DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
m
m
is
a
a
m
m
n...
m
m
n
n
u
si
«m
iLH n
I
3
m
SB
B
U
ÏS
Hf
8
SS
m
M
i!
H'
H
'wk
Mi
ff
H
fè
5
H
S
8!
11
£8
No. 299
Honderd en twintigste Jaargang.
1918
ZATERDAG 21 DECEMBER.
JN ieuwjaars wenschen.
FEUILLETON.
IJsland's bekoring.
Dararubriek.
jft
m
H
Of
flM
üjj
gfj
iëü
Een misrekening
Abonnementsprijs bij vooruitbetaling: p. 3 maanden 11.65, fr. p. postl 1,90. Bewijsnummers 5 et- Advertentieprijs 15 ct. p. regUIrootere letters naar plaatsruimte. Br. fr. Boek- es HaidelsMkerlj Bens. Coster S Za.i fountain C 9, Tel.
Wenken voor Land- en
Tuinbouwers.
In het nummer dat DINSDAG den
31sten DECEMBER verschijnt, zal
wederom gelegenheid bestaan tot
het plaatsen van
Nieuwjaarswenschen
50 cents a contant.
DE DIRECTIE.
Verhuring Weiland.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
zullen op DINSDAG 24 DECEMBER a.s.,
ten STADHUIZE, in het openbaar VERHU
REN:
Een-stuk WEILAND, gelegen aan het Geest-
merambachtsdijkje (Oudorperdijkje) in deze
gemeente, ter grootte van 1.11.90 H.A.
De verhuring geschiedt voor den tijd van
drie jaren, ingaande 1 Februari a.s., met
wederzijdsch recht van verlenging van huur
van jaar tot jaar.
De gezegelde inschrijvingsbiljetten, vermel
dende den huurprijs per jaar, moeten op den
dag der verhuring vóór des namiddags l
uur ter Gemeente-Secretarie bezorgd zijn.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
In het vorig artikel vermeldde ik de da
tums, waarop de landbouwers de verschillen
de werkzaamheden met betrekking tot de
Scheurwet moeten hebben verricht; 15 Maart
1919 is de datum, waarop het scheuren moet
zijn verricht; 15 Mei d.a.v. moet het land be
bouwd zijn. Tevens haalde ik aan het art. uit
de Scheurwet, vermeldende de boete, bij niet-
nakoming betaald moest worden, of de hech
tenis, die de boete kan vervangen. Wie nu
meent, dat-hij met één van deze twee van de
zaak af is, heeft het glad mis. Is het door den
Regeeringscommissaris aangewezen perceel
op den bepaalden tijd niet gescheurd, dan
wordt hierop door de Regeering beslag ge
legd en kan het aan derden ter bebouwing
worden verhuurd. De voor het scheuren aan
sprakelijke persoon verliest alle recht op scha
devergoeding
De beslissing van den Minister omtrent de
gewassen, die op het gescheurde land mogen
worden verbouwd, is ook reeds genomen en in
de „Staatscourant" medegedeeld. In hoofd
zaak zijn het vruchten, die van groote beteeke-
nis zijn voor de volksvoeding, namelijk late
aardappelen, koolzaad of raapzaad voor de
oliewinning, (ook voor de zeepbereiding van
belang), tarwe, rogge, gerst, haver, erwten,
bruine- en witte stamhoonen.
Hieronder zijn dus niet opgenomen vroege
aardappelen. Dit zal voor sommige scheur-
ders een teleurstelling zijn, omdat dit gewas
voor gescheurd land bijzonder geschikt is ge
bleken, en na vroege aardappels nog een an
der gewas, zooals- koolrapen, kan volgen. De
reden, waarom vroege aardappels niet zijn
toegelaten, zal wel gedegen zijn in het feit,
dat op het in ons land aanwezige bouwland
in den regel reeds meer vroege aardappelen
worden verbouwd, dan vóór de eigen bevol
king noodig is, zoodat er van dit product in
normale jaren en ook zelfs nog in de oorlogs
jaren, een vrij groote hoeveelheid kon worden
uitgevoerd.
Verder opent de beslissing van den Minis
ter aan hen, die grasland moeten scheuren,
de gelegenheid, om daarop voedergewassen
O
Novelle van Wilhelm Poeck.
I.
Aslaug, de dochter van Finnur van de Od-
durhoeve, reed aan haar vaders zijde naar de
kerk. Men zag het aan haar houding, dat zij
zich haar afkomst bewust was en zich de rij
ke erfdochter vóelde. Zij zat als een man in
den zadel, doch dat is bij de IJslandsche
vrouwen niets buitengewoons. De trots, die
uit haar verschijning sprak, lag in haar hou
ding en in haar blik. Haar \folgden, eveneens
te paard, de meiden en knechten van de Od
durhoeve. Niet alle, eenige hadden moeten
thuisblijven om voor het vee te zorgen, 't Was
echter een statige stoet. De overige kerkgan
gers te paard maakten eerbiedig voor hen
plaats en Björn, de jonge visscher, die naast
de kerkdeur stond, steeg het bloed naar de
wangen.
Want de Oddurhoeve was de grootste in
den omtrek.
En men beweerde van Aslaug, dat zij el-
ken dag op zijn Groenlands op haar vingers
narekende dat zij van de Noorweegsche ko
ningen afstamde.
Dien namiddag had de veerman, Oliver Is-
leifson, bij wien men gewoon was na de kerk
bijeen te komen niet over gebrek aan bezoek
te klagen. Behalve de menschen van de koop
plaats, die des Zondags met voorliefde tot
aan de Sachsbeek reden, bevonden er zich
meer kerkgangers dan gewoonlijk in het ver
trek. De meeste waren boeren, maar er waren
ook eenige vischers. Het gesprek draaide om
Aslaug.
Onder den invloed van den meegebrachten
drank begon Mar Vigfussoa, dien allen,
te verbouwen voor eigen vee, dus voederbie
ten, en groote of paardeboonen. Wie van deze
gewassen wil telen, moet een minstens twee
maal zoo groote oppervlakte bebouwen met
houdbare aardappelsoorten, groene erwten of
bruine boonen. Wie dus 1,5 H.A. moet scheu
ren, mag daarvan dus een halve H.A. bestem
men voor den verbouw van voedergewassen,
mits hij de rest gebruikt voor de andere bo
vengenoemde gewassen.
Hij, die voor de bebouwing van het ge
scheurde grasland aansprakelijk is, dat is dus
in de normale gevallen de gebruiker van het
land, moet nu uit de opgegeven gewassen een
keuze doen. Doet hij zulks niet, dan schrijft
het tweede lid van het betreffende wetsartikel
voor, dat de Directeur van het productiekan
toor zulks voor hem doet; terwijl het laatste
lid van dit artikel bepaalt, dat deze functio
naris met machtiging van den Minister ver
gunning kan geven tot de verbouw van an
dere gewassen. Men kan er van verzekerd
wezen, dat deze vergunning slechts in zeer
bijzondere gevallen zal worden gegeven
Een zeer belangrijke vraag voor menig
landbouwer is, hoe hij aan het noodge zaai
en pootgoed zal komen. In sommige provin
ciën, o.a. in Friesland, kan men dat door tus-
schenkomst van de Regeering verkrijgen.
Men behoeft zich, volgens advertentie in
sommige bladen, met zijn aanvragen slechts
te richten tot den Directeur van het produc
tiekantoor. Wei wordt er op spoed aange
drongen, daar de voorraad, vooral b v. van
pootaardappekn, zeer beperkt is. Ia Noord-
Holland heb ik van een uusdanige gelegen
heid nog niets vernomen, Zouden de Noord-
hollandsche boeren, die om zaai- en pootgoed
verlegen zijn, zich ook maar niet wenden tot
den Dir van het Prov. kantoor in hun pro
vincie? Het nader adres is Keizersgracht
732, Amsterdam Het is wel zaak, niet tot het
laatste oogenblik te wachten.
En nu nog een antwoord op de tot mij ge
richte vraag te willen mededeelen, hoe groot
het bedrag der scheurpremie is. Tot mijn
spijt moet ik mededeelen, dat voor het nog ie
scheuren land geen premie wordt betaald
Wel is dit het geval voor het land, dat vrij
willig voor 1 Nov. j.l. is gescheurd. Hiervoor
werd 100 per H.A. vergoed, indien het land
met tarwe of rogge werd bezaaid, terwijl het
gescheurde land in mindering kon worden ge
bracht van de oppervlakte, die men. verplicht
was te scheuren. Op deze voorwaarden zijl
in Noord-Holland ongeveer 1200 H.A. gras
land in bouwland omgezet.
Nu had de Minister in het oorspronkelijk
wetsontwerp de bepaling opgenomen dat aan
den eigenaar van land, waarop de scheur-
Hicht werd gelegd, een vergoeding zou wor
den toegekend van tweemaal de pachtwaarde
over 1913, terwijl degene, die voor de nale
ving van het voorschrift tot scheuren aan
sprakelijk is (d.i. bij verhuring de pachter)
als schadeloosstelling zou ontvangen een be
drag gelijk aan éénmaal de pachtwaarde over
1913. Hierop hebben eenige leden van de
Tweede Kamer amendementen ingediend, die
zijn aangenomen, zoodat het artikel, regelen
de de schadeloosstelling nu luidt als volgt:
Art 6. I Door het Rijk wordt voor de gron
den, die worden omgezet in bouwland, de
gene, die op den laatsten dag van den ter
mijn, binnen welken de voor de omzetting noo-
dige werkzaamheden moeten zijn verricht
eigenaar van die gronden, indien" hij daar
door nadeel ondervindt, schadeloos gesteld. 2.
Zoodra het bedrag der schadeloosstelling vast
staat, wordt door of vanwege onzen voor
noemden Minister, voor de betaalbaarstelling
zorg gedragen. 3. Ten aanzien van gronden,
aan het recht van beklemming onderworpen,
of in eeuwigdurende erfpacht bezeten, treedt
in de plaats van den eigenaar, de beklemde
vooral de vrouwen, gaarne mochten lijden, te
rijmen. Men rekende hem tot de „hagmaeltir
men", dat zijn menschen, die krachtens een
goddelijke schenking, een dichterlijke tong
deelachtig zijn geworden. Maar men ging
toch niet gaarne met hem om, want hij was
een vagebond en allerlei geruchten waren er
over hem in omloop.
Björn stond in een hoek. Hij dronk geen
brandewijn, maar hij luisterde aandachtig
naar alles wat er gesproken werd.
„Dat is een duivelsche deerne," riep Mar
Vigfusson. „Heb jullie gezien, hoe haar
oogen vanmorgen vonken schoten naar de
jongens? Zij lichtten als de zee: „Kom. jon
gen, waak bij mij op de bergweide,'t is in 'f
hartje van den zomer
En daarop begon hij te reciteeren:
Aslaug van de Oddurhoeve,
De boeren dochter van den grooten „baer" (I)
Rijdt over 't land als Ran over zee.
Haar hengst heet hoogmoed.
Genoeg jonge mannen komen naar den baer,
Draven het erf op en kloppen aan de deur:
„Ik wil aanzoek doen. om Aslaug van de
Oddurhoeve."
..Rijd maar weer terug, Ragnar.
Honderd schapen heb jij, mijn vader duizend"
,Wat denk je wel, Björn, visschersjongen van
het ford,
't Is maar een armzalig leven bij kabeljauw
en traan."
Rijd maar weer naar Reykjavik, Jon.
Een student is niet veel, een baljuw iets
meer."
Als Aslaug van de Oddurhoeve zich ooit ver
looft
Dan moet het de koning van Noorwegen zijn.
Men lachte en juigte Mar toe. De zwarte
Karitas, Oliver's dochter, keek hem met haar
glanzende oogen bewonderend aan. Björn zei
niets. Bij den versregel„Björn, jij visschers
jongen van het fjord," had Mar hem spotaeh-
meier, onderscheidenlijk de erfpachter.
Art. 7. 1 Hij, die ingevolge art. 13 aan
sprakelijk is voor de naleving van de voor
schriften, als bedoeld in art. 1, wordt, indien
hij daardoor nadeel ondervindt, schadeloos
gesteld.
Art. 8. 1. De hypotheekhouder heeft geen
recht op eenige afzonderlijke schadeloosstel
ling-
Het is duidelijk, dat men bij de wijziging
van het oorspronkelijk artikel uitgegaan is
van de gedachte, dat door het scheuren niet
altijd schade wordt geleden. Niettegenstaande
sommigen beweren, dat de teelt op gescheurd
grasland in den regel op niets uitloopt, zijn
er toch ook voorbeelden genoeg aan te wijzen,
waaruit het tegendeel-blijkt. Welnu, bij een
voldoende opbrengst zou het toch al te gek
zijn, aan den verbouwer nog een- vast bedrag
als premie uit te keeren. Ook de eigenaar be
hoeft door 't scheuren niet altijd schade te
lenden. Het mag waar zijn, dat zijn land dat
er van het in den bodem opgehoopte kapitaal
een gedeelte verloren raakt, door de bewer
king kan het land ook in beteren toestand,
b.v. ten opzichte van horizontale legging en
afwatering, worden gebracht.
Met de wijze, waarop de schadeloosstelling
zal worden geregeld, behoeven we ons voor-
ioopig nog niet bezig te houden, te zijner tijd
hojkn we daarop terug te komen.
Antwoord aan den heer tieeringa. Sta mij
toe, dat ik u in de eeréte plaats mijn compli
ment maak, voor den schoonen vorm, waarin
u de bezwaren tegen de Scheurwet nog eens
naar voren hebt gebracht. Uit mijn artikelen
zult u gelezen hebben, dat ook ik niet blind
was voor die bezwaren al wegen ze bij mij
dan ook wat minder zwaar. „Ja, maar," zal
u zeggen, gij hebt geen land te scheuren."
Zeker, dat heb ik niet, maar als ik een boer
derij had, geloof ik niet, dat ik er een éénzij
dig greidebedrijf van zou maken, zoo stellig
ben ik, ook op grond van wat de praktijk mij
heeft laten zien, overtuigd van het voordeel
van het gemengd bedrijf. Doch daar gaat het
op dit oogenblik niet om. De vraag is nu,
wat er gebeuren moet, opdat het Nederland-
sche volk den volgenden winter niet met hon
gersnood en al de gevolgen yan dien zal heb
ben te kampen. U, als dichter, begrijpt dat
niet zoo goed; gij'voedt u, als dichter, met
nectar en ambrozijn, maar dat willen zelfs
de varkens niet vreten.
De plat-prozaïscf burger vraagt brood,
gort, havermout, boekweit, erwten en boonen
en aardappelen, liefst met een stukje van een
dood varken er bij. En nu kunnen we wel ho
pen dat dit uit het buitenland zal komen,
maar wie ooren heeft om te hooren en oogen
om te zien, die kan weten, dat het in de we
reld op 't oogenblik nog verre van rustig is,
en dat de kans op invoer van buiten met den
dag geringer wordt. En daarvoor moeten
alle bezwaren tegen het scheuren voor het
oogenblik op zij worden gezet. Ik beaam vol
komen, wat de Directeur-generaal van den
Landbouw, de heer van Hoek, laatst op een
vergadering van Holl. Noorderkwartier heeft
gezegd: „Het is beter dat we het volgende
jaar kunnen zeggen: „het scheuren was niet
noodig geweest, dan dat we ons moeten be
klagen, het niet gedaan te hebben 1"
Ik zeg u, mijnheer Heeringa: „Wee den
boeren, als we het volgende jaar moeten zeg
gen: „Gij hadt ons voor den hongersnood
kunnen bewaren, maar gij hebt niet gewild
AAN DE DAMMERS!
Met dank voor de ontvangen opl. van pro
bleem no. 525 (auteur v. d. Hoef.)
Stand.
Zw, 5, 7, 10, 12/20, 22.
tig aangekeken en een paar boeren hadden
grijnzend hun halzen naar hem omgedraaid.
Dat ergerde hem. Hij greep zijn muts en ging
heen.
De zon was reeds ondergegaan. Een prach
tig avondgloeien, zooals slechts de IJslaijd-
8che hemel vertoont, overgroot het rotsachti
ge land met purperen vlammen en zette als
t ware de gletschers aan den horizon in
brand. In alle kleuren gloeiden de wolken als
bonte koningssloten, strijdende reuzen, stei
gerende rossen, stonden zij aan de lucht.
Björn wierp zich op het eerste van hen en
vliegensvlug ging liet, als de stormwind naar
de Oddurhoeve.
Het gerinkel van glazen en het geschreeuw
uit Oliver Isleifson's kamer wierpen hem van
zijn ros. Het drinkgelag was in vollen gang.
Minachtend trok Björn zijn schouders op.
Wat had hij met die daar te maken? En hij
ging naar de weide, waar de ruigharige
paarden der gasten met saamgekoppelde poo
len graasden, wierp zich op zijn oude bruine
en reed naar beneden naar het fjord.
De Zondagen, dat er kerk was, waren As
laug altijd bijzonder welkom. Niet alleen om
den rit, ofschoon zij dien heel genoeglijk
vond en ook niet omdat zij naar openlijke be
wondering hunkerde. Het deed haar wel
aangenaam aan, dat zij als zij kwam aangere
den, de oogen der jongens op zich voelde
rusten, dan gaf zij Gulfaxi heimelijk een duw
met haar hielen, opdat hij uit zijn telgang in
een bevalligen draf zou overgaan. Zij was
immers een meisje. Maar hoogmoedig, zooals
Mar Vigfussons haar in zijn lied schilderde,
was zij eigenlijk niet. Zij was alleen anders
dan andere boerenmeisjes. Zij ging er na
tuurlijk een beetje prat op, dat zij van een
Noorweegschen koning afstamde, zooals een
oud geslachtsregister meldde. Maar dat was
eteenliik niets bijzonders, dat konden andere
m&e ©faeemscbe boerengeslachten ook van
Wit 21, 23, 26, 28, 29, 30, 33, 34, 42, 43,
44, 47
Oplossing.
1. 30—24
2. 44—39
3. 29124
4. 47—42
5. 42 2
6. 2 33 en wint
1
2.
5.
19 :37.
16 :27.
20 of 18 :38.
22 44.
18 of 20 :29.
heeren;
Goede opl. ontvingen wij van de
W. Blokdijk, P. Dekker, D. Geding, J. Hout-
kooper te Alkmaar, H. E. Lantinga, Haar
lem, P. de Groot Jbz., Warmenhuizen.
OM DEN MEESTERTITEL.
Deze wedstrijden zijn ook alweer geëin
digd (op enkele partijen na, die toch geen in
vloed meer hebben op den uitslag) en wel
met de welverdiende overwinning van B.
Springer JrAmsterdam, lid van D. O. S.
Deze nog jeugdigé damspeler (21 jaar) toon
de zich inderdaad de sterkste Van zijn 10
partij ei^ won hij er 7 en. maakte 3 remises.
De heer Springer beoefent het spel pas 6
jaar. Wel een bewijs dat er met ijverige studie
heel wat te. bereiken valt, 14 dagen geleden
gaven wij eenige mooie gedeelten uit zijn par
tij tegen Vos.
Ook de volgende stand is in den wedstrijd
om het meesterschap voorgekomen en wel in
de partij VosMöllenkamp.
'sm
Zw. 3, 6, 8, 13, 16, 18, 19, 21, 23, 24, 25.
W. 27, 28, 30, 32/35, 37, 38, 42, 48.
Wit aan zet speelde
1. 28—22Velen zullen dit een gewaagde
zet vinden. Maar Vos had de vol
gende combinatie heel goed doorzien
1. 23—28.
2. 32:14 2. 21:41.
3. 30:19 3. 18:27.
4. 14—10 4 13:24.
5. 34—30 5. 25 34.
6 42—37 6. 41 43.
7. 48:19!
De volgende combinatie van den heer A.
Pernet (Fr.) werd oïis toegezonden door P.
de Groot te Warmenhuizen.
zich zeggen. Alle IJslanders beroejnden er
zich gaarne op, kinderen van hef oude reu-
zengeslacht der Noordlandvaarders te zijn,
dat als een vlucht edele valken voor duizend
jaren hun klauwen in het hooge IJsland had
geslagen. In haar aderen vloeide naast het
zware bloed van de vaderlijke voorvaderen
het lichte, dartele harer Deensche moeder.
Toen die gestorven was, had zij een tijdlang
bij de bloedverwanten in Denemarken door
gebracht. Zij had het prettig gevonden in dat
vriendelijke land, onaer die fijne, vroolijke
menschen. Ja, het was mooi daar, waar de
aarde zich als een tapijt uitstrekte, alle licht
zonniger straalde, alle kleuren vroolijker
gloeiden, waar het leven een bonte bal was,
waarmede de kinderen speelden, waar de da
gen met gezang ontwaakten, de avonden met
muziek naar bed gingen en zelfs de nachten
nauwelijks de stilte kenden, die groote, einde-
looze stilte, waaronder de kinderen van de
middernachtzon op hun vaderlandsche beem
den voortschrijden als op den bodem van een
zee. Dat maakte dat Aslaug anders was.
Zij verheugde zich ten eerste op de kerk
zelf. De godsdienstoefening was altijd een
aangename afwisseling' in het alledaagsche,
eentonige leven. De kerk was wel slechts een
kleine, leelijke houten barak en daarbij nog
scheef tengevolge van de laatste aardbeving.
Maar van binnen was zij toch zeer indruk
wekkend. De Sora (1) Halfdan kwam en
plaatste zich voor het altaar. Het witte ge
waad over den altaar en het witte haar, dat
in lange, golvende lokken over de purperen
stola viel, glinsterden als sneeuw. Als een zon
vlamde het groote gouden kruis op zijn rug
en Aslaug meende te bemerken, hoe de ge
kruisigde Christus met een pijnlijk welgeval-
ligen glimlach van uit het altaarschilderij op
den eerwaardigen geestelijke en drager van
het heilige symbool neerzag. De gemeente
zong cn Sera keerde zich om. Hij begon de li-
Zw. 6, 8, 9, 10, 12, 14, 16/21, 23.
W. 25, 26, 27, 28, 30, 32, 36, 37,
41/44, 48.
Zwan speelt 2024 en wit vervolgt:
1 36-31 1. 24:35.
2. 25—20 2. 14:25.
3. 28—22 3. 17-28.
4. 26:17 4. 12:21.
5. 44—40 5. 35 44.
6. 43—39 6. 44 33.
7. 38 29 7 23 34.
8. 32 5 8. 21 32,
9. 5:401
Ter oplossing voor deze week:
Probleem 526 van A. Meaudre (Fr.)
Zw. 2, 4, 6, 7, 8. 9, 13, 16, 18, 30, 35, 40.
W. II, 15, 19, 24, 26, 27, 28, 31, 33, 43,
47, 49.
Oplossingen voor of op 27 December bu
reau van dit blad'.
VOOR SCHAAKLIEFHEBBERS.
Wij gaven in onze vorige rubriek den vol
genden stand.
Zw. K. g 8, D. e 7, Torens e 8 en f 8, Loo-
pers c 5 en f 5, P e 4, pionnen a 7, b 7, c 7,
f 4, g 7, h 7.
Wit K. h 1. D. c2, Torens 'a 1 en e 1, Loo-
pers c 1 en a 3, Paarden c 3 en f3, pionnas
a 2, b 2, d 5, g 2, h 2.
Zwart geeft mat in 7 zetten door:
P. d4 g3 -f h2 V g3.
D e7 X el P. f3 X el.
T. e8 X el 4- L. d3 fl.
T. el X fl K- hl h2.
L. c5 gl K. h2 hl.
L.gl —12 K. hl h2.
f4 g3 mat.
Als nieuwe opgave:
Zw. K. g8, D. c7, orens a8 en f8 Looper
e7, Paarden c6 en fo, pionnen a7, b7, d4, f7,
g7. h7.
Wit K. glD. d3, Torens fl en h3, Looper
c4, pionnen a2, b2, c3, g2, h2.
Wit begint en geeft in 5 zetten mat.
Opl. voor of op 27 Dec. b. v. d. blad.
door TINE BRINKGREVE.
(Nadruk verboden.)
Het koude zweet brak luitenant Wiering
uit, toen het bericht de ronde deed, dat de
compagnie z ij n compagnie, overgeplaatst
zou worden naar Venlo. Wat een slag zou
dat zijn: naar Venlo, zijn geboorteplaats!
Och, hij was geen man, die zijn geboorte
grond verloochende, de plaats had altijd nog
zijn volle liefde, al was hij er geheel aan ont
groeid, maar om er te wonen! Wat gaf
Hem zijn kraag met sterren; daar zou hij
weer beschouwd worden, ondanks zijn grijze
haren, als de zoon van Wiering, den metse-
tanie en de gemeente antwoordde, waarbij
men af en toe opstond, dan volgde de preek,
waaronder nu en dan deze of gene van de boe
ren, van den verren rit vermoeid, zacht in
dommelde. Het avondmaal was altijd het in
teressants. Dan stonden de mannen in hun
ruime broeken en korte duffelsche jekkers al«
zwarte zuilen voor het altaar om het sacra
ment te ontvangen. Aslaug volgde dan in den
stoet der vrouwen. In de deur der sacristie be
vond zich een glazen ruit en in het voorbij
gaan moest zij er altijd in kijken. Het glas
toonde haar, hoe de eigen gestalte voordeelig
bij die der anderen afstak. De zwarte rok en
het keurslijfje sloten nauw aan en deden de
evenredige lijnen van haar figtiur goed tot
hun recht komen. Het kostbare zilveren bor
duursel op den fluweelen gordel, op den rok
en op den rand van het keurslijfje kwamen
schitterend uit tegen het zwart en de filigraia
knoopen van den voorhoofdsband flonkerden.
Niemand stond de feestelijke dracht zoo goed
als haar. De faldur (1) van het fijnste batist
deed de bloeiende kleur goed uitkomen. Zij
had echter een hekel aan den sluier, die tot
aan de heupen neerviel, want zij vond, dat zij
daarmee veel van een non had zij had eens
een non met zoo'n sluier in Kopenhagen ge
zien.
Maar al zag Aslaug er in de vaderlandsche
dracht ook goed uit, zij hield er toch niet
van. Zij handhaafde die slechts terwille van
't gebruik. Wat kleedde men zich daarginds
in het Zuiden andersHet was zeker een
soort natuurwet, dat men zich hier in zoo'n
sombere kleedij stak. Evenals voor de ijsvos-
sen en ijsbeeren de witte kleeren passend wa
ren, zoo pasten voor de medemenschen, die
over de bloemlooze rotsen, de donkere lava-
velden voortschreden, de zwarte. „Hier treurt
alles!" was haar eerte gedachte geweest, toen
z na haar groote reis voor het eerst weer
dei voet op den vaderlandschen boden zette.
(Word* vswelfd)
'yMu