DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN
\o. 235
19 9
M A A S I) A Gt
B OCTOBER
Parysclie brieveu.
FEUILLET0 5.
l'roviuciitai Aieuws.
A J
II Kil wAAMiiihBtnllnn nut 3 m»«ndsn I 2 00 trsnoo por post I 2,50 Bowl|snummort 5 ct Ad»»rtenttoprl|s 20 ct, por regol, grootoro lottors naar plaatsruimte.
bonP.Ptoot.prll. bl| vooruitbetaling par - s,n H-ndol.dUkhorl( h. Hurm. Co.lo, Zoop. Voord.m C 9. Tolol. 3.
(Van onaen Paxij®chen correspondent.)
(Nadruk verboden.)
Parijs, 28 Sept. lölö.
Nng twee groote mannen.
Het groote „discours" van Clemonoeau,
vóór de verkiezingen is uitgesproken; do
moede rede van een ouden moeden man, do
rede van een der grootste figuren nog dar
meest recente historie, een mat .pleidooi voor
het vredesverdrag en voor den Bond der .Na
tiën, een moede „oratio pre domo" tenslotte
van een heersoher die voorvoelt dat zijn rijk
hem nu wel ontvallen zal.Be père de la
Victoire. Clemenceau is ©en ©ud man gewor
den en het schijnt dat zijn groot enthousias
me, zijn militante natuur, zijn krachtige
.geohtstreeksche" geest eindelijk nu toch,
door de ondermijnenede gebreken van den
ouderdom aangetast worden.
Echter niet alleen do gebreken des ouder-
doms hebben h'ier invloed, lijkt kot wel. Om
een politiek leider te -zijn en te blijven im
mers moet men een zeer positivistische men
taliteit bezitton en de suggestieve bezieling,
van wie zich bepaalde on beporkto tot een
afgebakend sterk gemanifesteerd idealon
complex Ülcmonoeau, die oud on ver
moeid is sinds het laatste half jaar, schijnt
eindelijk die philosofische deconcentratie
des goestes te krijgen die immer hot kostbaar
eigendom was van den nobolen grijsaard, die
inziet de onvolmaaktheid van alle mensehe-
lijk streven. Wint dus een vitale natuur als
Clemenceau, door dezen inkeer, aan men-
achelijkheid; als politiek leider verliest bij
die suggestieve kracht, die het kenmerk is
der eenzijdige, der doelbewuste, der gecon
centreerde, obstinate dragers van eon voorop
gestelde idée.
Clemenceau'® rede, die een apologie, een
verweer, een verdediging meest worden van
zijn laatst groote directe staatsmanswork, is
niet anders geweest dan een 'bijna geresig
neerde bespiegeling van de onvolmaaktheid
van alle menschelijke en dus ook zijn eigen
arbeid. Eu, zooals ik zeide, _was da suggestie
eener blinde overtuiging, die in de politiek
zoo groote macht kan zijn, als ze geschraagd
wordt door een 'krachtige, vaste intelligontie,
bij deze redevoering te loer gegaan in da ein-
delij'ke sfeer van matheid, van trieste over
peinzing, waarin de eindelijk-grdjsaard-ge-
worden, tachtigjarige staatsman ten slotte
schijnt weg te' zinken. Schoon-tragisch mo
ment, dat zijn partijgenooton evenzeer moet
ontroeren als de nobelste zijner •»togenstaii-
ders. Zoo' zal nu da vermoedelijke val van den
staatsman Clemenceau, die een karakter was
met alle groote krachten, met alle betrekke
lijke deugden en betrekkelijke fouten, een
geprononceerd krachtig militant 'karakter
eigen, die ontroerender is dan het neerstorten
van een blind argeloos heerscher in zijn volle
kracht; zoo zal het hengaan van Clemenceau
thans ontroerender zijn dan wanneer hij had
moeten wijken midden in een keftigen, jeug
dige politieke strijd; omdat hij thans zelf, in
dezen triesten strijd van groote onzekerheid
alom, eindelijk aan het eind van zijn, zoo
beparlkt-directe en bewuste, doortastende ie-
vensactie na een baast ongekende machts-
prestatie geraakt wordt door bet diep-smar-
telijk inzicht, dat al ons menschorij k werken
en streven immer en altijd vol gebreken zal
zijn en dat alle menscheLij'k trachten van zoo
zeer betrekkelijke waar-de blijft, in het licht
der Menschheid gezien, omdat wij' kleine
menachen veelal slechts ia beperking van
gedachten -kracht van actie verzamelen kunr
nen en de grootere humane inzichten alle
beperkte regelrechte overtuigingen tok wan
kelen brengen en slechts voeren tot een tas
tend, bijna vroom en philosofisch streven
naar het goede, 't sohoono; een streven, dat
in het politieke leven zich wel nimmer een
plaats van betedkenis veroveren zal, omdat de
politicus een vlag moet voeren van bepaalde
duidelijk omlijnde en dus beperkte 'kleur-
schakeer!ng. De hand van Clemenceau, de
heerschershand, die immer hoog de vaandel»
voerde van al zijn momenteel© heftige over
tuigingen, ié moede en de moede -grijsaard
ziet in, het 'Hebt der wijsheid de betrekkelijk
heid der dingen, die hij- eenmaal als vol
maaktheden zich -dacht.
Daarom w-as dunkt mij, zijn rede over het
Vredesverdrag zoo peinzend, zoo bescheiden,
zoo weemodig bijnaj van een zachtheid die
zijn p-olitd'dk aplomb verzwakte, maar die den
mens oh Georges Oiemenoeau 'bijna verhief
van uit het gilde der schitterende politici in
dat der menschelijke philosophen. Miaar wie
eenmaal zijn groote heftige roepstem laat
verstillen tot hef prevelen der -diepere over
peinzingen wordt do-or do groote massa niet
moer gehoord en als massaieider is zijn tij
vox lo open.
Binnen zeer kort verwachten wij de nieuwe
verkiezingen en de actie dar verschillende
partijbladen is hevig en tegenstrijdig als im
mer.
Voort® nieuwe tooneeletakingea, politieke-
en economische schandaaltjes etc.
Ilk stel mij voor u hier nog wat te schrijven
over een ander groot man van Frankrijk!
Anato'le France, een man, die als een waar-
aohtig „dichter" zich alleen -op de wijze der
dichter® gemengd heeft in do dingen van
zijn volk, -d-.w.z. alleen met zijn warme per
soonlijke van aandoening trillende zachte
stem, Anatole France de man die als een
philo'soof vrij 'bleef van partijtwisten en dia
in zijn volk zag niet een groep van menschen
door 'bepaalde lands,grenzen 'bepaald, maar ten
allen tijde besefte de bijzonderheid van tie
Fransehe ziel Anatola France, met zijn
gratie, met zijn heel eigen -pretentielooze be
schouwende blik, met zijn sublieme, dikwijls
-door weemoed gesluierde teedere humor, met
zijn lichte maar altijd gevoelige phantaisie,
met zijn fiere bescheidenheid en zijn immer
in toom gehouden trots, Anatole France dia
do vrijheid- van gedachte, da vrijheid van het
individu zielslief heeft, Anatole France, die
-in de grootste en kleinste leveusontr-oeringen
-altijd teedex en eenvoudig blijft, die critisch
kan zijn zonder wreedheid en lichtelijk cy
nisch -op humane wijze, -die enthousiast is
tonder luidruchtigheid en treurig zonder
uiterlijk misbaar, -die bijna^ -spelend de diep
ste dingen zegt en in zijn speelscbheden zin
rijk blijft, Anatole France is in zijn gansobe
wezen het symbool der groote Fransehe zieh
Zijn werken hébben de kraoht van een Zo-
la, maar zonder eenige ruwheid', de fijnheid
van Flaubert maar zonder eenige po-se, de
fantasie van Merej-skow-slki1 maar zonder eeni
ge banaliteit, het reeële van Querido maar
zonder eenige drukte, het zuivere van Pot
gieter maar zonder eenige zelfgenoegzaam
heid en een ganseh eigen allure, een gansch
eigen emotie, eeu zeer, zeer bijzondere diep
jnenschelijke liefderijke mildheid! dia alles
<k ■ï.rkrenikt.
„Be Bys Rouge" is de meest essentieele
Fransehe roman die bestaat over een Parijsch
vrouwenleven en van -die fijne weemoed van
Guy -de Maupassant.
„Ba Reine Pó'dauquo" en „Jé'ïome öoig-
nardj! de ontroerde, teedere spiritueelo uit
beelding van een zeer Fransehe mannozieL
Anatole France is de man die nimmer naar
de gunst der massa dong. Hij zal niet vallen,
omdat hij zich nimmer verhief.
STéFAN.
Erratum
In den vorigen brief, over Rodin, leze men,
in het midden:
„Madame ltodin dia een „leolijke
vrouw" was iu de obgen der wereld, werd iu
haar toewijding do grootste vrouwelijke
sohoonhedeu deelachtig: oo-gen van moeder
lijke zachtheidens."
UIT EGMOND AAN ZEE.
Het salaris van den gemeente-architect
werdi tot punt 5 aangehouden.
B. en W. stellen voor de salarissen van
Buijs in verschillende functies samen te bren
gen op @50.
De heer Med'k achtte dit te weinig' en stel
de voor 1300. Dit voorstel werd aangeno
men met 43 stemmen.
De heer Jonker stelde voor boven het voor
stel van B. en W. den veldwachter vrij wonen
te geven. Aangenomen met 4—3 stemmen.
Het vorstel van- dm heer Medik om 2 ver-
noogingen van 50 -te geven werd verwor
pen, dat van B. en W. om -twee twee-jaar-
iijksche verhoogingen van 100 te geven
met 4—3 stemmen aangenomen. (Vóór de
heerem Conijn, Snoeks, Jonker en v. Hall.)
Voorstel van de heeren Snoeks en Jonker
om voor den ambtenaar burgerlijke stand
100 te gaan boven het voorstel van B. en
W., werd met 43 stemmen aangenomen
(tegen de heeren Conijn, de Graaf en de
Vrij.)
Tijdelijk ambtenaar secretarie. Voorstel
van de heeren Snoeks en Jonker om 50 te
gaan boven het voorstel van B. er W. werd
verworpen met 52 stemmen.
Een schrijven van den heer K. Wijker, om
salaris-verhooging bewerkt geen verandering
in het voorstel van B. en W. Ook andere be
trekkingen kan hij in gemeente-dienst niet
waarnemen, doch hij zal op voorstel van den
heer Snoeks weer met het cokeshalen belast
worden.
De heer Snoeks stelde voor om mej. Ver-
hoeve/ 50 te geven, boven het voorstel van
B. en W., doch zijn voorstel, gesteund door
de heeren Jonker en Medik, werd verworpen
(4—3 stemmen.)
De salarissen van de dames de Wit en
Heere werden overeenkomstig het voorstel
vastgesteld.
De salarissen van net personeel der gas
fabriek werden aangehouden ten einde eerst
een- advies van de gascommissie af te wach
ten.
De heer Jonker vraagt inlichtingen om
trent de aard van werkzaamheden der
bouwcommis-'.ie.
De heer Snoeks was voor een ambtenaar
van toezicht en afschaffing van de 'bouwcom
missie. Dit laatste stelde hij vooral voor om
den schijn van oneerlijkheid en bevoorechting,
die deze menschen als particuliere werkge
vers zouden kunneng enieten, te voorkomen.
De heer Conijn vroeg daarover nadere in
lichtingen, daar meerdere praatjes over de
vorige bouwcommissie de rondte doen.
„moet je mij toestaan, wat voor je te doen
werkelijk. Je ziet er slecht uit; je hebt ver
andering van lucht noodig een zorgvuldi-
Boor Chailes Garvice.
Vrij naar tiet Eflgêlsch
42)
D„atspijt mij", zei ze. „Ik ik had ge
hoopt tiaar een dienst te kunnen bewijzen,
tiaar te kunnen vergelden neen, vergelden
is tiet woord niet, dat zou ik nooit kunnen
maar ik dacht, dat ik haar weer rijk kon ma
ken"
„Ach'dat idée strekt je tot eer, Becky, het
strekt je tot eer, en werkelijk ik wou dat hei:
gekund had. Maar 't kan niet, weet je, om
persoonlijke redenen spijt het mij ook omda
hij aarzelde even en glimlachte toen zeer
zei ff gen o egza am en keek naar zijn fijne hand
„omdat ik verloofd ben met freule Des
brook".
Met open mond staarde Becky hem aan
met een blik van afschuw in haar oogen.
„JijF' riep zij-. „Jij bent verloofd! dat
dat geloof ik niet! Het is een leugen een
leelijke leugen! Jij jij bent niet geschikt
om haar te trouwen! Zij zou niet kunnen
niet kunnen
Lycett werd rood van kwaadheid. „En
waarom niet? Ik ben een gentleman, ik ben
notaris; ik ben eeo welgesteld man. Zij mag
freule Desbrook zijn, maar ik* ben haar gelij
ke. Een man kan niet meer dan eeni gentle
man zijn?'. Hij redeneerde tegen zich zelf.
even goed als tegen Becky. „Als je mij niet
gelooft, ga het haar dan maar vragen! Het
engagement is op 't oogenblik nog niet pu
bliek!"
Zij keek hem aandachtig ernstig aan, nog
steeds met afschuw ia haar oogen» Lycett
werd wat ongedurig onder haar blik, maar
hij richtte zich op en keek op zijn horloge.
„En nu, lieve Becky", m hij vriendelijk,
ge verpleging. Op mijn woord, je ziet er uit
of je zwak bent. Is er tering in je f amilie?
Ik zal je zeggen wat je doen moest. Je moest
niet in Engeland blijvenje moest van den
winter op reis gaan naar het zuiden van
Frankrijk
Zij leunde achterover in haar stoel, met de
oogen nog steeds op hem gev estigd, haar
handen aan de eene hand had zij een
handschoen stijf samengeknepen- in haar
schoot. Zij dacht ernstig na. Becky was geen
dwaas, waarom stelde hijhaar voor het
land- te verlaten? Niet uit zorg voor haar.
Lycett Grayson had een hart als steen, en zij
wist. dat hij haar haatte, want de haat glin
sterde in zijn valsch glimlachende oogen.
„Nu, wat zeg je daarvan?" ging hij
voort. „Je zult er natuurlijk geld voor noo
dig hebben, maar lieve Becky, we zijn oude
vrienden. Inderdaad, het is mijn plicht
iets voor je te doen met het oog op het verle
den. Als ik je nu eens vijf en twintig pond
gaf of vijftig om je reis te betalen en
nog een sommetje over? Ik ken een aardig
plaatsje, een warm, mooi plekje in de Riviè-
ra. het Zuiden van Frankrijk, je weet wel,
waar de zon altijd schijnt en waar den ge-
heelen winter bloemen zijn. Een bijzonder
heerlijk plaatsje! Daar zou je spoedig op
knappen. En het ^preekt van zelf, ik zou je
een toeslag geven. Laat eens zien, laten we
zeggen vier pond in de week, hè? Daar zou
je het best mee kunnen doen."
„Je bent heel vriendelijk, Lycett", zei ze
zacht.
Hij glimlachte en begon vrijer adem te ha
len Maar de strijd was aog niet gewonnen,
Hij moest het testament krijgen
„Volstrekt niet, lief meisje", zei hij vrien
delijk. „Het doet mij genoegen, een oude
vriendin te kunnen helpen en zulk een in
tieme. Gelukkig heb ik wat geld bij me. Ik
kan het je vanavond dadelijk meegeven."
Na een oogenblik van harde woorden,
sloot dev oorzitter het incident.
Bij de bespreking bleek, dat de raad voor
een commissie is.
Als vorzitter stelden B. en W. den heer de
Graaf voor. Het andere lid moet uit den ge
meenteraad gekozen worden. Bij da stemming
kregen de heeren Medik 3, de Vrij 3 en
Snoeks 1 stem. Bij da volgende stemming
kreeg da heer Medik 4, de heer de Vrij 3
steuunen, zoodat de heer Medik gekozen
werd.
Het voorstel van den heer Medik, om als
nog een opzichter te benoemen, werd bestre
den döor den heer de Graatf en ten slotte
verworpen.
Het salaris van den heer KI. Wijker werd
daarna vastgesteld op 3Ü0 met 43 stem
men (tegen de heeren Snoeks, Jonker en Me
dik).
Aan de orde was daarop de bespreking van
het gas- en eleclriciteitsbedrijf, dochh de heer
Snoeks had tegen behandeling in geheim co
mité 'bezwaar.
Het voorstel tot overgaan in geheim comi
té weid verworpen met 43 stemmen (voor
de heeren Conijn, de Graaff en de Vrij).
De heer Jonker vroeg eenige inlichtingen
betreffende het betalen der gas-sdmld, daar
het werk der gascommissie op een vorig
raadsbesluit was blijven steken.
De heer Conijn merkte in zijn ontwoord
op, dat de commissieleden te ver gingen. Zij
zouden onderzoeken en begonnen met me
ters te laten plaatsen. De commissie is er een
van advies en het meterplaatsen geschiedt op
last van den directeur.
De heer de Vrij zag minder niaar wat ge
beurd is, maar vroeg, wat in de toekomst
moet gebeuren. Hij geloofde, dat de gascom
missie op den goeden weg was.
De heeren de Vrij en Jonker vonden toch
700 h 800 afsnijdingen te kras en willen
gaarne zelf de zaak afhandelen. Verder
merkte de heer Jonker op dat de schuld voor
al zit bij de directie, daar de kwitanties op 3
maanden werden gepresenteerd.
De voorzitter wees op de groote moeilijkhe
den bij het innen der kwitanties en vroeg den
!ieer Snoeks om inlichtingen over het ge
rucht, als zou deze de betaling van enkelen
lebben tegengewerkt.
De heer Snoeks wees er op, dat alles z.l.
zit in de laksheid van het hoofd van het be
drijf. Ook bij wdgesteldiea kwamen geen kwi
tanties.
De voorzitter nam den directeur in be
scherming, tot groote ergernis van den heer
Medik, die meende, dat -de directeur vrijwel
niets gedaan heeft, dan den boel in de war
te sturen.
N'a eenig' dispuut werd met algemeene
stemmen besloten de gascornmiissle in vrije
opdracht te laten werken.
Bij de rondvraag vroeg de heer dé Vrij
om beter toezicht bij de dktrlbutteaangele-
genheden.
De voorzitter zegde dit toe.
De heer Snoeks vroeg opruiming van het
zand op het Kurhausv lak, terwijl tenslotte dc
heer Medik den wensch uitsprak, dat het tol
geld de straatverbetering ten goede zal ko
men.
DE VLIEGMACHINES TE EGMOND
AAN ZEE.
In aansluiting met het bericht van Zater
dag het volgende:
De tweedekker C. 23, die pl.m. 12 uur
landde, was bemand met den korporaal-be
stuurder A. Feenstra en den mechaniriea B.
v. Gondelle. Ofschoon de machine, bij het
landen met den kop in het zand dook, kwa
men beide inzittenden met den schrik vrij.
Natuurlijk was de belangstelling van de
inwoners buitengewoon groot, welke nog ver
meerderde, toen een tweede en derde vliegtuig
pl,m. half twee in het gezicht kwamen. Of
schoon het ééne zeer laag vloog, kwam het
niet tot een landing, het andere, een ééudek-
kr, D. 6, bestuurd aeor den luitenant ter zee
3e klasse H, M. Schmidt Crano, landde op
ruim een paal afstands naar het Noorden.
Met vereende krachten werd het vliegtuig
weer in de nabijheid van het dorp gebracht.
Nadat pl.m. 3 uur eeu automobiel met per
soneel en materieel wa3 gearriveerd vanuit
Nieuwediep, kon met het herstellen begonnen
worden. De ééndekker, die slechts een lichte
beschadiging .had bekomen, kon na eenige
vergeelsche pogingen tegen 5 uur de reis
voortzetten. Minder gelukkig was men met
den tweedeteteffg waarvan de benzineleiding in
het ougerc;J was geraakt, terwijl het zand
het werken deg cylinders onmogelijk nr-'kte
Tegen zessen meende men hem klaar te heb
ben, doch -bij het proefdraaien bleek al dade
lijk, dat de motor niet geschikt was, om de
reis mee voor te zetten, zoodat tot demontee-
ren der machine moest worden overgegaan.
Zondagmorgen vertrok het gevaarte per" auto
weer naar Nieuwediep,
UIT HOORN.
Bij de verbouwing .van het voormalige café
Dalmeyer aan den R-oodensteen te Hoorn
bleek aan den heer H. J. Cramer, architect
Lüt
Lycett ging naar de saf, deed die open en
nam er zijn geldkistje uit; met een klein plof
je zette hij het op tafel; het maakte een pret
tig klinkend geluid. Hij dacht te begrijpen
welk een aangenamen indruk dte geldkist
zou maken op Becky, een arm meisje, zonder
tehuis, zonder vrienden. Hij' dacht te begrij-
Een hoe verleidelijk het vooruitzicht was, dat
ij had voorgespiegeld aan het behoeftige
meisje. Hij nam een pakje banknoten uit het
kistje, telde vijftig pond af en stak ze haar
glimlachend toe; toen trok hij ze terug en
hield zijn hand op zijn rug.
„A propos, lieve Becky", zei hij met een
vriendelijk hoofdknikje, „het is beter, dat je
mij, dat testament geeft. Fiet is geen ding
om te laten slingeren. Het is beter, dat noch
freule Desbrook noch iemand anders iets
afweet van het bestaan van' dat testament.
Zooals ik je zei, het zou maar kwaad bloec
zetten tusschen haar en sir Ralph en een on
aangename stemming verwekken. Geef het
mij maar Hij zweeg plotseling en met
het gezicht naar het vuur zei hij' op achteloo-
zen toon: „Je hebt toch zeker niet aan
freule Desbrook verteld, dat je het
ment gevonden hebt?"
„Neen", antwoordde Becky.
„Zoo, dat is gelukkig! Heel verstandig
van je, heel verstandig! En aan niemand an
ders?"
„Neen", antwoordde Becky weder.
„Mooi zoo", zei hij even kalm als daar
even. „Ik dacht dat je het misschien verteld
hadt. Je hadt met iemand in de stad over het
testament kunnen spreken"
„Ik heb niemand ontmoet waarmee ik er
over had kunnen spreken. Ik ben niemand te
gengekomen vanaf het station."
„En ik hoop, dat niemand je hier heeft
zien binnengaan? Het is niet om je te belee-
digen", met een glimlach, „maar ik heb ep
hooge positie op te houden en ik zou dat nie
lang doen als het bekend werd, dat een moo i
jong meisje mij op zulk een laat uur van dan
avond «en bezonk kwam brengen.
en aan den heer G. H Lückens, die het stu-
cadoorwerk zal uitvoeren, dat zich in de
gang een poortje bevond, dat met een dikke
laag talk bedekt was. Bij nader onderzoek
bleek aan genoemde heeren, dat onder een
dikke talklaag zandsteenwerk, afgewisseld
met metsel- en beeldhouwwerk verborgen zat.
Het interessante geval doet zich voor, dat
men hier gevonden heeft een mooi 17e
eeuwsch poortje, samengesteld uit metsel
werk met zandsteenblokken, bekroond door
een lijst met fries, waarin guirlandes en bo
ven afgedekt met kroonlijst, waarop zich be
vindt een zandsteen-cartouche, omringd met
vruchten en aan weerszijden een pot van
zandsteen. Het mooie metselwerk van gesle
pen steentjes van een prachtroode kleur komt
totaal onbeschadigd onder de pleisterlaag
weg. Over eenige dagen, als het geheel zorg
vuldig zal zijn blootgelegd, is Hoorn een in
teressant poortje rijker.
Door de vereenigiiigen „Oud hoora" zul
len pogingen in 't werk gesteld worden, om
te weten te komen, vanwaar het poortje af
komstig is. Of het wellicht een buitenpoortje
gaf naar
niet in
Of
het in verband gestaan heeft met het oude
Waaggebouw zal een punt van onderzoek uit
maken.
Waar een bevredigende regeling der ar
beidsvoorwaarden uitbleef, heeft de Centrale
Bond voor transportarbeiders voor het kaas-
pakhuispersoneel te Hoorn de staking ge
proclameerd. De staking omvat de persoüee-
len van de firma's Kroon en Zonen, James
Laming, Best en Co., Utermöhlen en Van
Rossum en omvat ongeveer 40 man. De per-
soneelen der firma's De Jong, Schol tee de
Vries en Best en Zonen vallen er buiten.
„Niemand heeft mij zien binnengaan", zei
Becky. „Ik heb gewacht in het laantje. Er
was niemand in toen ik de poort van den
tuin inging."
Hij slaakte een zucht van verlichting.
Mooi zoo. Ik wist wel, dat ik op je be
scheidenheid kon rekenen. Nu, hier zijn de
banknoten. En waar is het testament? Je be
grijpt, nietwaar, dat het veiliger is in mijn
handen. Zouden we het maar niet vernieti
gen, Becky?"
Het was een verkeerde zet. Haar hand
greep naar haar boezem. Zij stond op en
trok haar manteltje dicht.
„Ik neem het geld liever niet aan, Lycett.
Liever niet. Ik kan, mij wel behelpen Ik zal
wel wat sterker en beter worden. Ik kan wer
ken. Neen, ik neem het geld liever niet aan."
„Wees nu geen dwaas, Becky. Denk een
oogenblik na. Bedenk, wat ik je aanbied. Ik
bied je aan: gezondheid, leven en onafhanke
lijkheid; want ik zal die toelage volhouden
zoolang je uit Engeland vandaan blijft.
Kom, wees verstandig! Profiteer van hetgeen
je wordt aangeboden. Geef mij1 het testa
ment
Zij keerde zich half om en keek hem aan.
Een koortsachtige gloed brandde op haar
wangen, haar oogen schitterden uit hunne
donkere diepten.
„Neen", zei ze hijgend van opgewonden
heid, „je geld neem ik niet aan, want ik ga
aan freule Constance Desbrook vertellen wat
voor man je bent. Ik ga haar de oogen ope
nen, haar redden. Ik geef je dat testament
niet. Ik geloof er niets van, dat het van geen
waarde is. Als dat zoo is, waarom wil je het
dan zoo graag hebben, waarom biedt je er
mij geld voor? Je biedt mij geen geld aan
om mijn zelfs wil. Dat weet ik wel Je zou
heel blij wezen, als ik dood was. Het is al
leen om het testament te koo-pen. Waarom
heb je het gestolen en verstopt? Waarom
wou je het zoo dolgraag hebben? Ik geloof,
dat het aan geldig testament is. Ik kan het uit
mijn hoofd. Er staan towo getuigen onder,
hét is gewoon onderteekend. Je wilt haar be
stelen. En dat zal je piet."
Zij; snakte naar adem en was genoodzaakt
zich aan de stoelleuning vast te houden om
niet te vallen. Lycett was doodsbleek ge
worden, de glimlach was verdwenen en de
dunne lippen waren nu gebogen tot een
snauw, waardoor zijn kleine, "gelijke tanden
te zien kwamen. Hij liep de tafel om, zoodat
hij tusschen Becky en het raam in stond.
„O, ben je dat van plan, wou je dat doen?"
zei hij. „Je wou naar freule Constance Des
brook gaan Je stelt je tusschen haar en mij
je vernietigt de hoop van mijn leven? Je wilt
dit testament bekend makenje wilt mij: in de
wielen rijden Jou slet Geef mij het tes
tament, geef het mij, zeg ik je! Ik heb het
noodig! Wees nu geen dwaas, Becky. Ik wil
het hebben, zeg ik j-e!"
Hij trad een paar stappen nader, zij deins
de terug, met uitgestrekte handen, om zich
van hem af te houden.
„Kom niet mij mei" hijgde ze. „Raak me
niet aan! Ik zal om hulp roepen!"
En zij riep inderdaad om hulp.
Lycett lachte een akelige laph „Roep
maar, gilzei hij onbezorgd? „er is niemand
die je hooren kanhet huis is eenzaam, ver
laten. Nogmaals, wil je mij dat testament ge
ven? Als je weigert, dan waarschuw ik jel
Om Gods \yil, Becky, daag mij niet uit. Ik
ben een wanhopig man. Je bedreigt mij in
mijn liefste hoop. Zonder het te weten be
dreig je me met mijn ondergang. Voor je er
gen bestwil, wees verstandig. Neem dit geld
aan ik zal je duizend pond geven voor dat
testamentja, duizend pond. Denk eens aan
Denk een wat je daar van doen kunt! Wat
kan het jou schelenHet is niets dan ziekelij
ke sentimentaliteit, die vereering van jou
voor Constance Desbrook. Iedere man,
iedere vrouw op de wreld zorgt voor_ zich
zelf. Maak mij niet boos. Ik verzoek je, ik
smeek je voor je eigen bestwil mij niet boos
te maken! Kom. kom, wees een goed meisje!
Het testament, net testament!"
(Wordt vervolgd).
Ql» WIT»' 1 u" 2 bl
11
T
iHNMJMPI
V