DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
M UI ppöii op liet Hoogland
N<>. 270.
Honderd een en twintigste Jaarganfc
ZATERDAG
22 NOVEMBER
F F I 1 L L E T 0 N.
Oft numm&r bfe#icat uf1 4 bladen.
Abonnementsprijs bij vooruitbetaling per 3 maanden f 2,00, franco per post f 2,50. Bewijsnummers 6 ct. Advertentieprijs 20 ct. per regel, grootere letters naar plaatsruimte
Brieven franco NV. Boek* en Handelsdrukkerij v/h. Herms Coster Zoon, Voordam C 9, Telef Administratie Nr. 3. Redactfe Nr. 33.
In deze rubriek zullen wij wekelijks een
overzicht geven1 van de industrieele onderne
mingen gemeentelijke of particuliere inrich
tingen en bijzondere gebouwen in Alkmaar
die waard zijn door af onze ingezetenen ge
kend en gewaardeerd te worden.
Er zijn maar weinige stadgenootcn die
Alkmaar geheel kennen, in de gelegenheid
waren van meer nabij kennis te nemen van
vele belangrijke industrieele/ ondernemingen.
De meesten kennen de namen van vele fabri-
kén, instellingen en stichtingen, zij weten de
straten, waar deze te vinden zijn, maar zij ken
nen ze slechts aan de buitenzijde.
/ij weten niet wat binnen die muren te
vinden is, zij denken er niet aan hoe er in
hun eigen stad nog wel interessants te zien
en te bewonderen valt.
Wie Alkmaar wil kennen moet weten hoe
men binnen haar poorten leeft en werkt, wie
van Alkmaais' industrie w;l spréken moet ge
zien 'hebben hoe er in talrijke fabrieken en
werkplaatsen gearbeid wordt en wat ten
slotte als resultaat van dien arbeid kan afge
leverd worden.
In de stad onzer inwoning roolcen vele
schoorstee-tien en daaronder werken rusteloos
arbeiders en arbeidsters aan machines van
allerlei groote en samenstelling die dage
lijks weer haar aandeel in de productie van
de meest verscheidene artikelen hebben.
En in onze stad zijn soms in stille stra
ten vele hoogc en kleinere gebouwen, die
boven den ingang aan ieder bekende op
schriften dragen.
Wat doet men daarbinnen, wat is er daar
te zien en te leeren?
Wij willen in deze rubriek daarvan het een
en ander vertellen
Iedere week hopen wij een nieuwe deur
voor onze lezers te ontsluiten en hen rond te
leiden in een omgeving die interessant is om
dat zij een deeltje van het Alkmaarsche leven
vertegenwoordigt en die leerzaam zal zijn
omdat er altijd nog wel ieis te zien is waar
van men het bestaan niet vermoed heeft.
Wij hebben kort geleden van een bezoek
aan de „boekfabriek van gebrs Kluitman
verteld. Ook deze industrieele onderneming
behoort zeer zeker in deze rubriek thuis. En
dat zij daar nog niet onder gerangschikt werd
is uitsluitend het gevqlg van de omstandig
heid dat juist het bezoek aan de interessante
werkplaatsen van Oebr. Kluitman bij ons het
voornemen wakker riep om zoo door geheel
Alkmaar een kijkje in fabrieken en werkplaat
sen te nemen cn ervan te vertellen.
En nu wij dat voornemen in daden omzet
ten 'en hieronder reeds van een bezoek aan
'n alom bekend Alkmaarsche industrieele on
derneming zullen verhalen, doen wij tevens
een beroep op onze lezers en op de directeu
ren van fabrieken, stichtingen en onderne
mingen.
Op onze lezers om ons attent te maken op
ondernemingen, die in hun oogen s'ler be
langstelling verdienen en op de hoofden dier
ondernemingen om ons in de gelegenheid te
stellen daarvan de meest interessante bijzon
derheden te kunnen vermelden.
De eerste deur die wij thaTis voor de in
Alkmaarsche industrie belangstellenden wil-
Dn rr-nen is die van de N V Cacao- en
Ohon'adefabrick „A 1 c m a r i a".
Oarao drinken en chocolade eten k.m ieder
een, maar vertellen hoe die cacao en chocolade
van de boonen die aan verre stranden groeien,
tot het zachte poeder in onze koppen en tot
de begeerlijke reepen uit de etalages van on
ze banketbakkerswinkels worden, kunnen er
betrekkelijk maar weinigen.
De directeur van „Alcmaria", de heer W.
O. Visser, kent het geheim en dank zij zijn
mededeelzaamheid en een rondgang door de
ze in geheel Europa bekende Alkmaarsche
cacaofabriek, zijn wij nu in staat onzen le
zers daarvan het één en ander te vertellen, al
zal dit dan ook, mot het oog op onze beperkte
ruimte, in korte trekken moeten geschieden.
Allereerst eenige bijzonderheden over de
onderneming zelve.
De cacaofabriek „Alcmaria" bestaat onder
dien naam nog slechts van begin 1913, toen
zij van den vroegeren eigenaar werd overge
nomen en de nieuwe directeur zich aanstonds
aan het werk gezet heeft om het geproduceer
de zoo goed en zoo bekend mogelijk te doen
zijn.
Het kapitaal der vennootschap, uit
200 000 bestaande werd juist deze week
met 50 aandeelen van 1000 vergroot. Com
missarissen zijn de heeren J. A. Laan Jr. te
Wormerveer, C. O Heuvelink te 's-Gravenha-
ge en Albert Heijn te Zaandam.
De fabriek betrekt haar cacaoboonen uit alle
werelddeelcn en1 fabriceert cr dagelijks dui
zenden KG. cacaopoeder en cacaomassa van,
die hun weg weer over geheel Europa en In
dië vinden.
Vroeger legde men zich in het bijzonder
toe op het fabriceeren van het z.g.n. „Bano",
een geraspte chocolademassa voor de bater
ham en tom de inlanders daarvan den smaak
beet kregen kwamen er uit Indië zulke groote
bestellingen, dat de fabriek er onmogelijk
meer aan voldoen kon.
De oorlog heeft zich in het bedrijf laten
gelden en in 1918 moest door rantsoence-
ring van den aanvoer van cacaoboonen de
tabriek bijna een jaar stilstaan gedurende
welken tijd het loon aan de werklieden gere
geld werd Uitbetaald.
Slechts één lading cacaoboonen is toen
voor de fabriek onder stoom geweest maar
door Engeland opgehouden ennog niet af
gerekend.
Duchten de Engelsche cacaofabrieken mis
schien de concurrentie dei" Hollandsche?
De Alcmaria-fabriek is althans door hare
uitgebreide handelsrelatiën in tal van Euro-
peesche landen bekend. Zij spaart dan ook
jeen poging om in woord en geschrift doel-
reffende propoganda te maken.
De directeur, de heer Visser, kent zijn groo
te afnemers in het buitenland persoonlijk en
telkens weer grijpt „Alcmaria" de gelegenheid
aan haar product en daardoor den naam van
die stad onzer inwoning ;n broeder kring be
kend te maken
Wij herinneren slechts aan haar stand ten
vorigen jare op de jaarbeurs te Utrecht, waar
gratis duizenden koppen cacao voor de be
zoekers zijn uitgeschonken, wat men het vol
gend jaar hoopt te herhalen.
En bij de in de vorige maand te Stockholm
gehouden tentoonstelling van Nederlandsche
en Nedcrlandsch Indische poducten hadi
„Alcmaria" weer de grootste smaakvol ver
sierde tcntoonstcllingsoppervlakte 1 maal
7 M.) en was*Haardoor het middelpunt van
hete tentoonstellingfilcven.
Een viertal Zwcedsche meisjes schonken
de koppen Alcmaria" Cacao uit en dat deze
cacao bijzonder gewaardeerd werdkünnen tal
van Zwcedsche hoogwaardigheidsboklcedcrs
getuigen.
Een beschrijving van het dagelijksch noma
denleven, zooals let gezien en meegemaakt
-: - werd door de schrijfster
EM1LIE DEMANT-HATT.
Uit het Deensch vertaald door M. D. Z.
8
Meestal echter werd het lassowerpen ge
oefend op de honden, als er bij toeval een zoo
goedige onder was, dat hij er zidh in kon
schikken twintigmaal op een dag gëkeeld te
worden. Slechts een van van onze honden was
zoo lief, Inga's hond: Rill. Hij was met Bië-
tar mee naar Noorwegen geweest op wacht,
maar het beviel hem niet daar onder een an
deren baas te moeten werken, dus kwam hij
een veertien dagen na zijn vertrek weer bij
ons terug. Een mager moe hondje sloop op
zekeren dag de hut binnen en ging in het
gangpad liggen. Hij werd door de kamera
den met groote blijdschap ontvangen. Eerst
keken ze verwonderd, maar toen likten ze zijn
kop en stonden kwispelend om hem heen. Sa
ra kon niet knorren, de hond zag er akelig
uit. Ze zette eten bij hem neer en was stom
verbaasd dat hij den terugweg had kunnen
vinden over bergen en groote rivieren, daar
hij, toen ze uittrokken, gedurende een deel van
de reis met de wachters in de boot was ge
weest. Ze vergaf hem zijn wegloopen omdat
hij bij Inga terugkwam, die zijn meesteres
Was.
Ais de kinderen met de honden wat al te
bar te werk gaan en groote menschen dat
zien, vermaant men hen voor de dieren niet
hard te zijn en die vermaning helpt, ten min
ste voor het oogenblik. Anders is geho#r-
zaamheid niet precies een deugd aan Lap-
<-che kinderen eigen. Ze doen afleen wat men
van hen verlangt als ze er lust in hebben. Op
zettelijke ondeugendheid of opstandigheid
wordt bij gelegenheid echter wel gestraft met
lichamelijke kastijding op de bekende plaats.
De kinderen komen al heel spoedig van
zelf aan het werk voor zoover het de ren
dieren betreft, daarvoor is geen vragen noo-
dig, daar hebbed ze altijd „zin" in. Vóór een
verplaatsing gaan ze mee naar de kudde, als
die niet te ver af is, om de trek-rendieren vast
te houden, nadat ze gevangen zijn. Later mo
gen ze helpen ze naar de 'hut te brengen; en
is er een oud tam trekdier in den troep, dan
mogen ze 't met hun lasso zelf vangen. Zoo'n
tienjarige jongen met z'n vangstrik en een
hoop leidsels om zijn schouder op weg naar
de kudde, is niet weinig „groot", en als hij
terugkeert met een langen sleep rendieren
achter zich en bij het voorspannen enz. mee
helpt, voelt hij zich vooral niet minder ge
wichtig.
Als nu de school er niet tusschen kwam en
3, 4 of 5 jaar afbreuk deed aan dat bestaan,
zouden de kinderen veel vroeger van werke
lijk nut kunnen zijn bij het rendierhoeden,
dan nu het geval is. De school grijpt niet
weinig in en neemt een heele verantwoording
op zich door de kiitderen voor zóó lang
van hun ouders weg te halen. Niet alleen
zijn de ouders ongerust dat hun kinderen bij
vreemden niet goed verzorgd worden, maar
ze zijn bang dat de kinderen niet zullen zijn
die ze waren, als ze in het gebergte terug ko
men en er 'het vroegere leven moeten lei
den. Zeer dikwijls komen ze met tering terug
en leven niet lang, dat vindt voor een deel
zijn verklaring door den overgang van de
sterke vleesch- en vetvoeding der Lappen tot
schralen boerenkost, maar zelfs als het in ve
ile gevallen niet zóó droevig gaat, is het voor
een Berglap een ramp z'n kind als boeren
kind terug te krijgen. TussChen 10 en 14 jaar
zijn geest en gemoed ontvankelijk voor in
drukken en invloeden, 't leeren valt gemakke
lijk en het vergeten ook. De drie maanden
lange zomervacantie kan niet opwegen tegen
de negen maanden op de boerderij, vooral
daar voor- «n najaar de tijden zjjn, dat de
De Zweedsche Kroonprinses, alle minis
ters, onze gezant Jhr. van Vredenburgh, de
gen.-consul en de vice-consul allen met hun
dames, hebben den directeur van Alcmaria"
hun welgemeend compliment gemaakt.
Dat de Zweden over het algemeen de cacao
graag drinken bewijst wel het feit dat in één
week tijds meer dan 10.000 koppen werden
uitgeschonken.
Dat is de beste reclame en om ook hen, die
de cacao nog niet proefden en van het be
staan der fabriek nog niets wisten, van een
en ander op de hoogte te brengen, heeft de
heer Visser het gclicele bedrijf laten filmen en
is nu met 50 bioscooptheaters in onderhande
ling om deze film op het doek te brengen.
In alle Alkmaarsche winkels verkoopt men
„Alcmaria" cacao. Wij zullen nu tot slot ver
tellen hoe het 33 man sterke arbcidcrsperso-
neel der fabriek met behulp van moderne ma
chines deze cacao uit de per scheepsgelegen
heid aangevoerde boonen weet te verwerken.
Onze beperkte ruimte noopt ons tot een
korte uiteenzetting en wij zullen dus van het
ontstaan van de cacaoboon niet anders ver
halen dan dat deze het zaad is uit de vrucht
der caca.oboomen, die voornamelijk in Zuid-
Amerika worden aangetroffen.
In het land van herkomst worden de boo
nen in een broeihuis gebracht, waar zij van
de lucht worden afgesloten, zoodat uitzwee-
ting en gisting der boonen plaats heeft.
Deze boonen worden daarna gedroogd en
op steencn droogvloeren aan de zonnewarmte
blootgesteld, waarnt zij in balen gepakt en
verzonden worden.
Duizenden van die balen vullen gewoon
lijk de zolders der fabriek „Alcmaria" en van
af deze zolders komen de boonen weer tel
kens eenverdieping lager wanneer zij een
voor de fabricage van cacaopoeder beuoodigd
proces ondergaan hebben.
De boonen bevatten namelijk schillen, die
verwijderd moeten worden, de boonen moe
ten gebrand worden, het gebrande product
moet fijngemalen worden en uit het poeder
moet ten slotte wat vroeger in alle landen
door gebrek aan de benoodigde machines een
onmogelijkheid was de z.g.n., cacaoboter
worden geperst.
In de fabriek „Alcmaria" stort men op den
bovensten zolder door vloerluiken de boo
nen in groote trechters, die elk 3000 KG. kun
nen bevatten. Zoo komen de boonen in de
breekmolcns en wprdien door z.g.n. Jacobs-
ladderste vergelijken met kleine bagger-
machientjes over een sterke magneet ge
voerd die mogelijk in de boonen voorkomende
ijzeren voorWèrpen verwijdert.
Vervolgens gaan de boonen naar de z.g n.
krakers, getande ijzeren rollen die ze in stuk
ken kraken, waarna een zevental ventilators
zoo zuiver gesteld worden, dat zij de lichtere
doppen wegblazen en de zwaardere boonen
massa laten liggen.
De doppen worden voor veevoeder afgele
verd.
De gebroken boonen gaan daarentegen
door nieuwe trechters weer naar een lagere
verdieping en komen daar in de brandovens,
waar zij in draaiende ijzeren trommels bo
ven het vuur gebrand worden.
Zijn zij gaar", voor welke constatcering
een groote vakkennis van den brander ge-
eischt wordt, dan worden de boonen in
platte ijzeren wagen uit den oven gereden ep
met koude lucht afgekoeld.
Na bepaling van het brandverlies komen
de boonen opnieuw door houten trechters in
een lagere verdieping, waar zij in 'n drievou-
Lappen het meest te doen hebben en 't meest
hulp behoeven, waarin de kinderen dus 't
best gelegenheid zouden hebben zich te oefe
nen in alles wat tot hun toekomstige werk
zaamheid behoort. Het gevolg is dan ook, dat
het kind na zijn schooltijd dikwijls ongeschikt
is voor zijn werk zich in het gebergte moeilijk
oriënteerén kan, de rendieren niet in alle bij
zonderheden zóó kent als noodig is geen
„lasso-hand" heeft, enz. enz.
Dat alles zou echter nog wel geleerd kun
nen worden als maar de lust tot het leven op
de hoogvlakten was bewaard. Hier ligt het
zwaartepunt, de lust tot het nomadenleven
is al te vaak verdtvcnencc jonge menschen
hebben smaak gekregen voor het veel gemak
kelijker bestaan dat de boeren hebben en dat
veel meer in aanzien is dan het inspannende,
geminachte leven zooals de Berglappen het
moeten leiden, en velen gaan niet meer naar
het gebergte terug, maar verdiéRen in lager
streken, zonder vast werk als arbeider hun
brood. Dan missen de ouders hun kinderen
en hun beste werkkrachten cn zien met angst
den ouderdom tegemoet Een Lap noemt zich
„arm", als hij op die wijze zijn kinderen
verliest. De echte Lapnaturen komen wel
meestal onveranderd terug en vatten de oude
leefw ze weer op maar het risico en het ver
lies door de vele jaren schoolplicht zijn te
groot dan dat de rondierbescherming en de
Lapcultuur daar op den duur niet onder zou
den lijden De lcttcrwijshcid. die Lapkinde
ren op de hoogvlakten noodig hebben, zou
den ze in verplaasbarc scholen of door rei
zende onderwijzers kunnen opdoen. Niemand
behoeft bang te zjjn dat de kennis van het
christendom verwaarloosd zou worden, daar
zorgen de Lcstadiaansche predikanten wel
voor en de vele zendelingen die onder de
Lappen werken.
digen molen gemalen worden. Driemaal ach
ter elkaar worden de boonenbrokjes tusschen
een stilsta and en en een draaienden steen fijn
gemalen cn daar de geheele molen onder
stoom staat, wordt ten slotte het maaksel als
een dunne vloeistof in emmers opgevangen
en in roerkuipen overgebracht.
Vervolgens gaat de vloeibare massa in de
persen waarvan „Alcmaria" de grootste ter
wereld met een perskracht van 400 atmosfee-
ren bezit.
Een stapel pannen door k-mieelleeren doe
ken afgedekt en met de vloeibare massa ge-1
vuld, worden van onder op door de machine
in elkaar geperst met hot gevolg '.at door
den enormen druk de cacaoboter zich af
scheidt en als een 'ichtgele olie in de daar
voor gereedstaande bussen loopt
Is de boter uitgeperst, dan blijft ten slotte
een droge cacaokoek in de pannen over.
Deze gaat naar den z.g.n. Kockenbreker die
ze stuk werkt en vervolgens naar den pulveri-
sator die de stukken fijn maalt en ze op groo
te tegels uitspreidt.
Na afkoeling wordt het poeder door een
zijden lap gedreven en in vaten opgevangen.
Worden er nog korrels in aangetroffen, dan
ondergaan deze de bewerking opnieuw tot dè
vereischte fijnheid Un slotte verkregen is.
Wat de cacaoboter betreft deze-gaat nog
eens door de met stoom verwarmde filter om
ten slotte in bakken te worden uitgegoten en
na afkoeling in blokken van pl.m. 5 KG. in
den handel te worden gebracht.
Deze cacaoboter wordt aan chocoladefa
brieken geleverd, die er met toevoeging van
suiker en cacao chocolade van maken.
Desgcwenscht levert ook de fabriek „Alc
maria" door hare mengkuipei\ de bitter of
zoet chocoladebrooren couvertures, die de
banketbakkers slechts hebben te smelten en
uit te gieten om ze in de voor hen vcre; ~N
vormen te krijgen.
Hoofddoel van deze fabriek is evenwel de
cacaofabricage en wanneer men bedenkt dat
de waarde van de cacao afhangt van velerlei
factoren waaronder de kwaliteit der boonen,
de warmte van de maalsteenen en vooral van
de juiste hoeveelheid vet welke aan de boo
nen onttrokken wordt, dan begrijpt men, dat
een chocoladefabriek uiterst bekwame techni
sche leiders noodig heeft.
De ..Alcmaria" cacao heeft een ruim afzet
gebied en dat bewijst hare deugdelijkheid.
Wie ziet hoe in de pakkamer de meisjes
dag aan dag bezig zijn de bekende blikken
bussen te vullen en te etiketteeren dat werk
zal weldra machinaal geschieden .en hoe
in de expcditiezaal1 onafzienbare rijen va
ten voor verzending gereed staan, kan begrij
pen, dat de Alcmaria-cacao den goeden naam
van de stad onzer inwoning in het buiten
land weet hoog te houden.
De talrijke onderscheidingen door „Alcma
ria" in binnen- en buitenland behaald, bewij
zen dat de directie er in gcbl-agd: is een pro
duct te fabriceeren dat op zeer vele tentoon
stel' ingen de welverdiende aandacht heeft ge
trokken.
En hiermede nemen wij van de cacaofabriek
afscheid om onze lezers de volgende week
een kijkje in een gchoel andere industrie hier
i-er stede te geven.
UIT HET INDISCHE LEVEN.
XIII.
Een tweede kwestie bij' de opvoeding is die
van, de taal. Vroeger en nu ook nog wel maar
minder dan voorheen, maakten velen zich het
leven makkelijk met dezen dooddoener: Het
Ik was bezig Lapsche kloedcrdracht voor
mij to maken m aj» «*n Zaterdag maast er
is beter voor een kind één taai goed tc tecrer,
dan dat twee talen door elkander heen gehas
peld worden.
IDeze stelling is best te verdedigen, maar
toch niet zoo, dat men er gebruik van moet
maken uit gemakzucht En dat deed inca toch
en doet men nog wei
Mén kan nu eenmaal in Indië niet buiten
Inlandsche bedienden. Een Europeesoh®
vrouiw kan in dat klimaat zelf niet doen, wat
ze misschien in haar huis in Europa zou
doen. Dat is uitgesloten. Een baboe kan ze
niet missen. Een huisjongen moet er rija een
kok'ki of keukenmeid eveneens. En meestal
ook een kebon of tuinman. Het gevolg daar
van is, dat er in elk huisgezin Maleisen
wordt gesproken en dat dus de. kinderen a:
heel vroeg met die taal vertrouwd wordec
Voedt de Europeesche moeder nu zelf h
kind op, dian doét ze dat ia haar eigen goede
Hollandsche taal em nog altijd is geblekeiv
dat dit zonder veel'Bezwaren gaat. Het kir;'
leert Hoilandsch. Daar gaat mets V" 'V j
kan toegeven, dat er uitdrukkingen zijn, die
men in Nederland niet hoort. Na jarenlan
verblijf, maakt een wasechte Hollander zich
daar al schuldig aan. Zoo hoort men bv
het woordje ja nog al eens gebruiken, b.v. in
dézen geest:
„Wil je me dat boek even aangeven? ja!"
„Kom je vanavond een kaartje leggen?
ja!"
Maar dat is dlan todi zoo erg niét.
Wat doen nu echter Me ja, ik moet het
kind maar bij: den naam noemen Ma
ouders? Ze laten de kinderen aan de baboe
over en die leert ze goed Maleisen. Het Hol
komt in de verdrukking, zoo, zelfs,
dat vadter eni moeder het, om zich voor htet
eigen kroost verstaanbaar te maken; ook maas
beter vinden in het Maieisch te spreken Zoo
wordt dan een' Europeesch kind1 6 jaar es
komlt zonder Hollandsch te verstaan, voor
het eerst ter school. De ouders voelen das
wel, dat de zaak niet in orde is, maar komen
dan1 mét het zalige prindpe voor den dag.
„Mijd principe is, dat het de voorkeur ver
dient één taal goed te leeren boven het door
heen haspelen van twee talen".
O, zoo! Trotsch gaat vader heen. De on
derwijzer moet dat zaakje snaar eens opknap
pen, maar als na één jaar het knaapje het
nog niet verder gebracht heeft, dan een slecht
uitgesproken gebroken Hollandsch, dan heeft
de onderwijzer natuurlijk - de schuld.
Zoo'n man doet dan ook zijn plicht met
Bétaai je daarvoor schoolgeld? Je reinst*
schande miijnheer. Nu moet ik mijn kind no^
naar Holland sturen ook. Het onderwijs
hier slecht.
Wat zijn nu de groote moeilijkheden vw
een kind!, dat het Maieisch met de moeder
mdk en d!e batooezorg meekreeg eo nu Hol
landseh moet leeren?
Zoo zijn vele.
Woordkennis doen ze gauw genoeg op
Dat schikt weï, d och er wjn ei enkele klam-
keni, die ze maar moeilijk aanleeren. De z en
de v zijn altijd scherp, de heldere a en o
klinken dof, ae slot d of t worden verwaar
loosd en hét kost jaren van inspanning om
hierin verandering te brengen. Zoo worden
ook h éii g verwisseld en voor men een kir.d
geleerd heeft te zeggenik ga naar huis, u
plaats van ik ha naar guis, of mijn honé
gaat mee inplaats van mijn gon haat met
■heeft de onderwijzer jren werk. gehad Z'
het 'hem al gelukt een- goed resultaat te be
reiken. Gewoonlijk leeren de kinderen het pas
af in1 een geheel Hollandsche omgeving dus
gepast worden; maar dat kon niet in de hut
gebeuren, waar men ieder oogenblik door be
zoek kon worden gestoord. Dus haalde ik
Inga over, met mij het bosch in te gaan. Daar
pasten wc mijn Lapcostuum onder groote
pret. Inga vond de verandering niét' in mijn
voordeel, en begon in 't Lapscn een liedje te
zingen, van een vogel die geen mooie veeren
meer had, maar een ouden onderpcls.
De avond was zacht en helder. Inga was
klaar met houthakken, ik met 't naaiwerk, we
hadden geen haast, dus slenterden we in de
beste summing door het b03ch naar beneden
Plotseling stond Inga stil en zei zachtjes te
gen me: „Dat zijn Jouna cn Heikki, ze halen
hout en hebben ons gehoord." Er klonk een
zachte loktoon,- en in de vert zagen we twee
roode puntmutsen tusschen de berken sche
meren. De jongelui moeten de gelegenheid tot
hofmakerij gebruiken, als ze een meisje bui
ten ontmoeten. Daar hun spel nog al hand
tastelijk is en veel heeft van worstelsport is
de hut met de vele menschen, wien de hofma
kerij niet aangaat, niet dc meest gunstige
plaats er voor. Inga bleef een oogenblik staan,
toen nam ze onhoorbaar een paar vlugge
sprongen en verborg zich achter een boom
Met een breeden glimlach koek ze naar mij,
haar witte tanden blonken in groene donker
te, haar wijdgeopende oogen glinsterden. Nu
klonk de loktoon dichterbij. „Kom," wenkte
Inga en vlug hurkte ze neer tusschen de strui
ken en zat daar als oen haasje, dat zich in
het gras schuilhoudt. Ze hield den adem in
en luisterde naar haar vervolgers, geen
zuchtje verried haar schuilplaats. Ze verloren
het spoor cn gaven het zoeken op. Toen ze
weg waren, stond Inga op en sloop op haar
zachte schoenen tusschen de berken door, tot
dat we aan den zoom van het bosch weer
in 't licht kwamen. Toen waren we spoedig
thuis. Jouna en Heilcki hakten in 't bosch, dat
het klonk. Wij lachten even om die harde bijl
slagen en gingen de hut binnen naar het vuur
en den dampenden vleeschpot.
Hoe jong Inga ook was, ze had toch al
een horloge! dat wil zeggen: een aanbiüei
Als een jonge man werk maakt van een meis
je, geeft hij haar kleine geschenken, meestal
een halsdoekje dikwijls van zij of een
mooi schortje of een zilveren lepel altijd een
ouderwetschen met korten stoel, zooals de
Eoudsmeden in de stad ze speciaal voor de
appen maken, soms een zilveren ring met
„loover Deze ringen worden nu echter ver
drongen door de gewone gladde verloving?
ringen. Een verliefde jonge man of echtge
noot, lean aan zijn uitvrckorene drie of vier
van zulke ringen cadeau doen, maar ze draagt
er maar één Het is zeer in zwang gekomen
als verlovingsgcschenk een horloge te geven.
Men ziet dikwijls een jonge Lap met een da
meshorloge: hij gebruikt het zelve, tot hij het
kan weggeven als „gilhe" (bruidsgave)het
is praktisch z'n geschenk bij de hand te heb
ben, een Berg-Lap kan niet ieder oogenblik
naar een horlogemaker gaan. Maar al ont
vangt een meisje die geschenken daarom is
er tusschen hen nog niets beslist, ze neemt
cadeaux aan van al haar aanbidders en is
niet bijzonder bloo tegenover hen; zoo lang
ze niet in vollen ernst haar „diéttelas irgge"
(haar bepaalden aanstaande) gekozen heeft,
behoudt ze haar volle vrijheid. Dc verlovings
geschenken worden alle zorgvuldig bewaard
in de bont beschilderde mt ijzer beslagen kist
van het meisje, alleen het horloge draagt ze
Later las ze haar keus heeft bepaald en met
den gekozene trouwt, krijgen alle andere aan
bidders hun geschenken terug De versmade
vrijers beproeven wel eens met diezelfde din
gen hun geluk bij een ander meisje Maar
niet allen nemen die afwijzing, zoo kalm op.
Het is niet ongewoon dat zi] zich op het
meisje en haar toekomst)'gen man wreken
door haar rendieren te doodon haar huwe
lijksgift. Honderden rendieren komen soms
op die wijze om het leven. Er is geen over
vloed van meisjes bij de zwervende Lappen,
het wordt dus altijd voor een geluk gerekend,
(Wordt vervolgd)
Jl J
ALKMAARSCHE
Directeur: G. H. KRAK.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.