Distributie ran LETsnsmiddeleB
Honderd een ei twintigste Jaargang.
FMTlLkKTQI.
Y'ij(la24 October.
SCHOUW.
BUROEMEESTER en WETHOUDERS
der gemeente ALKMAAR brengen bij deze
ter kennis van belanghebbenden, dat op
WOENSDAO 5 NOVEMBER drzes jaars,
door den Opzichter over den Hout en de
Plantsoenen zal worden gehouden de
JAARLIJKSCHE SCHOUW
over:
De oude ZANDERSI.OOT, beginnende bij
iet bruggetje in den Kennemersingel, bene-
H evervaart.
k sLuO 1 langs de Egeleuüuigerlaan en
«lopjeskuil tot den weg naar de begraaf
plaats.
De RINÖSLOOT om de Cadettenschool.
De BLEEKERSLOOT, loojxnde van den
Nieuwlandersingel af en de nieuwe Zander-
sloot, beide tot aan de banscheiding van
1 ieiloo.
De SLOOT, loopende van het Baanpad af
achter laags de baanhuizen, tot het pad van
Dverdie
De SLOOT van de le Kanaalstraat af ten
Zuiden van de huizen van het Zeglis tot het
De SLOOT loopende ten Zuiden van het
weiland behoorende bij „Oostwijk" en ver
der tot het Kanaal.
De SLOOTEN loopende langs de Zuidzij
de van den Schermerweg.
Wordende alle eigenaars of gebruikers van
perceelen aan en 1 a n gs die Slooten lig
gende, aangemaand om van de gezegde SI oo
ien en wel ieder voor zooverre zijn eigen
dom zich daar langs uitstrekt, de kanten af
e maaien, het kroos en afgemaaide op te ha
len, alsmede die Slooten uit te diepen en het
zand benevens den modder, te hunnen koste,
ter weerszijden daaruit op te halen, ALLES
OP ZOODANIGE DIEPTE F.N ONDER
DIE BOETE EN STRAFBEPALINGEN,
ALS BIJ DE BESTAANDE VERORDE
NINGEN ZIJN VASTGESTELD.
Alkmaar, 21 October 1919.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
O. RIPPING, Voorzitter.
DQNATH, Secretaris.
PROCLAMATIE.
De Mellkvoorziening der steden in den ko
menden winter biedt nog groote zorg. Met de
vermeerdering der bevolking 'heeft de ver
meerdering van den veestapel .geen gelijken
tred gehouden. Door wijzigingen in 't bedrijf
wordt 'bovendien de laatste winters minder
•nel'k voor consumpte geproduceerd dan vroe
ger, terwijl daarentegen juist het gebruik
zan melk per hoofd der bevolking vermeer
derde.
•e»r «hirtles O'arvi»
Vrij naar het EngelscK.
„Neen, neen, lieve Constance", zei lady
darchmont. „Je bent hier volkomen veilig,
niemand wordt bij je toegelaten."
De dokter werd ontboden. Hij begreep het
geval dadelijk.
„Hersenziekte, lieve mevrouw, veroorzaakt
doer overwerken en overmatige hersenin
spanning. Freule Desbrook heeft zeker moei
lijkheden gehad, angst, drukking op de her
sens, waardoor deze inzinking is veroor
zaakt. Ik heb haar van kind af aan gekend.
Zij 'is altijd prikkelbar geweest, een van die
hooggespannen naturen, die zich zelf zulke
ziekten bezorgen. Zij moet volkomen kalm
gehouden worden vol-ko-men kalm. Zij
Heeft een uistekend gestel dat hebben alle
Desbrooks en ze zal over niet al te lan
ge ntijd geheel beter zijn; maar zooals ik u
zeg, ze moet vol-ko-men kalm gehouden wor
den."
HTt fsj^ca varTszaott. N» 3ï«a iJeÜrjn cd
Stadsnieuws
LEZINO Ds. SCHERMERHORN.
Gisteravond werd er in de groote zaal van
de Harmonie een druk bezochte, door de af-
deeling Alkmaar van de I. A. M. V. georgani
seerde vergadering gehouden, waarin Ds.
Schermerhorn het onderwerp „De Volksstem
ming" behandelde.
De heer Maarleveld heette als voorzitter
den aanwezigen welkom en zette uiteen,
waarom de vergadering belegd was gewor
den.
Ds. Schennerhorti, het woord bekomende,
zeide, dat hij liever op een andere plaats, n.l.
in de vergadering van de Beurs van den Dia
manthandel had gestaan. In die vergadering
hield men n 1. een betooging tegen het optrc-
ticu van de ktasaudeerde regeeringen tegen
over sovjet Rusland.
Spr. oordeelde dat van groot belang, om
dat door, het optreden van de geassocieerden
weer eens het bewijs was gekregen hoe wei
nig men op het woord van staatslieden kan
vertrouwen. Zij hadden gestreden voor het
zelfbeschikkingsrecht, maar betwistten dit
aan Rusland, omdat het proletariaat daar een
poging doet om uit het kapitalisme tot het
socialisme te komen.
De regeeringen, van alle landen willen bo
venal deze kapitalistische maatschappij in
stand houden. Het proletariaat dient tegeip
den moordaanslag op Rusland door de legers
van de geassocieerden, die ook de honger-
blokkade, die met zooveel succes tegen
Duitschland werd toegepast, toepassen, te
protesiteeren. Spr. wilde daarom zijn sympa
thie betuigen met de vergadering in Amster
dam, die belegd was om daartegen op te ko
men. (Applaus).
Spr. las een deel van het artikel van den
heer Wijnkoop in de „Tribune" van gister
avond, aan deze vergadering gewijd, voor
en was met hem van meening, dat allen, die
zich geroepen hadden moeten weten ook den
strijd aan te binden tegen het militairisme,
zich hadden te schamen, dat uit hun hart niet
was gekomen het woord „neen, wij willen
niet meer den weg vervolgen waarop wij ge
voerd zijn geworden". Dat „neea" is niet
gesproken. Integendeel is er een versuffing
over de menschheid. die diep geboken gaat
onder de vreeselijke gevolgen van den oor
log, gekomen. Wii moeten er nog steeds ge
tuigen van zijn, dat de jonge menschen, die
ingedeeld worden in de kazerne, niets beters
weten te doen dan juichend en Jubelend
daarheen te gaan, en dit, terwijl men daar
moet leeren wat lijnrecht ingaat tegen wat
men als goed gevoelt, dat men daar het doo-
den moet leeren.
Waar blijven nu de bourgeois en de prole
tariërs, die verklaarden na den oorlog met
ons tegen het militairisme te willen strijden?
Er is iets ontmoedigends in, steeds ae ge
dachte te moeten krijgenzijn ze ziende blind
en hoorende doof? Toch moeten wij blijven
opwekken de wereld te helpen verlossen van
het vloekwaardige militairisme. Wij moeten
wijzen op de economische verwoesting, waar-
vruchtbare landstreken tot een woestenij
zijn gemaakt, waardoor er in vruchtbare
streken niets is dan de verwoeste eentonig
heid, dat er zooveel werkkrachten uit de maat
schappij zijn gerukt, omdat ze neergelegd
zijn in de geweldige soldatengraven.
Nu schouwt men de arbeiders in de ooren
en zelfs een Edo Fimmen doet er aan mede,
dat er vóór alles gearbeid moet worden.
Spr. zou, als hij arbeider was, willen zeg
gen: Wij willen arbeiden, wij zijn er trots op
dat wij de voortbrengers in de maatschappij
zijn, maar wij willen niet meer werken voor
u, maar wel voor de gemeenschap cn ons
deel hebben aan de voortbrenging. Zeer ze
ker is het groote probleem te voorzien in de
lasten om de rente voor dc kapitalen op te
brengen, ook in ons land. De belastingen
In het geheele huis heerschte volkomen
stilte, de bedienden bewogen zich onhoor
baar en spraken fluisterend. Sir Ralph kwam
iederen dag informeeren. Clarence bracht
uren met hem door in de rookkamer, steeds
pratende over den toestand van Constance.
Eens op een morgen werd zij wakker met
een meer bewusten blik in haar oogen.
„Ik ben op de Grange, niet waar?" vroeg
zij. „Bracht u mij niet hier, 1 ady March-
mont? Het was erg vriendelijk van u. Ik heb
het Home wel wat heel plotseling verlaten,
geloof ik. Ik moest aan miss Herbert schrij
ven. Ben ik in mijn pleegzusterscostuum
gekomen of heb ik de kleeren aangedaan
waar ik in gekomen was? Dat wou ik wel
eens weten. Mijn hoofd is nog erg verward."
Lady Marchmont gaf een wenk aan de ver
pleegster.
„Haal de kleeren van freule Desbfoök
even, als u zoo goed wilt zijn."
De verpleegster haalde ze en legde ze op
het bed. Constance zat op en nam ze luste
loos in de hand.
„Ja", zei ze, „nu herinner ik het mij. Ik
heb deze kleeren aangedaan. Het doet er niet
toe."
Zij zat ze nog bijna werktuigelijk te bekij
ken. Op dat oogenblik kwam Clarence de ka
mer in. Hij had steeds binnen mogen komen
warden al heoger. Het Idvra word aï swaa?-
der. Men ziet naar alle middelen om uit het
volk maar zooveel mogelijk te halen, omdat
in de eerste plaats de renten en dividenden er
moeten zijn.
De vaderlandslievende kapitalisten geve»
Sun rente niet cadeau.
Spr. wees ook op de ontaarding die geko
men is.
In de eerste plaats gaat het menschenrae
tengevolge van den oorlog hard achteruit.
Spr. citeerde het Duitsche tijdschrift „De
Neue Generation", waarin statistieken staan
en men huivert van de slachtoffers van de
tuberculose en van dc verdubbeling van de
zuigelingensterfte en de toename van de ge
slachtsziekte, de syphilus. die zich ook bier
als gevolg van de mobilisatie zoo heeft uit
gebreid.
In Duitschland en Oostenrijk is het per
centage van de mannen en vrouwen die lij
den aan deze ziekten, verdubbeld,
Clemenceau, de buitengewoon harde man,
durft nog zeggen, dat er in Frankrijk op ge
let moet worden, dat de geboorten toenemen,
omdat men behoefte heeft aan kanonnenvoer
Daarvoor zegt men tot de menschen, dat er
zooveel kinderen geboren moeten worden
Een verpleegster in Frankrijk durfde het zejj^
aan, voor te stellen het dubbel-huwelijk ij
voeren. Hoe diep moet de mensch ond'T U'
invloed der omstandigheden gevallen zijn,
wanneer zelfs een vrouw ha*; waardigheid
zoo met voeten durft treden.
Wanneer men ook de cijfers van de crimi
naliteit leest, dan voelt men ook de zedelijke
achteruitgang. Het aantal misdaden is vree-
selijk toegenomen en het js verklaarbaar, aan
gezien men de menschen'4 jaar lang in den
sfeer van den moord heeft laten leven. Alle
respect voor het leven van den mensch moet
daardoor verdwijnen.
Men heeft den menschen geleerd aan het
brengen van leed mede te doen. Ook de mo-
ralteit in ander opzicht heeft een gevoeligen
schok gekregen. Spr. ziet nu het meest brute
egoïsme en het schijnt wel of de resten van
solidariteit en de gevoelens van eenheid to
ri zf'n v rdwen"n Men vraato niet meer
if> welke manier men er komt Als men daar-
>ij nog durft spreken over eenheid en liefde
voor het eigen volk, dan moet spr. lachen,
dan weet hij, dat zij vijanden hier zijn en niet
over de grenzen wonen. Het zijn mijn eigen
winstmakers en kettinghandelaars, waar
door ik mee ervaar de zorgen van het leven.
De winstmakerij is het albeheerschende.
De mensch. die nog iets van mooi r.ien-
-r hel ij gevoel heeft bewaard, ziet daardoor
het kapitalisme in zijn afgrijselijke naaktheid,
want ieder zoekt een droog plekje in den
zwijnenstal en men bekommert zirii niet over
de duizenden die verloren gaan. Wat kwam
het er op aan of er nood was onder het ei
gen volk, als men maar winst kon maken,
door den nood van het volk over de grenzen.
Moet dat zoo blijven? Kunnen nu werke
lijk menschen, die zich socialisten, commu
nisten. anarchisten en christenen noemen,
daar lijdelijk blijblijven? Moet de mensch
heid nog dieper zinken, alvorens het verlan
en opkomt om dit uit te bannen? Vooral
de christenen hebben dit te gevoelen Zij, die
ngar de kerk gaan en daar worden aange
sproken met net mooie „broeders en zus
tere"
Het doet spr. daarom genoegen, dat er ge
sticht is de Christelijke internationale, door
Brake, die in Engeland als een zeaelijken
held heeft gestreden tegen het militairisme
en naar ons land verbannen werd.
Deze menschen gevoelen als belijders van
het Evangelie, dat de volkeren één behooren
te zijn. Dat is een lichtpunt.
Ziet men overigens de onaandoenlijkheid
en de pret en het vermaak en het stichten
van de danshuizen en het bezoeken van de
bioscopen, dan vraagt men: hoe komt het.
dat het proletariaat zoo is en wordt het
moeilijk het woord te spreken: „Vader, ver
geef het hen, want ze weten niet wat zij
doen".
In spreker komt vaak verachting over de
lauwheid van het volk, dat optrekt naar de
s'achtvelden en tc beroerd is zich te verzet
ten. Dat zijü dan gelukkig maar oogenblik-
ken van verbittering en wij herstellen ons
weer en vragenwiê zijn zij toch de proleta
riërs, die bij mïllioenen geteld worden ju de
wereld?
Wij weten dan. dat door het zware wer-
kerslot hun denken is afgestompt, en dan toe
grijpen wij, dat ze niet voelen. Daardoor zien
wij ons iaeaal niet verbleken en gaan voort
te spreken in de overtuiging dat eindelijk in
hun ziel de noodzakelijkheid gevoeld zal
worden, den strijd te strijden, die door allen
met geestdrift gestreden moet worden, dat is
de strijd om te komen uit het barbaarsche
militairisme en imperialisme. (Applaus).
Spr. stond hierna stil bij het congres van
„Onze Vloot" en „Ons Leger", om bij het
volk de gedachten te wekken: „We moeten
weerbaar zijn".
Kapelaan Van Dorp wees er dan op, dat
ons volk "in zijn wezen anti-militaristisch
was. Spr. was dit met hem eens, maar dat
volk was nog te laf dit te laten blijken. Deed
men dit, dan lag het leger op zijn oor, omdat
met vergunning van de pleegzuster, ook ge
durende Constance's halve bewusteloosheid.
Clarence", zei ze, „wat heb ik je veel
moeite gegeven! Ik herinner mij heel goed,
dat je mij gevonden hebt in het park en dat
lady Marchmopt en jij me hier gebracht
hebben. Het is alles net een droom voor
mij, ik kan je niet genoeg danken. Wat zegt
men ook weer: „Oude vrienden zijn de bes
te."
Clarence kwam bij het bed en raakte haar
hand geruststellend aan.
„Hoe gaat het, Constance? Gaat het be
ter? Dat is heerlijk. Je zult weldra weer
beneden kunnen komen. Mijn vader verheugt
zich daar al op. Hij heeft zich vreeselenk on
gerust gemaakt dat hebben wij allen ge
daan. Ralph
Hij zweeg een oogenblik en wadhtte. Maar
de naam deed haar niet opschrikken. Zij liet
haar vingers over'de beddelakens gaan. Een
oogenblik daarna vond zij den zak van haar
japon en nam er verschillende dingen uit
een schaar en sommige instrumenten, die
pleegzusters gewoonlijk gebruiken; maar ook
een handschoen. Clarence, die haar met trou
we toewijding aankeek, zag den handschoen.
Zijn oogen vestigden zich daarop.
„Is dat een handschoen van jou, Constan
ce?" vroeg hij.
raai -.-«O? <fe aöa gsrsage.
nissen genoeg heeft.
De sluimerende anti-militairirftische gevoe
lens moeten dus gewekt worden. Wij hebben
internationaal het anti-militairisme aan de
orde te stellen, om in onderling verband het
militairisme te fnuiken. Er zijn anti-militriria-
ten, die de consequentie van het beginsel niet
durven aanvaarden en dus niet inzien dat
men met het bestrijden van het militairieme
ook dit kapitalisme moet bestrijden. Dit ia 't
geval bij de R.-K. in ons land. Leest men de
„Maasbode", dan wordt men getroffen, om
dat men daar voortdurend spreekt over ont
wapening en afschaffing van de legers en
toch zijn zij het die een nieuw soort militai
risme in den vorm van de burgerwachten in
het leven roepen. Overal zijn net de Room-
schen, die zien voor de burgerwachten opge
ven.
Voor dat soort anti-militairisten moet men
zich een klein beetje in acht nemen.
Te Vlaardingen hoorde spr. van een uiterst
christelijk man, dat de burgerwachten er
waren orn er voor te zorgen, dat het proleta
riaat, wanneer het zich zou vergrijpen aan
den eigendom, met bebloede koppen terugge
slagen worden. Men wil de maatschappelijke
orae handhaven, alspf deze maatschappelijke
chaos een maatschappelijke orde genoemd
kar. worden. Laat men dan eerst zorgen, dat
er orde is, dan kan er sprake zijn van het
handhaven van de orde, maar clan zal men
daarvoor zeker geen burgerwachten noodg
hebben.
In ons land wil men de oorlogsbegrooting
zelfs met 20 millioen verhoogen,
De Entente streed tegen het Pruisische mi-
litairisme en het gelukte den menschen daar
voor warm te maken. In Amerika stampte
men daarvoor de legers uit den grond. Het
Pruisische miiltairisme is weg, maar wij heb
ben nu het Amerikaanschc, het F.ngelsche cn
het Fransche en zal dit een haur beter zijn?
In Amerika overweegt men zelfs om Duit
sche drilmeisters te halen, om een sterk leger
te krijgen. Is dat geen huichelarij? Daarte
genover moet internationaal zoo krachtig
tTVKvt'lflk gestreden worden Hok moeten de
m -nscHen 4e leugen van het nationalisme lee-
"nn Inzien Men Is weer bezig dit in ons land
aan te blazen Men heeft daarvoor een prach
tige gelegenheid In de Holland-Belgiê-kwcs-
tïe.
Spr. ging na hoe een stelletje Belgische
imperialisten de Hulde mot Zeeuwsch-
Vlaanderen en Limburg" willen. Van Neder-
landsche zijde poogt men het volk nu in na
tionalistische obwFnding te brengen.
Spr. deed uitkomen, hoezeer thans de lan
den op elkanders productie zijn aangewezen
.n hoe gewenscht het daarom is, om met de
begrenzing te breken,
Het leek spreker een achteruitgang, om
zich zooveel mogelijk van het buitenland on
afhankelijk te maken. Naast den strijd tegen
het militairisme moet ook de strijd tegen
het nationalisme gestreden worden. Op men-
schelijkheidsgronden moet men zich één we
ten met andere volken.
Met prof. Sleeswijk noemde spr. den Vol
kerenbond hei grootste hoerenbedrog, omdat
deze gericht ia tegen de middenrijken.
De markt van Engeland en Amerika is ge
weldig sterker geworden en wanneer de pro-
letariaten de oorlogen niet onmogelijk zul
len maken, dan kan men zeggen, dat nu reeds
de oorlog aan de macht in het Oosten, tus-
schen Engeland, Amerika en Japan in voor
bereiding is' en zullen de millioenen weer in
naam van God kapitaal moeten sterven. Dat
komt, als daartegenover niei een krachtig
verzet gesteld wordt. Het volk heeft geen be
lang bij den oorlog. Het kan zijn leven ge
ven en de vruchten vallen in den schoot van
het kapitalisme. Wie aanspraak wil maken op
den naam van beschaafd rnensch, moet daar
tegen ten strijde trekken. De tijd van heden
had veel overeenkomst met die van den on
dergang van het Romeinsche rijk. Dc spiegel
van het verleden, van Drt.eopold, was een
mooi boek en bij het leven krijgt men de
overtuiging, dat er een einde komt aan deze
kapitalistische beschouwing Gezien de ver
wildering de verdwijning van het tnooie
menschelijke en de geweldige decadentie, dan
zegt spr wij moeten leven in de nadagen
van het kapitalisme. Deze maatschappij moet
ten gronde gaan en wij, die gelooven in de
menschheid, zuilen het toejuichen, wanneer
op de puinhoopen van deze maatschappij een
nieuwe van broederschap gesticht zal wor
den. Velen mogen terugdeinzen voor de ge
volgen, zegt spr., doch hij gelooft, dat zelfs
een geweldsrevolutie kinderspel is bij een
oorlog, Wij willen niet het geweld, maar de
heerschappij van de rede, maar zij, die deze
maatschappij willen handhaven, missen het
recht, af te geven op de excessen te wijzen in
Rusland, omdat zij voor de handhaving van
deze klassemaatschappij millioenen ten offer
brengen. De klasse, die zich door het ge
weld handhaaft, mist het recht op hetgeen in
Rusland gebeurt af te geven, al betreurt
ook spreker, omdat hij anti-militairist is en
dus tegen het geweld, de daar plaats vinden
de excessen.
Spr. stond hierop stil bij de door de anti-
miütairisten georganiseerde volksstemming
„Neen, niet van mij," antwoordde zij
loom. „Hij behoort aan een patient van mij
een meisje dat ik bezoeken ging, toen ik
nog in het Home was. Ik heb dien hand-
schoe in mijn zak gestoken, ik weet eigenlijk
niet waarom."
Clarence kreeg een kleur en nam den
handschoen op.
„Een zonderlinge samenloop van omstan
digheden," zei hij. „Ik ik meen hoe
vreemd dat je dien handschoen in je zak
stak."
Constance viel terug in haar kussen met
een vermoeid zuchtje.
„Ik weet niet, waarom ik het gedaan heb.
Ik zag dien handschoen juist dien dag toen
ik het Home verlaten heb dien dag ik
herinner me je herinnert je
Zij deed haar oogen toe alsof ze te ver
moeid was om na te denken en nog meer te
praten. Clarence stak den handschoen in
zijn zak, steeg te pdard en reed naar de
Hall.
„Constance, hoe gaat het met haar?" vroeg
sir Ralph.
;,Zij is beter zij komt er wel door. Maar
luister eens Ralph ik wou je wat zeg
gen iets heel merkwaardigs. Ik ben pas
bij haar geweest. Zij was met haar kleeren
bozig cm toen vond ze dezen handschoen."
iegen ft*! dSS^jaiW; dfe? tr# r#
te spreken, dat men het militairisme wil dosn
verdwijnen. Dit heeft een propagandistische
waarde. Huis aan huis zullen er manifesten
over de petitie worden verspreid en daarna
zal er langs de huizen gegaan worden om
hand tee kenlngen te verzamelen. Men geeft
daarmede ook een steun aan de dienstweige
raars en spreker hopte, dat velen zich voor
dit werk wilden geven. Zonder het offer komt
men er niet en het offer om daarvoor te wer
ken is al heel klein. Wanneer het volk te
bang is zich uit te spreken, dan zal men heb
ben te dragen wartomen moet. dan heeft
men niet het recht om over die ellende te
jammeren.
Spr. hoopte, dat de levenswil zoo sterk zal
worden, dat het daadwerkelijk verzet zal ko
men, dat zich uit in de massale dienstweige
ring. Wanneer men in zijn ziel ontroerd is
over de smart, dan zal men zijn de dappere
strijder tegen het miliiairisme. Wanneer dat
gaat leven, zal men zeker zijn van de ovei^
winning, zal men overtuigd worden van de,
waarheid der evolutie, dat de wereld niet stil
kan staan, dan zal de rede hoerschen en het
mllitairisme niet noodig zijn, dan zaf de we
reld van rechtvaardigheid en broederschap
komen, dan zullen er geen slaven en-* onder-
worjienen meet zijn, maar dan zal de broe
derschap een feit zijn geworden. (Applaus).
De voorzitter bracht den spreker dank
voor zijn rede en wekte allen op aan het te
organ iseeren petitionnement mede te wer
ken. Met klem wekte sp rd e aanwezigen ook
op lid te worden van ae afdeeling, tevens een
collecte vor de gezinnen van de dienstweige
raars aanbevelende.
SALARISHERZIENING
GEMEENTE-AMBTENAREN,
Ofiohoon het bafrinsel niauw i» en tot he
den nog atechts weinig gemeenten tot invoe
ring er van zijn overgegaan, ir, in de hierbij
aangeboden regeling opgenomen de toeken
ning van een vakantietoeslag met de bedoe
ling het allen ambtenaren mogelijk te maken
althans eenige van de vaoantiedagen onbe
zorgd door te brengen en zioh aan de gewone
omgeving te kunnen ontrekken. Het 'kwam
gewansebt voor dezen toeslag te bepalen op
2 pot. van het salaris met een minimum vam
30 en een maximum van 50. Aanvanke
lijk i» ef aan gedeoht dezen toeslag slechts ta
verleenen aan da ambtenaren, wier salaris
niet meer dan 2500 bedraagt, maar <i« wei
nigen, wier salaris hooger reikt, deed onze
oommisaie besluiten voor niemand) eene uit
zondering te maken, behalve dan voor hen,
die in de O-groep zijn opgenomen. Zij ging
te eerder tot dit voorstel over, nu ook in de
ontwerp-ambtonaarswefc bepalingen tot ver-
leoning van een dergelijken toeslag zijn op
genomen.
Hij hield hem sir Ralph voor. „Ze zegt, dat
hij toebehoorde aan iemand, die ze heeft op
gepast toen ze in Londen was. Bekijk hem
eens."
„Nu, ik zie hem," zei Ralph barsch. „Wat
moet dat?"
„Dit. Ik heb den handschoen die daarbij
behoort. Ik heb hem gevonden in het kan
toor van Lycett Crayson. Hij zei, dat hij van
mevrouw Warner was je weet wel- i
maar zij ontkende het, terwijl ik er bij was.
Wat maak ie daaruit op?"
Sir Ralph keek hem aan.
„Ik maak er niets uit op," zei hij.
„Ik zou er op zweren, dat deze handschoen
behoort hij dien anderen dien ik thuis heb.
Maak je daar niets uit op? Wacht dan maar
af en zie toe."
Hij praatte over wat anders en reed wel
dra terug naar de Grange. Constance was
veel beter zoo veel beter dat hij haar vra
gen kon doen.
„Wat dien handschoen van de vriendin
netjes betreft, Constance, wat was dat voor
een patient?"
„Het was een jong meisje een vrouwtje
dat ik bezocht heb toen ik in Ons Huis was.
Waarom vraag je dat?"
Ho. 851. 1®.!*-
Inn ïiit.
Gedurende de week van 2*7 October tot en
mat 2 November 1019 is geldig
Bon No. 4 van de Rijks-Suikerkaart,
MARGARINEKAARTEN.
Gedmende het tijdvak van 26 October tot
«n met 2 November 1919 is geldig Bon No. 0
van dt Rijks-Margarinekaart.
Do Directeur van het Distr.-Bedrijf,
O. H. SCHNEIDERS.
BROODKAARTEN.
De DIRECTEUR VAN HEIT DISTRI
BUTIEBEDRIJF deelt mede, dat WITTE
BROOD UITSLUITEND VERKRIJG
BAAR WORDT GËSTEIiD OP DE
ZWART GEKLEURDE BROODKAAR
TEN waarop geen tijdvak is vermeld en
WELKE GELDIG ZIJN VAN 25 OOTO-
BER TOT EN MET 2 NOVEMBER 1919.
Roggebrood en bruinbrood wordt verstrekt op
de ojwone roggebrood- en bruinbroodkaarten.
De Directeur voornoemd,
O. H. SCHNEIDERS.
3I13cll
Een en ander veroorzaakt, dat de z.g. con-
vumptiebedrijven dezen winter niet in de be
loof te aan melk der steden zullen kunnen
voorzien. Toch moet in die behoeften voor
den worden. In verband daarmede heb ik
ran zuivelfabrieken en fabrieken van andere
melkproducten de verplichting opgelegd
>m zoo noodig alle melk in de omgeving der
teden geproduceerd en tot dusverre voor in-
lustrieele doeleinden gebezigd, voor con-
umptie te bestemmen.
Mocht ook dan nog niet voldoende melk be-
ehikbaar zijn, dan kan van verder afgelegen
'.treken aanvoer plaats hebben.
Teneinde te waarborgen, dat zooveel mo-
relijk melk voor consumptie beschikbaar
:omt, heb ik mij bovendien genoodzaakt ge
ien in de vrije uitoefening van het veehou-
iersbediijf in te grijpen. Daartoe is met in
gang van 15 Oct. j.l. een verbod om 'kaas te
naken ingevoerd. Aan de Burgemeesters der
betrokken Gemeenten heb ik machtiging
verleend om tot 1 Nov. e.k. ontheffing van
58)
dit niet meer mogelijk zijn. Op de boerderijen
zei den geen ken» meer mogen gemeekt wor
den, tenzij in ae enkele uitzonderingsgeval
len, waarbij verzending der meilk van de
'boerderij neer de etedea preetieek onuitvoer
baar ie.
Ik ontveins mij niet, dat mijn ingrijpen
onderscheidene moeilijkheden in het bedrijf
der kaasima'kende boeren te voorschijn roept.
Ik vertrouw echter, dat zij, gezien de hooge
belangen, die met een geregelde mel'kvoorzie-
ning in de groote steden gemoeid zijn, zich
die moeilijkhden willen getroosten. Trouwens
zulks is mij ook reeds gebleken; tal van vee
houder» toch, die tot dusverre kaas maakten,
hebben hun melk al voer consumptie aange
boden of zich bereid verklaard zulk» te doen.
Op den gemeenschapszin en het plichtgevoel
van alle melkveehouders in deze Gemeente
doe ik nu een ernstig beroep om mede te
werken, dat de melkvoorziening der groote
steden dezen winter zonder stoornis van be-
teekenis kan verloopen. Indien ieder het zijne
daartoe bijdraagt, ia een behoorlijke voorzie
ning niet alleen mogelijk, doch ook verzekerd.
Dat dan ook ieder het zijne daartoe doel
De MJinister van Landbouw,
Nijverheid en Handel,
B. A. VAN IJSSELS'TEI'N.
De commissie ia verder van oordeel, dat
het tijdstip al« aangebroken mag worden 'be
schouwd om de ingevolge de Pensioenwet en
de We duw on wet voor de gemeenteambtena
ren 1913 verschuldigde pensioensbijdragen
geheel ten laste der gemeente to nemen en
daarvan niet langer een doel op de ambtena
ren te verhalen Wel zal hiermee een niet on
belangrijke bijdrage worden geschonken,
maar de teekenen wijzen er op, dat in de op
komst zijnde ambtenaarswet hetzelfde be
ginsel zal worden neergelegd. Verschillende
gemeenten zijn Alkmaar in dit opzicht reed»
voor gegaan. Toch bestond met betrekking
tot deze zaak in onze commissie geen een
stemmigheid. Immers een harer leden, hoe
zeer overtuigd van de billijkheid dat de ge
meente de lasten draagt, verbonden aan de
pensionnering harer ambtenaren, wilde
daartoe met het oog lp de financieelen toe
stand, waarin de gemeente verkeert, sleoht»
geleidelijk overgaan. Dit lid zou willen aan
vangen met het verhaal voorshands tot de
helft te verminderen, om eerst later in het
geheel geen verhaal meer toe te passen.
Waar evenwél zal worden voorgesteld, om
de aanstonds te vermelden reden, aan deze
salarisregeling terugwerkende kracht te ver
leenen tot 1 Januari 1918, vindt onze oom
missie geen termen om aan de opheffing van
hot verhaal eveneens dezö terugwerkende
kracht te verleenen, niet slechts omdat aan
de ambtenaren daarvoor geen enkele toezeg-
ginir is gedaan, noch eenig uitzicht geopend,
maar bovenal uit overweging dat er geone
redenen bestaan waartoe anders zou moe
ten worden overgegaan om van reeds ver
haald© bijdragen teruggaaf te verleenen. Het
zou overigens weinig stroo'ken met de door
den Raai in zijne vergadering van 27 Maart
1.1. geva'jfn beslissing, waarbij besloten werd
do vraag, of aan de ambtenaren een prsmie-
vrij pensioen behoort te worden vor.iekerd,
ut mtcr normale tijden moet worden uitge
steld.
De commissie meent daarom, dat dit deel
van haar voorstel in werking behoort te tre
den op 1 Januari 1920. Daarmede wordt naar
hare meening geen enkele onbillijkheid be
gaan, wijl de ambtenaren door de t- rugwer
kende kracht der andere bepalingen tot 1
Januari 1918, in het bijzonder wat de sala
rissen berteft, geacht mogen worden daar
van te profiteeren, omdat het peil der sala
rissen ongetwijfeld door de late aanbieding
van dit voorstel hooger is, dan het geweest