11331
Honderd een en twintigste Jaargang.
Zaterdag 8 November.
EE it ZEER VOORZ1CH-
T1GE HUISVROUW.
ïfo. 864,
h« ms gewtm Jüa S*
fcw .es Sown ïïggüTW? Mstèfa im ïfatli
gewonnen had.
OEMENOD NIEUWS.
•pwf&tl&t mtt a:« ttatastfe tso»
bewerking ondervond. Blijkbaar waren de cri
sisjaren niet zonder invloed geweest op de
waardeer ing ten plateiande van hen, die zich
aldaar ala oontroleuir aandienden.
DE MOORD TE ST. PI ETER.
'Het vermoeden, dat de beide Vlaatnsch
spreke'nde jongelui', naar schatting 25 k 30
jaar oud', die in den laatsten tijd nog al eens
bij dgti zoo gruwelijk vermoorden Van Boekei
aan huis kwamen, niet vreemd aan den
moord zi\n, wint' meer en meer veld. Sedert
de misdaad, heeft niemand te St. Pieter.hen
meer gezien. De vermoorde, ofschoon 82
jaar, was een nog levenslustige oude mam,
die heel goed met zijn buren overweg kon of
schoon hij meestal geheel alleen in zijn- huis
je bleet, waar hij zijn winkeltje bediende en
zich met allerlei knutselarijen onledig hield.
Den dag waarop hij op zoo treurige wijze
het leven liet, hadden, de buren hem nog oen
geheel™ dag hooren werken. Een buurvrouw
had 's avonds om 10 uur nog luid in de wo
ning hooren spreken. Zij had toen de opmer
king gemaakt; ,Dce Bclsje zien zeker weer
bij den auwe Boekei
De vermoorde was zelf ook van Belgische
afkomst en1 had vroeger in Luik ook een win
keltje gedreven Hij was voor de derde maal
getrouwd geweest. Zijn dorde vrouw was
eerst onlangs gestorven. Nog kort geleden
had hij een huisje gekocht van 3000. N'aar
de buren, vertelden, droeg hij altijd al zijn
gi ld onder dc kloeten verborgen bfj zich. l iet
schijnt dal de daders dat geweten hebben,
want nicis van geld: of' geldswaarde w< rd
meer gevonden. In de winkellade waren nog
enkele losse centen. Daar alle sporen van
braak man koeren,' is het vermoeden gewet
tigd dat de beide Belgen ook ditmaal weer
bij dien ouden mam hebben geslapen, en hem
heel koelbloedig in zijn slaap hebben ver
moord. De uitdrukking van net gelaalt en de
houding van het lichaam, zijn geheel die
van een; rustig slapende.
Het geheele huis is door de politie door
zocht, rnaar er is niets verdachts gevonden.
Ondier een kast ontdekte rnen een bakje met
vuil water, waarin; een paar stukjes geronnen
bl'oedi dreven Waarschijnlijk heeft de dader
daarin d'e handen gewassen.
De moord werd door den postbode Wdj en-
berg ontdekt. Hij vondi de voordeur gesloten',
daarom ging hij' door de achterdeur die half
open stond. Dankende diait de man nog sliep
of ziek was, stak liiji een lampje aan (dc blin
den waren, nog dicht') en toon zag hij' den
man in de oudewetsche bedstede liggen, het
hoofd door een kussen bedek t en met een, vree-
se tijke wonde boven het linkeroog. De post
bode waarschuwde foein onmiddellijk de bu
ren en den burgemeester.
EEN AANKLACHT TEGEN
„HET VOLK".
Door den len. luitenant van don Rriel,
commandant van het bewakingsdetachemen't
van het intemecringskamp te Harderwijk is
een aanklacht ingediend' tegen de redactie
van „Het Volk'" wegens beleediginjg, naar
aanleiding der artikelen, die in 'deze week
daarin verschenen zijn,
NED. INDIë.
'De nalnfcnschap van wijlen den Inland-
sctoem milionnair Ta&riplm, die onlangs te
Semarang overleed, bedraagt naar schatting
45 millioen inclusief de waarde der percee-
lcn.
DE NIEUWE B.-B.-UNIFORM.
De nieuwe costuum «zullen, volgens het
„Soer. H'bldl", de volgende wijzigingen ver-
toonen
Een Gouverneur zal in het bezit komen
van 4 gouden (of vergulde) sterren op den
mouwomslag, een resident bekomt er drie.
een assistentijresident 2, controleur 1, terwijl
de adepirani-controlcurs deze ster voorals
nog wel als ster der hope van verre zullen
kunnen aanbidden en een assistent-secretaris
zich met een zilveren ster zal hebben te ver
genoegen. Wat de Inlandsche ambtenaren
betreft, dezen' zullen overeenkomstig hun
rang dezelfde distintótiven dragen als hun
Europeesche collega's. Zoo verkrijgt een re
gent 2 gouden sterren, een wedono 1, terwijl
de assistemt-wedono's evenals de adspi.rant-
comlroleuirs het zonder ster zullen' moeten
doen. Is het niets, of de hemel op aarde daalt
bij al dat stergefonkel menkf het blad vra
gend op. Bovendien' zullen genoemde unifor
men gecompleteerd worden met eecn helm
hoed, naar Briisch- Indisch model, waarnaast
echter de tradiitioneele pet zal blijven bestaan,
zoodat .in den vervolge naarmate den meerde
ren of minderen zonnebrand, gekozen, zal
kunnen wordefi tusschen twee hoofddeksels.
EEN SMOKKELTRUC.
Aan een der hulppostkantoren te Amster
dam vervoegde zioh Donderdag een Duit-
scher, die eeen aangeteekenden brief voor
Duitschland aanbood. De postbeambte liet
den brief per ongeluk vallen, waardoor een
der vijf groote lakstempels brak en een gou
den tientje ie voorschijn kwam. Bij onderzoek
bleek ook onder de andere vier- lakken een
tientje te zitten
VOOR HET ROTTERDAMSCHE
RAADHUIS.
Het geschenk van Amsterdam voor het
nieuwe Rotterdiamsche raadhuis zal een klok
zijn die ongeveer twintigduizend gulden kost.
In het comité-generaal van den. Raad waar
in deze uitgave ter sprake kwam, werd van
verschillende zijd™ tegen het voteemi van
deze som geprotesteerd.
BARON VAN LAMSWEERDE f.
Op 66-jarigen leeftijd is, na een kortston
dige ziekte, te 's-Gravenihage overleden het
lid der Eerste Kamer der Staten-Generaal A.
M, J. E. A. baron Van Lamsweerde.
Sedert 1914 vaardigdede provincie Gel
derland' hem af naar de Eerste Kamer.
De ontslapene was ridder in de orde van
den Nederlandschen Leeuw.
Het stoffelijk overschot zal a.s. Maandag
op de R.-K. begraafplaats te 's-Gravenhage
ter aarde worden besteld.
RELLETJE TE BRESKENS.
Een Belgische schipper op een met suiker
bieten geladen vrachtschuit, die Zaterdag te
Bre&kcns aankwam, zocht aanvankelijk ces,
GEVONDEN VOORWERPEN.
Uitsluitend te bevragen aan het Bureaiu
van Politie in de Langestraat alhier, alleen
op werkdagen van 9 tot 1 uur (te vervoegen
bij den WACHTCOMMANDANT'.)
Een hondenhalsband, 2 witte kruiisloten, 1
dbfecte ring, 1 taschje, 1 halve aalk appels, 1
portemonnaje, 1 handschoen met inhoud, 2
handdoeken, 1 stuk asphalt, 1 zweep, 1 ro
zenkrans in étui, 2 wanten, 1 ooiliertje, 1
duimstok, 1 pantoffel of slof, 1 schaartje en
eenige kaarten broodbon®.
Alkmaar, den 7den N ovember 1916.
De Oommiasiaris van Politie,
W. TH. VAN GRIETHUIJSEN.
Naar 't Engel seh van mrs. S tenly Wrench,
door T. de R.
Nadruk verboden.
„Dit is het einde, Madge, ik ben totaal ge
ruïneerd." En hulpeloos zakte hij in een
stoel, in de houding van, een man, die de ho
peloosheid van zijn toestand volkomen in
ziet. Maar toen hij naar z'n vrouw keek, ver
zachte zijn blik en hij nam haar hand in de
zijne.
„Lieveling" was alles wat hij kon uit
brengen. Maar ze was al bij hem, haar armen
om hem heen en vast hield ze hem tegen zich
aan in liefdevolle angst. Er was iets moe
derlijks over haar op dat oogenblik, zooals
het altijd is 'bij iedere v.rouw, als ze haar
man wil trachten te troosten. En een licht
rood bedekte haar wangen, toen ze zijn reed's
grijnzend hoofd naar zich toe trok en het
kuste.
Hoewel hij er jongensachtig genoeg uit
zag, was het haar van den secretaris reeds
grijzend en op zijn yoorhoofd waren diepe
groeven waaraan niet alleen de tijd schuld
had, maar jaren van zorg en 'kommer. In
den laatsten tijd was dat toegenomen en nu
stond een volkomen ruineoring voor de deur.
Ze streelde zijn haar, aldoor lieve woordjes
zeggend. En 'hij liet haar begaan, hij onder'
schatte niet haar vrouwelijke kracht, die
hem al zoovele malen had getroost. Hij kon
niet spreken, want het is zoo hard een le
vensdroom te zien verglijden. Hij ook had zijn
eerzucht gehad en slechts een maand geleden
had de eerste-minister
Hij werd ineens ongeduldig, onttrok zich
met een ruk aan haar liefkozingen, om een
oogenblik daarna baar weer vriendelijk toe te
Lachen.
„Vergeef me, kindje," zei hij met een moe
gebaar, z'n hand over1 z'n oogen strijkend,
„maar ik ben op. Mijn zenuwen lijken wel
touwtjes
Eu zij, wijs, zooals alle vrouwen die lief
hebben, dat zijn, ze zweeg en vroeg niet ver
der en wachtte tot bij zelf zou spreken. In
eens keek hij op.
„Ik heb je nog niet alles verteld, Madge,"
zei hij. „Behalve die papieren en dat cijfer
slot was er ook noig iets, dat aan de Barones
zef behoorde, in de brandkast. Ook dkt is
weg."
Zwijgend bleef ze hem aanzien.
„En daardoor is bovendien alles uitgeko
men. Als het niet voor dien brelogue was,
hadden ze de brandkast nooit geopend."
„Vertel me alles", zei ze.
„Och, er is eigenlijk zoo weinig te vertel
len," zei hij schouderophalend. „Je weet wel,
,ioe kinderachtig ze op haar byoux verzot is."
Madge knikte. Ze kende Kate Leeds wel en
ninachtte haar om wat ze van haar kende,
naar moest, zooals de heele diplomatieke
vereldy wel beleefd tegen haar zijn, omdat
minister's vrouwen zich s ms op een merk
waardige wijze mengen in de zaken van haar
nan. Madge was eerzuchtig om haar man,
naar ze wist, dat niet altijd intellect het won
n de wereld.
„Nu, m'n chef schijnt een nieuwe smaragd
rit Spanje te hebben meegebracht. En dien
.vond, toen ereen groot diner was, kwam hij
>ijna nog te laat binnen. Herinner je je
vel?"
„Of ze 't zich herinnerde? Al was het al-
een maar, omdat die akelige Leo Kudoni
Ach vrijheden tegenover haar 'had trachten
,e veroorloven, waarop ze hem kras had te
uggewezen, terwijl hij iets binnensmonds
aompelde, dat hij maar beter ongezegd had
aoeten laten.
„Nu, de barones ontmoette hem in de bi-
Jiotheek. Ze was reeds gekleed voor het
iner en ze droeg een smaragd, maar toen hij
ïaar z'n geschenk gaf, deed' ze de smaragden
■relogue af en gooide die in de brandkast,
vaar hij in de papieren en documenten, die
wij hadden meegebracht, rolde. Je weet de
rest."
Ze knikte. Belangrijke staatspapieren, do
cumenten van veel waarde waren dien avond
verdwenen, samen met het cijferslot, wat
eigenlijk nog gewidhtiger was, omdat, wan-
ïeer dat in handen van den vijand kwam, een
groot ongeluk hiervan het gevolg zou kun
nen zijn. Maar men verdacht haar echtge-
ïoot, omdat er, behalve de minister zelf, nie-
nand was, die de cijferslot-formule wist. Hij
ilieen kende dat cijfer en hij was arm, om-
i'at men hem eenige malen had gepasseerd.
Iet zou heel begrijpelijk zijn, als een man
ijn eer verkocht voor zulk een enorme som,
ls de vijand zeker zou aanbieden.
Maar Madge wist wel beter. Ze keek naar
lem met oogen, glanzend van liefde, en de
rouw en liefde, die hij daarin lasy stebkten
len man, die zich als een geslagen en opge-
aagd'e straathond' voelde. Hoe ter wereld
sou hij zijn onschuld hebben kunnen 'bewij
zen. Hij was dien avond in de bibliotheek
geweest, hij kende het cijfer, dat het slot kon
loen openen, en dan, o allerergste der be
iehuldigingen: zijn moeder was Duitsche
van geboorte. Het was zoo gemakkelijk alles
van hem te gelooven, al» men bedacht, dat hij
misschien in haar vaderland menschen ken
de, die hem tot zoo iets wilden trachten over
te halen.
Maar Madge wist wel heter. Zij wist, dat
hij door en door Engelsdh was, dat zijn va-
dar oen van de aueitrouwste getrouwen van
zoon, haar man, was opgevoed met hooge
idealen en met een groots eerzucht. Alleen
zij wist, hoe zuiver en hoog hij stond'en
nu nu zou zijn loopbaan ineens geëindigd
zijn? Natuurlijk zou er niets gebeuren, wan
neer er niets kon worden bewezen, maar van
promotie zou nooit meer sprake zijn. Het
laatste Blauwboek, door hem samengesteld,
zou nog meetellen, maar dan. O, het was zoo
bitter hard!
„Die brelogue van haar is zeker ook ver
dwenen?" vroeg zie na een poosje.
„Hè? Wat? O ja, die brelogue. Jay jay dat
zal wel."
„Steven, hoe i« „de Barones" zelf? Ik heb
haar gekend vóór haar huwelijk. Ik zou haar
voor geen cent vertrouwen. Oeh ja, dat is
een ellendige gedachte van me. Maar dat
wantrouwen tegenover jou maakt me ook
gék. Om jou, trouwe, eerlijke man, van zóó
iets te beschuldigen."
Zachtjes drukte hij zwijgend haar handen.
„Klein, opgewonden vrouwtje," zei 'hij
zacht.
„Steven," zei ze ineens heel ernstig. „Als
je iets heel sterk w-ilt, dan gebeurt het ook.
Dat kan niet anders. En nu wil ik, dat
iedereen jou onschuld zal inzien. Ze zullen
je allemaal moeten zien, zooais je bent: eer
lijk, rechtvaardig en betrouwbaar. Ik heb een
sterke wilskracht en wij zullen het winnen."
Hij glimlachte; maar ineens.boog hij zich
voorover an drukte haar hartstochtelijk te
gen zich aan.
„Mijn vrouw," fluisterde hij heesch van
aandoening. „Dank je voor dat geloof in mij.
Als jij niet zoo in me vertrouwde, waarachtig
ik geloof, dat ik er zelf een eind aan zou
hebben gemaakt."
En zwijgend keken ze elkaar aan en von
den hun lippen elkaar.
„Ik dank God voor jon," fluisterde hij in
nig, haar nog dichter tot zioh trekkend. „Het
geloof van een vrouw in haar man beteekent
veel moer voor hem, dan hij vermoedt."
Ze spraken nog samen over de verschillen
de mogelijkheden; toen ging hij alleen naar
zijn studeerkamer, maar de wolk was van zijn
gezicht verdwenen. Ais altijd hadden haar
diep meegevoel, haar sympatl^e en vlug be
grip wonderen gewerkt aan zijn verwonde
hart. Hij had haar immers? een vrouw, die
menige man hem zou benijden; haar steun en
haar geloof in hem en zijn kracht zouden hem
ook door deze beproeving heendragen.
„God zegene haar," fluisterde hij in de een
zaamheid van zijn kamer, terwijl zijn handen
het kleine portretje streelde, dat hij altijd bij
zich droeg.
En hij ging voor zijn bureau zitten, zich
trachtend te verdiepen in z'n werk, in de
vaste overtuiging, dat oen® een dag zou ko
men, dat zijn onschuld zou blijken.
Boven was Madge druk bezig met kleeren
opruimen. Toen ze zijn bontjas wilde opber
gen, rolfle er iets uit den kraag, dat glinste
rend op den grond bleef liggen. Eén oogen
blik was het, alsof haar hart stilstond. Ze
durfde niet te kijken, ze wist wat het was
Het was de groen smaragden brelogue van
de barones. Ze bad het haar zoo dikwijl» zien
dragen.
Maar hoe kwam het hier? Het kon maar
één ding boteekenen. Kon het dèt beteeke-
nen Dat haar man, dat Stoven
„Neen dat kan niet dat is niet zoo."
Ze riep 't bijna hardop, als om zich zelf te
overtuigen tegen beter weten in, nu de bewij
zen er immers waren?
Maar Madige bezat een prachtige eigen
schap, die veie vrouwen in zoo'n ernstig le-
veneóogenblik veelal missen. Ze had een on
geschonden en ook niet te schenden vertrou
wen in den man, die ze liefhad en langzaam
kwam de kleur in haar wangen terug en 't
licht in haar oogen.
',Het moet een complot zijn," riep ze in
eens uit. „Dat kan niet anders. Natuurlijk
heeft Steven dit ding niet genomen, evenmin
als dé papieren."
Zóó zou het natuurlijk zijn gebeurd. Die
ander, die haar man's jas had gedragen en de
papieren had genomen, had niet gemerkt, dat
de smragd aan den bontkraag was blijven ha
ken. Maar wie kon die man zijn geweest?
Haar gedachten gingen terug naar de ge
beurtenissen van den vorigen avond. Ze wa
ren vroeg uit, den schouwburg gegaan en ze
wist, dat Steven zijn jas aan had, omdat hij
nog een opmerking had gemaakt over een gat
in de voering. En den volgenden dag had ze
uat gat gemaakt. Ze voelde in de zakken. Hoe
vreemd, dat ze alle leeg waren. Want non
chalant en slordig als Steven was, was dit
geheel onbegrijpelijk. Het was toch zijn jas.
Tenminste het leek er sprekend op. Ze stalk
haar hand in den rechterzak den zak, die
ze een dag of wat geleden had genaaid. Een
licht glansde in, haar oogen haar lippen
spitsten zich. De zak was volkomen heel' en
was nooit genaaid op geen enkele plaats. Dan
was het dus ook niet Steven's jas niet! En
te denken, dat zij hem misschien nog een
oogenblik zou hebben verdacht! Ze keek alles
nog eens precies na en ging toen zijn stu
deerkamer binnen.
„Steven, waar beb je je overjas ook weer
gekocht? Was het niet 'bij Batchley."
„Ja, waarom?"
„Zoo maar." En d'e deur sluitend, kleedde
ze zioh aan en ging naar Batchley en vroeg
hem even te mogen spreken.
„Ik 'kom met een vreemde vraag, mijnheer
Batchley," zei ze, „en ik kan die ook niet na
der ophelderen. Maar hebt u nog wel eens
meer van zulk soort overjassen gemaakt, al*
mijn man heeft?"
„Och, mevrouw, het is een heel eenvoudig
model. Ik lever er heel veel van, M'aar precies
dezelfde maat heb i'k er kortgeleden een ge
leverd aanJa, ik weet den naam niet
meer precies. Dien zal ik even voor u moeten
opzoeken. O juist voor een zekeren Leo
Kudini,"
Toen ze dien naam hoorde, vroeg ze niet
verder, maar, na een 'kort praatje, verliet ze
den verbaasden kleermaker. Haar volgend
bezoek gold het bureau van den eerste-minis
ter, waar men haar beleefd, doch koud en op
een afstand ontving. Maar er was een merk
bare verandering in de atmosfeer, toen ze,
langzaam en voorzichtig alles, wat ze te zeg
gen had, vertelde.
„En u zegt, dat u zelf die jas verstelde?"
vroeg hij', zijn wenkbrauwen vragend' naar
boven trekkend.
„Jay" zei ze gretig; hij kan er geen knecht
op na houden met zijn klein sal'aris.
De gefronste v.-enkbrouwen van den eerste-
minutor ontspanden zich, zjjn oogen flikker-
„Kijkt u nu zelf maar eene," eei ee haas
tig. zult heelmaal geen genaaide zak vin
den. De jassen moeten zijn verwisseld. Dat
kan zoo licht met heerenkleeren, die zooveel
op elkaar lijken. En nu zal iik u iets vertel
len, wat het beste bewijs voor de waarheid
ia. Toen ik begon te naaien ontdekte i'k, dat
mijn zwarte zij op was. Toen deed ik het met
grijze. Als u in den rechterzak een reparatie
vindt met grijzen draad, dan zult u weten,
dat dit alleen rnijn man's jas kan zijn."
De minister glimlachte zwijgend'. Miaar hij
moest toch hetfben geluisterd, want een paar
uren later werd' Kudini gearresteerd als
Duitsch spion; in zijn bezit werden veel ge
wichtige documenten gevonden, met het be
wuste cijferslot. De brelogue had' hij vermoe
delijk niet gestolen. Die was blijven hangen
in 't astrakan van de jaskraag.
„Ja," merkte Steven naderhand op. „Ge
lukkig maar, dat dit gebeurd is, anders
„We zijn alles verschuldigd aan het gezond
verstand en d'e diplomatieke handelwijze van
uw vrouw," merkte de minister op, nanr haar
glimlachend, „Ze bezit niet alleen detective
gaven, dié menig beambte van Scotland
Yard 1) haar zou benijden, maar," en zijn
glimlach ging over in een breeden lach, „ze
is een verstandige en handige huisvrouw."
„Dat was een 'keurig genaaid stukje in dien
jaszak, mevrouw," zei hij, „al hebt u ook grij
ze in plaats van zwarte zij gebruikt om de
hoeken om te stikken."
1) Het grootste Folitie-Rureau in Londen,
waar vele detectives hun werk hebben.
VERSLAG VAN HET RIJKSLAND-
B OUWPROEPhf 1 ATI ON TE
MAASTRICHT
over het tijdvak van 1 Juni 19181 Juni 1919
Do hoer Knuttel, directeur van het Rijks-
landbouwproefstation te Maastricht, schrijft
Ook over het tijdvak, waarover dit verslag
loopt, hebben de tijdsomstandigheden! haar
invloed in sterke mate uitgeoefend', zoodat
dit wederom als zeer abnormaal aangemerkt
moet wordien.
Nog steeds bleven' de meeste bronnen,
waaruit de Nedcrlandsche landbouw zich in
vroegere normale tijden van meststoffen
voorzag, gehteel of gedeeltelijk gesloten, zoo
dat het aantal' monsters weer zeer veel klei
ner was, dan dat waarop in normale tijden
zal moeten gerekend worden. Voor zooverre
het de tweede helft van het verslagjaar be
treft, werd eon gunstige uitzondering hierop
gemaakt door het artikel chiliwalpeter, dat
in ruime mate en van' zeer goede kwaliteit
kon worden verstrekt.
Het aantal monsters van chilisalpeter be
draagt het dubbele van dat van hét vorige
verslagjaar.
Twee monsters, onder den naam van chili
salpeter ingezonden1, 'bleken ge.en nitraat-
stikstof te bevatten; het eene bestond' uit ruw
keukenzout, het aridtere uit een kalizout. Voot
hot overige blijkt dlat, bijna alle monsters een
zeer goede samenstelling bodden. Slecht 16
van de 1455 hadden een stikstof-gehalte be
neden 15,5 pet.ongeveer 75 pet. van al'le
monsters bevatten 10 pet. en meer stikstof.
Het aantal monsters van zwavelzure am
moniak onderzocht', is wederom gedaald en
wel' van 638 tot 470.
In hoofdzaak moot deze vermindering
daaraan worden toegeschreven, dat Neder
land vrijwel geheel op de productie van zwa
velzuren ammoniak uit eigen land was aan
gewezen, wat vorige jaren, toen nog belang
rijke partijen uit het buitenland konden wor
den ingevoerd, niét het geval was.
35 monsters, dus ongeveer 7 pot. van het
totaal aantal-, bielkon een percentage stikstof
te bevatten benoden den in den codex go-
stelden eisch, in aanmerking genomen de
speling.
Bedroog in het vorige verslagjaar het aan
tal der monsters van koolzure ammoniak 34,
thans daalde dit tot 8,
De verwachting, reeds in vorige jaarver
slagen uitgesproken, dat het gebruik van dit
zout al's meststof, om verschillende daaraan
verbonden en niet te onderschat tea nadoelen,
wel geen ingang zou vinden, is blijkbaar ver
wezenlijkt en 'hot kat zich aanzien, dat bij
het geleidelijk torugkeeren tot normale toe
standen, koolzure am'moniak als meststof
weer geheel zal verdwijnen.
Er werden slechts 2 monsters va® kalkstik-
staf ten onderzoek ingez'ouden, waarvan bei
de niet aan de voor deze meststof in den co
dex gestelde ei ach en voldeden.
Waar in de naaste toekomst aanvoer van
kal'kstiksto-f en stikstof kalk wederom ver
wacht mag worden en in het buitenland zjch
naar alle waarschijnlijkheid nog wel min of
meer omgezette partijen zullen bevinden,
wel'ke men zal trachten voor export te bestem
men, moige «hier nog wel eens worden gewe
zen op de noodzakelijkheid slechts kal'kstik
stof of sti'kstofkalk aan te koopen ondier de
uitdrukkelijke garantie, dat deze aan de
eisehen van den eodex moet voldoen.
Het aantal monsters van supenpbosphaat
verminderde van 1284 in het vorige verslag
jaar tot 199, doordat voor den oogst van dit
jaar door dé tijdsomstandigheden nagenoes
geen superpbosiphaat beschikbaar kon wor
den gesteld.
Van dubbel-seperpbosphaat werden slechts
5 monsters ingezonden, waarvan er 4 werden
onderzocht.
Het verslag maakt verder uitvoerig mel
ding van 'het onderzoek van monsters van
ammoniaiksupenphosp'haat, tbomaaphosphaat-
meel en natuurlijk phosphaat.
Van het laatste word| o.a. gemeld', dat,
was de groote vermindering van het vorige
verslagjaar te wijten aan het feit, dat geen
N'oord-Afrikaansche pbo'siphaten meer wer
den ingevoerd en devoorraden uitgeput
raakten, thans, nu weer een vrij belangrijke
toename in het aantal monsters natuurlijk
phosphaat valt waar te nemen, i» d'it geheel
toe te schrijven aan het gebruik van de tot
pbo'spborietmeel vermalen pho-sphaatknollen
uit Twente, waarvan de ontginning in 1918
werd' ter hand genomen.
Slechts zeer enkele monsters Nooid-Afri-
kaansch phosphaat werden ten onderzoek in
gezonden.
Het 'rapport vermeldt vervolgens bijzonder
heden over het onderzoek van: kalimeststof
fen, ruwe kalizouten (kaïniet enz.), kalibe-
mestingszout, kalizout 20 pet., zwavelzure-
lulunxgnui», andtra kftlkawfitoffaa, baau-
«*saa«4i, «t
meststoffen.
Ounoodig t« zeggen dat hiervan ook dit
jaar weer, zoowel het duurste bestanddeel,
de stikstof, al» het phospborzuur bijna steeds
gegarandeerd werdén in een vorm, welke
geen aanwijzing gaf omtrent de opneembaar-
héid Wanneer daarbij in aanmerking wordt
genomen dat bijna zonder uitzondering de
aanwezigheid van minderwaardige bestand-
deelen kon worden geconstateerd, dan is de
veronderstelling niet gewaagd, dat menigeen
teleurgesteld zal zijn geworden in zijn ver-'
wachtingen. Voor samengestelde meststoffen
is het niet voldoende als een garantie gege
ven wordt voor het gehalte aan stikstof,
ph'ospborzuuj en kali. Uitdrukkelijk wordt er
hier nog eens de aandacht oip gevestigd', dat
aangegeven moet worden in weikon vorm
deze bestanddeelen aanwezig moeten zijn en
dat, aan de hand van dé opgedane ervaring,
men kan eisehen dat de stikstof in den vorm
van nitraat of ammoniak en het p hoep hor-
zuur en de kali in water oplosbaren vorm
aanwezig moeten zijn. Doch ook dan nog ia
aankoop meestal af te radten, aangezien de
prijs zich in den regel' verre beweegt boven
de waarde berekend uit de grondstoffen waar
uit zulke mengsels zijn samengesteld.
Het onderzoe'k strekte zich verder uit over
koolzure-kalk (kalkmergel), gebluaehte en ooa-
gebluschte kalk,' benevens over bijzondere
meststoffen.
•Dit jaar verdient onder d'e minder alge
meen gebruikelijke meststoffen wel' in de
eerste plaats roet te worden genoemd,
waarvan een 00-tal monsters werd ingezon
den. Onder de vele typen varieerde het ge
halte aan stikstof als ammoniak tusschen
sporen en 3 pet. De ervaring leerde, dat zui
vere soorten voor bemesting vrijwel waarde
loos kunnen zijnyterwijl onzuivere nog dik
wijls goede diensten kunnen bewijzen. De
bemestende waarde van roet wordt hoofdza
kelijk ontleend aan do stikstof in den vorm
van ammoniak, waarvan het gehalte enkele
procenten kan bedragen, doch ook kan dalen
tot sporen Het verdient daarom alle aanbe
veling roet voor bemestingsdoeleinden uit
sluitend aan te koopen op gehalte «aan stik
stof in den vorm van ammoniak en dan te
gen een prijs, overeenkomende met de waar
de van d'e in het roet in dien vorm aanwezige
stikstof. Het gehalte aan pboaphorzumr en
kaïli, hetwelk in roet werd aangetroffen, be
droeg hoogstens enkele tienden van pro
centen.
De onder dén naam „ze»most" gedurende
dit verslagjaar ingezonden produkten beston
den alle bijna ceheal uit jonge mosselen
(mosselzaad), soms vormen cd met schelp-
i ragmen ten of stukken zeestar. Het to taal
stikstofgehalte bewoog zich tusschen 0.55 en
1,05 pot.; het pbosphorzuur- en tkaligehalte
tusschen sporen van 0,2 pet.; overigens was
nog 35,5 tot 45,1 pet. koolzurekaik aanwezig
in den vorrn van schelpen of stukken daar
van; de werking van dit luatsto bestanddeel
zal wel niet groot kunnen geweest zijn.
Evenals in het vorige verslagjaar, was het
ook ditmaal niet mogelijk een tabel mot de
hoeveelheden der in de verschillende provin
ciën verbruikte meststoffen met eenige nauw
keurigheid samen te stollen.
Uit de statistieken blijkt, dat het van 1
Juni 1918 tot 1 Juni 1919 gecontroleerde
kaliverbruik wederom sterk daalde en nog
niet de helft bedroeg van dat in het vorige
verslagjaar. Do in totaal gecontroleerde hoe
veelheid van 1 Juni 1918 tot 1 Juni 1919 kan
ongeveer op 1/5 der normale hoeveelheid ge
schat worden.
In het algemeen kan gezegd worden, dat in
de crisisjaren, welke thans achter ona liggen,
de verzorging en de behandeling van de
monsters bij het nemen en het verzenden en
ook tijdens het transport er niet op vooruit
is gegaan,
Bij herhaling kon daar-.m, hetgeen hot
proefstation als monster bereikte, voor een
onddrzotek, niet In aanmerking komen.
Moge bij terugkeer van meer normale tij
den het gebruik van de e.g. model verpakking
weer ineere hersteld worden. Men vergete
dan echter niet tevens bij elk monster met
duplicaat steeds een volledig ingevuld en on
derteekend formulier aanvrage voor onder
zoek in te sluiten. Verzuim in deze veroor
zaakt noodelooze correspondentie en vertra
ging van het onderzoek.
Te veel wordt, ook nog steeds uit het oog
verloren, dat het' Rijkslandbouwproefstation
te Maastricht uisluitend is aangewezen voor
het onderzoek van meststoffen en dat dus an
dere artikelen, welke voor onderzoek aan een
Rijkslandbouwproefstation in a.inmerking
komen, niet naar Maastricht, doch naar dat
station moeten worden gezonden, hetwelk
voor d'at speciale onderzoek is aangewezen.
Ook dit jaar werd herhaaldelijk gebruik
gemaakt van de gelegenheid tot het verkrij
gen van schriftelijke of mondelinge voorlich
ting.
Vele verzoeken kwamen in tot het verkrij
gen van inlichtingen over het gebruik van
kalkmergel, waarbij het dikwijls bleeik, dat
kalkmergel niet als grondverbeteringsmiddel,
doch om zijn bemestende eigenschappen werd
gebruikt. Ter voorkoming van teleurstelling
ie het daarom goed ook hier teir plaatse
daartegen nog eens een waarschuwend woord
te doen hooren. Te veel heeft in dte laatste
jaren de gedachte blijkbaar voorgezeten, dat
van het gebruik van kalkmergel zoongeveer
alles verwacht mag worden.
Gedurende het afgel'oopen verslagjaar was
de eon tiro leur wederom in den regel 4 dagen
per week in den buitendienst werkzaam.
In het geheel werden genomen 118 mon
sters.
Uit de uitkomsten van het onderzoek
daarvan kan de gevolgtrekking gemaakt wor
den, dat er ook op het gebied van den handel
in meststoffen nog altijd toestanden bestaan,
welke verbetering eisehen. Het is te betreu
ren, dat daartegen niet krachtiger opgetreden
kan worden. Veelal staat men in de gegeven
omstandigheden machteloos, omdat een wet
tegen het vervalschen1 nog steeds niet tot
sand kwam.
Blijkens mede deel ing in de Nedcrlandsche
Saatscourant werd' G. van der Veen, direc
teur van de Nederlandsche Kaliaschmaat-
schappij, d. i. d'e maatschappij waartegen het
proefstation bij herhaling waarschuwde,' als
brengde in den handel onder den naam van
„kaliasch" en „bacteriënmest" een voor be
mestingsdoeleinden vrijwel waardeloos arti
kel, in staat- van faillissement verklaard'.
In het afgeloopen jaar deed zich het ver-
ukijnsei voor, dit de controleur vin het i
Zal dé opsporingsdienst zijn taak naar be-
hurtn verhullen, dan zal echter bij voortdu
ring op die volle medewerking moeten trere-
keiid worden van allen', die bij een eerlijken
handel belang hebbeny dus zoowel van de zij-
dé van dé landbouwers ale die van den handel.