i L 8* Amsterdamsche Beurs Noordhollandscli Landbouwcrediut. m (>peninsfRk©fr««n van heden. een groot deel aan de g«meeetewet la ont leend. Wat de samenstelling betreft kan naar mij- ne meening boven aangegeven vergelijking wel opgaan. De Raad van Arbeid kan dan vergeleken worden met den gemeenteraad en het gebied, waarop de Raad werkzaam is, zouden we kunnen noemen de arbeidsge- meente. Waar de Raad van Arbeid echter niet staeds in zijn geheel kan aanwezig zijn, is er ook een dagelijksch bestuur, bestaande uit den voorzitter, één lid-werkgever en één lid- arbeider. Dit bestuur zou kunnen v rrden „gelijkgstcld met het College van Burgemees ter en Wethouders in de gemeente, terwijl de ^voorzitter van den Raad van Arbeid kan wor den vergeleken met den Burgemeester. Om u een voorstelling te vormen van de wijze, waarop de Raad van Arbeid functioneert, is het beeld van het gemeentebestuur zeer goed te gebruiken. Verder zou ik echter de vergelijking niet willen uitstrekken, vooral niet waar wordt gehandeld over de bevoegdheden aan de twee colleges toegekend. liet gemeentebestuur toch heeft tweeërlei bevoegdheid, n.l. om zelf de huishouding der gemeente te regelen, en de daarvoor noodige verordeningen te maken (autonomie, of om een Mollandsch woord te bezigen, het recht van zelfwetgeving) en 2e het recht om de door hoogere macht gemaakte regelingen, voorzoover deze het eischen, mede uit te voeren (zelfbestuur). Het recht om verordeningen te maken is echter aan den Raad van Arbeid niet toege kend. Als bekend mag ik veronderstellen, dat de ontwerper van de Radenwet zich de be voegdheid van den Raad ruimer heeft ge dacht, dan ze thaus door de wet is toegeme ten. Wanneer we het oorspronkelijke ontwerp opslaan, dan vinden we in art 49: „De Raad van Arbeid1 verleent zijne medewerking bij de uitvoering van wetten of algemeene maatregelen van bestuur den arbeid betref fende, welke die medewerking vorderen." Hij maakt de daartoe noodige verordenin gen Was deze bevoegdheid blijven bestaan, dan hadden we de vergelijking met het gemeente bestuur nog iets verder kunnen doortrekken Nog voordat de Radenwet in openbare be handeling kwam, was het recht om verorde ningen te maken aan de Raden ontnomen, doordat er bij de toenmalige volksvertegen woordiging groot bezwaar bestond tegen de toekenning van die bevoegdheid, terwijl men zich anderzijds ook kantte tegen het ruime arbeidsveld aan den Raad van Arbeid toege wezen, waar gesproken werd van wetten of algemeene maatregelen van bestuur, denar- b e i, d betreffende. Aan beide kanten is de bevoegdheid van de Raden van Arbeid ingekort en we lezen nu in art. 41 der Radenwet: „De Raad van Arbeid verleent zijne medewerking bij de uit voering van wetten of algemeene maatregelen van bestuur, de arbeidersverzeke ring betreffende, welke die medewerking vorderen Voorloopig wordt de Raad van Arbeid al leen betrokken bij de.uitvoering van de Inva liditeitswet, wat aan een kant als een voor deel kan worden beschouwd, daar wij nu ge legenheid hebben ons langzamerhand in te werken in de onderwerpen, dit ons in de toekomst zullen moeten bezig houden, wat niet zoo gemakkelijk zou zijn, wanneer de taak; door den vader van Raden- en Invalidi teitswet aan den Raad toegedacht, opeens in haar geheel aan hem was toevertrouwd. Laat ons echter de mindere taak, welke ons nu wacht, met getrouwheid vervullen, zoodat we ons het in ons gestelde vertrou wen waardig toonen. Wellicht bestaat er nog mogelijkheid, dat de voorschriften betref fende de bevoegdheid van den Raad van Ar beid worden herzien, wanneer de Minister van Arbeid komt met het door hem toegezeg- de Wetboek voor de Sociale verzekering. Maar nu reeds kan ik u zeggen, dat die herziening nooit in gunstigen zin kan, uitval len, wanneer mocht blijken, dat de Raden van Arbeid niet de gewenschte lichamen zijn voor de uitvoering van de sociale verzeke ringswetten. Toen ik sprak over de vergelijking van den Raad van Arbeid met het gemeentebe stuur, heb ik nog één punt van overeenkomst verzuimd aan te duiden. In de Provinciale wet vinden we -en para graaf: „Van het toezicht op de g.intentebe- sturen", wat er op duidt, dat de gemeentebe sturen de hun toegekende bevoegdheden niet met onbeperkte vrijheid mogen uitoefenen. Zoo heeft de Regeering als eene zorgzame moeder ook wakers aangesteld over de Raden van Arbeid, n 1. de Verzekeringsraden. Hoe is nu de verhouding van de Raden van Arbeid tegenover den Verzekeringsraad? Die verhouding wordt naar mijne meening volledig geschetst in art. 79: Aan den Verze keringsraad is opgedragen het toezicht op de Raden van Arbeid, waarvoor hij is opge richt, voor zooveel betreft de uitvoering van wetten en algemeene maatregelen van bestuur betreffende- de arbeidersverzekering. De Verzekeringsraad heeft dus toe te zien op de wijze van uitvoering der Verzekerings wetten door den Rad van Arbeid. Deze laat ste is dus een zelfstandig orgaan, dat niet staat onder de bevelen, onder leiding van den Verzekeringsraad, maar alleen onder diens toezicht De Verzekeringsraad kan naar mijne meening geene voorschriften geven om trent de wijze, waarop de uitvoering der ver zekeringswetten moet plaats hebben, maar heeft alleen toe te zien of de uitvoering door den Raad van Arbeid goed plaats heeft. Neemt de Raad van Arbeid of het bestuur of de voorzitter een besluit, dat naar het oor deel van den Verzekeringsraad strijdig is met de wet, een algemeencn maatregel van be stuur of het algemeen belang, dan vraagt hij (de Verzekeringsraad n 1schorsing of ver nietiging van dat besluit aan de Koningin. Volgens heb voorgaande kan dus de Verzeke ringsraad den Raad van Arbeid geen voor schriften geven, hem niet aan het werk stel len, cn ook niet zelf het werk overnemen; de actie zal moeten uitgaan van den Raad van Arbeid en daarop oefent de Verzekeringsraad toezicht uit. Alleen in sommige gevallen is voorgeschre ven, dat de Raad van Arbeid, alvorens te handelen, de goedkeuring van den Verzeke ringsraad moet vragen Daaruit valt m. i. de conclusie te trekken, dat buiten de in de wet bepaalde genoemde gevallen geen vooraf gaande goedkeuring ia verdacht, m. a. w. in eommigt gr. alten is het tooicb1, yan dea Ver zekeringsraad preventief. Van voorafgaande goedkeuring door den Verzekeringsraad wordt bijv. gesproken in art. 46: „Voor het treffen van dadingen, het onderwerpen van geschillen' aan scheidsman nen, het voeren van rechtsgedingen, hetzij in eersten aanleg, hetzij in hooger beroep of cassatie, en het berusten in een tegen den Raad van Arbeid ingestelde rechtsvordering, behoeft de Raad, tenzij de wet anders be paalt, de goedkeuring van den Verzekerings raad". Tevens wil ik u hierbij nog verwijzen naar een ander artikel van de Radenwet, waardoor tevens het contact tusschen de verschillende Raden van Arbeid wordt aangegeven, n.l. art. 44: „Twee of meer Raden van Arbeid kun nen gemeenschappelijke zaken in onderling overleg regelen Tenzij de wet, tot uitvoering waarvan de regeling getroffen is, anders bepaalt, behoeft zoodanige regeling vóór haar in werking tre ding d-"- f'Oedkeuring van- den Verzekerings raad of van Ons, naar gelang de Raden al dan niet in het gebied van éénzelfden Verzekeringsraad vallen". Hier koineu we dus op het gebied van sa menwerking van verschillende Raden van Arbeid, waaraan in dc praktijk wellicht be hoefte zai blijken te bestaan, wanneer eer of andere maatregel voor het gebied van één Raad van Arbeid- ie kostbaai zou zijn, welk bezwaar niet zou bestaan wanneer die kosten over meer dan één Raad werden verdeeld Thans kom ik aan het slot van mijn be toog, waarin ik u heb doen zien den omvang van het gebied, waarover zich onze aan dacht behoort uit. te strekken, en de positie welke de Raad van Arbeid" daarbij inneemt Laat ons de bevoegdheden, welke ons zijn toegekend, zoo getrouw mogelijk uitoefenen en ons niet laten neerdrukken door de mee rling, dai die bevoegdheden toch wel wat rui mer hadden kunnen worden toegekend. Met Jar nuttelooze mokken wordt niets bereikt, tere-ijl de kans tot ruimer omschrijving van de taak'van de Raden, van' Arbeid alleen kan worden verkregen door onze taak thans met ijver en toewijding te vervullen. Daarom wek ik u ten slotte op u geheel te geven aan den werkkring, die u hier wacht en mij met uwe kennis van het gebied en .ie daarin voorkomende toestanden op sociaal ter rein ter zijde te staan. Wanneer wii later onzer, post moeten ver laten, laat het dan ton minste zijn met de 'overtuiging, dat wij naar ons beste, kunnen en weten nebben gehandeld ten behoeve van de arbe'dersverzekeriag in het gebied van den Raad van Arbeid van AJkmaar. (Z e vervolg In het hoofdblad). INGEZONDEN MEDEDEELINGEN VOEDZAAM HEERLIJK VOÜRDEEUO BINNENLAND. STAATSBEGROOT1NG 1920. Aan de Memorie van Antwoord over hoofd stuk V A der Staatsbegroting 1920 (Onder wijs, Kunsten en Wetenschappen) is het vol gende ontleend: Wat betreft het spellingvraagstuk, aanvan kelijk de Minister het meest geneigd te gaan in de ricliting, door prof. Muiier, lid der com missie-Kuy per, aangewezen in eene afzonder lijke notadeiintief heeft hij echter zijne hou ding ten opzichte van dit vraagstuk nog niet vastgesteld. Een algemet geldend voorschrift hetwelk de ambtenaren zou nopen op een bepaalden leeftijd heen te gaan, zou van de gezamenlij ke departementen moeten uitgaan. De Mi nister nu verklaart zich bereid deze zaak bij zijn ambtgeuooten eerlang ter sprake te bren gen. Bovendien wil hij gaarne toezeggen om in afwachting van 'n algemeen voorschrift in voorkomende gevallen zijn invloed te zuilen aanwenden, ten einde ambtenaren, die in verbad met het klimmen hunner jaren min der geschiktheid voor hun werk vertoonen; tot het aanvragen van eervol te bewegen. Het totaal voor den Onderwijsraad uit te trekken bedrag zal moeten worden verhoogd tot 10934. He ligt in het voornemen van den Minister, eerlang een permanente commissie in het le ven te roepen, die niet alleen omtrent de aan vragen omtrent de aanvragen van een Rijks- beurs van adves zal hebben te denen, of de- geen, de met een zoodanige beurs begiftigd zijn, zich bij voortduring waardig ijetoonen en of hun aanleg en vorderingen van dien aard zijn, dat zij ook bij overgang naar eene hoogere onderwijssitellingen in het genot er van kunnen worde gecontinueerd. Voor de eerste maal zijnde dat jaar ngekomen aan vragen, nadat door de Minister de hoofdlij nen van de beoordeel ing waren vastgelegd, door de inspeceurs van het gymnasiaal, mid delbaar, vak- en lager onderwijs onderzocht. Door hen is onlangs een gemeenschappelijk advies uigebrachlt, hetwelk strekt om ruim 70 beurzen, tot een1 gezamelijk bedrag van pl.m. 40.000, toe te kennen aan leerlingen van universiteiten, de technische hoogeschool, de handelshoogeschool, gymnasia, hoogere burgerscholen, z.g. hoogere handelsscholen, middelbare technische scholen, ambachtsscho len en industriescholen voor meisjes. Waf hei middelbaar onderwijs betreft, wordt ten aanzien van de subsidieering der gemeentelijke hoogere burgerscholen, voor- zooveel mogelijk, een vast plan gevolgd. indien blijkt, dat de instandhouding der h.b.s. van een gemeente, in verhouding tot ha re middelen, zoo zware offers vergt, dat zij daartoe slechts in staat zou zijn met een on evenredige hooge Rijksbijdrage met name Wanneer meer dan de helft üer netto-kosten voor rekening van het Rijk zou moeten ko men, of pleegt zulk eene school van overne ming doör het Kijk in aanmerking te worden geüracht, waarbij als voorwaarde geldt, dat üe gemeente in verhouding tot hare middelen, in üe kosten blijve bijdragen. Met de gemeentebesturen van Utrecht en Amsterdam zijn onderhandelingen aange knoopt, terzake van de offers, welke zij zich voor de eventueele vestiging van het Cen traal Instituut voor de Lichamelijke Opvoe ding in huüne gemeenten zouden willen ge troosten, terwijl de terreinen., welke door bei de gemeenten voorloopig werden aangeboden voor gebouw en openluchtspel, vanwege het Departement zijn onderzocht en ten aanzien van hunne geschiktheid vergeleken Van één van genoemde gemeenten kwam tot dusver nog geen definitief aanbod in. Het ligt voorshands niet te de bedoeling, een herberekening te maken van de over het jaar 1920 aan. nijverheidsscholen toe te ken nen Rijkssubsidiën, ten einde die te brengen op de bedragen, waarop de artikelen 25, 26 en 39 der Nijverheidsonderwijswet, die scho len aanspraak zouden geven; dit zal eerst kunnen geschieden, wanneer genoemde wet van kracht zal zijn geworden. Met het tot stand brengen van de talrijke algemeene maatregelen van bestuur zal vermoedelijk nog eenigen tijd gemoeid zijn, zoodat het tijd stip, waarop de inwerkingtreding der wet zal kunnen worden bevorderd, thans nog niet te bepalen is. intusschen zuilen, afgezien hiervan, alle in den uitgewerkten staat vermelde subsidiebe dragen oor deze scholen verhooging moeten ondergaan, in verband met de nieuwe salaris regelingen. Daartoe is bij elk artikel een alge meene post ter tegemoetkoming in de kosten van de salarisverbetering uitgetrokken. De Minister ziet geen reden, waarom de opleiding tot bijzondere vakken, als behan gers, kappers, banketbakkers, enz., van regee- ilngswege zoude moeten worden uitgesloten. DE MINISTER EN DE KAASGROSSIERS De Minister van Landbouw heeft den Ne- derlandschen R. K. Bond van Kaashandela ren, te Gouda op zijn adres betreffende de winstmarge voor Grossiers in kaas geant woord, dat hij' 'geen aanleiding kan vinden, de winstmarge, die than? bij den verkoop van kaas voor de grossiers is vastgesteld, te ver- hoogen „Deze marge is dezelfde als den afgeloo- pen winter heeft gegolden: als algemeene maatregel is aangenomen bij het vaststellen van maximumprijzen, dat dezelfde winstmar ges worden bepaald als den afgeloopen win ter zijn vastgesteld geworden." De bond heeft in antwoord hierop den Mi nister opgemerkt: le. Dc "winstmarge voor grossiers in kaas kan onmogelijk gebaseerd zijn op die van den vorigen winter, eenvoudig omdat er toen geen grossierswinstmorge bestond, daar de kaas van uit de Centrale Kaaspakhuizen gedistri bueerd werd aan dé gemeenten 2e. met ingang van 1 Nov. j.l is het spoor- vrachttarief met 25 pCt. verhoogd, door den acht-urigen werkdag en de exploitatiekosten belangrijk toegenomen zoodat het noodzake lijk is bij het bepalen van de winstmarge met deze, cn meer andere bezwarende omstandig heden, rekening te houden. De Bond herhaald op bovengenoemde gronden het verzoek, de winstmarge voor kaasgrossiers te herzien cn te brengen op ten minste 4 cent per V, K.G. GROOT VERLOF. Thans is definitief bepaald dat in het ge not van groot verlof Zullen worden gesteld: Op 29 November de dienstplichtigen, be- hoorende tot de compagnieën wielrijders, in gelijfd in het tijdvak 1721 Maart 1919, en zij die behooren tot de regimenten vesting artillerie en ingelijfd zijn in het tijdvak 17— 21 Maart 1919. Op 13 December zij, die behooren tot de genie en ingelijfd zijh in het tijdvak 15 October 1918. Op 20 December zij die behooren tot de regimenten infanNrk (grenadiers en jagers hieronder begrepen), die zijn ingelijfd in de tijdvakken 14--18 October 1918 en 1721 Maart 1919. Ten aanzien van allen, die op de genoemde data met groot verlof vertrekken is bepaald: 1. Zij, die niet per spoor reizen, alsmede de Israëlieten, kunnen den dag te voren, na afloop vai Z den dienst vertrekken. 2. Zij, 8ie met bijzonder verlof zijn, moe ten bericht ontvangen, dat aan hen, ingaande op den voor hunne ploeg vastgestelden da tum, groot verlof is verleend. Zij," die gedetacheerd zijn, keeren tijdig naar hunne korpsen terug, terwijl het niet de bedoeling is de vertrekkenden thans reeds met het oog op een eventueele mobilisatie van nieuwe kleeding tc voorzien, indien zij nog bruikbare hebben. 4. het is de bedoeling dat al het personeel van de genoemde categorieën in de gelegen heid wordt gesteld om te vertrekken, met uitzondering slechts van hen, die moeten nadienen wegens straf of schuld en van hen, die den wensch tot nadienen kenbaar maken en wier voorgezet verblijf onder de wapenen een dienstbelang wordt geacht. In verband met dit laatste is bepaald, dat vanaf 29 November a.s. bij geen enkel on derdeel van de landmacht militairen onder de wapenen mogen worden gehouden, die behooren tot ploegen, die reeds in het genot van groot verlof werden gesteld en tot dus verre tegen den wensch wegens tekort aan personeel en dus uit dienstbelang moes ten worden achtergehouden. DE JAARWEDDEN DER ONDEROFFICIEREN. De commissie, belast geweest met het doen van voorstellen inzake de herziening der sa larissen van de onderofficieren, heeft, naar „De Tel." verneemt, de volgende bedragen voorgesteld Beroepspersoneel. Sergeant 1500 tot 2000. Sergt. m radicaal v. sergt.-majoor 1900 tot 2400. 2200 «34 2800. Adj-onderofficier 2500 tot 3300. Muzikant categ. A 1000 tot 2400. Muzikant categ. B 1500 tot 2300. Onderkapelmeester 2200 tot 2800. Kapelm. fanfarekorps 2500 tot 3300 Idem harmoniekorps 2700 tot 4000 Werkman 2e kl 1300 tot 1600. Werkman 1ste kl. 1800 tot 2300. Meester werkman 2100 tot 2800. Korporaal-tamboer 1200 tot 1500 Sergt.tamboer 1800 tot 2200. Sergt.-maj.-tamboer 2000 tot 2600. Korporaal-kok 1300 tot 1900. Opz. fortefic. 3e kl. 2500 tot 2700. Idem 2de kl. 2600 tot 310O. Idem 1ste kl 2700 tot 3600. Hoofdopzichter 3600 tot 4000 A poth.bediende 2200 tot 3300. Marech. 2e en le kl. 1500 tot 1900. 'Wachtmeester 2100 tot 2800. Opperwachtmeester 2400 tot 3300. Adj.-onderofficier 2700 tot 3600. Hoefsm.-hulp-instr 2100 tot 2800. Hoefsm.-instr. 2400 tot 3300. Verlof's personeel. Gedurende den tijl, dat het leger geheel of gedeeltelijk is gemobiliseerd, geniet het ver- Fofspersoneel dezelfde jaarwedde als het be roepspersoneel Buiten den tijd, dat het le ger gemobiliseerd is, geniet het verlofsperso- ueel de volgende jaarwedden (zonder ver hooging) Sergeant 1000; sergeant met radicaal voor sergeant-majoor 1100; sergeant-ma joor 1400; adjudant-onderofficier (vaan drig, kornet) 1600; 2de luitenant 1800; lste luitenant 2200; kapitein 3400; ma joor 4300 luitenantkolonel 5000; kolo nel 5600. Aan den yerlofs-adjudant-onderofficier werkzaam ten bureele van een landweer-dis^ trier-commandant wordt dc jaarwedde toe gekend, welke hij zou genieten, indien hij in zijn tegenwoordige betrekking weder bij het beroepspersoneel in dienst was getreden. De 'nog aanwezige vaandeldragers genieten een jaarwedde van 4000, terwijl de gehuw de mindere militairen (gewezen waschbazen) genietenkorporaal 1500; soldaat 1350. De Minister van Oorlog heeft ter kennis gebracht, dat bij zich met deze voorspellen vereenigt, met dien verstande, dat, waar bij de vaststelling van de bezoldigingsbedragen geen rekening zal worden gehouden met de uitkeering ineens, welke onlangs heeft plaats gehad (de maand extra-salaris), de door de comminsie voorgestelde bedragen met die uitkeering zullen worden verminderd. Overigens zal door allen, gehuwden en ongehuwden, voor huisvesting van Rijkswege een bedrag moeten worden vergoed van 10 pet. hunner jaarwedde. PROVINCIAAL NIEUWS. UIT HEILOO. ,'t Ontluikende Roosje" heeft ons gisteren een mooien avond bezorgd. Het was de offi- cieele inwijding van Heiloo's tooneelzaal. En daarom hoopten we, dat deze avond een suc ces zou worden. De heer D. J. Ruijter, voorzitter der Rede rijkerskamer, opende deze uitvoeringsbijeen- koinst voor haar kunstlievende leden met een kort speechjc. „Zooals de traditie dat mee brengt volgens spr. Maar spr. heeft hier een bizondere taak, n.l. de inleiding tot een opvoering in een nieuw lokaal en op een nieuw toonccl. Voorheen heeft men hot alle3 enomen zooals 't was, hoewel 't niet voi ced. De Kamer heeft haar eigen tooneel ven betera, naderhand ook vernieuwd. Voor dat alles is nu geen zorg meer noodig. Met groote gulheid hoeft de heer Zwart (eigenaar van „de Rustende Jager") zelf een vast too neel doen bouwen en inrichten. Spr. brengt daarvoor den heer Zwart een woord van hulde. Het tooneel is evenwel niet alles. Het spel moet er ook naar zijn. Spr. hoopt, dat de spe lers hier ook goed voor den dag zullen kun nen komen. Met de aanduiding van een klei ne wijziging in 't program eindigde spr. En nu de uitvoering zelf. We zeiden al, een mooien avond te hebben gehad Na een lachwekkend één-actertje „De Ho renblazer van de 2e compagnie en de Geest van den Wethouder," het tooneelspel „Het Huis Van Hense en Zoon" door mevr. Kloos- Reijneke van Stuwe. Hoewel de zaak geamuseerd was met het goed weergegeven militaire trio uit het voor stukje, valt niet te betwisten, dat „Het Huis Hense" vlotter, ongedwongener ging. Het deed zoo goed, dit spel, een zuiver taal product met zijn onfagebroken reeks van na tuurlijk-logische zinnen, en handelingen, ook werkelijk te zien spélen. Dat de Kamer litterair hoogstaand werk weet te apprecieeren, is op zichzelf aange naam op te merkendat zij zulk werk ook op een goede wijze weet te vertolken getuigd voor haar en bewijst 'haar goede diensten aan ons publiek. Zoo telkens heeft zich 't treffen de uit het stuk geopenbaard: vooral in de plots wijzigbare stemmingen van de ongeluk kige Ohristine, de vrouw van Hense en in de stroeve verborgenheid van den lijdenden Hen se zelf. Het stuk behandelt de liefde van Hense voor Christine, de ontdekking, dat zijn vrouw hem geen Wederliefde schenkt, onweerstaan baar gebonden wordt door een verleider-ar- tist, de ontdekking ook dat het kind, dat zij 't zijne gewaand had, dat van den schilder is en daarna het gedwongen blijven van Christi ne met haar kind in 't huis van den gebroken man; terwillë van besparing van schandaal. Tenslotte de climax met de besliste weigering geniet, was Mzonder wel gekozm, We behoeven trouwens verder niet in de tails te treden. Er is genoeg over gezegd. Een tikje rhetorisch af en toe hoe zou het an ders kunnen? doet bij overwegend gevoelig spel geen schade; en zoo hebben wij ons dan ook zeer goed in dit nog eens fraaie spel in kunnen leven. Ook de grime was goed. En nu nog een enkel woordje over tooneel en zaal, in vervolg op de rede van den voor zitter der kamer. Over de décors is al eens iets gezegd; nü is gebléken, hoe royaal ze aandoen. De aankleeding van 't tooneel was tot in kleinigheden zorgvuldighet was wer kelijk een fraaie, rijke bedoening van den handelsman Hense. Daarbij is gebleken, hoe het geluid zonder geforceerd spreken tot ach ter in de zaal doordringt; in één woord: We zijn trotsch geweest gisterentrotsdi op onze tooneelclub en op onze tooneelzaal. Waarbij het zeer talrijke publiek ongetwijfeld is 't aantal kunstfievenden leden sterk uitgebreid deze neiging van den eigenlijken vader brengt Hense in woede en doet hem „bijna een laag heid" begaan: hij wil den droomerigen jon gen zijn schande voor de voeten smijten, maar diens moederliefde doet hem aarzelen tot Christine binnenkomt. De ontknooping omvat de toenadering van den eenzelvig geworden Hense tot zijn groote, lijdende vrouw, het be wustzijn dat dit leven gevormd heeft, wat slechts in lijden te vormen was. Naast Christine, (vertolkt door mej. S. M. Stroomer. een bekende dameskracht van vroe ger) en Hense, gaf Willem Westerman den juisten type van den zorgeloozen neef van den zorgenden Hense. En ook Jan Jacob zette „zijn" beste beentje voor. Zijn weergave b.v. van dsn droemer, die het Wolkenschouwspel zich zeker zal aansluiten. UIT SCHACEN. De heer P. Buis J!z. werd gekozen tot Hoofdingeland van den polder en de banne Schagen. De polder Schagen verkoos dén heer J. Buis Jz. tol zijn vertegenwoordiger in het be stuur van Het Heemraadschap der Strijkmo lens aan de Schager Kogge UIT HENSBROEK. De Rtederijkerskamer ,,'t Viooltje" alhier heeft haar eerste uitvoering gegeven in de zaal van den heer Gundel. Opgevoerd wefd dfe één-acter „Onze jongen" en „Jam Onge luk", blijspel in 3 bedrijven. Zeer zeker tengevolge van den min-gun- stigen toestand der wegen, was den eersten avond de kolfbaan' maar matig bezet, doch bij de tweede uitvoering voor de „oudelui" was er een tarijk publiek En dit heeft geno ten van het goedé spel en de welgekozen stuk ken. UIT EGMOND a/d HOEF. De politie is er in geslaagd de beide In brekers te arresteeren, die de vorige week hun slag meenden te slaan bij den heer A. alhier, net bleken te zijn twee zwervers, af komstig uit Hengelo en Amsterdam van 18 November 1919. Opgave van .W.5. v. 1000 .W.S. van 500110 18 6 van taix 'J 4 59 te öte löte 24te 83 te 137 te 1421/w 271 te 304 437 te 486te 258 322 450 te 236 te 51 te 12i/i _8te 130te 163te 335 797 85 170 265 te Mededeelingen van Woensdag 19 Nov. De geheele markt was weer'in een zeer flauwe stemming. Voor tabakken was weinig handel. Amerika was wat verdeeld. Ofjlig. Oblig. dit» ©blij. STAATSLEENINGEN. NEDERLAND. pCt iH 3 i 5 Vorige koers 915/4 67 V, 605/g 5Q»'4 921/s 90ty* 65/4 28 te 16te 251/g 19 23 te 26M. 195/4 89 91 1915u 200 143 9l"/i, 92 837/i 104 59«/i« 41/4 91uAi 82 81 50 92«7s 905/1 22»/U 747/, 1478/4 92 aoU Nëë. fed. £93 dl A 1910 BUIT Ei ©©S'FBNRIJK. Bel.vrije Kronenrr. Jan-«JuD RWSLAbJB. ©BI. 190S ffi» 2598m3J90 rwaagartd Bombr. ®R, 0B8 MicafS •Spw. 6 180 «Seniel. 1886 RéfhsoEild (consols) kTope en «O. 1889&0 6e EmlïSle, 1894. C?R TURKIJB. Bagdad Spw. le serie 1904 4 BRAZILIË. Funding Ln. 1898 dB 20/100 5 Provinciale en Gemeentel Leenlngen. Amsterdam 1915 3 Rotterdam 1915 5 Bank» en GradleMnatellIngen. Amsterdamsche Bank A Nedérlandsche Bank 6. V. A. Rotterd. Bankver. Aand. Spoorwagen. Holl. IJzer. Spoorw. Obl. 8 Mi), t. Expl. v. Staatssp. ©M. 8 Mij. t. Expl. v. Staatssp. ©fel. 4H Premleleenlngen. NEDERLAND. A'dam Stad 1874 (f 100) 3 BELGIS. Antwerpen 1887 2H Prolongatie pCt Vorige koers 975/8 9u/ie 181/8 195/4 51'Vu W/u 8 6/8 IO81/1 1437/g 1321/4 1097/, 1111/s 575/!, 1651/4 3485/4 8185/4 85 te 174 2661/, 272 260 584 te 220 2187/, 2505/4 117 481 462te 240 335 197 236 te 2261/4 248 303 315 365 te Atehie. Vap. éi S. Fé 6. v. g. A Dant fc R- «rende Ipw. v. A. Erie Spw. Mij. Gewone Aand. Kans. dSty Soufh. Railw. Oy. g. a. dito Pref. A. Missouri Kans. ét Tex. 0. v. A. Mexican 2e Pref. A. Southern Pae. Comp. A South. Rlw. Vot. Tr. Oew. A. Union Pac. Railr. Cy. C. g. A. Anaconda Copper C. v. A. Am. Car ér Foundry Co. C. v. A. Atner. Hide Leather Cerap. Central Leater Unit. Stat. Steel 0orp. g. A. Int. Mere. Marine ®y. afg. A. Int. Mere. Marine afg. pr. A. Gee. Holl. Petr. Ceri v. A. Kon. Nad. Mij. t. e. v. Petr. br. A. Orion Petrol. Mij. afgest. A. Steaua Romana Petr. Mij. A. Compania Mereantil Argentina A. Cult. Mij. der Vorstenlanden A id. id. id. Winstaand. Handelsv. Amsterdam Aand. Ned. Handel M9- C. v. A. Id. Resc. Nederl. Ind. Handelsbk. Aand. Amsterd. Rubber (Suit. Mjj. Aand Nederl. Rubber Holl. Amerika Lijn A. id Gem. Eigendom A. Holl. Stoomb. Mij. Aand Java China Japan Lfjn A. Kon. Holl. Lloyd. Aand. Kon. Ned. Stoomb. MQ. Aand. Idem Nieuwe Aand. Kon. Paketvaart Mij. A, Ned. Scheepv. Unie Aand. Rotterd. Lloyd A. Stoomv. My. Nederland A. A'dam Deli Comp. Aand. Deli Batavia Tab. Aand. Deli>Maatschappy Aand. Medan tabak Aand. Rotterdam Deli Aand. Senembah Tabak«My. Aand Insulindc Oliefabrleken S«/s 18 19 26 138 1401/, 108 1091/4 252 565 213te 218 274 2455/4 115 475 459 225 193 231 te 222 297 309 360 430 480 440 233

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1919 | | pagina 6