Hef staat om §000, maar daardoor komt
o een stuk leveoefeeluJc voor velen.
Spr. stelde voor om de personen een premie-
mi pensioen ie verzekeren.
De teer Verkerk oordeelde, dat de ge
meenschap een onbezoldigde ouden dag moet
verzekeren aan hen die werken in net be
lang van de gemeenschap.
Dit past men toe voor de ministers en den
prins-gemaal. Spr. wil het daarom ook voor
de lageren.
De heer C1 o e c k wilde vasthouden
aan de laatste alinea van hel voorstel van B.
en W., al kan hij zich voor een deel vereeni
gen met het gesprokene van de heeren Wes
terhof en Verkerk.
Spr. wilde de bijdrage voor hen die 1500
en minder verdienen betalen en dit voor de
anderen uitbreiden wanneer betere tijden aan
breken.
De heer Ringers zal voor het voorstel
van B. en W. stemmen. De begrooting vraagt
veel offers van de burgerij en om die nu nog
op te jagen met 18000, daar zal spr.. met
het oog op den financiëelen toestand, tegen
stemmen.
De heer W e s t e r h o f besprak het denk
beeld van den heer Cloeck. Hoe goed ook be
doeld, men kan dit toch niet handhaven, daar
het dan wordt een toeslag. Prcmievrij pensi
oen is een recht. Men is er voor of er' tegen.
Spr. verneemt gaarne van den heer Ringers of
deze ook andere bezwaren dan financieel?
beeft. Bepaalt men zich alleen tot den fman-
cieelen toestand, dan moet daarop alls» af
stuiten, maar economen Van naam zijn van
meening, dat deze niet van invloed mag zijn
op de looncn van de ambtenaren in dienst
van Rijk en gemeente. Spr is er voor om de
menschen te helpen en herinnerde aan de
woorden van Mr. Leesberg, gesproken bij
zijn verdediging bij den kinderaftrew. De taak
van dc gemeente in deze kan door de finan-
cieele moeilijkheden van de gemeente niet uit
zijn.
De Voorzitter zeidc, dat de door den
heer Cloeck gewilde grens tot veel onaan
genaamheden moet leiden. Iemand met 1500
inkomen zal geen 6 pet. perisioen moeten be
talen, maar met 1550 wel en zou dus ach
teruit gaan. Spr had getracht in het college
het daarheen tc brengen, dat het prcmievrij
pensioen na 6 jaar bereikt werd. In het col
lege kon spr. dat echter niet bereiken en
moest hij zich bij hei idee van de meerder
heid in verband met de financieele moeilijkhe
den neerleggen.
De heer I. u b b e zal voor het voorstel van
B. en- W. stemmen. De uitgaven zijn slecht te
ramen. Wanneer er geen hulp van het Rijk
komt, dan weet apr. niet waar het naar toe
gaat
Spr. noemde de uitgaven van het steunco
mité en herinnerde aan het standpunt van
Wethouder Vliegen te Amsterdam, die het
standpunt van de rijkscommissie wilde af
wachten.
De heer Thomsen verklaarde dat de
wethouders sympathiek stonden tegenover het
denkbeeld van den voorzitter, maar er tegen
waren met het oog op den financiëelen toe
stand.
Straks krijgt men hetzelfde bij de salaris
kwestie.
Het ligt in bet voornemen van B. en W.
voorstellen te dóen inzake de salarieering van
M. O. leeraren.
Spr. zegt dat B. en W. dan met de rijksre-
geling zullen komen en het rijk wil daarvan
geen overschrijding. Geeft men hier nu pre
mie-vrij phnsioen, uan gaat men toch boven
het rijk en loopt men de kans, dat het niet
goedgekeurd wordt.
Het voorstel van B. en W. werd hierop met
de stemmen van de heeren Verkerk en Wester
hof tegen aangenomen.
VERORDENINGEN OP HET HEFFEN
EN INVORDEREN EENER BELASTING
OP pPENBARE VERMAKELIJKHEDEN.
B. en W. bieden een ontwerp-besluit der
verordeningen aan op het heden en invoido-
op het invorderen te nioeteq samenstellen.
De bestaande verordeningen zijn daarbij
geheel op 'zij gezetechter is rekening gehou
den met den plaatselijken toestand en de aan
merkingen cn'wenschen die in den raad tot
uiting zijn gekomen en welkfr vroeger uitvoe
rig zijn besproken en toegelicht.
Het lijkt B. en W. niet dienstig op elk arti
kel een afzonderlijke toelichting te geven,
maar zij meenen te mogen volstaan met een
algemeene beschouwing der verordening.
De heffingsverordening is aanmerkelijk in
gekort.
Art. 1 zegt, dat er eene belasting wordt ge
heven op openbare vermakelijkheden en te
vens wat hieronder moet worden verstaan;
Art. 2, door wien de belasting verschuldigd
is; Art. 3, hoeveel de belasting bedraagt; en
Art. 4, de vrijstellingen.
De overige bepalingen zijn alle administra
tieve bepalingen en behooren dus thans in de
invorderingsverordening.
Art. 1, 2e lid, is zoo ruim gesteld, dat elke
vermakelijkheid, onder één der termen zal
zijn te brengen. Speciaal opgenoemd zijn die,
waarover kwestie heeft bestaan: met name
wedstrijden, tentoonstellingen en voordrach
ten.
In art. 4 vinden we dah de hierop gemaakte
uitzonderingen. De kwestie bij een lezing met
muziek of lichtbeelden, oven de vraag wat
hoofdzaak is, wordt opgelost in verband met
den tijd die voor de muziek of lichtbeelden
wordt gebruikt.
Art. 3 onderscheidt voor de tarieven drie
categoriën
a. toegankelijk tegen betaling; b. toeganke
lijk zonder betaling, en c. enkel het hebben
van een muziekinstrument.
Losgelaten is het systeem van schatting en
voorgesteld wordt de belasting van de bruto-
.opbrengst, naar het aantal verkocht^ toe
gangsbewijzen. Het percentage is gebracht
op 10 pet. van de bjuto-opbrengst. Hierbij
zij opgemerkt, dat er voor de bioscopen mis
schien wel aanleiding bestaat een hooger
percentage te heffen, b.v 15 pet.
De bepaling sub 2 geeft een halfjaarlijksch
tarief aai: voor het maken van muziek in ge
lagkamers etc.
Die van sub 3 eene berekening naar de op
pervlakte voor alle andere vermakelijkheden.
De vrijstellingen in art. 4 zijn overeenkom
stig die opgenomen in de verordeningen van
de gemeenten Amsterdam en 's-Gravenhage.
Dfsehoon deze vrijstellingen in 1916 tof ver
schillende vragen aanleiding hebben gege
ven, meenen we toch ze thans te moeten voor
stellen, te meer daar de redactie van art. 1
(oiud Ml in gew^sigd. Dc nipuJiag pub
1 wordt s!«chts verleend op voorwaarde, dat
het bewijs der bestemming door overlegging
van de rekening en verantwoording en de
kwitantie voor het afgedragen bedrag wordt
geleverd en de belasting niet boven den toe
gangsprijs van het publiek is gdnd.
De contróle op de invordering wordt door
de verordening opgedragen aan dc gemeen
te-controleur. Bij geschillen beslist deze, met
beroep op Burgemeester en Wethouders.
Het kosteloos, verstrekken van registers
is voor deze gemeente niet dienstig gevonden,
op grond van de zeer uiteenloopcndë toe
gangsprijzen en in verband daarmede benoo-
digde groote verscheidenheid van registers.
Wel echter de voorafgaande goedkeuring der
ter stempeling aangeboden toegangsbewijzen
wat formaat etc. betreft.
De betaling en terugbetaling geschieden
ten kantore van den gemeente-ontvanger, pp
bewijzen door de controle afgegeven en leve
ren voor den gemeente-ontvanger geen moei
lijkheden op.
De tarieven zijn evenredig verhoogd, waar
door wij meenen tot een opbrengst van het in
de begrooting geraamde bedrag te zullen ko
men.
Ontwerp-besluit der verordening op het hef
fen en invorderen eener betasting op open
bar* vermakelijkheden.
De Raad.der gemeente Alkmaar:
Overwegende, dat het wewcbelijk is geble
ken de verordeningen op liet heffen en invor
deren eener be'asting op openbare vemiake-,
lijkheden;
Besluit:
lo. onder intrekking der bovenaangeduide
verordeningen vast te stellen de navol
gende
VERORDENING op het heffen eener
belasting op openbare vermakelijkheden.
Artikel 1. Op openbare vermakelijkheden
wordt in deze gemeente een belasting gehe
ven.
Onder vermakelijkheden worden voor de
toepassing dezer verordening verstaan: too-
neei-, bioscoop- en andere vertooningen,
■c.uig- en muziekuitvoeringen, het hebben van
piano s, orchestrions, gramaphons en andere
muziekinstrumenten, bals en danspartijen,
carousscis, hippodromes, luchtschommels,
paardenspellen en dergelijke tot vermaak
strekkende inrichtingen of toesteilen, feesten,
wedstrijden, spelen, tentoontellingen en voor
drachten.
Artikel 2. De belasting is hoofdelijk ver
schuldigd door den ondernemeer (de onder
nemers der openbare vermakelijkheden en
den exploitant (de exploitanten) van het ge-,
bouw of terrein, waar zij wordt gegeven.
Artikel 3. De belasting bedraagt
lo. voor openbare vermakelijkheden, an
dere dan gelegenheden tot dansen, welke toe
gankelijk zijn tegen betaling of op vertoon
van toegangsbewijzen, 10 pet. van de bruto
opbrengst.
Onder de bruto opbrengst wordt verstaan
het aan entréegeld ontvangene, vermeerderd
met de waarde der zonder machtiging van
Burgemeester en Wethouders afgegeven vrij-
biljetten, welke, indien zij geen aanwijzing
van rang inhouden, wordeen geacht tot den
duursten rang toegang te geven.
Worden de openbare vermakelijkheden
door vereenigingen gegeven en zijn voor
haar laden toegankelijk zonder betaling van
entréegelden, of tegen betaling van lagere en-
tréegelden, of tegen betaling van lagere en
tréegelden, dan die welke van niet-leden wor
den gefaeveen, dan wordt onder de bruto op
brengst berekend de volle waarde van de aan
de leden verstrekte toegangsbewijzen.
Voor caroussels en andere openbare verma
kelijkheden, voor gebruikmaking waarvan,
boven het entréegeld, betaling wordt gevor
derd, is boven de belasting, berekend over
het entréegeld daartoe, verschuldigd, een be
drag in verband inet de oppervlakte, berekend
overeenkomstig het sub 3 bepaalde.
2o. Voor het hebben van piano's, or
chestrions, gramaphoons en andere muziek
instrumenten of van een strijkje in gebouwen,
indien geen toegangsgelden worden geheven,
voor het eerste kalender halfjaar of gedeelte
daarvan. 4
voor lokalen met een oppervlakte van bene
den 30 c.A. 4;
voor lokalen met een opperVlakte van 30
lot 50 c.A. 8;
voor lokalen met een oppervlakte van 50.
tot 100 c.A. 12;
voor lokalen met een oppervlakte van 100
tot 200 c.A. 20;
voor lokalen met een oppervlakte van 200
c.A. en daarboven, voor elke 50 c.A. of ge
deelte daarvan 5;
En voor het tweede kalender halfjaar of ge
deelte daarvan, het dubbele dezer bedragen.
3o. Voor andere openbare vermakelijkhe
den:
a. indien zij worden gehouden an gebou
wen:
voor lokajen met een oppervlakte van bene
den 30 c.A. per voorstelling 1
voor lokalen met een oppervlakte van 30
tot 50 c.A. per voorstelling 2
voor lokalen met een oppervlakte van 50
tot 100 c.A. per voorstelling 5;
voor lokalen met een oppervlakte van 100
tot 200 c.A. per voorstelling 8
voor lokalen met een oppervlakte van 200
c.A. en daarboven voor elke 50 c.A. of ge
deelte daarvan 2 per voorstelling;
b. indien zij worden gehouden in'tuinen
of op andere plaatsen
per voorstelling en per Are of gedeelte
daarvan 1met een minimum van 2.50 en
een maximum van 20.
4o. het 20 voud der belasting, berekend
volgens de tarieven sub 3o., indien een open
bare vermakelijkheid wordt of is gegeven,
zonder dat afgifte is gedaan conform de in
vorderingsverordening.
Artikel 4. De belasting wordt niet gehe
ven van:
lo. openbare vermakelijkheden, waarvan
minstens de helft der bruto-opbrengst be
stemd is vóór een weldadig doel;
2o. tentoonstellingen, welke niet gewins-
halve worden gehouden, tenzij de toegangs
bewijzen tevens toegang geven tot cenige an
dere daaraan verbonden vermakelijkheid;
3o. voordrachten, welke een uitsluitend
godsdienstig, wetenschappelp, sociaal .of po
litiek karakter dragen, noch van vermakelijk
bare vermakelijkheid wordt of is gegeven,
zonder dat aangifte is gedaan conform de in-
4o. het 20-voud der belasting, berekend
h«d£i.. voor zoover die ala toelichting qf ala
bijkomstige opluistering daarvan ejjs te
schouwen.
Als toelichting of als bijkomstige opluiste
ring wordt een vermakelijkheid beschouwd,
indien zij niet langer duurt dan 1U van den
geheeleu duur der voordracht met inbegrip
der vermakelijkheid.
4o. wedstrijden, gegeven door vereenigin
gen, voor zoover het entréegeld voor niet-
leden der vereeniging niet meer dan 10 cents
per persoon bedraagt.
Artikel 5. De verordening treedt in wer
king op den dag na dien haver afkondiging.
Overgangsbepaling. De, volgens art.4
der vorige verordening, verleende abonne
menten, blijven van kracht gedurende het loo-
pende halfjaar.
Tevens wordt vastgesteld eene
VERORDENING op het invorderen
éener belasting op openbare vermakelijk
heden.
De commissie voor belastingzaken enz.
deelt mede, dat zij zich, wat inhoud en opzet
betreft, geheel met het ontwerp kan vereeni-
gen. Alleen bij het ter sprake komen van het
in de toelichting opgemerkte, om de tarieven
voor de bioscopen hooger te stellen, dat
voor andere vermakelijkheden, kon jn de com
missie geen meerderheid worden verkregen.
Voor een algemeene 'verhooging van 10 pet.
tot 15 pet. sprak de meerderheid zich echter
uit. Zij stelt daarom voor om het ontwerp in
dien zin te wijzigen.
B: en W. vereenigen zich met dit voorstel
en verzoeken den Raad dus in art. 3 sub 1 te
lezen „IS pet" in plaats van „10 pet."
De voorzitter wees er op dat de oor-
sprokelijke verordening geheel was omge
werkt en bracht ook het adres van de Bios
coopondernemers ter sprake.
Spr. oordeelde dat hun bezwaren niet geheel
juist zijn, omdat zij vergeten dat het voorstel
luidt om voor alles 15 pet. te nemen.
De ontwerpen werden hierop z. h. s. aange
nomen.
VERGOEDING VOOR HET BEZIT
VAN VAKDIPLOMA'S.
Bij den.raad is ingekomen een adres van
den eersten schilder bij den dienst der ge
meentewerken C. Kooij, houdende het verzoek
om bij het vaststellen der loonen van de
werklieden, rekening te willen houden' met
het bezit van dipkmia's, uitgereikt door de
Vereeniging tot veredeling van het ambacht
en door den Bond. van directeuren van am
bachtsscholen.
Dit adres is den 7den November 1.1., bij
gelegenheid der herziening der loonen van de
gemeentewerklieden, ter tafel gebracht van
den raad, als wanneer daaraan toen niet de
aandacht is geschonken, welke het verdient.
Vandaar, dat B. en W. het thans andermaal
ter tafel brengen, vergezeld va» hun advies,
om zooveel mogelijk aaq het daarin gedaan
verzoek 'tegemoet te komen.
Inderdaad is het bezit van diploma's als
door adressant bedoeld, voor de gemeente
van waaide. De bezitter daarvan mag, vol
gens B. en W., aanspraak maken op een hoo
ger beloouing dan zijn ongediplomeerde vak
genoot.
Zij stellen den raad daarom voor te beslui
ten:
aan de werklieden dezer gemeente, in het
bezit van een diploma, afgegeven door de
Vereeniging tot veredeling van 't ambacht en
door den Bond van directeuren van am
bachtsscholen, zal, voor zoover bedoeld di
ploma in rechtstreeks verband staat met het
door hen uitgeoefende vak in gemeentedienst
en voor zoover zij de noodigc practische ge
schiktheid voor hun werk aan den dag leg
den, een extra-beloon ing worden toegekend
als volgt: voor het diploma van gezel van
26,'sjaars: voor het diploma van mees
ter van 52,'s jaars, een en ander met dien
verstande, dat wanneer een werkman in het
bezit is van beide diploma's, alleen voor het
diploma van meester verhooging wordt toe
gekend.
Z. h. s. aangenomen.
SCHOOLGELDEN EN SALARISSEN
PERSONEEL GEM. AVONDSCHOOL
VOOR AMBACHTSLIEDEN EN OPL.
SCHOOL VOOR MIDD. TECHN. ON
DERWIJS.
In de vergadering van 20 Februari 1.1. wer
den vastgesteld verordeningen, regelende het
heffen van schoolgelden voor het onderwijs
op de gemeentelijke avondschool voor am
bachtslieden en op de opleidingsschool voor
middelbaar technisch onderwijs, en regelende
dc salarissen van het personeel dier scholen.
Bij de behandeling daarvan werd door het
raadslid, den heer J. Cloeok, de wenschelijk-
heid betoogd om de schoolgeldheffing niet te
berekenen alleen in verband met het inkomen,
doch ook rekening te houden met de samen
stelling van het gezin, en om de salarisrege
ling te doen ingaan op 1 September 1918.
B. en W. hebben omtrent beide punten na
dere overweging toegezegd.
Daaraan voldoende deelen zij mede dat zij
zich met den wensch betreffende de schoolgel
den kunnen vereenden; de inwerkingtreding
dei salar'sverordening, zal, zooals toen reeds
door B. en W. is betoogd, op veie moeilijkhe
den stuiten; met het oog op de salarisherzie
ning voor de andere gemeente-ambtenaren
komt het B. en W. echter billijk voor aan het
personeel dezer scholen bij wijze van duurte-
toeslag uit te keeren een bedrag, aangevende
het verschil in salaris, hetwelk over den cur
sus 191§/1919 genoten wordt volgens de
dians geldende, en hetgeen genoten zou wor
den volgens de nieuwe verordening, berekend
naar het aantal lesuren, in genoemden cursus
gegeven, te meer, waar de belooningen van
dit personeel sinds 1 September 1913 niet
zijn herzien. 1
De financieele gevolgen van de schoolgeld-
regeling zullen volgens den Directeur niet
belangrijk zijn; immers bij zijn ontwferp-reor-
ganisatie is gerekend op een schoolgeld van
onderscheidenlijk 450.en 33.50, welke
bedragen thans iets lager behooren te worden
gesteld; het verschil zal nog voobde helft ten
laste van het Rijk kunnen worden gebracht,
wijl bij de begrooting is gerekend op een sub
sidie, ten bedrage van de helft van het bpgroo-
tingsbedrag, verminderd met de opbrengst
der schoolgelden.
Wordt het besluit sub C door den raad vast
gesteld, dan zal daarmede gemoeid zijn een
bedrag voor eens «van 2919.80, volgens een
door den Directeur opgemaakten staat, die ter
visie zal worden gelegd.
Kan de raad zich met het vorenstaande ver
eenigen, dan stellen B. en W. voor te nemen
de volgende besluiten:
De Raad der gemeente Alkmaar j
OsrweEWiee, 6a! le! wgnscfielijS fflös!
worden geacht over te gaan tot eene wijziging
der Verordening, regelende het heffen van
schoolgelden voor het onderwijs op de Ge
meentelijke avondschool voor ambachtslieden
te Alkmaar, zooals die is vastgesteld bij
raadsbesluit van 20 Februari 1.1., No. 7 Ci
Besluit:
de bedoelde Verordening te wijzigen als
volgt:
Artikel 2 wordt ingetrokken en vervangen
door een nieuw artikel van den volgenden in
houd:
Artikel 2.
Het schoolgeld wordt berekend naar het
belastbaar inkomen, 't welk de ouders geacht
worden te bezitten en voor ouderlooze leer
lingen naar het belastbaar inkomen, 't welk
zij zeiven geacht worden te bezitten, volgens
de Verordening op het heffen van een hoofde-
lijken omslag in deze gemeente.
Artikel 3 wordt ingetrokken en vervangen
door een nieuw artikel van den volgenden in
houd:
Art. 3.
Het belastbaar inkomen, waarnaar het
schoolgeld wordt berekend, wordt gesteld:
a. voor hen, die voorkomen op het kohier van
den hoofdelijken omslag dezer gemeente,
op het bedrag, 't welk tot grondslag voor
den aanslag op dat kohier heeft gestrekt
over het laatstafgeloopen dienstjaar;
b. voor hen, die te Alkmaar wonen en niet op
het sub a bedoelde kohier voorkomen, op
het door den belastingplichtige zeiven op
gegeven bedrag, welk bedrag evenwel
wordt verhoogd, indien het kohier van den
hoofdelijken omslag over het loopende
dienstjaar een belastbaar inkomen aan
geeft, 't welk tot plaatsing in een hoogere
klasse van schoolgeld aanleiding geeft;'
c. voor elders gevestigden op een bedrag, be
rekend op dezelfde wijze als voor hen, die
te Alkmaar wonen.
De le alinea van artikel 4 wordt ingetrok
ken en vervangen door een nieuwe alinea van
den volgenden inhoud:
Het schoolgeld bedraagt per leerling en per
jaar, bij een belastbaar inkomen van:
150. tot en met 350.5.
ƒ351.tot en met 6.50,—ƒ10.
651.— of meer 15.
De 4e alinea vaa artikel '4 wordt ingetrok
ken en vervangen door een nieuwe alinea van
den volgenden inhoud:
Bedraagt het belastbaar inkomen minder
dan 10.—, dan is geen schoolgeld verschul
digd.
Afschrift van dit besluit (in viervoud) te
zenden aan heeren Gedeputeerde Staten van
Noordholland, ter voldoening aan het bepaal
de bij art. 233 der Gemeentewet.
B. De Raad der gemeente Alkmaarj
Overwegende, dat het wenschelijk moet wor
den geacht over te gaan tot eene wijziging der
Verordening, regelende het heffen van school
gelden voor het onderwijs op de opleidings
school voor Middelbaar Technisch onderwijs
te Alkmaar, zooals die is vastgesteld bij
raadsbesluit van 20 Februari 1.1., No. 7 E;
Besluit:
de bedoelde Verordening te wijzigen als volgt
Artikel 2 wordt ingetrokken en vervangen
door een nieuw artikel van den volgenden in
houd:
Artikel 2.
Het schoolgeld wordt berekend naar het be
lastbaar inkomen, 't welk de ouders geacht
worden te bezitten en vóór ouderlooze leer
lingen naar het belastbaar inkomen, 't welk
zij zeiven geacht worden te bezitten, volgens
de Verordening op het heffen van een hoofde
lijken omslag in deze gemeente.
Artikel 3 wordt ingetrokken en vervangen
door een nieuw artikel van den volgenden in
houd:
C. De Raad der gemeente Alkmaar:
Overwegende, dat het wènschelijk moet
worden geacht aan het personeel der Burger
avondschool en Avondschool voor handwerks
lieden een duurtetoeslag te verleenen
Besluit:
I. aan den Directeur en de leeraren der Bur
geravondschool en Avondschool voor hands-
werkslieden een duurtetoeslag te verleenen tot
een bedrag, aangevende het verschil tusschen
de belooning, die zij, te rekenen naar het aan
tal lesuren gedurende den cursus'1918/1919,
Volgens de thans geldende regelingen zullen
genieten; en de belooning, die zij voor bedoeld
aantal lesuren zouden hebben genoten, in
dien de Verordening tot regeling der oeloo-
ningen van het onderwijzend personeel aan de
Gemeentelijke Avondschool voor ambachtslie
den en aan de Opleidingsschool voor Middel
baar Technisch Onderwijs te Alkmaar, vast
gesteld bij raadsbesluit van 20 Februari
1919, No. 7 G, op 1 September 1918 in wer
king zou zijn getreden;
II. aan den concierge dier scholen een
duurtetoeslag te verleenen tot een bedrag,
aangevende het verschil tusschen de beloo
ning, die thans door hem wordt genoten, en
de belooning, die hij over den cursus 1918/
1919 zou hebben genoten, indien het raads
besluit van 20 Februari 1919, No. 7 H, op
l September 1918 zou zijn in werking ge
treden.
Z. h. s. aangenomen.
De heer Westerhof verliet de vergadering.
VASTSTÉLLING 6e SUPPLETOIRE BE
GROOTING, DIENST 1919.
Conform besloten.
VASTSTELLING le SUPPLETOIRE BE
GROOTING, DIENST 1919.
Z. h. s. aangenomen.
De voorzit ter vroeg hierop een blanco
crediet aan voor de ontluising en de ontsmet
ting voor hen die het noodig hebben.
Z. h s. verleend.
ZOMER-RANTSOENEERING VAN GAS
EN VAN ELECTRISCHEN STROOM, EN
BEPALINÓ HOEVEELHEID GAS, WAAR
OVER REDUCTIE WORDT VERLEEND
OP DEN PRIJS.
B. en W. stellen in bijlage 40 voor te bepa
len:
Met ingang van 1 April 1919 zal als elec-
triéche stroom maximaal mogen worden afge
nomen
A. door particulieren voor verlichting en al
le huiselijk gebruik: in April 25, Mei 15,
Juni 9, Juli 12, Augustus 18, September
30 K. W. U.
B. door particulieren als vast rantsoen voor
koken (bijkoken hieronder begrepen):
a. voor hen, die alleen op een electrici-
teitsnet zijn aangesloten 120 K. W.
U. tegen afstand van elke brandstof-
fenaenbeid welke ipm van het gedu-
feade de zomermaanden te ©atva&
en rantsoen vaste brandstoffen voor
at doel mocht wensch en af te staan;
b. voor hen, die tegelijkertijd op een
gasnet zijn aangesloten doch voor
clectrische waterkokers, strijkijzers e.
d. een beperkte hoeveelheid electrici-
teiit wenschen:
4 K. W. U. voor eiken M' gas wel
ken men daartoe van zijn gasrant-
soen wenscht af te staan tot 'n maxi
mum van 120 K. W. U. voor het ge-
heele tijdvak van 1 April tot en met
30 September 1919.
C voor verbruikers welke stroom gebruiken
voor motoren over een afzonderlijken
meter geldt als maximum der af te nemen
hoeveelheid 75% van het verbruik in No
vember 1916.
D. voor alle aangeslotenen, niet onder bo
venstaande categoriën té rangschikken,
zal geen grooter verbruik zijn toegela-
tfen dan 65 van het normale gebruik.
In bijzondere gevallen kan van de bo
vengenoemde hoeveelheden worden afge
weken en wordt het te verbruiken maxi
mum bepaald door de Directie in over
leg met de Commissie van Bijstand. Van
deze beslissing is beroep opengelaten op
B. en W.
Hét tarief voor het gebruik van gas te
leveren door de Gem. Gasfabriek stellen
B. en W. als volgt voor:
le. De prijs van het gas geleverd over den
gewonen meter bedraagt 17 cent per*M»
en over den muntmeter 17% cent per M»
(gedurende den crisistijd cent per M*
hooger dan gewoon gas).
2e. Voor het tijdvak van 1 April 1919 tot en
met 30 September 1919 zullen de volgen
de bepalingen voor het gebruik van gas
over de beide genoemde meters gelden.
Er zal door particulieren een hoeveel
heid gas mogen worden verbruikt als
volgt:
Voor een gezin van: 1 of twee personen
45 M»., 3 personen 47 M»., 4 personen 49
M*., 5 personen 51 M»., 6 personen 53 M»
7 personen 55 MV, 8 personen 57 M»,, 9 of
meer personen M*.
Deze hoeveelheden worden voor hen die
geen electrisch licht hebben verhoogd met: 7
Ms. in April, 4 M*. in Mei, 2 M\ in Juni, 3
M'. in Juli, 5 M*. in Augustus, 9 M'. in Sep
tember.
Deze regeling geldt ook dan voor ieder ge
zin afzonderlijk, wanneer twee of meer ge
zinnen in één huis wonen en gezamenlijk
over één meter hun gas betrekken.
Aan kamerbewoners kan door den direc
teur, gehoord de commissie van bijstand, een
gasverbruik van hoogstens 10 kub. Meter per
maand toegestaan worden.
De winkelier die geen electrisch licht in
'zijn winkel heeft, krijgt boven het rantsoen
van particulieren 10 kub. Meter per maand
als zijn winkel, étalage inbegrepen, kleiner is
dan 60 vierk. Meter, boven de 60 vierk. Meter
20 kub. Meter.
Voor hen die een werkplaats of kantoor
aan huis hebben, wordt een verbruik toege
staan van 8 kub. Meter boven het rantsoen
van particulieren, mits de werkplaats of het
kantoor niet tevens bewoond wordt.
Voor alle gasverbruikers, niet onder bo
venstaande categorieën te rangschikken,
wordt het te vergruiken maximum bepaald
door de directie in overleg met de commissie
van bijstand. Van hün beslissing is beroep
opengelaten op B. en W.
In bijzondere gevallen kan van de boven
genoemde hoeveelheden worden afgeweken
en wordt Ijet te verbruiken maximum be
paald door üe directie in overleg met de
commissie van bijstand. Van deze beslissing
is beroep op Burgemeester en Wethouders
opengelaten.
Voorts stellen B. en W. voor, met in
gang van 1 April 1919 in te trekken
de laatste alinea van Gemeenteblad No. 618.
vastgesteld bij raadsbesluit van 20 Februari
1919, en daarvoor in de plaats te stellen het
navolgende:
De gereduceerde prijzen gelden voor de
maanden April en Mei tot een maximum van
De Voorzitter had in verband met de
circulaire van Kalobu een bespreking gehad
om de rantsoeneering op te heffen, maar de
fabrieken blijven gerantsoeneerd Wel krijgt
men een beter soort kolen en heeft de ge
meente gasolie gekocht, waarom de gemeente
meer kan geven. De directeur wil daarom
dit voorgestelde als minima beschouwen en
B. en W. na overleg met de gascommissie de
bevoegdheid geven de rantsoenen te verhoo-
gen.
ONTHEFFING VAN EENE BEPALING
IN DE BOUW- EN WONING
VERORDENING.
In bijlage 41 stellen B. en W. den raad
voor aan den Heer Mr. W. C. Bosman, alhier,
ontheffing te verleenen van het bepaalde in
het eerste lid van art. 44 der Bouw- en Wo
ningverordening der gemeente Alkmaar (Ge
meenteblad No. 416) ten behoeve van het ma
ken van een houten schuur met sieenen voe-
ting bij het perceel Kennemerstraatweg No.
2, welke schuur gebouwd zal worden langs
de scheiding van het naastliggende perceel.
De heer Cloeck had een teekening ge
mist.
Wanneer B. en W. de verzekering kunnen
geven dat er geen hok gebouwd zal worden,
dan is spr. er wel voor.
De voorzitter kwam het voor dat
men van den heer Bosman mag verwachten
dat hij zal handelen zooals hij tot dusverre
deed.
De heer Ringers was overtuigd dat
het eerder ter verfraaiing zal dienen.
Z. h. s. werd het voorstel hierop aangeno
men.
PAARDENMARKTEN.
B. en W. stellen in bijlage 42 voor te be
sluiten:
1. tot gedeeltelijke verplaatsing van de
Paardenmarkt en deze voortaan niet meer te
doen houden op den Dijk, op Torenburg en
op den Achterweg, ingevolge artikel 1 der
Verordening, houaende bepalingen omtrent
de orde bij'gelegenheid der jaarlij ksche Paar
denmarkten (Gemeenteblad No. 761, maar op
den Dijk, op het Waagplein, in den verbin
dingsweg van dit plein met de Gedempte
Nieuwesloot en zoo noodig op de Gedempte
Nieuwesloot.
Zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Daarna ging. die Raad ia geheime zitting
aver.