1 m 1 m m m m m m m m m n m Lüxb MmëtH te buur. IJsland's bekoring. Dammbriek. H 'M m 1 9, m M AdresJAC. MET, F K UIL L KT O N. Hoiderl Eei si Twintlpt® Jttrgttg. Zater<l;nr 25 Jaw. JVXilitio. Tiidvakkei fan iilijTiig lichtisg 1911. Wttn&en voor Land- Tuinbouwers. Si m m gjg M m «f m Wsi tl m m m m rg Billijk tarief. Km >1 De BURGEMEESTÉR van ALKMAAR brengt het navolgende ter kennis van belang hebbenden. De hierna vermelde groepen dienstplichti gen der lichting 1919 zullen als volgt word® ingelijfd 1in het tijdvak van 37 Maart 1919: a. de dienstplichtigen, toegewezen aan het korps Pantser.ortartillerie; b. de dienstplichtigen, toegewezen aan het korps Torp .dier 2. in het tijdvak van, 17-21 Maart 1919" a. de dienstplichtigen, toegewezen aan de regimenten Infanterie (hieronder begre- pe i Grenadiers, Jagers en Administra tie- repen) en bestemd voor het tweede in te lijven gedeelte; - b. de dienstplichtigen, toegewezen aan de compagnieën Wielrijders en bestemd voor het tweede in te lijven gedeelte; c. 'de dienstplichtigen, toegewezen aan de regimentep Vestingartillerie en bestemd voor het tweede in te lijven gedeelte; d. de dienstplichtigen, toegewezen aan de regimenten Huzaren en bestemd hetzij voor paardenoppasser, hetzij voor paar- denverzorger; (de tot de groepen 2a en 2b behoorende per sonen die in het bezii zijn van het in art. 70 der Militiewet bedoelde bewijs van voorge oefendheid, zullen twee maanden later wor den ingelijfd;) 3. in het tijdvak van 15 April 1919; de dienstplichtigen, toegewezen aan de Genie (Pioniers enz.) en bestemd voor het tweede in te lijven gedeelte. Ten aanzien van dienstplichtigen van vori ge lichtingen, die uitstel óf verlenging van uitstel van eerste-oefening hebben tot het tijd vak van inlijving van een der hiervoren ge noemde groepen van dienstplichtigen, wordt dit uitstel of deze verlenging van uitstel ge acht te zijn verleend onderscheidenlijk: voor zooveel betreft de groepen la en ïb tot 3 Maart 1919; voor zooveel betreft de groepen 2a en 2b, tot 17 Maart 1919; de voorgeoefenden tot 19 Mei 1919; voqr zooveel bereft de groepen 2c en 2d, tot 17 Maart 1919; voor zooveel betreft groep 3, tot 1 April 1919. Met afwijking van hetgeen vroeger hierom trent is bekend gemaakt, zuilen, behoudens onvoorziene omstandigheden, van de lichtin, 1919 de overige dienstplichtigen vermoedeiij als volgt worden ingelijfd Zij, die zijn toegewezen aan: 4. de Genie Motordienst) en bestemd voor het tweede in te lijven gedeelte, in het tijdvak van 1620 Juni 1919; 5. het korps Pontonniers en bestemd voor het tweede in te liiven gedeelte, in het tijdvak van 1620 Juni 1919; 6. de regimenten Infanterie (hieronder begrepen Grenadiers, Jagers en Ad ministratietroepen) en bestemd voor het derde in te lijven gedeelte, in het tijdvak van 48 Augustus 1919; de voorgeoefenden twee maanden later; 7. de regimenten Huzaren en bestemd het zij voor het eerste, hetzij voor het twee de in te lijven gedeelte, in het tijdvak van 1—5 October 1919; 8. de regimenten Veldartillerie en bestemd hetzij voor het tweedehetzij voor het derde in te lijven gedeelte, in het tijd vak van 15 October 1919; 9. het korps Rijdende ArtiUérie en be stemd hetzij voor het tweedehetzij voor het derde in te lijven gedeelte, in het tijdvak van 15 October 1919; 10. het regiment Genietroepen en bestemd voor opleiding tot milicien-telegrafist of -telephonist, in het tijdvak van 15 October 1919; 11. de regimenten Vestingartillerie en be stemd voor het derde in te lijven ge deelte, in het tijdvak van 1620 Octo ber 1919. Zoodra de tijdvakken van inlijving van de hiervoren onder 4 tot en met 11 vermelde groepen voorgoed zijn vastgesteld, zal hier- Novelle van Wilhelm Poeck. 19) De storm huilde om den gevel heen, stamp te op het zoden dak, rukte aan de vensters en schudde aan de houten wanden. In het aan grenzende vertrek werden de meiden wakker. „Wat een ontzettende wind!" „Hu, wat giert dat!' „Ik kruip onder de déken»*'. „Ben je bang dwaas kind? De storm doet ons immers niets." „Wat zal het nu op zee stor men." „Wees maar blij dat je vrijer een knecht is. Als hij nu eens visscher van het Sord was!" Van nacht in een boot op zeei ik zou het van angst besterven." Björn was op zee in dit weerl De golven sloegen wellicht nu over het schip heen. Misschien dreef hij nu op het wa ter, zich vastklemmend aan een plank. Het water sloeg over hem heen en smoorde met woeste hand zijn laatsten kreet om hulp. Had hij haar niet geroepen? Zij lag hier in haar bed en hij, dien zij' beminde, streed den vreeselijken strijd met de begeerige zee. Iets vreeselijks sloeg zijn ijzeren armen om haar borst. Forsche handen grepen naar haar hart en rukten het ui-teen, zoodat zij 't uit schreeuwde van namelooze smart. Dat vree- selijk spook met die sombere oogen wat wilde het van Haar! Was dit de liefde, waar van de zaligheid zoo door de menschen werd geprezen riet was Aslaug niet mogelijk langer zoo te liggen. Kon zij hier rustig blijven als Björn haar riepZij moest naar buiten, naar hem toe in den storm, in zijn nabijheid zijn, over de bergen naar de zee heenvhegeu m mei de vm made» bekotdsuklng pK&edm, i Van oproeping ter udgving en «w opkomst na veneend uitstel van §«m*~o*f*mng wordm voorlappig uitgezonderd de dimalpioMigm, die mi tmojde vm wUtndp vrijdeUmg vm dm diemi der mdMs m emwwMmg kamen am pp 4««t mê» depAtm éetm «sr 4m lenéstom «w ie gem. ê&mêtm mvmr-mm mrét Umps ém vervMgg wtsm m» wsttH&fmiMg m mrUigmg' dmrvm «*é- keM op denxeifden mei m gmAtMéa %óèr 1 Augustus 1914. Alkmaar, 23 januari 1910. De Burgemeester, RIPPING. J. H. a.d. T. m N. H. de V. te Altenaas. Uw vraag kwam de vorige week te laat in mijn btzu, om haar mg m feet bö. va© sater dag j.L te behandel® Dan was ook het arti kel over ae tetitregelirag sneer dringeed m bovendien moest ik, om uw vraag te beant woorden, nog hier en daar inlichtingen in winnen. Zoo heb ik mij in de eerste plaats gewend tot de H.H. de Lange m de Mor&az, om eens te vernemen, hot het met het verhuren van de tuintjes stond, het bleek mi», dat de teetheb- berij al eentgszins aan het tanen wm Üit zal ia de eerste plaats een gevolg vas de veran derde offlstaadighedga zijn, waards©t heel veel menschen het niet meer noodsg achten, een ea anüer voor den slm winter te verbou wen. Nu, er is alle kans, dat we er tégen dien tijd1 heel wat gunstiger voorstaan dan den vo- rigen herfst. Vroege aardappelen zullen er dezen zomer zeker genoeg zijn, en ais het te genwoordig broocramso® gettandfaaaid of misschien nog wat vergroot kan worden, zul len we aan iaie aardappelen minder behoefte hebben,' aan verleden jaar, teen het dikwijls driemaal op één dag aardappelen met aard appelen was. Ook zuilen er, ooor het verplich te scheuren meer peulvruchten verbouwd wor den en blijft er ons al.tjsi maar te wensen® over, dat het weer ten overvloedige oogsi mag bevordert». Laar evenw-1 loeamna in ea buiten Europa nog verre van rnsug is, m er nog heel wat kan gebeurecL waarop we niet haoden gerekend, zou ik eft-,, die eesigssios den üjd kan Yinden, is overweging willen J geven, niet al te gauw de spade sa de scheitel in een hoekje te mten„ of misschien wel wr een prikje van den hand te doei, doch iet tuindersvak nog maar seis een jaar Kit te oefen®. Ik heb er heel wat gebroken, die wat inge nomen zijn met hun, zij het dan ook kleine voorraad eigen verbouwde aardappelen en peulvruchten, waarmede zij het in den begin ne wel wat karig rantsoen konden aanvullen. En dan denk ik, dat er in de tweede plaats minder liefhebberij voor' de tuintjes aan den Bergerweg zal bestaan, nu de gemeente voor een lagen prijs geheel in orde gemaakte tuin tjes ter beschikking stelt. Daar is mem tegen te zeggen, integendeel, deze handelwijze ver dient alle waardeering; intuaschen zal het te kort op deze exploitatie, en dat tekort is er ze ker, door de gemeenschap gedragen moe ten word®. Wie meer liefhebberij voer de zaak heeft kan nu misschien nog eea tuintje extra aan den Bergerweg bekome®. En dan heb ik eens bij één van de kunst- mesthandelaren geinformeerd, welke meststof fen er alzoo te verkrijg» waren, Op dit oog®blik daarvan met volle ze kerheid nog niets te zeggen, aithan* kan mg niet bepaald word®, hoeveel er ter beschik king zal zijn, de voorraad zal in ieder geval niet groot zijn. De handd aai voorzeker niet vrij zijn en alle® zij, die den vorig® herfst e® bestel kaart hebben -ngevuld, zuil® een gedeelte van den aanvoer kunnen krijg®. Naar aanleiding van ae ervaringen, in het voorjaar va® 1918 opgedaan, hebben de H.H. de Lange de Moraaz er in toegestemd, dat er op hun naam, t® behoeve van de bezitters van een oorlogstuintje aan den Bergerweg eea hoeveelheid kunstmest werd besteld? Komt deze nu los, dan kas deze mest ©ader de huurders word® gedistribueerd. Meer kan ik er op dit oog®blik niet van zeggen, omdat ik niet weet, wat voor meststoffen er geleverd zuil® word® en hoeveel voor elke soort. Zoo dra ik dit weet kom ik op de zaak terug zal ik de noodige aanwijzing® gev®, hoe er ge handeld nnxt word®. Wie iniussib® op een andere manier aan mest kan komen, moet dit vooral met nalaten, t® minste ais de prijs hem. niet a schrikt. Stalmest wordt tegenwoordig verkocht tegen onmeedoog®de Ran om den geliefde worste len. Zij stond zacht op, kleedde zich onhoorbaar aan en verliet bet huif. Rondom haar woedde de storm. Zij haalde zadel en toom uit den paarden stal, liep ngar de weide, waar Swawa graas de, deea haar liet tuig om en wierp zich op haar mg Waarhe®? Naar hesnl Zij stiet de merrie de hiel® in de flanken. Maar het dier snoof in de lucht, schudde zijn kop bleef staan. Ach, je hebt gelijk, Swawa, wat zuil® wij bij het rjord do®? Maar je moet met mij d® berg op vandaar kunn® we de zee zi®. Ach, t is immers zoo ver veel zal ik niet zien. Voorwaarts!" Het paard draafde over d® dalgrond. Nu e®s baaldden berg en dal in e® daghelder licht dan weer werd® zij verslonden door zwarte schaduwen Wel, je bent immers mijn verstandig paardje. Wij vinden den weg ook zonder lantaarn. Je b®t toch niet bang voor de beek, al is het ook nacht? Dap per er op los! Wat, wil je in dat koude water gaan liggen? Foei, jij ruig beestje, stam je dan van e® watergod af? Je zult mij toch niet in den steek lat®! Wij moet® toch naar bov®, wij moet® naar Björn uitkijk®. Je k®t Björn toch, je hebt hem toch beneden aan het fjord gezi®Ik kom, liefste. O, jij ondeugd, waarom was je zoo zwijg®d? Je hield meer van de haai® dan van je Aslaug. Waarom 6praken alle® je oog® niet je mond? Ik zag het toch dat Aslaug jou beviel. O. je durfde zeker niet omdat je maar een visscher b®t. Dacht je, dat de Éaersdochter „ne®" zou gezegd hebb®Dan zou je nu aan mijn zijde hebben gerust, wij zouden naar den storm hebb® geluisterd Aelaug be hoefde niet bij nacht in dit onstuimige weer en met e® bezwaard hart de rotsen oprijden om em weinig dichter by je te njja, won 13 per kuüs. Meter m em hake hub Meter per Are te volstrekt ge® oyerarewa tin. E® ton beer van de stadsreiniging kost tegenwoordig 40 c®i m als man 8 tonnetjes per Are geeft, te dat mg niet eens tm volledi ge beswsüag, «mdai er dan mg s.m te kort ian fosfarsntif m kali ml j$s" afgescjeids?! van tel feit, tjai so«j»ige «nengdhen ook om sm asders redes em femeatiat nitilttUeaé «ei «ter aki aaiten j&refemrea. V&q? aards?* pele» te eea diadaaige beateèüsg teltet af "te keuren ea peulgewasssea hebben K&o'n groate voorraad stikstof niet noodig. Andere gewas sen, vooral bladgewassen, zijn er zeer dank baar voor. Ea nu hoop ik, dat de andere bezitters van e® oorlcgsuiintje het goede voorbeeld van u mogen volg®, om mij, als ze iets will® we- t®, dat gtrust te vrag®. Ik ben bereid, ev®- als vorige jaren, hen zoo mogelijk van ant woord te di®ga, terwijl de Red. van de Aikm. Cour. ons even welwillend als altijd gastvrij heid zal verte®®. t ies rech t te wages of met oproerfingee te kuïrtc», gf-lat ssmurigk ooit voor mensen® vasi hei va*, m zoo werd mij, naar aanleiding van ten auvenenue in een ü«r bladen, door teu vakman .gtvraaga, wat ^aikstikstof is. Het antwoord, dat m gegeven heb, zal mte- schi® ook anderen interesteer®. Z-ioate aekeifl zal zya. heao® de plast® voos mar voeding e® derüestal stories noo- cüg. tea vas deze, de koolstof, wordt uu üe lucht opgesom®, e® aantal andere komt ge- wormhjft ia voldosede mate ia den bodem voor; een vtej-ial, nri stikstof, kali, iosforzuur kalk, moet® voortdurend m den grond aangebracht word®, wsi men e® rijk® oogst vewijgen. bommtge mestetoffen, zooals stal mest, neer, compost guano bevatten al deze stoft®ir«ea no®tt ze daarom volledige meststoü®. Deze benamihg zou ons deea denk®, dat men door toediming van deze sto.t® volkomen aan zijn verplichting vol deed tea opzichte van de planten. Dit is niet het geval, omdat de g®o>.mae stoffen in deze mestsoon® meestal niet voorkom® in dezelf de verhouding, als waarin de plant® ze noo it tg heob®. Meestal geeft men van de e®e atzer stou® te veel, van e® andere te min. Mesman®, die eleOna e® dezer stoften be- vauen, beet® onvotleatge oi eenzijdige mest- sto.iso. hierioe behoor® de meeste onzer kuasuaestswitten. him zal nu gemakkelijk in- zt®, dat vD.m met Siecöts eea oezer meststof- ten, feyv. ebiiisaipcter, met volledig bemtsi® kan. Nu fcaa muu &oor de uitbreiding vooral öoor de iat®aiveermg van de cultuur ia de laatsue jaren, met de beschikbare na- tburlyke meststosten lang niet m de behoeite voorzien m moet men het tekort door de aan- w®dittg van kunstmeststoffen dekten. Nooit meer oaa in de oorlogsjaren hebb® we de behoeite aan kunstmest gevoeld vel® zi® aan ook vertang®d uit naar het oogenbl'k, waarop de aanvoer weer ongestoord kan plaats hebben. Vooral aan snitstothcud®de meststodeu is e® groot gebrek. lot dusver heett m® in de behoefte daaraan voorzi® door gebruik te mak® van ckhsaipeter en zwavelzuren ammoniak, doch de voorraad van bet eer»te zal ie e®iger tijd uitgepm ra- k® en de proauctie van het tweede is oeperkt. Vandaar dat men uitgezi® heeft naar andere middel®, om suksunhoiideiute mesistoft® te bereiden zoo heeft men naturlijk het oog geslagen op de reuze hoeveelheid van deze voor ae plant® zoo waaraevolie stof, die m den dampkring voorkomt. Deze bestaat toch voor vier vijiee deei® uit stikstof, die even wel door de plaat® niet kan wora® oog, no men. Menschen, die veel van qjteren heulen, kunn® gemakkelijk uitrek®®, hoeveei kilo gram stikstoi zich bevindt boven 1 tl.A. land, ate zij wet®, dat de dampkring 50 K.G. dik te 1 M3 stikstof pngevetr 1,25 K.G. we;gt Hei getal, dat zij krijgen zal greater zijn dan de hoeveelheid- stikstof, aanwezig in üh we reldproductie va» cbilisalpeter. Toch' te het gelukt van dc luchtsakstol preparal® ie be reiden, die als meststof dsenst kunn® do®. Eéc van deze te de kalkstikstof. te het jaar 1913 benoemde de Groninger Landbouwbond e® commissie, die c® onderzoek had in te siell® naar de resultaten, met deze andere nieuwe atikstofhoudende meststoffen verache- n® as naar aanleiding van dat onderzoek s» aan de hand van twee leden dezer commissie, de heer® J. Kok en J. G. Maschhaupt, een werkje verschenen, over onze slikstofmeststof- f®. Degen® die er meer van will® wet®, raad ik t® sterkste aan, dit werkje aan te scha.fen; de prijs, 1 gulden, behoeft voor e® land- of tuinbouwer geen bezwaar te zijn. Aaa de hand van dit werkje wil in in 'n vol gend artikel aangaande onze etikstofmest- s,often in het algeme® kalkstikstof in het bijzonder, iet» mededeeleri. voorzichtig, mijn brunna, je kent toch het schapepatf, je weet toch hoe je de kleine, ge oefende hot ven moet' zetten. Ach, ate Ran je in haai blanke arm® houdt, geef mij dan e® teek®, mijn Björn, roep dan mijn naam weer zooais je dat daareven hebt gedaan. Dan wi) ik niri weer terug naar den Baer, dan fladder ik als e® meeuw in de kloof neer en Vlug naar je toe. Maar hit zij je nu niet wil hebben, dan zal zij je zeker nooit krijg®. Je zult nooit weer voor mijn gierigen oom met het vangschip uitvar®, want Aslaug wil het niet. Nooit staat zij je weer af. Jij behoort haar toe zij jou. Sinds hed®nacht is zij de uwe beste jongen, en zij zal je in ge® hon- derdduizmd nachten weer vrij laten." Op de rotsachtige hoogte staat Aslaug, de Baersdochter, die de vrijers wegzond als de dominee de schooljongens. Swawa skaat naast haar. Zij heeft haar arm otn d® rui- gen hals van het paardje geslagen. Zoo bie- d® zij tezamen aan d® storm weerstand, die ijzig koud van uit zee naar boven blaast en turen bij het vale afwisselende licht der maan in de duisternis die over het fjord ligt. De geest® der branding klemmen zich aan de manen van d® storm vast en zingen hun lied, dat het klinkt tot boven op de berg® Af en toe spalkt de maan voor enkele oogenblikken met haar zilveren bijl den buik der duisternis open. die het fjord verzwolgen heeft. Dan blinken hel de lijven der witte ross®, waar op de zeewijv® over de klippen rijd®, de vraatgierige reuzinnen met de sneeuwwitte schudd®de borsten haar waanzinnig wel lustig gelach., De storm rukt Aslaug de kleeren bijna van het lijf. Haar hoofddoek heeft hij dadelijk weggesleurd. Haar lang, blond haar fladdert ajs oen in flard® gescheurd® vlag in d® Bruin paard- AAN DE DAMMERS! Met dank voor de ontvangen opt. van pro bleem no. 530 (auteur Kleide) Stand. Zw 4/13, 13. 16. 13, 10, 21,25,24. W, n, fg, 27, 28, 30, 32/40, 42, 43, 43, 47, 43. O p 1 e a s 1. 32-17 1, 11 :3L 2. 37:17 2 12:21. 3. 28—22 3. 18:27. 4. 36—31 4. 27 :36. 5. 32—28 5. 23 :*32. 6. 38:27 6. 21:32 7. 43—38 7 32 43. 8. 47—41 8, 36 29 (3 *1.) 9. 34 i 9. 43 34. 10. 40:20 10. 15:24. 11. 30:8! Ooede opl. ontvingen wij van de heeren: W. Blokdijk, R. W. T. Bosman, P. Dekker, W. Dijkstra, D Oerliesg, J. H«utkoaper, C. Kleyer, N. Zeeman Ie Alkmaar. P de Groot jbz., wameishai*®, E. Lantiriga, Haar lem e» A. Keppel, Noord-Sdjarwoude. In de Hoofdklasse-competitie Zuid, won Constant op het kantje af van D. I. O. uit den Haag. Aan de eerste vijf bord® maakte D. I. O. 7 punten. Maar uit de andere slechts 2, mede door het niét opkom® van twee spelers. Voor de tweede klasse won „Mutua Delec- tatio" dé club van onzen vriend Kletste met 16—4 van „Het West®" uit Rotterdam. In Amsterdam won „van Embden'' met 155 van „Gezellig Samenzijn." Dinsdag avond verloor hét „V. A. D." met 11—9 van „D. O. S." Vooral de partij aan bord 1 tussch® d® pas tot meesterdammer gepromoveerd® Springer d® kampioen van Nederland de Haas trok bijzondere belangstelling. Teg® d® 50® zet, in e® uiterst moeilijke positie, geraakte dè Haas in tijdnood. Volgens Sprin ger viel het vlaggetje van de wedstriiclklol voor dat de 50e zet gedaan was, zooaat de partij voor de Haas reglem®tair verloren waa. Door de Haas is protest aangeteek®d. COMBINATIES. Wij brengen de volg®de aardige standen onder de aandacht van onze lezers. Zw. 2, 7, 8, 9, 13, 18,20, 30, 34. W. 32, 36, 41, 44, 45, 47, 49, 50. 't Spel verliep als volgt: 1. 44-40 1. 34-39. 2. 32—28 3. 40-34 4. 28-22 5. 36-31 6. 47—42 7 49-43 9. 50—44 9. 45 1 Een combinatie, die m® in d® stand der witte schijven niet zou gezocht hebb®. In d® tweed® st 2. 30—35? 3. 39-30. 4 18:27. 5 27 36. 6. 36 38. 7. 38 40. 8. 49 40. Wm M m mm uttel Zw. 2, 3, 5, 8, 9, 10, 12, 13, 15, 16, 17, 19, wind. Zoo ziet zij uit naar den geliefde. tiaar blik dwaalt als e® vogel in elke spleet der duisternis en zoekt naar e® schip. „BjörnI" roept ze. Björn!" Dc storm laait over die armzalige meisjes stem. De zeewijven drijven den spot met de armzalige meisjesiiefde. Wat vermoogt gij er barmelijke menschjes tegen ons van het reu- zengcslacht? De god® hebben wij vernie tigd. doudeu wij dus u armzalige schepsels omzien? r Nu begint in het Oosten de hemel te gloeien. De top van den berg, het donkere lijf van het paard, de slanke meisjesgestalte wor den door het rooskleurige, lachende schijnsel omhuld. Een vlammenspeer vliegt door de lucht. Baldur wierp die. XL In den voormiddag nam de storm af. Op Aslaug's' aandriflgen liet Finnur de pakpaar den zadeley om de door zijn zwager bestelde wol naar de koopplaats te brengen. Aslaug wilde meerijden en beval Orm, Swawa van de weide te halen. To® zij op het punt war® te vertrekken, kwam Kari over het erf aangered®. Hij zwaaide met een doek, di® hij in zijn hand hield. „Is deze doek niet van u? Ik heb dien op de weide gevond®, toen ik de koei® bijeen dreef." „Ja, dat is Aslaug's doek", zei Aloör, die naast het paard stond. „Hoe komt die op de weide? je hebt hem immers gisterenavond op de kist gelegd?" „De wina zal hem naar buiten gewaaid bebben". antwoordde Aslaug schijnbaar be daard. Haar angst bad voor e® hoopvoila ALKMAAR Talef. Int. 572. 20, 24, 26. W. 23, 27, 28, 31, 33, 34, 35, 37, 39, 41, 43, 44, 46, 48, 50 speelt zwart 17—21, waarna wit wint door: 1 37—32 1. 26:37. 2. 23—18 2. 13:31. 3. 33—29 3. 24 :22. 4. 41—36 4. 37:28. 5. 36 7 5. 2 11. 6 39—33 6. 28 30. 7. 35:2! Ter oplossing voor deze week: Probleem 531 van P. de Groot Jbz., Wai> m®huizen. Zw. 7, 8, 12, 25, 40, dam op 14. W. 23, 26, 27, 28, 31, 35, 44, 50. De auteur gaat voort op den gbed® weg. De slag is niet diep doch wel aardig, waarom wij het probleem dan ook een plaatsje geven. Het eerste probleem van dm auteur was ech ter beter van constructie. Opl. voor of op 29 januari bureau v. d. bl. VOOR SCHAAKLIEFHEBBERS. Wij gaven in de vorige rubriek twee partij- standen waarbij zwart in vijf zett® werd mat gezet I. Zw. K. e8, Toren* a8 h8, Loopers c3 al, pionnen a7, b7, c7, d7, e5, g6 m h7. W. K. gl, D. g5, L. c4, pionnca a2, d4, f2, g2 h2. Er zijn e®ige, e®igszina verschill®de, op lossingen. g a. D g5 X e5 K. d8 of f8. D. e5 X h8 K. el. D. h8 gl K. e8 (op K. d6 volgt D. e5, zw. K. c6, w. D. c5 mat) D. g7 - f7 K. d8. D. f7 f8 mat. b. D. g5 e5 K. d8 of f8. D.e5 f6+ K. c8. L. c4 f7 -f K. f8. L. f7 X g6. K. g8. D. f6 tl mat. II. Zw. K. g8, D. b6, Torens a8 b8, P. el, pionh® a7 b7, c5, d4, e5, gl, h7. W. K. gl, D. f3, Torens a4 en fl, P. dfl, pionn® b4, c2, f5, g2, h2. 1. D. f3 b3 1. K, g8 h8.V 2. P. d6 f7 -f 2. K. h8 - g8. 3. P. f7 - h6 3. K g8 -h8. 4. D. b3 g8+ 4. T. of P. *1. g8. 5. P. h7 17 mat. Na den eersten zet had zwart nog c5—c4 (wit b3 X c4) en1 P. el d5 (wit c4 X d5) kunnen spelen en dan had het matzeten 2 zetten lang® geduurd. Maar aan de eig®- lijkc opl. verandert het niets. Van beide opgaven ontving® wij zeer mooie opl. van den heer D. de Boer alhier. Volgende week nieuwe opgav®! K<m'lit Mza kén. ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE ALKMAAR. Zitting van Dinsdag 21 Januari. (Vervolg?) FEITELIJKE AANRANDING. Voor dit ernstige feit stond® terecht e® zestal jongelieden, nog onder de kinderwet ten vallende, uit Berkhout c. adie te zamen en in vereeniging e® 16-jarig meisje op schandelijke wijze hadden aangerand en haar met geweld hadd® gedwongen tot het dul den van niet te noemen handelingen. stemming plaats gemaakt. De nachtelijke rit over den berg kwam haar in het licht van den dag als een zonderlinge onderneming voor. Haar bezorgdheid om Björn scheen haar nu overdreven. Er wa* immers dikwijls storm iti het fjord en op zee. Was Björn met een flink schipper? Was hij niet ervaren en weerkun dig. zooal» alle visschert daar beneden? Moest de „Goede Hoopdan juist door den storm getroffen worden? Was het niet veel eer aan te nemen, dat zij nog vele mijlen van daar op de vischbank voor anker lag,, waar wellicht gisteren de zon had gescheii® en van een onweer niete te bespeuren was? As laug herinnerde zich van dc visscher* aan het fjord gehoord te hebben, dat zulke wervel stormen zich dikwijls slechts in e® beperkten kring bewegen, terwijl er in de naburig* plaatsen weinig van te merken valt. Maar toch klopte haar hart telk®s onder die ge dachten zoo hevig, dat zij haar hand teg® haar keurslijf moest aandrukken om het tot bedaren te brengen. Terwijl zij zichzelf trachtte wijs te maken, dat haar bezorgdheid slechts ingebeeld was, brandde zij van ver langen aan het fjord iets zekers omtrent de gebeurt®issen van dien nacht te vernemen. De fjordlui zouden haar kunn® zeggen cf men voor het schip de menschen iets ergs moest vreezen. De innerlijke onrust der rijdster sche® zich ook aan de merrie mee te aeelen. Zij werd hardnekkig weerspannig, wierp den kop heen. en weer en trachtte elk oogenblik haar kalmen gang te lat® var® om in e® draf te vervallen. telk kan haar niet houden", zei Aslaug te gen haar vader, „laat ons sneller rijden. „Wat hebt gij beiden toch?" zei Finnur. „Als jullie het dan graag wilt, kunn® wa wel een* drav®. Orm zal wel nakomen." Wordt vervolgd. V/,77SA mjfó

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1919 | | pagina 5