m
Gfitfi Paardenmarkt
Damrubriek.
to Allimaiar
op DISSDAG 22 April a.s.
to Alls.maar
op Woensdag 23 April a.g.
FE UILLKT0N
Zijn id.ee.
\o os m»
Honderd Een en Twinstigste Jaargang.
W
rTi vrii
o i
Zsitpr 1 16 li-ril
Voor de plaatsing der paarden
zijn aangewezen de Dijk, het Waag-
plein, de verbindingsweg van het
Waagplein met de Gedempte Nieu-
wesioot en zoo noodig de Ge
dempte Nieuwesloot.
Wenken voor Land- en
Tuinbouwers.
Zoo langzamerhand beginnen we te geloo-
ven, dat de mensch eigenlijk een wonderlijk
ding is. Vol bewondering zien we op naar
onzm tegcnwoordigen.Mmiatei van Land-
"bouw, die eiken dag met eén enkele armbewe
ging een paar crisis-bureaux onderst, boven
kegelt; en daar lees ik zoo waar in het
„Nieuws van den Dag": „maar wij voorzien
een tijd, waarin men met weemoed zal terug
denken aan de maximum- en garantieprijzen
u,it den oorlogstijd". Van garantieprijzen
gesproken. Hoe naarstig informeerden de
boeren .naar de prijzen door de regeering
voor de verschillende producten van den
oogst 1919 vastgesteld hoe vreeaden zij, dat
met de Scheurwet ook die garantieprijzen
zouden worden ingetrokken en nu,.de
Minister heeft ze ingetrokken en men hoort
niets. Men legt zich doorgewoon bij het ge
val neer. Of is dit zwijgen de stilte, die aan
den storm vooraf gaat?(*) En hoevelen heb
ben zich mei hand en tand verzet tegen de
Scheurwet Wat hebben de leden van de ver*
scliiltende Landbouwcommissies moeten pra
ten, om de menschen te overtuigen, dat de
omzetting in bouwland noodig was voor de
voedselvoorziening. De Scheurwet wordt
buiten werking gesteld en,.... men hoort we
derom niets, dat op verzet gelijkt. Integendeel,
velen zijn met de omzetting van wei- in
bouwland niet alleen verzoend, doch rij ne
men zich nu reeds voor, de omzetting van het
eenzijdig greidebedrijf in een gemengd be
drijf te bestendigen. Totdat,..,., nu ja, we we
ten het wel, niets is zoo bestendig als de on
bestendigheid zelve. En zoo heb ik dan ook
reeds een paar volbloed greidboeren een
boom hooren opzetten over de vraag, wat de
beste manier van zaaien was, breedwerpig of
op rijen. Nu is deze vraag niet alleen van be
lang voor deze boeren, doch ook wel degelijk
voor hen, die reeds een gevestigd land- of
tuinbouwbedrijf hebben. Zoo neemt in de
laatste jaren de teelt van Brusselsch witlof te
Heiloo verbazend toe. Als ik mij niet vergis,
zijn er dezen winter op de veiling aldaar ette
lijke duizenden kilo's verhandeld, en nu is
juist dit een gewas, waarvan de uitzaaiing
op beide manieren plaats heeft. Ook de
Bovenstaande was reeds door mij ge
schreven, toen ik in de Alkmaarsche Courant
het verslag las van een vergadering van de
Vereeniging van Akkerbouwers in Nederland,
onder voorzitterschap van niet minder dan
oud-Minister Colijn. Nadat in de vergadering
vele stemmen tegen de intrekking van de ga
rantieprijzen waren opgegaan, werd na eeni-
ge discussie besloten, aan den Minister van
landbouw een adres te zenden, waarin af
keuring over deze intrekking wordt uitge
sproken en óp handhaving zal worden aange
drongen. Het begin van den storm?
Naar het Fransch van Victor Cherbuliez.
36)
N de baron zoodanig in het nauw ge
bracht werd, moest hij wél met zijn bekente
nis te voorschijn komen; en, met ootmoedige
houding en een stem, die nu heel nederig
klonk, besloot hij zijn dochter te vertellen,
'al wat er had plaats gehad tusschen den heer
Têterol en hem: de overdracht van beide
schuldbekentenissen; zijn vergeefsche tocht
naar Parijs; zijn terugkomst te Saligneux;
zijn bezoek aan het Witte Huis; alles tot zelfs
van dat stuk, dat hij had moeten onderteek©-
nen met de herroeping daarvan.
Tegen den schoorsteenmantel geleund,
hoorde zij hem aan, met gefronste wenkbrau
wen en trillende neusgaten. Strak hield ze in-
tusschen den blik gevestigd op een porselei
nen poppetje, dat ze van van den schoorsteen
genomen had; en het leven, dat haar kort te
voren nog zoo schoon geleken had, kwam
haar nu opeens zoo leelijk, zoo weerzinwek
kend voor als de grijns van dat Chineesje.
Toen hij uitgepraat had, sprak ze met
matte stem:
„Er is dus een wet, die schuldeischera het
recht schenkt, om naar goeddunken te hande
len met de- dochters van hun schuldenaars,
en en andere wet. die den schuldenaars het
recht geeft hun dochters uit te leveren, zon
der ze er bij te raadplegen". En terwijl ze
eindelijk haar verontwaardiging niet langer
meester was, riep ze heftig: „O, maar vader,
u heeft mij verkocht!"
Tegelijkertijd moest het Chineesche poppe
tje het ontgelden, dat ze met geweld op den
grond wierp.
Madame de Juines zag dat heele geval aan,
en terwijl ze van schrik haar naald van haar
werk liet vallen, sprong ze op van haar stoel
en riep:
„Is zo nu heelemaal gek geworden, Patri-
schorseneer wordt op beide manieren ge
zaaid en juist van dit gewas staan mij de uit
komsten van een proef ten dienste, indertijd'
genomen in den Anna-Paulownapolder
Voor den qüet-vakkundigcn lezenwil ik hier
ter verduidelijking bijvoegen, dat de schorse
neer phs in het tweede jaar behoort te bloei
en d 'rh dat er onder de ingezaaide planten
d.kwij s vele voorkomen die reeds in het eer
ste jaar bloeien en /.iad voortbrengen. Dit
gaat natuurlijk ten ko3te van den wortel,
waarom liét juist bij deze plant te doen is,
zooda't vele tuinlieden de reeds in het eerste
jaar te voorschijn komende bloemstengels
wegsnijden. Bij de in eten Polder genomen
proef weid het terrein in 4 gelijke perceclen
verdeeld. Op twee daarvan werden ae schor-
seneeren op rijen gezaaid terwijl van de plan
ten op één dezer bedden de bloemstengels
werden weggesneden. Op de andere twee per
ceclen werden de schorsenceren breedwerpig
gezaaid terwijl de planten op én dezer percee-
len dezelfde behandeling ondergingen als op
één der vorige. Uit deze proef kon men dus
twee dingen afleiden: le. of de manier van
uitzaaien invloed had op den oogst; 2e. of
dit het geval was tengevolge van het al of niet
verwijderen der bloemstengels.
"Ziehier den iutslag:
Perceel I. Breedwerpig gezaaid. Bloem
stengels verwijderd. Opbrengst 112 K G.
Perceel II. Op rijen gezaaid Bloemsten
gels verwijderd. Opbrengst 125 KG
Perceel III. Breedwerpig gezaaid. Bloem
stengels niet verwijderd. Opbrengst 85 K.G.
Perceel IV. Op rijen gezaaid. Bloemsten
gels niet verwijderd. Opbrengst 106 KG.
Uit deze proef blijkt duidelijk, dat zoowel
het zaaien op. rijen al3 het verwijderen van
de bloemstengels een gunstigcn invloed op
den oogst heeft gehad.
Sommige gewassen komen voor bet zaaien
op rijen niet in aanmerking het zijn die,
waarvan de afzonderlijke planten niet ver
van elkander verwijderd zijn, zooals uiën,
wortelen, radijs en spinazie. Wordt dit laat
ste gewas voor het winnen van zaad geteeld,
dan verdient de rijenteelt weder aanbevéling
Enkele gewassen werden ook vroeger reeds
op rijen of op pollen gezaaid, doch dit was
een tijdroovend werkje, omdat hét uit d hand
-moest geschieden en het vond dan ook uit
sluitend in kleine en in tuinbouwbedrijven
toepassing.
Nu was het breedwerpig zaaien ook ieders
werk nog niet; een holle stand van een ge
was behoefde dikwijls volstrekt niet alleen
aan het slechte zaaizaad geweten te worden.
Een werktuig, waarmede men het breedwer
pig zaaien bij eenige oefening heel goed kan
verrichten, is de z.g.n. Groninger zaaiviool.
Veel beter evenwel zijn de werktuigen voor
i. Voor de kl
ib.v. het
eenvoudige n
kan het toestel zoo gesteld worden, dat men
het zaricn op rijen. Voor de kleinere en Se
tdrijven
de Planet Jr. Door een eenvoudige inrichting
tuinbouwbedrijven is «b.v. het meest geschikt
er zaden van verschillende grootte mee kan
zaaien. Door een tuinder werd nog eens me
degedeeld, dat hij er zoowel erwten en boo-
nen, als de fijnste bloemzaden mee kon
zaaien. Ook kwamen mij wel eens minder
goede oordeelvellingen ter oore. Het verkrij
gen van minder goede ^itkomsten kan ver
schillende oorzaken hebben. In de eerste
plaats houden sommige zich te angstvallig
vast aan de streepjes, die op de stelihrichting
staan. Als ze daar zien staan b.v. het woord
„erwten", dan meenen ze, dat het toestel nu.
vast gesteld moet worden bij het streepje
naast dat woord. Dit is niet het geval Het
streepje staat er voor erwten van gemiddelde
grootte; voor kleinere of grootere moet het
toestel een weinig verzet worden in de rich
ting van de streepjes voor de kleinere of
grootere zaden. Ook zijn de echte Planet Jr.-
zaaimachines op onvoldoende wijze door
sommige fabrikanten nagemaakt en vooral
met deze nagemaakte machines worden meest
al slechte resultaten verkregen. Bij het aan
kopen. van zoo'n machine g& men dus voor
zichtig te werk en raadplege een vertrouwd
handelaar.
Niet onvermeld mag blijven, dat, terwijl
de grootere zaaimachincs op alle grondsoor
ten gebruikt kunnen wordcu, de kleinere al
leen geschikt zijn voor de lichtere gronden.
Dit vind't zijn oorzaak vooral hierin, dat de
lichtere machines voortgeduwd moeten.wor
den Misschien is op zwaardere gronden dit
bezwaar eenigszins tc ondervangen door aan
wending van een lichte trekkracht, b.v. van
een hond.
dus? Mijn hemel, wat bezielt haar?"
,,'t Is niets", antwoordde de baron
kal-
meörcnd. „Er is onweer aan de lucht en nu
zal ze wat last van haar zenuwen hebben."
„Nog geen twintig en dan al last van dc
zenuwen", sprak de gravin. „Maar, Patri
cks, wat maakt ze ons dan nu een scène! je
zoudt haast denken, dat zij wat te druk uit
geweest is."
„Je moet maar wat door de vingers zien,
zusje-lief. 't Kind is ^eker niet wel."
„Och kom, niet wel! En dan zoo'n scène
te maken! Hemelsche goedheid, wat een op
voeding Ja natuurlijk....!, 't Zal wel weer
heeten, dat ze geen moeder heeft gehad, maar
is ze dan niet vijf jaren op de kloosterschool
geweest? Een schitterend resultaat, dat moet
ik zeggenNu is he twaar, dat ze zoowel
vóór als na dien tijd altijd met mannen is sa
men geweest."
„En met gevaarlijke mannen ook", riep
freule de Saligneux, op haar vader wijzend.
„Alweer zoo'n onbehoorlijk gezegde",
meende de gravin vol gekrenkte majesteit.
„En 't zal het laatste nog wel niet wezen."
„Neem mij niet kwalijk,tante", zei Claire,
,,maar ik voel mij toch niets goed en ik ga
mar liever naar bed."
„Zij gaat naar bed. Ja, dat is nog wel het
beste wat zij doen kan, want wat ze zegt, is
toch altijd even shocking. Wat is dat toch
een tijd, waarin wij leven 1 Alle eerbied gaat
heen."
„Ik ga ook heen", sprak mademoiselle de
Saligneux tot haar vader. En de daad bij
het woord voegend, stak ze een kaars aan en
verliet de salon. Hij ging haar achterna,
zoogenaamd om haar zijn diensten aan te
bieden, haalde haar midden op de trap in, en
terwijl hij nu opeens van houding verander
de, sprak hij
„Waarlijk, voor een meisje van veratand,
daar ik je toch altijd voor hield, heb je mij
dan wel verwonderd. Hoe kan je nu denken,
dat ik het echt meende? Vatte je dan niet,
dat ik je maar eens op de proef stelde? Denk
je hu ooit, dat ik zelf zou verlangen, hoe je
Een voordeel van het zaaien op rijen is de
besparing van zaaizaad. Men heeft nagegaan
dat men bij de rijenteelt gemiddeld 70 a 75
procent noodig is van de hoeveelheid zaai-
zaad bij breedwerpig zaaien en al mag het
ierdoor uitgewonnen bedrag nu in normale
mstandigheden niet zoo groot zijn,, op den
duur slaat men de kosten van de zaaimachine
er wel weer uit. o
Een zeer belangrijk voordeel is, dat de za
den met de machine vrijwel even diep onder
gebracht worden ^liervoor is noodig, dat de
grond voor het zaaien zooveel mogelijk vlak
gemaakt wordt. Het is gemakkelijk te begrij
pen, dat dit gelijkmatig onderbrengen van het
zaad een gelijkmatig hoven dc.. grond komen
van de jonge plantjes zal bevorderen
Schoonhouden van het 'veld en uitdunnen
van het gewas kunnen bij d» njen teelt ge
makkelijk plaats hebben en de tijd, nierbij uit
gewonnen, zal een belangrijk voordeel zijn.
Bij een goed stellen van een goede machine
zal uitdunnen bijna geheei ganlst kunnen
worden, terwijl sommige machines, zooals
bijv. de bovengenoemde Planet Jr., gemakke
lijk zoo te wijzigen zijn, dat zij tevens als
schoffelmachine dienst kunnen doen.
De reservebril,
door HESSEL JONGSMA.
Wanneer men brilledrager is esa tevens sol
daat, die in het grilligst tempo wordt rond-,
gevoerd over Brabant's oneffenhediii, dan is
een reservebril zekef evenzeer noodig ais re-
serve-onderdeelea van kanonnen en geveren.
tiet sprak haast vanzelf, dat df advocaat
en procureur, mr. Verweer, die als gewoon
soldaat ingedeeld was bij reserve-regiment
Q„ den roep van zorgvuldigheid, die van hem
uitging, versterkte door steeds 'op niarache*,
patrouilles enz. mi plaatsvervanger voor zijn
pince-ncz mee te vtfcrm bij rijm verdere uit
rustingsstukken.
Hij vergat rijn reservebril slechts, wanneer
er een eentonige en, vermoeiende dag van ti-
railleeren em gevechteefenicgen op het ta
bleau stond Dan had hij dikwijls het onge
luk, dat bij min of meer haastige verpla&tstn-
gen door de hobbelige hei, zijn bril „spurlas
versenkte", en hij nolens volens moest achter
blijven om zijn gezicbtverscherper te zoeken.
En hij was nicUongenegen het onderzoek
naar zijn gevallen oince-nez zóó zorgvuldig
te houden, dat de kameraden al uit het ge
zicht verdwenen waren als hij in zijn. 'op
dracht slaagde.
De pince-nez, en in 't bijzonder het reserve
apparaat, was een onvertrefbaar „instrument
de guerre," dat zijn bezitter vele en gewich
tige diensten bewees. Genereus en grootmoe
dig had mr. Verveer op zich genomen de
pince-nez geheel voor eigen rekening te dra
gen en niet het Rijk te belasten met de kosten
van reparatie en vervanging. Voor deze -kloe
ke, vaaerlandsche houding was mr. Verveer
door zijn compagniescommandant welwillend
geprezen, en net was ook inderdaad een be
langrijke tegemoetkoming tegenover den
staat, welke mr. Verveer zich getroostte.
Want er gebeurden talrpe groote en kleine
ongelukjes met 't oogglas van den advocaat.
Telkens moest het zoo uitkomen dat, aan den
voormorgen van een groote marsch of zware
oefening, de milicien Verveer zich aan zijn
commandant vertoonde mei een gebarsten of
gedecimeerd glas in rijn bril. Het verzoek om
de bril op eigen kosten te doen herstellen, kon
natuurlijk niet geweigerd worden, mócht ook
niet geweigerd worden, waar het gold het
Rijk een uitgave te besparen, en den soldaat
Verveer werd aangezegd zich naar het bu
reau te begeven om een verlofpasje voor Bre
da, Tilburg of Den Bosch. Genereus als al
tijd1 bleef hij op zijn bewijs van kosteloos ver
voer per spoor het gold een dienstreis
niet wachten; maar wandelde in een be
haaglijke stemming naar het station, terwijl
de kameraden het stof van hun eerste stoffen
de kilometers inademden.
Den opticien bezocht mr. Verveer op deze
uitstapjes maar zelden, of het moest noodig
zijn voor de. aanvulling van zijn collectie ge
barsten of gebroken glazen. Want met de ac
curatesse, hem door zijn beroep eigen, ver
zorgde hij zijn verzameling verongelukte oog
glazen van allerlei fatsoen. Het bijeenbren
gen dezer collectie was meer dan een manie,
liet was de verzoening met het soldatenleven,
dat aan den eenigszins verwenden advocaat
ai en toe te zware lasten oplegde.
Zijn zonderlinge collectie stelde hem in de
met een Têterol in het huwelijk trad? 't Is
waar, dat ik dien opsnijder 'mijn woord heb
gegeven, maar tot aija eer kan ik getuigen,
dat ik nooit van mijn leven van plan was het
na te komen
„Dan zoudt u toch maar beter gedaan heb
ben het niet te geven."
„Och, wat zal ik je zeggen; je woord ge
ven en het weer inlossen, daar bestaat de
heel politiek uit. Vrag dat maar eens aan den
heer Bismarck of aan prins Gortchakof, of
aan wien je ook maar zoudt willen. Voor ons
zit er niet veel anders op dan Saligneux te
verkoopen."
Claire's gelaat betrok geweldig
„Saligneux verkoopen?" riep zij. „Mijn
geliefd Saligneux? Maar dat zou niet alleen
een ongeluk, het zou een schande wezen
„Ach, maar lieve kind, dan zal je eenvou
dig moeten kiezen Als die, oude muren nu
eenmaal onontbeerlijk zijn voor je geluk, dan
zal je wel moeten trouwen met den buitenge
woon knappen jongen man
„Nooit!" riep ze.
„ja, dat zeg ik ook: nooit! En heb ik het
al niet gezegd, waar of niet? Maar ietè
anders is het, dat ik mij volstrekt niet meer
ongerust over je zal behoeven te maken, ais
we die oude muren eenmaal verkocht hebben,
want je hebt altijd een veilig tehuis bij den
heer Virevielle. Waar ik zelf blijven zal, dat
is mij nog niet goed duidelijk; maar kwel jc
daar maar niet over. Ik zal mij wel verhuren
aan den eigenaar van een menagerie of een
kermistent, dan kan die mij, tegen vrij kost
en inwoning, aan het publiek vertoonen als
de laatste de Saligneux
„Spreek toch niet zoo", drong zij aan, „er
zijn van die aardigheden die pijn doen!"
Vlug liep ze even weer eenige treden ver
der. Maar hij riep haad terug en ze keek om.
„Ben je boos, kleintje? Kan er niet eeils
een nachtzoen op overschieten?"
Ze liep wer terug, tot vlak bij hem, maar
van een nachtzoen kwam niets in.
„Hoor eens hier, kindje. I k kan het toch
niet helpen, dat we geenimillionnairs zijn?"
gelegenheid zijn reservebril, die enkel uit een
montuur bestond, uit te rusten met de glazen,
zooals de ernst van den toestand die ge-
wenscht maakte. Raakte inderdaad zijn pince-
nez in 't ongereede, dan had hij slechts het
montuur te voorzien van een paar ongeschon
den ruitjes, doch bijl andere moeilijike ©ogen
blikken in het leven van den vcld-soldaat
zocht hij' met de intelligentie, die hetn in zijn
beroep deed jongleeren met de meeat onwaar
schijnlijke wetsartikelen; een paar fragmenta
rische glazen uit. En altijd koos hij ze zoo de
licaat, dat enkel het vertoonen van het geha
vend «paraat reeds een ongeluk suggereerde.
Zoo veraangenaamde mr Verveer zijn ge
dwongen verblijf in het veldleger door fijn-
vPrzonncn manipulaties met de reservebril,
toen plotseling het verlof werd stopgezat en
bovendien de compagnie, waarbij hij was in
gedeeld, voor zwaren grensdienst werd aan
gewezen. Dit was temeer onaangenaam, om
dat hij op zich had genomen over eenige da
gen te pleiten voor het Hof, met de zekerheid
van een gemakkelijk te verkrijgen verlof voor
oogen..
Terwijl de milicien Verveer aan de bar
rière op wacht stond en zich onderhield met
een paar Duitsche kurassiers, baardelooze
Pruiziancrs, die het opwindende frontleven
verkozen boven het eentonige patrouilleeren
langs de grens, viel zijn blik op de gebarsten
so-easy van een et geunifortndc gymnasiasten.
En plotseling zag hij in het spinneweb van
het gesprongen oogglas de gebeurtenis afspe
len, die hem gelegenheid zou geven er een
dag „tifsschenuit" te gaan.
Voor alle eventualiteiten had mr Verveer
reeds zich een politiekje naar zijn kwartier
laten zenden, maar hij was niet van plan zijn
uitzonderlijke positie eraan te wagen door,
evenals zoovele anderen, een dag „op stap''
te gaan, met de zekerheid der provoost in 't
verschiet. Doch nu zag hij plotseling zijn
kans en toen den volgenden morgen de wacht
afgelost werd, begaf hij zich naar het kwar
tier van den compagniescommandant.
Vooraf had hij een uitgezocht stel geschon
den glazen in het reserve montuur aange
bracht, en toen hij werd toegelaten bij den
kapitein, knipperden zijn zwakke oogen zon
derling achter de glasfragmenten.
„En?" sommeerde de commandant.
„Kaptein, vannacht op wacht is mijn bril
gemoerd."
Ofschoon hij gewend was een dergelijk feit
„zaakbeschadiging" te noemen, bediende mr.
Verver zich met gemak van de, taai der sol-
dateska.
„Ja, en?"
„Ik moet een paar nieuwe glazen laten in
zetten, kaptein."
,,'t Spijt me, Verveer, maar ik kan je niet
laten gaan. Je moet hier déze weken, dat we
aan dc grens zitten, maar zonder bril rond-
sch ut teren."
„Zooals u wilt, kaptein", zei mr. Verveer
gelaten, „maar ik zou dit wel graag als een
schriftelijke order van u hebben, voor 't geval
dat ik in een moeras loop en verdrink, of dat
'k in plaats van een smokkelaar een officier of
kameraad in zijn body schiet."
Dc compagniescommandant peinsde even,
toen zei hij
„Waar moet je heen voor die operatie?"
„Breda, kaptein."
„Goed, dan morgen na den dienst En met
't avondappèl weer thuis."
„Dat gaat niet, kaptein. Ik ben nlisschien
om half acht uur in Breda, 't Is een heele tip
pel, dat weet u. Maar dan krijg ik 's avonds
mijn bril niet meer terug. Een halve dag gaat
toch allicht met de reparatie heen."
„Vooruit dan maar -je hebt vrij van dienst
na 't ochtendappèl."
Maar daar in de uitwerking van zijn plan
geen plaats was voor ochtend- noch voor
andere oppèls. zei mr. Verveer resoluut:
,Als u me niet vrij kan geven van alle ap-
andere appèls zei mr. Verveer resoluut
gaan en afwachten tot de bril klaar is, moest
'k me maar ziek melden. Dan kan de dokter
me 'n briefje geven voor 'n bril en zal 'k zoo
lang wel vrij van dienst hebben
„Allemachtig, daar moet je advocaat voor
zijn, om alles zoo uit te zitten! Maar als 't
niet anders kan", hij zag even naar mr.
Verveer geteisterde oogglas „ga je gang
dan maar. Nog iets?"
Een briefje, alstublieft, kaptein."
De compagniescommandant mompelde iets
„Baron de Virevielle beweert anders van
wel: dat u een groot zondaar is; een echte
booswicht; een, die alle mogelijke ondeugd^
bezit."
„Die goede man! En geloof je dat alles
dan maar?"
„Ja, natuurlijk!"
„Lieve hemel, wat moet ik toch beginnen,
om weer bij je in de gratie te komen?
Maar wacht, daar valt me iets in", zei hij met
een gezicht, of hij opeens een verrassende in
geving krepg, terwijl hij die oplossing toch al
lang bedacht, maar slechts bewaard' had, voor
het geval zijn andere 'voorstellen niet in den
smaak mochten vallen. „Volgens een van de
bepalingen van de herioeping heb ik de ver
plichting op mij genomen, om mijn schuld af
ie doen bij de eerste aanmaning van den heer
Têterol, of binnen acht dagen, die volgen
zullen op het verbreken van de huwelijksplan
nen; maar dat is in geval van weigering van
mijn kant of van de jouwe. Als het huwelijk
niet tot stand kwam, om een andere reden,
buiten mij om, dan zou ik vier jaar hebben,
om mijn schuld af te doen en in zoo'n tijds
verloop kan men er heel wat bovenop- zijn.
Dat voorbeeldige jongemensch niet trouwen
en Saligneux niet verkoopen, dat zou nu wel
hetbeste wezen. Als jij kans zag om uit te lok
ken, dat dit wonder van rechtskundige ge
leerdheid, dat toonbeeld van ridderlijkheid,
jou afschreef.Dat is moeilijk, dat weet ik
ook wel, want je ziet er zoo aardig uit.
Maar, bedenkt maar eens iets heel slims;
daar ben je immers toch ook vrouw voor 1"
„Goed, we zullen zien", sprak zij.
Zoodra ze 'op haar eigen kamer was, ging
zc daar aan het voeteneinde van haar béa zit
ten en terwijl zij het haar vlocht, verviel ze
in, voor haar. ongewoon droef gepeins, waar
ze opeens zelf een einde aan maakte door
haar verzuchting:
toch althans ergens goed vor wezen."
Een kwartier later sliep ze gerust. Door
hartigs, maar toch was de advocaat eea
OQgenbiik later in 't bezit van 't volgende do
cument:
De milicien Verver, H. J., wordt mor
gen, 14 April 19.16, vrijgesteld van alle ap
pèls en kari zich dien dag naar Breda be
geven.
In Vliegende vaart, voor iemand met een
gehavende bril al te vliegend, keerde mr
Verveei naar zijn kwartier terug Waar de
rest van dep dag hem gegund was om te sla
pen, na de wacht en hij den volgenden' dag
vrij was, kon hij aan het plan, dat hem voor
den geest stond, uitvoering geven.
Hij ving aan met een zoenofer aan Mara;
het coquette kirtbaardje, dat bij het pleiten in
rhytnpsche z'waaltjes zijn woorden accenteer
de, en de frivole snor vielen onder de schaar,
en niet veel tijd later verliet een clean-shaven,
steedsch heertje de nederige Brabantsche hoe
ve. Zijn onbeschermde kippige oogje» zochten
angstig een weg voor zijn rijwiel door de
modderbrij, die hij met a&kkisnbdio«Ma
steeds frank had doorkruisd.
De voor het compagniesbuieel aangetreden
troep staarde eenige minuten later nieuwsgie
rig het nette heertje na, die zich gehaast pa-
rijwiel in de richting Tilburg bewoog.
„Da's voor 't eerst, dat 'k hier een behoor
lijk mensch zie", ze' de kaptein, die voor het
bureelraam stond, tegen den sergeant-ma
joor.
„Zeker verdwaald", meende deze functiona
ris en oogde, met den compagr, ieeecffiasan
clant, den kranigen wielrijder na.
Anderhalf uur later stapte mr. Verveer te
Tilburg in den trein, en had'in een eerste
klas-compartiment een zeer aangenaam reis
gezelschap aan een groepje officieren, die een
„dienst"reis naar Rotterdam maakten en den
keurigen, vlot-cenverseerenden burger toever
trouwden, dat in den veriofloozen tijd derge
lijke escapades oogluikend werden toegelaten.
Waarop gezegde burger begrijpend meer
lichte, doch de geschiedenis van zijn reserve
bril, verzweeg tot de demobilisatie
Aan de Dammers!
Met dank voor de ontvangen oploseingea
van probleem No. 542 (auteur A. Ratooij)
Stand
Zwart: 8/12, 14, 16, 18, 20, 34, 35
Wit: 21, 27. 29, 32, 37, 38, 40 41, 44, 45.
Oplossing
1 27—22 L 18 '27 (gedw)
2 37—31 2. 27 47
3. 29—24 3 47 50
4 24 2 4. 16 38
5 2 21 5. 35 44
6 2149! en wint,
Gorie oplossingen óntvmgda wij vao d<?
heeren
W. Blokdijk, R. W. T. Boeman, A Klink
hamer, P. Dekker, D. Gerling, M C. van
Lobbregt, P. ULrich te Alkmaar; P. de Groot
te WannenhuisenA. Keppel te Nocrd-
Scharwoude,
Onder probleem 543 plaatsen wij in deze
rubriek de honderdste combinatie die wij
van onzen vriend Kleute uit den Haag moch
ten ontvangen Wij zeggen hem hartelijk
dank voor zijn aangename blijken van be
langstelling, die hij ons steeds need toeko
men. Hij heeft onzen lezers menigmaal iets
heel moois voorgezet.
Vocrat gaan echter eerst eeu tweetal partij
combinaties, die men vooral moet naspelen
Zij zijn ook van P. Kleute Jr.
Zwart: 13, 14,' 37, 40, 45 en dam op 39.
Wit: 7 24, 29, 34, 43, 48, 50
een gunstige beschikking van het lot kon die
laatste ergename van het geslacht de Salig
neux slapen en lachen, beide haast even
gemakkelijk.
XIII.
Twaalf September 1875, klokke drie uur in
den namiddag, overschreed de heer Têteroi,
in gezelschap van zijn zoon, de brug van de
Limuurde, nadat hij eerst met een grooten
•sleutel het hpk van genoemd bruggetje had
opengemaakt.
Een witte das zat vrij gespannen om zijn
stierennek. Eveneens droeg hij een zwart-
lakensche jas, speciaal voor de gelegenheid
vervaardigd, en waar hij zich ook al neit ge
makkelijk in bewoog. Nieuwe kleeren zaten
hem nooit prettig, want niet alleen had hij
toch al zoo'n geweldige omvang, maar, als
hij aan sommige dingen dacht, zetten zijn
longen zich zóó zeer 'uit, dat alle naden van
zijn kleeren gevaar liepen. Het was moeilijk
genoeg voor een kleermaker, om een lap la
ken te kiezen, groot genoeg om den hoog
moed van Jean Têterol in tc kieeden.
Hij was echter op dat oogenblik in zulk
een goede stemming, dat hij zich over nie
mand en niets beklagen wilde, niet over zijn
jas. njet over zijn kleermaker, niet over zijn
das en niet over zijn schoenen, die ham toch
knelden. Nog nooit had zich zoo'n stralende
glimlach op zijn gelaat vertoond; zijn dikke,
grijzende wenkbrauwen trilden af en toe van
geluk. Den heelen weg langs had hij het
deuntje van Marlbourough geneuried en, ter
wijl hij de brug overliep, had hij zelfs de ver
zoeking niet kunnen werstaan, om met de
punt van zijn stok een steen in het water te
schoppen, die heêlema&l los zat. terwijl hij
tot Lionel sprak:
„Kijk eens, zóó mooi weten die landjon
kers nu hun boel te onderhouden, dat wij op
heteind nog wel zoo goed zullen snoeten zijn
hun brug te laten repareeren."
(Wordt vervolgd).
'i i* j 1
V/////,