DAGBLAD
ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Honderd een en twintipte Jaargang.
1919
DI1 nummer beslaat uit 2 bladen.
Abonnementsprijs bil vooruitbetaling per 3 maanden I 2,00, franco per post f 2,50. Bewijsnummers 5 ct. Advertentieprijs 20 ct. per regel, grootero fetters naar plaatsruimte.
Brieven franco N V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. Herms Coster Zoon, Voordam C 9, Telef. Administratie Nr. 3. Redactfe Nr. 33.
WOENSDAG Directeurs O. (H-KRAK Hoatöadaetear i TJ. N. ADEMA. NOVEMBER.
BUITENLANDSCH OVERZICHT.
Hiüdcuburg en Ludendorff zijn dan einde-
üjik voor ue enpuftte-commiasie verscnenen.
De regeering heeft begrepen, dat zij hulde
betuigingen voor de vroegere legerleiders
moest voorkomen. Zij had toch reeds met
bezorgdheid de demonstraties der Duitsch-
Natioualen in de laatste dagen gadegslagen
en begreep dat krachtig ingrijpen noodzake
lijk was.
1 hans had minister Noske de ruimte om het
Kijksdaggeboüw tot op verren afstand afge
zet, evenals de straat die de veldmaarschalk
bij zijn tocht naar het Kijksdaggeboüw moest
doorrijden.
Lr vielen dan ook geen incidenten voor en
de beide legerleiders wnaen bij het binnen
treden door den voorzitter üothein verwel
komd, die er op wees, dat men Hindenburg
verzocht had tegenwoordig te willen
zijn, daar Ludendortf slechts in diens tegen
woordigheid gehoord weusehte te worden.
Hindenburg verklaarde zich dankbaar
naast zijn ouden strijdmakker te mogen ver
schijnen. Hij liet Ludendorff een gemeen
schappelijke verklaring voorlezen waarin zij
met erkenden in rechte verplicht te zijn ge
tuigenverklaringen af te leggen.
Niettemin verklaarden zij zich bereid dm
eed af te leggen en te antwoorden, omdat na
vier jaar van vreeselijken Oorlog een volk dut
zóó sterk is als het Duitsche er recht op
heeft, duidelijk te zien, hoe zich de gebeurte
nissen in werkelijkheid, en zonder verkeerd
te zijn voorgesteld, hebben afgespeeld.
Slechts de waarheid zou het Duitsche volk
weer gezond kunnen maken. Wat aangaat de
werkwijze van deze enquête-commissie, sloten
de beide legeraanvoerders en met hen de of-
iiciereu van de opperste legerleiding zich
aan bij het voornehoud dat Helfferich Za
terdag en Maandag had uitgesproken.
De voorzitter meende dat de verklaring
der legerleiders geen enkele wijziging bracht
in de grondwettelijk ingestelde commissie,
waarna bckle generaals oen eed aflegden.
Keeds te voren waren aan Hindenburg de
volgende zes vragen gesteld:
Ten le. Van welk oogenblik achtte het op
perbevel het onmogelijk om de verklaring van
den oubeperkten duikbootoorlog op 1 Lehm
an iy 17 op te schorten en om welke rede
nen?
Ten 2e. Waren de motieven tegen het be
ginnen van den duikbootroolog, zooals die
vooral uitkwamen in de uiteenzettingen van
de onder-staatssecretarissen von Haniel en
Albert, aan het opperbevel bekend? Om wel
ke redenen achtte het opperbevel de motieven
tegen den duikbootoorlog niet steekhouden?
Ten 3e. Om welke redenen nam het op
perbevel, zooals uit het telegram van veld
maarschalk van Hindenburg van 23 De
cember 1916 aan den rijkskanselier blijkt,
aan dat Wilson's beroep op den vrede van 21
December op aandrang van Engeland ge
schied was en niet het gevolg was van de
vredesactie van Wilson, die door het rijks
bestuur in het leven was geroepen?
Ten 4e. Was het opperbevel op de hoogte
van elk stadium van Wilson's actie? Kende
het den 9den Jan. 1917 toen tot het begin
van den onbeperkten duikbootoorlog besloten
werd, de berichten van graaf Bernstorff uit
de periode van 21 December 1916 tot 9 Jan.
1917?
Ten 5e. Heeft het opperbevel aangenomen,
dat Engeland ten laatste den Jsten Juli
1917 tot den vrede gedwongen zou kunnen
Worden, zooals de staf van de admiraliteit in
het memorie van 12 December 1917 in uit
zicht had gesteld?
Ten 6e. Generaal Ludendorff schrijft op
bldz. 253 van zijn boek, dat den 29 Januari
1917 bij de bespreking in het groote hoofd
kwartier de regeering niet het oog had op
een duikbootoorlog, terwijl Bethmann Holl-
weg in zijn verklaringen voor de commissie
gezegd heeft, dat hij dien eisch gesteld heeft.
Hoe laat déze tegenspraak zich verklaren?
Hindenburg wees er op, dat de groote
Duitsche generale staf den oorlog steeds
beschouwde als een voortzetting van de poli
tiek met militaire middelen.
Het Duitsche volk, de keizer, de regeeering
en de groote generale staf wilden den oorlog
niet maar men was natuurlijk voorbereid om
zoonoodig het vaderland vlug en doeltref
fend te verdedigen.
Wij, aldus Hindenburg, zich naast Lu
dendorff stellende, droegen de zorgen en de
verantwoordelijkheid te samen, wij vertegen
woordigen het inzicht en de daden van het
opperbevel van 29 Augustus 1916 af.
Hij verklaarde vervolgens bij het aan
vaarden van het opperbevel reeds de nood
zakelijkheid gevoeld te hebben van het op
heffen der beperkende bepalingen in den
duikbootoorlog om te beletten dat de Duit
sche soldaten werden beschoten met Ameri-
kaansche munitie en de Duitsche vrouwen
en kinderen werden uitgehongerd.
Ludendorff stelde daarbij in het licht hoe
de toestand op militair en economisch ge
bied was in het laatst van 1916. Het opper
bevel zag echter voorloopig van den onbe
perkten duikbootoorlog af omdat de Rijks
kanselier toentertijd bang was voor een vij
andelijk ingrijpen van Nederland en Dene
marken onder den druk van Engeland en
er toen geen troepen beschikbaar waren om
de grens tegen nieuwe vijanden te verdedi-
gen.
Hierna volgde een klein incident.
ludendorff wilde een opmerking uit de
Vorwarts bestrijden maar de voorzitter ver-
yryht hom zich tot het meedeeelen van feiten
te bepalen, wat verzet van den deskundige
prof. SchSfer uitlokte waarna de commissie
zich in de raadkamer terug trok
Na terugkeer der commterie deelde Oothrin
als haar besluit mede, dat de deskundigen
slechts het recht hebben voorstellen te dom
ter opheldering der feiten en vragen te
stellen.
Ludendorff zette vervolgen» uiteen dat
het opperbevel van Wilsons vredespogingen
geringe verwachtingen had maar deze, even-
nis het Duitsche vredesvoorstel, toch goed
keurde. t
Op de laatste aan Hindenburg gestelde
vraag antwoordde Betbman Hollweg, dat er
geen tegenstrijdigheid bestaat. Hij had des
tijds tezamen met Zimmerman aan admiraal
Höltzendorff verzocht, met het oog op Bern-
iitorffs telegram! don ongebeiddden duikboot-
oorlog wit te stellen, wat deze voor ocluoge-
lijk verklaarde.
Hierna kwam de brief van Bethmann Heil
weg aan Max vocn Baste ter spota. Beth
mann Hollweg had daarin gijn houding ten
opzichte der kwestie van een wede door ver
gelijk uiteengezet, en verklaard waarom hij,
niettegenstaande de désavoueerag van zijn
politiek niet aftrad Hij had niet op een
oogenblik aan den keizer kunnen advweeren
om, op grond van het votum van het leger
bestuur, den verscherpten duiHmdowlog k
te voeren, en op datzelfde oogenblik aftreden.
Ludendorff verklaarde bij herhaling, dat
de opperste legerleiding er naar gestreefd
had, de vredesstagfea van rils politieke lei
ding niet te bemoeilijken
Van de successen aan de Stodsod was geen
partij getrokken omdat toentertijd de regee
ring aanstuurde op een vrede met Rusland.
Ludendorff had nooit sympathie gehad
voor de actie van Bernstorff. Hij (Luden
dorff) had den indruk gekregen, dat Bern
storff den rijkskanselier niet juist over Wil
son inlichtte! Die indruk was versterkt door
het feit, dat Bernstorff Maandag voor de
enquête-commissie had verklaard, dat men
de Ver. Staten enkel uit den oorlog bad kun
nen houden, indien hun de rol van bemidde
laar had toebedeeld. Maar in de rapporten
van Bernstorff had zooiets nooit gestaan.
Ook de bewering van Bernstorff, dat zijn be
zoek bij Ludendorff in het groote hoofd
kwartier toevallig was geweest, was niet
juist.
Daarna werd de zitting voor onbepaalde.
tijd verdaagd.
wmïw zijn gsnsrh.® t HgheVi afhing, in het
vijftigjarige huwelijk MeH Sofia Andrjewna
wat zij in. haar eigenlijk wezen was: een. goe
de, zorgende bestuurster van haar bemind
gezin Naast de hervormde, ascetische en
profetische gestalte stond de gemalin, die
voor alles de aardsche noodzakelijkheid on
der het oog bleef zien. Men heeft het haar
vaak euvel geduid, dat zij terwijl Tolstoi
zijn werk als eigendom der mecschheid schiep
zorgvuldig over zijn inkomsten waakte. De
Russen hebben voor deze practisehe opvat
ting gevoeld en toaa de revolutie door 'i gou
vernement Tulla joeg, wisten de landbezitters,
die de buren van Tolstoi's weduwe waren
zijn voormalige boeren een bewakings-
troep voor Jasnaja Poljana te verkrijgen.
UNia; TolatoPs dood bleef zijn vrouw op het
landgoed lever., rij schreef haar herinnerin
gen en rangschikte de nagelaten brieven en
manuscripten. 'Na c verkwikkelijke processen,
werd er een regeling getroffen, waarbij zij
het toezoflht m Tolwrs werken hield, terwijl
de handschriften, in eeia museum te Moskou
kwamen en de academie van wetenschappen
het recht tot photografische opname kreeg.
1> dagboeken alleen werden nog niet ge
publiceerd. 'Nu, zuilen rij, na den do d van
de viif-eo-ziweoltigjarige vrouw, eveneens het
daglicht ricn es well .dit verneem.; mtn zoo
nog eens Tolstoifa etens over de vrouw, die
hem eens» alles was.
DE EX-KEIZER.
Onze Londensche correspondent seint;
De parlementaire medewerker van de „Dai
ly Telegraph" schrijft. De procureur-gene
raal en de advocaat-genelaal toeven thans in
Parijs om met den Oppersen Raad besprekin
gen te houden betreftendè het proces van den
ex-Keizer. Men hoopt, dat de betrokken mo
gendheden tegen Kerstmis een beslissenden
stap zuilen doen.
ten in dalende lijn gaan. K>n de regeering
niet aamtoonen, dat dit inderdaad geschiedt,
dan zullen de vrij- liberalen overwegen tegen
Hoofdstuk I der Staatsbegrooting te stem
men.
De heer Schaper huldigde de nage
dachtenis van- den heer Domela Nieuwenhuis,
die de pionier was van het socialisme. Hij be
toogde, dat het socialisatie-stelsel ook in de
kringen buiteen de sociallsatische aanhang
vindt. De voortdurende aanvallen van can
heer Marchant op de S. D. A. P. schreef hij
toe aan de impotente dir. vrijzinnig-democra
ten. Spr. zou stemmen, tegen de motie-van
Ravensteijin, inzake de nationalisatie van het
grondbezit.
Te 6 uur 20 werden de beraadslagingen
verdaagd tot heden 1 uur.
BINNENAND.
BUITENLAND.
STATEN-OENERAAL
DE WEDEROPBOUW VAN
NOORD-FRANKRIJK.
In een brief aan don minister-president
heeft het socialistische Kamerlid Basly, maire
'vad Lens, dézer dagen rijn klachten te beide
gebracht over de belemmeringen, die de op
bouw zijner stad ondervindt. De Eranscne
bladen hebben dien. brief gepubliceerd. Bur
gemeester Basly, beweerde er in, dat de drie
honderd huizen, d'ie door de medewerking
der Nederlandsche regeering vóór den win
ter gebouwd zouden worden, niet gereed heb
ben1 kunnen komen, ten gevolge van de trans
port crisis.
Die klacht is niet geheel juist. De redenen
liggen elders, en in zijn antwoord aan M.
Basly heeft Glemenceau daarop gewezen. De
opbouw1 van de Hollandsche „tuinstad" van
driehonderd h driehonderdvijftig huizen is be
moeilijkt door dezelfde omstandigheden die
overal in het Noorden gelden:, maar niet spe
ciaal door de transportcrisis. Het werk is
nimmer stopgezet, en tot nu toe zijn al hon
derd' wagons met materiaal, er voor bestemd,
te Lens gearriveerd. Maar de groote moeilijk
heid die men ondervond, en, die vertraging
veroorzaakte, lag in het gebrek aan werk
krachten. Hei; was onmogelijk om te Lens het
noodige personeel te krijgen. Naar aanlei
ding van den brief van M. Basly, heeft Cle
menceau den toestand te Lens laten onderzoe
ken en als resultaat van dat onderzoek or
ders gegeven om het noodige personeel ter
beschikking der Hollandsche technici te stel
len. B'inmen enkele weken zullen een aantal
der Hollandsche noodwoningen (z.g. semi-
permanente woningen) voltooid zijn.
De „Grand Echo du Niord, et du Pas-de-
Calais" v.an gisteren publiceert een oproep
van burgemeester Basly, waarin hij alle be
langhebbenden uitnoodigt tot een vergade
ring op 24 dezer. De bevolking van Lens
en meer in het bijzonder huiseigenaars, aan
nemers, architecten en industrieelen zullen
op die bijeenkomst de nieuwe plannen tot her
stel enl verfraaiing van de stad bespreken.
„Belangrijke beslissingen zijn te verwach
ten", zegt de maire in deze aankondiging,
d'ie eeni typisch voorbeeld is van de wijze,
waarop in 't verwoeste Noorden naar alge-
meene onderlinge samenwerking gestreefd
wordt.
Zooals men weet, staat de bouw der Hol
landsche huizen onder leiding van den inge
nieur Sangster, die met den architect v. d.
Arend de Nederlandsche regeering te Lens
vertegenwoordigt. Onze representanten heb
ben al aan vele moeilijkheden kranig 't hoofd
geboden, en Olemenceau's toezegging om hun
meer personeel' te zenden, is een. verheugende
SOFIA A'NDREJEWNA TOLSTOI
Totetoi's weduwe is dezer dagen op vijf-en-
zeventig jarigen leeftijd te Jasnaja Poljana
overleden. Sofia Andrejewna werd Tolstoi's
vrouw toen1 zij zeventien jaar was en de groo
te man kon toen nog, als een Russische
W«rth«r schrijven, dal van hal bezit dezer
TWEEDE KAMER.
In idle zitting van gisteren werden de alge-
meene beschouwingen over de Staatsbegroo-
tig voortgezet.
De heer Wijnkoop protesteerde tegen
de rantsoeneering van dm spreektijd. Het
verbaasde hem, dat het kabinet Ruys nog be
staat, vooral de liberalen zijn daarvan1 de
schuld. Spr. kon zich niet vereenigen met het
buitenlaadsch' beleid ier regeering.
Als de nationalisatie van den grond niet
wordt aanvaard, dan. zullen de arbeiders den
grond nemen. Het verheugde spr. dat de heer
Marchaint Troclsira geestelijk heeft vermoord.
De socialisten haler het merg uit dé socali-
satie en trachten deze op de lange baan te
schuiven. Spr. eindigde met een woord van
weemoedige hulde aan Domela Nieuwenhuis,
die gisteren is overleden..
Dé heer Kooien meende dat we over
onze oorlogsschuld. wel zullen heenkomen;
de toekomst zag hij' evenwel minder optimio
tisch in met het oog op de geweldige stijging
der uitgaven en de daarmede verband hou
dende buitengewone toeneming der belas
tingen.
Hij' schatte de stijging van den gewonen
dienst voor 1921 en volgende jaren op 100
miTlioen.
Spr. waarschuwde tegen een heffing ineens,
drong aan op bezuiniging, op eenheid van
pensioeniwetgeving, op beperking van subsi
dies. Hij kon zich vereenigen met een weelde
belasting en een tabaksbelasting.
De heer Be urn er bestreed het betoog
van den heer van de Laar. Voorts meende hij
dat regeering en volk nog steeds waakzaam
moeten zijn tegenover de S. D. A. P., die nog
altijd revolutionnaire neigingen heeft.
De heer T r e u b meende, dat de toetre
ding text den Volkenbond niet inhoudt het
prijsgeven der bevoegdheid om onze defensie
naar goedvinden te regelen. Bovendien is in
afzienbaren tijd geen oorlog te wachten.
Daarom moet eene krachtige ontwapening
worden voorbereid, ook al moeten we paraat
blijven totdat de Belgische kwestie zal zijn
opgelost. Anders staat het met de marine,
omdat we een. koloniale mogendheid zijn.
'Een gedwongen leening achtte spreker
schadelijk voor ons crediet. De financieele
toestand is onzeker. Daarom moeten niét al
lerlei belastingen worden aangekondigd, die
toch misschien niet noodig zullen zijn.
Spr. waarschuwde tegen eene weeldebelas
ting in het belang van handel eri industrie
en tegen een fiscale tariefsherziening als
strijdig met de vrijheid van verkeer.
Uitvoerig bestreed spreker het stelsel van
socialisatie.
Dé heer Dresse thuis was het ten
aanzien der socialisatie eens met den heer
Treub. Ook de plannen van1 den heer van de
Waerden bieden z.i. nog te weinig houvast.
Spr. vroeg of de heer Troelstra met zijn
thans aangenomen houding bedoelt, dat hij
zijh revolutionnaire plannen, heeft prijsgege
ven,. Hiji zag den heer Troelstra neen schud
den en moest dus diens houding beschouwen
als een tijdelijke om een gunstiger oogenblik
af te wachten. Doch dan mist de heer Troel
stra ook het recht om op te komen tegen de
stichting van de burgerwachten.
Spr. diende een motie in, vragende om een
onderzoek inzake de uiteenloopende inzichten
omtrent de productieverhooging en1 de ver
houding tusschen de werkgevers en de werk
nemers in het productiestelsel.
Spr. was het met de regeering eens, dat een.
behoorlijke defensie noodig is en dat thans
aan eene radicalé ontwapening niet kan wor
den gedacht. Doch de militaire uitgaven «noo-
HET POLITIETOEZICHT OP DE
NOORDZEE
Op dte vragen van het Tweede Kamerlid
Lely betreffende de weder-iodienststelling van
politiefcruisers voor het toezicht op de Noord-
zee-visscherij, luidt hot antwoord van den Mi
nister van Landbouw als volgt
De vraag naar den wénschelijkheid van
voldoend poMtoerichit op de Noordzeevis-
scherij wordt door de Minister bevestigend
beantwoord.
Met betrekking tot de weder-indienststel-
ling der pol'itiékrudssre waren rij aanvanke
lijk van oordeel, dat in verband met het min
der intensief visschec, veroorzaakt dw het
nog bestaande mijnengevaar, met het uitzen
den: van een politiekruiser kon worden ge
wacht tot de terugkomst van Hr. Ms. „De
Ruyter" en het einde van, het tropenverlof van
de opvarenden. Hét |ag daarom in de bedoe-
Hr. Ms. „Zeehond" omstreeks Feb-
aanstaande in dienst te stellen voor dc uit
oefening van het toezicht waarbij ook in aan
merking werd genomen, dat in de komende
Wintermaanden, nadat de haxingvisscherij
omstreeks medio December is afgeloopen,
aan de aanwezigheid van een politiekruiser
minder waarde wordt gehecht. Inmiddels zijn
in den toestand belangrijke wijzigingen geko
men1, doordien:
de mijnenvelden bij de Engelsche kust
a.
en aan de noordzijde van het Engelsche Ka
naal werdén vrij! verklaard van gevaar voor
de vaart, zoodat thans ,nog slechts het mij
nenveld in de Duitsche Bocht overblijft;
b. der Regeering klachten bereikten over
moeilijkheden tusschen visschers op de Noord
zee, waardoor de rustige uitoefening van de
harinigvisscherij kan' worden geschaad.
Op gond h'iervan werd door den Minister
van Marine besloten, om. met terzijdestelling
van andere belangen1 Hr. Ms. „Triton" zoo
spoedig mogelijk im dienst te stellen' voor de
uitoefening van het politi toezicht. Gerekend
mag worden dat diit vaartuig omstreeks me
dio November voor dien dienst gereed zal
kunnen zijln, In afwachting van die gereed
heid werden door dén Minister van Marine
maatregelen getroffen om dadelijk reeds po
litietoezicht te kunnen uitoefenen met torpe
dobooten en is de eerste torpedoboot don 6aen
November daartoe naar zee vertrokken".
VRAGEN VAN KAMERLEDEN
Tot den Minister van Arbeid heeft de heer
Rink de vraag gericht:
Hoe denkt dé Minister dc moeilijkheden te
ondervangen, welke, naar te vreezen is, zullen
voortvloeien uit het feit, dat de Invaliditeits
wet niet anders dan weekpremies kent, de
werkgever de premie moet betalen bij de beta
ling van het loon (art. 1981), en de tweede
werkgever in dezelfde week geen premie be
hoeft te betalen (art 206)?
Zullen niet uit een en ander voor de losse
werkkrachten moeilijkheden voortspruiten, in
zoover als het te vreezen is, dat deze werk
krachten de dupe zullen worden van den be-
grijpelijkcn tegenzin der werkgevers, om te
betalen voor arbeid, welke niet te hunnen be
hove is. verricht, of om een geheele weekpre-
mie te betalen voor arbeid van één dag? Zou
niet de oplossing hierin gevonden kunnen
worden, dat dagpremies en daarmede over
eenkomende dagregels werden ingesteld?
BELGISCHE PASPOORTEN IN BELGIë.
Hollanders, die naar België gaan, kunnen
zich veel misères besparen door het volgende
te lezen.
Aan de Belgische Consulaten in Holland
w„rdt men vo:or het viseeren van zijl pas
voor den terugkeer naar Holland te Brussel
verwezen naar den „Provincie-Raad." Als
men echter daar komt, leest men op de deur,
dat men moet zijn in de Rue des Ursulines.
Daar zijn ze zoo vriendelijk u mede te deelen,
dat men eerst zijn pas moet laten afstempe
len in de Rue des Oendres of te wel Assche-
straat 13; waar het alleen te doen ia om
3.50 francs. Met al dit gezeul waren we een
paar uren kwijt en te laat oor het Pas-bureau,
want de heeren werken hier nog minder dan
in Holland, n.l. van 9—11 en van 2—4 uur.
De route is dus Asschestraat 13 en dan naar
de Ursulinenstraat. 't Beste is nog in Holland
een pas te vragen voor heen en terug. (Tijd.)
Mr TROELSTRA HOOFDREDAC
TEUR.
Wij hebben onlangs medegedeeld, dat er
sprake van was, dat mr. P. J. Troclstra de
hoofdredactie zou aanvaarden van het bin
nenkort te Rotterdam verschijnende soc-dem
dagblad, Door „Het Volk" is dat toen ont
kend. Thans lezen we in het verslag der ver
gadering van het S. D. A. P.-bestuur, Zater
dag 15 Nov. gehouden, het volgende:
„Behandeld werd het verzoek der federatie
Rotterdam om Troelstra tot hoofdredacteur
van het Rottcrdamsche dagblad te benoemen.
De bereidverklaring van Troelstra om naast
zijn Kamerwerk reaactioneelen arbeid te ver
richten, gaf aanleiding tot een gedachtenwis-
seling, die zich bij het te dezer zake gehou
den debat op het laatste congres aansloot.
Vrij algemeen was men van oordeel, dat in
dien Troelstra journalistieke leiding geven
wil, deze aan het hoofdorgaan der partij
„Het Volk", geboden moet Worden. Dit
standpunt werd ook door den hoofdredacteur
De Roode verdedigd. Troelstra verklaarde
zich daarop bereid te voldoen aan den
wensch om in de hoofdredactie van „Het
Volk" te treden. De vergadering, besloot
daarop met algemeene stemmen Troelstra
naast De Roode tot hoofdredacteur van „Het
Volk" te benoemen1
In overleg met de federatie Rotterdam zal
naar een voor het te Rotterdam uit te geven
dagblad bevredigende oplossing gezocht
worden
EEN VLAGGENHISTORIE.
Dr. Kuyper, de grijze staatsman-journalist,
die zich voor alles en nog wat interesseert
en in zijn bekende driestarren in zijn lijfblad
„De Standaard" daarvan de wereld koud
doet, heeft het ditmaal over het voorstel, ge
daan in de Nationale vergadering der Tsje-
cho-Slowaksche republiek om voor dit land
het rood-wit en blauw als landskleur aan
te nemen. Dr Kuyper merkt daaromtrent op:
De Rijksvlag zou dan wel enkel rood-witte
bannen hebben, gecombineerd met een blau
wen: wimpel, maar 't Roodwitblauw zou
dc eh in dit nieuwe Rijk de beheerschen-
de kieur worden.
Veel gevaar zal dit voor ons land niet op
leveren. De afstand is daarvoor te groot, de
rangschikking der kleuren zal wel een ande
re zijn, en het rood-wit alleen zal kunnen
volstaanmaar toch moest 't niet zoo. Ook
hierin zal nu de Volkenbond allicht orde
kunnen brengen. De vlag en wimpel signa-
leeren de eigendommelijkheid van een Rijk,
en er is geen twijfel aan, of de vlag zal in
den Volkenbond meespreken.
Maa toch hindert 't dat deze nieuw opko
mende Staat zoo weinig respect voor ande-
rer vlag heeft, dat men er geheel eigenmach
tig over beschikken wii.
Gelukkig is 't nog een voorstel. Ten zeer
ste hopen we dan ook, dat het feit zelf van
't voorstel aan de aandacht van ons Consu
laat niet ontgaan zal, en, dat, des noodig, 't
protest onzerzijds niet zal uitblijven."
NEDERLANDERS BIJ HET SPOOR
WEGONGELUK IN FRANKRIJK.
Gister is prof. J. van Rees uit Frankrijk
teruggekeerd van een bezoek aan zijn zoon
en diens familie. Zooals men zich herinnert
bevond de heer van Rees Jr. zich met zijn
echtgenoote en drie kinderen in den trein,
die onlangs nabij Sens (Fr.) verongelukte.
De eerste wagen, waain de familie gezeten
was, werd versplinterd, en alle vijf werden
ernstig gewond. U-+ dertien-jarig kleindoch
tertje van den hoogleraar is inmiddels aan
de bekomen buikwondingen overleden, ter
wijl de toestand van zijn zoon, den kunst
schilder van Rees, zeer ernstig, doch op 't
oogenblik niét meer levensgevaarlijk is. Men
vreest voor een bekkenbreuk, en ernstige in
wendige kneuzingen. De toestand van me
vrouw von Rees en de twee andere kinderen
laat zich niet ernstig aanzien.
De hoogleeeraar heeft zijn werkzaamheden
hervat.
GEMENGD NIEUWS»
HET FEEST VAN DEN A. N. D. B.
Na een week van voorbereidende feestelijk
heid is eindelijk gisteren de groote feestdag
gekomen, waarop de A. N. D. B. zijn 25-jarlg
jubileum vierde. Maandagavond reeds werd
de groote feestdag ingewijd. Het Bondsge-
bouw in de Fransche laan was in een glorie
van licht gezet, met electrische lampjes. Den
geheelen avond bewogen zich groote scharen
bondsleden in de Fransdie laan, juichend en
zingend voorbij (hun gebouw. En binnen wa
ren bijeen het bestuur en de bondsraad met
him vrienden, en zij zeiden elkaar daar.nog
eens, op de wijze eni in den toon als in tijd van
feest past, wat rij van elkaar vonden1.
Maar gisteren was 't dan de groote dag,
die van 's morgens vroeg tot 's avonds laat
feestdag zou zijn. 's Morgens vroeg al zag
men de scharen van diamantbewerkers, ge
tooid met de rood-witte kokarde van den
Bond, optrekken naar de verschillende vooraf
bepaalde punten van samenkomst, vanwaar
allen zidh begaven naar 'het Amstelveld om
de groote huldigingsstoet te formeeren. Het
werd ruim 10 uur voordat al die duizenden
mensdien waren opgesteld, en toen dit een
maal was geschied, ging de massa op naar
Artis, met vaamdlelis en met vele bloemstuk
ken, telkens afgewisseld door muziekkorpsen,
die de feestmuziek door de straten deden
schetteren.
Om tien minuten over half elf kwam de
kop van den stoet de groote zaal van Artis
binnen. Daar stonden op een podium vol bloe
men en planten het bestuur en den Bondsraad
van den A. N. D. B., de heer Polak in het
midden, naast zijne moeder, allen met een
lauwerkrans omhangen. Muziekcorpsen in de
zaal en in de serre deden telkens het lied van
den A. N. D. B., de Internationale, en andere
liederen daveren, en de stoet trok voorbij, in
rijen van vier of vijf, bijna anderhalf uur
lang. De mannen op het podium werden toe
gejuicht, men bracht bun ovaties, men zette
ALiMAABSCIE