DAGBLAD ALKMAAR EN OMSTREKEN. Honderd een en twintipte Jaargang. 1919 DI1 nummer beslaat uit 2 bladen. Abonnementsprijs bil vooruitbetaling per 3 maanden I 2,00, franco per post f 2,50. Bewijsnummers 5 ct. Advertentieprijs 20 ct. per regel, grootero fetters naar plaatsruimte. Brieven franco N V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. Herms Coster Zoon, Voordam C 9, Telef. Administratie Nr. 3. Redactfe Nr. 33. WOENSDAG Directeurs O. (H-KRAK Hoatöadaetear i TJ. N. ADEMA. NOVEMBER. BUITENLANDSCH OVERZICHT. Hiüdcuburg en Ludendorff zijn dan einde- üjik voor ue enpuftte-commiasie verscnenen. De regeering heeft begrepen, dat zij hulde betuigingen voor de vroegere legerleiders moest voorkomen. Zij had toch reeds met bezorgdheid de demonstraties der Duitsch- Natioualen in de laatste dagen gadegslagen en begreep dat krachtig ingrijpen noodzake lijk was. 1 hans had minister Noske de ruimte om het Kijksdaggeboüw tot op verren afstand afge zet, evenals de straat die de veldmaarschalk bij zijn tocht naar het Kijksdaggeboüw moest doorrijden. Lr vielen dan ook geen incidenten voor en de beide legerleiders wnaen bij het binnen treden door den voorzitter üothein verwel komd, die er op wees, dat men Hindenburg verzocht had tegenwoordig te willen zijn, daar Ludendortf slechts in diens tegen woordigheid gehoord weusehte te worden. Hindenburg verklaarde zich dankbaar naast zijn ouden strijdmakker te mogen ver schijnen. Hij liet Ludendorff een gemeen schappelijke verklaring voorlezen waarin zij met erkenden in rechte verplicht te zijn ge tuigenverklaringen af te leggen. Niettemin verklaarden zij zich bereid dm eed af te leggen en te antwoorden, omdat na vier jaar van vreeselijken Oorlog een volk dut zóó sterk is als het Duitsche er recht op heeft, duidelijk te zien, hoe zich de gebeurte nissen in werkelijkheid, en zonder verkeerd te zijn voorgesteld, hebben afgespeeld. Slechts de waarheid zou het Duitsche volk weer gezond kunnen maken. Wat aangaat de werkwijze van deze enquête-commissie, sloten de beide legeraanvoerders en met hen de of- iiciereu van de opperste legerleiding zich aan bij het voornehoud dat Helfferich Za terdag en Maandag had uitgesproken. De voorzitter meende dat de verklaring der legerleiders geen enkele wijziging bracht in de grondwettelijk ingestelde commissie, waarna bckle generaals oen eed aflegden. Keeds te voren waren aan Hindenburg de volgende zes vragen gesteld: Ten le. Van welk oogenblik achtte het op perbevel het onmogelijk om de verklaring van den oubeperkten duikbootoorlog op 1 Lehm an iy 17 op te schorten en om welke rede nen? Ten 2e. Waren de motieven tegen het be ginnen van den duikbootroolog, zooals die vooral uitkwamen in de uiteenzettingen van de onder-staatssecretarissen von Haniel en Albert, aan het opperbevel bekend? Om wel ke redenen achtte het opperbevel de motieven tegen den duikbootoorlog niet steekhouden? Ten 3e. Om welke redenen nam het op perbevel, zooals uit het telegram van veld maarschalk van Hindenburg van 23 De cember 1916 aan den rijkskanselier blijkt, aan dat Wilson's beroep op den vrede van 21 December op aandrang van Engeland ge schied was en niet het gevolg was van de vredesactie van Wilson, die door het rijks bestuur in het leven was geroepen? Ten 4e. Was het opperbevel op de hoogte van elk stadium van Wilson's actie? Kende het den 9den Jan. 1917 toen tot het begin van den onbeperkten duikbootoorlog besloten werd, de berichten van graaf Bernstorff uit de periode van 21 December 1916 tot 9 Jan. 1917? Ten 5e. Heeft het opperbevel aangenomen, dat Engeland ten laatste den Jsten Juli 1917 tot den vrede gedwongen zou kunnen Worden, zooals de staf van de admiraliteit in het memorie van 12 December 1917 in uit zicht had gesteld? Ten 6e. Generaal Ludendorff schrijft op bldz. 253 van zijn boek, dat den 29 Januari 1917 bij de bespreking in het groote hoofd kwartier de regeering niet het oog had op een duikbootoorlog, terwijl Bethmann Holl- weg in zijn verklaringen voor de commissie gezegd heeft, dat hij dien eisch gesteld heeft. Hoe laat déze tegenspraak zich verklaren? Hindenburg wees er op, dat de groote Duitsche generale staf den oorlog steeds beschouwde als een voortzetting van de poli tiek met militaire middelen. Het Duitsche volk, de keizer, de regeeering en de groote generale staf wilden den oorlog niet maar men was natuurlijk voorbereid om zoonoodig het vaderland vlug en doeltref fend te verdedigen. Wij, aldus Hindenburg, zich naast Lu dendorff stellende, droegen de zorgen en de verantwoordelijkheid te samen, wij vertegen woordigen het inzicht en de daden van het opperbevel van 29 Augustus 1916 af. Hij verklaarde vervolgens bij het aan vaarden van het opperbevel reeds de nood zakelijkheid gevoeld te hebben van het op heffen der beperkende bepalingen in den duikbootoorlog om te beletten dat de Duit sche soldaten werden beschoten met Ameri- kaansche munitie en de Duitsche vrouwen en kinderen werden uitgehongerd. Ludendorff stelde daarbij in het licht hoe de toestand op militair en economisch ge bied was in het laatst van 1916. Het opper bevel zag echter voorloopig van den onbe perkten duikbootoorlog af omdat de Rijks kanselier toentertijd bang was voor een vij andelijk ingrijpen van Nederland en Dene marken onder den druk van Engeland en er toen geen troepen beschikbaar waren om de grens tegen nieuwe vijanden te verdedi- gen. Hierna volgde een klein incident. ludendorff wilde een opmerking uit de Vorwarts bestrijden maar de voorzitter ver- yryht hom zich tot het meedeeelen van feiten te bepalen, wat verzet van den deskundige prof. SchSfer uitlokte waarna de commissie zich in de raadkamer terug trok Na terugkeer der commterie deelde Oothrin als haar besluit mede, dat de deskundigen slechts het recht hebben voorstellen te dom ter opheldering der feiten en vragen te stellen. Ludendorff zette vervolgen» uiteen dat het opperbevel van Wilsons vredespogingen geringe verwachtingen had maar deze, even- nis het Duitsche vredesvoorstel, toch goed keurde. t Op de laatste aan Hindenburg gestelde vraag antwoordde Betbman Hollweg, dat er geen tegenstrijdigheid bestaat. Hij had des tijds tezamen met Zimmerman aan admiraal Höltzendorff verzocht, met het oog op Bern- iitorffs telegram! don ongebeiddden duikboot- oorlog wit te stellen, wat deze voor ocluoge- lijk verklaarde. Hierna kwam de brief van Bethmann Heil weg aan Max vocn Baste ter spota. Beth mann Hollweg had daarin gijn houding ten opzichte der kwestie van een wede door ver gelijk uiteengezet, en verklaard waarom hij, niettegenstaande de désavoueerag van zijn politiek niet aftrad Hij had niet op een oogenblik aan den keizer kunnen advweeren om, op grond van het votum van het leger bestuur, den verscherpten duiHmdowlog k te voeren, en op datzelfde oogenblik aftreden. Ludendorff verklaarde bij herhaling, dat de opperste legerleiding er naar gestreefd had, de vredesstagfea van rils politieke lei ding niet te bemoeilijken Van de successen aan de Stodsod was geen partij getrokken omdat toentertijd de regee ring aanstuurde op een vrede met Rusland. Ludendorff had nooit sympathie gehad voor de actie van Bernstorff. Hij (Luden dorff) had den indruk gekregen, dat Bern storff den rijkskanselier niet juist over Wil son inlichtte! Die indruk was versterkt door het feit, dat Bernstorff Maandag voor de enquête-commissie had verklaard, dat men de Ver. Staten enkel uit den oorlog bad kun nen houden, indien hun de rol van bemidde laar had toebedeeld. Maar in de rapporten van Bernstorff had zooiets nooit gestaan. Ook de bewering van Bernstorff, dat zijn be zoek bij Ludendorff in het groote hoofd kwartier toevallig was geweest, was niet juist. Daarna werd de zitting voor onbepaalde. tijd verdaagd. wmïw zijn gsnsrh.® t HgheVi afhing, in het vijftigjarige huwelijk MeH Sofia Andrjewna wat zij in. haar eigenlijk wezen was: een. goe de, zorgende bestuurster van haar bemind gezin Naast de hervormde, ascetische en profetische gestalte stond de gemalin, die voor alles de aardsche noodzakelijkheid on der het oog bleef zien. Men heeft het haar vaak euvel geduid, dat zij terwijl Tolstoi zijn werk als eigendom der mecschheid schiep zorgvuldig over zijn inkomsten waakte. De Russen hebben voor deze practisehe opvat ting gevoeld en toaa de revolutie door 'i gou vernement Tulla joeg, wisten de landbezitters, die de buren van Tolstoi's weduwe waren zijn voormalige boeren een bewakings- troep voor Jasnaja Poljana te verkrijgen. UNia; TolatoPs dood bleef zijn vrouw op het landgoed lever., rij schreef haar herinnerin gen en rangschikte de nagelaten brieven en manuscripten. 'Na c verkwikkelijke processen, werd er een regeling getroffen, waarbij zij het toezoflht m Tolwrs werken hield, terwijl de handschriften, in eeia museum te Moskou kwamen en de academie van wetenschappen het recht tot photografische opname kreeg. 1> dagboeken alleen werden nog niet ge publiceerd. 'Nu, zuilen rij, na den do d van de viif-eo-ziweoltigjarige vrouw, eveneens het daglicht ricn es well .dit verneem.; mtn zoo nog eens Tolstoifa etens over de vrouw, die hem eens» alles was. DE EX-KEIZER. Onze Londensche correspondent seint; De parlementaire medewerker van de „Dai ly Telegraph" schrijft. De procureur-gene raal en de advocaat-genelaal toeven thans in Parijs om met den Oppersen Raad besprekin gen te houden betreftendè het proces van den ex-Keizer. Men hoopt, dat de betrokken mo gendheden tegen Kerstmis een beslissenden stap zuilen doen. ten in dalende lijn gaan. K>n de regeering niet aamtoonen, dat dit inderdaad geschiedt, dan zullen de vrij- liberalen overwegen tegen Hoofdstuk I der Staatsbegrooting te stem men. De heer Schaper huldigde de nage dachtenis van- den heer Domela Nieuwenhuis, die de pionier was van het socialisme. Hij be toogde, dat het socialisatie-stelsel ook in de kringen buiteen de sociallsatische aanhang vindt. De voortdurende aanvallen van can heer Marchant op de S. D. A. P. schreef hij toe aan de impotente dir. vrijzinnig-democra ten. Spr. zou stemmen, tegen de motie-van Ravensteijin, inzake de nationalisatie van het grondbezit. Te 6 uur 20 werden de beraadslagingen verdaagd tot heden 1 uur. BINNENAND. BUITENLAND. STATEN-OENERAAL DE WEDEROPBOUW VAN NOORD-FRANKRIJK. In een brief aan don minister-president heeft het socialistische Kamerlid Basly, maire 'vad Lens, dézer dagen rijn klachten te beide gebracht over de belemmeringen, die de op bouw zijner stad ondervindt. De Eranscne bladen hebben dien. brief gepubliceerd. Bur gemeester Basly, beweerde er in, dat de drie honderd huizen, d'ie door de medewerking der Nederlandsche regeering vóór den win ter gebouwd zouden worden, niet gereed heb ben1 kunnen komen, ten gevolge van de trans port crisis. Die klacht is niet geheel juist. De redenen liggen elders, en in zijn antwoord aan M. Basly heeft Glemenceau daarop gewezen. De opbouw1 van de Hollandsche „tuinstad" van driehonderd h driehonderdvijftig huizen is be moeilijkt door dezelfde omstandigheden die overal in het Noorden gelden:, maar niet spe ciaal door de transportcrisis. Het werk is nimmer stopgezet, en tot nu toe zijn al hon derd' wagons met materiaal, er voor bestemd, te Lens gearriveerd. Maar de groote moeilijk heid die men ondervond, en, die vertraging veroorzaakte, lag in het gebrek aan werk krachten. Hei; was onmogelijk om te Lens het noodige personeel te krijgen. Naar aanlei ding van den brief van M. Basly, heeft Cle menceau den toestand te Lens laten onderzoe ken en als resultaat van dat onderzoek or ders gegeven om het noodige personeel ter beschikking der Hollandsche technici te stel len. B'inmen enkele weken zullen een aantal der Hollandsche noodwoningen (z.g. semi- permanente woningen) voltooid zijn. De „Grand Echo du Niord, et du Pas-de- Calais" v.an gisteren publiceert een oproep van burgemeester Basly, waarin hij alle be langhebbenden uitnoodigt tot een vergade ring op 24 dezer. De bevolking van Lens en meer in het bijzonder huiseigenaars, aan nemers, architecten en industrieelen zullen op die bijeenkomst de nieuwe plannen tot her stel enl verfraaiing van de stad bespreken. „Belangrijke beslissingen zijn te verwach ten", zegt de maire in deze aankondiging, d'ie eeni typisch voorbeeld is van de wijze, waarop in 't verwoeste Noorden naar alge- meene onderlinge samenwerking gestreefd wordt. Zooals men weet, staat de bouw der Hol landsche huizen onder leiding van den inge nieur Sangster, die met den architect v. d. Arend de Nederlandsche regeering te Lens vertegenwoordigt. Onze representanten heb ben al aan vele moeilijkheden kranig 't hoofd geboden, en Olemenceau's toezegging om hun meer personeel' te zenden, is een. verheugende SOFIA A'NDREJEWNA TOLSTOI Totetoi's weduwe is dezer dagen op vijf-en- zeventig jarigen leeftijd te Jasnaja Poljana overleden. Sofia Andrejewna werd Tolstoi's vrouw toen1 zij zeventien jaar was en de groo te man kon toen nog, als een Russische W«rth«r schrijven, dal van hal bezit dezer TWEEDE KAMER. In idle zitting van gisteren werden de alge- meene beschouwingen over de Staatsbegroo- tig voortgezet. De heer Wijnkoop protesteerde tegen de rantsoeneering van dm spreektijd. Het verbaasde hem, dat het kabinet Ruys nog be staat, vooral de liberalen zijn daarvan1 de schuld. Spr. kon zich niet vereenigen met het buitenlaadsch' beleid ier regeering. Als de nationalisatie van den grond niet wordt aanvaard, dan. zullen de arbeiders den grond nemen. Het verheugde spr. dat de heer Marchaint Troclsira geestelijk heeft vermoord. De socialisten haler het merg uit dé socali- satie en trachten deze op de lange baan te schuiven. Spr. eindigde met een woord van weemoedige hulde aan Domela Nieuwenhuis, die gisteren is overleden.. Dé heer Kooien meende dat we over onze oorlogsschuld. wel zullen heenkomen; de toekomst zag hij' evenwel minder optimio tisch in met het oog op de geweldige stijging der uitgaven en de daarmede verband hou dende buitengewone toeneming der belas tingen. Hij' schatte de stijging van den gewonen dienst voor 1921 en volgende jaren op 100 miTlioen. Spr. waarschuwde tegen een heffing ineens, drong aan op bezuiniging, op eenheid van pensioeniwetgeving, op beperking van subsi dies. Hij kon zich vereenigen met een weelde belasting en een tabaksbelasting. De heer Be urn er bestreed het betoog van den heer van de Laar. Voorts meende hij dat regeering en volk nog steeds waakzaam moeten zijn tegenover de S. D. A. P., die nog altijd revolutionnaire neigingen heeft. De heer T r e u b meende, dat de toetre ding text den Volkenbond niet inhoudt het prijsgeven der bevoegdheid om onze defensie naar goedvinden te regelen. Bovendien is in afzienbaren tijd geen oorlog te wachten. Daarom moet eene krachtige ontwapening worden voorbereid, ook al moeten we paraat blijven totdat de Belgische kwestie zal zijn opgelost. Anders staat het met de marine, omdat we een. koloniale mogendheid zijn. 'Een gedwongen leening achtte spreker schadelijk voor ons crediet. De financieele toestand is onzeker. Daarom moeten niét al lerlei belastingen worden aangekondigd, die toch misschien niet noodig zullen zijn. Spr. waarschuwde tegen eene weeldebelas ting in het belang van handel eri industrie en tegen een fiscale tariefsherziening als strijdig met de vrijheid van verkeer. Uitvoerig bestreed spreker het stelsel van socialisatie. Dé heer Dresse thuis was het ten aanzien der socialisatie eens met den heer Treub. Ook de plannen van1 den heer van de Waerden bieden z.i. nog te weinig houvast. Spr. vroeg of de heer Troelstra met zijn thans aangenomen houding bedoelt, dat hij zijh revolutionnaire plannen, heeft prijsgege ven,. Hiji zag den heer Troelstra neen schud den en moest dus diens houding beschouwen als een tijdelijke om een gunstiger oogenblik af te wachten. Doch dan mist de heer Troel stra ook het recht om op te komen tegen de stichting van de burgerwachten. Spr. diende een motie in, vragende om een onderzoek inzake de uiteenloopende inzichten omtrent de productieverhooging en1 de ver houding tusschen de werkgevers en de werk nemers in het productiestelsel. Spr. was het met de regeering eens, dat een. behoorlijke defensie noodig is en dat thans aan eene radicalé ontwapening niet kan wor den gedacht. Doch de militaire uitgaven «noo- HET POLITIETOEZICHT OP DE NOORDZEE Op dte vragen van het Tweede Kamerlid Lely betreffende de weder-iodienststelling van politiefcruisers voor het toezicht op de Noord- zee-visscherij, luidt hot antwoord van den Mi nister van Landbouw als volgt De vraag naar den wénschelijkheid van voldoend poMtoerichit op de Noordzeevis- scherij wordt door de Minister bevestigend beantwoord. Met betrekking tot de weder-indienststel- ling der pol'itiékrudssre waren rij aanvanke lijk van oordeel, dat in verband met het min der intensief visschec, veroorzaakt dw het nog bestaande mijnengevaar, met het uitzen den: van een politiekruiser kon worden ge wacht tot de terugkomst van Hr. Ms. „De Ruyter" en het einde van, het tropenverlof van de opvarenden. Hét |ag daarom in de bedoe- Hr. Ms. „Zeehond" omstreeks Feb- aanstaande in dienst te stellen voor dc uit oefening van het toezicht waarbij ook in aan merking werd genomen, dat in de komende Wintermaanden, nadat de haxingvisscherij omstreeks medio December is afgeloopen, aan de aanwezigheid van een politiekruiser minder waarde wordt gehecht. Inmiddels zijn in den toestand belangrijke wijzigingen geko men1, doordien: de mijnenvelden bij de Engelsche kust a. en aan de noordzijde van het Engelsche Ka naal werdén vrij! verklaard van gevaar voor de vaart, zoodat thans ,nog slechts het mij nenveld in de Duitsche Bocht overblijft; b. der Regeering klachten bereikten over moeilijkheden tusschen visschers op de Noord zee, waardoor de rustige uitoefening van de harinigvisscherij kan' worden geschaad. Op gond h'iervan werd door den Minister van Marine besloten, om. met terzijdestelling van andere belangen1 Hr. Ms. „Triton" zoo spoedig mogelijk im dienst te stellen' voor de uitoefening van het politi toezicht. Gerekend mag worden dat diit vaartuig omstreeks me dio November voor dien dienst gereed zal kunnen zijln, In afwachting van die gereed heid werden door dén Minister van Marine maatregelen getroffen om dadelijk reeds po litietoezicht te kunnen uitoefenen met torpe dobooten en is de eerste torpedoboot don 6aen November daartoe naar zee vertrokken". VRAGEN VAN KAMERLEDEN Tot den Minister van Arbeid heeft de heer Rink de vraag gericht: Hoe denkt dé Minister dc moeilijkheden te ondervangen, welke, naar te vreezen is, zullen voortvloeien uit het feit, dat de Invaliditeits wet niet anders dan weekpremies kent, de werkgever de premie moet betalen bij de beta ling van het loon (art. 1981), en de tweede werkgever in dezelfde week geen premie be hoeft te betalen (art 206)? Zullen niet uit een en ander voor de losse werkkrachten moeilijkheden voortspruiten, in zoover als het te vreezen is, dat deze werk krachten de dupe zullen worden van den be- grijpelijkcn tegenzin der werkgevers, om te betalen voor arbeid, welke niet te hunnen be hove is. verricht, of om een geheele weekpre- mie te betalen voor arbeid van één dag? Zou niet de oplossing hierin gevonden kunnen worden, dat dagpremies en daarmede over eenkomende dagregels werden ingesteld? BELGISCHE PASPOORTEN IN BELGIë. Hollanders, die naar België gaan, kunnen zich veel misères besparen door het volgende te lezen. Aan de Belgische Consulaten in Holland w„rdt men vo:or het viseeren van zijl pas voor den terugkeer naar Holland te Brussel verwezen naar den „Provincie-Raad." Als men echter daar komt, leest men op de deur, dat men moet zijn in de Rue des Ursulines. Daar zijn ze zoo vriendelijk u mede te deelen, dat men eerst zijn pas moet laten afstempe len in de Rue des Oendres of te wel Assche- straat 13; waar het alleen te doen ia om 3.50 francs. Met al dit gezeul waren we een paar uren kwijt en te laat oor het Pas-bureau, want de heeren werken hier nog minder dan in Holland, n.l. van 9—11 en van 2—4 uur. De route is dus Asschestraat 13 en dan naar de Ursulinenstraat. 't Beste is nog in Holland een pas te vragen voor heen en terug. (Tijd.) Mr TROELSTRA HOOFDREDAC TEUR. Wij hebben onlangs medegedeeld, dat er sprake van was, dat mr. P. J. Troclstra de hoofdredactie zou aanvaarden van het bin nenkort te Rotterdam verschijnende soc-dem dagblad, Door „Het Volk" is dat toen ont kend. Thans lezen we in het verslag der ver gadering van het S. D. A. P.-bestuur, Zater dag 15 Nov. gehouden, het volgende: „Behandeld werd het verzoek der federatie Rotterdam om Troelstra tot hoofdredacteur van het Rottcrdamsche dagblad te benoemen. De bereidverklaring van Troelstra om naast zijn Kamerwerk reaactioneelen arbeid te ver richten, gaf aanleiding tot een gedachtenwis- seling, die zich bij het te dezer zake gehou den debat op het laatste congres aansloot. Vrij algemeen was men van oordeel, dat in dien Troelstra journalistieke leiding geven wil, deze aan het hoofdorgaan der partij „Het Volk", geboden moet Worden. Dit standpunt werd ook door den hoofdredacteur De Roode verdedigd. Troelstra verklaarde zich daarop bereid te voldoen aan den wensch om in de hoofdredactie van „Het Volk" te treden. De vergadering, besloot daarop met algemeene stemmen Troelstra naast De Roode tot hoofdredacteur van „Het Volk" te benoemen1 In overleg met de federatie Rotterdam zal naar een voor het te Rotterdam uit te geven dagblad bevredigende oplossing gezocht worden EEN VLAGGENHISTORIE. Dr. Kuyper, de grijze staatsman-journalist, die zich voor alles en nog wat interesseert en in zijn bekende driestarren in zijn lijfblad „De Standaard" daarvan de wereld koud doet, heeft het ditmaal over het voorstel, ge daan in de Nationale vergadering der Tsje- cho-Slowaksche republiek om voor dit land het rood-wit en blauw als landskleur aan te nemen. Dr Kuyper merkt daaromtrent op: De Rijksvlag zou dan wel enkel rood-witte bannen hebben, gecombineerd met een blau wen: wimpel, maar 't Roodwitblauw zou dc eh in dit nieuwe Rijk de beheerschen- de kieur worden. Veel gevaar zal dit voor ons land niet op leveren. De afstand is daarvoor te groot, de rangschikking der kleuren zal wel een ande re zijn, en het rood-wit alleen zal kunnen volstaanmaar toch moest 't niet zoo. Ook hierin zal nu de Volkenbond allicht orde kunnen brengen. De vlag en wimpel signa- leeren de eigendommelijkheid van een Rijk, en er is geen twijfel aan, of de vlag zal in den Volkenbond meespreken. Maa toch hindert 't dat deze nieuw opko mende Staat zoo weinig respect voor ande- rer vlag heeft, dat men er geheel eigenmach tig over beschikken wii. Gelukkig is 't nog een voorstel. Ten zeer ste hopen we dan ook, dat het feit zelf van 't voorstel aan de aandacht van ons Consu laat niet ontgaan zal, en, dat, des noodig, 't protest onzerzijds niet zal uitblijven." NEDERLANDERS BIJ HET SPOOR WEGONGELUK IN FRANKRIJK. Gister is prof. J. van Rees uit Frankrijk teruggekeerd van een bezoek aan zijn zoon en diens familie. Zooals men zich herinnert bevond de heer van Rees Jr. zich met zijn echtgenoote en drie kinderen in den trein, die onlangs nabij Sens (Fr.) verongelukte. De eerste wagen, waain de familie gezeten was, werd versplinterd, en alle vijf werden ernstig gewond. U-+ dertien-jarig kleindoch tertje van den hoogleraar is inmiddels aan de bekomen buikwondingen overleden, ter wijl de toestand van zijn zoon, den kunst schilder van Rees, zeer ernstig, doch op 't oogenblik niét meer levensgevaarlijk is. Men vreest voor een bekkenbreuk, en ernstige in wendige kneuzingen. De toestand van me vrouw von Rees en de twee andere kinderen laat zich niet ernstig aanzien. De hoogleeeraar heeft zijn werkzaamheden hervat. GEMENGD NIEUWS» HET FEEST VAN DEN A. N. D. B. Na een week van voorbereidende feestelijk heid is eindelijk gisteren de groote feestdag gekomen, waarop de A. N. D. B. zijn 25-jarlg jubileum vierde. Maandagavond reeds werd de groote feestdag ingewijd. Het Bondsge- bouw in de Fransche laan was in een glorie van licht gezet, met electrische lampjes. Den geheelen avond bewogen zich groote scharen bondsleden in de Fransdie laan, juichend en zingend voorbij (hun gebouw. En binnen wa ren bijeen het bestuur en de bondsraad met him vrienden, en zij zeiden elkaar daar.nog eens, op de wijze eni in den toon als in tijd van feest past, wat rij van elkaar vonden1. Maar gisteren was 't dan de groote dag, die van 's morgens vroeg tot 's avonds laat feestdag zou zijn. 's Morgens vroeg al zag men de scharen van diamantbewerkers, ge tooid met de rood-witte kokarde van den Bond, optrekken naar de verschillende vooraf bepaalde punten van samenkomst, vanwaar allen zidh begaven naar 'het Amstelveld om de groote huldigingsstoet te formeeren. Het werd ruim 10 uur voordat al die duizenden mensdien waren opgesteld, en toen dit een maal was geschied, ging de massa op naar Artis, met vaamdlelis en met vele bloemstuk ken, telkens afgewisseld door muziekkorpsen, die de feestmuziek door de straten deden schetteren. Om tien minuten over half elf kwam de kop van den stoet de groote zaal van Artis binnen. Daar stonden op een podium vol bloe men en planten het bestuur en den Bondsraad van den A. N. D. B., de heer Polak in het midden, naast zijne moeder, allen met een lauwerkrans omhangen. Muziekcorpsen in de zaal en in de serre deden telkens het lied van den A. N. D. B., de Internationale, en andere liederen daveren, en de stoet trok voorbij, in rijen van vier of vijf, bijna anderhalf uur lang. De mannen op het podium werden toe gejuicht, men bracht bun ovaties, men zette ALiMAABSCIE

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1919 | | pagina 1