m DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Niet te koop. iluuuorü »uji on twiiuigaw cJuunuu*< DINSDAG 22 J UL1 Uit do herinneringen van een bijna-zestiger. FETJI li LET ON. Ar ini) Abonnementsprijs bl] vooruitbetaling per 3 maanden 1,69, franoo er post f 1,90. Bewijsnummers 6 at. Advertentieprijs 15 ot. per regel, grootere letters naar plaatsruimte. Brieven franco N.V. Boek- en handelsdrukkerij v/h. Herms. Coster 4 Zoon, Voordam C 9, Telef. 3.' Door BOBO. (Nadnik verboden). Veertig /aar geleden heb ik op het punt ge staan van beroemd te worden. Het scheelde, om zoo te zeggen, bijna niets meer. Maar dat b Ij n a deed het-hem I „De weg is lang van den beker tot de lippen", zegt de wijsheid der volken. In mijne beroemdheid bleef uit. (Dat epeet mij toen wel. Ik ton nu wel .zeggen, dat ik er onverschillig onder bleef, maar ik zie geen ernstige reden om het ta ver zwijgen: hm speet mij. Ik was#veertlg jaar Jong( i en op een leeftijd, die de periode is der plannenmakerij voor de toekomst, der eer zuchtige droomen, der reusachtige luchtkas telen Ik had er niets tegen, om zoo op eenmaal beroemd te worden. En dat nog wel zonder de minste Inspan ning. Een vriend van me had een bundel verzen geschreven. Ze zouden gedrukit wor den en één daarvan was aan mij opgedra genI Oij begrijpt, hoe verheugd is was. Met ongeduld zag ik uit naar het oogenblik, w.larop ik mijn eigen naam zou kunnen lezen van de gesatineerde bladzijde der prachtuit- aafBij ongeluk werd echter de bundel oor den raicn uitgever na den andere ge weigerd, omdat de Inhoud te onbeduidend wfl'v En-zoo ging ook mijne beroemdheid ten onderIn ecu prullemand of in een verbor-4 gen Inadje van des dichters secretaire. Ge haalt de schouders op over de IJdel heid Och wil niet vergeten, dat ik spreek over een tijd, toen ik mij nog maar éénmaal in de week, en als het buitengewoon warm was, drie keer in de veertien dagen schoor. Bedenk eens, welk een eer voor een jonge ling, een boek te mogen opslaan, waarin on der den titel „Vriendschap of iets dergelijks ecnigc coupletten aan dit ernstig onderwerp gewijd worden, terwijl rechts boven den eer sten versregel met fijne, cursieve letter ge drukt staat: opgedragen aan zijn vriend" en dan de naam. Hoeveel mcnschen zien hun naam niet gaarne gedrukt, zij het slechts „in de krant". En ik had toen zoo'n verbazend respect voor alles wat gedrukt was, vooral voor bundels mcti poëzie. Dat heb ik nu nogtegenwoor dig wel eens, dal ik gedrukte verzen niet begrijp en liet mij als Faust's leerling zoo do) wordt alsof een molenrad in mijn hoofd ronddraaide. Ik kan best' merken, dat ik veertig jaar minder jong ben, dan toen ik op het punt stond van beroemd te worden Wat ecliter een onuitsprekelijk genot moet zijn, dat is een siuk poëzie te lezen, hetwelk expres voor u of zelfs op u is gemaakt. Dat is mij nog nooit overkomen en ik begin er aan te wanhopen, dat ik liet ooit in mijn le ven zoover zal brengen. En toch heb ik een meende, dat was. Ik was elf jaar en ik leerde Fransch. De poëzle-albunts waren toen bijzonder in de mode, niet alleen voor meisjes, maar ook voor jongens, ten minste zoo was het in dc stad, waar ik woonde. In ieder album vond men minstens tweemaal „Jonge Roeping", drie maal „Het Klaverblaadje", viermaal „Turk- oogenbllk gekend, waarop ik zulk een geluk mij beschoren wa sche Beeldspraak" en vijfmaal „Longfellow Excelsior". En ik spreek ge wanneer ik zeg, dat Ik albu een onwaarheid, ms gezien heb met „Roosje" er in van Bellamy, „Bach te Dresden" van de Bull en „Het sterfbed In 40) „Ja, maar heeren) zien niet, wat er ge beurt/' „I'k dank, Idat mannen altijdl meer notitie •van kleine jongens nemen." „Nu nog mooier!" zei Betje, niet zonder den trots van de moeder van een zoon. Flet is haar schuld niet, dat ze een meisje is. Is ze niet zijoi eigen kind. „Mijn vader verlangde naar een jongen." Betje schudde haar hoofd, maar zei niets, en daar Esther niét sprak, wilde ze het blad opnemen. Esther nam een boek. Er heerschte een oogenblik .Stilte, en toen klonk de stem van hét meisje hartstochtelijk. „Kan cr iniet iets gedaan worden, kan er niet iets gedaan worden i O er is niemand die iets kan doenriep ze, met haar voet op den! grond stampende. „O, Betje, wat bedoel je?" riep Esther, met gewrongen handen opspringende. „Dat weet u even goed als ik," zei het meisje met trillende lip. Zij keken elkander aan als twee schermers, en ieder trachtte met haar oogem Ide ander tot den, eersten stoot te dwingen. Toen hoorden zij den stap van iDora op de 'kale irap, en het getjingel van haar chatelaine. Het oogenblik was voorbij. Betje slaakte eeni diepe zudit, en/ thans weer het onderdanige dienstmeisje, nam zij het blad op en' bracht het buiten de ka mer. HOOFDSTUK XVII. Teegen de ntiid, dat mevrouw Leventhorpe naar huis bereikte, was zij bijna uitgeput Haar geest was des te helderder in tegenstel ling met haar vermoeid lichaam. Fteze war me lentedagen pakten haar aan; het zoele de hut" van ik weet niet wien. Nu had mijn beste vriend een poëzie-album gekregen. Ik moest er toen ook een'hebben en het kwam op de verlanglijst voor mijn ver jaardag. Nadat mijn wensch vervuld was, nad ik natuurlijk niets beters te doen, dan zooveel menscheu mogelijk lastig te vallen om „een vers in mijn poëzie album", Een van de eersten was mijn vriend. Dat Spink vanzelf. Onze vriendschap was innig, gebo- seerd op dezelfde sympathieën en antipa thieën, op gemeenschappelijke bedrijvingen vüu kattekwaad en gezamenlijk opgéloopen straf. Mijn vr iend begreep dan ook, dat het oogenblik plechtig was, dat hij nu uiting moest geven aatr wat er op den bodem van zijn hart voor mij gevoeld werd en twee da gen na mijn geboortefeest vond ik de volgen de verzen in mijn poëzieboek: La rose la plus belle Ne dure connaistant, Mnis 1'amitié fidéle (Dure éternelltanan. .,Ja, dat stond! er. Het stond er met vette letters op.potloodlij'atjes. Ik was verrukt, ik begreep het wel niet volkomen, maar toch bij na ent ik vond hei heel mooi. Die trouwe vriendschap ging mij recht naar mijn hart. En dan nog wei op zijn Fransch I 1 let was daarom een koudwaterbad op mijn enthousisme, toen aan de ihceianfcl mijtte zuster» hard begonnen te lachen om die vriemlsclinpsontboezemlug. Ze hadden er een verbazende pret over. Wat een fouten I Met de wijsneuzigheid van oudere zusjes, die pas op een, damesschool zijn gekomen, waar om de week Fransch, Duitsch en Engelsch gesproken wordt, tegenover een broertje, dat nog niet op het gymnasium is, onderwierpen ze bet qua train aan vinnige kritiek. Het moest niet zijn „connoistant" maar „qu'un instant", met „étenrclleman maar éternellemetft". „Hoe weet jullie dat? Jullie kunt wel zoo veel zeggen I" riep jk blijkbaar onder den in druk van mijn gekwetst vriendschapsgevoel den eerbied vergetend, die mij te allen tijde tegenover vrouwen en op dat oogenblik tegen over mijne oudere zusters betaamde. Tot antwoord werd een boek opgezocht, waarin ik gedrukt en wel kon lezen: La rose la plu» belle iNte dure qu'un instant, Maia 1'amitié fidéle Dure éternellemcnt. Dat was een nieuwe ontgoocheling 1 Die vriend van me had een winter in Pau doorge bracht eri toen hij1 terugkwam, sprak hij een aardig mondje vol Fransch, waarover de kl as- se hem eerst well uitlachte, maar dat hem toch later een onmiskenbaar prestige gaf. En daar hij mij wel eens in vertrouwen verzen had la ten lezen, die buitengewoon ernstig waren en die ik destijds voor zeer mooi hield, had ik bij het lied van de roos, die eert oogenblik bloeit en de vriendschap, die eeuwig Blijft bestaan, gemeend, dat hier zijn eigen dichterlijk talent aan het werk was geweest. Ik was daar trotsch op en niet weinig gestreeld bij de gedachte, dal hij er mij mee vereerde. Ik stormde naar de huiskamer en riep: „Zie een», dat heeft Jan voor mijl gemaakt I" Want Jan, dat was in ons huls er maar één; dat was mijn vriend, mijn boezemvriend. We waren, zcroala Dtckeos zegt, „vrienden als olifanten". En daarom vond Ik mijn zuster» erg „flauw" om zoo te vitten en nam ik het h nr kwalijk, toen ze rotj lieten zien,, dat Jan het vers niet had gemaakt. Mijn poëzie-album heb ik nog, maar „de weer, de regens en heetc zonnestralen prik kelden haar zenuwen en vulden haar hoofd met droomen, .die haar uitputten cn haar daardoor des te minder bekwaam maakten om de moeilijke werkelijkheid van haar leven te dragen. Zij was een van die vrouwen, die op een harp van Acolus gelijken, ze had de dubbele zwaarte van haar karakter te dragen een ziekelijke gevoeligheid voor haar eigen zorgen en een helderziend medegevoel met die van andere menschen. Zij boog zich over de bloembedden met bitterzoet genot. Wat groeiden ze op, die jonge bloemen, zoo onbevreesd en rein. Zij woelde een hartstochtelijke afgunst van de aarde. Zij verbeeldde zich, dat de bloemen haar medelijdend, zelfs een beetje verachtelijk toelachten. Door de struiken langs het pad zou zij zien, dat haar kinderen op het gras veld aan het spelen waren. In haar onrustig gemoed schenen hun kreten en gelach anders te klinken dan van andere kinderen. Hun ge lach was wanhopend en hun kreten waien wreten van verzet, alsof zij vroegen waarom zij in de wereld gebracht waren. Zij hoorde dc stem van de kinderjuffrouw, die aan een van hen zei niet zoo hard te loopen, omdat hij dan te veel verhit zou worden! Waar schuwde iemand de tulpen inet te kauw te groeien, of hield iemand het groeien der vi ooltjes in toom? Zij vermeed het einde van het pad bij het grasveld, liep achter een boschje van Euonymus om en ging door een zijdeur het huis binnen. De wijze, waarop zij de deur opende en sloot was treurig onze ker. Alsof haar echtgenoot haaf hand en stap gehoord en herkend had, kwam hij uit zijn studeerkamer Met zijn blozend gezicht en helder blauwe oogen zag hij er bijna belee- digend gezond naast haar uit. Hij liep krach tig, met flinke stappen en sprak met luidklin- kende stem: „Je bent oververmoeid, lieve", zei hij op een toon van zorg; „ga wat liggen." Maar met een arm ondersteunend bracht schoonste roos" is er uit. Ik 'heb lang cn breed met Jan de zaak besproken'. Het versje er In laten, opdat ieder, die het in handen kreeg, er aardigheden op zou debiteereu, wilde ik niet en hij evenmin. Het zonder fouten overschrij ven', dat wilden we ook niet; daarvoor waren we te fier. We besloten eindelijk om het blad er uit te'scheuren. Dat deden we en toen schreef hJji het volgende versje overs In eenew nacht verloor Fllini Zijn goed' door brand, naar 'k meen. Zijn vrouw, zijn cm an, zijn tafelvrind Ja, zelfs zijn hond verdween Een katje alleen bleef hem nogbij Iü deez' zoo hangen stond En stortte, uit feeder medelij, Nog balsem in zijn wond. Doe, sprak Filint, gij blijft alleen Mijn toevlucht in den nood? Ach. waarom ben ik arm, ntaar neen I 'k Heb nog een luttel brood Ik deel 't met u, mijn trouwe vrind, ,,fk wist dit", zegt de kat Terwljil ze 't laatste stuk verslindt, En kiest het hazenpad, En onder dat versje zete h'ij de woorden, die ik nu, op mijin leeftijd, even beslist als mo raal op de treurige geschiedenis van Filint zou geven: „Dat onze vriendschap niet zoo eigenbe langzuchtig moge zijn, Is de wensch vm je vriend Jan," Ik heb van avond die oude bladzijde nog eens overgelezen uit mijn poëzie-album van weleer, dat ik tot mijn vreugde teruggevonden heb. De bladzijde van de eeuwige vriendschap is, zooals ik zeide, verdwenen. En. dat is mis schien maar goed. Want bestaan er wel eeuwi ge vriendschappen!? Ik begin er aan te twijfe len, want Jan is destijds geëngageerd ge raakt, getrouwd en gestorven, zonder mij om raad gevraagd te hebben. 8tatUnioiiWB. KINDERVOEDING. De Verceniging „Kindervoeding" beeft zich onder dagteckenlug van 24 Juni 11. tot den Raad gewend met het volgende adres: „Ondergetekenden, O. J. Verkerk en J. J. T. Kooij, respectievelijk voorzitter en secre taris der Verceniging voor Kindervoeding, alhier, nemen beleefd de vrijheid Uwen Raad namens de Verceniging te verzoeken, haar voor het jaar 1920 weder In het genot te stellen 'van eene gemeentelijke subsidie tot een bedrug^yau 9500. Ter motiveering van hun verzoek deden zij Uwen Raad mede, dat dit bedrag, ge voegd bij haar eigen inkomsten voor de Ver eeniging niet voldoende is gebleken, om zoo als oorspronkelijk iici plan was, gedurende het geheele jaar 1919 de voeding te laten doorgaan, zoodat van 1 Juni tot 1 October geen voedsel wordt verstickt. De oorzaak daarvan ligt in de omstandig heid, dat de Verceniging door de opheffing der Centrale Keuken genoodzaakt was, een eigen bedrijf in te richten, Waardoor de kost prijs per portie «teeg tot 23 cent. Van 1 Jan- tot 1 April werd per portie aan de Centi. Keuken slechts 12 cent betaald, zoodat dus gedurende dien tijd nog ©en subsidie weid genoten van 11 cent per porti®. Rekening houdende met den toestand, zoo als die op 31 Mei j.l. was, kwam hot Be stuur dan ook bij het opmaken van ecu voor- loopige begrooting voor 1920 tot de conclu sie, dat bij een bMcbiJdurag over1 hetzelfde to taal bedrag aan inkomsten ata over 1919, hij haar in den koelen, donkeren salon. 1 lij leidde haar naar den atvaan cn zette de blin den open, zoodat het zonlicht binnen kou ko men, dat schuin door het raam viel Van waar ze lag, kon ze de kinderen zien spelen met hun onhandige bewegingen, en kon ze hun aardige, zwakke kreten van blijdschap hooren. Zij keerde haar hoofd af! Haar echtgenoot ging met een bezorgden blik naast haar zitten. „Waar ben je geweest?" vroeg hij „Ik ben bij de Kenwyns geweest. Ik wil de Betje Curnow opzoeken.' „O," zei hij koel; „ik heb gehoord dat ze baar in huis hebben genomen. Hij wachtte even en ging toen voort, „Werkelijk, lieve, ik wil niet den schijn hebben alsof ik je je vriendelijkheid verwijt, maar ik ben er niet geheel zeker van of je haar moet opzoeken, riet was iets anders toen ze werkelijk in nood zat; toen was het christenplicht te zor gen, dat ze geen gebrek had aan iets dat ze in haar toestand noodig had. Nu zou het me spijten als fatsoenlijke gemeentele den geërgerd werden. Het zou voor hen den schijn kunnen hebben, weet je alsof je met opzet werk van haar maakte. Ze zullen gaan redeneeren: „waarvoor zouden we fatsoen lijk zijn?" Mevrouw Leventhorpe lachte zoo spot tend als het met haar zacht karakter moge lijk was. „Nu," zei ze; „zou ik niemand raden haar liefdadigheid aan te bieden?" Hij bewoog zijn voeten, maar sprak niet en zij ging peinzend voort. „blaar kleintje is juist zes weken oud. Bij na vijf maanden jonger dan.het mijne. Het ziet er minstens drie maanden ouder uit. Sterk en dik en blozend: kraaiend in zijn moeders armen. Is dr. Kenwyn er geweest? Dora zei dat hij plan had te komen. het mogelijk zou zijn om in 1920 gedurende 7 maanden: Jari. Febr,, Maart, April, Oct., Nov. en Dec. voedsel te verstrekken en in de gegeven omstandigheden achtte het Bestuur hef niet raadzaam verder te gaan Rekenen de op 240 porties per dag, gedurende 180 dagen zal voor voeding alleen reed» on ge veer noodig zijn 180X240X33 cent t= 9930. Het is op dezen grond, dat oiidergoteeken den het verzoek der Verceniging in liwe gun stige overweging aanbevelen," Bedoeld adres werd den 20 Juut d.a.v. In handen van 13. en W. gesteld om bericht en raad, Zij hebben daartoe een onderhoud gehad met den Voorzitter en den Secretaris der Verceniging, opdat op nadere gronden, dan in liet adres ontwikkeld, zou kunnen worden aangetoond, dat het aanzienlijke subskhe, hetwelk voor 1920 gevraagd wordt, inder daad voor het doel noodig moet worden Lij hebben a.l. eehoof maatregelen welhaast ten indé loopen door acht. Zij hebben a.l. ,»t, nn de cris opheffing van de rautsoeneering voor bijna alle levensmiddelen, dat met een lager be drag, dun voor liet loopeodi jaar ia bewil ligd, zou kunnen worden volstaan. Uit het onderhoud is evenwel gebleken, dat dit niet mogelijk zal zijn. Werd vroeger bij de beoor- deeiing van de vraag oi ©en kind ai dan met voor deze voeding iu aanmerking kon worden gebracht, een scherpe grens getrok keu, het bestuur doelde mede. dat met dit stelsel den laatsteu winter, wal de omstan digheden daartoe noopten, de hand was ge licht. Up dezen weg zal nu echter niet wor den voortgegaan. Opnieuw zal niet andera dan bij volstrekte onvermijdelijkheid voeding worden verstrekt. Het bestuur heeft daartoe de medewerking verkregen van de secretares se van den Armenraad. Overigen® is het per soneel, benoodigd voor de bereiding der spij zen, zooveel mogelijk ingekrompen en ver klaarde hei bestuur op de bezoldiging van het personeel, bedragende 30 per week voor den kok eu 8 per week voor elk der twee jongens als haudlangers, niet te kun nen bezuinigen Wanneer de spijskokerij ha ren arbeid hervat, wil hel bestuur echter gaarne met deze organisatie in overleg tre den, om zoo mogelijk te komen tot een ge- mjienschappoihk koken, waardoor beider be langen wellicht worden gediend, Gemiddeld zal echter, zoolang het broodiantsoen niet wordt verhoogd, gerekend kunnen worden op 24U porties per dagx eu bij behoud 4er be staande duurte der brandstoffen verzekerde liet bestuur, dat het bij Verstrekking vim ge meld aantal portie» mot het aangevraagde subsidie niet zal kunnen toekomen Hoe gaarne B. en W met het oog op de zware lasten, ouder welke de gemeente ge bukt gaat, het anders zouden hébben gezien, meeucn zij gecne vrijheid te kunnen vinden tot het toestaan van een lager bedrag dan het gevraagde te moeten adviscereu. Zij stellen voor te besluiten: aan de Ver eeniging voor Kindervo' lilng, in het vertrou wen, dat alleen bij volstrekte onvermijdelijk heid voeding zal worden verstrekt, voor het jaar 1920 tens subsidie Uit de gemeentekas te verkenen van 95-00 of zooveel minder als mocht blijken noodig te zijn, ter verstrek king van voeding nm schoolgaands kiade- ren, voor wie daaraan blijkt behoefte te be staan. VERLAGING VAN DEN PRIJS VAN HET GAS De Commissie van bijstand voor de ge- meente-gasfabriek heeft bij Rchrijven van 18 juli 1.1. B. en W. in overweging gegeven den Raad voor te stellen: a. met ingang van 1 Augustus a s. den prijs van het gas over den gewonen meter te bren gen op 12 cent per kub. M. en van het gos over den muntmeter op 1234 cent per kub. Md b- dat nadeelig saldo, hetwelk hierdoor over de kostprijs voor het oogenblik ïmoger te dan den voorgeatfïdta prijs, te dekken uit de 1918 zen, iu 1920 zal kunnen gehand 1919 voor de gasfabriek zal ontstaan, wijl het bedrag, dat gedurende 1918 voor dé bij producten meer ontvaugen is dan geraamd was. De Commissie spreekt de verwachting uit. dat de voorgestelde gaspfijs, in verband met de haafd wórden, zonder voor de gasfabriek ver» ilea op te leveren. B. en W, kunnen zich met dit voorstel ge heel vereenigcu, en stellen mitsdien (ten Raad conform liet bovenstaande te beslui ten eu het Gemeenteblad no. 632 met dit be sluit in overeenstemming te brengen, in dier voege, dat alle beperkende bepaliugen op het verbruik van gas worden opgeheven ook over de maanden September en October e.k. IN BRUIKLEEN AFSTAAN VAN EEN KEET, TE PLAATSEN OP GEMEEN TEGROND. Naai aanleiding van het in handen van B. eu W. gestelde verzoek van de Vereeniging „Kinderbewaarplaats", om baar in bruikleen te willen afstaan de dlrectickcct aan den Wes- terweg en deze keet te mogen plaatsen op den roua liggende tussehen den tuin van het Surgerweeshuis en de woning van den heer G. Klein, met welk verzoek het Burgerlijk rmbestuur eu de Armenraad instemming hebben betuigd, adviseeren B. en W. eene gunstige beschikking op dat verzoek te ne men en daarbij ie besluiten de kosten van overbrenging en verdere noodzakelijke voor zieningen voor rekening der gemeente te ne men. Hierbij zij opgemerkt, zeggen B. en W., dat, mocht uwe vergadering een besluit ne men als doof ons wordt voorgesteld, alsdan tegelijkertijd wordt beschikt öp een, In strek king overeenkomend, adres van het bestuur der Soc. Dein. Vrouwenclub alhier, waaraan door de afdeellng Alkmaar der S. D. A. P., bij haar schrijven van 7 Mei 1.1.. adhaesie is étulgd. Weliswaar vraagt de genoemde Vruuwenclub een Instelling als hier bedoeld lpg n worden gelrokken bimien den kring der over heidsbemoeiing, Wij hebben mitsdien de eer u voor te stel len te besluiten: ft. aan Burgemc" r en Wethouder» een eredlet te verleem <s ,m 400 voor liet ver plaatsen eu In geleedheid brengen vau de dl- rectlekeet aan den Westerweg tot kinderbe- waarplaal*. b. aan het bestuur der Vereeniging „Kin- do bewaarplaats", alhier, naar aanleiding van zijn adres d.d. 25 Juni i.I., kosteloos in bruik leen af te staan de directiekcet, th&tis staande aan den Westerweg <n deze. voor gemeente- rekening te doen overbrengen naar liet daar toe iu gebruik te geven terrein van het Ge dempte Geestwater aan de Gasthuisstraat, 'amtÊÊÊÊÊm 1. De Vereeniging verbindt zich de keet en te om onder de navolgende voorwaarden: 1. De Verceniging verbindt zich hare omgeving te onderhouden in den staat waarin een en ander zich bij dc aanvaarding Wordt vervolgd. d< ■H l|i Haar echtgenoot keek onrustig} hij Schraapte vrij 'luidruchtig zijn keöL „Ja, in het voorbijgaan kwam hij even. Hjj zagt, dat we niet' beter 'kunnan doen dan met de voeding, so'oeil# nu, verdór gaan, Hij vindt dte kleine oen bootje opgewdkter; dat so meer notitie van andere dingota moeiat. Maar de kindermeid zal er je ailas van aeggen. Ken Wyn gaf haar uitgebreide a a nwij zigingen. Hij sprak 'haastig, aloof hij van het onder werp wildé afkarnen. „Eigenlijk", voegde hjj er bij, „hadden we ia het begin met de ande ren ook veel zorg." Zij keerde haar hoofd epen ioth on hij be greep, dat ze in de richting van het .kerkhof keek. Ihr Levcnthoxpea waren veertien jaaT getrouwd. Zij 'hadden zeven kinderen gehad. Twee hadden den eersten kindertijd' niet vverleoefd; een was met moeite tien jaar ge worden, drie speelden buiten, een treurige -bespotting van kinderspel en het 'klaaglijk gehuil van de laatstgeborane kwam van bo ven. Mijnheer Leventhorpe nam dé hand van zijn vrouw. „We mogen niet morren", zei hij zacht, of vragen naar de onnaspeurlijke wegen van God. Wien Hij liefheeft), kastijdt Hij. De klank van het laatste woord deed' haar in eens opkijken. „Hoesten we zoo vluig er mee zijn, ande ren te beoordeelen vroeg ze. „Ik begrijp je niet." „Hu, is bet nooit bij je opgekomen, dat we misschien om een fout bestraft worden F' „Lieve Julia", zei hij op verbaasden toon en haar hand los latende, „God handelt he den ten dage niet als in de tijden van het Oude Testament. Je bent oververmoeid en gedrukt en daardoor vol iaigöheelde gedach ten. Laat ik een glas sherry voor je balen," „God", zei ze; „neen,misschien God'niet „God", zei ze; „neen, misschien God niet maar het ontbrak haar aan moed om den zin te eindigen. Leventhorpe stond op. „Hoeft Xêawynwat tegen je geaegd?" vroeg 'hij met harde «krn» „Heen, maar ik heb het 'kindje van Botje Ournow gezien," antwoordde «e bltt«r. Htj limp do kamer onrustig op em neer. „Ik hoep, dat je niet aan dien g»jddeloozen onzin denikt, die op zulke gevallen toegepast wordt van getrouwd te zijn in het oog van God F zei hij. „O neen. Ik zou allen willen weten of het goede en kwade ervan afhangt van een huwe lijk of van iete diepers. Zij ie volstrekt niet berouwvol en ik zie ook niet in waarom se dat zijn zou met aoo'm prachtig 'kind. Zij be schermde mij eigenlijk; vroeg naar mijn kleintje, terwijl zij naar haar eigen keek, als of zij de vrouw was die geslaagd was, terwijl ik gefaald had." „Ze daoht toch zeker niet aan een vergelij king „Waarom, niet f We zijn beide vrouwen, beide moeders." „Maar Julia, je ergert mel'Vei hij met lui der stem. „Je stelt toch zeker do vrucht van onwettigen hartstocht niet op één lijn met do panden van een liefde geheiligd door de Sacramenten van de kerk 2" Hij werd onderbroken door oen verlegen Mopje aan de deur. Een meisje v^n ongeveer dertien jar kwam de kamaor in, Hiaar groot hoofd mat uitpuilend voorhoofd hing eén beetje over naar één zij do en haar bleeke lip pen hingen met een uitdrukking van pijn. Ze liep met sleepende voeten over het 'kleed1, tot waar haar moeder op de sofa lag. Mevrouw Lventherpe nam de handen van het kind en keek haar met groote teederheid) ia het blee ke geziekt „Wat is er, lieveling I" vroeg ze, „Juffrouw Bannister stuurt oe, om te vra gen of ik naar bed np>g gaan. Ik heb zoo'n hoofdpijn." „Heb je je drankje vandaag genomen!" „Js, moeder." „En heb je gewandeld!" „Je} moeder".

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1919 | | pagina 5