link Cut
Honderd Een en Twintigste Jaargang.
Parflsche brieven.
FKUILLETOIS.
Niet te koop.
Vrijdag 11 Juli
OBuiongd JSieuwB.
er in geslaagd sponsachtig caoutchouc te be
reiden, dat voor diverse doeleinden gebezigd
kan worden. Zoo treft men tegenwoordig ca-
outchoucsponsen aan. Evenzoo wordt het ge
bruikt bij paardetuigen en wel op die plaat
sen waar het zware tuig het meest drukking
uitoefent (borst en schoften). Als opvulling
wordt het gebruikt in kussens en allerlei soort
matrassen, ook zwemgordels worden er van
vervaardigd. Voor het vervaardigen van deze
stof wordt de caout-chouc als kleverige mas
sa in een daarvoor bestemden ketel gevoerd
en onder zeer hoogen druk (pl.ru. 4Ü0Q at
mosfeer) wordt er stikstof in den ketel ge
perst. Bjj gewonen druk verbindt zich stik
stof niet met caout-chouc, wei echter bij zeer
hoogen druk. Hierna wordt de ketel geopend,
zoooat het mengsel onder normalen druk
komt. Onder dezen druk wordt de verbinding
van stikstof met caoutchouc weer opgeheven,
waarbij de stikstof enorm veel mikroskopisch
kleine blaasjes in het caoutchouc veroorzaakt.
Het volume der oorspronkelijke stof wordt
hierdoor Ongeveer vijfmaal vergroot.
BIJENSTEKEN EN RHEUMATIEK-
Algemeen verbreid is in de wereld der bij
enhouders 't geloof, dat het bijengif een ge
neesmiddel zou zijn tegen rheumatiek. in den
laatster» tijd is deze zaak meer wetenschappe
lijk onderzocht en werkelijk zijn er medici, dié
in het oude volksgeloof een grond van waar
heid hebben meenen te ontdekken.
iemand, die veel in deze richting heeft ge
werkt, is dr. Tere, te Marburg. Deze heeft tal
van rheumatieklijders met bijensteken behan
deld. De behandeling geschiedt als volgtDe
eerste drie dagen zijn proefdagen. Dan wordt
slechts één steek per dag toegebracht. Ver
draagt de patiënt den bijensteek goed, dan
wordt het aantal steken geleidelijk vergroot
en opgevoerd tot pl.m. 100 per dag. De kuur
duurt lang, wel één of twee jaar, doch dr,
Ferc beweert, dat de patiënt, die volhoudt, al
tijd wordt genezen. Weliswaar gaat een gene
zing door salicyizuur veel sneller, doch een
herstel, door middel van bijensteken verkre
gen, schijnt veel grondiger te zijn. De manier
waarop deze geneesheer te werk gaat, is
hoogst eenvoudig. De bij wordt gewoonweg
tuschen de vingers aangepakt en met het ach
terlijf op de plaats gebracht, waar' men wil,
dat de steek wordt aangebracht, is het gif
goed doorgedrongen, dan wordt de afgebro
ken angel verwijderd. Bij tal van vormen van
rheumathiek was de uitwerking zeer heilzaam.
Het spreekt echter vanzelf, dat rheuma
thiek, voortkomende uit organische gebreken,
niet door bijensteken genezen kon worden en
dat niemand op eigen houtje met deze ge
neeswijze moet beginnen.
WI LSON1 EN' HET GETAL 13.
Dat de Rublni inderdaad wonderbbajre ga
ven bezit men oemt die dan gedachten voe
len of gedachten lezen is onbetwistbaar en
blijkt b.v. nog uit wat wij lezen in het „Alge
meen Handelsblad", over proeven op het bu
reau van het „Alg. Hbld. verricht. Wij le
zen daar het volgende verslag. „Onder de
Streep," dat wij juist hierom geven om te
doen uitkomen dat aan bedrog niet te denken
valt.
De eerste proef had ten doel na te gaan,
of het mogelijk was den heer Rubini als scha
ker een zet te suggereeren. De proefnemer
dacht daarbij aan een partij, die w een Ber-
lijnsch restaurant inderdaad gespeeld is en
die een eindstelling gaf.
Van zwart stonden koningin en paard bei
de in en met den volgenden zet dreigt wit
schaak, terwijl de wite pion dan nog een ko
ningin kan halen. In de schijnbaar hopeloos
steiling gaf zwart op.
De bekende schaakspeler Cohn trad toen uit
het publiek naar voren en zeide: „Gij hadt
niet op moeten geven, maar in enkele zetten
mat moeten aankondigen." Hij deed een zet,
dei alle omstanders aanvankelijk nutteloos en
dwaas toéscheen, maar die inderdaad, ge
volgd door een andere mat na enkele zetten
ten gevolge had.
Vraag: had Cohn een schaakspeler Rubini
dezen in het geheel niet voor de hand llggen-
den zet kunnen suggereeren?
De hm- Rubin!, die niet wist dat een on
zer opdrachten iets met een schaakspel te ma-
ken had, ging zonder aarzelen op het schaak
bord toe. Maar het ongeluk wilde, dat enke
le stuken, toen hij het achteraf staande, maar
in boven gerangschikte stelling klaargezette
schaakspel naar zich toe haalde, omvielen,
Doch des heeren Rubini's hand, na enkele ma
len weifelend over het schaakbord te hebben
gezweefd, op een wijze, die een schaakspeler
nit goed zou keuren, en nu enkele stukkeu
aangeraakt en weer neergezet te hebben, pak
te de Dame beet en zete die, weifelend eerst,
neder op d3. De juiste plaats. Wit, wiens
koning schaak staat, moet de dame met een
pion nemen en als zwaft nu Pd7 speelt, volgt
onafwendbaar na verloop van tijd PfG+. Ri-
buni had ;deu eeigen goeden zet gedaan, dien
hij zeker zelf niet gezien hadj
Maar hoe nu de muzikale proef in te rich
ten?
Rubini aldus verzekerde ons zijn imper-
sario was niet muzikaal. Pianospelen kon
hij niet. Hij kan alleen dus op mechanische
bevelen rangeeren.
Nu is het vlug analyseeren van het mecha
nische pianospel absoluut niet gemakkelijk.
Hoe moet mén b.v. zuiver^ mechanisch het
rhythmisch beeld aan een ander suggeree
ren, zonder verklaring, zonder tellen, zonder
voorzingen
Men besloot dus te beproeven, een eenvou
dige koraalmelodie te luteu spelen door Ru
bini met een enkele vinger over de toetsen te
laten gaan en telkens in gedachte te comman-
deeren: „neerdrukken," „naar links," „naar
rechts,", enz.
Het begin ging zeer vlot. De piano was
ergens in een vertrek opgesteld; Rubini wist
dus absoluut niet, wat er zou gebeuren. Lu
in enkele oogenblikken stond de telepaath
het was een proef zonder eenig materieel con
tact voor de piano en strekte zijn rechter
wijsvinger over het klavier. Maar toen voelde
ik plotseling, hoe moeilijk het is, zuiver me
chanisch een melodie te spelen zonder'het mu
zikaal gevoel te laten werken. O! die span
ning, vóór ik b.v. een sextsprong uitgevoerd
kreeg 1 Dat het begin ook aarzelend was, lag
geheel aan mij. die het deuken eener melodie
als toetsen-di ulcarbeid bepaald een corvée
vond. En Rubini scheen die inspanning zij
nerzijds ook te voelen. Toen besloot ik het
mijzelf gemakkelijker te maken door interval
sprongen te vermijden en een meer eenvou-
digen toonladder te laten spelen. Voor alle
zekerheid nam ik een toonladder, die minder
voor de ham f ligtb-myxolodysch. En dit luk
te schitterend!
Een andere niet rechtsstreeks muzikale
proef had ook c-en vlot verloop. De proef
nemer liet Rubini mij bij den arm pakken,
naar de piano brengen, daarvoor neerplaat-
seu; toen pakte Rubini mij bij den pols en
gaf door een min of meer hardhandige, niet
ondubbelzinnige beweging te kennen, aat ik
moest spelen. Aangezien hei, volgens onder
linge afspraak niet met Rubini een
danspartijtje moest worden intoneerde ik
een wals. en weldra had Rubini, ingevolge
de wenscnen van den proefnemer een dame èn
een heer uit onze redactie gehaald, die heel
gedwee op de sentimenteel-sleepende tonen
van de muziek elegant rondzweefden.
OVERAL GELD UJT SLAAN.
De Belgische Kamer heeft met algemeene
stemmen een wet op de reclame-belasting aan
genomen. Volgens deze wet moet voor recla
me-biljetten van gewoon papier 10 centimes
voor de twintig eerste vierkante decimeter wor
den betaald en 2 centimes voor elke vijf vier
kante centimeter meer. Voor reclames op bord
papier, linnen, metaal, porselein en voor licht
reclames moei het dr; voudige van bovenge
noemde belasting worden betaald.
Voor de reclames op muren e.d., op een af
stand van meer dan 100 M. van een gemeente
of voorstad, alsmede in de door den oorlog
verwoeste streken, moet 50 fr. per vierkante
meter worden betaald, wanneer de oppervlakte
er van minder dan 6 vierkante meter be
draagt, 100 fr. per vierkante meter, wanneer
de grootte meer dan 6 vierkante meter is, 250
fr. per vierkante meter, voor reclames van 10
ci 20 vierkante metiy en 600 fr. per vierkante
nieter voor elke oppervlakte grooter dan 20
vierkante meter.
31)
>A allem maar in het abstracte", zei ze,
liclit blozend; als een mededingend wijs
geer. Zooals u eens zei ze heeft allerlei
vragen opgelost. O ja," voegde zij er bij,
huren?" en ^ei: huisje te Tregiffian te
„Ja, maar nu nog niet. Kenwyn zegt, dat
net huis met voor Maart of April bewoon
baar is".
„Misschien vindt u bet een rare vraag",
zet ze na een poosje: „maar weet vader het?''
»A,ja zei hij onverschillig.
„Wat zei liij 8
„Niet veel. Ik geloof, dat het hem wat hin-
deide, toen ik het hem zei. Hij vroeg me, of
er niet iets anders was, dat me zou passen;
mam" toen' ik hem zei, dat de plaats een bij-
zon d ere aaritrekkelijkheid voor me had. zei hij
mets meer".
„U hoort tot de uitverkorenen" zei ze met
een lach en een verwonderden blik.
„Alleen omdat ik niet tot het 'plan be
hoor."
„Zal dat altijd' uw standpunt zijn dat
van den toeschouwer?"
„Totdat ik mijn plaats zie. In ieder geval
wil ik er niet in geduwd-worden. De Blan-
chards vinden zich in me teleurgesteld"
voegde hij er lachend bij „zij wilden den wil
den ezel het zadel opleggen".
,,U is net als Sammy Lugg", zei ze, als na
een plotselinge ontdekking.
„0 ook", antwoordde hij snel.
AUTEUR VAN ROBINSGN CRUSOë.
25 April j.l. was het 200 jaar geleden, dat
het beroemde avontuurlijke boek Robinson
Crusoë, waarvan we in onze jeugd en ook la
ter nog, zoo hébben genoten, te Londen ver
scheen. Tn 1719; op 58-jarigen leeftijd schreef
Daniel Defoe zijn meesterwerk. Het boek had
onmiddellijk een groot succes: reeds in Aug.
1710 verscheen de vierde druk. Bijna onmid
dellijk na bet verschijnen werd het in het
Frausch en in het Duitsch vertaald. Later
kende men het in alle talen, zoowel in het
Estnisch als in het Hebreeuwsch, in het Ara
bisch als in het Finsch. Het beroemde werk
vond heel wat nabootsing: van 1729 tot 1760
verscheen er alleen in Duitachland niet min
der dan 60 „Nieuwe Robinson's." Na den Bij
bel kan Robinson Crusoë dan ook als het
meest gelezen boek beschouwd worden. De
groote aantrekkingskracht schuilt voorname
lijk in het flinke, cordate optreden van den ön-
gelukkigen reiziger: Robinson weet zich zelf
te helpen. Daarom ook achtte Rousseau dit
werk het eenige boek, dat zijn „Emile" ooit
zal mogen lezen.
Wie was t wel de auteur van dit avontuur
lijke verhaalt Daniel Defoe werd in 1661 ge
boren; hij was de zoon van een slager, voel
de echter niets voor het vaderlijk beroep en
vestigde zich als koopman. Vanaf zijn 22ste
jaar nield hij zich bezig met het schrijven van
allerlei brochures en vlugschriften. In 1692
ging hij failliet, trachtte er weer bovenop te
komen door het exploiteeren van een soort
Eleizierboot op de Theems. Na den dood van
oning Willem III (1702) mengde hij zich
in allerlei geloofskwesties en hij trad zoo hef
tig op, dat een zijner werken door den beul
verbrand werd. Spoedig echter Wist hij in
dienst van koningin Anna te komen, als ge
heime agent der regeering. Hij gaf de „Re-
view" uit en bleek een geraffineerd journa
list te zijn, hij interviewde allerlei moorde
naars en personen, die de algemeene aan
dacht trokken. Tot op zekeren dag de ge
schiedenis van Alexander Selkirk zijn aan
dacht trok, de matroos, die 4 jaren op een der
eilanden van de Juan Fernandez-archipel
doorbracht. En zoo verscheen Robinson Cru
soë, het werk, dat Defoe beroemd maakte. Hij
schreef later nog een vervolg op de Robin
son met een tweede bezoek aan liet eiland en
een tocht van den avonturier naar het Oos
ten. Zijn andere werken zijn minder bekend.
Hij geraakte door den Robinson in zeer goe
den doen en leefde rustig op een landhuis.
In 1729 nam hij echter plotseling de vlucht en
werd eerst èert jaar later te Greenwich ge
vonden. Waarschijnlijk leed hij toen aan een
lichten graad van vervolgings-waanzin. 26
April 1731 is Defoe eenzaam in een hotel
gestorven.
EEN NIEUW SOORT CAOUTCHOUC.
Door verschillende proefnemingen is men
Zij keek hem glimlachend aan.
Hoe is u
„We zijn er niet in," zei hij op eens ernstig;
„we zulen er nooit in zijn. We zijn buiten
staanders. Het is beter dat openhartig in te
zien en het oogenblik, dat u dat voor u zelf
inziet, zal u in opstand komen".
Zij lachte een beetje zenuwachtig.
„En is dr. Kenwyn ook een rebel
„Neen, hij is het middelpunt van een sa
menzwering. Fïeeft u ooit gehoord van wat
„de ondergrondsche trein" genoemd werd in
den Amerikaanschen burgeroorlog een ge
regeld stelsel van verstandhouding voor ont
vluchte slaven?" Zij knikte.
„Nu, dr. Kenwyn bezet het eerste station
van den ondergrondschen spoor. U" zult me
kritisch voor uw vrienden vinden, maar ik zou
zeggen, dat hij te veel beginselen heeft. Hij ia
een afgescheidene tegenover het plan, dat is
waar, maar hij' wordt belemmerd door het af
gescheiden geweten."
Zij haalde diep adem en mompelde:
„Soms word ik bang".
„Vrijheid is altijd vreeselijk door de gewel
dige verplichtingen, die zij oplegt. Maar het
zijn de verplichtingen die ons tot mannen en
vrouwen maken, en niet tot deelen van een
machine. Eens ten minste in het leven van
ieder van ons wacht het heelal op ons, kijkt
naar ons en heeït ons noodig. .Het kan een
oogenblik zijn, maar het is ons oogenblik, en'
niemand anders kan het gebruiken. Ons
oogenblik te weten, en het te missen, omdat
mem zich verbonden heeft aan een klasse, een
geloof, een vooroordeel, of een naam, schijnt
me het vreeselijkste ding dat een man of
vrouw gebeuren kan. Denk aan die geschiede
nis van den seinwachter, die op zijn post
moest blijven en zijn eenig kind zag spelen
voor den naderenden trein."
„Maar is het noodig weg te loopea, om
vrij te zijn?" vroeg zij aarzelend.
„Volstrekt niet. De open weg en de wind' op
de heide zijn zinnebeeldig. Men kan ze ook
in Piccadilly vinden".
„Omdat, ziet U," ging ze voort, „ik houd
van dit alles", zij bewoog haar waaier, om de
kamer aan te duiden.
„Ik ook", riep hij uit; „maar, begrijpt u
niet, dat 't geheel afhangt van wat u er voor
betaalt? Als dit alleen maar het klontje suiker
in de vogelkooi, de kaas in de muizenval is
goede hemel, wat hen ik een' dankbare
gast'!"
Zij lachten beiden en' Herbert Trevelyan
kwam wel wat verlegen' bij hen.
„Wat is de graj>?" vroeg hij vroolijk.
Zij keken elkander aan in het vertrouwen,
dat hij het niet kon begrijpen. Herbert was
niet bijzonder scherpzinnig, maar als hij hen
gevonden had', elkanders handen vasthoudend
en zuchtend, of elkander met verliefde oogen
aanziende, zou het hem minder vreemd ge
schenen hebben dan hen samen lachend te
vinden. Hij' was bang voor de grap, die zij
niet met hem konden deelen.
HOOFDSTUK XII.
Den volgenden morgen vroeg had Herbert
een onderhoud met Rosewarne, die net deed
alsof hij verbaasd was over zijn verzoek, dat i
hij Esther ten huwelijk zou mogen vragen.
Rosewarne luisterde zwijgend en zonder eenig
blijk van aandoening naar hetgeen Herbert
te zeggen had; en toen deze klaar was, stond
hij op en ging naar de telefoon
„Ben jij1 daar Leddra?" zei hij, toen bij' ge
hoor haa gekregen, „kom vanochtend niet
bier, ik ben bezig. Half elf kom ik hij je op
het bureau."
.Hij voegde er een paar aanwijzingen bij,
en hing den haak met een rustige hand op.
„De man van Esther zal heel gelukkig
zijn," zei hij.
Zijn bedoeling lag zoo ver beneden het peil
van Herbert's overpeinzingen omtrent het
onderwerp, dat hij' ze werkelijk niet begreep.
„Daar ben ik zeker van," zei hij met groote
warmte.
„Dat bedoel ik niet," zei zijn oom, zijn han
den in zijn zakken stekend en de kamer rond
ziende, „de man, die Esther trouwt, trouwt
Trevose."
Herbert bloosde, maar niet voor zich zelf.
Daar de harde toespeling niet op hem van
toepassing was, zei' hij alleen maar:
„Ik geloof niet, dat het noodig is u te ver
zekeren. dat dit niets te maken heeft met mijn
wensch, om met haar te spreken."
„Neen Herbert," gaf Rosewarne toe, „ik
geloof het ook niet. Maar toch is het zoo."
Er ontstond een korte pauze en Herbert
voelde .dat zijn oom verwachtte, dat hij zijn
geloofsbrieven zou overleggen. Het-karakter
van de kamer scheen ze onbeduidend te ma
ken. Zonder ecu studeerkamer, kantoor of bi
bliotheek te zijn, scheen ze van alle drie de
voornaamste bestamjdeelen te hebben, alsof ze
de zetel van het hoofdbestuur van een reus
achtige en ingewikkelde inrichting was, gelijk
de commandobrug van een oorlogsschip.
Zelf3 Rosewarne's telefonische boodschap om
trent het kantoor, het afzeggen van Leddra en
een tijd bepalen voor dit onderhoud herinner
den Herbert aan de hoogste besturende hand.
Hij lachte droevig.
„Mijn bevoegdheden bestaan eenvoudig
niet," zei hij; „of liever ze zijn alle negatief.
Er is niets tegen me als man, en ik ben oudi
genoeg om te weten, dat mijn liefde voor
Esther geen voorbijgaande gril is. Als ik zoo
gelukkig ben, haar te winnen, zal het de taak
van mijn leven zijn, uw bedoelingen te vervul
len in het beheer van haar zaken. En ik ge
loof, dat ik in staat ben ze te vervullen."
„Daar ben ik zeker van," zei Rosewarne,
„en om er geen doekje om te winden, als ik
daar niet zeker van was, zou ik geen enkel
oogenblik naar je luisteren."
Hij ging zitten, maar Herbert bleef staan.
Zijn geheele wezen kwam in opstand tegen
deze opvatting van zijn liefde. Flij zou haast
liever gehad hebben; dat Rosewarne zich ver
zette. Hij was niét romantisch, maar als er
een minnaar was waardig en geschikt, be
hoorde de keus van een vrouw niet door eenig
andere overweging beperkt te worden. Hij haa
Esther op een kalme, volhardende manier lief
en hij' hoopte haar te winnen, maar het kwet
ste zijn eergevoel, dat hij een voordeel had bo
ven mogelijk betere mannen, omdat hij het
toevallig eens was met de inzichten van haar
vader. In liefde is alles billijk, maar zooals
ieder man, die dien naam waard is, wilde hij
de vrouw, die hij' liefhad, winnen door de ver
diensten, die hij zelf in haar oog had. Iets
van dien tegenzin moet op zijn gezicht te le
zen zijn geweest, want Rosewarne zei:
„Natuurlijk zal ik niet trachten op de een
of andere manier invloed op Esther uit te
oefenen. Zij moet zelf haar echtgenoot kiezen.
Maar je bent vrij, haar tc zeggen, dat ik op
je hand' ben."
Eenige Poolsc'he bladen, beweren, dat de
president dear Vereenigde Staten in togen-
stolling met bet oude bijgeloof, een groote
voorliefde koestert voor bot getal 13. In ho
tels beeft hij bij voorkom een kamer met dat
nummer en in schouwburgen zoekt hij steeds
loge no. 13 op. Het getal 'heeft -dan ook een
groeten invloed] in zijn leven gespeeld. In het
13e jaar van zijn pro feasor aat aan de Frince-
town-university werd hij de 13e president van
deze instelling. Zijn naam WoocLrow Wilson
bestaat uit 13 letters en in 1918 werd hij tot
president van de Amarikaanseho republiek
gelkozen.
DE RUB INI.
li. K., OËtNTBALE BAAD VAN
BEDRIJVEN.
Het te den Haag, 'gehouden eerste congres
van dezen Raad word <>,<m. bijgewoond door
minister Ril ij# de Boeren biouok, den Comm.
dor Koningin in'Z.-Holland, den 'burgemees
ter der residentie, den voorzitter der Eerste
Kamer, den Dekt e, van den Haag en verschil
lende leden der Eerste on Tweede Kamer.
Verder waren nog aanwezig vertegenwoordi
gers van een 6-tal Belgische Vakveroonigin-
gen.
V« 161.
11
(Van onzen Parijschen correspondent.
(Nadruk verboden.)
PARIJS, 1 Juli 191».
Parijs cho beleef dheid.
Toen ik nog in Holland studeerde herinner
ilk mij zeer goed, dat mijn vrienden en ik voor
elkander on voor derden er een kort 'kernach
tig woord op na hielden wanneer er iets ge
schiedde dat onhoffelijk jvas of smakeloos te
genover een vrouw of tegenover oudere of ar
me menachen. Dat woord was de korte uit
roep» „Pioliteaeel"
Voor mij beteekant dit nog iets anders dan
„beleefdheid" 'en het ia over de Parijsche „po
litosso" dat ik schrijven wil, terwijl alleen het
ontzag voor het „Nederlandach Verbond" mij
er van terughoudt deze kleine causerie een
voudig te betitelen met bet veelzeggende
Eransehé woord „Politesse".
„Poli tease", dat wij vroeger in Holland bij
na fluisterend en voorbijgaand tegen onzen
besten vriend zeiden als bij een 'onoplettend
heid beging, het woord dat wij heel rustig on
ze andere kennissen met heerlijke 'openhartig
heid duidelijk hoorbaar konden toevoegen en
dat zij met bijna pnbeleefde beleefdheids woe
de juichend den een of anderen „patser" toe
brulden als bij zich onhebbelijk gedroeg togen
een vrouw, een bediende ofseen oud menseh.
Gisteren liep voor mij uit op de Boulevard
des Italiens een piepjonge fat. De EngoLsch-
man noemt zooiets „a nut" omdat zijn bijzon
derlijk naar achtergestreken kapsel een soort
noot-vorm beeft aangenomen. Zijn jasje óp
één knoop zeer nauw sluitend, zijn korte
broekspijpen, de zeer oorrocto witte slobkou
sen „ontblootend", zijn lichtgrijze c'hapeau-
melon luchtig gedragen in de botergeel ge-
lia ndsohoende vingers.'
Voor hem uit liep een oude krantenvent-
ster, vormeloos onsmakelijk wezen, wagge
lend, zwaar gebouwd, kortom wat men wel
noemt» een vischwijf.
De fat, in zelfgenoegzame gepeinzen ver
diept, trapt haar op haar hielden en bonst te
gen haar op (wat a'llos liet indirect gevolg
was van een etalage, die bijzonder goed met
spiegels was uitgerust). Enhij excuseert
zich niet!
Dan keert de logge, vuile 'krantenvrouw
zich langzaam om, toont een tandelooze
mond, voorzien van een haast mannelijke
knevel onvloekt, scheldt „als een visoh-
w ij üt" wolneen, ze zegt zachtjes, philo-
sofisch, mot een tikje weemoedigheid bijna»
„Politosso1"
En tegen mij, als ik haar even daarna iglim-
la'chond voorbij loop, zegt ze gemoedelijk:
„O'est pus sa fautel Ge sont les nouveaux-
ricbesl Mlalólevé!"
Ik heb uit louter sympathie zes verschil
lende kranten van haar gekocht, hoewel het
de laatste van de maand was en ik nog niet
had gegeten en hoewel men met een leege
maag niet graag krtuiten leest, of ar voor
schrijft.
Maar doze vrouw was een „dame" weet ge!
En terecht noemt elke Erauschman die 'haar
een courant afkoopt, zelfs de hertog van Ven-
döme of de president der republiek haar „Ma
dame l"
Een ander voorbeeld»
Op een zekeron Zaterdag komt in den tuin
van mijn landhuisje in de Gampagne een
boerenarbeider met oen kruiwagen om om
ja, om mijn grond te voorzien van die stoffen
die hem vruchtbaar maken moeten en die
belaas niet al te welriekend zijn. Hij is anal-
phaboet, bijna idioot en deed zijn heele leven
niets anders dan het vee verzorgen en mest
-kruien.
Als hij weggaat schonk ik 'hem een glas
land wijn in.
Hij wacht,hij wacht nog met drin
ken
En ik 'begrijp, en voel dat ik een kleur
'krijg.
Gauw neem ik zelf ook een glas en schenk
mij zelf ook in.
En hij zegt ernstig, bijna patriarchaal do
oeroudo Eransohe drinkformule
A la votro, Monsieur l"
En wij 'klinken.
Dit is wat do Eranschman ondor „polites
se" verstaat,
„Politosso" is «ook in de manier waarop
zooeven na mijn déjeuner de kelner een si-
igaar van mij 'kreeg en aaateam als een heer 1
- „Politesse" is ook in do wijze waarop men
hier een dienstbode toespreekt of haar dankt
voor een dienst die zij u bewijst.
„Politesse" was er in dó wijze waarop ik
een ouden generaal die met een oude „gran
de dame" op de eouxses was een parasol zag
oprapen voor een arm gepoeierd wezen dat er
baar armzalige chique en haar voorbije ver
flenste jeugd zwijgend te koop liep te bieden
voor den eersten liefhobber.
„Politesse" is er in do gratievolle wijze
waarop In de métro do oude .^grande dame"
'haar plaat» aanbiedt! aan den verminkten sol
daat, terwijl ze beiden glimlachen alsof hot
een potillonfiguux gold,
„Politesse" was er in do wijze waarop ik don
Eranschen majoor bij mijn komst in Frankrijk
vuur zag aanbieden aan den Duitachen krijgs
gevangen werkinan en „politesse" ia er in
de wijze waarop nu op dit ©ogenblik voor mij
beneden op straat drie jongelui en een oude
heer een vrachtrijder zijn paard helpen op
richten, dat gestort is op het asphalt.
Zeker, op een avond receptie en in den
foyer van' de Opéra en in een Fransohe „Ba-
Idn" of op een diner hier is ook véél hoffelijk
gefluister, beleefd geglimlach, veel gratieuze
excuses worden gelispeld en de geest van
F'ontainehlau, Versailles en Bt. Oloud zweeft
er nog rond op geparfumeerde wieken, maar
bet is niet over deze politesse dat ik u schrij
ven wilde dezen keer, do oh over de hoffelijk
heid der Eransolie ziel, over de fijngevoelig
heid onderling van krantonventeters, die „da
mes" zijn en generaals, van kleine cocottes en
o ude bedienden en van boer énar bei ders, die
het woord politosso niet eens spellen kunnen,
maar die het begrip in zich ronddragen, even
simpel en natuurlijk als alle dingen van het
ware Erausche gemoed, dat immers simpel,
natuurlijk en gratievol is.
BTéFAN.
1 j
De voorzitter van EsH! ©oogf-res nsföe -Je 13»
teekenia uiteen van de bedrijfsorganisatie
welke een verzoening wil brengen tussehen
de werkgevers en werknemers.
De grondslag van dit congres, zei' spr., is
de economische vrede, die den werkgever» of
fers kosten zal, maar die ook een einde zul
maken aan diep. strijd waardoor talrijke be
drijven ernstig zijn geschaad.
Ingekomen was een telegram van den aarts
bisschop van Utrecht met de beste wonschon
voor het eungres en van den minister van ar
beid, die door de behandeling van de arbeids
wet in 'de Tweede Kamer verhinderd was aan
wezig te zijn,
Hierna kwamen in behandeling de volgen
de conclusies, waarbij als inleider optrad de
heer E. J. ,A. M, Wlierdels,
I. Geen werknemer kan zonder geldige re
den uit zijn dienstbetrekking worden ontsla
gen.
LL. De geldigheid van roden om een ont
slag en alle geschillen tusschen, werkgever en
werknemer worden uitsluitend behandeld
door rechtscolleges in het bedrijf gevormd, in
welke rechtscolleges evenveel werkgevers ais
werknemers zitting hebben.
ILL. Da Werknemer heeft recht op arbeid
in dien zin, dat geen werknemer mag worden
ontslagen voor dat de werknemers korter dan
bij in. dienstbetrekking zijn ontslagen.
iV. De organisaties dor werknemers wor
den door de organisatie der werkgevers ge
raadpleegd ten aanzien van 'de prijsregelingen
en do overige bodrij fspolitiek in verband met
do arbeidsvoorwaarden.
Op eunclusié II, ILL en IV waren door ver
schillende bedrijfsraden amendementen inge
diend.
Wat betreft de amendementen op conclu
sie ii had het bestuur eeu praeadvies uitge
bracht, waarin het de juridischo bezwaren,
die, naar de rueening van verschillende pers.
daaraan verbonden zijn, geheel in het midden
wenscht te Juten. Elvenzoo de vraag of men
hier te doen heeft met een nieuwen vorm van
rechtspraak. Het adviseert daarin de Bedrijfs
raden, voorioopig zelf uit te maken of in de te
ontwerpen collectieve arbeidsovereenkomsten
rechtscolleges met een evèu aantal personen of
met een oneven aantal, door de keuze vau een
onpartijdig voorzitter, zuilen worden opgeno
men.
De ingezonden amendementen op condlusie
LLL hebben het Bestuur aanleiding gegeven
om eoucllusie LLL ais vollgt te wijzigen»
Da werknemer heeft het recht op arbeid
in dien zin, dat geen werknemer mag worden
ontslagen voor dat do werknomers van dezelf
de underafdeeling van de onderneming, dio
korter dan hij in dienstbetrekking gijn, ontsla
gen zijn,
Ongehuwde werknemers worden eohter ai-
tijd eerder ontslagon dan de gehuwden van
dezelfde onderafdeeiing van de onderneming,
Werknemers, 'dio meenon ais kostwinner te
kunnen wurden beschouwd, kunnen zioh ti't
het bevoegde rechtscoUege wenden met bet
vei -(Ok te beslissen of zij mot gehuwde werk
nemers kunnen worden gelijk gesteld.
Werkgevers, die meenen, dat hun onderne-
u'iüg door ontslag volgens de in 'deze oom-
missie neergelegde regolen ernstig zou wor
den geschaad, kunnen zioh tot het bevoegde
rechtsooiliage wenden met het verzoek te be
slissen of van de gestelde regelen kan wonnen
afgeweken. Het recktscollego moot binnen 14
clagon nadat het verzoek is ingekomen zijn
beslissing nomen en kenbaar maken.
in het iiraeadviea op conclusie IV deelt
het bestuur mode, dat bet de bedoeling van
conciusie IV is, dat de werknomers, in ver
blind mét do arbeidsvoorwaarden-politiek,
inzicht zullen krijgen van de eoonomisuhe
mogelijkheden, waarom hot bedrijf wordt 'ge
steld, op de lioogts zullen komen van werk-
vernietiging en van het nadeel voer de be
langen dar oünsirmen! n. Voor dit alios is bet
vilu hoog 'belang, de organisaties der
werknemers over rijs-poJitiek worden ge-
raudploegd. Dit 1 iu vanzelf tot invloed.
Ieder die geraadpleegd wordt, oefent invloed
uit en tegen den invloed der werknemers-or
ganisaties door advies is ook niet ihet minste
bezwaar.
Maar geenszins is het de bedoeling van hot
bestuur, dat de igeziimeiijke werkgever» in het
bodrijf voortaan niet langer zelfstandig over
de prijspolitiek zouden beslissen.
Den werkgever kan, naar het inzicht van
het bestuur, niet zijn taa'k, om de bedrijfs-
politiuk te regelen, worden ontnomen. Mode-
zeggingschap beteekent: deelen van de ver
antwoordelijkheid. 't Bestuur ziet in, dat de
werknemers-organisaties met die verantwoor
delijkheid] zouden kunnen worden belast,
daarbij nog geheel afziende van de vraag of
dezo eisch zou mogen worden gestold.
Verschillende debaters werden door den
heer Wierdels beantwoord. Tij dons de stom-
fl'oiiH r"ol