WJB iVi 1 'iif "bi m Hl Bekendmaking. Pammbriek m wm Wé mé John, de mollenvanger, DiStiitikkMiiji Btiip ft H. men dergelijke afwijkingen niet kan overlaten aa® de willekeur v?n Lederen afzonderlijken werkgever. In dat geval zou de kans uiterst front ziiü, dat de afwijking ongeveer regel en e regei afwijking werd, zoodat er van de doorvoering der wet weinig terecht kwam. Hier schuilt juist de moeilijkheid voor den' tiemirigen arbeidsdag bij den landbouw. In een volgende kroniek hoop ik middelen aan te geven om hierin te voorzien. Kippen en Konijnen WtELKE^KTTFEasr ZIJN de beste» Ds ooriag was voorbij, de misère vpn erw ten- en boonenpiksel, haver- en gerstafval, om van de tallooxe orzatamid delen niet te «preken, «©loden, reeds lag de eerste pracht- kwaiiteit buitenlandsche gerst weer voor de étalage-ramen der voeder winkels, waarom zon juffrouw van Huigen, dan nog langer dure eieren fcoopen, nu ze in staat was zelf kippen te houden, temeer dato er nog altijd sen kippenhok, door den vorigen bewoner» gebouwd, op bevolking wachtte» Dies toog ze er op uit en voorzichtig als ze was informeerde ze eerst bij haar buurvrouw, die vroeger ook altijd kippen gebonden had, welk kippenr as wel het best was. De buurvrouw had altijd witte Wyandot te* gehad, die haar uitstékend bevallen, wa ren, dus werden deze warm gerecommandeerd, klaar onze juffrouw was zéér voorzichtig, dies ging ze naar 'n tweeden kennis en vroeg eok diens oordeel. „Witte Wyandotte» moet je nooit nemen, die zijn doorloopend broedsch, patrijs Leghorns moet je hebben, dit zijn nog eens kippen 1" Van zelf «preekt, dat toen om een beslissing te krijgen nog eens het advies van een derde ingewonnen werd. Deze kamde èn Wyandottes èn Leghorns af en stak de lof trompet over zijn Koekoek Plymouth Rock». We zullen juffrouw van Huigen niet op haar verdere omzwervingen volgen. Wat de een had aanbevolen, brak de ander weer af en ton slofte hadden ze 'allemaal 'gelijk, om dat de vraag verkeerd gesteld was. Men spreekt van ras wanneer de ouder lieden hun kenmerken en eigenschappen onveranderd op 'hun nakomelingen overdragen. Een wit leg horn is due raszuiver, wanneer deze aan de standaardeisehen voor* wit leghorns gesteld, voldoet en de uit' zijn eieren verkregen kui kens steeds weer wit leghorns zijn, dus geen zwarte vleugels, een blauwe staart of iets der gelijks vertonnen en geen donkerbruine eie ren leggen. Om dezelfde reden warden de „Barnevel ders" b.v. nog niet tot ras gerekend1, maar alleen nog al» een kruising beschouwd. Nu aal de eem zijn Wyandottes voor een tentoon stelling fokken en uitsluitend op vorm en kleur letten, een ander zal uitsluitend aan de ei or productie denken, terwijl een derde weer het midden tusachen deze beide uitersten gaat houden. Hieruit volgt dus weer, dat in één ras ver schillende kwaliteiten tonnen huizen en ge woonlijk oo'k zullen huizep. Het hangt im mers maar geheél van de richting af waarin de hoenders gefokt zijn. De „stam" geeft hierin den doorslag. Een „stam" moet ergens door ..uitmunten, opvallende eigenschappen oif kenmerken héb ben, veel en groote eieren leggen, groot of slank van vormen zijn, korte of groote kam, het doet er niet toe -vat hébben. Koopt men dus rasboenders, dan dient men zich er eerst van te verzékeren, in' welke richting die die ren uitmunten, 't zij door vorm en kleur, 't zij door eierproductie. We hebben schitteren de Plym. RoCks, Rh. Islands Goud- en zilver Wyandottes, Otpingtonis en Leghorns gehad, maar van het zelfde ras ook groote klungels. Het is absoluut onmogelijk om te .zeggen dit en dat ras is hét beste. Hoogstens zal men kuntnen zeggen, dat iin een bepaald ras veel goede stammen voorfcomdn ,em gewoonlijk zal dio dan een onzer populaire rassen zijn. Dc Wit Leghorns staan dan wel bovenaan. Buitenland EEN ééNARMIG TROMPETTIST Bij de jongste examens van het Panische Cor&ervatorium in een „prix d'exellence" voor trompetspel behaald door een candidaat, Jas- part genaamd, die in den oorlog zijn linker arm had verloren. Vóór dien bespeelde hij de klarinet, doch door zijn ongeluk kon hij dit instrument niet meer hanteeren. Hij legde zich nu op het trompetspel toe en wist zich de vaardigheid te verwerven, met één hand zoowel het instrument vast te houden als de pistons te laten functioneeren. Met het hier gemeld schitterend resultaat. DE WONDEREN VAN DEZEN TIJD. De leden van het Engelsche parlement heb ben in een van de commissiekamers kunnen Eraten met waarnemers van vliegtuigen, wel- e op verscheiden duizenden voeten hoogten vlogen op afstanden van 10 tot 20 mijl. Grammofoondeuntjes uit Apperfield afge zonden werden duidelijk gehoord. Op een ge geven oogenblik werden de golven van den Eiffeltoren opgevangen, later stegen de vliegtuigen te Apperfield op en werd de com municatie met twee waarnemers geopend. Nu en dan, als decondities bijzonder gunstig waren, klonk de overgebrachte stem in de commissiekamer zeer krachtig. Generaal See- ly, de minister voor de luchtvaart, was aan wezig en een van de boodschappen, welke ge zonden werden, was de uitnoodiging van See- ly aan de twee waarnemers en bestuurders om bij hem te komen dineeren. Seely deelde mede, dat de langste gesprekkensfeer van een luchtschip 165 mijl is en van een vligtuig 105 mijl. BESCHRIJVING VAN BEROEPEN. Bij den dienst der arbeidsbemiddeling in Amerika is zoo leert ons een artikel in de laatstverschenen aflevering van hei Centraai Bureau voor de Statistiek om zoo goed mogelijk aan de aanvragen om arbeidskrach ten der werkgever te kunnen voldoen, een beschrijving van de werkzaamheden in de verschillende beroepen ernstig gemist. Ten einde hieraan tegemoet te Komen, heelt, op '1 verzoek van het Departement van Arbeid, het Bureau voor Arbeidsstatisüek met medewer king van werkgevers en arbeidersorganisa ties, geleidelijk voor alle bedrijven een derge lijke beschrijving tot stand gebracht. Het is dc bedoeling om met de beroepsbeschrijving zoover te komen, dat voor iedere soort van werkzaamheden een beroépsnaam vastgesteld wordt, welke in alle ondernemingen en in al le deelen van het land van toepassing is. Ook in Duitschlanu is om dezelfde reden de wen- scheliilcheid gebleken om over een roepsbesehrijving te kunnen beschikken. Hieraan kan worden toegevoegd, dat in ons land het gemis van een op goede grond slagen samengestelde beroepsgroepeering ten zeerste gevoeld werd door net Centraal Bu reau voor de Statistiek, o.a. bij dé bewerking van haar loonstatistieken. Dit bureau is er dan ook reeds toe overgegaan, om met voor lichting van deskundigen voor een aantal in dustrieën een beroepsindeeling te maken. Ook hier te lande komt het nog maar al te vaak voor dat werklieden, die dezelfde werkzaam heden verrichten in de eene gemeente, zelfs in de eene fabriek, met dezen, in een andere gemeente of fabriek met geen naam worden aangeduid. Verwacht wordt dat deze nieuwe beroepsindeeling ook bij de a.s. volkstelling van 1920 goede diensten zal kunnen bewijzen en voorts ook bij de beroepssterfte-statistiek. Een beschrijving van de verschillende werkzaamheden, welke in elk beroep voorko men, bestaat nog niet, althans niet in dien uitgebreiden vorm, welke in Amerika toepas sing vindt. Wel vindt men in de laatste loon statistieken van het Centraal Bureau voor de Statistiek een meer beknopte beschrijving van de onderscheidene werkzaamheden in het be- Staten het licht zien ook van het grootste be drijf. Ongetwijfeld zijn de uitvoerige beroeps beschrijvingen zooals die in de Vereenigde lang voor de beroepskeuze. EEN KOELKAST ZONDER'IJS. In een Duitch blad wordt een beschrijving geven van een zeer eenvoudige koelkast [et is een kastje met een dubbel isoleerende wand, die boven de waterleiding wordt op gehangen. Een slang wordt aan de kraan, be vestigd, deze slang condt tusschen de twee wanden in le kast, zoodat de tusschenruimte bij hét openzetten van de waterkraan geheel met water is gevuld, dat aan den anderen, kant door een kraan verwijderd wordt, welke laatste kraan dus opengedraaid wordt als men water noodig heeft. Bij deze constructie wordt eene flinke afkoeling verkregen, terwijl geen druppel water verloren gaat. Een der gelijke koelkast kan iedereen aan zijn fon teintje verbinden. DE WICHELROEDE VOOR HET ONT DEKKEN VAN KALI-BEDDINGEN. Reeds in 1911 heeft men in Hannover gun stige resultaten verkregen met het gebruik der wichelroede bij het aanwijzen van kali-mij nen. Volgens een bericht van „Prometheus" heeft men thans in Thüringen deze pogingen herhaald en zeer juiste gegevens verkregen betreffende de verschillende gesteenten on der den grond. Zelfs een bazaltlaag, die op 100 meter diepte onder een zoutbedding ver borgen lag, werd aangetoond. De proefne mingen moeten' als uiterst geslaagd worden beschouwd. EEN LEXICON OVER HET DEUT SCHE NOODGELD. De Duitschers zijn voor alles een volk van systematici. Zoo wordt thans een lexicon van het Duitsche noodgeld uitgegeven, dat onder dentitel van „Kleingeld-Ersatz 1914-1919" eerdaags zal verschijnen. Het werk is ter hand genomen dóór Dr. Schram, directeur van het Duitsche cultuur-museum te Leip zig. Het moet wel een omvangrijk boekdeel zijn, want iedere plaats in Duitschland heeft zoowat zijn eigen noodgeld, een groot gemak voor.vervalschersMaar minder voor het publiek dat bijv. met het Barmensche geld niet eens in Elberfeld terecht kan. AAN DE DAMMERS! Met dank voor de ontvangen opl. van pro bleem no. 559 (auteur Kleute.) Stand. Zw. 3, 8, 10, 20, 25, 27, 29. W. 23, 28, 34, 42 43, 44, 47. Oplossing. 1. 2. 3 4. 5. 3430 43—38 28—23 38—32 42 :4! 1. 2. 3. 4. 25 34 gedw, 29 18. 18 :29r 27 38. 'Gerling, J. Houtkooper, te Alkmaar. A. Re nooy te Koedijk, A. Keppel, Noord-Schafwou Goede opl ontvingen wij van de heeren W. Blokdijk, R. W T Bosman, P. Dekker,_D "oop K<__ Lantinga, Bellingwolde. De domwedstrijd van j.l. Zondag. Op dezen damwedstrijd willen wij nog gaarne even terug komen. Het aantal deelnemers (22) is ons niét meegevallen. Er waren zoo goed als geen deelnemers van buiten. Voor dergelijke wed strijden moet aan de Langedijk, in Hoorn, Enkhuizen, Schagen, Wortnerveer, Zaandam, Limrnen, enz. meer reclame worden gemaakt. En dan kan het niet anders of er komen min stens 50 dammers. Wil men de leden van bij den Ned. Dambond aangesloten vereenigin- 5en op den wedstrijd zien, dan is het noodig at V. V. V. zich zelf ook aansluit bij den Ned. Dambond. Wat de gespeelde partijen betreft, deze stonden v.n.l. in de lagere klas sen ook op een laag peil. Er werd ook veel te vlug gespeeld. In sommige partijen kwamen aardige stan den voor. Wij kunnen ze niet alle bespreken. Enkele zul Ier. wij in cijfers aangeven, opdat de betrokken spelers en ook anderen ze nog een,s kunnen nagaan. De volgende stand kwam voor in de partij Renooyv. Gulik. mm w/m'"vm W/ véM m Om we&i WW en zwart 914. Deze 'aatste zet ia avontuur lijk. Als wit eerst schijf 25 offert cn daarna 3126 speelt, wint hij een schijf, maar wit speelde direct 31—26, waarna volgde zw. 29 :20, w. 26 :6, zw. 23—29, w. 32 34, zw. 14—20, w. 36 :27, zw. 13—19, wit 25 23 ca zw. 18 :47 (5 sefc. op dam.) In de partij v. Gulik—Scürieken kwam het volgende voor: Zw. 3, 9, 10, 13, 14, 16, 19, 20, 21, 23, 24, 26. W. 22, 25. 28, 30, 32/35, 37, 38, 42, 43, 48. Wit speelde. 1. 33-29 1. 24:33. 2. 38:18 2. 21—27. 3 01 31 3 13 33 4'. 31—27? O. i. had wit hier door 43—38, zw. 9^—13, w. 38 :29, zw. 19—24, w. 30 19, zw. 13 :33, w. 48 :43 en daarna 43 38 een schijf kunnen winnen daar 3339 niet kon. Verder noteerden wij nog de volgende stan den: I. Zw. P. Dekker 12, 13, 16, 19, 21 24, 25. W. Bosman 27, 28, 32/35, 39. Wit aan zet. II. Zw.'Renooy 3, 6, 13, 14, 17, 18, 19, 22, 23 24. W. s'chrieken 11, 25, 26, 30, 35, 36, 38, 39, 43, 48. Wit aan zet. III. Zw. Amelsbeek 7, 9, 15, 18, 19, 28. W. Kater 21, 25, 30, 31, 38, 39. Zwart aan zet. IV. Uit een vluggertje. Zw. v. Gulik 0, 9, 12, 13, 14, 16, 26, en dam op 15. W. Stammes 23, 25, 35, 36, 39, 41, 43 en dam op 41. Zwart speelde: 1419 (23 :3), 1217 (4 11, 6—17 (3 21). 35 24 ep wit was beide dammen kwijt, 't Slot was remise. Ter oplossing voor deze week: Probleem 560 van A. Renooy, Koedijk. Zw. 5, 7, 8, 13, 14, 16, 17, 19, 21, 22, 27, 28. W, 25, 29, 30, 36, 37, 38, 41, 42, 43, 45, 46, 48. Opl. voor of op 21 Aug. b. v. d. blad. Naar het Engelsch van BEATRICE HERON-MAXWELL. Nadruk verboden. John stond voor zijn boerderijtje en bekeek een nieuwe molien-val, die door kanzelve was uitgedacht en in elkaar geknutseld. Een lich te voetstap in de laan dichtbij deed John die richting uitkijken, en een korte ruk aan zijn pet werd beantwoord door een glimlach van een lief mondje, terwijl een vroolijke stem vroeg: „Alweer een nieuwe val, John? Wordt je niet moe van dat voortdurend vangen van die stomme, blinde beesten Zij was naderbij gekomen en John bemerk te, dat zé wat buiten adem was, dat er In haar oogen een ondeugend lichtje glansde en haar haren onder dén grooten zomerhoed wat wan orde verrieden. „Mevrouwtje," zei hij, „zij zijn niet blinder dan u of ik. Zij kunnen wat goed zien; er zijn menschen, die vrij wat slechter oogen hebben." ook nu weer een zekere bedoeling scheen te liggen, waar zij verder geen acht op-sloeg. Lady Vale tuurde de laan in naar den we; reel Lady vale tuurae ae ïaan in naar tien g, tiie van het kamp lihks afboog, terwijl :hts het hek van Pine-wood open stond, hn, haar blik volgend, las haar gedachten beantwoordde ze. „Sir Michael is vroeg van zijn dienst," ;rkte hij pp„hij komt over 't algemeen niet dit uur thuis." Zw. 1, 3, 8, 9, 11/13, 16/18, 22 23, 28. W. 25, 27, 31, 32, 33, 36, 37, 39, 42 44, 46, 48, 49. Zwart aan zet speelde 1721, wit 4943 John, haar blik volgend, las haar gedachten en beantwoordde ze. dienst," merkte °P Het jonge vrouwtje schrok en tastte onwil lekeurig met haar hand naar haar verwil derde haren. „Is hij huiswaarts gegaan?" vroeg zij. „De auto draaide tenminste eenige minu ten geleden het hek binnen, voordat mevrouw in de laan kwam." „Dat wist ik niet, dan moet ik gauw gaan, John. Hij vindt 't prettig mij thuis te vin den." Meteen liep zij met haastige passen weg. John keek haar stil na; daarna lei hij de val weg en onder het fluiten van een oud refrein tje stapte hij zijn huisje binnen. John had het altijd druk en hern had de tijd ontbroken om getrouwd te raken. In het dorp heette het, dat John de vrouwen geen gedachten schonk, en toch, zou John een ver borgen zwakheid hebben, dan was het juist voor een lief snoetje: zijn bewondering ken de dan geen aanzien des persoons, geen standsverschil. Vanuit zija klein domein nam hij vele din gen waar en sedert Sir Michael en zijn vrouw op Pine-wood waren komen wonen, had hij ze rustig gade geslagen. Hi) had u kunnen vertellen, waarom Sir Michaël geregeld 's morgens of 's avonds den langen nt vanuit het kamp, waar de manoeuvres plaats vonden, naar huis ondernam, inplaats van rustig zijn tent te blijven bewonen, of hoe het kwam dat zijn vrouwtje, aanvankelijk pruttelig om de eenzaamheid van 't stille landhuis en ge wend aan de hulde van vele vereerders in de stad, zich langzamerhand inleefde in de omgeving, troost vindend, waar die zich haar aanbood.... John had met hen beiden te doen, want al waren ze zeer verschillend van elkander, toch hadden ze hunne goeie kanten. Maar hun huwelijk, aanvankelijk gelukkig, dreigde te bederven. Hij had deze gedachten menigmaal voor zichzëlve uitgebroeid, en later schenen ze hem de moeite zijner volle aandacht waard. Want Sir Michael bleef vaak langeren tijd afwezig en zijn vrouw zou zeker de einde loos-lange zomeravonden onhoudbaar verve lend gevonden hebben, als er niet iemand ge weest was, die.... John had ze samen eens verrast, toen ze el kaar in het bosch bij eene kromming goeden dag hadden gezegd. Hij was op den loer van een mollengang, niet vermoedende dat hij zondaars op twee beenen zou verrassen, die door hun veelbetee- kend fluisteren zich verrieden, zoodat hij, ont hutst, stand hield, tegen wil en dank gemengd in een intiem tweegesprek. Zij waren te veel vervuld van hun eigen gedachten om hem op te merken, met be zwaard gemoed en ernstig gezicht keerde de oude naar zijn woning terug, blij, verlost te zijn uit dit gedwongen luistervink-spelen. Maar hij hield voortaan geregeld de wacht over hen en hij zorgde ook meermalen, dat hij bij het hek was bij aankomst van de auto, zoodat hij eepige oogenblikken met Sir Mi chael kon spreken en bijzonderheden verne men van wat er in hei kamp mogelijk voorbe reid werd. Zoodoende hoorde hij dat er spoe dig een nachtelijke overval zou plaats heb ben, waarin Sir Mie1 ael aandeel had. En dienzelfden avond, verborgen door hooge va rens, werd hij toevallig iets gewaar, en hoe wel het hem niet verwonderde noch van de wijs bracht, hield het hem dusdanig bezig, dait de nacht een heel eind verstreken was, voordat hij zijn besluit had genomen. Den volgenden dag ging John voor „val len" erop uit ën eerst laat keerde hij weer, moe, doch voldaan. Den volgenden nacht, toen het uur van „aanval" voor het kamp naderde, klopte John zijn pijpje uit, zette een pet op 't hoofd, nam een stok in de hand en kwam naar buiten. „Deze donkere nacht zou hem maar wat goed te stade zijn gekomen, maar nu zal ze mij helpen!" mompelde de oude, terwijl hij langs de heg sloop in de richting van Pine- wood. De zware takken van de oude boomen verborgen aan iederen voorbijganger de don kergroene auto, die daaronder stil hield, maar de oogen van John keken even scherp als de molien in het duister en hij ontdekte al heel gauw het voertuig. De man aan het stuurrad zaït onbewegelijk, als in spanning, en John ais bij instinct herkende het slanke figuur van den „kapitein." Met iermen tred liep hij langs de auto, tik te aan zijn pet en zei vriendelijk tegen den man onder de boomen: „goeienavond, me neer 1" De kapitein wendde zich met tegenzin naar den rustverstoorder, gaf een onduidelijk woord ten antwoord, waar hij, na een poos aan toevoegde: „ga je ver er opuit? Wil je meerijden? John glimlachte stiekum, dank zij de' don kere omgeving, want hij begreep dat de weg, dien hij zou hebben voorgeslagen, niet die van den kapitein zou zijn geweest en dat diens vriendelijk aanbod een andere bedoe ling had. „Ik blijf hier om den aanval van nabij te zien." zei hij leuk, „ik dank u wel voer uw aanbod." De kapitein schokte omhoog: „Wat voor aanval? Waar heb je t over?" John stapte dichterbij en antwoordde ver trouwelijk „Er wordt vanuit het kamp een nachtelijke tnarsch gedaan en de aanvallende partij on der commando van Sir Michael heeft op dracht om het terrein hier rondom te bezetten. U zult geen geluid waarnemen tot op het oogenblik, dat zij plotseling met losse patro nen deze schaduwplek beschieten." „En wanneer zal dat plaats hebben," klonk het ongeduldig. „Waarschijnlijk ever een minuut of tien. Als u buiten schot wilt blijven, meneer, ter wijl u toch wachtende is, weet ik een veilige plek. Ze zullen zich hier maar kort ophou den." Een stilte volgde, die eindelijk onderbrokën werd door John's nadenkend-uitgesproken vraag: „Ik zou wel eens willen weten "of me vrouw erg ontstelt, als zij het schieten hoort. Ik vrees van ja." „Luister," sprak de kapitein; „ik ga naar de veilige plek, die je mij zult wijzen,en ga jij daarna mevrouw waarschuwen. „Ja, dat dacht ik ook bij me zelf," stemde John in. De kapitein manoeuvreerde zijn car behen dig naar de aangewzen plaats, dat een leeg schuurtje bleek, aan John in bruikleen afge staan voor zijn mollenvangst-operaties. „Ik zal de deur sluiten, zoodat u gedekt is, riep hij den jongeman toe, terwijl hij het hangslot aan de buitenzijde met een sleutel afsloot. „En nu vlug naar mijn lief baronesje," mompelde de oude en stapte met vlugge schre den langs achterweggetjes naar de oprijlaan van het buiten. Een slank figuurtje hield plotseling haar passen in, onzeker, toen hij vanuit de donke re struiken haar tegemoet trad. „Barones!" riep John met verwondering uit. „John! jij hier!" lachte zij hem met geraak te stem toe. „Wat doe jij hier? Je zoudt me aan 't schrikken brengen." „Dat spijt me heel erg, mevrouw. Ik was op weg naar uw huis om u te waarschuwen, dat de soldaten in aantocht zijn met Sir Mi chael aan 't hoofd, voor een nachtelijk ge vecht en dat u geen angst moet hebben om al de vreemde geluiden rondom uw huis." „Sir Michael?" stotterde zij, „ben jij daar zeker van, John? O, ik zal er niet van schrik ken, 't is immers maar spel Wanneer komen ze, John?" „Ditzelfde oogenblik, mevrouw. U zoudt ze misschien zelf al kunnen waarnemen." „John," vroeg ze stamelend, „John, zag "je al toen je hierheen kwam, zag je mis schien ook.... iemand.... ergens. „Er zat een meneer in een auto, maar die is weggegaan, Hij vroeg mij of ik mee wou rijden. Ik ken hem bij uiterlijk, hoewel hij mij misschien niet kent. Hij zal nu wel eeni ge mijlen hier vandaan zijn, naar zijn vrouw en kinderen, want ik hoerde, dat de familie hier in de buurt woont." John hoorde een zucht, een gejaagde ademhaling, doch bijna tegelijkertijd weer klonk een salvo van geweerschoten. „Ik ga gauw naar huis, John, goeie nacht l" Zij keerde zich ijlings om en liep haastig naar huis. Even later zag John een- licht ach ter de vensters op de eerste verdieping en stelde zich gerust met de overtuiging, dat zijn baronesje veilig in haar slaapkamer was Hij keerde terug naar de donkere struiken en wachtte gelaten op het beëindigen der ma noeuvres, die den oude het aanschouwen van een zonsopgang bezorgden .met stijve knok kels, en verkleumd lichaam. Toen alles uit zicht was, liep Ithij naar zijn schuurtje; een kwade stem vloekte hem tegen: „Voor den duivel, man, waarom heb jij me hier opge sloten De kapitein zette daarna zijn motor aan en hoorde amper Joh'n antwoord: „Vraag wel excuus, meneer, uit maeht der gewoonte sloot ik de deur." „Uit dfen weg!" De car reed regelrecht op hem af en John sprong terzijde, juist ver genoeg om den wagen vrij door de open deur te laten passeeren. Toen John zijn eigen huisje had bereikt, zag hij nog slechts een stip tegen de heuve len. Onwillekeurig hield hij een alleenspraak: „Het is heel gemakkelijk om sommige menschen als mollen te vangen", peinsde hij. „Ik ben bijna zeker, dat die meneer wel weet dat mijn barones geld van zich zelve heeft Ik denk toch, dat hij er weinig van zal zien. Mijn mevrouw heeft een goed hart en zij en Sir Michael zullen weer wat nader tot el kaar komen. Zij heeft vannacht heel wat uit gestaan." En meteen hing hij het hangslot aan den spijker. „Een van de beste sloten, die je ooit ge had hebt, John,,, mompelde hij, „cn een van de ergste mollen, óóit door je gevangen-" Toen Sir Michael tegen den morgen thuis kwam, vond hij zijn vrouw met een rustig gezichtje den slaap des rechtvaardigen sla pen. Zij opende naar oogen, toen hij zich over haar heenboog en sta khaar armen naar hem toe als een ondeugend kind dat in onge nade was geval'en, maar blij is, als alles ver geven en vergeten wordt. „O, Mike!" zei ze, „wat heerlijk dat jij daar bent, dat je veilig hier terug bent, bij mij Hij glimlachte: „Hebben de geweren je verontrust, kindje? Ik heb zoogenaamd he vige wonden opgeloopen, maar ben, met eer oyerladen, uit den slag te voorschijn geko men! En inmiddels hadt jij 't maar wat goed. klein, slaperig vrouwke, in je rustige huis!" En blij dat haar stemming, die den laat- sten tijd niet prettig was, zóóveel liever scheen, boog hij zich nogmaals over haar heen en kuste haar dankbaar. „Heerlijk, dat je terug bent", mompelde zij nog zacht, terwijl ze met gelukkigen glim lach indommelde. Vd\crltMiliëfi. GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORDHOLLAND brengen ter kennis van belangheb benden, dat door hen bij besluiten van heden aan JOH. OUD en J. KOEMEESTER te URSEM inge volge de wet van 13 Juli 1895 (Staatsblad No. 113) voor den tijd van 5 jaren ingaande met de dag- teekening der beschikking, resp. ver gunning is verleend tot het vervenen van de perceelen, kadastraal bekend gemeente Ursem. Sectie A No. 88 en Sectie C No. 137, dat van de voorwaarden, waaron der die vergunning is verleend, ken nis kan worden genomen ter Secre tarie der gemeente Ursem en dat ingevolge artikel 5 der boven aangehaalde wet het aan ieder be langhebbende vrijstaat binnen dertig dagen na de dagteekening van het nummer der courant, waarin deze bekendmaking is geplaatst, van die beschikking in beroep te komen bij Hare Majesteit de Koningin, welk beroep moet worden ingediend' bij den Commissaris der Koningin in koningin ing' I<o deze provincie, Haarlem, 6'Augustus 1919. A. RöELL, Voorzitter. MEINESZ, Griffier. Als geschenk van het Zuid-Afri- kansche Volk is voor deze gemeente ontvangen 300 K.G. Maisgries, be stemd om gratis te worden uitge reikt aan 400 personen; in de eerste plaats komen daarvoor in aanmer king houders van Normaalmargari- nekaarten; deze kunnen op DON DERDAG 21 AUGUSTUS a.s. op vertoon van genoemde kaart ten kan tore van het Distributiebedrijf daar voor bons in ontvangst nemen; de hoeveelheid, die dan nog over is, wordt, voorzoover de voor raad strekt beschikbaar gesteld voor hen, die daarvoor in aanmerking wenschen te komen en kunnen deze op VRIJI- DAG 22 AUGUSTÜS een bon ko men afhalen. De kousen, indertijd door verschil lende personen besteld, zijn thans ontvangen en voor deze vanaf MAANDAG 18 AUGUSTUS a.s. gedurende een week verkrijgbaar op een bon. ten kantore van het Distri butiebedrijf in ontvangst te nemen; daarna worden ze vrij verkocht. [Ui]:»*, vv fvoinuu, x J-/V.IUIV1 J-/ W', 'Jtïï?/, ■V -X-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1919 | | pagina 6