sylvia vroolijk en An drey's hand omhoog stekende op een echt dramatische wijze. ,,Q, nu. ik vergat Mer cy Ik weet niet of zij mee wil m ik zou haar .niet kunnen verlaten, Andrey." Op dat oogenblik kwam Mercy binnen; ze wou weer heengaan, maar Andrey hield haar terug. „Mercy, zou je niet denken dat wat zuivere lucht inademen heel goed zou zijn voor Syl via," vroeg ze. Mercy keek de beide meisjes beurtelings' aan. „Ja zeker," zei ze. „En ik weet zeker dat ie het goed1 vindt," zei Andrey vriendelijk. „Dus die zaak is be slist. Wij gaan met ons drieën naar mijn huis,, buiten, Mercy." „En morgen al," riep Sylvia. Mercy sloeg de oogen neer. „U moet mij hier late n om op het huis te pp.;' en, als ie blieft," zei ze zacht „Onzin! Stribbel nu niet tegen, Mercy-lief. Jij vooral hebt verandering van lucht noodig, meer dan wij een van allen. Denk eens aan, vier dagen buiten, en wat is het lang geledés sedert wij het buiten leven genoten hebben 1' Mercy schudde het hoofd. „Het is heel vriende;. k van freule Hope," stamelde zij, „maar ik wou liever (Wvmit EOURA V.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1918 | | pagina 5