DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. m m is a a m m n... m m n n u si «m iLH n I 3 m SB B U ÏS Hf 8 SS m M i! H' H 'wk Mi ff H fè 5 H S 8! 11 £8 No. 299 Honderd en twintigste Jaargang. 1918 ZATERDAG 21 DECEMBER. JN ieuwjaars wenschen. FEUILLETON. IJsland's bekoring. Dararubriek. jft m H Of flM üjj gfj iëü Een misrekening Abonnementsprijs bij vooruitbetaling: p. 3 maanden 11.65, fr. p. postl 1,90. Bewijsnummers 5 et- Advertentieprijs 15 ct. p. regUIrootere letters naar plaatsruimte. Br. fr. Boek- es HaidelsMkerlj Bens. Coster S Za.i fountain C 9, Tel. Wenken voor Land- en Tuinbouwers. In het nummer dat DINSDAG den 31sten DECEMBER verschijnt, zal wederom gelegenheid bestaan tot het plaatsen van Nieuwjaarswenschen 50 cents a contant. DE DIRECTIE. Verhuring Weiland. BURGEMEESTER en WETHOUDERS zullen op DINSDAG 24 DECEMBER a.s., ten STADHUIZE, in het openbaar VERHU REN: Een-stuk WEILAND, gelegen aan het Geest- merambachtsdijkje (Oudorperdijkje) in deze gemeente, ter grootte van 1.11.90 H.A. De verhuring geschiedt voor den tijd van drie jaren, ingaande 1 Februari a.s., met wederzijdsch recht van verlenging van huur van jaar tot jaar. De gezegelde inschrijvingsbiljetten, vermel dende den huurprijs per jaar, moeten op den dag der verhuring vóór des namiddags l uur ter Gemeente-Secretarie bezorgd zijn. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. In het vorig artikel vermeldde ik de da tums, waarop de landbouwers de verschillen de werkzaamheden met betrekking tot de Scheurwet moeten hebben verricht; 15 Maart 1919 is de datum, waarop het scheuren moet zijn verricht; 15 Mei d.a.v. moet het land be bouwd zijn. Tevens haalde ik aan het art. uit de Scheurwet, vermeldende de boete, bij niet- nakoming betaald moest worden, of de hech tenis, die de boete kan vervangen. Wie nu meent, dat-hij met één van deze twee van de zaak af is, heeft het glad mis. Is het door den Regeeringscommissaris aangewezen perceel op den bepaalden tijd niet gescheurd, dan wordt hierop door de Regeering beslag ge legd en kan het aan derden ter bebouwing worden verhuurd. De voor het scheuren aan sprakelijke persoon verliest alle recht op scha devergoeding De beslissing van den Minister omtrent de gewassen, die op het gescheurde land mogen worden verbouwd, is ook reeds genomen en in de „Staatscourant" medegedeeld. In hoofd zaak zijn het vruchten, die van groote beteeke- nis zijn voor de volksvoeding, namelijk late aardappelen, koolzaad of raapzaad voor de oliewinning, (ook voor de zeepbereiding van belang), tarwe, rogge, gerst, haver, erwten, bruine- en witte stamhoonen. Hieronder zijn dus niet opgenomen vroege aardappelen. Dit zal voor sommige scheur- ders een teleurstelling zijn, omdat dit gewas voor gescheurd land bijzonder geschikt is ge bleken, en na vroege aardappels nog een an der gewas, zooals- koolrapen, kan volgen. De reden, waarom vroege aardappels niet zijn toegelaten, zal wel gedegen zijn in het feit, dat op het in ons land aanwezige bouwland in den regel reeds meer vroege aardappelen worden verbouwd, dan vóór de eigen bevol king noodig is, zoodat er van dit product in normale jaren en ook zelfs nog in de oorlogs jaren, een vrij groote hoeveelheid kon worden uitgevoerd. Verder opent de beslissing van den Minis ter aan hen, die grasland moeten scheuren, de gelegenheid, om daarop voedergewassen O Novelle van Wilhelm Poeck. I. Aslaug, de dochter van Finnur van de Od- durhoeve, reed aan haar vaders zijde naar de kerk. Men zag het aan haar houding, dat zij zich haar afkomst bewust was en zich de rij ke erfdochter vóelde. Zij zat als een man in den zadel, doch dat is bij de IJslandsche vrouwen niets buitengewoons. De trots, die uit haar verschijning sprak, lag in haar hou ding en in haar blik. Haar \folgden, eveneens te paard, de meiden en knechten van de Od durhoeve. Niet alle, eenige hadden moeten thuisblijven om voor het vee te zorgen, 't Was echter een statige stoet. De overige kerkgan gers te paard maakten eerbiedig voor hen plaats en Björn, de jonge visscher, die naast de kerkdeur stond, steeg het bloed naar de wangen. Want de Oddurhoeve was de grootste in den omtrek. En men beweerde van Aslaug, dat zij el- ken dag op zijn Groenlands op haar vingers narekende dat zij van de Noorweegsche ko ningen afstamde. Dien namiddag had de veerman, Oliver Is- leifson, bij wien men gewoon was na de kerk bijeen te komen niet over gebrek aan bezoek te klagen. Behalve de menschen van de koop plaats, die des Zondags met voorliefde tot aan de Sachsbeek reden, bevonden er zich meer kerkgangers dan gewoonlijk in het ver trek. De meeste waren boeren, maar er waren ook eenige vischers. Het gesprek draaide om Aslaug. Onder den invloed van den meegebrachten drank begon Mar Vigfussoa, dien allen, te verbouwen voor eigen vee, dus voederbie ten, en groote of paardeboonen. Wie van deze gewassen wil telen, moet een minstens twee maal zoo groote oppervlakte bebouwen met houdbare aardappelsoorten, groene erwten of bruine boonen. Wie dus 1,5 H.A. moet scheu ren, mag daarvan dus een halve H.A. bestem men voor den verbouw van voedergewassen, mits hij de rest gebruikt voor de andere bo vengenoemde gewassen. Hij, die voor de bebouwing van het ge scheurde grasland aansprakelijk is, dat is dus in de normale gevallen de gebruiker van het land, moet nu uit de opgegeven gewassen een keuze doen. Doet hij zulks niet, dan schrijft het tweede lid van het betreffende wetsartikel voor, dat de Directeur van het productiekan toor zulks voor hem doet; terwijl het laatste lid van dit artikel bepaalt, dat deze functio naris met machtiging van den Minister ver gunning kan geven tot de verbouw van an dere gewassen. Men kan er van verzekerd wezen, dat deze vergunning slechts in zeer bijzondere gevallen zal worden gegeven Een zeer belangrijke vraag voor menig landbouwer is, hoe hij aan het noodge zaai en pootgoed zal komen. In sommige provin ciën, o.a. in Friesland, kan men dat door tus- schenkomst van de Regeering verkrijgen. Men behoeft zich, volgens advertentie in sommige bladen, met zijn aanvragen slechts te richten tot den Directeur van het produc tiekantoor. Wei wordt er op spoed aange drongen, daar de voorraad, vooral b v. van pootaardappekn, zeer beperkt is. Ia Noord- Holland heb ik van een uusdanige gelegen heid nog niets vernomen, Zouden de Noord- hollandsche boeren, die om zaai- en pootgoed verlegen zijn, zich ook maar niet wenden tot den Dir van het Prov. kantoor in hun pro vincie? Het nader adres is Keizersgracht 732, Amsterdam Het is wel zaak, niet tot het laatste oogenblik te wachten. En nu nog een antwoord op de tot mij ge richte vraag te willen mededeelen, hoe groot het bedrag der scheurpremie is. Tot mijn spijt moet ik mededeelen, dat voor het nog ie scheuren land geen premie wordt betaald Wel is dit het geval voor het land, dat vrij willig voor 1 Nov. j.l. is gescheurd. Hiervoor werd 100 per H.A. vergoed, indien het land met tarwe of rogge werd bezaaid, terwijl het gescheurde land in mindering kon worden ge bracht van de oppervlakte, die men. verplicht was te scheuren. Op deze voorwaarden zijl in Noord-Holland ongeveer 1200 H.A. gras land in bouwland omgezet. Nu had de Minister in het oorspronkelijk wetsontwerp de bepaling opgenomen dat aan den eigenaar van land, waarop de scheur- Hicht werd gelegd, een vergoeding zou wor den toegekend van tweemaal de pachtwaarde over 1913, terwijl degene, die voor de nale ving van het voorschrift tot scheuren aan sprakelijk is (d.i. bij verhuring de pachter) als schadeloosstelling zou ontvangen een be drag gelijk aan éénmaal de pachtwaarde over 1913. Hierop hebben eenige leden van de Tweede Kamer amendementen ingediend, die zijn aangenomen, zoodat het artikel, regelen de de schadeloosstelling nu luidt als volgt: Art 6. I Door het Rijk wordt voor de gron den, die worden omgezet in bouwland, de gene, die op den laatsten dag van den ter mijn, binnen welken de voor de omzetting noo- dige werkzaamheden moeten zijn verricht eigenaar van die gronden, indien" hij daar door nadeel ondervindt, schadeloos gesteld. 2. Zoodra het bedrag der schadeloosstelling vast staat, wordt door of vanwege onzen voor noemden Minister, voor de betaalbaarstelling zorg gedragen. 3. Ten aanzien van gronden, aan het recht van beklemming onderworpen, of in eeuwigdurende erfpacht bezeten, treedt in de plaats van den eigenaar, de beklemde vooral de vrouwen, gaarne mochten lijden, te rijmen. Men rekende hem tot de „hagmaeltir men", dat zijn menschen, die krachtens een goddelijke schenking, een dichterlijke tong deelachtig zijn geworden. Maar men ging toch niet gaarne met hem om, want hij was een vagebond en allerlei geruchten waren er over hem in omloop. Björn stond in een hoek. Hij dronk geen brandewijn, maar hij luisterde aandachtig naar alles wat er gesproken werd. „Dat is een duivelsche deerne," riep Mar Vigfusson. „Heb jullie gezien, hoe haar oogen vanmorgen vonken schoten naar de jongens? Zij lichtten als de zee: „Kom. jon gen, waak bij mij op de bergweide,'t is in 'f hartje van den zomer En daarop begon hij te reciteeren: Aslaug van de Oddurhoeve, De boeren dochter van den grooten „baer" (I) Rijdt over 't land als Ran over zee. Haar hengst heet hoogmoed. Genoeg jonge mannen komen naar den baer, Draven het erf op en kloppen aan de deur: „Ik wil aanzoek doen. om Aslaug van de Oddurhoeve." ..Rijd maar weer terug, Ragnar. Honderd schapen heb jij, mijn vader duizend" ,Wat denk je wel, Björn, visschersjongen van het ford, 't Is maar een armzalig leven bij kabeljauw en traan." Rijd maar weer naar Reykjavik, Jon. Een student is niet veel, een baljuw iets meer." Als Aslaug van de Oddurhoeve zich ooit ver looft Dan moet het de koning van Noorwegen zijn. Men lachte en juigte Mar toe. De zwarte Karitas, Oliver's dochter, keek hem met haar glanzende oogen bewonderend aan. Björn zei niets. Bij den versregel„Björn, jij visschers jongen van het fjord," had Mar hem spotaeh- meier, onderscheidenlijk de erfpachter. Art. 7. 1 Hij, die ingevolge art. 13 aan sprakelijk is voor de naleving van de voor schriften, als bedoeld in art. 1, wordt, indien hij daardoor nadeel ondervindt, schadeloos gesteld. Art. 8. 1. De hypotheekhouder heeft geen recht op eenige afzonderlijke schadeloosstel ling- Het is duidelijk, dat men bij de wijziging van het oorspronkelijk artikel uitgegaan is van de gedachte, dat door het scheuren niet altijd schade wordt geleden. Niettegenstaande sommigen beweren, dat de teelt op gescheurd grasland in den regel op niets uitloopt, zijn er toch ook voorbeelden genoeg aan te wijzen, waaruit het tegendeel-blijkt. Welnu, bij een voldoende opbrengst zou het toch al te gek zijn, aan den verbouwer nog een- vast bedrag als premie uit te keeren. Ook de eigenaar be hoeft door 't scheuren niet altijd schade te lenden. Het mag waar zijn, dat zijn land dat er van het in den bodem opgehoopte kapitaal een gedeelte verloren raakt, door de bewer king kan het land ook in beteren toestand, b.v. ten opzichte van horizontale legging en afwatering, worden gebracht. Met de wijze, waarop de schadeloosstelling zal worden geregeld, behoeven we ons voor- ioopig nog niet bezig te houden, te zijner tijd hojkn we daarop terug te komen. Antwoord aan den heer tieeringa. Sta mij toe, dat ik u in de eeréte plaats mijn compli ment maak, voor den schoonen vorm, waarin u de bezwaren tegen de Scheurwet nog eens naar voren hebt gebracht. Uit mijn artikelen zult u gelezen hebben, dat ook ik niet blind was voor die bezwaren al wegen ze bij mij dan ook wat minder zwaar. „Ja, maar," zal u zeggen, gij hebt geen land te scheuren." Zeker, dat heb ik niet, maar als ik een boer derij had, geloof ik niet, dat ik er een éénzij dig greidebedrijf van zou maken, zoo stellig ben ik, ook op grond van wat de praktijk mij heeft laten zien, overtuigd van het voordeel van het gemengd bedrijf. Doch daar gaat het op dit oogenblik niet om. De vraag is nu, wat er gebeuren moet, opdat het Nederland- sche volk den volgenden winter niet met hon gersnood en al de gevolgen yan dien zal heb ben te kampen. U, als dichter, begrijpt dat niet zoo goed; gij'voedt u, als dichter, met nectar en ambrozijn, maar dat willen zelfs de varkens niet vreten. De plat-prozaïscf burger vraagt brood, gort, havermout, boekweit, erwten en boonen en aardappelen, liefst met een stukje van een dood varken er bij. En nu kunnen we wel ho pen dat dit uit het buitenland zal komen, maar wie ooren heeft om te hooren en oogen om te zien, die kan weten, dat het in de we reld op 't oogenblik nog verre van rustig is, en dat de kans op invoer van buiten met den dag geringer wordt. En daarvoor moeten alle bezwaren tegen het scheuren voor het oogenblik op zij worden gezet. Ik beaam vol komen, wat de Directeur-generaal van den Landbouw, de heer van Hoek, laatst op een vergadering van Holl. Noorderkwartier heeft gezegd: „Het is beter dat we het volgende jaar kunnen zeggen: „het scheuren was niet noodig geweest, dan dat we ons moeten be klagen, het niet gedaan te hebben 1" Ik zeg u, mijnheer Heeringa: „Wee den boeren, als we het volgende jaar moeten zeg gen: „Gij hadt ons voor den hongersnood kunnen bewaren, maar gij hebt niet gewild AAN DE DAMMERS! Met dank voor de ontvangen opl. van pro bleem no. 525 (auteur v. d. Hoef.) Stand. Zw, 5, 7, 10, 12/20, 22. tig aangekeken en een paar boeren hadden grijnzend hun halzen naar hem omgedraaid. Dat ergerde hem. Hij greep zijn muts en ging heen. De zon was reeds ondergegaan. Een prach tig avondgloeien, zooals slechts de IJslaijd- 8che hemel vertoont, overgroot het rotsachti ge land met purperen vlammen en zette als t ware de gletschers aan den horizon in brand. In alle kleuren gloeiden de wolken als bonte koningssloten, strijdende reuzen, stei gerende rossen, stonden zij aan de lucht. Björn wierp zich op het eerste van hen en vliegensvlug ging liet, als de stormwind naar de Oddurhoeve. Het gerinkel van glazen en het geschreeuw uit Oliver Isleifson's kamer wierpen hem van zijn ros. Het drinkgelag was in vollen gang. Minachtend trok Björn zijn schouders op. Wat had hij met die daar te maken? En hij ging naar de weide, waar de ruigharige paarden der gasten met saamgekoppelde poo len graasden, wierp zich op zijn oude bruine en reed naar beneden naar het fjord. De Zondagen, dat er kerk was, waren As laug altijd bijzonder welkom. Niet alleen om den rit, ofschoon zij dien heel genoeglijk vond en ook niet omdat zij naar openlijke be wondering hunkerde. Het deed haar wel aangenaam aan, dat zij als zij kwam aangere den, de oogen der jongens op zich voelde rusten, dan gaf zij Gulfaxi heimelijk een duw met haar hielen, opdat hij uit zijn telgang in een bevalligen draf zou overgaan. Zij was immers een meisje. Maar hoogmoedig, zooals Mar Vigfussons haar in zijn lied schilderde, was zij eigenlijk niet. Zij was alleen anders dan andere boerenmeisjes. Zij ging er na tuurlijk een beetje prat op, dat zij van een Noorweegschen koning afstamde, zooals een oud geslachtsregister meldde. Maar dat was eteenliik niets bijzonders, dat konden andere m&e ©faeemscbe boerengeslachten ook van Wit 21, 23, 26, 28, 29, 30, 33, 34, 42, 43, 44, 47 Oplossing. 1. 30—24 2. 44—39 3. 29124 4. 47—42 5. 42 2 6. 2 33 en wint 1 2. 5. 19 :37. 16 :27. 20 of 18 :38. 22 44. 18 of 20 :29. heeren; Goede opl. ontvingen wij van de W. Blokdijk, P. Dekker, D. Geding, J. Hout- kooper te Alkmaar, H. E. Lantinga, Haar lem, P. de Groot Jbz., Warmenhuizen. OM DEN MEESTERTITEL. Deze wedstrijden zijn ook alweer geëin digd (op enkele partijen na, die toch geen in vloed meer hebben op den uitslag) en wel met de welverdiende overwinning van B. Springer JrAmsterdam, lid van D. O. S. Deze nog jeugdigé damspeler (21 jaar) toon de zich inderdaad de sterkste Van zijn 10 partij ei^ won hij er 7 en. maakte 3 remises. De heer Springer beoefent het spel pas 6 jaar. Wel een bewijs dat er met ijverige studie heel wat te. bereiken valt, 14 dagen geleden gaven wij eenige mooie gedeelten uit zijn par tij tegen Vos. Ook de volgende stand is in den wedstrijd om het meesterschap voorgekomen en wel in de partij VosMöllenkamp. 'sm Zw. 3, 6, 8, 13, 16, 18, 19, 21, 23, 24, 25. W. 27, 28, 30, 32/35, 37, 38, 42, 48. Wit aan zet speelde 1. 28—22Velen zullen dit een gewaagde zet vinden. Maar Vos had de vol gende combinatie heel goed doorzien 1. 23—28. 2. 32:14 2. 21:41. 3. 30:19 3. 18:27. 4. 14—10 4 13:24. 5. 34—30 5. 25 34. 6 42—37 6. 41 43. 7. 48:19! De volgende combinatie van den heer A. Pernet (Fr.) werd oïis toegezonden door P. de Groot te Warmenhuizen. zich zeggen. Alle IJslanders beroejnden er zich gaarne op, kinderen van hef oude reu- zengeslacht der Noordlandvaarders te zijn, dat als een vlucht edele valken voor duizend jaren hun klauwen in het hooge IJsland had geslagen. In haar aderen vloeide naast het zware bloed van de vaderlijke voorvaderen het lichte, dartele harer Deensche moeder. Toen die gestorven was, had zij een tijdlang bij de bloedverwanten in Denemarken door gebracht. Zij had het prettig gevonden in dat vriendelijke land, onaer die fijne, vroolijke menschen. Ja, het was mooi daar, waar de aarde zich als een tapijt uitstrekte, alle licht zonniger straalde, alle kleuren vroolijker gloeiden, waar het leven een bonte bal was, waarmede de kinderen speelden, waar de da gen met gezang ontwaakten, de avonden met muziek naar bed gingen en zelfs de nachten nauwelijks de stilte kenden, die groote, einde- looze stilte, waaronder de kinderen van de middernachtzon op hun vaderlandsche beem den voortschrijden als op den bodem van een zee. Dat maakte dat Aslaug anders was. Zij verheugde zich ten eerste op de kerk zelf. De godsdienstoefening was altijd een aangename afwisseling' in het alledaagsche, eentonige leven. De kerk was wel slechts een kleine, leelijke houten barak en daarbij nog scheef tengevolge van de laatste aardbeving. Maar van binnen was zij toch zeer indruk wekkend. De Sora (1) Halfdan kwam en plaatste zich voor het altaar. Het witte ge waad over den altaar en het witte haar, dat in lange, golvende lokken over de purperen stola viel, glinsterden als sneeuw. Als een zon vlamde het groote gouden kruis op zijn rug en Aslaug meende te bemerken, hoe de ge kruisigde Christus met een pijnlijk welgeval- ligen glimlach van uit het altaarschilderij op den eerwaardigen geestelijke en drager van het heilige symbool neerzag. De gemeente zong cn Sera keerde zich om. Hij begon de li- Zw. 6, 8, 9, 10, 12, 14, 16/21, 23. W. 25, 26, 27, 28, 30, 32, 36, 37, 41/44, 48. Zwan speelt 2024 en wit vervolgt: 1 36-31 1. 24:35. 2. 25—20 2. 14:25. 3. 28—22 3. 17-28. 4. 26:17 4. 12:21. 5. 44—40 5. 35 44. 6. 43—39 6. 44 33. 7. 38 29 7 23 34. 8. 32 5 8. 21 32, 9. 5:401 Ter oplossing voor deze week: Probleem 526 van A. Meaudre (Fr.) Zw. 2, 4, 6, 7, 8. 9, 13, 16, 18, 30, 35, 40. W. II, 15, 19, 24, 26, 27, 28, 31, 33, 43, 47, 49. Oplossingen voor of op 27 December bu reau van dit blad'. VOOR SCHAAKLIEFHEBBERS. Wij gaven in onze vorige rubriek den vol genden stand. Zw. K. g 8, D. e 7, Torens e 8 en f 8, Loo- pers c 5 en f 5, P e 4, pionnen a 7, b 7, c 7, f 4, g 7, h 7. Wit K. h 1. D. c2, Torens 'a 1 en e 1, Loo- pers c 1 en a 3, Paarden c 3 en f3, pionnas a 2, b 2, d 5, g 2, h 2. Zwart geeft mat in 7 zetten door: P. d4 g3 -f h2 V g3. D e7 X el P. f3 X el. T. e8 X el 4- L. d3 fl. T. el X fl K- hl h2. L. c5 gl K. h2 hl. L.gl —12 K. hl h2. f4 g3 mat. Als nieuwe opgave: Zw. K. g8, D. c7, orens a8 en f8 Looper e7, Paarden c6 en fo, pionnen a7, b7, d4, f7, g7. h7. Wit K. glD. d3, Torens fl en h3, Looper c4, pionnen a2, b2, c3, g2, h2. Wit begint en geeft in 5 zetten mat. Opl. voor of op 27 Dec. b. v. d. blad. door TINE BRINKGREVE. (Nadruk verboden.) Het koude zweet brak luitenant Wiering uit, toen het bericht de ronde deed, dat de compagnie z ij n compagnie, overgeplaatst zou worden naar Venlo. Wat een slag zou dat zijn: naar Venlo, zijn geboorteplaats! Och, hij was geen man, die zijn geboorte grond verloochende, de plaats had altijd nog zijn volle liefde, al was hij er geheel aan ont groeid, maar om er te wonen! Wat gaf Hem zijn kraag met sterren; daar zou hij weer beschouwd worden, ondanks zijn grijze haren, als de zoon van Wiering, den metse- tanie en de gemeente antwoordde, waarbij men af en toe opstond, dan volgde de preek, waaronder nu en dan deze of gene van de boe ren, van den verren rit vermoeid, zacht in dommelde. Het avondmaal was altijd het in teressants. Dan stonden de mannen in hun ruime broeken en korte duffelsche jekkers al« zwarte zuilen voor het altaar om het sacra ment te ontvangen. Aslaug volgde dan in den stoet der vrouwen. In de deur der sacristie be vond zich een glazen ruit en in het voorbij gaan moest zij er altijd in kijken. Het glas toonde haar, hoe de eigen gestalte voordeelig bij die der anderen afstak. De zwarte rok en het keurslijfje sloten nauw aan en deden de evenredige lijnen van haar figtiur goed tot hun recht komen. Het kostbare zilveren bor duursel op den fluweelen gordel, op den rok en op den rand van het keurslijfje kwamen schitterend uit tegen het zwart en de filigraia knoopen van den voorhoofdsband flonkerden. Niemand stond de feestelijke dracht zoo goed als haar. De faldur (1) van het fijnste batist deed de bloeiende kleur goed uitkomen. Zij had echter een hekel aan den sluier, die tot aan de heupen neerviel, want zij vond, dat zij daarmee veel van een non had zij had eens een non met zoo'n sluier in Kopenhagen ge zien. Maar al zag Aslaug er in de vaderlandsche dracht ook goed uit, zij hield er toch niet van. Zij handhaafde die slechts terwille van 't gebruik. Wat kleedde men zich daarginds in het Zuiden andersHet was zeker een soort natuurwet, dat men zich hier in zoo'n sombere kleedij stak. Evenals voor de ijsvos- sen en ijsbeeren de witte kleeren passend wa ren, zoo pasten voor de medemenschen, die over de bloemlooze rotsen, de donkere lava- velden voortschreden, de zwarte. „Hier treurt alles!" was haar eerte gedachte geweest, toen z na haar groote reis voor het eerst weer dei voet op den vaderlandschen boden zette. (Word* vswelfd) 'yMu

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1918 | | pagina 5