Honderd een en twintigste Jaargang.
Zaterdag 25 October.
Stadsnieuws.
SALARISHERZIENING
GEMEENTE-AMBTENAREN.
(Blot.)
Zo®ct«T paSrlodll&e vw/1-.ofrir.r
Klerk gemente-archlef f 850
i: ul jjscild Kil ïüYüïl.
(Van onzen Parijschen correspondent).
Nadruk verboden.
Parijs, 20 October 1910.
Parijsch straatleven.
De zilveren herfstnevelen ontsluieren Pa
rijs. In den avond strijkt een vorstige koelte
over de boulevards en het duizendvoudig
gelig lantaarnschijnsel verwarmt met behaag
lijke luchtstraling de mistige avondstem
ming. Eindelpoze reeksen auto's glijden
over het donkergiinsterend asphalt, de
vrouwtjes, diep gedolven in hun fourrures,
spoeden zich snel voort; van uit de winkels
straalt een warm licht. Met duizenden licht
schijnsels stralen de groote boulevarcl-café's.
veel donkere mannenfiguren gaan voorbij
met pinkende cigaretten, vlug, pittig in de
herfstige avondnevel.
Over de boulevards hangt een geur van
mimosa en van gebrande marrons.
Op Montmartre zijn de lantaarns nog in
niger droomend, de nevel is er mysterieuzer,
do smalle stijgende straatjes, de glinsterende
trappen zijn er vol diepe intieme avondscha
duwingen. Schel verlichte étalages met „hui-
tres portugaises", stalletjes met „fritures",
haastige menschen, die zich snel, prettig
voortspoeden. Overal hoog in de grillige
voorover hangende huizen pinkende lichtjes
van den avond,
Op de „Butte" langs de smalle stegen eti
trappen die leiden naar de duistere „Sacré-
Coeur" daarboven, strijken geheimenisvol de
nevelen van den Parijschen avond. Vanuit
een cabaret komt vaag gezang en guitaarge-
tokkelHet wordt stiller om mij heen;
als in een vreedzaam dorp. Een hond blaft
in de stilte. Een vroolijke grove mannenstem
klinkt kalmeercnd ergens van uit een nog
openstaand raam in een oud huis
Op de „Place du Tertrë" is het doodstil
Bovn mij droomt zilvergrijs de Sacré-Co-
eur -v
Een paar dagen geleden In het herfstig
zonlicht hebben hier honderden bisschop
pen, de hoogste prelaten van Frankrijk het
wljdingsfecst gevierd en het oude kerkgoud
heeft zwaar-melancholiek geglinsterd de
wie «rokdampen hebben om huid het hooge
grijze Byzautijnsche heiligdom, waar talloo-
zen samen waren, in devotie vereend De
Sacré-Coeur, op het hoogtepunt van het ou
de lieve quartier van Montmartre, is een der
liefste plekken van het lieflijk Parijs. Zoove
le malen ziet men de zilvergrijze koepels af
steken etgen de ijl-biauwe Parijsche hemel,
zoovele malen in liet woelige leven der
Orandsboulevarcls ziet men daar in de verte
de groet van het lieve meest mcnschelijke
quartier van Parijs: Montmartre.
Montmartre nu t zijn oude 'scheeve huizen,
grillige stegen en trapjes, doodstille intieme
pleintjes, tuinen, pavillioens, schilders-ate
liers weelig nachtleven van de „B ndevard
de Clichy", dat zoo iets romantisch cn ge
moedelijks heeft. Montmartre met zijn kleine,
intieme eethuizen en café'tjes, zijn ouderwet-
sche sentimenteelc circussen, zijn wonderlijk
bezield straatleven
Dezer dagen is er in den „Jardin d'Accli-
ma' lon" in het „Bois" een hondententoon-
steiling geweest. Vooral het edele ras der
„herders" is er gewaardeerd, een ras dat zich
in den oorlog ook-de schoonste lauweren
heeft geoogst.
Langzamerhand hebben de gedemobili
seerde oorlogshonden, waaran^er vele eer
vol vermeld zijn cn vele gewond, hun vredes-
tehuis gevonden. Ik heb ook deze houden be
zocht in de „Jardin des Planies". De mees-
ten hunner "waren niet „mooi" meer, sommi
ge mank, sommige half blind, velen met kale
plekken en lidteekeus..,. maar met oogenl
Toen ik deze hondehoogeu zag kreeg ik een
emotie van ieta héél edels, héél teers en ont
roerends,
Helaas worden vele van deze ''rouwe mak
kers-van den-mensch hiér ia Parijs verdelgd;
volgens een verordening *"«n de Prefect VW1
Politie om de hondsdolneid te bestrijden
Wie zoo een „rafle" bijwoont, waarbij de los-
loopende honden onverhoeds gevangen wor
den met een soort lasso's van dun ijzetdraad
en in tralie-wagens gesmeten om afgemaakt
te worden, voelt zijn hart ineenkrimpen.
Maar wij zien hier langs de straat veel
kleine levensdingen die triest of navrant zijn
:n ook dit wordt iets gewoons, iets allc-
daagach in het Parijsche straatleven.
De vervallen oude straatzangeres, eenmaal
een schoone trotsche jonge dame, die triom-
feerend door 't leven ging, de halfblinde vio
list, die bevend oude arias uit opera's speelt;
de tallooze en tallooze oorlogsverminkten,
het zijn verschijningen ops hier in Parijs
zóó vertrouwd, zóo overbekend, dat zij wel
haast geen schokkende emotie meer geven.
Het straatleven hier is vol verscheiden
heid en het gele licht der millioenen réver-
bères der „ville lumiére" schijnt over goe
den en boozen, over de kinderen van het ge
luk en de kinderen der ellende.
STéFAN.
aèfc sa%Br: ;fü,
landman niet.
Xo. 8S9.
191».
Éiaisck Emit.
PLAATSELIJKE BELAS TIK OEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van ALKMAAR brengen ter algemeene ken-
ib, dat Ihet PRIMITIEF KOIIIER PER
BELASTING OP DE GEBOUWDE
EIGENDOMMEN en het EERSTE SUP
PLETOIR KOIIIER VAN DEN HO'OF-
DELIJKEN OMSLAG, beide voor den
dienst 1919, den 7 CTOBER ILL door den
Gemeenteraad vastgesteld en den 15 OCTO
BER d. tu v. door de Gedeputerde Staten
goedgekeurd, op heden aan den Gemeente
ontvanger ter invordtering zijn overgegeven
en gedurende vijf maanden op de secretarie
der (gemeente voor een ieder ter lezing zijn
nedergelegd.
Bezwaren tegen den aanslag kunnen op on
gezegeld1 papier bij den Gemeenteraad wor
den ingediend binnen drie maanden na den
da® der uitreiking van de aanslagbiljetten.
Alkmaar, de 24 October 1019.
Burgemeester en Wethouders van Alkmaar,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
Op grond van 'bovenstaande beschouwin
gen heeft de commissie de eer Uwer Verga
dering uit te noodigen over to gaan tot vast
stelling van navolgend besluit:
De Raad der gemeente Alkmaar,
Overwegende, dat het noodzakelijk is over
te gaan tot herziening der bezoldiging van
de gemeente-ambtenaren;
Besluitï
L vast'te stellen de navolgende
VERORDENING tot regeling der
bezoldiging van de ambtenaren, in
dienst der gemeente Alkmaar.
Artikel 1.
Deze verordening verstaat onder ambte
naren alle personen, in dienst der gemeente,
wier bezoldiging is geregeld bij het jaar en
wier rang is vermeld in de artikelen 3 en 4.
Art. 2.
De bezoldiging wordt aan de ambtenaren,
die in de gemeentelijke bediening hunne
hoofdbetrekking vervullen elke maand, aan
de anderen elke drie maanden voor een even
redig deel betaald.
Art. 8.
De bezoldiging van de hoofden vau bedrij
ven, van afzonderlijke takken van dienst en
van instellingen wordt bepaald als volgt:
Apotheker minimum 3000 maxim, 3900.
Archivaris min. 1800, max. 2340.
Directeur bouw- en woningtoezicht minimum
2800, maximum 8640.
Controleur gemeentebelastingen minimum
2700, maximum 3510.
Directeur gemeentewerken minimum ƒ4000
maximum 5200.
Directeur licht'bedxijven minimum 6500,
maximum 7150.
Directeur plantsoenen, begraafplaat» en
volkstuinen minimum 2500, max. 3250.
Directeur gemeentereiniging minimum
2600, maximum 3250.
Directeur gemeenteslachthuis minimum
8750, maximum 4890.
Directrice ziekenhuis minimum 1800.
maximum 2340.
Art. A
De overige ambtenaren worden ingedeeld
in groepen en hunne bezoldiging Wordt gere
geld als volgt:
Groep I. Minimum 900 Maximum 1170
Schrijver
Leerling-verpleegster ziekenhuis.
Groep II. Minimum 1300 Maximum 1090
Klerk
Gemeentebode
Concierge stadhuis
Concierge gymnasium
Huismeester ziekenhuis
Portier idem
Gediplomeerd verpleegster idem
Meteropnemer-geldophaler gasfabriek
Magzijnmeester idem
Portier-magazijnmeester idem
Apothekersbediende
Troep III. Minimum 1600 Maximum 1950
Concierge-amanuensis handelssobolen, tevens
amanuensis gymnasium
Fittersbaas gasfabriek.
Monteur-electricien
Havenmeester
Havenmeester
Opzichter gemeente-reiniging
Groep IV. Minimum 1700 Maximum 2210
Klerk-deurwaarder ontvanger
Klerkdjoekhouder idem
Teekenaar gemeentewerken
Ambtenaar controle belastingen.
Groep V. Minimum 1900 Maximum 2470
Adjunct-commies ter secretarie
Opzichter distributie gasfabriek
Analyst
Klerk-boekhouder lichtbedTijven
Opzichter-hulpkeurmeester slachthuis, tevens
keurmeester der veemarkten
Machinist slachthuis
Boekhouder idem
Opzichter gemeentewerken
Boekhouder idem.
Groep VI. Minimum 2200 Maximum 2880
Commies ter secretarie
Gedelegeerde ontvanger
Fabrieksbaas gasfabriek.
Groep VII. Minimum 2600 Maximum 3380
Commies-afdeelingsehef secretarie
Boekhouder lichtbedrijven
Groep VIII. Minimum ƒ3200 Max. 4160
Hoofdcommies ter secretarie
Ingenieur eleetrisch bedrijf
Groep O
Adjunct-archivaris min. 500 max. 800
Assistent-havenmeester min. 600 max. 900
Directeur arbeidsbeurs min. 600 max. 900
voor allen m'et zes 2-jaarlijksche periodieke
verhoogingen van 50
Directeur muziekschool en kapelmeester mu
ziekkorps min. 1500 max. 1950
als voren van 75.
Marktmeester vee-markten 225
Marktmeester botermarkt 125
Marktmeester «ierenmarkt 126
Marktmeester Tieebmarkt va ktuïdtt
van viscia f 75
Marktmeester groenten-, kippen-,
kleine kaasmarkt enz. 225
President-waagmeester f 600
Waagmeester 600
Eerste schrijver waag f 400
Schrijver 350
Hulp-schrijver 200
Opzichter kaasdragers f 475
Marktmeester kaasmarkt 550
Marktmeester graanmarkt f 200
Erste meter graanmarkt f 140
Tweede meter graanmarkt 130
Shorter graanmarkt 105
öoncierge boter- en graanmarkt f 150
Schatter drankwet 50
Bode brandweer f 50
Machinist m itorspuit f 150
Hooistéker f 100
Stads-klokkenist f 500
Stadshorlogemakör f 500
Stads-arts 1000
Oog-, oor-, neus- en keelarts 200
Schoolarts f 1260
Stadsvroedvrouw f 600
Heelkundige ziekenhuis 1250
Geneeskundige idem 1000
Oog-, oor-, neus- en keelarts idem 250
Secretaris Kamer van Koophandel '800
De jaarwedde van ambtenaren, die den
leeftijd van 21 jaar nog niet hebben bereikt,
wordt voor elk jaar beneden dien leeftijd met
100 verminderd.
Art. 5.
Aan alle ioi deze verordening genoemde
ambtenaren, met uitzondering van die in de
O-groep opgenomen voor wie een minim urn
en een maximumsalaris is vastgesteld, wordt
binnen den voor eiken rang gestelde grenzen
door Burgemeester en Wc tb ouders zesmaal,
telkens na twee jaar dienst, eene verhooging
toegekend, ten bedrage van of zoo nabij mo
gelijk vijf procent van het minimumsalaris,
zoo dat 'het maximum der bezoldiging voor
eiken rang uiterlijk wordt 'bereikt na 12
dienstjaren, behouden* het bepaalde in arti
kel 0, tenzij gemeld college van oordeel
mocht zijn, dat de betrokken ambtenaar voor
eene verhooging niet in aanmerking behoort
te komen.
De verhooging gaat in met den eersten
dag van de maand vc/lfionld'e op die, waarin de
uitspraak daarop is verkregen.
Als diensttijd komt in aanmerking de tijd
in gelijken of in daarmede, ter beoordeeling
van Burgemester en Wethouder», gelijk te
stellen rang, hetzij in vasten, hetzij in tijde-
lijken dienst zoowel in deze als in andere ge
meenten doorgebracht.
De tijdelijke dienst moet niet onderbroken
onmiddellijk voorafgaan aan het tijdstip,
waarop in den zelf den rang eene vaste aan
stelling werd verkregen.
De in dit artikel bedoelde verhoogingen
worden aan tijdelijk aangestelde ambtenaren
niet' toegekend, zoolang zij nog geen twéé
jaar tijdelijk in dienst dezer gemeente zijn
geweest.
Art. 8.
In bijzondere gevallen kan bij eerste aan
stelling een ambtenaar dadelijk in 'het genot
worden gestold van een of meer periodieke
verboogingen of kan de aanspraak op een
of meer dezer verhoogingen worden ver
vroegd door den Raad, zoo "de benoeming aan
hem, door Burgemeester en Wethouders, zoo
ze aan dit oollage behoort.
Bij toepassing van deze bevoegdheid wordt
de aan de betrekking verbonden maximum-
bezoldiging zooveel vroeger bereikt, tenzij bij
de toekenning der vervroegde verboogingen
anders mocht zijn bepaald'.
Art. 7.
De in artikel 3 bedoeld®, bezoldiging wordt
verminderd voor den apotheker, wegen» bet
genot van vrije woning, vuur en licht, met
500;
voor, den directeur van bet gemeente-
slaclhtkuis, wegens het genot van vrije wo
ning met 450;
voor de directrice van bet ziekenhui», we
gens het genot van vrije woning, vuur, licht,
voeding, geneeskundige behandeling en ge
neesmiddelen, met 600.
Art. 8.
Op gelijke wijze wordt de bezoldiging der
in artikel 4 bedoelde ambtenaren verminderd
als volgt:
voor de gediplomeerde verpleegsters en
voor de leerling verplegstera in het zieken
huis, wegens het genot van vrije woning,
vuur, licht, voeding, geneeskundige behan
deling en geneesmiddelen, voor elk met ƒ500
voor d!en huiemester en voor den portier in
het ziekenhuis, wegens het genot voor zich
en voor hunne echtgenooten, alsvoren voor
elk hunner met 800;
voor den concierge in bet stadhui»!, we
gens het genot van vrije woning, vuur en
licht, met 150;
voor den opzichter op de terreinen der ge-
meentereiniging, wegens het genot van vrije
woning, met 100;
voor een der opzichters-hulpkeuTmeester,
alsmede voor den maidhinist van het ge
meente-slachthuis wegen® het genot van
vrije woning, voor ieder hunner met 175;
voor den opzichter deT kaasdragers, we
gens het genot van vrije woning, met 175;
voor den fittersbaas d'er gasfabriek, we
gens het genot van vrije woning, vuur en
licht, met l'OO;
voor den boekhouder idem, .alsvoren met
250 en
voor d neboekhouder idem, alsvoren met
250.
Een der gemeenteboden behoudt bet genot
van vrije woning zonder eenigen aftrék, welk
genot bij vacature komt te vervallen.
Art. 9.
Aan den concierge van bet stadhui» wordt
boven zijne 'bezoldiging voor hulp bij het
schoonhouden van het stadhuis en zijne om
geving eene schadeloosstelling verleend van
500 per jaar.
Art. 10.
Boven en behalve de bezoldiging enz. in de
voTige artikelen vermeld, wordt aan de amb
tenaren, met uitzondering van hen, die op
genomen zijn in de O-groep, een jaarlijksche
vakantietoeslag verleend' ten bedrage van 2
procent van de bezoldiging op 1 Januari van
het jaar, met een minimum van f 30 en een
maximum van 50, I» de ambtenaar na 1
Januari aangesteld, dan. geldt de 'bezoldiging,
gwütrten op <3«a •van üaJgjrag r.jjnw. Benoe
ming.
Deze toeslag wordt slechts uitgekeerd,
zoodra meer dan de helft van de vacantle-
dagen door den betrokken ambtenaar in een»
wordt opgenomen.
Art U
Bijdragen voer eigen en voor weduwen- en
wc-ezen.pensioen, ingevolge de Pensioenwet en
de Weduwenwet voor de gemeenteambtena-
op bun krachtens deze verordening een hoo-
ren 1018, worden op de ambtenaren niet ver
haald.
Art. 12.
Voor bet bezit van diploma'» en akten, niet
al» eieeh gesteld bij of voor de benoembaar
heid van eenig ambt, welke voor de vervul
ling van het amlbt voor de gemeente van
waarde zijn te achten, kan eene verhooging
van bezoldiging worden toegekend van
hoogstens 100, door don Itaad ingeval de
benoeming hem, door Burgemeester en Wet
houders, indien ze aan dit college behoort.
Art. IA
Bij overlijden van een ambtenaar wordt bet
door hom genoten salaris uitgekeerd nog
drie maanden na afloop van d'e maand,
waarin het ever'lijden plaat» vond, indien
door hem wordt of worden nagelaten eene
wedeuwe en (of)1 wettige nabestaanden in de
rechte opgaande of nederdalende linie.
Art. 14.
Ingeval van ziékte wordt aan den ambte
naar), voorzien van eene vaste aanstelling,
gedurende een jaar de volle bezoldiging, en
gedurende het tweede jaar 70 pet. der bezol
diging uitgekeerd.
Is volgens medisch oordeel herstel waar
schijnlijk on wordt daarbij zijne opname in
«en herstellingsoord noodig geoordeeld, dan
■worden de kosten zijner verpleging, mits
uiterlijk tot het einde vau het tweede jaar
zijner ziekte, voor rekening der gemeente
genomen.
Ziekteperioden, welke elkaar opvolgen met
tusscbenruimten van minder dan een tijdvak
van 30 dagen, worden voor de toepundng
van d'it artikel als één periode beschouwd.
Art. 15.
Wanneer een ambteuaar belast wordt met
de tijdelijke waarneming van oen hoogere be
trekking dan de zijne en deze waarneming
langer duurt dan 18 werkdagen, wordt aun
hem gedurende den tijd.dor waarneming een»
vergoeding uitgekeerd, berekend naar bet
verschil tusaohen de minimum-jnarwed'den
aan elk der botrekkingen verbonden, i
Art. 16.
Belóoning voor overwerk wordt in den re
gel niet. genoten.
In bijzondere gevallen kan lüervan door.
Burgemeester en Wethouders voor door hen
aan te wijzen ambtenaren worden afgeweken.
Do betaling van overwerk zal alsdan geschie
den naar den volgenden maatsta f
lo, indien wordt overgewerkt buiten den
voor den ambtenaar vastgestolden werk
tijd tusBcbcn dew morgens 6 uur en des
avonds 10 uur, een uurloon gelijk aan
1/2000 gedeelte van do bezoldiging op
1 Januari, verhoogd met 25 tot.;
2o, indien wordt overgewerkt tusachen des
avond» 10 uur en des morgens 6 uur,
wordt bet. uurloon bedoeld sub loi met
60 pet. verhoogd en voor het overwerk
op Zon- en feestdagen met 100 pet.
Art. 17.
Deze verordening wordt, met uitzondering
van het bpauld in artikel 11, geacht in wer
king te zijn getreden op 1 Jan. 1918.
Artikel 11 treedt in werking op 1 Januari
1020.
Met ingang van eerstgomeld tijdstip wor
den ingetrokken alle jaarwedden regelingen,
wdiko op dien dbtum voor1 de in deze veror
dening genoemde ambtenaren van kracht
waren.
De bezoldiging wordt voor lederen, ambte
naar bepaald, to rekenen van eerstgemclden
datium, 'op het bedrag, waarop bij volgens de
bepalingen dezer verordening aanspraak
heeft.
Zij, die bij de inwerkingtreding dezer ver-
ördéning ee hoogere bezoldiging mochten
genieten dan waarop zij volgons do bepalin
gen dezer verordening tot het tijdstip, waar-
ger bezoldiging toekomt, van wélk tijdstip
kl die hoogere bezcftdii "Eg f* worden geno
ten.
Indien buiten het geval van bevordering,
tengevolge van het vervallen of wijzigen van
rangen, aan een anibteaar een andere rang
dan zijn tegenwoordige gegeven wordt, tellen
■d'e dienstjaren in den vorige rang mede voor
de bepaling der jaarwedde in den nieuwen
rang.
Wanneer bij bevordering van een ambte
naar tot een hoogeren rang, het minimum-
salaris van dezen rang lager is dan de bezol
diging, do-or dten ambtenaar op bet tijdstip
zijner 'bevordering genoten, worden aan dezen
ambtenaar al dadelijk in zijn nieuwen rang
zooveel periodieke verhoagingen toegekend
als noodig zijn om eene bezoldiging te ont
vangen, booger dan vóór de 'bevordering het
laatst genoten. Het maximum der bezoldiging
wordt in 'dit (geval zooveel vroeger bereikt.
IL Heeren Gedeputeerde Staten in over
weging te geven de bezoldiging van den
ambtenaar van den 'burgerlijken stand, be
last met alle werkzaamheden den burgerlijken
stand 'betreffende, te bepalen op 220:0, met
zes tweejaarlijksehe periodieke verboogingen
van 110 (5 pet.)1 tot een maximum van
2860 en voor den ambtenaar van den bur
gerlijken stand', uitsluitend belast met de
voltrekking van 'huwelijken op f 600, zonder
toekenning van periodieke verhooigingen.
IIL te bepalen dat, ingeval aan d'e werk
lieden der gemeente na de vaststelling dezer
verordening een 'kindertoeslag mocht worden
verleend, .gelijke toeslag zal worden toege
kend aan die ambtenaren, wior minimum-
bezoldiging gèlijk is aan of blijft beneden het
gemiddelde minimumloon der werklieden.
IV. te bepalen dat ten aanzien van do ge
meenteambtenaren, op wie de sub I vermelde
verordening niet van toepassing ie. te réke-
nen van 1 Januari 1920 geen verbaal van
pénsiioensbijdragen, ingevolge de Pensioen
wet e de Weduwenwet voor de Gemeente
ambtenaren 1913 zal worden toegepast.
V. met ingang van 1 Januari 1020 in te
trekken de Verordening, regelonde het ver
haal van bijdragen voor pensioen van ge
meenteambtenaren, hunne weduwen en wee
zen (Gemeenteblad No. 520) met betrekking
tot de ambtenaren, welke op dit tijdstip in
dienst der. gemeente zijn.
..'i
UIT HET INDISCHE' LEVEN,.
IX.
In den liaatsten tijd valt mijn aandacht nog
al eena op de talenkwestie. Enkele personen,
die voor 'het eerst naar Indië zullen gaan,
maken zich daarover druk. Nu kan het zijn,
dat ik door gewoonte de moeilijkheid niet
voldoende inzie en daarom nog wel eens be
gin te lachen, wanneer men het er over heeft.
Wie in verschillende landen geweest is,
weet wel', dat m'en zich over de talen niet
zoo heel druk behoeft te. maken. Men kan
wel geen gesprekken voeren met de ingebore-
nen, maar er zijn middelen genoeg om ken
baar te maken, wat men verlangd en daarop
'komt het toch maar aan. Veel grooter moei
lijkheid is het om ergons te waken tegen af
zetterij. Men neemt overal ter wereld een
vreemdeling gauw te pakken d'oor prijzen te
vragen, die veel te hoog zijn.
In Indië kamt men vooral in kuststreken
overal terecht met Maleisch. Gaat men de
binnenlanden, zelfs van Java in, of bezoekt
men afgelegen kleine eilanden, dan geeft ook
dat Maleisch niet zoo heel veel. Eeu echte
Javaan uit de binnenlanden spreekt niet
anders dan Javaansch, een Soedanees niet
anders dan het Boedaneeseh. Beide talen zijn
zeer moeilijk.
Het is wel gebeurd', -dat wandelaars, die
in Midden-Java an een desaman den weg
vroegen naar een pf andere stad, alleen tot
antwoord kregenEhggeh I dat ja betee'kent.
Welke moeite ze ook deden, ze kregen geen
Aan de ikuef verstaat echter ledereen Ma
leisch.
Maar welk een Maleisch f
Het Maleisch ie esn mooie, welluidende
taai, doch wat wij, Europeanen, over het al
gemeen er van keniesn, heteekent «1 heel
weinig.
Door de aanraking met Europeanen zijn
in het Maleisch veel vreemde woorden na
geslopen. D'e bevolking hoeft natuurlijk van
ons voel begrippen overgenomen en veel
voorwerpen ieoren (kennen, waarvoor ze zelf
geen woorden had. Ze naltnen derhalve de
Europeesche woorden over en verminkten
die deerlijk. Zoo treft men b.Y. aan de
volgende Portugeésche woorden: mantega
(boter), bandera (vlag)1, oadora '(stoel, in
de Moluk'ken),. Hoïlandsche woorden zijn:
boekoe (boek), snaphaan (geweer), bestol
(fleséh)1, soldados («oblaat), snkola
(school), 'kamtoren (kantoor), bo'lek (bed),
enz.
liet is vermakelijk op te merken, hoe wij,
Hollanders, de talen door elkander troepe-
len, toch verstaan worden en de Inlanders
nooit beginnen te lachen over ons kromme
taaltje. Men kan een dame hooren zeggen:
Terlaioo dan toch. (Het is toch te erg.)i
Ik hoorde eens een doctor in de wis- en
natuurkunde, die proeven nam, tot zijn be
diende zeggen: „Ilassi dan toch eini itoe
groote kom besar", hetwelk moest beteeke-
nen: geef die groote kóm eens aan.
Ai» men nu weet, dat besar groot bet.ee-
kent, dan doet vooral die uitdrukking „groo
te kom besar" al heel eigenaardig aan.
Mnnr de Inlander lacht nooit om die din
gen. Hij denkt: Die man weet niet beter, dus
het zij hem vergeven.
Wij mochton ook wel eens zoo denken,
wanneer vreemdelingen onze taal zoo ver
minken.
Vooral zondigen vole Hollanders inet de
beleefdheidsvormen. Ze warden in dat op
zicht door woordenboeken en boekjos met
samenspraken dikwijls op den verkeerden
weg gebracht Ze leeren b.v. dat 1 o e be-
teekent jij en jou, terwij go we wil reg-
gen gij en u. Niets is minder waar.
L o e beteekent wel jij, maar op een toon,
alsof men zegt: jij, hond. Dus de grootste
onbeleefdheid.
Go we beteakent ook jij, maar minder
onbeleefd.
Men kan nu b.v. een Hollander tegen een
hooggeplaatst Inlander, b.v. een adipati
hooren zeggen: G' n w o. Dat js net het
zelfde, alsof wij tegen een gouverneur, een
burgemeester of een generaal' zeggen: jij,.
Zoon gouverneur zou dan boos worden
over zooveel gebrék aau vormen. De adipa-
tie antwoordt heel beleefdl
Wat moet men dan zeggen?
Men noemt steöd» den titel. Wie dikwijls
Indische kinderen hooft ontmoet, weet, dat
het 'heel wat moeite 'kost om de volgende
spreekwijze weg te werken:
Pa, heeft pa wel gezien, dat de hond
«peelt met pa's hoed?
Welnu, dat is Maleisch beleefd. Men zegt
tegen een regent b.v. Vaart de regent wel?
En hoe gaat het met de vrouw van den re
gent (toean regent poenja raden ajoe) en
met do kinderen van don regent? (toean re
gent poenja snak.)
In den omgang van de bedienden is men
al heel ver, al» men wat woordkennis heeft
dus weef, hoe de voorwerpen heeten. De rest
komt van zelf wel. Als men een jaar in Indi#
is, maakt men zich zeer goéd verstaanbaar.
Lastig is liet soms met een Ohinees te
praten. Chinoezon hebben moeite met de f
en de r en het klinkt koddig hen te hooren
spreken over een plesoh (flesch), of te hoo
ren klagen dat men hen te weinig voor zijn
waar biedt en hij1 verlies (roegi) heeft. Hij
klaagt dan: loegi, loegi.
Vele Hollander» echter hebben altijd ruzie
met de g, die zo nis onze g uitspreken, ter
wijl het toch moet zijn een zeer zachte k,
zooals in het Fnansoh in garyon.
Zoo heeft leder zijn gebreken, waar het de
uitspraak van een vreemde taal betreft en
men doet altijd goed, die fouten zonder on
beleefd lachen aan te hooren,
Ileusch, in dat opzicht mogen Hollanders
zich wel eens bedwingen. Wij hebben veel te
voel plezier over vreemden1, die onze taal
radbraken, terwijl we on» toch ook aan de
fout schuldig maken. Als een Franschman
zich eens over ons Fransch vroolijk wou ma
ken, zouden we hen dat kwalijk nemen. De
Franschman is echter wellevénd genoeg om
dat niet te doen.
In Indië maken Hollanders zioli dikwijls
vroolijk over het Hollandsch praten van de
daar geboren. Dat mogen we nu wel een»
doen als we onder elkaar zijn. Inlanders
lachen in onze afwezigheid ook om ons.
Maar we moeten het niet doen, wiaar de
menschen bij zijn.
Men kan andere vermakelijke gezegden
hooren.
Indiërs verwisselen *de h en de g. Voor
hond zeggen ze gon. (E'en slot d of t laten
ze vaak weg.)
Geld klinkt als held.
Zoo had eens 'het volgende voorval plaats:
Een mijner 'kennissen gaf aan- het post
kantoor te Semarang op, dat zijn adres- de
volgende 3 wéken te Salati-ga zou zijn. De
commies, een zoon- van Java, noteerde het.
Toen werd hem gezegd Wilt u het ook even
noteeren voor den heer de Geus!
De man schreef op: de Heus.
„Neen," zegt de anedr, „niet de Heus,
maar de Geus."
„Dat schrijf ik toch," 'klon'k het achter
het loket.
„U schrijft de Heus!"
Verontwaardigd werd toen geroepen:
„Spreek dan -oolk duidelijker. Hoe moet het
nu zijn? Met een hee (g).of met een ga (h)
Indiërs liggen ook altijd overhoop met de
geslachten. Neef, nicht, oom en tante, alle»
heet soedare.'Ze kennen geen hij en geen zij.
Dat gaf eens de volgende vergissing,
Een 'klerk kwam zich bij den majoor, gar
nizoenscommandant, beklagen. Zijn neef was
wat veel uit en ging te veel om met een paar
j'onge, ongetrouwde officieren, 's Nachts
klom neef zelfs het raam der ouderlijke wo
ning uit en bracht den nacht door bij de
vroolijke heeren.
De majoor begon te lachen en zei: „Nu
ja, maar dat zijn heel nette lui. Je moet je
neef niet zoo streng opvoeden. Jongelui moe
ten wat vroolijkheiid hebben."