\m LI t H Honderd Een en Twtnstlgste Jaargang. Dinsdag 18 Maart. BOTEB. KLOMPEN. Handelaars in Klompen. Handelaars in Schoenen. FEUILLETON. 25ijn idee. Berlijnsche brieven» Ingezonden Stukken. De WAARN. DIRECTEUR van het DIS TRIBUTIEBEDRIJF maakt bekend, dat van den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel de volgende circulaire is ontvangen: Naar aanleiding van den ruimeren aan voer van grondstoffen voor de margarine bereiding, waardoor het gebruik van boter voor de bereiding van melange's niet meer noodig is, en mede gelet op de stijgende pro duct van boter, welke in- dit jaargetijde van dag tot dag toeneemt, is het mij1 gewenscht voorgekomen de belemmerende bepaling van aflevering van boter te laten vervallen en de rantsoenecring van boter met ingang van 24 Maart e.k. (dus na het beëindigen van de ze vende periode van het derde tijdvak der nu geldende boterkaart) OP TE HEFFEN en den binnenlandschcn handel daarin vrij te la ten. Tevens vervallen met ingang van ge noemden datum de bepalingen betreffende het KARNVERBOD. Ik merk hierbij op, dat de thans geldende maximumprijzen gehandhaafd zullen blijven tot 1 MEI e.k. zulks op grond van met producenten bij den aanvang van de winterperiode gemaakte afspraken. De Waam. Directeur van het Distributiebedrijf, C. H. SCHNEIDERS. De WAARN. DIRECTEUR van het DIS TRIBUTIEBEDRIJF maakt bekend, dat inge volge besluit van het Kon. Nat. Steuncomité, de verkoop van KLOMPEN op TOESLAG BONS EEN EINDE ZAL NEMEN en wel MET INGANG VAN 1 MEI 1919: dat zij, die nog recht meenen te hebben op TOESLAGBONS VOOR KLOMPEN, hunne AANVRAGEN kunnen doen UITERLIJK TOT EN MET 26 APRIL e.k., aan de afd. INLICHTINGSDIENST, op alle werkda gen (behalve 's Zaterdags), tetn 10 tot 1 uur voormiddags en wel voor de houders van le- gitimatiekaarten 1—1500 IEDEREN MAANDAG; 1501—3000 IEDEREN DINSDAO 3001—4500 IEDEREN WOENSDAG; 4501—6000 IEDEREN DONDERDAG; 6001 en hooger IEDEREN VRIJDAG. De Waam. Directeur van het Distributiebearijf, C. H. SCHNEIDERS. De WAARN. DIRECTEUR van het DIS TRIBUTIEBEDRIJF bericht aan HANDE LAARS.. IN KLOMPEN, dat: 1. ingevolge besluit van het Kon. Nat. Steuncomité te 's-Grayenhage d.d. 15 Maart 1919, de verkoop van KLOMPEN op toeslagbons een einde zal nemen en wel met ingang van 1 Mei 1919: 2. dat door H.H. Handelaars nog tot en met 30 April 1919 KLOMPEN op toeslagbons verkocht mogen worden; 3. dat alle toeslagbons voor KLOMPEN, welke op of na 1 Mei 1919 door hen worden aangenomen, als ONGELDIG beschouwd zullen worden en derhalve niet voor verrekening in aanmerking zul len komen; 4. dat alle vóór 1 Mei 1919 bij hen ingewis selde bons voor Klompen uiterlijk 10 MEI 1919 bij het Distributiebedrijf (afd. Inlichtingsdienst) DIENEN TE WOR DEN INGELEVERD. Met nadruk zi} er op gewezen, ddt het ten strengste verboden is, toeslagbons voor klom pen in ontvangst te nemen, waarop eerst latef klompen zullen worden afgeleverd. De Waam. Directeur van het Distributiebedrijf Distributiebedrijf, C. H. SCHNEIDERS. De WAARN. DIRECTEUR van het DIS TRIBUTIEBEDRIJF noodigt h.h. SCHOEN WINKELIERS uit, om TUSSCHEN 1 EN 15 APRIL a.s. bij hem cene OPGAVE te willen INZENDEN van alle openstaande posten van de door hen ingeleverde TOESLAG BONS VOOR SCHOENEN, waarvan nog Naar bet Fransch van Victor Cherbuüez. 18) Na een nacht, waarin hij dan al een heel benauwde droom had gehad, en de Limourde het Witte Huis had zien- meevoeren, dat zij vervolgens, verraderlijk, aan de voeten van den heer de Saligneux neerlegde, kon hij1 zich toch niet langer bedwingen en schreef een onverstandigen brief aan den baron, waarin hij dezen terug vroeg al het land, dat de ri vier hem ontnomen en bij de Saligneux aan gespoeld1 had. Tot eenig antwoord zond de baron hem co- pie van twee artikelen van het Wetboek, die •luiddden als volgt: „De aanspoeling komt ten voordeele van den eigenaar van den grond, die aan1 dien oever woont„Hetzelfde is het geval met de aanwassing, die het stroomend water vormt, doordat het onmerkbaar grond Afspoelt van den eenen en dit afzet op den anderen oeverde eigenaar van- den met slib bedekten oever heeft dus yoordeel bij deze aanspoeling, zonder dat de eigenaar Van den tegenoverge- stelden oeverkant het verloren terrein bij hem kan komen opeischen." De heer Teterol antwoordde hier niets op, maar op het meest bedreigde deel van zijn grond, legde hij i een kunstmatigen aanwas, door wilgen beschut en bestemd om den stroom terug te stuwen naar den tegenover ge- stèlden oever. Enkele hoornen snoeide hij nog voor driekwart, of gaf ze zoo'n knak, dikt de Limourde ze makkelijk kon meesleepen; ze konden immers wel bij toeval neergeslagen zijnl Hij ging zelfs nog verder; gebruik makende vaneenhelderenmaneschijn bracht geen kennisgeving van uitbetaling in hm be zit mocht zijn gekomen. Hierbij dient nauwkeurig vermeld te wor den: L dsfwst 'C'<a? Set?? 2. het aantal der d&arHj gsvwgds bom (met onderverdeeling) 3. eb grootte van het bedrag der nota. De Waam. Directeur voornoemd, G. H. SCHNEIDERS. (Van onzen Berlijnschen Correspondent). Nadruk terboden. De politieke toestand in DüitschUuuL Berlijn, einde Februari Weimar herinnert me aan een. verhaal uit vroegere eeuwen. In Frankrijk heerscfate de pest. In alle deelen van het land stak de ,jToo de dood" het hoofd op. De adel trok zich op de kasteelen terug. De poorten werden geslo ten, de toegangen versperd. En zóó, afgeslo ten van de vergiftigde buitenwereld, vierde men dolle carnavalsfeesten en bals, totdat de roode dood toch onverwacht aan de poor ten klopte. Er zijn helaas in Duitsehland vele ontevre denen, die in Weimar een politiek carnavals feest zien. Ze kijken naar al de ridders en geestelijken, naar de ouderwetsche gekleede jassen etc. En- onwillekeurig ontvalt hun: „Beau Masque je te connaia". Helaas men kent ze allen, En juist die goede bekendheid voelen velen als een provocatie van binnen» en buitenland, Scheidensan, David, Kall mann, Ebert ftioqten in hun nieuwe gedaante de wereld verklaren, dat Duitcbland veran derd is. Dat is voor hen evenmin gemakkelijk als voor de gencralen, admiralen, ministers, regeerirgspresidenten^ die de stormen over hun hoofden hebben laten gaan en nn het nieuwe Duitsehland voorstellen. In Weimar is er teel, dat onwillekeurig aan een politieke maskerade hcrinneert. En terwijl de muziek van Weimar heele slappe politieke potpour ri's speelt, terwijl men daar in plaats van een revolutionnaire galop te dansen, zich slechts aan een sleependen dans waagt, waarbij men telkens twee kleine stapjes voorwaarts en één grooten terugmaakt, sluipt buiten de roo de pest rond. De poorten van Weimar zijn ge sloten, de toegangen zijn versperd, iedere rei ziger moet een „roode pas" hebben. De twee de revolutie, de roode pest, die door Duitseh land sluipt heeft echter zijn eigen roode pas. Ze klopt nu al aan de poorten van Weimar. Men zal in het buitenland wel niet meer twijfelen, dat de'revolutie in Duitsehland nog niet ten einde is. Het is niet de stad Berlijn, die hoofdzondebok van verder revolutionair geweld is. Men voelt het duidelijk, de gebalde vuisten der oaafhankelijken verheffen zich te gen Weimar, tegen Scheidemann en Ebert, te gen het compromis van clericalen, liberalen en sociaal-democraten, tegen het terugkrab belen van het Novembernrogram. Zij bekom meren zich niet om levensmiddelen, om grondstoffen voor de industrie, oer den nieuwen oogst en om handelsbetrekkingen. Op hun vanen staat: „Socialiseeren, eerst so- cialiseeren en dan „„Après nous le délu- ge". Men zou nu allicht den indruk krijgen, dat de rijksregeering op een gezonde basis staat, wanneer ze dat alles toch aan het Duit- sche vplk kon' verschaffen. Dit zou ook inder daad Zoo zijn. Het is echter niet heel moeilijk aan te toonen, dat de houding van de Enten te en het langzame voorwaarts schrijden der onderhandelingen de valuta bezwaren en het behoorlijk voorzien van voedsel, grondstoffen etc. in toereikende massa niet in afzienbaren tijd uitgevoerd kan worden. De nationale vergadering en de rijksregee ring zitten in net afgesperde, zorgvuldig be waakte Weimar. De eerste president van Duitsehland' sluimert er in de z.g. keizerlijke vertrekken. Of hij er zacht sluimert, waagt men te betwijfelen-. Buiten woedt de roode pest. De parleipentstrein van WeiAar maakte in Le'pzig onvrijwillig halt. Rondom Weimar beginnen de communisten 't hoofd op te ste ken Gotba verklaart oorlog aan het Duitsche rijk, Erfurt knipt de telefoondraden doof ai neemt ze voor de z ,-'JJ~ staking verbreidt land. Doch het er., dat niet meer van Berlijn weg wil, doch van neemt ze voor de zekerheid weg, de algemeene king verbreidt zich over midden-Duitsch- land. Doch het ergste is het Sovjet-Beieren Weimar, van bet rijk, vrij van de rijksregee ring en rijksmacht. Het Beiersche particula risme heeft aan het Sovjetisme de hand ge- wereldbrand wonde», ©a dat, üs twijfel er gem oogenblik aan, kan nu gebeuren Duitsehland heeft meer dan vier volle jaren met rijn machtige legers bijna dé wereld be dreigd. Nu bedreigt het met rijn roode pest wederom de wèrelcL Do centrale raad regeert in München, juister gezegd, ze doet het te gengestelde van regeeren. Ze vertrouwt op de reikt. Dat kan het einde van Duitsehland wor den1, dat kan de bittere pil voor de Entente worden, die zich door kortzichtigheid1 niet wil de bekennen, dat zij in de eerste plaats er be lang bij heeft, dat de Duitsche brandjes geen hij door manden met steenen bezwaard, gewel dige draaikolken aan, die de Limourde onmid dellijk den kant uitstuurde zooala hij ddt ver langde. Maar dé heer de Saligneux scheen1 lont ge roken te hebben. Hij zond er den veldwachter al hi ontdekt. op af en die had al heel gauw de waterwerken E>e baron voelde zich nu op zijn beurt bena deeld en eisebte van zijn buurman, dat die de draaikolken onmiddellijk zou verwijderen. En, toen1 de heer Têterol weigerde, wendde de baron zich tot den prefect, die, nadat hij eerst door de ingenieurs van het departement dm toestand had laten verkennen, den bewoners van het Witte Huis veroordeelde tot het ver wijderen van de aangebrachte manden en verdere werken, om den loop der rivier geweld aan te doen. De heer Têterol beschouwde zich echter nog niet als verslagen; hij wendde zich tot den HOogen Raad', met het verzoek om vernieti aar van het over een zaak van eigendomsrecht, die slechts bij de gerechtshoven thuis hoorde. In'heel de streek sprak men niet anders, dan van het twistgeding tusschen het kasteel de Saligneux en net Witte Huis; het bewerkte er eefl groote opschudding; het was het onder werp van den dag, waar ieder een1 woordje over-mee te praten hadl Sinds de heer Têterol zich als een1 slachtof fer beschouwde, hield hij niet langer van de eenzaamheid; hij vertooüde zich overal bij den weg daar hij behoefte had zijn gemoed te luchten, door met. een 6troom van woorden een nauwkeurige beschrijving te geven van al de ellenden, die men hem aandeed. Hij hield het er voor, dat zijn processen staatszaken1 warendat een ieder er evenzeer ia &>u belang stelten als hy self; dat alle ver- geweren der Spartacisten en de hun toegedane onafhankelükea. Ze onderdrukt- de reaction- naire en ook de tamelijk liberale burgerlijke couranten. Uit de aanzienlijkste families heb ben ze gijzelaars gehaald, die natuurlijk hij den eersten aanval op de pas veroverde macht zonder uitzondering een kopje kleiner ge maakt worden. De Russische leider, de heer Levien, schijnt in deze zaken reeds een prac- tiscb ontwikkeld man te zijn, die alle ervarin gen ia Rusland opgedaan heeft. Wat kan de rijksregeering nu in dit geval doen? Men heeft zich Ae Münchea natuurlijk gehaast aan de regeering te Weimar te verklaren, dat ze niet moet probeeren iusschenheide te komen, want dat het dan met groot-Duitschland ge daan zou'zijn. De niet-graadiose Duitsche grondwet zal voor Beieren voorloo hét Spartacisten zijn, die zich met onafhan kjelijken- verbroederd hebben of dat het nog onafhankelijken zijn, die met gebeld rich rechten toe-dgsaem, men Welt tóch, dat de epidemie der roode pest het zieke Duitsche lichaam aan alle zijden schendt m vernielt. Toch mag men dét, wat b.v. ®p hé cc®»- blik in Mandiën gebeurt, nog lang niet als beslissend voor Duitsehland aannemen. Het is een- actie van een minderheid, die eau meer derheid énder'drubt, doch die allee» vasten voet in de steden heeft. Bij het Beiersche boe renvolk kunnen ze hoogst waarschijnlijk wel een zekeren steun vinden onder de leus, dat het wat men in Beierea zoo noemt, tegen de „Sau-Preussen" gaat. De Beiersche kwestie is de eerste gevaarlijke golf, die heel Duitseh land bedreigt. Dc stakingen in Thfiringem eni Midden-Du itschlandga* die i^ de kolengebie- l zijn natuurlijk voor Berlijn en Noord- Du itseh! and hoogst onaangenaam' geweest, den Doch bij alle oasfeeleniheeft men toch col ze ker voordeel. De hardnekkige voorstanders van *n sov-j et-systeem, ik bedoel 'm paar gceste lijke leiders, hebben hier nu eens kunnen voe len, wat bét beduidt1 het slachtoffer te zijn van eea door anderen veroorzaakte politieke, eco nomische en financieele axiaiehie. Deze kee- ren, en daartoe betoont ook de bekende „Lei- chenmüller," die rijn naami dankt aan rijn woesten kreet, dat slechts over zijn lijk de na tionale vergadering tot itasd zou komen, hadden gaarne zelf de macht ia handen ge had, er zich niets van aantrekkend, dat ande ren de dupe zouden worden. Nu ze echter zelf dupe zijn, terwijl die anderen de macht heb ben eni zij dus mels dan de slechte rijde te ge nieten krijgen, beginnen ze zich te bedenken Het gaat niet aan, dat ieder een kleinen win kel opent, die de andere deelen van het rijk en ook dé eigen meerderheid ien gronde richt. Wanneer de meerderheid in Beieren den wensch geuit had een volkomen vrije zelfstan dige staat te worden, dan zou Duitsehland daardoor minder geschaad worden, dan dat het bij Duitschlanai blijft met heel bijzondere privaat-rechten. Dan zou ook voor Pruisen- weer de aanleiding beslaan om rich sterker en particuiaristischer te doen gelden, wat de k-eef „Los van- Pruisen en Berlijn" weer zou doen aanzwellen^ Het behoorlijk in stukken snijden van Pruisen, waartoe de Preuss oor '-ïlijk zulke dappere plannen had, was 'r idee. De macht der verschillende dee- spronkelijk zulke dappere plannen had, was 'n gcï^nd idee. De macht der verschillende dee len, waaruit Duitsehland saamgesteld is, moet niet al te zeer uiteenloopend zijn. Tijdens de revolutie was Berlijn zondebok. Al het slechte, dat ei gebeurde, heette uit Ber- voor de Beieren, Rijnlanders, Sileziërs enz. Nu is Berlijn schijnbaar het kalme, nuchter- denkende hoofd van Duitsehland, voor zoo lang als het duurt natuurlijk. De volksmari ne-divisie, de rcpubFkeinsche soldatenweer vormen hier elementen, die voor booze beïn vloeding van links volkomen toegankelijk zijn. Hun afstandi tot den rooden soldatenbond wordt met den dag geringer. Hun haat tegen de z.g. „witte gardes'', het Reinhardtregiment en de gardeschutzenes cavalerie stijgt met den- dag. Ze zijn bang,hun bestaantje te verliezen, iets wat zeer waarschijnlijk is, omdat ze wer kelijk geen steun, doch wel een bedreiging van de regeering vormen. Overal smeult het, overaF zijn vukaanhaarden, overal woedt de standige menschen hem gelijk zouden geven: dat die er neutraal onder Bleven, dan wel heel dom en die hem ongelijk gaven, heel slecht waren. Den ontvanger en den griffier, den burge meester en diens gemeentelijke ambtenaren, den onderwijzer pp den doodgraver, hij hield ze allen bij den knoop van hun jas staande, om hen lastig te vallen met het tra gische avontuur van zijn kooien en1 de aan- spoelingeni van de Limourde, zooals hij hun indertijd 't geval van den. zandkuil verteld had. En hij was heel wijdloopig in zijn betoo- gen; maar er bleef altijd nog iéts, wat hij niet zei; één1 punt dat hij zorgvuldig vermeed, 11 en dat was dikwijls juist het punt w^aé 't om besloot zijn redeneering, terwijl hij zich voorstelde als een, die bloot stond aan de he vigste verdrukking, hij was burners een een voudige, goede bloed, die niemand' kwaad deed1 en die buiten' was komen1 wonen, om er rustig het eindje van zijn.dagen te halen en er ia, vredie te leven met zijn buren. Maar baron de Saligneux die aanmatigende» edelman, deed1 al zijn best, om hem daar weg te krijgen. Hij was het lam; de Saligneux de wolf. „Die man heeft 't op mijn leven toegelegd", zei hij, „en wat heb ik hem dan gedaan? Maar ik kan me toch maar niet zóó laten ver trappen?" Groot en klein, rijk en arm, alle inwoners van de plaats kozen partij, behalve de pastoor, die evenzeer Têterolist als Salignist, Saliguist als Têterolist was, eni die alleen1 de meening was toegestaan, dat er een verzoening tot stand moest komen. De heftigste radicalen steunden den heer Têterol, maar onder de kleine luiden waren er velen; die zich ten gunste van den baron ge stemd voelden. De heer de Saligneux toch was veel beter voor de armen, dan zijn geduchte buurman; hij haai de «nfliApiijim kalmte van roode pest. Hét kraakt in dé balken van het Duitsche staatsgebouw. Het brandt aan alle kanten. Wie buiten de grenzen leeft, ©oet het gebeuren hier met belangstelling gadeslaan, want een brand, die niet sn«l gebluscbt wordt, zal verder verder mxtaen, J. A. v. H. (Bulten vermtwoordeUlkheid van de Red/nsfle) De opnam in deze rttbrïek bew,'" dat dt Wiïac(i€€r méde instem," WINKELSLUITING. Geachte Heer Redacteur Verzoeke beleefd eenige plaatsruimte, waarvoor bij voorbaat mijnen dank. Toen 2 jaar geleden noodgedwongen van wege den kolennood werd overgegaan tót^ verplichte winkelsluiting om 8 uur, ging er een storm van verontwaardiging op onder de winkeliers. Een verzoekschrift met ongeveer 150 hand- teekeningen werd bij den Raad ingediend, gevolgd door een adhaesie-adres met even veel handteekeningen. Een gecombineerde vergadering der win- keliersvereenigen, ook* toegankelijk voor alle belangstellenden, werd in de Harmonie ge houden en met overgroote meerderheid van stemmen verklaarde men zich tegen 8 uur sluiting. Het gevolg was een schrijven aan den Raad en de 0-uur sluiting bleef gehand haafd. Thans dreigt het sluitingsgevaar van een andere zijde. De bedienden hebben een bewe- ing op touw gezet om tot de 8-uur sluiting eraken. ngelijk hebben ze niet. Zij, die 'S morgens 8 uur beginnen, hcbbcp zeer zeker het recht 'r. avonds om 8 uur hun taak als geëindigd te beschouwen en feitelijk vind ik den dag dan nog veel te lang. Enfin, ze vragen om 8 uur slutting en zijn dan misschien voorloopig tevreden. Door den Heer Burgemeester is omtrent deze aangelegenheid het advies gevraagd der Winkel iersvereenigingen alhier en nu moet het iedereen met mij toch zeer verwonderen, dat deze vereenigingen thans vóór 8 uur slui ting adviseeren. Het moet haar toch bekend zijn, dat zéér vele winkeliers door dn 8-uur- sluiting gedupeerd zijn. Voorconfectie- én dergelijke winkels maakt het niet uit of zij om 0 uur of om 8 uur sluiten, doch vour tal van winkeliers is het beslist een groote finantieele schadepost, wanneer het sluitingsuur op 8 uur wordt ge steld. Ik gun den bedienden gaarne om 8 uur vrij te -zijn Doch het een sluit het andere niet. Men roepe een bepaling in het leven, waarin wordt voorgeschreven, dat de bedienden om 8 uur vrij moeten zijn. De patroon-winkelier, die dan sluiten wil, die sluit en wie wil open blijven .tot 9 uur —omdat dit laatste uur voor hem dikwijls het beste uur is moet daarin vrij zijn. Ik hoop, dat deze kwestie ernstig door de raadsleden onder de oogen moge worden ge zien en dat zij niet direct ingaan op advie zen der Winkeliersvereenigingen, die slechts een zéér klein gedeelte der Alkmaarsdie win keliers tot hare leden tellen. U dankend voor de plaatsing, WINKELIER. HOOGHEEMRAADSCHAP NOORD HOLLANDS NOORDERKWARTIER. Mijnheer de Redacteur. Beleefd verzoek ik u het onderstaande in uw blad te vrillen opnemen, waarvoor bij voorbaat mijn dank. Naar aanleiding van het ingezonden stuk, onderteekend als „een belanghebbend inge land", heb ik kennis genomen van het in druk verschenen verslag van het verhandelde in de buitengewone vergadering van de Ver eniging tot Ontwikkding van den Land bouw in Hollands Noorderkwartier, gehou den op 17 September 1918, in het gebouw „de Unie" te Alkmaar, inzake het ontwerp van Gedeputeerde Staten, tot opriditing van e:n nieuw Hoogheemraadschap Npordhol- lands Noorderkwartier, omvattende het deelte der provincie, voor zoover het ligt noorden het voormalig IJ, en van het rapport eener commissie in die vergadering aangewe zen, ter beoordeeling van bovengenoemd' ont werp. De lezing dier stukken geeft m. 1. aanlei ding om daarop eenige bemerkingen te ma ken. m Het komt mij voor, dat de commissie bo venbedoeld met haar rapport do kwestie niet volledig heeft behandeld en de hoofdzaak, den grooten heer, betoonde de meeste verge vensgezindheid jegens degenen, die wel eens bij hem door de heg kropen, om er zijn velden na te lezen, of dood hout in zijn -park le ver zamelen, terwijl hij echter zeer-streng optrad tegen de stroopers, de hem in zijn lieveungs- vcraaak hinderden. De heer Têterol betaalde zijn werklui beter en geregelder; maar hij schonk zijn pachters geen centwas onverbiddellijk voor stroopers. liet voor het geringste vergrijp proces-verbaal aanteekenen; kortom: stond op zijn recht, tot in het uiterste doorgevoerd. Misschien waren de Salignisten talrijker, maar niemand zou den heer Têterol in zijn gezicht hebben durven peggen, dat de kracht van zijn bewijsgronden wel wait te wenschen overliet. Al was hij nu ook maar «eer weinig bemindl, men vreesde zijn zware wenkbrauwen en niemand twijfelde er aan, of aan hem zou de eindoverwinning zijn. De boerin zeiden „Hij heeft fumen van hier naar Parijs en wat hij zich eenmaal in 't hoofd heeft gesteld, dat doet hij ook." De heer Têterol ging voor zóó almachtig door dat men haast niet van z'n verbazing, bekomen kon, toeni men een paar maanden later vernam, diat de Hiooge Raad zijn verzoek verworpen had. Hemzelven kwam de slag al even1 verplette- rènd als onverwacht. Zijn zoon bevond zich op dat oogenblik in Engeland, waar hij de taal en het land be studeerde, terwijl hij zich tegelijkertijd voorbe reidde op zijn doctoraal. De heer Têterol zond hem een epistel als een Amerikaansche cou rant: twaalf bladzijden, groot formaat, lang. Hij deelde hem daarin zijn nederlaag mee, in een1 stijl zóó bedroefd en verontwaardigd, dat een steenen hart er dloor ontroerd zou zijn. Hij vertelde hem, dat de beslissing, door den Hoogen Raad' uitgesproken, dan wel de schan delijkste rechtsweigering was, waar de ge waar het vooral omgaat, dat 1b de heffing van alle thans en van oudsher bestaande dijksbesturen, zoo goed als geheel genegeerd heeft. Uit de debatten in de bovengenoemde ver gadering gevoerd, is m. i. zeer sterk naar vo ren gebracht, dat het plan van Gedeputeerde Staten, óm op zoo krasse wijze in te grijpen in de bestaande historische rechten van de zeekeerende Waterschappen, bij de meeste dijksbesturen meer dan groote' verontwaardi ging heeft gewekt. De meergenoemde commissie schijnt het niet noodig geoordeeld te hebben daar veel aandacht aan te schenken, zeker omdat in een vorige vergadering dier vereeniging, waar een klein aantal leden tegenwoordig waren, de meerderheid zich had uitgesproken, dat het ontwerp aannemelijk was en moest wor den toegejuicht, vermeenende, dat, wanneer het beheer en onderhoud vaa de zeekeerende dijken in de provincie in één hand zou ko men, met san het hoofd der technische leiding een Ingenieur, dat dan de veiligheid van Noordholland! veel meer gewaarborgd zal zijn. Do technische leiding nu, die al sedert eeuwen in geen andere handen dan de tegen woordige geweest is, bleek thans niet meer te deugen. Vermoedelijk is hot dan ook, dat, waar do dijken langs de Zuiderzee over de geheele li nie bij den buitengewoon hooge stomavloed 13/14 Januari 1916 zoo geducht bescha» van digd en op enkele' plaatsen doorgebroken maar esnigszina geweten zou mogen wordtmaan onbekwame technische hiding en of dit niet zou hebben plaats ge vonden wanneer het beheer en onderhoud van de Zuiderzeedijken reeds vroeger in één hand eni onder technischs leiding van een In- genieter geweest zou zijn. Het bewijs, dat de Zuiderzeedijken, wat de deugdelijkheid hunner constructie en goeden staat van onderhoud betreft, voldoende wa ren, is zeker gegeven doordat zij gedurende jaren en1 eeuwen de zwaarste stormvloeden hebben weerstaan; dat zij dus, niettegen- staand dat, bij den genoemden stormvloed, zoo geducht gehavend zijn, kan dan ook al leen worden geweten1 aan een samenloop van allerongunstige 'omstandigheden, die dezen vloed tot de geweldigste heeft gemaakt, die in de waterstaatkundige annalen bekend is en die zelfs den beduchten vloed van 3/4 Febru ari 1825 heeft overtroffen. De commissie' heeft zich dus op het stand punt geplaatst dat de oprichting van één groot Hoogheemraadschap alle aanbeveling verdient en zich alleen bezig gehouden met de beoordëeling van het ontwerp-reglcment, waarin zij voorstelde belangrijke veranderin gen aan te brengen. Het komt mij echter belangrijker voor, om allereerst! de kwestie onder de óogen te zien of het redelijk en billijk is, dat volgens het ontwerp van Gedeputeerde Staten! tot oprich ting-van bedoeld nieuw Hoogheemraadschap wordt overgegaan, met opheffing van al de zeekeerende Waterschapsbesturen, en1 daarin te begrijpen alle ongebouwde en gebouwde eigendommen, die vallen binnen de grenslij1 nen in art. 6 van het ontwerp-reglement om- "ichtig aan het nieuwe Hoogheemraadschap en1 schreven en deze schuldplichtig te maken door dezen de kosten te doen vergoeden, die voor het herstel en de recbnstructie van de zeekee rende dijken zijn en nog zullen worden uitge geven. x- Bij eene aandachtige beschouwing van de kaart van Hollands Noorderkwartier in 1300, door. Dr. A. A. Beekman uit de vroegere en tegenwoordige gesteldheid van het terrein sa mengesteld en aanwezig op de tentoonstel ling van het Kon. Ned. Aardrijkskundig Ge nootschap, gehouden in het stedelijk museum h Amsterdam, gedurende de maand Septem ber 1917, van kaarten, prenten, enz., betrek- k ng hebbehde op de oudere en tegenwoordi ge gesteldheid van Hollands Noorderkwar tier/dan valt het al duidelijk op, dat volgens het ontwerp-reglement van Gedeputeerde Sta ten in dit nieuwe Hoogheemraadschap gron den worden betrokken, die feitelijk niet of slechts weinig hebben uit te staan met de dijicsverdediging langs de Zuiderzee en ande- r n er buiten worden gelaten, wier belangen daarbij veel meer geraakt worden. De historische wording van het noordelijk d :el der provincie Noordltolland wordt op d :ze kaart volmaakt juist aangetoond en zeer u tvoerig .toegelicht in de catalogus van kaarten, enz. omtrent de oudere en tegen woordige gesteldheid van Hollands Noorden kwartier, die hij deze expositie uitgereikt is. Onder meer, bestonden toen reeds de hooga schiedeni», dloor alle eeuwen heen, van zou gewagen. De beginselen van 1789 hadden af gedaan. De heerendiensten en de heerlijke rechten kwamen weer in de mode en een wet, een overheid' bestond er niet meer! Eerlijke, fatsoenlijke lui voelden- zich bedreigd1 in hun bezit en in hun leven; ja, de wereld liep op einde „En dit ailes", dicht Lionel, „naar aan leiding van drie ongelukkige manden, die hij weer uit de Limourdie heeft moeten ophalen Terwijl hij dit droevig, bitter, soms doldrif tig verslag las, zou Lionel zich zeker ernstig ongerust hebbeni gemaakt over de lichamelijke of geestelijke gezondheid van zijn vader, als hij niet geweten had, dat overdrijving altijd den grondtoon van diens karakter had* ge- .vormd'j'dat hij steeds door maar behoefte voel de zichzelvem en anderen op -te winden. Zich driftig te maken was nu eenmaal een soort gymnastische oefening voor hem. Die donde rende Jupiter zou van verveling gestorven zijn, als-men hem zijn donder ontnomen had, waarvan het gerommel hem in de ooren klonk, verlokkender dan de schoonste muziek; en waardoor toch nog nooit iemand doodgesla gen was. De heer Têterol zou nog niet aan 't eind van zijn vedfietelijkheden wezen. De zaak van de konijnen1 hadl hij nu ook nog verloren in spijt van de mooie beloften van zijn advocaat, had de rechtbank in eerste instantie zijn aan- Wacht'verworpen em hem veroordeeld om d;e kosten van het proces te dragen. Hij wilde er zich al wéér niet bij neerleggen, ging weder om in hooger beroep, bewoog hemel en aarde maar alles vergeefsche moeite; het 'Hof van. Lyon bevestigde de uitspraak van de eer ste rechtbank en verklaarde beslist, dat het bosch van (Jen -heer de Saligneux geen ko nijnenberg was. (Wordt varvolgd). MO, 65. I#*®. XI: J J TVdioHhl I rv J*-i ,.4,m t/ilatiifrAhiifl- piaal EEN

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1919 | | pagina 5