1
m\)
rs
„JONG BLOED"
Zater^"»r 17 Mei.
H.H. Winkeliers.
Binnenland.
Hondard Eoi en Twinstlgste Jaargang.
Uitreiking Broodkaarten.
Tot in ontvangstname der bovengenoemde
kaarten worden de houders van legitimatie
nummers verzocht zich WOENSDAG 21
MEI van TWEE TOT VIJF UUR «DON;
DERDAG 22 MEI VAN HALF VIJF TOT
ZEVEN UUR ta vervoegen aan een der on
derstaande scholen en wel:
1—500 Woensdag, 501—1000 Donderdag,
aan de Keetkolk, hoofd der school de heer J,
Franssen»
1001—1500 Woensdag, 1501—2000 Don
derdag aan de Brillensteeg, hoofd der school
de heer F. Aukes.
2001—2500 Woensdag, 2501—3000 Don-
derdag aan de Nieuwesloot, hoofd der school
de heer J. Zwarteveen.
3001—3500 Woensdag, 3501—4000 Don
derdag aan de Nieuwesloot, hoofd der school
de heer A. Wijn
4001—4500 Woensdag, 4501—5000 Don
derdag aan de Snaarmanslaan, hoofd der
de heer Jl. Bits.
5001—5500 Woensdag, 5501—6000 Dón-
schoo
derdag aan den Koningsweg, hoofd der
school de heer P. Schipper.
6001 en daarboven VRIJDAG VAN
HALF VIJF TOT HALF ZEVEN UUR
aan den Koningsweg, hoofd der school de
heer P Schipper.
Het publiek wordt er beleefd op attent ge
maakt, op de aangewezen datum en uren bo
vengenoemde kaarten af te halen of te doen
afhalen en bij ontvangst goed na te zien, of
de juiste hoeveelheid waarop zij recht hebben
is ontvangen, aangezien abuizen voor reke
ning der ontvangers zijn en later niet meer
kunnen worden hersteld. Tevens kunnen de
veranderingen in broodsoort voor de volgen
de periode worden opgegeven.
De Waarn. Directeur van liet Distr.-Bedrijf,
C. H. SCHNEIDERS.
Voor de periode van 23 tot en met 30 Mei
a.s. wordt beschikbaar gesteld rijst, bruine
boonen, capucdjners, jam, kalizeep en klei
zeep.
i H.H. Winkeliers worden verzocht voor
MAANDAG 19 MEI aa. opgave te doen
van de artikelen die zij 'NIET wenschen
te
ontvangen.
De Waarn. Directeur van het
Distr. Bedrijf.
C. H. SCHNEIDERS.
Uit het Engelsch van E. M. JAMESON.
(Nadruk verboden).
John Ferrier's hand trilde toen hij de deur
van het privékantoor opende. Even aarzelde
hij binnen te treden, na den plotselingen
dood van het hoofd der firma was hij er niet
meer geweest. Haastig streek zijn blik
langs
het bureau en met
ield hij een snik In. Vóór den haard
den leegen stoel vóór
moeite n
stond de nieuwe chef hem op te wachten, hem
koud-vriendelijk, koel-zakelijk begroetend.
„Daar is meneer Ferrier dus", sprak hij
quasi-luchtig. „ik zal u niet lang ophonden.
ik weet, 't is net drukste uur nu van den dag."
Een gevoel van verluchting kwam over
Ferrier, nu hij meende te begrijpen, dat het
gesprek over zaken, de firma betreffende, zou
loopen. Zijn voorgevoel was dus dwaasheid
en met een zekere ontspanning zette hij zich
in den fauteuil, dien de jonge Lampton hem
aanwees. Doch opeens voelde hij weer vrees
opkomen, toen hij het gezicht tegenover hem
waarnam, dat koel en strak stond. Het vol
gende oogenblik was de slag dan ook geval
len.
„Ik ga verschillende veranderingen aan
brengen, veel reorganiseeren, veel verjongen.
Hoewel mijn vader zeer aan de oude gewoon
ten van de firma hing en hij de zaak tot bloei
wist te brengen, ben ik tocli overtuigd, dat er
wel tienmaal meer uit te halen is; daarvoor
zijn echter ingrijpende veranderingen noo-
dig."
Hij schraapte zijn keel. Ferrier zei eerst
niets, toen klonk het op ouwerwetsch-formee-
len toon:
„Wenscht u iets gedaan, meneer Lampton,
u heeft het maar te zeggen. Dertig jaar lang
was ik hier bij de firma, dus
„Dat is 't 'm juist", stoof Lampton nerveus
op, „dat is 't 'm! Dertig jaar! Wat een tijd,
veel te lang voor een man om steeds den boog
gespannen te kunnen houden, 't Kan eenmaal
niet anders, maar hij is op een leeftijd om
dan ter zijde gezet te worden
„Op zijn vijf-en-vijftigste
Moeizaam en verontwaardigd bracht Ter
rier het er uit. Nooit had hij zich beter en
sterker gevoeld dan juist nu, nu ondervinding
en beleid zijn eigendom waren geworden
Aan den dijk gezet dus, terwijl de oude chef
en hij de zaken steeds eervol hadden bestuurd.
Zijn handen beefden
De jongeman keek even met onbewuste
wreedheid van jeugd naar Ferrier's goed ge
conserveerd lichaam en koel klonken de
woorden:
„Udziet er nog goed uit meneer Ferrier,
maar u begrijpt immers zelf ook wel? De
zaak vraagt om jong bloed, jonge, onderne
mende mcnschen, met moderne begrippen. Ik
heb toevallig iemand van bijzondere capaci
teiten kunnen engageeren...."
„U sprak van „jong bloed", meneer Phi
lip, maar telt ondervinding dan heelemaal niet
bij u? Ik verzeker u, ik zou u kunnen too-
nen wat voor energie en kracht er nog in mij
steekt. Geef mij de gelegenheid....
Met alle denkbare argumenten pleitte Fer
rier voor zijn goed recht, voor zijn gezin, dat
groot was en wat hem belet had veel te spa
ren, maar ongeduldig hoorde Lampton hem
aan en koel klonk ten slotte zijn stem, toen
hij zei:
„Het spijt me inderdaad zeer, meneer Fer
rier, maar ouderen moeten hun plaats voor de
jongeren weten in te ruilen; voor mijn nieu
we hulp is het veel beter, onmiddellijk vrij
en zelfstafidig het eigen terrein te bezetten."
Ferrier voelde, hoe nutteloos het was dit
pijnlijke onderhoud te rekken. Wat gal het of
hij zou spreken van vele dingen, die zijn
naaste omgeving betroffen. Lampton wa» zoo
jong en had zich als in een vesting van onge-
naa,
hoog
achter de gesloten deur hief hij zijn
ten hemel en een snik ontsnapte aan zijn
borst.
Moeielijk gingen de eerste weken voorbij,
nadat de zaken met den nieuwen, jongen chef
waren afgewikkeld. Niet3 was er te doen en
boven het hoofd hing dreigend een kommer
volle toekomst. Ferrier had gehoopt, dat zijn
oude chef, die hem een vriend was geweest,
hem in zijn testament bedacht zou hebben,
maar de dood had hem blijkbaar overvallen
en deze hoop was verijdeld. Niemand bekom
merde zich om hem, hij, de vijf-en-vilftigjari-
_e, had immers geen rechten meer, volgens de
ongere generatie...,
p zekeren morgen vond hem zijn vrouw
in zijn kamer, toen hij te tobben zat met al
lerlei zwartgallige gedachten. Zij was vijf
tien jaar jonger dan haar man en had een in
nemend voorkomen; hun beider huwelijk was
ruim twintig jaren volmaakt gelukkig ge
weest. Bij haar binnentreden duwde hij zijn
kasboek en papleren ter zijde en keek met een
laat naar haar.
bezorgd ge
,Kom, man, niet zoo tragisch kijken,
We
hebben weleens meer voor erge vuren gestaan
en er ons door geslagenook nu zullen we
wel een uitweg vinden."
Hij vatte haar bij de koele, hand, die even»
zacht zijn voorhoofd had gestreeld en zei
toen:
„Ik laat 't leelijk liggen, kind. Anderen, met
zeker niet grooter aanleg dan ik misschien
wel minder, staan nu boven op de ladder, ter
wijl ik enkel eenige-sporten omhoog ben ge
komen. Je hebt helaas een wrak getrouwd,
een stumperd."
Driftig trok zij haar hand terug en met
verontwaardiging in haar stem, klonk het:
„Dat mag je nooit meer zeggen, John,
nooit, nooit I Bedenk toch wat je voor mij,
voor mijn kinderen bent geweest, hoe ons le
ven aan 't jouwe hangt, o, zeg nooit meer
zooveel leelijks
Zij snikte het uit, en hij nam haar in zijn
armen: „het is voor jou, kind, dat ik mijn
onmacht zoo hevig betreur", mompelde hij,
bij wijze van troost.
„Onmacht!" Zij droogde haar tranen met
het puntje van zijn zakdoek, dat uit zijn jas-
zakje stak: „De dag zal misschien nog ko
men, waarin de wreede, jonge man eens zal
beseffen, wat hij jou aangedaan heeft."
Toen verliet ze met een kus haar man, en
pakte hij zijn paperassen bijeen om uit te
gaan. Doch even daarna werd de deur met
een vaart opengesmeten en zijn vroolijk, veer
tienjarig dochtertje kwam haastig en druk de
kamer binnengestormd. Ziende de wolk, die
over vaders gezicht hing, hield zij plotseling
haar overmoedige bui in en zei zacht-be-
deesd
„Een brief voor u, vader. „O", met een
blik naar zijn hoed, „o, gaat u uit?"
„Wou je me spreken, kindie?", klonk het
aanmoedigend, terwijl zijn gelaat een zachtere
uitdrukking aannam.
„Ik had u willen zeggen, vader, dat ik be
sloten ben om mijn muzieklessen mijn tennis-
en mijn tooneelclub eraan te geven. Als ik
flink blijf doorstudeeren, kan ik zonder die
lessen voorloopig een heel eind komen. En,
enne, dat zal uw zorgen een heel stuk ver
lichten, is 't niet, vadertje?"
„Wacht er nog maar even mee, mijn lief
kind, wacht nog, misschien, men kan t nooit
weten, misschien zal het nog niét dadelijk
noodig zijn
Hij kwam naar de tafel, waarop hij den
brief gedachteloos had neergelegd. Juliet,
naar ®t venster gewend, hoorde plotseling
een verbaasden uitroep. Ferrier zakte zwaar
terug in zijn leunstoel, met strakke oogen
kijkend naar het papier, in zijn handen.
Opeens klonk het als een bevrijdingskreet
van zijn lippen:
„God zegene hem, mijn oude, brave chef....
God zegene!Juliet, Juliet, roep je moeder
hier, God zegene hem....!"
Juliet rende de kamer uit en een minuut la
ter vernamen de beide vrouwen, hoe er een
codicil met brief was gevonden, waarin de
chef zijn ouden vriend herdacht, niet alleen
met woorden, doch met de daaa en hoe zij
altijd voor financieele zorgen waren behoed.
„God zegene hem!" stamelde Ferrier maar
aldoor, „niet alléén om het geld, doch ook
om het zelf-respect dat hij mij weer geeft. Vijf
duizend pond! Nu zullen we eens zien, of
„jong-bloed" 't alléén kan, en wij ouderen
niets meer zijn
Philip Lampton was inmiddels twee-en-
dertig jaar geworden, maar had tot dusver
nog niet de vrouw gevonden, die hij ten hu
welijk wenschte te voeren. Wel werd hij als
een zeer begcerenswaardige partij beschouwd,
maar hij bleef ongevoelig voor de vele avan
ces. Muziek was zijn eenige passie; verder
was zijn werk zijn leven en men vreesde vaak
den ernstigen jongeman meer, dan dat men
hem liefhad. Op zekeren avond echter werd
hij onverwacht geheel en al bekoord door
een lief, jong meisjessnuitje en door haar bij
zonder mooi-geschoolde, warme zangstem.
Lampton was nooit onzeker, en toen hij de
sensatie voelde, wist hij, dat dit het meisje
zou zijn, dat hij begeerde, arm of rijk, dat
deed er niet toe, familie of geen familie even
min. Gezeten in den hoek van de canapé,
dronk hij den klank van haar lieve stem in en
rustte daarna niet, voordat hij aan haar was
voorgesteld. Even vroeg hij terloops zijn
buurman, hoe ze heette:
„O, dat is miss Ferrier, dochter van den
rubber-man, schat- en schatrijk. Heerlijke
stem, nietwaar? Verbazend wordt ze het hof
gemaakt, 't is een schat 1"
Lampton fronste de wenkbrauwen bij dit
banale geklets. De naam bracht hem geen
schok in de hersenen. Jaren waren er voorbij
gegaan, sedert Lampton den eersten bediende
zijn congé had gegeven. Hij baande zich een
weg door den vollen gastenkring en werd
direct door de gastvrouw aan het zangeresje
voorgesteld.
„Dat treft, meneer Lampton, laat ik u gauw
op een neer 1 ijl
zij is al even dol op muziek als u."
aan miss Ferrier voorstellen ,U beidjes kunt
u vergasten op een heerlijk muziek-discours,
Het gedruisch van stemmen was zoo groot,
liet Ferrier niet den naam precies bm
dat Ju
opgevangen van den jongeman. Zij zag hem
met haar mooie oogen zacht en guitig aan,
zoodat Lampton een nooit gekende gewaar
wording onderging.
„Zingt of speelt u ook, heb ik dat goed be
en van onze gastvrouw?"
„Helaas, geen van beiden, en toch ben ik
dol op mpziek. En hoewel u natuurlijk meer
dan genoeg hebt van lof en complimentjes,
kan ik niet anders dan u toch nog eens herha
len, dat u wonder-mooi zingt."
Zij bloosde een beetje onder den indruk van
den ernst, waarmee hi} deze woorden sprok.
Zijn houding trok haar aan en zij antwoord
de hem met sympathieke stem:
„Krijgt men ooit genoeg van een apprecia
tie, door een kenner of muziekliefhebber eer
lijk bedoeld? Ik niet, in ieder geval Ik ben
blij, dat ik zooveel baat Bij mijn lessen vond.
Mijn vader is ook zoo dol op muziek en vroe
ger woonden we vaak samen de concerten bij,
at moesten we staan den gebeden avond. Ik
wou dat u hem eens ontmoette."
„Waarom zou een man een meisje niet ten
huwelijk vragen, ook al kent hij naar pas
eene week?"
Lampton gaf zijn das een ongeduldige
kneep, terwijl hij bij zichzelf mompelde:.
„Ik zou niet weten hoe ik ooit meer van
haar zou kunnen houden. „Zij isjuist
juist de vrouw voor mijAls zij nu maar
wat om mij garft
Hij schoot haastig een jas aan, terwijl hij
tusschen zijn tanden fluisterde: „ik moet liet
weten, ik kan 't niet langer verdragen, deze
onzekerheid. Ik doe een neele* week al niets.
Maxwell vindt mi} gewoon idioot. Maar hoe
kan ik nu met deze preoccupatie aan zaken
denken! Maxwell zegt. dat tie boel niet goed
loopt dat ik verleden week papieren had
moeten verkoopen, dat de markt ongedurig is
Maxwell is nooit verliefd geweest. Als ik
eenmaal mijn lot beslist weet, zal ik werken
als een Trojaan voor haarl Ik kan haar
alles geven, waaraan ze gewend is, goddank
Maar of i'k haar gemakkelijk zal krij
gen? Want ook al stemt zij toe, dan is daar
nog de papa, die meneer Ferier. Maar hij
aanbidt zijn kind. Ik ben benieuwd of Fer
rier
Plotseling voelde hij een koude straal over
zijn rug gaan. Voor den eersten keer deed die
naam een snaar van herinnering trillen: Fer
rierFerrierwéér had hij dien naam
meer
Hij viel terug in egn stoel, hij voelde, nade
rend onheil.Ferrier. Weineen, 't waren
maar toevallig gelijk-klinkende namen, Fer
rier de bediende en Ferrier de rubber-ko
ning! Toch bleef diep in hem die koude twij
fel, en voelde hij voor 't eerst van zijn leven
angat, En die angst week eerst heel lang
zaam, toen hij eenige uren later In de balzaal
"nen. Bij den aanblik van
e stiprf de onrust weg en
uks^temming kwam over
hem, toen zij In 'n neven-zaaltje, de dansende
paren waren ontloopen en samen op een ca
napé plaats vonden. Later zag hij met ver
wondering terug op die oogenblikken, waar
in hij heel zacht, als vanzelf, haar handje had
gevat, waarin ze elkander hadden in de oogen
gezien. Hij had gezien hoe bleek haar ge
zichtje was en dat in haar blik liefde en twij
fel, verlangen en pijn om den voorrang stre
den.
„Ik heb je zóó lief", had hij gefluisterd,
toen ze hem had willen /cr'aten en hij had
den schorren klank van zijn eigen stem opge
merkt. Iets In haar oogen hacf opnieuw die
gruwelijke vrees wakker gemaakt.
Zij had hem opeens vol In 't gelaat gezien
en door een zeker mysterie, wist hij opeens,
dat zij ook hem liefhad, maar nooit zou trou
wen. Zij fluisterde:
„U zult het nauwelijks willen gelooven,
maar het is eerst sedert vandaag, dat ik uw
naam precies weert. Ik meende, dat u l amp
ton heette. Eerst dezen middag weet ik an
dersen dat u is,,., de man,..."
Hij boog zijn hoofd, terwijl zij vervolgde:
„Ik wilde, aat ik het direct had geweten,
het zou alles gemakkelijker zijn geweest. Maar
nu...."
Hij wendde zich tot haar en nam haar han
den in de zijne
Juliet zag verschi
haar lieve figuurt
een weldadige ge
„Nu? Ik wist niet of u om me gaf.
me dat, dart zal u niet deren en voor mij be-
teekent dat a 1 les."
Hij ademde diep, toen ze hem aanzag en
zonder een woord meer, begreep hij. Humle
handen lieten los en zij stond op.
„We moeten elkaar nofeitjveer ontmoeten",
sprak zij met trillende lippen „Tegenover
hem zou dat niet fair zijn. U brak zijn hart
bijna, vijf jaren geleden."
Zij ging haastig van hem weg én als in een
droom zag hij haar na, geen moeite doende
om haar tegen te houden.
Lampton regelde zijn zaken en ging twee,
drie maanden op reis. Niemand dan Maxwell
had misschien last van zijn afwezigheid,
maar dat deed er niet toe. Maxwell was vol
komen in staat om de zaken te beheeren, be
ter dan Lampton zelf in dezen gemoedstoe
stand Hij keerde echter na zijn reis even on
voldaan terug, als hij ging, en vond, thuis ko
mende in zijn woning een stapel brieven, be
nevens een van Maxwell zelve. Na lezing van
die blaadjes dicht-beschreven schrift scheen
hij versuft.
Maxwell, de jonge, optimiste zakenman, die
tot dusverre steeds door Moeder Fortuin was
begunstigd, overdreef al heel erg; de' zaken
konden toch niet zoo ernstig staan als hij ze
hem nu afschilderde.... Had Maxwell dan
z,óó gespeculeerd, had hij zijn hoofd verlo
ren? De verliezen schenen fabelachtig. Had
Maxwell zijn kop verlpren, dreigde er ban
kroet? Maxwell schreef alles met bijna bru
tale helderheid en aan 't eind diende hij zijn
ontslag in. Hij verliet dus het zinkende
schipEen hevige verontwaardiging
maakte zich van Lampton meester. Dus Max
well had hem verlaten, nu tegenslag dreigde,
was er vandoor en liet hem met den ontred
derden boedel achter. Een vloek drong zich
naar de lippenopeens zag hij zijn vader's
uezicht, dat hem aanzag vol deernis en tevens
vol verwijt en daarnaast het grijze angstige
gezicht van Ferrier. Dus zóó stonden nu de
zaken, nu „jong-bloed" ze had bestierd....
Haastig begaf Lampton zich naar zijn kan
toor, en met alle energie, waarover hij te be
schikken had, werkte hij dag en nacht om de
zaken op de been te houden, om zich voor
een failliet te behoeden. Doch een wonder al
léén zou hem kunnen redden Zijn omgeving
bemerkte een verandering aan den anders zoo
koelen man: hij was milder en toegankelijker
en men vond, dat hij, ouder wordend, meer
op zijn vader ging gelijken. Toen hij op een
avond in zijn kamer, doodmoe ent lusteloos
de uren zag voorbijgaan, klonk er een klop
op de deur. Door de schemerlamp herkende
Lampton eerst zijn bezoeker toen deze hem
dichtbij was genaderd. Een oogenblik staarde
hij den ander aan: Lampton herkende John
Ferrier. Niet in staat een woord te zeggen,
door de uitéénloopendste gewaarwordingen
overstelpt, wees hij trillend den ouden heer
een stoel aan, Deze zag hem onderzoekend
aan en ziende hoe de vroeger zoo ongenaak
bare jongeman door zorgen overmeesterd
was, stak hij hem de hand toe. Lampton wilde
opstaan, maar uitputting en angst hadden
hem ondermijnd en slap viel hij in zijn stoel
terug. Toen hij eindelijk zijn krachten terug
voelde keeren en de ander hem opnieuw de
hand toestak, greep hij die en stotterde:
„Wat kan ik doen, zeggen, om u te laten
voelen, hoe diep ik me schaam over mijn hou
ding van vóór vijf jaar! Ik was een harteloo-
ze kerelVergeet me!"
John Ferrier's slem klonk krachtig maar
vriendelijk, toen hij sprak:
„Laat dat, dat Is alles nu voorbij. Ik heb
geen wrok kunnen voelen tegen den zoon van
mijn chefDank zij zijn mildheid ben ik in
staat gesteld oni mij omhoog te werken en nu
ik zekere geruchten heb opgevangen, ben tk
nog niet gered kan worden. Het fortuin door
Richard Lampton in mijn handen geplaatst,
is ter beschikking van zijn zoon. De firma ligt
mij te na aan 't hart; niet ter wille van u,
noch zelfs van hem, doch ter wille van de eer
dier oude firma kom ik hulp bieden."
Zijn stem haperde éven, ook Lampton
trachtte wat te zeggen, maar Ferrier voor
kwam hem.
„Er is nog iets dat tk u wilde zeggen. Het
schijnt me dat u niet erg gedisponeerd is om
nu direct over zaken te spreken; ik stel daar
om voor, dat u met mij mee naar huls gaat.
Het is vlak bijmijn dochter en meteen
stak hij ee nsigaar op om den ander niet in de
oogen te zien— is mij dierbaarder dan de fir
ma en ik geloof, dat zij u vreeselijk ontbeerd
heeft deze lange maanden, Kom, en maak een
praatje met haar. Misschien vindt u gelegen
heid naar als partner in de gereorganiseerde
zaak te engageeren."
I'i m iiiHiuil ifii w
UIT EG MOND AAN DEN HOEF.
Na een korte ongesteldheid overleed in
den ouderdom van 66 jaar en 8 maanden de
heer J. Kraakman. Meer dan 28 jaar werd
door hem de betrekking van gemeente-ontvan
ger vervuld, terwijl hij zitting had in v Af
schillende distributie-commissies,
schillende distributie-commissies. Ook als
verzamelaar van antiek was hij bekend, als
mede als schipper op Alkmaar.
UIT EG MOND AAN ZEE.
De navolgende standplaatsen zijn voor de
te houden kermis op 8, 9 en 10 Juni alhier
und:
Op het schoolplein en. omgeving: Ca
baret van N. Roselij te Krommenie voor 15.
Théater van H, F. Mullens te Assen voor
50. Hoeplatent van C. Vader te Alkmaar
voor 17.50. Oliebollenkraam van J. A. de
Groot te Alkmaar voor 7. Palingtent van
K. Broek te Esmond aan Zee voor 20. Pa
lingtent van J. Smit te Alkmaar voor 12.
Suikerkraam van W. Ji. Vogelpoel te Alkmaar
voor 26.26. öalanteriekraain van N„ A.
Godijn te Alkmaar voor 4.
II. Op hel Pomplein: Luchtscbommel van
H. Valiengoed te Edam voor 150. Draai
molen van C. Braak te Egmond a. d. Hoef
voor 25. Suikerkraam van J. Dirks te Beela
voor 20.
III. Plein en Bewaarschool: Zweefmolen
van J. L. Blankert te Monnikendam voor
105.
UIT SPANBROEK.
De heer II. Roerhorst, commies hij de Di
recte belastingen alhier, is als zoodanig met
ingang van 1 Juni a.s. overgeplaatst naar
Leiderdorp bij l fden
i UIT VEENHUIZEN.
Wij vernamen, dat enkele kiezers alhier
geen oproepingskaart hebben ontvangen en
zoodoende niet aan de stemming hebben deel
genomen.
Waar het verschil tusschen anti-revoluti-
onnairen, unie-liberalen en vrijz.-detnocraten
zoo gering was, kan dit best invloed op den
uitslag gehad hebben.
UIT WINKEL.
De vernieuwde en opnieuw begroeide dij
ken van den polder Waard en Groet werd
gisteren voor de eerste maal na den storm
vloed in 1916 verpacht.
De opbrengst bedroeg van 12 perceelen
896.
Tot Hoofdingeland van den polder
Waard en Groet, m de plaats van den heer
A. J. T. Geertsema, die als zoodanig had be
dankt, is gekozen de heer M. Vethman,
Waardpolder.
UIT DIRKSHORN.
De bouw van de nieuwe Gereformeerde
kerk met toren is thans gegund aan de fir
ma Boon en Starreveld, Woriperveer.
VAN TEXEL.
De zes groote lammerenmarkten alhier be
ginnen op den 3den Maandag in Mei en
verder de 5 volgende Maandagen. De markt
van Pinkster-Maandag wordt op den daarop
volgenden Dinsdag gehouden.
Dq, grint ten behoeve van den polder
Waard én Groet is gegund aan den laagsten
inschrijver, den heer j. B. Winkelman te Am
sterdam tegen 6,25 per M'.
UIT STOMPETOREN.
In deze week is weder duidelijk gebleken,
dat in de Schermeer op het gebied van ver-
eenigingen een opgewekt leven bestaat: het
ff
roote aantal is met nog 2 vermeerderd,
enige oud-leden van onze gymnastiek-ver-
eeniging Voorwaarts kwamen onlangs bijeen
en besloten tot het oprichten eener z.g. veie-
ranen-afdeeling, die geregeld eiken Woens
dagavond zal werken. Onaer leiding van het
bestuur van Voorwaarts willen zij de oefe
ningen herhalen, die zij vroeger als gewone
leden hebben verricht.
Voorloopig zijn 9 heerea toegetreden; er
bestaat kras dot dit aantal nog mrt grartar
zal worden.
Van niet minder belang le de tweede ge*
inrichten
eeniging alhier. Op initiatief van enkele lief-
beurtenis, n.L het op
eéner zangver-
hebbers van den zang werden eenige dames
en heeren uitgenoodigu tot het bijwonen eener
om te trachten eens gemengde
zaugvereenlging op te richten.
Hun streven werd met succes bekroond:
ongeveer 30 personen, meerendeels dames,
traden als lid toe. Een bestuur van 5 leden
werd gekozen en als directeur benoemd de
heer Anderson te Alkmaar, Na enkele be
sprekingen werd besloten, dat de naam der
vereeniging Crescendo zal zijn.
De rcpelitiën zullen eiken Dinsdagavond
ehouden worden op de bovenzaal van den
eer Renses.
UIT OTERLEEK,
Uitslag stemming gemeenteraad op 16 Md.
Aantal kiezers 173. Uitgebracht 166 geldige
stemmen. Kiesdeelet 23'/,.
Unie-Liberalen: 50 stemmen. Oekozen de
heeren P. Dekker en M. Couwenhoven.
Vrijz.-Demociaten: 77 steuunen. Gekozen
de heeren P Spaan, H. Zeeman en P. Bonte*.
Roomsch-Katholieken22 stemmen. Geko
zen de heer M. N. de Koning, voor den 6ai
zetel.
S. D, A, P.: 16 stemmen, Gekozen de
heer R. Witteveen, voor den 7den zetel.
UIT WARMENHUIZEN,
Het fanfarecorps „T.A.V.E.N alhier is
voornemens deel te nemen aan het Nationaal
Concours voor Harmonie- en Fanfarecorpsen,
te houden op Zonuag 1 Juni a.s. te Ijmui-
den.
Door bemiddeling van den heer burge
meester alhier is aan den jeudige J. te Buck,,
als belooning voor de door hem op zulk een
kranige wijze met eigen levensgevaar verrich-
te redding van de in dezen winter door het
ijs gezakte kinderen, een spaarbankboekje met
25 van het Carnegie Heldcnfonds verstrekt.
UIT HOORN.
De off idee le uitslag oer gisteren gehouden
stemming voor den gemeenteraad is als voigt:
Aantal kiezers 2693, kiesdeeler 1571/», geldi
ge stemmen 2360.
Liberale Unie 322, S. D. A. P. 614, Neu
trale partij 589, A. R, 88, V. D. 66, Chr.
Itist. 70, R. K. 611.
D
huysi
Pasman (aftri m C, C." Ujtcrkark; 4" Neu
traten nl. J. Wilson (aftr,), ir. de Jonge, mei.
K. F. S. Sunderman en W. de rlart, I A.
R. nl. J. Baterna (aftr.) en 4 R. K. B. Scher
mer (aftr.), E. J. M. Steumpd (aftr.), mevr.
S. C. C. Bronsvcld-Vitruiga en J. A. M.
Schrickx.
De tegenwoordige raad' bestaat uit 7 U. L„
1 V. D„ 5 NeuLraie, 3 S. D. A. P. en 2 R. K.
en 1 A. R.
UIT KOEDIJK.
Vrijdag vergaderde de roed.
De heer Verduin miste in de notulen de
toezegging van onderzoek nahr de kosten
van het bouwen eener noodwoning.
De voorzitter antwoordde dat dit onder
zoek heeft plaats gehad, maar in de notulen
had dit ook moeten staan, en kan, indien de
raad dit wil, er nog in opgenomen worden.
Daar aan de toezegging reeds gevolg ia
jeven, achtte de raad dit niet noodig, en
notulen werden daarna goedgekeurd.
Ingekomen was het jaarverslag der ge
zondheidscommissie, en een adres van den
Bond van Ned. Onderwijzers, dit laatste om
medewerking van gemeentebesturen, ten ein
de een betere salarisregeling te verkrijgen
van de onderwijzers ten plattenlande tegen
over die in de steden. De raad achtte actie
thans onnoedig, daar de behandeling reeds
in gang is hij de regeenng
De heer j de Groot verzocht wegens ver
trek afschrijving op den hoofdelijke» omslag
voor 9 maanden. Dit zal onderzocht worden.
Ecu ontwerp politic-verordening van het
bestuur der Banne Koedijk weid ter imsags
elcgd, evenals het verslag over den toestand
er gemeente. Koedijk telt thans 1871 inwo
ners'
B. en W. stelden voor den gepensiouagef-
den der gemeente wederom een toeslag te ver-
leenen van 25 Dit werd goedgevonden
De conitni8sie tot het nazien der rekenibg
van het Burgerlijk Armbestuur bracht ver
slag uit bij monde van den heer v. d. Wonde,
welke commissie adviseerde deze goed te keu-
réh in ontvangst 4199.10 en uitgavea
4338.10.
De voorzitter bracht namens den raad
dank uit aan de commissie en aan het Arm
bestuur. De 2e suppl. begr. ad. 6471.02
werd mede goedgekeurd. De Hoofd. Omslag,
groot 20.000, zal in geheime zitting wor
den behandeld.
De voorzitter deelde mede, dat de Drank
wet niet toelaat dat het stembureau bij den
heer Tamis geplaatst kan worden, en dat
een deskundige sterk ontraadt noodwoningen
te bouwen als zijnde te kostbaar, doch wel
woningen te bouwen die aan de woningwet
voldoen, omdat daar voorschot op kan wor
den verkregen. De vergadering ging daarna
in geheime zitting over.
PROV. STATEN
VAN NOORD-HOLLAND.
Hoo,
Noord-Hollands
heemraadschap
Noorderkwartier.
Kosten noodkeeringen en droognialing.
Met belangstelling hebben Oed. Staten
kennis genomen van het algemeen verslag der
Afdeellngen van de Prov. Staten omtrent hun
voorstel tot oprichting van het Hoogheem
raadschap Noordhollands Noorderkwartier
en de daarmede samenhangende voordrachten
tot opheffing en wijziging der bestuursregle
menten van een aantal waterschappen en tot
liet treffen eener definitieve regeling omtrent
di' kosten van de noodkeeringen en de droog-
maling.
Voor dc verdediging, welke deze voorstel
len blijkens het verslag van verschillende zij
den mochten ontvangen, gevoelen Ged. Staten
zich erkentelijk en hun laak om nog schrifte
lijk de beschouwingen mede te deernn, waar
toe het verslag aanleiding gedft, wordt des te
aangenamer, nu de overtuigt nag, dat ds op
richting van het Hooghesmraocbchap MS es
it«.
file
Ei