WJB
iVi
1 'iif "bi
m
Hl
Bekendmaking.
Pammbriek
m wm
Wé mé
John, de mollenvanger,
DiStiitikkMiiji Btiip ft H.
men dergelijke afwijkingen niet kan overlaten
aa® de willekeur v?n Lederen afzonderlijken
werkgever. In dat geval zou de kans uiterst
front ziiü, dat de afwijking ongeveer regel en
e regei afwijking werd, zoodat er van de
doorvoering der wet weinig terecht kwam.
Hier schuilt juist de moeilijkheid voor den'
tiemirigen arbeidsdag bij den landbouw. In
een volgende kroniek hoop ik middelen aan
te geven om hierin te voorzien.
Kippen en Konijnen
WtELKE^KTTFEasr ZIJN de beste»
Ds ooriag was voorbij, de misère vpn erw
ten- en boonenpiksel, haver- en gerstafval,
om van de tallooxe orzatamid delen niet te
«preken, «©loden, reeds lag de eerste pracht-
kwaiiteit buitenlandsche gerst weer voor de
étalage-ramen der voeder winkels, waarom
zon juffrouw van Huigen, dan nog langer
dure eieren fcoopen, nu ze in staat was zelf
kippen te houden, temeer dato er nog altijd
sen kippenhok, door den vorigen bewoner»
gebouwd, op bevolking wachtte»
Dies toog ze er op uit en voorzichtig als ze
was informeerde ze eerst bij haar buurvrouw,
die vroeger ook altijd kippen gebonden had,
welk kippenr as wel het best was.
De buurvrouw had altijd witte Wyandot
te* gehad, die haar uitstékend bevallen, wa
ren, dus werden deze warm gerecommandeerd,
klaar onze juffrouw was zéér voorzichtig,
dies ging ze naar 'n tweeden kennis en vroeg
eok diens oordeel. „Witte Wyandotte» moet
je nooit nemen, die zijn doorloopend broedsch,
patrijs Leghorns moet je hebben, dit zijn nog
eens kippen 1" Van zelf «preekt, dat toen om
een beslissing te krijgen nog eens het advies
van een derde ingewonnen werd. Deze kamde
èn Wyandottes èn Leghorns af en stak de lof
trompet over zijn Koekoek Plymouth Rock».
We zullen juffrouw van Huigen niet op
haar verdere omzwervingen volgen. Wat de
een had aanbevolen, brak de ander weer af
en ton slofte hadden ze 'allemaal 'gelijk, om
dat de vraag verkeerd gesteld was. Men
spreekt van ras wanneer de ouder lieden hun
kenmerken en eigenschappen onveranderd op
'hun nakomelingen overdragen. Een wit leg
horn is due raszuiver, wanneer deze aan de
standaardeisehen voor* wit leghorns gesteld,
voldoet en de uit' zijn eieren verkregen kui
kens steeds weer wit leghorns zijn, dus geen
zwarte vleugels, een blauwe staart of iets der
gelijks vertonnen en geen donkerbruine eie
ren leggen.
Om dezelfde reden warden de „Barnevel
ders" b.v. nog niet tot ras gerekend1, maar
alleen nog al» een kruising beschouwd. Nu
aal de eem zijn Wyandottes voor een tentoon
stelling fokken en uitsluitend op vorm en
kleur letten, een ander zal uitsluitend aan de
ei or productie denken, terwijl een derde weer
het midden tusachen deze beide uitersten gaat
houden.
Hieruit volgt dus weer, dat in één ras ver
schillende kwaliteiten tonnen huizen en ge
woonlijk oo'k zullen huizep. Het hangt im
mers maar geheél van de richting af waarin
de hoenders gefokt zijn. De „stam" geeft
hierin den doorslag.
Een „stam" moet ergens door ..uitmunten,
opvallende eigenschappen oif kenmerken héb
ben, veel en groote eieren leggen, groot of
slank van vormen zijn, korte of groote kam,
het doet er niet toe -vat hébben. Koopt men
dus rasboenders, dan dient men zich er eerst
van te verzékeren, in' welke richting die die
ren uitmunten, 't zij door vorm en kleur, 't
zij door eierproductie. We hebben schitteren
de Plym. RoCks, Rh. Islands Goud- en zilver
Wyandottes, Otpingtonis en Leghorns gehad,
maar van het zelfde ras ook groote klungels.
Het is absoluut onmogelijk om te .zeggen
dit en dat ras is hét beste. Hoogstens zal men
kuntnen zeggen, dat iin een bepaald ras veel
goede stammen voorfcomdn ,em gewoonlijk
zal dio dan een onzer populaire rassen zijn.
Dc Wit Leghorns staan dan wel bovenaan.
Buitenland
EEN ééNARMIG TROMPETTIST
Bij de jongste examens van het Panische
Cor&ervatorium in een „prix d'exellence" voor
trompetspel behaald door een candidaat, Jas-
part genaamd, die in den oorlog zijn linker
arm had verloren. Vóór dien bespeelde hij de
klarinet, doch door zijn ongeluk kon hij dit
instrument niet meer hanteeren. Hij legde
zich nu op het trompetspel toe en wist zich
de vaardigheid te verwerven, met één hand
zoowel het instrument vast te houden als de
pistons te laten functioneeren. Met het hier
gemeld schitterend resultaat.
DE WONDEREN VAN DEZEN TIJD.
De leden van het Engelsche parlement heb
ben in een van de commissiekamers kunnen
Eraten met waarnemers van vliegtuigen, wel-
e op verscheiden duizenden voeten hoogten
vlogen op afstanden van 10 tot 20 mijl.
Grammofoondeuntjes uit Apperfield afge
zonden werden duidelijk gehoord. Op een ge
geven oogenblik werden de golven van den
Eiffeltoren opgevangen, later stegen de
vliegtuigen te Apperfield op en werd de com
municatie met twee waarnemers geopend. Nu
en dan, als decondities bijzonder gunstig
waren, klonk de overgebrachte stem in de
commissiekamer zeer krachtig. Generaal See-
ly, de minister voor de luchtvaart, was aan
wezig en een van de boodschappen, welke ge
zonden werden, was de uitnoodiging van See-
ly aan de twee waarnemers en bestuurders
om bij hem te komen dineeren. Seely deelde
mede, dat de langste gesprekkensfeer van een
luchtschip 165 mijl is en van een vligtuig
105 mijl.
BESCHRIJVING VAN BEROEPEN.
Bij den dienst der arbeidsbemiddeling in
Amerika is zoo leert ons een artikel in de
laatstverschenen aflevering van hei Centraai
Bureau voor de Statistiek om zoo goed
mogelijk aan de aanvragen om arbeidskrach
ten der werkgever te kunnen voldoen, een
beschrijving van de werkzaamheden in de
verschillende beroepen ernstig gemist. Ten
einde hieraan tegemoet te Komen, heelt, op '1
verzoek van het Departement van Arbeid, het
Bureau voor Arbeidsstatisüek met medewer
king van werkgevers en arbeidersorganisa
ties, geleidelijk voor alle bedrijven een derge
lijke beschrijving tot stand gebracht. Het is
dc bedoeling om met de beroepsbeschrijving
zoover te komen, dat voor iedere soort van
werkzaamheden een beroépsnaam vastgesteld
wordt, welke in alle ondernemingen en in al
le deelen van het land van toepassing is. Ook
in Duitschlanu is om dezelfde reden de wen-
scheliilcheid gebleken om over een
roepsbesehrijving te kunnen beschikken.
Hieraan kan worden toegevoegd, dat in
ons land het gemis van een op goede grond
slagen samengestelde beroepsgroepeering ten
zeerste gevoeld werd door net Centraal Bu
reau voor de Statistiek, o.a. bij dé bewerking
van haar loonstatistieken. Dit bureau is er
dan ook reeds toe overgegaan, om met voor
lichting van deskundigen voor een aantal in
dustrieën een beroepsindeeling te maken. Ook
hier te lande komt het nog maar al te vaak
voor dat werklieden, die dezelfde werkzaam
heden verrichten in de eene gemeente, zelfs
in de eene fabriek, met dezen, in een andere
gemeente of fabriek met geen naam worden
aangeduid. Verwacht wordt dat deze nieuwe
beroepsindeeling ook bij de a.s. volkstelling
van 1920 goede diensten zal kunnen bewijzen
en voorts ook bij de beroepssterfte-statistiek.
Een beschrijving van de verschillende
werkzaamheden, welke in elk beroep voorko
men, bestaat nog niet, althans niet in dien
uitgebreiden vorm, welke in Amerika toepas
sing vindt. Wel vindt men in de laatste loon
statistieken van het Centraal Bureau voor de
Statistiek een meer beknopte beschrijving van
de onderscheidene werkzaamheden in het be-
Staten het licht zien ook van het grootste be
drijf. Ongetwijfeld zijn de uitvoerige beroeps
beschrijvingen zooals die in de Vereenigde
lang voor de beroepskeuze.
EEN KOELKAST ZONDER'IJS.
In een Duitch blad wordt een beschrijving
geven van een zeer eenvoudige koelkast
[et is een kastje met een dubbel isoleerende
wand, die boven de waterleiding wordt op
gehangen. Een slang wordt aan de kraan, be
vestigd, deze slang condt tusschen de twee
wanden in le kast, zoodat de tusschenruimte
bij hét openzetten van de waterkraan geheel
met water is gevuld, dat aan den anderen,
kant door een kraan verwijderd wordt, welke
laatste kraan dus opengedraaid wordt als
men water noodig heeft. Bij deze constructie
wordt eene flinke afkoeling verkregen, terwijl
geen druppel water verloren gaat. Een der
gelijke koelkast kan iedereen aan zijn fon
teintje verbinden.
DE WICHELROEDE VOOR HET ONT
DEKKEN VAN KALI-BEDDINGEN.
Reeds in 1911 heeft men in Hannover gun
stige resultaten verkregen met het gebruik der
wichelroede bij het aanwijzen van kali-mij
nen. Volgens een bericht van „Prometheus"
heeft men thans in Thüringen deze pogingen
herhaald en zeer juiste gegevens verkregen
betreffende de verschillende gesteenten on
der den grond. Zelfs een bazaltlaag, die op
100 meter diepte onder een zoutbedding ver
borgen lag, werd aangetoond. De proefne
mingen moeten' als uiterst geslaagd worden
beschouwd.
EEN LEXICON OVER HET DEUT
SCHE NOODGELD.
De Duitschers zijn voor alles een volk van
systematici. Zoo wordt thans een lexicon van
het Duitsche noodgeld uitgegeven, dat onder
dentitel van „Kleingeld-Ersatz 1914-1919"
eerdaags zal verschijnen. Het werk is ter
hand genomen dóór Dr. Schram, directeur
van het Duitsche cultuur-museum te Leip
zig. Het moet wel een omvangrijk boekdeel
zijn, want iedere plaats in Duitschland heeft
zoowat zijn eigen noodgeld, een groot gemak
voor.vervalschersMaar minder voor het
publiek dat bijv. met het Barmensche geld
niet eens in Elberfeld terecht kan.
AAN DE DAMMERS!
Met dank voor de ontvangen opl. van pro
bleem no. 559 (auteur Kleute.)
Stand.
Zw. 3, 8, 10, 20, 25, 27, 29.
W. 23, 28, 34, 42 43, 44, 47.
Oplossing.
1.
2.
3
4.
5.
3430
43—38
28—23
38—32
42 :4!
1.
2.
3.
4.
25 34 gedw,
29 18.
18 :29r
27 38.
'Gerling, J. Houtkooper, te Alkmaar. A. Re
nooy te Koedijk, A. Keppel, Noord-Schafwou
Goede opl ontvingen wij van de heeren
W. Blokdijk, R. W T Bosman, P. Dekker,_D
"oop
K<__
Lantinga, Bellingwolde.
De domwedstrijd van j.l. Zondag.
Op dezen damwedstrijd willen wij nog
gaarne even terug komen.
Het aantal deelnemers (22) is ons niét
meegevallen. Er waren zoo goed als geen
deelnemers van buiten. Voor dergelijke wed
strijden moet aan de Langedijk, in Hoorn,
Enkhuizen, Schagen, Wortnerveer, Zaandam,
Limrnen, enz. meer reclame worden gemaakt.
En dan kan het niet anders of er komen min
stens 50 dammers. Wil men de leden van bij
den Ned. Dambond aangesloten vereenigin-
5en op den wedstrijd zien, dan is het noodig
at V. V. V. zich zelf ook aansluit bij den
Ned. Dambond. Wat de gespeelde partijen
betreft, deze stonden v.n.l. in de lagere klas
sen ook op een laag peil. Er werd ook veel te
vlug gespeeld.
In sommige partijen kwamen aardige stan
den voor. Wij kunnen ze niet alle bespreken.
Enkele zul Ier. wij in cijfers aangeven, opdat
de betrokken spelers en ook anderen ze nog
een,s kunnen nagaan.
De volgende stand kwam voor in de partij
Renooyv. Gulik.
mm
w/m'"vm
W/
véM
m Om
we&i WW
en zwart 914. Deze 'aatste zet ia avontuur
lijk. Als wit eerst schijf 25 offert cn daarna
3126 speelt, wint hij een schijf, maar wit
speelde direct 31—26, waarna volgde zw.
29 :20, w. 26 :6, zw. 23—29, w. 32 34,
zw. 14—20, w. 36 :27, zw. 13—19, wit 25
23 ca zw. 18 :47 (5 sefc. op dam.)
In de partij v. Gulik—Scürieken kwam het
volgende voor:
Zw. 3, 9, 10, 13, 14, 16, 19, 20, 21, 23,
24, 26.
W. 22, 25. 28, 30, 32/35, 37, 38, 42, 43, 48.
Wit speelde.
1. 33-29 1. 24:33.
2. 38:18 2. 21—27.
3 01 31 3 13 33
4'. 31—27? O. i. had wit hier door 43—38,
zw. 9^—13, w. 38 :29, zw. 19—24, w. 30
19, zw. 13 :33, w. 48 :43 en daarna 43
38 een schijf kunnen winnen daar 3339 niet
kon.
Verder noteerden wij nog de volgende stan
den:
I. Zw. P. Dekker 12, 13, 16, 19, 21 24, 25.
W. Bosman 27, 28, 32/35, 39. Wit aan
zet.
II. Zw.'Renooy 3, 6, 13, 14, 17, 18, 19, 22,
23 24.
W. s'chrieken 11, 25, 26, 30, 35, 36, 38,
39, 43, 48. Wit aan zet.
III. Zw. Amelsbeek 7, 9, 15, 18, 19, 28.
W. Kater 21, 25, 30, 31, 38, 39. Zwart
aan zet.
IV. Uit een vluggertje.
Zw. v. Gulik 0, 9, 12, 13, 14, 16, 26, en
dam op 15.
W. Stammes 23, 25, 35, 36, 39, 41, 43 en
dam op 41.
Zwart speelde: 1419 (23 :3), 1217
(4 11, 6—17 (3 21). 35 24 ep wit was
beide dammen kwijt, 't Slot was remise.
Ter oplossing voor deze week:
Probleem 560 van A. Renooy, Koedijk.
Zw. 5, 7, 8, 13, 14, 16, 17, 19, 21, 22, 27,
28.
W, 25, 29, 30, 36, 37, 38, 41, 42, 43, 45,
46, 48.
Opl. voor of op 21 Aug. b. v. d. blad.
Naar het Engelsch
van BEATRICE HERON-MAXWELL.
Nadruk verboden.
John stond voor zijn boerderijtje en bekeek
een nieuwe molien-val, die door kanzelve was
uitgedacht en in elkaar geknutseld. Een lich
te voetstap in de laan dichtbij deed John die
richting uitkijken, en een korte ruk aan zijn
pet werd beantwoord door een glimlach van
een lief mondje, terwijl een vroolijke stem
vroeg:
„Alweer een nieuwe val, John? Wordt je
niet moe van dat voortdurend vangen van die
stomme, blinde beesten
Zij was naderbij gekomen en John bemerk
te, dat zé wat buiten adem was, dat er In haar
oogen een ondeugend lichtje glansde en haar
haren onder dén grooten zomerhoed wat wan
orde verrieden.
„Mevrouwtje," zei hij, „zij zijn niet blinder
dan u of ik. Zij kunnen wat goed zien; er
zijn menschen, die vrij wat slechter oogen
hebben."
ook nu weer een zekere bedoeling scheen te
liggen, waar zij verder geen acht op-sloeg.
Lady Vale tuurde de laan in naar den
we;
reel
Lady vale tuurae ae ïaan in naar tien
g, tiie van het kamp lihks afboog, terwijl
:hts het hek van Pine-wood open stond,
hn, haar blik volgend, las haar gedachten
beantwoordde ze.
„Sir Michael is vroeg van zijn dienst,"
;rkte hij pp„hij komt over 't algemeen niet
dit uur thuis."
Zw. 1, 3, 8, 9, 11/13, 16/18, 22 23, 28.
W. 25, 27, 31, 32, 33, 36, 37, 39, 42 44,
46, 48, 49.
Zwart aan zet speelde 1721, wit 4943
John, haar blik volgend, las haar gedachten
en beantwoordde ze.
dienst,"
merkte
°P
Het jonge vrouwtje schrok en tastte onwil
lekeurig met haar hand naar haar verwil
derde haren.
„Is hij huiswaarts gegaan?" vroeg zij.
„De auto draaide tenminste eenige minu
ten geleden het hek binnen, voordat mevrouw
in de laan kwam."
„Dat wist ik niet, dan moet ik gauw gaan,
John. Hij vindt 't prettig mij thuis te vin
den."
Meteen liep zij met haastige passen weg.
John keek haar stil na; daarna lei hij de val
weg en onder het fluiten van een oud refrein
tje stapte hij zijn huisje binnen.
John had het altijd druk en hern had de
tijd ontbroken om getrouwd te raken. In het
dorp heette het, dat John de vrouwen geen
gedachten schonk, en toch, zou John een ver
borgen zwakheid hebben, dan was het juist
voor een lief snoetje: zijn bewondering ken
de dan geen aanzien des persoons, geen
standsverschil.
Vanuit zija klein domein nam hij vele din
gen waar en sedert Sir Michael en zijn vrouw
op Pine-wood waren komen wonen, had hij
ze rustig gade geslagen. Hi) had u kunnen
vertellen, waarom Sir Michaël geregeld
's morgens of 's avonds den langen nt vanuit
het kamp, waar de manoeuvres plaats vonden,
naar huis ondernam, inplaats van rustig zijn
tent te blijven bewonen, of hoe het kwam
dat zijn vrouwtje, aanvankelijk pruttelig om
de eenzaamheid van 't stille landhuis en ge
wend aan de hulde van vele vereerders in
de stad, zich langzamerhand inleefde in de
omgeving, troost vindend, waar die zich haar
aanbood....
John had met hen beiden te doen, want al
waren ze zeer verschillend van elkander, toch
hadden ze hunne goeie kanten. Maar hun
huwelijk, aanvankelijk gelukkig, dreigde te
bederven.
Hij had deze gedachten menigmaal voor
zichzëlve uitgebroeid, en later schenen ze
hem de moeite zijner volle aandacht waard.
Want Sir Michael bleef vaak langeren tijd
afwezig en zijn vrouw zou zeker de einde
loos-lange zomeravonden onhoudbaar verve
lend gevonden hebben, als er niet iemand ge
weest was, die....
John had ze samen eens verrast, toen ze el
kaar in het bosch bij eene kromming goeden
dag hadden gezegd.
Hij was op den loer van een mollengang,
niet vermoedende dat hij zondaars op twee
beenen zou verrassen, die door hun veelbetee-
kend fluisteren zich verrieden, zoodat hij, ont
hutst, stand hield, tegen wil en dank gemengd
in een intiem tweegesprek.
Zij waren te veel vervuld van hun eigen
gedachten om hem op te merken, met be
zwaard gemoed en ernstig gezicht keerde de
oude naar zijn woning terug, blij, verlost te
zijn uit dit gedwongen luistervink-spelen.
Maar hij hield voortaan geregeld de wacht
over hen en hij zorgde ook meermalen, dat hij
bij het hek was bij aankomst van de auto,
zoodat hij eepige oogenblikken met Sir Mi
chael kon spreken en bijzonderheden verne
men van wat er in hei kamp mogelijk voorbe
reid werd. Zoodoende hoorde hij dat er spoe
dig een nachtelijke overval zou plaats heb
ben, waarin Sir Mie1 ael aandeel had. En
dienzelfden avond, verborgen door hooge va
rens, werd hij toevallig iets gewaar, en hoe
wel het hem niet verwonderde noch van de
wijs bracht, hield het hem dusdanig bezig,
dait de nacht een heel eind verstreken was,
voordat hij zijn besluit had genomen.
Den volgenden dag ging John voor „val
len" erop uit ën eerst laat keerde hij weer,
moe, doch voldaan.
Den volgenden nacht, toen het uur van
„aanval" voor het kamp naderde, klopte John
zijn pijpje uit, zette een pet op 't hoofd, nam
een stok in de hand en kwam naar buiten.
„Deze donkere nacht zou hem maar wat
goed te stade zijn gekomen, maar nu zal ze
mij helpen!" mompelde de oude, terwijl hij
langs de heg sloop in de richting van Pine-
wood. De zware takken van de oude boomen
verborgen aan iederen voorbijganger de don
kergroene auto, die daaronder stil hield, maar
de oogen van John keken even scherp als de
molien in het duister en hij ontdekte al heel
gauw het voertuig. De man aan het stuurrad
zaït onbewegelijk, als in spanning, en John
ais bij instinct herkende het slanke figuur van
den „kapitein."
Met iermen tred liep hij langs de auto, tik
te aan zijn pet en zei vriendelijk tegen den
man onder de boomen: „goeienavond, me
neer 1"
De kapitein wendde zich met tegenzin naar
den rustverstoorder, gaf een onduidelijk
woord ten antwoord, waar hij, na een poos
aan toevoegde: „ga je ver er opuit? Wil je
meerijden?
John glimlachte stiekum, dank zij de' don
kere omgeving, want hij begreep dat de weg,
dien hij zou hebben voorgeslagen, niet die
van den kapitein zou zijn geweest en dat
diens vriendelijk aanbod een andere bedoe
ling had.
„Ik blijf hier om den aanval van nabij te
zien." zei hij leuk, „ik dank u wel voer uw
aanbod."
De kapitein schokte omhoog: „Wat voor
aanval? Waar heb je t over?"
John stapte dichterbij en antwoordde ver
trouwelijk
„Er wordt vanuit het kamp een nachtelijke
tnarsch gedaan en de aanvallende partij on
der commando van Sir Michael heeft op
dracht om het terrein hier rondom te bezetten.
U zult geen geluid waarnemen tot op het
oogenblik, dat zij plotseling met losse patro
nen deze schaduwplek beschieten."
„En wanneer zal dat plaats hebben,"
klonk het ongeduldig.
„Waarschijnlijk ever een minuut of tien.
Als u buiten schot wilt blijven, meneer, ter
wijl u toch wachtende is, weet ik een veilige
plek. Ze zullen zich hier maar kort ophou
den."
Een stilte volgde, die eindelijk onderbrokën
werd door John's nadenkend-uitgesproken
vraag: „Ik zou wel eens willen weten "of me
vrouw erg ontstelt, als zij het schieten hoort.
Ik vrees van ja."
„Luister," sprak de kapitein; „ik ga naar
de veilige plek, die je mij zult wijzen,en ga jij
daarna mevrouw waarschuwen.
„Ja, dat dacht ik ook bij me zelf," stemde
John in.
De kapitein manoeuvreerde zijn car behen
dig naar de aangewzen plaats, dat een leeg
schuurtje bleek, aan John in bruikleen afge
staan voor zijn mollenvangst-operaties.
„Ik zal de deur sluiten, zoodat u gedekt
is, riep hij den jongeman toe, terwijl hij het
hangslot aan de buitenzijde met een sleutel
afsloot.
„En nu vlug naar mijn lief baronesje,"
mompelde de oude en stapte met vlugge schre
den langs achterweggetjes naar de oprijlaan
van het buiten.
Een slank figuurtje hield plotseling haar
passen in, onzeker, toen hij vanuit de donke
re struiken haar tegemoet trad.
„Barones!" riep John met verwondering
uit.
„John! jij hier!" lachte zij hem met geraak
te stem toe. „Wat doe jij hier? Je zoudt me
aan 't schrikken brengen."
„Dat spijt me heel erg, mevrouw. Ik was
op weg naar uw huis om u te waarschuwen,
dat de soldaten in aantocht zijn met Sir Mi
chael aan 't hoofd, voor een nachtelijk ge
vecht en dat u geen angst moet hebben om al
de vreemde geluiden rondom uw huis."
„Sir Michael?" stotterde zij, „ben jij daar
zeker van, John? O, ik zal er niet van schrik
ken, 't is immers maar spel Wanneer komen
ze, John?"
„Ditzelfde oogenblik, mevrouw. U zoudt ze
misschien zelf al kunnen waarnemen."
„John," vroeg ze stamelend, „John, zag "je
al toen je hierheen kwam, zag je mis
schien ook.... iemand.... ergens.
„Er zat een meneer in een auto, maar die
is weggegaan, Hij vroeg mij of ik mee wou
rijden. Ik ken hem bij uiterlijk, hoewel hij
mij misschien niet kent. Hij zal nu wel eeni
ge mijlen hier vandaan zijn, naar zijn vrouw
en kinderen, want ik hoerde, dat de familie
hier in de buurt woont."
John hoorde een zucht, een gejaagde
ademhaling, doch bijna tegelijkertijd weer
klonk een salvo van geweerschoten.
„Ik ga gauw naar huis, John, goeie
nacht l"
Zij keerde zich ijlings om en liep haastig
naar huis. Even later zag John een- licht ach
ter de vensters op de eerste verdieping en
stelde zich gerust met de overtuiging, dat
zijn baronesje veilig in haar slaapkamer was
Hij keerde terug naar de donkere struiken en
wachtte gelaten op het beëindigen der ma
noeuvres, die den oude het aanschouwen van
een zonsopgang bezorgden .met stijve knok
kels, en verkleumd lichaam. Toen alles uit
zicht was, liep Ithij naar zijn schuurtje; een
kwade stem vloekte hem tegen: „Voor den
duivel, man, waarom heb jij me hier opge
sloten
De kapitein zette daarna zijn motor aan en
hoorde amper Joh'n antwoord: „Vraag
wel excuus, meneer, uit maeht der gewoonte
sloot ik de deur."
„Uit dfen weg!" De car reed regelrecht
op hem af en John sprong terzijde, juist ver
genoeg om den wagen vrij door de open
deur te laten passeeren.
Toen John zijn eigen huisje had bereikt,
zag hij nog slechts een stip tegen de heuve
len. Onwillekeurig hield hij een alleenspraak:
„Het is heel gemakkelijk om sommige
menschen als mollen te vangen", peinsde hij.
„Ik ben bijna zeker, dat die meneer wel weet
dat mijn barones geld van zich zelve heeft
Ik denk toch, dat hij er weinig van zal zien.
Mijn mevrouw heeft een goed hart en zij en
Sir Michael zullen weer wat nader tot el
kaar komen. Zij heeft vannacht heel wat uit
gestaan." En meteen hing hij het hangslot
aan den spijker.
„Een van de beste sloten, die je ooit ge
had hebt, John,,, mompelde hij, „cn een van
de ergste mollen, óóit door je gevangen-"
Toen Sir Michael tegen den morgen thuis
kwam, vond hij zijn vrouw met een rustig
gezichtje den slaap des rechtvaardigen sla
pen. Zij opende naar oogen, toen hij zich
over haar heenboog en sta khaar armen naar
hem toe als een ondeugend kind dat in onge
nade was geval'en, maar blij is, als alles ver
geven en vergeten wordt.
„O, Mike!" zei ze, „wat heerlijk dat jij
daar bent, dat je veilig hier terug bent, bij
mij
Hij glimlachte: „Hebben de geweren je
verontrust, kindje? Ik heb zoogenaamd he
vige wonden opgeloopen, maar ben, met eer
oyerladen, uit den slag te voorschijn geko
men! En inmiddels hadt jij 't maar wat
goed. klein, slaperig vrouwke, in je rustige
huis!"
En blij dat haar stemming, die den laat-
sten tijd niet prettig was, zóóveel liever
scheen, boog hij zich nogmaals over haar
heen en kuste haar dankbaar.
„Heerlijk, dat je terug bent", mompelde zij
nog zacht, terwijl ze met gelukkigen glim
lach indommelde.
Vd\crltMiliëfi.
GEDEPUTEERDE STATEN
VAN NOORDHOLLAND
brengen ter kennis van belangheb
benden, dat door hen bij besluiten
van heden aan JOH. OUD en J.
KOEMEESTER te URSEM inge
volge de wet van 13 Juli 1895
(Staatsblad No. 113) voor den tijd
van 5 jaren ingaande met de dag-
teekening der beschikking, resp. ver
gunning is verleend tot het vervenen
van de perceelen, kadastraal bekend
gemeente Ursem. Sectie A No. 88 en
Sectie C No. 137,
dat van de voorwaarden, waaron
der die vergunning is verleend, ken
nis kan worden genomen ter Secre
tarie der gemeente Ursem en
dat ingevolge artikel 5 der boven
aangehaalde wet het aan ieder be
langhebbende vrijstaat binnen dertig
dagen na de dagteekening van het
nummer der courant, waarin deze
bekendmaking is geplaatst, van die
beschikking in beroep te komen bij
Hare Majesteit de Koningin, welk
beroep moet worden ingediend' bij
den Commissaris der Koningin in
koningin
ing'
I<o
deze provincie,
Haarlem, 6'Augustus 1919.
A. RöELL, Voorzitter.
MEINESZ, Griffier.
Als geschenk van het Zuid-Afri-
kansche Volk is voor deze gemeente
ontvangen 300 K.G. Maisgries, be
stemd om gratis te worden uitge
reikt aan 400 personen; in de eerste
plaats komen daarvoor in aanmer
king houders van Normaalmargari-
nekaarten; deze kunnen op DON
DERDAG 21 AUGUSTUS a.s. op
vertoon van genoemde kaart ten kan
tore van het Distributiebedrijf daar
voor bons in ontvangst nemen; de
hoeveelheid, die dan nog over is,
wordt, voorzoover de voor raad strekt
beschikbaar gesteld voor hen, die
daarvoor in aanmerking wenschen
te komen en kunnen deze op VRIJI-
DAG 22 AUGUSTÜS een bon ko
men afhalen.
De kousen, indertijd door verschil
lende personen besteld, zijn thans
ontvangen en voor deze vanaf
MAANDAG 18 AUGUSTUS a.s.
gedurende een week verkrijgbaar op
een bon. ten kantore van het Distri
butiebedrijf in ontvangst te nemen;
daarna worden ze vrij verkocht.
[Ui]:»*, vv fvoinuu, x J-/V.IUIV1 J-/
W', 'Jtïï?/,
■V
-X-