Distributie ran LETsnsmiddeleB Honderd een ei twintigste Jaargang. FMTlLkKTQI. Y'ij(la24 October. SCHOUW. BUROEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente ALKMAAR brengen bij deze ter kennis van belanghebbenden, dat op WOENSDAO 5 NOVEMBER drzes jaars, door den Opzichter over den Hout en de Plantsoenen zal worden gehouden de JAARLIJKSCHE SCHOUW over: De oude ZANDERSI.OOT, beginnende bij iet bruggetje in den Kennemersingel, bene- H evervaart. k sLuO 1 langs de Egeleuüuigerlaan en «lopjeskuil tot den weg naar de begraaf plaats. De RINÖSLOOT om de Cadettenschool. De BLEEKERSLOOT, loojxnde van den Nieuwlandersingel af en de nieuwe Zander- sloot, beide tot aan de banscheiding van 1 ieiloo. De SLOOT, loopende van het Baanpad af achter laags de baanhuizen, tot het pad van Dverdie De SLOOT van de le Kanaalstraat af ten Zuiden van de huizen van het Zeglis tot het De SLOOT loopende ten Zuiden van het weiland behoorende bij „Oostwijk" en ver der tot het Kanaal. De SLOOTEN loopende langs de Zuidzij de van den Schermerweg. Wordende alle eigenaars of gebruikers van perceelen aan en 1 a n gs die Slooten lig gende, aangemaand om van de gezegde SI oo ien en wel ieder voor zooverre zijn eigen dom zich daar langs uitstrekt, de kanten af e maaien, het kroos en afgemaaide op te ha len, alsmede die Slooten uit te diepen en het zand benevens den modder, te hunnen koste, ter weerszijden daaruit op te halen, ALLES OP ZOODANIGE DIEPTE F.N ONDER DIE BOETE EN STRAFBEPALINGEN, ALS BIJ DE BESTAANDE VERORDE NINGEN ZIJN VASTGESTELD. Alkmaar, 21 October 1919. Burgemeester en Wethouders voornoemd, O. RIPPING, Voorzitter. DQNATH, Secretaris. PROCLAMATIE. De Mellkvoorziening der steden in den ko menden winter biedt nog groote zorg. Met de vermeerdering der bevolking 'heeft de ver meerdering van den veestapel .geen gelijken tred gehouden. Door wijzigingen in 't bedrijf wordt 'bovendien de laatste winters minder •nel'k voor consumpte geproduceerd dan vroe ger, terwijl daarentegen juist het gebruik zan melk per hoofd der bevolking vermeer derde. •e»r «hirtles O'arvi» Vrij naar het EngelscK. „Neen, neen, lieve Constance", zei lady darchmont. „Je bent hier volkomen veilig, niemand wordt bij je toegelaten." De dokter werd ontboden. Hij begreep het geval dadelijk. „Hersenziekte, lieve mevrouw, veroorzaakt doer overwerken en overmatige hersenin spanning. Freule Desbrook heeft zeker moei lijkheden gehad, angst, drukking op de her sens, waardoor deze inzinking is veroor zaakt. Ik heb haar van kind af aan gekend. Zij 'is altijd prikkelbar geweest, een van die hooggespannen naturen, die zich zelf zulke ziekten bezorgen. Zij moet volkomen kalm gehouden worden vol-ko-men kalm. Zij Heeft een uistekend gestel dat hebben alle Desbrooks en ze zal over niet al te lan ge ntijd geheel beter zijn; maar zooals ik u zeg, ze moet vol-ko-men kalm gehouden wor den." HTt fsj^ca varTszaott. N» 3ï«a iJeÜrjn cd Stadsnieuws LEZINO Ds. SCHERMERHORN. Gisteravond werd er in de groote zaal van de Harmonie een druk bezochte, door de af- deeling Alkmaar van de I. A. M. V. georgani seerde vergadering gehouden, waarin Ds. Schermerhorn het onderwerp „De Volksstem ming" behandelde. De heer Maarleveld heette als voorzitter den aanwezigen welkom en zette uiteen, waarom de vergadering belegd was gewor den. Ds. Schennerhorti, het woord bekomende, zeide, dat hij liever op een andere plaats, n.l. in de vergadering van de Beurs van den Dia manthandel had gestaan. In die vergadering hield men n 1. een betooging tegen het optrc- ticu van de ktasaudeerde regeeringen tegen over sovjet Rusland. Spr. oordeelde dat van groot belang, om dat door, het optreden van de geassocieerden weer eens het bewijs was gekregen hoe wei nig men op het woord van staatslieden kan vertrouwen. Zij hadden gestreden voor het zelfbeschikkingsrecht, maar betwistten dit aan Rusland, omdat het proletariaat daar een poging doet om uit het kapitalisme tot het socialisme te komen. De regeeringen, van alle landen willen bo venal deze kapitalistische maatschappij in stand houden. Het proletariaat dient tegeip den moordaanslag op Rusland door de legers van de geassocieerden, die ook de honger- blokkade, die met zooveel succes tegen Duitschland werd toegepast, toepassen, te protesiteeren. Spr. wilde daarom zijn sympa thie betuigen met de vergadering in Amster dam, die belegd was om daartegen op te ko men. (Applaus). Spr. las een deel van het artikel van den heer Wijnkoop in de „Tribune" van gister avond, aan deze vergadering gewijd, voor en was met hem van meening, dat allen, die zich geroepen hadden moeten weten ook den strijd aan te binden tegen het militairisme, zich hadden te schamen, dat uit hun hart niet was gekomen het woord „neen, wij willen niet meer den weg vervolgen waarop wij ge voerd zijn geworden". Dat „neea" is niet gesproken. Integendeel is er een versuffing over de menschheid. die diep geboken gaat onder de vreeselijke gevolgen van den oor log, gekomen. Wii moeten er nog steeds ge tuigen van zijn, dat de jonge menschen, die ingedeeld worden in de kazerne, niets beters weten te doen dan juichend en Jubelend daarheen te gaan, en dit, terwijl men daar moet leeren wat lijnrecht ingaat tegen wat men als goed gevoelt, dat men daar het doo- den moet leeren. Waar blijven nu de bourgeois en de prole tariërs, die verklaarden na den oorlog met ons tegen het militairisme te willen strijden? Er is iets ontmoedigends in, steeds ae ge dachte te moeten krijgenzijn ze ziende blind en hoorende doof? Toch moeten wij blijven opwekken de wereld te helpen verlossen van het vloekwaardige militairisme. Wij moeten wijzen op de economische verwoesting, waar- vruchtbare landstreken tot een woestenij zijn gemaakt, waardoor er in vruchtbare streken niets is dan de verwoeste eentonig heid, dat er zooveel werkkrachten uit de maat schappij zijn gerukt, omdat ze neergelegd zijn in de geweldige soldatengraven. Nu schouwt men de arbeiders in de ooren en zelfs een Edo Fimmen doet er aan mede, dat er vóór alles gearbeid moet worden. Spr. zou, als hij arbeider was, willen zeg gen: Wij willen arbeiden, wij zijn er trots op dat wij de voortbrengers in de maatschappij zijn, maar wij willen niet meer werken voor u, maar wel voor de gemeenschap cn ons deel hebben aan de voortbrenging. Zeer ze ker is het groote probleem te voorzien in de lasten om de rente voor dc kapitalen op te brengen, ook in ons land. De belastingen In het geheele huis heerschte volkomen stilte, de bedienden bewogen zich onhoor baar en spraken fluisterend. Sir Ralph kwam iederen dag informeeren. Clarence bracht uren met hem door in de rookkamer, steeds pratende over den toestand van Constance. Eens op een morgen werd zij wakker met een meer bewusten blik in haar oogen. „Ik ben op de Grange, niet waar?" vroeg zij. „Bracht u mij niet hier, 1 ady March- mont? Het was erg vriendelijk van u. Ik heb het Home wel wat heel plotseling verlaten, geloof ik. Ik moest aan miss Herbert schrij ven. Ben ik in mijn pleegzusterscostuum gekomen of heb ik de kleeren aangedaan waar ik in gekomen was? Dat wou ik wel eens weten. Mijn hoofd is nog erg verward." Lady Marchmont gaf een wenk aan de ver pleegster. „Haal de kleeren van freule Desbfoök even, als u zoo goed wilt zijn." De verpleegster haalde ze en legde ze op het bed. Constance zat op en nam ze luste loos in de hand. „Ja", zei ze, „nu herinner ik het mij. Ik heb deze kleeren aangedaan. Het doet er niet toe." Zij zat ze nog bijna werktuigelijk te bekij ken. Op dat oogenblik kwam Clarence de ka mer in. Hij had steeds binnen mogen komen warden al heoger. Het Idvra word aï swaa?- der. Men ziet naar alle middelen om uit het volk maar zooveel mogelijk te halen, omdat in de eerste plaats de renten en dividenden er moeten zijn. De vaderlandslievende kapitalisten geve» Sun rente niet cadeau. Spr. wees ook op de ontaarding die geko men is. In de eerste plaats gaat het menschenrae tengevolge van den oorlog hard achteruit. Spr. citeerde het Duitsche tijdschrift „De Neue Generation", waarin statistieken staan en men huivert van de slachtoffers van de tuberculose en van dc verdubbeling van de zuigelingensterfte en de toename van de ge slachtsziekte, de syphilus. die zich ook bier als gevolg van de mobilisatie zoo heeft uit gebreid. In Duitschland en Oostenrijk is het per centage van de mannen en vrouwen die lij den aan deze ziekten, verdubbeld, Clemenceau, de buitengewoon harde man, durft nog zeggen, dat er in Frankrijk op ge let moet worden, dat de geboorten toenemen, omdat men behoefte heeft aan kanonnenvoer Daarvoor zegt men tot de menschen, dat er zooveel kinderen geboren moeten worden Een verpleegster in Frankrijk durfde het zejj^ aan, voor te stellen het dubbel-huwelijk ij voeren. Hoe diep moet de mensch ond'T U' invloed der omstandigheden gevallen zijn, wanneer zelfs een vrouw ha*; waardigheid zoo met voeten durft treden. Wanneer men ook de cijfers van de crimi naliteit leest, dan voelt men ook de zedelijke achteruitgang. Het aantal misdaden is vree- selijk toegenomen en het js verklaarbaar, aan gezien men de menschen'4 jaar lang in den sfeer van den moord heeft laten leven. Alle respect voor het leven van den mensch moet daardoor verdwijnen. Men heeft den menschen geleerd aan het brengen van leed mede te doen. Ook de mo- ralteit in ander opzicht heeft een gevoeligen schok gekregen. Spr. ziet nu het meest brute egoïsme en het schijnt wel of de resten van solidariteit en de gevoelens van eenheid to ri zf'n v rdwen"n Men vraato niet meer if> welke manier men er komt Als men daar- >ij nog durft spreken over eenheid en liefde voor het eigen volk, dan moet spr. lachen, dan weet hij, dat zij vijanden hier zijn en niet over de grenzen wonen. Het zijn mijn eigen winstmakers en kettinghandelaars, waar door ik mee ervaar de zorgen van het leven. De winstmakerij is het albeheerschende. De mensch. die nog iets van mooi r.ien- -r hel ij gevoel heeft bewaard, ziet daardoor het kapitalisme in zijn afgrijselijke naaktheid, want ieder zoekt een droog plekje in den zwijnenstal en men bekommert zirii niet over de duizenden die verloren gaan. Wat kwam het er op aan of er nood was onder het ei gen volk, als men maar winst kon maken, door den nood van het volk over de grenzen. Moet dat zoo blijven? Kunnen nu werke lijk menschen, die zich socialisten, commu nisten. anarchisten en christenen noemen, daar lijdelijk blijblijven? Moet de mensch heid nog dieper zinken, alvorens het verlan en opkomt om dit uit te bannen? Vooral de christenen hebben dit te gevoelen Zij, die ngar de kerk gaan en daar worden aange sproken met net mooie „broeders en zus tere" Het doet spr. daarom genoegen, dat er ge sticht is de Christelijke internationale, door Brake, die in Engeland als een zeaelijken held heeft gestreden tegen het militairisme en naar ons land verbannen werd. Deze menschen gevoelen als belijders van het Evangelie, dat de volkeren één behooren te zijn. Dat is een lichtpunt. Ziet men overigens de onaandoenlijkheid en de pret en het vermaak en het stichten van de danshuizen en het bezoeken van de bioscopen, dan vraagt men: hoe komt het. dat het proletariaat zoo is en wordt het moeilijk het woord te spreken: „Vader, ver geef het hen, want ze weten niet wat zij doen". In spreker komt vaak verachting over de lauwheid van het volk, dat optrekt naar de s'achtvelden en tc beroerd is zich te verzet ten. Dat zijü dan gelukkig maar oogenblik- ken van verbittering en wij herstellen ons weer en vragenwiê zijn zij toch de proleta riërs, die bij mïllioenen geteld worden ju de wereld? Wij weten dan. dat door het zware wer- kerslot hun denken is afgestompt, en dan toe grijpen wij, dat ze niet voelen. Daardoor zien wij ons iaeaal niet verbleken en gaan voort te spreken in de overtuiging dat eindelijk in hun ziel de noodzakelijkheid gevoeld zal worden, den strijd te strijden, die door allen met geestdrift gestreden moet worden, dat is de strijd om te komen uit het barbaarsche militairisme en imperialisme. (Applaus). Spr. stond hierna stil bij het congres van „Onze Vloot" en „Ons Leger", om bij het volk de gedachten te wekken: „We moeten weerbaar zijn". Kapelaan Van Dorp wees er dan op, dat ons volk "in zijn wezen anti-militaristisch was. Spr. was dit met hem eens, maar dat volk was nog te laf dit te laten blijken. Deed men dit, dan lag het leger op zijn oor, omdat met vergunning van de pleegzuster, ook ge durende Constance's halve bewusteloosheid. Clarence", zei ze, „wat heb ik je veel moeite gegeven! Ik herinner mij heel goed, dat je mij gevonden hebt in het park en dat lady Marchmopt en jij me hier gebracht hebben. Het is alles net een droom voor mij, ik kan je niet genoeg danken. Wat zegt men ook weer: „Oude vrienden zijn de bes te." Clarence kwam bij het bed en raakte haar hand geruststellend aan. „Hoe gaat het, Constance? Gaat het be ter? Dat is heerlijk. Je zult weldra weer beneden kunnen komen. Mijn vader verheugt zich daar al op. Hij heeft zich vreeselenk on gerust gemaakt dat hebben wij allen ge daan. Ralph Hij zweeg een oogenblik en wadhtte. Maar de naam deed haar niet opschrikken. Zij liet haar vingers over'de beddelakens gaan. Een oogenblik daarna vond zij den zak van haar japon en nam er verschillende dingen uit een schaar en sommige instrumenten, die pleegzusters gewoonlijk gebruiken; maar ook een handschoen. Clarence, die haar met trou we toewijding aankeek, zag den handschoen. Zijn oogen vestigden zich daarop. „Is dat een handschoen van jou, Constan ce?" vroeg hij. raai -.-«O? <fe aöa gsrsage. nissen genoeg heeft. De sluimerende anti-militairirftische gevoe lens moeten dus gewekt worden. Wij hebben internationaal het anti-militairisme aan de orde te stellen, om in onderling verband het militairisme te fnuiken. Er zijn anti-militriria- ten, die de consequentie van het beginsel niet durven aanvaarden en dus niet inzien dat men met het bestrijden van het militairieme ook dit kapitalisme moet bestrijden. Dit ia 't geval bij de R.-K. in ons land. Leest men de „Maasbode", dan wordt men getroffen, om dat men daar voortdurend spreekt over ont wapening en afschaffing van de legers en toch zijn zij het die een nieuw soort militai risme in den vorm van de burgerwachten in het leven roepen. Overal zijn net de Room- schen, die zien voor de burgerwachten opge ven. Voor dat soort anti-militairisten moet men zich een klein beetje in acht nemen. Te Vlaardingen hoorde spr. van een uiterst christelijk man, dat de burgerwachten er waren orn er voor te zorgen, dat het proleta riaat, wanneer het zich zou vergrijpen aan den eigendom, met bebloede koppen terugge slagen worden. Men wil de maatschappelijke orae handhaven, alspf deze maatschappelijke chaos een maatschappelijke orde genoemd kar. worden. Laat men dan eerst zorgen, dat er orde is, dan kan er sprake zijn van het handhaven van de orde, maar clan zal men daarvoor zeker geen burgerwachten noodg hebben. In ons land wil men de oorlogsbegrooting zelfs met 20 millioen verhoogen, De Entente streed tegen het Pruisische mi- litairisme en het gelukte den menschen daar voor warm te maken. In Amerika stampte men daarvoor de legers uit den grond. Het Pruisische miiltairisme is weg, maar wij heb ben nu het Amerikaanschc, het F.ngelsche cn het Fransche en zal dit een haur beter zijn? In Amerika overweegt men zelfs om Duit sche drilmeisters te halen, om een sterk leger te krijgen. Is dat geen huichelarij? Daarte genover moet internationaal zoo krachtig tTVKvt'lflk gestreden worden Hok moeten de m -nscHen 4e leugen van het nationalisme lee- "nn Inzien Men Is weer bezig dit in ons land aan te blazen Men heeft daarvoor een prach tige gelegenheid In de Holland-Belgiê-kwcs- tïe. Spr. ging na hoe een stelletje Belgische imperialisten de Hulde mot Zeeuwsch- Vlaanderen en Limburg" willen. Van Neder- landsche zijde poogt men het volk nu in na tionalistische obwFnding te brengen. Spr. deed uitkomen, hoezeer thans de lan den op elkanders productie zijn aangewezen .n hoe gewenscht het daarom is, om met de begrenzing te breken, Het leek spreker een achteruitgang, om zich zooveel mogelijk van het buitenland on afhankelijk te maken. Naast den strijd tegen het militairisme moet ook de strijd tegen het nationalisme gestreden worden. Op men- schelijkheidsgronden moet men zich één we ten met andere volken. Met prof. Sleeswijk noemde spr. den Vol kerenbond hei grootste hoerenbedrog, omdat deze gericht ia tegen de middenrijken. De markt van Engeland en Amerika is ge weldig sterker geworden en wanneer de pro- letariaten de oorlogen niet onmogelijk zul len maken, dan kan men zeggen, dat nu reeds de oorlog aan de macht in het Oosten, tus- schen Engeland, Amerika en Japan in voor bereiding is' en zullen de millioenen weer in naam van God kapitaal moeten sterven. Dat komt, als daartegenover niei een krachtig verzet gesteld wordt. Het volk heeft geen be lang bij den oorlog. Het kan zijn leven ge ven en de vruchten vallen in den schoot van het kapitalisme. Wie aanspraak wil maken op den naam van beschaafd rnensch, moet daar tegen ten strijde trekken. De tijd van heden had veel overeenkomst met die van den on dergang van het Romeinsche rijk. Dc spiegel van het verleden, van Drt.eopold, was een mooi boek en bij het leven krijgt men de overtuiging, dat er een einde komt aan deze kapitalistische beschouwing Gezien de ver wildering de verdwijning van het tnooie menschelijke en de geweldige decadentie, dan zegt spr wij moeten leven in de nadagen van het kapitalisme. Deze maatschappij moet ten gronde gaan en wij, die gelooven in de menschheid, zuilen het toejuichen, wanneer op de puinhoopen van deze maatschappij een nieuwe van broederschap gesticht zal wor den. Velen mogen terugdeinzen voor de ge volgen, zegt spr., doch hij gelooft, dat zelfs een geweldsrevolutie kinderspel is bij een oorlog, Wij willen niet het geweld, maar de heerschappij van de rede, maar zij, die deze maatschappij willen handhaven, missen het recht, af te geven op de excessen te wijzen in Rusland, omdat zij voor de handhaving van deze klassemaatschappij millioenen ten offer brengen. De klasse, die zich door het ge weld handhaaft, mist het recht op hetgeen in Rusland gebeurt af te geven, al betreurt ook spreker, omdat hij anti-militairist is en dus tegen het geweld, de daar plaats vinden de excessen. Spr. stond hierop stil bij de door de anti- miütairisten georganiseerde volksstemming „Neen, niet van mij," antwoordde zij loom. „Hij behoort aan een patient van mij een meisje dat ik bezoeken ging, toen ik nog in het Home was. Ik heb dien hand- schoe in mijn zak gestoken, ik weet eigenlijk niet waarom." Clarence kreeg een kleur en nam den handschoen op. „Een zonderlinge samenloop van omstan digheden," zei hij. „Ik ik meen hoe vreemd dat je dien handschoen in je zak stak." Constance viel terug in haar kussen met een vermoeid zuchtje. „Ik weet niet, waarom ik het gedaan heb. Ik zag dien handschoen juist dien dag toen ik het Home verlaten heb dien dag ik herinner me je herinnert je Zij deed haar oogen toe alsof ze te ver moeid was om na te denken en nog meer te praten. Clarence stak den handschoen in zijn zak, steeg te pdard en reed naar de Hall. „Constance, hoe gaat het met haar?" vroeg sir Ralph. ;,Zij is beter zij komt er wel door. Maar luister eens Ralph ik wou je wat zeg gen iets heel merkwaardigs. Ik ben pas bij haar geweest. Zij was met haar kleeren bozig cm toen vond ze dezen handschoen." iegen ft*! dSS^jaiW; dfe? tr# r# te spreken, dat men het militairisme wil dosn verdwijnen. Dit heeft een propagandistische waarde. Huis aan huis zullen er manifesten over de petitie worden verspreid en daarna zal er langs de huizen gegaan worden om hand tee kenlngen te verzamelen. Men geeft daarmede ook een steun aan de dienstweige raars en spreker hopte, dat velen zich voor dit werk wilden geven. Zonder het offer komt men er niet en het offer om daarvoor te wer ken is al heel klein. Wanneer het volk te bang is zich uit te spreken, dan zal men heb ben te dragen wartomen moet. dan heeft men niet het recht om over die ellende te jammeren. Spr. hoopte, dat de levenswil zoo sterk zal worden, dat het daadwerkelijk verzet zal ko men, dat zich uit in de massale dienstweige ring. Wanneer men in zijn ziel ontroerd is over de smart, dan zal men zijn de dappere strijder tegen het miliiairisme. Wanneer dat gaat leven, zal men zeker zijn van de ovei^ winning, zal men overtuigd worden van de, waarheid der evolutie, dat de wereld niet stil kan staan, dan zal de rede hoerschen en het mllitairisme niet noodig zijn, dan zaf de we reld van rechtvaardigheid en broederschap komen, dan zullen er geen slaven en-* onder- worjienen meet zijn, maar dan zal de broe derschap een feit zijn geworden. (Applaus). De voorzitter bracht den spreker dank voor zijn rede en wekte allen op aan het te organ iseeren petitionnement mede te wer ken. Met klem wekte sp rd e aanwezigen ook op lid te worden van ae afdeeling, tevens een collecte vor de gezinnen van de dienstweige raars aanbevelende. SALARISHERZIENING GEMEENTE-AMBTENAREN, Ofiohoon het bafrinsel niauw i» en tot he den nog atechts weinig gemeenten tot invoe ring er van zijn overgegaan, ir, in de hierbij aangeboden regeling opgenomen de toeken ning van een vakantietoeslag met de bedoe ling het allen ambtenaren mogelijk te maken althans eenige van de vaoantiedagen onbe zorgd door te brengen en zioh aan de gewone omgeving te kunnen ontrekken. Het 'kwam gewansebt voor dezen toeslag te bepalen op 2 pot. van het salaris met een minimum vam 30 en een maximum van 50. Aanvanke lijk i» ef aan gedeoht dezen toeslag slechts ta verleenen aan da ambtenaren, wier salaris niet meer dan 2500 bedraagt, maar <i« wei nigen, wier salaris hooger reikt, deed onze oommisaie besluiten voor niemand) eene uit zondering te maken, behalve dan voor hen, die in de O-groep zijn opgenomen. Zij ging te eerder tot dit voorstel over, nu ook in de ontwerp-ambtonaarswefc bepalingen tot ver- leoning van een dergelijken toeslag zijn op genomen. Hij hield hem sir Ralph voor. „Ze zegt, dat hij toebehoorde aan iemand, die ze heeft op gepast toen ze in Londen was. Bekijk hem eens." „Nu, ik zie hem," zei Ralph barsch. „Wat moet dat?" „Dit. Ik heb den handschoen die daarbij behoort. Ik heb hem gevonden in het kan toor van Lycett Crayson. Hij zei, dat hij van mevrouw Warner was je weet wel- i maar zij ontkende het, terwijl ik er bij was. Wat maak ie daaruit op?" Sir Ralph keek hem aan. „Ik maak er niets uit op," zei hij. „Ik zou er op zweren, dat deze handschoen behoort hij dien anderen dien ik thuis heb. Maak je daar niets uit op? Wacht dan maar af en zie toe." Hij praatte over wat anders en reed wel dra terug naar de Grange. Constance was veel beter zoo veel beter dat hij haar vra gen kon doen. „Wat dien handschoen van de vriendin netjes betreft, Constance, wat was dat voor een patient?" „Het was een jong meisje een vrouwtje dat ik bezocht heb toen ik in Ons Huis was. Waarom vraag je dat?" Ho. 851. 1®.!*- Inn ïiit. Gedurende de week van 2*7 October tot en mat 2 November 1019 is geldig Bon No. 4 van de Rijks-Suikerkaart, MARGARINEKAARTEN. Gedmende het tijdvak van 26 October tot «n met 2 November 1919 is geldig Bon No. 0 van dt Rijks-Margarinekaart. Do Directeur van het Distr.-Bedrijf, O. H. SCHNEIDERS. BROODKAARTEN. De DIRECTEUR VAN HEIT DISTRI BUTIEBEDRIJF deelt mede, dat WITTE BROOD UITSLUITEND VERKRIJG BAAR WORDT GËSTEIiD OP DE ZWART GEKLEURDE BROODKAAR TEN waarop geen tijdvak is vermeld en WELKE GELDIG ZIJN VAN 25 OOTO- BER TOT EN MET 2 NOVEMBER 1919. Roggebrood en bruinbrood wordt verstrekt op de ojwone roggebrood- en bruinbroodkaarten. De Directeur voornoemd, O. H. SCHNEIDERS. 3I13cll Een en ander veroorzaakt, dat de z.g. con- vumptiebedrijven dezen winter niet in de be loof te aan melk der steden zullen kunnen voorzien. Toch moet in die behoeften voor den worden. In verband daarmede heb ik ran zuivelfabrieken en fabrieken van andere melkproducten de verplichting opgelegd >m zoo noodig alle melk in de omgeving der teden geproduceerd en tot dusverre voor in- lustrieele doeleinden gebezigd, voor con- umptie te bestemmen. Mocht ook dan nog niet voldoende melk be- ehikbaar zijn, dan kan van verder afgelegen '.treken aanvoer plaats hebben. Teneinde te waarborgen, dat zooveel mo- relijk melk voor consumptie beschikbaar :omt, heb ik mij bovendien genoodzaakt ge ien in de vrije uitoefening van het veehou- iersbediijf in te grijpen. Daartoe is met in gang van 15 Oct. j.l. een verbod om 'kaas te naken ingevoerd. Aan de Burgemeesters der betrokken Gemeenten heb ik machtiging verleend om tot 1 Nov. e.k. ontheffing van 58) dit niet meer mogelijk zijn. Op de boerderijen zei den geen ken» meer mogen gemeekt wor den, tenzij in ae enkele uitzonderingsgeval len, waarbij verzending der meilk van de 'boerderij neer de etedea preetieek onuitvoer baar ie. Ik ontveins mij niet, dat mijn ingrijpen onderscheidene moeilijkheden in het bedrijf der kaasima'kende boeren te voorschijn roept. Ik vertrouw echter, dat zij, gezien de hooge belangen, die met een geregelde mel'kvoorzie- ning in de groote steden gemoeid zijn, zich die moeilijkhden willen getroosten. Trouwens zulks is mij ook reeds gebleken; tal van vee houder» toch, die tot dusverre kaas maakten, hebben hun melk al voer consumptie aange boden of zich bereid verklaard zulk» te doen. Op den gemeenschapszin en het plichtgevoel van alle melkveehouders in deze Gemeente doe ik nu een ernstig beroep om mede te werken, dat de melkvoorziening der groote steden dezen winter zonder stoornis van be- teekenis kan verloopen. Indien ieder het zijne daartoe bijdraagt, ia een behoorlijke voorzie ning niet alleen mogelijk, doch ook verzekerd. Dat dan ook ieder het zijne daartoe doel De MJinister van Landbouw, Nijverheid en Handel, B. A. VAN IJSSELS'TEI'N. De commissie ia verder van oordeel, dat het tijdstip al« aangebroken mag worden 'be schouwd om de ingevolge de Pensioenwet en de We duw on wet voor de gemeenteambtena ren 1913 verschuldigde pensioensbijdragen geheel ten laste der gemeente to nemen en daarvan niet langer een doel op de ambtena ren te verhalen Wel zal hiermee een niet on belangrijke bijdrage worden geschonken, maar de teekenen wijzen er op, dat in de op komst zijnde ambtenaarswet hetzelfde be ginsel zal worden neergelegd. Verschillende gemeenten zijn Alkmaar in dit opzicht reed» voor gegaan. Toch bestond met betrekking tot deze zaak in onze commissie geen een stemmigheid. Immers een harer leden, hoe zeer overtuigd van de billijkheid dat de ge meente de lasten draagt, verbonden aan de pensionnering harer ambtenaren, wilde daartoe met het oog lp de financieelen toe stand, waarin de gemeente verkeert, sleoht» geleidelijk overgaan. Dit lid zou willen aan vangen met het verhaal voorshands tot de helft te verminderen, om eerst later in het geheel geen verhaal meer toe te passen. Waar evenwél zal worden voorgesteld, om de aanstonds te vermelden reden, aan deze salarisregeling terugwerkende kracht te ver leenen tot 1 Januari 1918, vindt onze oom missie geen termen om aan de opheffing van hot verhaal eveneens dezö terugwerkende kracht te verleenen, niet slechts omdat aan de ambtenaren daarvoor geen enkele toezeg- ginir is gedaan, noch eenig uitzicht geopend, maar bovenal uit overweging dat er geone redenen bestaan waartoe anders zou moe ten worden overgegaan om van reeds ver haald© bijdragen teruggaaf te verleenen. Het zou overigens weinig stroo'ken met de door den Raai in zijne vergadering van 27 Maart 1.1. geva'jfn beslissing, waarbij besloten werd do vraag, of aan de ambtenaren een prsmie- vrij pensioen behoort te worden vor.iekerd, ut mtcr normale tijden moet worden uitge steld. De commissie meent daarom, dat dit deel van haar voorstel in werking behoort te tre den op 1 Januari 1920. Daarmede wordt naar hare meening geen enkele onbillijkheid be gaan, wijl de ambtenaren door de t- rugwer kende kracht der andere bepalingen tot 1 Januari 1918, in het bijzonder wat de sala rissen berteft, geacht mogen worden daar van te profiteeren, omdat het peil der sala rissen ongetwijfeld door de late aanbieding van dit voorstel hooger is, dan het geweest

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1919 | | pagina 5