DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
overz
Gekocht
No. 288
Honderd en twintigste Jaargang.
1918
flhonnementsprlis bii vooruitbetaling o. S maanden f t.BS. fr. p. postf 1.90. Bewiisnuminars S et- ftdvertentleoriis IS ct. regel, grootere letters naar ilutfrnlnto. Br. fr. NX Boek- en Handelsdrukkerij Hernis. Coster Ob., Voordam C 9, Tel.
MAAN 1>. A
9 DECEMBER.
FEUILLETON.
Binnenland.
Hét wordt tijd, dat in Duitschland de Con
stituante eindelijk, eens tot stand komt want
zoolang dit niet het geval is^ blijft de toe
komst van Duitschland onzeker, doordat ver
schillende politieke groepen telkens weer
trachten zich van de hoogste staatsmacht
meester ,te maken.
De Spartacusgroep doet steeds weer pogin
gen haar macht uit te breiden en de van het
front teruggekeerde troepen, die voor orde en
tucht zijn wenschen niets liever dan een
duurzamen toestand te scheppen, waarin
voor het bolsjewisme en aanverwante theorie
ën geen plaats meer is.
Die onzekerheid heeft reeds tot ernstige
botsingen geleid en wat er thans in Berlijn
gebeurd is zal.voor dé rijksregeering een
aansporing zijn om de verkiezingen voor de
Nationale Vergadering niet lang meer uit te
stellen.
De laatste dagen werden in Berlijn geruch
ten verspreid over een krachtig optreden van
Liebknecht en de zijnen en de spanning werd
zoo groot dat de van het front teruggekeerde
soldaten besloten er een eind aan té mairen.
De soldaten hadden van de oneenigheid
over de staatsmacht genoeg, en zij verlangden
een krachtige persoonlijkheid aan het hoofd
van den staat om orde te scheppen en de rust
in het binnenland te doen terugkeeren. Zoo
werd Ebert de man dien zij tot hoofd van een
Duitsche republiek wilden maken en om hem,
dit te bewijzen, zijn zij in massa opgetrokken
om hm te verzoeken, zich voor het president
schap beschikbaar te stellen.
In de Spartacusvergadering was een motie
tegen de regeering, voor afdanking van het
leger en voor het op de been brengen van een
Roode Garde aangenomen. Daarna verscheen
een vertegenwoordiger der deserteurs op het
podium, aie mededeelde, dat de uitvoerende
Raad gevangen was genomen en Ebert tot
president eener Duitsche républiek uitgeroe
pen was.
In het tumult dat volgde wekte een der
aanwezigen op den Uitvoerenden Raad te
wreken en Ebert aan de eerste de beste lan
taarn op te hangen.
De Spariacusmannen begaven zich vervol
gend naar buiten en ontdekten daar, dat
reeksen soldaten met de bajonet op het geweer
Üe straten afzetten. Toch slaagden Lieb-
knecht'saanhangers er in, een stoei te vor
men, die door roode-vlaggendragers vooraf
gegaan den hoek der Invalidenstraat naderde.
Hier werden de betoogers, na waarschu
wing, door de soldatenmet gevelde bajonet
teruggedreven, maar zij verzamelden zich
weer en kwamen opnieuw, ditmaal van den
zuidkant der Chausseestraat af, te voorschijn.
Toen de kop van den stoet onder hoerage
roep op Liebfcnecht den hoek van de Invali
denstraat naderde, sommeerden'de soldaten
de betoogers opnieuw, uiteen te gaan. Hier
aan werd geen gevolg gegeven en de militai
ren richtten daarop gedurende 'een tweetal
minuten machinegeweer- en geweervuur op
de oproerige menigte.
In panischen schrik vluchtten de betoogers
naar alle zijden, maar velen, die niet bijtijds
uit den weg konden komen, werden door-de
kogels getroffen. Een twintigtal menschen
stortten zich in blinden angst door het groote
uitstalraam van een warenhuis. Een tramrij
tuig, waarvan de bestuurder was'doodgere
den, geraakte in het vuur ,en de inzittenden
worstelden om et uit te komen. In alle huizen,
waarin de betoogers hun heil zochten, werd
het licht gedoofd/ en verschansten de bewoners
zich in de achterkamers.
Toen het vuren ophield, lagen een 25-tal
Naar btfjt Engelach van Cliar las
07)
HOOFDSTUK XLIV.
Jordan volgde Neville naar buiten. Hij
was zich bewust dat hij zich zeer goed ge
houden had "bij de ontmoeting, maar bij dit
bewustzijn kwam niet weinig vrees. Neville
had zijn broederlijke toenadering zeer koel
opgenomen, om het met een zachten naam
te noemen, zoodat Jordan begreep dat hij
voorzichtig met hem moest omgaan. Hij
keek op naar de groote flinke gestalte voor
hem uit en huiverde, terwijl hij fluisterend
een vloek uitte. Hij kende Neville van ouds;
als hij plotseling woedend werd, dan kön hij
Jordan maken en breken als een noot.
„Vervloekte jongen!" fluisterde hij, „ik
dacht dat hij doodwas. Was hij maar doodP'
Toen' voegde hij er luide bij„Wat een kolos
sale vent ben jij geworden, Neville 1. Het doet
mij ontzettend veel genoegen je zoo gezond en
flink weer te zien. ja, jullie zwervers hebt
veel voor op ons die thuis moeten blijven.
Geef mij je arm, beste kerel I"
Maar Nev;lle liep voort zonder op het
vriendelijk verzoek te letten en Jordan moest
hard loopen' om hem bij te houden.
„Je bent gezonder en sterker geworden, ter
wijl wij gedurende onze zittingen fot na mid
dernacht in de Kamer onze gezondheid beder
ven. Wat moet het oude huis je bekend toe
schijnen", ging hij vriendelijk voort zonder
op Neville's stilzwijgen te letten. „Wij hebben
dikwijls aan je gedacht, beste Neville ik
moet'zeggen dat je haast nooit uit onze ge
dachte geweest bent, en als ik zeg „onze" aan
dp-.-iV i# vooral aan de lieve Andrey. Zij zal
betoogers door kogels getroffen op straat. De
lichtgewonden werden in particuliere huizen
gedragen, de dooden en ernstiger gewonden
werden naar apotheken en ziekenhuizen over
gebracht.
Evejf pa vijf uur werd Ebert door een tien
tal matrozen en soldaten verzocht, naar bui
ten te komen, waar eèn onafzienbare drom
soldaten van alle wapens hem opwachtte.
Toen Ebert buiten gekomen was, sprong een
soldaat op een automobiel en beioogde, dat
een groep de regeering verhindert de vruch
ten der revolutie te bergen. En waar slechts
een vrije regeering het land uit de ellende kan
opbeuren, hadden de soldaten beslaten zich
achter de regeering te scharen. De soldaat
ontblootte het hoofd en zeide: om eindelijk
een geregelden toestand in het leven te roe
pen, roep ik op dit heilige oogenblik de jonge
Duitsche republiek uit en tot haar eersten pre
sident kameraadi Ebert.
Na geestdriftige hoera's beklom Ebert de
auto, maande tot rust aan en deelde mede dat
de dag voor het beleggen van de Constituan
te bepaald i$. Hij wees er op, dat men de van
het front teruggekeerde soldaten ook in de
elegenheidi moest stellen hun stem uit te
engen.
Een burger, die vertelde, dat hij het was,
die de. revolutie te Kiel aan het rollen ge
bracht'had, vroeg .vervolgens aan Ebert kort
weg ja of neen te antwoorden op de vraag of
hij het eerste presidentschap der, Duitsche re
publiek wilde aannemen.
Ebert zeide deze vraag niet onmiddellijk te
kunnen beantwoorden, daar hij de regeering
in zijn antwoordi kénnen moest.
Daarna trokken de soldaten in geregelden
marsch weg.
Verscheidene telegrammen maken melding
van straatbetoogingen en ernstige incidenten
in Berlijn. Het is niét duidelijk of bij het
febeurde in de Chausseestraat de betoogers
an wel de soldaten het eerst hebben gescho
ten,
De Voss. Zig. deelt nog eenige bijzonder
heden mede betreffende, het gevangen nemen
van den Uitvoerenden Raad.
Terwijl de gebeurtenissen zich voor het
rijkskanselierspaleis afspeelden, vergaderde
-de Uitvoerende Raad in hjet Huis van Afge
vaardigden. Soldatcngroepen stelden zich
voor het Huis op. Toen een lid van den Raad
naar buiten kwam om opheldering te vragen,
werd hem medegedeeld, dat de Uitvoerende
Raad tegen de regeering Ebert-Scheidemann
is en dus moest weggejaagd worden.
Een groep soldaten drong onder leiding
van een feldwebel het Huis binnen, waar de
feldwebel de aanwezige leden van den Raad
c® bevel der Rijksregeering, gevangen ver
klaarde.
De feldwebel kon évenwei geen schriftelijk
bevel toonen en toen een deputatie uit de sol
daten naar Ebert toog en om dit bevel vroeg,
verklaarde deze, dat een bpvel om de leden
van den Uitvoerenden Raad in hechtenis te
nemen, nooit was uitgevaardigd.
De regeering heeft thans een proclamatie
uitgevaardigd, waarin zij zegt, dat de Raad
van Volksgevolmachtigden tot op dit oogen
blik heeft kunnen vaststellen dat de opdracht
tot het gevangen nemen van den Uitvoeren
den Raad aan den feldwebel Fischer verstrekt
is geworden door een zekeren Marien en
door twee beambten aan het departement van
buitenlandsche zaken. Marten is evenals Fi
scher in 'hechtenis genomen, de beide ande
ren zijn voortvluchtig. Tot hun arrestatie is
last gegten. De troepen, die in de Chaus-
seestTaai tegen den betoogersstoet het fni-
trailleursvuur geopend hebben, waren door
een lid van den soldatenraad bij het generaal
een zuster voor je zijn, Neville, binnen korte,
tijd. Ik weet zeker dat dit een aangename tij
ding voor je wezen zal. Maar nu moet i - mij
één ding vertellen ik moet een verslag heb
ben van je heele leven sedert wij van eikaar
sriieidden als wii r rustig voor /.if in
maar vertel mij één ding: is de Fortuin je
gunstig geweest, Neville? Kom je terug met
je zakken vol goud? Ik hoop het voor je
ik hoop het vurig."
Neville diwong zich zelf kalm te antwoor
den.
„Neen; mijn zakken zijn leeg".
„Wel, wel, dat spijt mij," zei Jordan vol
sympathie, terwijl een glimlach van voldoe
ning voor een oogenblik om zijjn dunne lippen
speelde. Ik had gehoopt, dat je niet alleen
gezond, maar ook rijk was teruggekomen;
maai" ik ben blij ie te zien rijk of arm, beste
Neville, en je geldelijke tegenspoed spijt' mij
eigenlijk niet zoo zeer als wel hoorde, want nu
ben ik in de gelegenheid je mijn genegenheid
te toonen."
„Wat?" zei Neville weinig vriendelijk.
„Ja", ging Jordan minzaam voort. „Ik ben
hang, uit je manier van doen op te maken,
beste Neville, dat je gedachten zich nog bezig
houden terugkeeren tot ons afscheid. Ach
doe dat niet. Indien er eenige kwade gezind
heid bestaan heeft tusschen ons beiden, tijd
en afwezigheid hebben die verzacht en ver
dreven en ik hoop vervangen van mijn
kan£ ik dat zeker door de beste en op
rechtere welw'llendheid."
Neville keek strak voor zich uit.
„En de Fortuin is je dus ongustig ge
weest?" ging Jordan voort.
„Zeer", klonk het korte antwoord.
„Wei, welik begrijp je teleurstelling, beste
jongen; maar succes is niet voor ons allen
weggelegd; en hun d:e door Fortuin begun
stigd zijn is het voorrecht geschonken, onze
naastb» taanden die oom dierbaar zijn te bei-
commando, Krebs ger aamd, opgeroepen.
Ook tegen Krebs zijn maatregelen genomen.
De Raad van Volksgevolmachtigden, die on
middellijk alles gedaan heeft om de leden van
den Uitvoerenden Raad te bevrijden en het
ontzettende bloedvergieten in de Chaussee
straat te bestraffen is vastbesloten tegen elk
dreigement en tegen elk gebruik maken van
geweld op te treden, van welke zijde dit ook
komen moge.
Over het algemeen wordt der regeering een
te zwakke houding tegenover de regen-revo
lutionaire elementen vermeden.
Het veldleger schaart zich achter de regee
ring van Ebert en Haase, maar wil de moge
lijkheid hebben aan een spoedig bijeen te roe
pen constituante mede te werken.
De Spartacusgroep, die door de jongste ge
beurtenissen vele martelaren telt, heeft een
oproep tot algemeene staking gedaan. Vol
gens het Berl. Tageblatt is men er in vakver-
eenigingskringen van overtuigd, dat deze op
roep geen succes zal hebben.
Inmiddels hebben de regeering en de Uit
voerend^ Raad een gemeenschappelijke verga
dering gehouden, welke zich met de ernstige
conflicten bezig hield en waar, naar het
Berl. Tageblatt meldt, gewichtige opheldie-
ringen verschaft zijn.
Uit Berlijn wordt gemeld, dat Scheide-
mand aan Amerikaansche journalisten heeft
medegedeeld, dat de Duitsche afgevaardigden
der vredesonderhandelingen nog niet be
noemd zijn. De afgevaardigden zullen ver
trouwensmannen van het kabinet zijn en men
zal personen' kiezen die ook. in het buitenland
vertrouwen genieten. Dr. Solf wordt daarom
ook als minister van buitenlandsche zaken
gehandhaafd.
KORTE BERICHTEN.
Dinsdag 17 December zullen de Belgi
sche regeering en het parlement de heer en
Villalobar, gezant van Spanje. Brand Whit-
lock, gezant der Vereenigdè Staten en van
Vollenhoven, gezdnt van Nederland, ontvan
gen, om uiting te gevèn dan hun dankbaar
heid voor de diensten, welke deze diplomaten
tijdens den oorlog aan de burgerlijke bevol
king hebben bewezen. De bijenkomst zal in
het parlement plaats hebben.
De geallieerden eischen uitlevering van
alle door de Duiiachew buitgemaakte han
delsschepen der Entente vóór 17 Dec. Verder
stellen zij' nog verschillende andere eischen.
De Daily Mail heeft vernomen, dat
Lloyd George bekend zal maken, dat het be
drag van de schadevergoeding in geld die
Engeland en zijn overzeesche gewesten van
Duitschland zullen verlangen 96 milliard
gulden zal zijn.
Het blad teekent hierbij aan, dat deze ver
goeding den Britschen werk- en handelsman
ontheffen zou van de belasting ten bedrage
van 400 millioen jaarlijks.
Officieel wordt bekend gemaakt, dat
het verzóek om ontslag van Paolo Bernaba,
gezant van Spanje te Berlijn, aanvaard is.
De gezantschapsraad1 is met de regeling der
aangelegenheden te Berlijn belast, daar de
Spaansche regeering geen opvolger voor
Beraba kan benoemen, zoolang de politieke
toestand <n Duitschland niet normaal is.
Oostenrijk stelt scheidsrechtelijke be
slechting over de conflicten mét T.-S. en J.-
Slaven voor.
De Belgische gedelegeerden voor de vre
desconferentie zijn: Emile Vandervelde, mi
nister van justitie; Paul Hijman3, minister
van buitenlandsche zaken en Van den Heu
vel, Belgisch gezant bij het Vatikaan.
Gelukkig zonder resultaat heeft een in-
peti."
Neville bleef eensklaps staan en keek hem
aan in de halve duisternis.
„Bied je aan mij te helpen?" zei hij.
„Zeker? Wat is natuurlijker? Denk je dan
dat ik alle gevoel van bloedverwantschap ver
loren heb dat ik vergeet dat wij broeders
zijn
„Halfbroeders als je blieft", zei Neville
norsch.
„Juist. Ik kan niet vergeten dat mijn vader
'ja Neville ik moet het openlijk zeggen
dat mijn vader je onrecht heeft aangedaan Je
weet dat hij je naam niet in zijn testament
genoemd heeft."
Neville kreeg een kleur. O, waarom had hij
aan Trale beloofd zich kalm te houden en hei
uitwerken van het plan aan dien slimmen in
specteur over te laten? Waarom kon hij dien
minzamen, suikerzoeten mijnheer niet bij de
schouders pakken en door elkaar schudden
„Ja", ging Jordan treurig voort, „ik heb
mijn best gedaan verzoening te weeg te bren
gen tusschen vader en jou je tenminste zoo
veel na te laten dat je welgesteld kon leven;
maar hij was er niet toe te bewegen; hij ver
oorloofde mij bijna niet je naam uir te spre
ken. Maar daar zullen wij niet meer over
spreken'; het kan niet anders dan ons beiden
bedroeven. Deel mij je plannen mee, Neville."
„Mijn plannen?" bromde Neville
„Ja, ben je van plan in Engeland te blij
ven? Ach, ik ben bang van niet. Ik heb altijd
opgemerkt dat, als iemand aan een zwervend
leven gewend is, hij zich niet meer vèfctigen
kan; eens reizen altijd reizen; je bent zeker
al weer van plan waar nu weer naar toe te
gaan?" Neville zweeg. „Wie zwijgt, stemt
toe. Ik vreesde wel dat dit het geval zou zijn.
Wel, wel, ja een zwervend leven heeft zijn be
koorlijkheden en als je gaan moet. Maar
je moet mij toestaan je te helpen, beste Ne
ville.. Ik geloof, zonder pedant te zijn, dat ik
dividu een pistoolschot gelost op den presi
dent van de Portugeesche republiek. Het in
dividu is aangehouden.
De „B. Z. am Mittag" verneemt, dat het
hertogelijk pdar van Bronswijk op de vlucht
is. Het slot Blankenberg is bezet. De hertog
en de hertogin hebben in Karlsruhe vertoefd,
en misschien ook eenige dagen hij bekenden
in Augsburg. Thans bevinden zij zich te
Gmunden.
Clemencedu, de overige ministers, de af
gevaardigden en senatoren en de geallieerde
diplomaten zijn om 9 uur te Metz aangeko
men, waar zij ontvangen werden door de
maarschalken Foch, Joffre en Pétain en de
burgerlijke en militaire autoriteiten.
EEN INTERVIEW MET DEN
BELGISCHEN GEZANT.
Naar aanleiding van de buitenlandsche
perscampagne tegen Nederland heeft „De Te
legraaf" zich tot den Belgischen gezant, ba
ron Fallon, gewend, om zijn mening over de
verhouding Tusschen Nederland en België te
mogen vernemen.
De gezant verklaarde: „Ik kan u verzekeren,
dat de betrekkingen tusschen onze beide lan
den evengoed zijn ids voorheen. De Belgi
sche regeering is met de beste v; •.-ucsaehs
bezield om de goede verstandhouding en de
banden van vriendschap, die tusschen ons en
Nederland bestaan, te handhaven en nauwer
aan te halen."
De gezant bevestigde echter, dat de hou
ding der Nederlandsche regeering in zake
den doortocht over Limburg op Belgiè en
zijn geallieerden een slechten indruk had ge
maalct. Baron Faflon sprak zijn vertrouwen
uit, dat de economische betrekkingen tus
schen Nederland en België na het sluiten van
den vrede zich krachtig zouden ontwikkelen.
Berteffende de motie van de „Cercle Mari
tieme" te Brussel, waarin anextiomstische
wenschen werden geformuleerd- «verklaarde
de gezant, hiervan geen andere kennis te dra
gen, dan uit de dagbladen. Deze „Cercle", die
niet het minste officieel karakter draagt, was
den gezant onbekend.
DE TEMPS TEGEN NEDERLAND IN
ZAKE DE SCHELDE-KWESTIE EN
LIMBURG.
Naar de Telegraaf uit Parijs verneemt be
vat Dé Temps van 6 December een artikel
over de waarborgen, die de toekomstige vre
de aan België moet geven.
De Temps bepaalt zich niet tot de Schdde-
kwestie. Bij het bespreken van het Limburg-
sche vraagstuk, zegt het blad, dat men het
onrecht moet herstellen, dat in 1830 aan Bel
gië is aangedaan. Het blad herinnert aan de
politiek van Louis Philippe, die protesteerde
tegen het afstaan - van Limburg aan Neder
land, zeggende, dat het niet voldoende was,
de citadel van Antwerpen door de Nederlan
ders te doen ontruimen, wanneer deze ont
ruiming vergezeld ging van het behoud door
den Koning van Maastricht, Stevenc weert en
Venlo, d. w. z. van de linie der Beneden-Maas
die België tegen Duitsche aanvallen be-
sdiermt en welker inwoners door hun zeden,
gewoonten en meeningen aan België gehecht
zijn, vhoewel zij inderdaad vroeger deel uit
maakten van Nederland.
De Temps besluit met de opmerking, dat
Poincaré in zijn toast, toen hij aan Btigië de
„voldoening beloofde, waarop het recht heeft
door zijn langdurig lijden" eenvoudig de na
tionale traditie ontwikkelde.
Bij dezen feilen onverhoedschen aanvul
van 't groote Fransche blad* is 't van belang
in herinnering te brengen zoo schrijft de
eenigen invloed heb. Je weet, of je weet mis
schien niet, dat ik in het Ministerie zit" Het
was hem niet mogelijk niet een toon van
trotsche en nederbuigende meerderheid in
zijn stem te laten weerklinken.
„O ja," zei Neville, „dat weet ik. Ik heb je
eens op een avond uit Andrey's huis zien ko
men of neen uit het huis van de Marlows
naar je rijtuig en ik hoorde de menigte
juichen over den grooten Sir Jordan Lynne."
„O ja? Werkelijk? En waarom kwam je
toen niet*naar voren en maakte je jezelf niet
bekend? Ik ben bang dat je trotsch bent mijn
beate Neville. Pas op voor trotschheid
Neville bleef plotseling staan, maar weder
hield hij zich in bedwang en liep voort.
„Nu Ja, ik heb eenigen invloed," herhaalde
Jordan, weinig Vermoedende hoe mij ternau
wernood ontkomen was aan het gevaar door
elkaar geschud te worden, „en ik moet er ge
bruik van maken. Ik moet je een betrekking
bezorgen buitenslands een consulaat ;f
iets van dien aard. En in dien tusschentijd
moet je bij mij op de Court komen logeeren.'
Neville bromde iets.
„Niet? Ben je al rusteloos en verlangend
weer heen te gaan?" zei Jordan vroolijk.
„Wel, wel, het spijt mij zeer. Maar je moet
een toelage van mij aannemen. Niet weigeren
ik sta er op
Hij bleef eensklaps staan en schrikte; zijn
scherpe ooren hadden een voetstap achter
hen vernomen. Hij keek om en zag een man
steelsgewijze onder de heg doorkruipen, zijn
hart bonsde toen hij Banks herkende.
Nu waren zij in de laande lichten van het
dorp glinsterden in de verte. Hij keek stille
tjes over zijn schouder en zweeg een oogen
blik, toen ging hij voort: „Ja, je moet niet
toelaten dat je trots zich tusschen ons bei
den plaatst; ie moet niet vergeten dat wi,
broeders zijn." 1
„Halfbroeders," zei Neville nog norsehcr
N. R. Ct. wat ons 3 maanden geleden
dus vóórdat de overwinning der geallieerden
een\ feit geworden was hier te lande van
Fransche zijde verklaard werd.
Op 10 September namen wij de verklarin
gen op van „een bevoegde persoonlijkheid
van ransche zijde, die in A istus in Parijs
vertoefde en er zich met de leidende mannea
onderhield."
Deze bevoegde Fransche persoon iijkheid leg
de met nadruk'uit, dat de overwinning der
Geallieerden ook net belang der onzijdigea
zou zijn. i
Het stuk in de N. R. Ct. vervolgd® dan:
„Onze zegsman zeide. dit met een aandrang
waaxpit wij bemerkten, dat hij niet begreep
hoe de onzijdige? hier nog aan konden twij
felen en hoe ook bijzonderlijk Nederland hier
uog aan kon twijfelen. Daarom zeiden wij
hem, dat men er zich vanwege zekere plannen
der Geallieerden en vanwege zeker van Ge
allieerde zijde wel geuit eischen of denkbeel
den, toch niet over ion verwonderen, dat in
de onzijdige landen, bijzonderlijk ook in Ne
derland verscheidene personen er niet zoo heel
gerust op waren, dat een beslissende over
winning door de wapenen ook de Entente niet
zou kunnen brengen tot daden in strijd met
de rechtvaardigheid,1 tot rechts-aantasting
ook tegenover de ons Higen.
Met beslistheid kwam onze zegsman hier
#tegen op. Hij' besloot aldus: „Hoe zou de En
tente, clie werkelijk een vrede van recht en
rechtvaardigheid wil, dien vrede kunnen in
leiden door een daad van onxecfctvaardighdd,
door een rechtsaantasting ten opzichte van
eenig onzijdig land! Ik kan u verzekeren,
dat dit niet het geval zal zijn. En ik weet ia
dezen in den geest van de leiders der Entente
te spreken. De onzijdigen kunnen vertrouwen
hebben in dien vrede, dien de overwinning der
Entente brengen zal."
Wil de Tempa reeds zoo spoedig, in den
roes der overwinning, de edele gedachten en
opvattingen verloochenen, die Frankrijk in de
bange uren, die het doormaakte, met zooveel
nadruk verkondigde?
AARDAPPELPOEDER.
Het Bureau voor Mededeelingen inzake de
Voedselvoorziening meldt:
Ten einde het huidige broodrantsoen te
kunnen handhaven, is het dringend nocdig,
dat in het regeer ingsmeel ook gedroogde
aardajjpelen worden verwerkt. Bekend ie
trouwens, dat dit, blijkens de in Duitschland
opgedane ervaring, zeer wel kan en dat het
aardappelpoeder voedzamer is dan aardap
pelmeel, omdat het de eiwitstoffen behoudt,
die bij de fabricage van aardappelmeel ver
loren gaan.
Intuaschen is het voorgekomen, dat onder
de aan de meelfabrieken afgeleverde gedroog
de aardappelen ziüh partijen bevinden, aie
minder zorgvuldig waren bewerkt. Daarte
gen worden de noodige maatregelen getrof
fen, terwijl tevens besloten is, in het regee-
ringsmeel in plaats van 30 percent slechts 10
percent aardappeljweder te verwerken, waar
voor dan 20 percent buitenlandsche tarwe
wordt toegevoegd.
Voorts worden de noodige stappen gedaan
om, indien dit mogelijk blijkt, ook in de re-
geeringsbloem 10 percent aaraappelpoeder op
t nemen. In verband met de aanwezige voor
raden bloem zal het echter nog wel eenige we
ken duren, voordat dit kan gebeuren.
EEN VERGISSING
VAN MINISTER DE VRIES.
Het is gebleken, dat in de Leeningwet f918
(f350 millioen) een „vergissing" is ingeslo
pen, daar volgens art. 17 der welinkomens
van f 75.000 of meer" belastbaar zijn, en de
dan tevoren.
Jordan lachte, zachtjes. „Zoons van den
zelfden vader, beste Neville, zei hij, „dat
kan ik niet vergeten al wilde ik. Ik zal het
als een gunst beschouwen als je wilt aanne
men —'"hij zweeg even en voegde er bij
laten we zeggen tweehonderd pond
's jaars
Neville bleef weer staan en keek hem aan.
Deze man, die hem vijf of zes duizend
's jaars bestolen had, bood hem twee honderd
pond aan! Hij lachte hij lachte bepaald,
een lach die Jordan deed terugdeinzen.
„Niet genoeg, beste Neville? Ik was bang je
meer aan te bieden je trots, weet jeLaat
ods dan zeggen vier en als je besloten
bent Engeland te verlaten, dan moeten we
zeggen vijf. Men kan op reis niet met het
zelfde toe als thiite. Ja vijf. Kom, beste Ne
ville, ik zal je een betrekking bezorgen op
een prettige plaats in de kolonies en je vijf
honderd pond per jaar geven. Ik hoop harte
lijk dat je mij niet kwetsen zult door te wei
geren."
Zij waren bij de laan gekomen die naar de
Court voert en staken over naar de portiers
woning. Neville bleef eensklaps staan.
,Je gaat toch mee je komt logeeree, op
de Court?" zei Jordan met geveinsd verlan
gen.
„Neen." zei Neville. „Je zegt dat mijn
vader mij niets heeft nagelaten?"
Jordan schudde het hoofd.
„Het spijt mij wel, het spijt mij heel, heel
erg dat Ik zeggen moet van >?ep," ant
woordde hij. Al sprekende keek hij om zich
heen, de flauw opgemerkte gedaante was
naderbij gekomen.
„En ik hoop ik hoop oprecht dat je het
zulHaannemen," zei Jordan.
Neville haalde diep adem.
„Ik zal het je morgen zeggen," zei hij
„Goeden avond," en bij liep door.
(woedt vervolgd).
COUR
«ia
1 1