Hef staat om §000, maar daardoor komt o een stuk leveoefeeluJc voor velen. Spr. stelde voor om de personen een premie- mi pensioen ie verzekeren. De teer Verkerk oordeelde, dat de ge meenschap een onbezoldigde ouden dag moet verzekeren aan hen die werken in net be lang van de gemeenschap. Dit past men toe voor de ministers en den prins-gemaal. Spr. wil het daarom ook voor de lageren. De heer C1 o e c k wilde vasthouden aan de laatste alinea van hel voorstel van B. en W., al kan hij zich voor een deel vereeni gen met het gesprokene van de heeren Wes terhof en Verkerk. Spr. wilde de bijdrage voor hen die 1500 en minder verdienen betalen en dit voor de anderen uitbreiden wanneer betere tijden aan breken. De heer Ringers zal voor het voorstel van B. en W. stemmen. De begrooting vraagt veel offers van de burgerij en om die nu nog op te jagen met 18000, daar zal spr.. met het oog op den financiëelen toestand, tegen stemmen. De heer W e s t e r h o f besprak het denk beeld van den heer Cloeck. Hoe goed ook be doeld, men kan dit toch niet handhaven, daar het dan wordt een toeslag. Prcmievrij pensi oen is een recht. Men is er voor of er' tegen. Spr. verneemt gaarne van den heer Ringers of deze ook andere bezwaren dan financieel? beeft. Bepaalt men zich alleen tot den fman- cieelen toestand, dan moet daarop alls» af stuiten, maar economen Van naam zijn van meening, dat deze niet van invloed mag zijn op de looncn van de ambtenaren in dienst van Rijk en gemeente. Spr is er voor om de menschen te helpen en herinnerde aan de woorden van Mr. Leesberg, gesproken bij zijn verdediging bij den kinderaftrew. De taak van dc gemeente in deze kan door de finan- cieele moeilijkheden van de gemeente niet uit zijn. De Voorzitter zeidc, dat de door den heer Cloeck gewilde grens tot veel onaan genaamheden moet leiden. Iemand met 1500 inkomen zal geen 6 pet. perisioen moeten be talen, maar met 1550 wel en zou dus ach teruit gaan. Spr had getracht in het college het daarheen tc brengen, dat het prcmievrij pensioen na 6 jaar bereikt werd. In het col lege kon spr. dat echter niet bereiken en moest hij zich bij hei idee van de meerder heid in verband met de financieele moeilijkhe den neerleggen. De heer I. u b b e zal voor het voorstel van B. en- W. stemmen. De uitgaven zijn slecht te ramen. Wanneer er geen hulp van het Rijk komt, dan weet apr. niet waar het naar toe gaat Spr. noemde de uitgaven van het steunco mité en herinnerde aan het standpunt van Wethouder Vliegen te Amsterdam, die het standpunt van de rijkscommissie wilde af wachten. De heer Thomsen verklaarde dat de wethouders sympathiek stonden tegenover het denkbeeld van den voorzitter, maar er tegen waren met het oog op den financiëelen toe stand. Straks krijgt men hetzelfde bij de salaris kwestie. Het ligt in bet voornemen van B. en W. voorstellen te dóen inzake de salarieering van M. O. leeraren. Spr. zegt dat B. en W. dan met de rijksre- geling zullen komen en het rijk wil daarvan geen overschrijding. Geeft men hier nu pre mie-vrij phnsioen, uan gaat men toch boven het rijk en loopt men de kans, dat het niet goedgekeurd wordt. Het voorstel van B. en W. werd hierop met de stemmen van de heeren Verkerk en Wester hof tegen aangenomen. VERORDENINGEN OP HET HEFFEN EN INVORDEREN EENER BELASTING OP pPENBARE VERMAKELIJKHEDEN. B. en W. bieden een ontwerp-besluit der verordeningen aan op het heden en invoido- op het invorderen te nioeteq samenstellen. De bestaande verordeningen zijn daarbij geheel op 'zij gezetechter is rekening gehou den met den plaatselijken toestand en de aan merkingen cn'wenschen die in den raad tot uiting zijn gekomen en welkfr vroeger uitvoe rig zijn besproken en toegelicht. Het lijkt B. en W. niet dienstig op elk arti kel een afzonderlijke toelichting te geven, maar zij meenen te mogen volstaan met een algemeene beschouwing der verordening. De heffingsverordening is aanmerkelijk in gekort. Art. 1 zegt, dat er eene belasting wordt ge heven op openbare vermakelijkheden en te vens wat hieronder moet worden verstaan; Art. 2, door wien de belasting verschuldigd is; Art. 3, hoeveel de belasting bedraagt; en Art. 4, de vrijstellingen. De overige bepalingen zijn alle administra tieve bepalingen en behooren dus thans in de invorderingsverordening. Art. 1, 2e lid, is zoo ruim gesteld, dat elke vermakelijkheid, onder één der termen zal zijn te brengen. Speciaal opgenoemd zijn die, waarover kwestie heeft bestaan: met name wedstrijden, tentoonstellingen en voordrach ten. In art. 4 vinden we dah de hierop gemaakte uitzonderingen. De kwestie bij een lezing met muziek of lichtbeelden, oven de vraag wat hoofdzaak is, wordt opgelost in verband met den tijd die voor de muziek of lichtbeelden wordt gebruikt. Art. 3 onderscheidt voor de tarieven drie categoriën a. toegankelijk tegen betaling; b. toeganke lijk zonder betaling, en c. enkel het hebben van een muziekinstrument. Losgelaten is het systeem van schatting en voorgesteld wordt de belasting van de bruto- .opbrengst, naar het aantal verkocht^ toe gangsbewijzen. Het percentage is gebracht op 10 pet. van de bjuto-opbrengst. Hierbij zij opgemerkt, dat er voor de bioscopen mis schien wel aanleiding bestaat een hooger percentage te heffen, b.v 15 pet. De bepaling sub 2 geeft een halfjaarlijksch tarief aai: voor het maken van muziek in ge lagkamers etc. Die van sub 3 eene berekening naar de op pervlakte voor alle andere vermakelijkheden. De vrijstellingen in art. 4 zijn overeenkom stig die opgenomen in de verordeningen van de gemeenten Amsterdam en 's-Gravenhage. Dfsehoon deze vrijstellingen in 1916 tof ver schillende vragen aanleiding hebben gege ven, meenen we toch ze thans te moeten voor stellen, te meer daar de redactie van art. 1 (oiud Ml in gew^sigd. Dc nipuJiag pub 1 wordt s!«chts verleend op voorwaarde, dat het bewijs der bestemming door overlegging van de rekening en verantwoording en de kwitantie voor het afgedragen bedrag wordt geleverd en de belasting niet boven den toe gangsprijs van het publiek is gdnd. De contróle op de invordering wordt door de verordening opgedragen aan dc gemeen te-controleur. Bij geschillen beslist deze, met beroep op Burgemeester en Wethouders. Het kosteloos, verstrekken van registers is voor deze gemeente niet dienstig gevonden, op grond van de zeer uiteenloopcndë toe gangsprijzen en in verband daarmede benoo- digde groote verscheidenheid van registers. Wel echter de voorafgaande goedkeuring der ter stempeling aangeboden toegangsbewijzen wat formaat etc. betreft. De betaling en terugbetaling geschieden ten kantore van den gemeente-ontvanger, pp bewijzen door de controle afgegeven en leve ren voor den gemeente-ontvanger geen moei lijkheden op. De tarieven zijn evenredig verhoogd, waar door wij meenen tot een opbrengst van het in de begrooting geraamde bedrag te zullen ko men. Ontwerp-besluit der verordening op het hef fen en invorderen eener betasting op open bar* vermakelijkheden. De Raad.der gemeente Alkmaar: Overwegende, dat het wewcbelijk is geble ken de verordeningen op liet heffen en invor deren eener be'asting op openbare vemiake-, lijkheden; Besluit: lo. onder intrekking der bovenaangeduide verordeningen vast te stellen de navol gende VERORDENING op het heffen eener belasting op openbare vermakelijkheden. Artikel 1. Op openbare vermakelijkheden wordt in deze gemeente een belasting gehe ven. Onder vermakelijkheden worden voor de toepassing dezer verordening verstaan: too- neei-, bioscoop- en andere vertooningen, ■c.uig- en muziekuitvoeringen, het hebben van piano s, orchestrions, gramaphons en andere muziekinstrumenten, bals en danspartijen, carousscis, hippodromes, luchtschommels, paardenspellen en dergelijke tot vermaak strekkende inrichtingen of toesteilen, feesten, wedstrijden, spelen, tentoontellingen en voor drachten. Artikel 2. De belasting is hoofdelijk ver schuldigd door den ondernemeer (de onder nemers der openbare vermakelijkheden en den exploitant (de exploitanten) van het ge-, bouw of terrein, waar zij wordt gegeven. Artikel 3. De belasting bedraagt lo. voor openbare vermakelijkheden, an dere dan gelegenheden tot dansen, welke toe gankelijk zijn tegen betaling of op vertoon van toegangsbewijzen, 10 pet. van de bruto opbrengst. Onder de bruto opbrengst wordt verstaan het aan entréegeld ontvangene, vermeerderd met de waarde der zonder machtiging van Burgemeester en Wethouders afgegeven vrij- biljetten, welke, indien zij geen aanwijzing van rang inhouden, wordeen geacht tot den duursten rang toegang te geven. Worden de openbare vermakelijkheden door vereenigingen gegeven en zijn voor haar laden toegankelijk zonder betaling van entréegelden, of tegen betaling van lagere en- tréegelden, of tegen betaling van lagere en tréegelden, dan die welke van niet-leden wor den gefaeveen, dan wordt onder de bruto op brengst berekend de volle waarde van de aan de leden verstrekte toegangsbewijzen. Voor caroussels en andere openbare verma kelijkheden, voor gebruikmaking waarvan, boven het entréegeld, betaling wordt gevor derd, is boven de belasting, berekend over het entréegeld daartoe, verschuldigd, een be drag in verband inet de oppervlakte, berekend overeenkomstig het sub 3 bepaalde. 2o. Voor het hebben van piano's, or chestrions, gramaphoons en andere muziek instrumenten of van een strijkje in gebouwen, indien geen toegangsgelden worden geheven, voor het eerste kalender halfjaar of gedeelte daarvan. 4 voor lokalen met een oppervlakte van bene den 30 c.A. 4; voor lokalen met een opperVlakte van 30 lot 50 c.A. 8; voor lokalen met een oppervlakte van 50. tot 100 c.A. 12; voor lokalen met een oppervlakte van 100 tot 200 c.A. 20; voor lokalen met een oppervlakte van 200 c.A. en daarboven, voor elke 50 c.A. of ge deelte daarvan 5; En voor het tweede kalender halfjaar of ge deelte daarvan, het dubbele dezer bedragen. 3o. Voor andere openbare vermakelijkhe den: a. indien zij worden gehouden an gebou wen: voor lokajen met een oppervlakte van bene den 30 c.A. per voorstelling 1 voor lokalen met een oppervlakte van 30 tot 50 c.A. per voorstelling 2 voor lokalen met een oppervlakte van 50 tot 100 c.A. per voorstelling 5; voor lokalen met een oppervlakte van 100 tot 200 c.A. per voorstelling 8 voor lokalen met een oppervlakte van 200 c.A. en daarboven voor elke 50 c.A. of ge deelte daarvan 2 per voorstelling; b. indien zij worden gehouden in'tuinen of op andere plaatsen per voorstelling en per Are of gedeelte daarvan 1met een minimum van 2.50 en een maximum van 20. 4o. het 20 voud der belasting, berekend volgens de tarieven sub 3o., indien een open bare vermakelijkheid wordt of is gegeven, zonder dat afgifte is gedaan conform de in vorderingsverordening. Artikel 4. De belasting wordt niet gehe ven van: lo. openbare vermakelijkheden, waarvan minstens de helft der bruto-opbrengst be stemd is vóór een weldadig doel; 2o. tentoonstellingen, welke niet gewins- halve worden gehouden, tenzij de toegangs bewijzen tevens toegang geven tot cenige an dere daaraan verbonden vermakelijkheid; 3o. voordrachten, welke een uitsluitend godsdienstig, wetenschappelp, sociaal .of po litiek karakter dragen, noch van vermakelijk bare vermakelijkheid wordt of is gegeven, zonder dat aangifte is gedaan conform de in- 4o. het 20-voud der belasting, berekend h«d£i.. voor zoover die ala toelichting qf ala bijkomstige opluistering daarvan ejjs te schouwen. Als toelichting of als bijkomstige opluiste ring wordt een vermakelijkheid beschouwd, indien zij niet langer duurt dan 1U van den geheeleu duur der voordracht met inbegrip der vermakelijkheid. 4o. wedstrijden, gegeven door vereenigin gen, voor zoover het entréegeld voor niet- leden der vereeniging niet meer dan 10 cents per persoon bedraagt. Artikel 5. De verordening treedt in wer king op den dag na dien haver afkondiging. Overgangsbepaling. De, volgens art.4 der vorige verordening, verleende abonne menten, blijven van kracht gedurende het loo- pende halfjaar. Tevens wordt vastgesteld eene VERORDENING op het invorderen éener belasting op openbare vermakelijk heden. De commissie voor belastingzaken enz. deelt mede, dat zij zich, wat inhoud en opzet betreft, geheel met het ontwerp kan vereeni- gen. Alleen bij het ter sprake komen van het in de toelichting opgemerkte, om de tarieven voor de bioscopen hooger te stellen, dat voor andere vermakelijkheden, kon jn de com missie geen meerderheid worden verkregen. Voor een algemeene 'verhooging van 10 pet. tot 15 pet. sprak de meerderheid zich echter uit. Zij stelt daarom voor om het ontwerp in dien zin te wijzigen. B: en W. vereenigen zich met dit voorstel en verzoeken den Raad dus in art. 3 sub 1 te lezen „IS pet" in plaats van „10 pet." De voorzitter wees er op dat de oor- sprokelijke verordening geheel was omge werkt en bracht ook het adres van de Bios coopondernemers ter sprake. Spr. oordeelde dat hun bezwaren niet geheel juist zijn, omdat zij vergeten dat het voorstel luidt om voor alles 15 pet. te nemen. De ontwerpen werden hierop z. h. s. aange nomen. VERGOEDING VOOR HET BEZIT VAN VAKDIPLOMA'S. Bij den.raad is ingekomen een adres van den eersten schilder bij den dienst der ge meentewerken C. Kooij, houdende het verzoek om bij het vaststellen der loonen van de werklieden, rekening te willen houden' met het bezit van dipkmia's, uitgereikt door de Vereeniging tot veredeling van het ambacht en door den Bond. van directeuren van am bachtsscholen. Dit adres is den 7den November 1.1., bij gelegenheid der herziening der loonen van de gemeentewerklieden, ter tafel gebracht van den raad, als wanneer daaraan toen niet de aandacht is geschonken, welke het verdient. Vandaar, dat B. en W. het thans andermaal ter tafel brengen, vergezeld va» hun advies, om zooveel mogelijk aaq het daarin gedaan verzoek 'tegemoet te komen. Inderdaad is het bezit van diploma's als door adressant bedoeld, voor de gemeente van waaide. De bezitter daarvan mag, vol gens B. en W., aanspraak maken op een hoo ger beloouing dan zijn ongediplomeerde vak genoot. Zij stellen den raad daarom voor te beslui ten: aan de werklieden dezer gemeente, in het bezit van een diploma, afgegeven door de Vereeniging tot veredeling van 't ambacht en door den Bond van directeuren van am bachtsscholen, zal, voor zoover bedoeld di ploma in rechtstreeks verband staat met het door hen uitgeoefende vak in gemeentedienst en voor zoover zij de noodigc practische ge schiktheid voor hun werk aan den dag leg den, een extra-beloon ing worden toegekend als volgt: voor het diploma van gezel van 26,'sjaars: voor het diploma van mees ter van 52,'s jaars, een en ander met dien verstande, dat wanneer een werkman in het bezit is van beide diploma's, alleen voor het diploma van meester verhooging wordt toe gekend. Z. h. s. aangenomen. SCHOOLGELDEN EN SALARISSEN PERSONEEL GEM. AVONDSCHOOL VOOR AMBACHTSLIEDEN EN OPL. SCHOOL VOOR MIDD. TECHN. ON DERWIJS. In de vergadering van 20 Februari 1.1. wer den vastgesteld verordeningen, regelende het heffen van schoolgelden voor het onderwijs op de gemeentelijke avondschool voor am bachtslieden en op de opleidingsschool voor middelbaar technisch onderwijs, en regelende dc salarissen van het personeel dier scholen. Bij de behandeling daarvan werd door het raadslid, den heer J. Cloeok, de wenschelijk- heid betoogd om de schoolgeldheffing niet te berekenen alleen in verband met het inkomen, doch ook rekening te houden met de samen stelling van het gezin, en om de salarisrege ling te doen ingaan op 1 September 1918. B. en W. hebben omtrent beide punten na dere overweging toegezegd. Daaraan voldoende deelen zij mede dat zij zich met den wensch betreffende de schoolgel den kunnen vereenden; de inwerkingtreding dei salar'sverordening, zal, zooals toen reeds door B. en W. is betoogd, op veie moeilijkhe den stuiten; met het oog op de salarisherzie ning voor de andere gemeente-ambtenaren komt het B. en W. echter billijk voor aan het personeel dezer scholen bij wijze van duurte- toeslag uit te keeren een bedrag, aangevende het verschil in salaris, hetwelk over den cur sus 191§/1919 genoten wordt volgens de dians geldende, en hetgeen genoten zou wor den volgens de nieuwe verordening, berekend naar het aantal lesuren, in genoemden cursus gegeven, te meer, waar de belooningen van dit personeel sinds 1 September 1913 niet zijn herzien. 1 De financieele gevolgen van de schoolgeld- regeling zullen volgens den Directeur niet belangrijk zijn; immers bij zijn ontwferp-reor- ganisatie is gerekend op een schoolgeld van onderscheidenlijk 450.en 33.50, welke bedragen thans iets lager behooren te worden gesteld; het verschil zal nog voobde helft ten laste van het Rijk kunnen worden gebracht, wijl bij de begrooting is gerekend op een sub sidie, ten bedrage van de helft van het bpgroo- tingsbedrag, verminderd met de opbrengst der schoolgelden. Wordt het besluit sub C door den raad vast gesteld, dan zal daarmede gemoeid zijn een bedrag voor eens «van 2919.80, volgens een door den Directeur opgemaakten staat, die ter visie zal worden gelegd. Kan de raad zich met het vorenstaande ver eenigen, dan stellen B. en W. voor te nemen de volgende besluiten: De Raad der gemeente Alkmaar j OsrweEWiee, 6a! le! wgnscfielijS fflös! worden geacht over te gaan tot eene wijziging der Verordening, regelende het heffen van schoolgelden voor het onderwijs op de Ge meentelijke avondschool voor ambachtslieden te Alkmaar, zooals die is vastgesteld bij raadsbesluit van 20 Februari 1.1., No. 7 Ci Besluit: de bedoelde Verordening te wijzigen als volgt: Artikel 2 wordt ingetrokken en vervangen door een nieuw artikel van den volgenden in houd: Artikel 2. Het schoolgeld wordt berekend naar het belastbaar inkomen, 't welk de ouders geacht worden te bezitten en voor ouderlooze leer lingen naar het belastbaar inkomen, 't welk zij zeiven geacht worden te bezitten, volgens de Verordening op het heffen van een hoofde- lijken omslag in deze gemeente. Artikel 3 wordt ingetrokken en vervangen door een nieuw artikel van den volgenden in houd: Art. 3. Het belastbaar inkomen, waarnaar het schoolgeld wordt berekend, wordt gesteld: a. voor hen, die voorkomen op het kohier van den hoofdelijken omslag dezer gemeente, op het bedrag, 't welk tot grondslag voor den aanslag op dat kohier heeft gestrekt over het laatstafgeloopen dienstjaar; b. voor hen, die te Alkmaar wonen en niet op het sub a bedoelde kohier voorkomen, op het door den belastingplichtige zeiven op gegeven bedrag, welk bedrag evenwel wordt verhoogd, indien het kohier van den hoofdelijken omslag over het loopende dienstjaar een belastbaar inkomen aan geeft, 't welk tot plaatsing in een hoogere klasse van schoolgeld aanleiding geeft;' c. voor elders gevestigden op een bedrag, be rekend op dezelfde wijze als voor hen, die te Alkmaar wonen. De le alinea van artikel 4 wordt ingetrok ken en vervangen door een nieuwe alinea van den volgenden inhoud: Het schoolgeld bedraagt per leerling en per jaar, bij een belastbaar inkomen van: 150. tot en met 350.5. ƒ351.tot en met 6.50,—ƒ10. 651.— of meer 15. De 4e alinea vaa artikel '4 wordt ingetrok ken en vervangen door een nieuwe alinea van den volgenden inhoud: Bedraagt het belastbaar inkomen minder dan 10.—, dan is geen schoolgeld verschul digd. Afschrift van dit besluit (in viervoud) te zenden aan heeren Gedeputeerde Staten van Noordholland, ter voldoening aan het bepaal de bij art. 233 der Gemeentewet. B. De Raad der gemeente Alkmaarj Overwegende, dat het wenschelijk moet wor den geacht over te gaan tot eene wijziging der Verordening, regelende het heffen van school gelden voor het onderwijs op de opleidings school voor Middelbaar Technisch onderwijs te Alkmaar, zooals die is vastgesteld bij raadsbesluit van 20 Februari 1.1., No. 7 E; Besluit: de bedoelde Verordening te wijzigen als volgt Artikel 2 wordt ingetrokken en vervangen door een nieuw artikel van den volgenden in houd: Artikel 2. Het schoolgeld wordt berekend naar het be lastbaar inkomen, 't welk de ouders geacht worden te bezitten en vóór ouderlooze leer lingen naar het belastbaar inkomen, 't welk zij zeiven geacht worden te bezitten, volgens de Verordening op het heffen van een hoofde lijken omslag in deze gemeente. Artikel 3 wordt ingetrokken en vervangen door een nieuw artikel van den volgenden in houd: C. De Raad der gemeente Alkmaar: Overwegende, dat het wènschelijk moet worden geacht aan het personeel der Burger avondschool en Avondschool voor handwerks lieden een duurtetoeslag te verleenen Besluit: I. aan den Directeur en de leeraren der Bur geravondschool en Avondschool voor hands- werkslieden een duurtetoeslag te verleenen tot een bedrag, aangevende het verschil tusschen de belooning, die zij, te rekenen naar het aan tal lesuren gedurende den cursus'1918/1919, Volgens de thans geldende regelingen zullen genieten; en de belooning, die zij voor bedoeld aantal lesuren zouden hebben genoten, in dien de Verordening tot regeling der oeloo- ningen van het onderwijzend personeel aan de Gemeentelijke Avondschool voor ambachtslie den en aan de Opleidingsschool voor Middel baar Technisch Onderwijs te Alkmaar, vast gesteld bij raadsbesluit van 20 Februari 1919, No. 7 G, op 1 September 1918 in wer king zou zijn getreden; II. aan den concierge dier scholen een duurtetoeslag te verleenen tot een bedrag, aangevende het verschil tusschen de beloo ning, die thans door hem wordt genoten, en de belooning, die hij over den cursus 1918/ 1919 zou hebben genoten, indien het raads besluit van 20 Februari 1919, No. 7 H, op l September 1918 zou zijn in werking ge treden. Z. h. s. aangenomen. De heer Westerhof verliet de vergadering. VASTSTÉLLING 6e SUPPLETOIRE BE GROOTING, DIENST 1919. Conform besloten. VASTSTELLING le SUPPLETOIRE BE GROOTING, DIENST 1919. Z. h. s. aangenomen. De voorzit ter vroeg hierop een blanco crediet aan voor de ontluising en de ontsmet ting voor hen die het noodig hebben. Z. h s. verleend. ZOMER-RANTSOENEERING VAN GAS EN VAN ELECTRISCHEN STROOM, EN BEPALINÓ HOEVEELHEID GAS, WAAR OVER REDUCTIE WORDT VERLEEND OP DEN PRIJS. B. en W. stellen in bijlage 40 voor te bepa len: Met ingang van 1 April 1919 zal als elec- triéche stroom maximaal mogen worden afge nomen A. door particulieren voor verlichting en al le huiselijk gebruik: in April 25, Mei 15, Juni 9, Juli 12, Augustus 18, September 30 K. W. U. B. door particulieren als vast rantsoen voor koken (bijkoken hieronder begrepen): a. voor hen, die alleen op een electrici- teitsnet zijn aangesloten 120 K. W. U. tegen afstand van elke brandstof- fenaenbeid welke ipm van het gedu- feade de zomermaanden te ©atva& en rantsoen vaste brandstoffen voor at doel mocht wensch en af te staan; b. voor hen, die tegelijkertijd op een gasnet zijn aangesloten doch voor clectrische waterkokers, strijkijzers e. d. een beperkte hoeveelheid electrici- teiit wenschen: 4 K. W. U. voor eiken M' gas wel ken men daartoe van zijn gasrant- soen wenscht af te staan tot 'n maxi mum van 120 K. W. U. voor het ge- heele tijdvak van 1 April tot en met 30 September 1919. C voor verbruikers welke stroom gebruiken voor motoren over een afzonderlijken meter geldt als maximum der af te nemen hoeveelheid 75% van het verbruik in No vember 1916. D. voor alle aangeslotenen, niet onder bo venstaande categoriën té rangschikken, zal geen grooter verbruik zijn toegela- tfen dan 65 van het normale gebruik. In bijzondere gevallen kan van de bo vengenoemde hoeveelheden worden afge weken en wordt het te verbruiken maxi mum bepaald door de Directie in over leg met de Commissie van Bijstand. Van deze beslissing is beroep opengelaten op B. en W. Hét tarief voor het gebruik van gas te leveren door de Gem. Gasfabriek stellen B. en W. als volgt voor: le. De prijs van het gas geleverd over den gewonen meter bedraagt 17 cent per*M» en over den muntmeter 17% cent per M» (gedurende den crisistijd cent per M* hooger dan gewoon gas). 2e. Voor het tijdvak van 1 April 1919 tot en met 30 September 1919 zullen de volgen de bepalingen voor het gebruik van gas over de beide genoemde meters gelden. Er zal door particulieren een hoeveel heid gas mogen worden verbruikt als volgt: Voor een gezin van: 1 of twee personen 45 M»., 3 personen 47 M»., 4 personen 49 M*., 5 personen 51 M»., 6 personen 53 M» 7 personen 55 MV, 8 personen 57 M»,, 9 of meer personen M*. Deze hoeveelheden worden voor hen die geen electrisch licht hebben verhoogd met: 7 Ms. in April, 4 M*. in Mei, 2 M\ in Juni, 3 M'. in Juli, 5 M*. in Augustus, 9 M'. in Sep tember. Deze regeling geldt ook dan voor ieder ge zin afzonderlijk, wanneer twee of meer ge zinnen in één huis wonen en gezamenlijk over één meter hun gas betrekken. Aan kamerbewoners kan door den direc teur, gehoord de commissie van bijstand, een gasverbruik van hoogstens 10 kub. Meter per maand toegestaan worden. De winkelier die geen electrisch licht in 'zijn winkel heeft, krijgt boven het rantsoen van particulieren 10 kub. Meter per maand als zijn winkel, étalage inbegrepen, kleiner is dan 60 vierk. Meter, boven de 60 vierk. Meter 20 kub. Meter. Voor hen die een werkplaats of kantoor aan huis hebben, wordt een verbruik toege staan van 8 kub. Meter boven het rantsoen van particulieren, mits de werkplaats of het kantoor niet tevens bewoond wordt. Voor alle gasverbruikers, niet onder bo venstaande categorieën te rangschikken, wordt het te vergruiken maximum bepaald door de directie in overleg met de commissie van bijstand. Van hün beslissing is beroep opengelaten op B. en W. In bijzondere gevallen kan van de boven genoemde hoeveelheden worden afgeweken en wordt Ijet te verbruiken maximum be paald door üe directie in overleg met de commissie van bijstand. Van deze beslissing is beroep op Burgemeester en Wethouders opengelaten. Voorts stellen B. en W. voor, met in gang van 1 April 1919 in te trekken de laatste alinea van Gemeenteblad No. 618. vastgesteld bij raadsbesluit van 20 Februari 1919, en daarvoor in de plaats te stellen het navolgende: De gereduceerde prijzen gelden voor de maanden April en Mei tot een maximum van De Voorzitter had in verband met de circulaire van Kalobu een bespreking gehad om de rantsoeneering op te heffen, maar de fabrieken blijven gerantsoeneerd Wel krijgt men een beter soort kolen en heeft de ge meente gasolie gekocht, waarom de gemeente meer kan geven. De directeur wil daarom dit voorgestelde als minima beschouwen en B. en W. na overleg met de gascommissie de bevoegdheid geven de rantsoenen te verhoo- gen. ONTHEFFING VAN EENE BEPALING IN DE BOUW- EN WONING VERORDENING. In bijlage 41 stellen B. en W. den raad voor aan den Heer Mr. W. C. Bosman, alhier, ontheffing te verleenen van het bepaalde in het eerste lid van art. 44 der Bouw- en Wo ningverordening der gemeente Alkmaar (Ge meenteblad No. 416) ten behoeve van het ma ken van een houten schuur met sieenen voe- ting bij het perceel Kennemerstraatweg No. 2, welke schuur gebouwd zal worden langs de scheiding van het naastliggende perceel. De heer Cloeck had een teekening ge mist. Wanneer B. en W. de verzekering kunnen geven dat er geen hok gebouwd zal worden, dan is spr. er wel voor. De voorzitter kwam het voor dat men van den heer Bosman mag verwachten dat hij zal handelen zooals hij tot dusverre deed. De heer Ringers was overtuigd dat het eerder ter verfraaiing zal dienen. Z. h. s. werd het voorstel hierop aangeno men. PAARDENMARKTEN. B. en W. stellen in bijlage 42 voor te be sluiten: 1. tot gedeeltelijke verplaatsing van de Paardenmarkt en deze voortaan niet meer te doen houden op den Dijk, op Torenburg en op den Achterweg, ingevolge artikel 1 der Verordening, houaende bepalingen omtrent de orde bij'gelegenheid der jaarlij ksche Paar denmarkten (Gemeenteblad No. 761, maar op den Dijk, op het Waagplein, in den verbin dingsweg van dit plein met de Gedempte Nieuwesloot en zoo noodig op de Gedempte Nieuwesloot. Zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Daarna ging. die Raad ia geheime zitting aver.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1919 | | pagina 6