DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. M UI ppöii op liet Hoogland N<>. 270. Honderd een en twintigste Jaarganfc ZATERDAG 22 NOVEMBER F F I 1 L L E T 0 N. Oft numm&r bfe#icat uf1 4 bladen. Abonnementsprijs bij vooruitbetaling per 3 maanden f 2,00, franco per post f 2,50. Bewijsnummers 6 ct. Advertentieprijs 20 ct. per regel, grootere letters naar plaatsruimte Brieven franco NV. Boek* en Handelsdrukkerij v/h. Herms Coster Zoon, Voordam C 9, Telef Administratie Nr. 3. Redactfe Nr. 33. In deze rubriek zullen wij wekelijks een overzicht geven1 van de industrieele onderne mingen gemeentelijke of particuliere inrich tingen en bijzondere gebouwen in Alkmaar die waard zijn door af onze ingezetenen ge kend en gewaardeerd te worden. Er zijn maar weinige stadgenootcn die Alkmaar geheel kennen, in de gelegenheid waren van meer nabij kennis te nemen van vele belangrijke industrieele/ ondernemingen. De meesten kennen de namen van vele fabri- kén, instellingen en stichtingen, zij weten de straten, waar deze te vinden zijn, maar zij ken nen ze slechts aan de buitenzijde. /ij weten niet wat binnen die muren te vinden is, zij denken er niet aan hoe er in hun eigen stad nog wel interessants te zien en te bewonderen valt. Wie Alkmaar wil kennen moet weten hoe men binnen haar poorten leeft en werkt, wie van Alkmaais' industrie w;l spréken moet ge zien 'hebben hoe er in talrijke fabrieken en werkplaatsen gearbeid wordt en wat ten slotte als resultaat van dien arbeid kan afge leverd worden. In de stad onzer inwoning roolcen vele schoorstee-tien en daaronder werken rusteloos arbeiders en arbeidsters aan machines van allerlei groote en samenstelling die dage lijks weer haar aandeel in de productie van de meest verscheidene artikelen hebben. En in onze stad zijn soms in stille stra ten vele hoogc en kleinere gebouwen, die boven den ingang aan ieder bekende op schriften dragen. Wat doet men daarbinnen, wat is er daar te zien en te leeren? Wij willen in deze rubriek daarvan het een en ander vertellen Iedere week hopen wij een nieuwe deur voor onze lezers te ontsluiten en hen rond te leiden in een omgeving die interessant is om dat zij een deeltje van het Alkmaarsche leven vertegenwoordigt en die leerzaam zal zijn omdat er altijd nog wel ieis te zien is waar van men het bestaan niet vermoed heeft. Wij hebben kort geleden van een bezoek aan de „boekfabriek van gebrs Kluitman verteld. Ook deze industrieele onderneming behoort zeer zeker in deze rubriek thuis. En dat zij daar nog niet onder gerangschikt werd is uitsluitend het gevqlg van de omstandig heid dat juist het bezoek aan de interessante werkplaatsen van Oebr. Kluitman bij ons het voornemen wakker riep om zoo door geheel Alkmaar een kijkje in fabrieken en werkplaat sen te nemen cn ervan te vertellen. En nu wij dat voornemen in daden omzet ten 'en hieronder reeds van een bezoek aan 'n alom bekend Alkmaarsche industrieele on derneming zullen verhalen, doen wij tevens een beroep op onze lezers en op de directeu ren van fabrieken, stichtingen en onderne mingen. Op onze lezers om ons attent te maken op ondernemingen, die in hun oogen s'ler be langstelling verdienen en op de hoofden dier ondernemingen om ons in de gelegenheid te stellen daarvan de meest interessante bijzon derheden te kunnen vermelden. De eerste deur die wij thaTis voor de in Alkmaarsche industrie belangstellenden wil- Dn rr-nen is die van de N V Cacao- en Ohon'adefabrick „A 1 c m a r i a". Oarao drinken en chocolade eten k.m ieder een, maar vertellen hoe die cacao en chocolade van de boonen die aan verre stranden groeien, tot het zachte poeder in onze koppen en tot de begeerlijke reepen uit de etalages van on ze banketbakkerswinkels worden, kunnen er betrekkelijk maar weinigen. De directeur van „Alcmaria", de heer W. O. Visser, kent het geheim en dank zij zijn mededeelzaamheid en een rondgang door de ze in geheel Europa bekende Alkmaarsche cacaofabriek, zijn wij nu in staat onzen le zers daarvan het één en ander te vertellen, al zal dit dan ook, mot het oog op onze beperkte ruimte, in korte trekken moeten geschieden. Allereerst eenige bijzonderheden over de onderneming zelve. De cacaofabriek „Alcmaria" bestaat onder dien naam nog slechts van begin 1913, toen zij van den vroegeren eigenaar werd overge nomen en de nieuwe directeur zich aanstonds aan het werk gezet heeft om het geproduceer de zoo goed en zoo bekend mogelijk te doen zijn. Het kapitaal der vennootschap, uit 200 000 bestaande werd juist deze week met 50 aandeelen van 1000 vergroot. Com missarissen zijn de heeren J. A. Laan Jr. te Wormerveer, C. O Heuvelink te 's-Gravenha- ge en Albert Heijn te Zaandam. De fabriek betrekt haar cacaoboonen uit alle werelddeelcn en1 fabriceert cr dagelijks dui zenden KG. cacaopoeder en cacaomassa van, die hun weg weer over geheel Europa en In dië vinden. Vroeger legde men zich in het bijzonder toe op het fabriceeren van het z.g.n. „Bano", een geraspte chocolademassa voor de bater ham en tom de inlanders daarvan den smaak beet kregen kwamen er uit Indië zulke groote bestellingen, dat de fabriek er onmogelijk meer aan voldoen kon. De oorlog heeft zich in het bedrijf laten gelden en in 1918 moest door rantsoence- ring van den aanvoer van cacaoboonen de tabriek bijna een jaar stilstaan gedurende welken tijd het loon aan de werklieden gere geld werd Uitbetaald. Slechts één lading cacaoboonen is toen voor de fabriek onder stoom geweest maar door Engeland opgehouden ennog niet af gerekend. Duchten de Engelsche cacaofabrieken mis schien de concurrentie dei" Hollandsche? De Alcmaria-fabriek is althans door hare uitgebreide handelsrelatiën in tal van Euro- peesche landen bekend. Zij spaart dan ook jeen poging om in woord en geschrift doel- reffende propoganda te maken. De directeur, de heer Visser, kent zijn groo te afnemers in het buitenland persoonlijk en telkens weer grijpt „Alcmaria" de gelegenheid aan haar product en daardoor den naam van die stad onzer inwoning ;n broeder kring be kend te maken Wij herinneren slechts aan haar stand ten vorigen jare op de jaarbeurs te Utrecht, waar gratis duizenden koppen cacao voor de be zoekers zijn uitgeschonken, wat men het vol gend jaar hoopt te herhalen. En bij de in de vorige maand te Stockholm gehouden tentoonstelling van Nederlandsche en Nedcrlandsch Indische poducten hadi „Alcmaria" weer de grootste smaakvol ver sierde tcntoonstcllingsoppervlakte 1 maal 7 M.) en was*Haardoor het middelpunt van hete tentoonstellingfilcven. Een viertal Zwcedsche meisjes schonken de koppen Alcmaria" Cacao uit en dat deze cacao bijzonder gewaardeerd werdkünnen tal van Zwcedsche hoogwaardigheidsboklcedcrs getuigen. Een beschrijving van het dagelijksch noma denleven, zooals let gezien en meegemaakt -: - werd door de schrijfster EM1LIE DEMANT-HATT. Uit het Deensch vertaald door M. D. Z. 8 Meestal echter werd het lassowerpen ge oefend op de honden, als er bij toeval een zoo goedige onder was, dat hij er zidh in kon schikken twintigmaal op een dag gëkeeld te worden. Slechts een van van onze honden was zoo lief, Inga's hond: Rill. Hij was met Bië- tar mee naar Noorwegen geweest op wacht, maar het beviel hem niet daar onder een an deren baas te moeten werken, dus kwam hij een veertien dagen na zijn vertrek weer bij ons terug. Een mager moe hondje sloop op zekeren dag de hut binnen en ging in het gangpad liggen. Hij werd door de kamera den met groote blijdschap ontvangen. Eerst keken ze verwonderd, maar toen likten ze zijn kop en stonden kwispelend om hem heen. Sa ra kon niet knorren, de hond zag er akelig uit. Ze zette eten bij hem neer en was stom verbaasd dat hij den terugweg had kunnen vinden over bergen en groote rivieren, daar hij, toen ze uittrokken, gedurende een deel van de reis met de wachters in de boot was ge weest. Ze vergaf hem zijn wegloopen omdat hij bij Inga terugkwam, die zijn meesteres Was. Ais de kinderen met de honden wat al te bar te werk gaan en groote menschen dat zien, vermaant men hen voor de dieren niet hard te zijn en die vermaning helpt, ten min ste voor het oogenblik. Anders is geho#r- zaamheid niet precies een deugd aan Lap- <-che kinderen eigen. Ze doen afleen wat men van hen verlangt als ze er lust in hebben. Op zettelijke ondeugendheid of opstandigheid wordt bij gelegenheid echter wel gestraft met lichamelijke kastijding op de bekende plaats. De kinderen komen al heel spoedig van zelf aan het werk voor zoover het de ren dieren betreft, daarvoor is geen vragen noo- dig, daar hebbed ze altijd „zin" in. Vóór een verplaatsing gaan ze mee naar de kudde, als die niet te ver af is, om de trek-rendieren vast te houden, nadat ze gevangen zijn. Later mo gen ze helpen ze naar de 'hut te brengen; en is er een oud tam trekdier in den troep, dan mogen ze 't met hun lasso zelf vangen. Zoo'n tienjarige jongen met z'n vangstrik en een hoop leidsels om zijn schouder op weg naar de kudde, is niet weinig „groot", en als hij terugkeert met een langen sleep rendieren achter zich en bij het voorspannen enz. mee helpt, voelt hij zich vooral niet minder ge wichtig. Als nu de school er niet tusschen kwam en 3, 4 of 5 jaar afbreuk deed aan dat bestaan, zouden de kinderen veel vroeger van werke lijk nut kunnen zijn bij het rendierhoeden, dan nu het geval is. De school grijpt niet weinig in en neemt een heele verantwoording op zich door de kiitderen voor zóó lang van hun ouders weg te halen. Niet alleen zijn de ouders ongerust dat hun kinderen bij vreemden niet goed verzorgd worden, maar ze zijn bang dat de kinderen niet zullen zijn die ze waren, als ze in het gebergte terug ko men en er 'het vroegere leven moeten lei den. Zeer dikwijls komen ze met tering terug en leven niet lang, dat vindt voor een deel zijn verklaring door den overgang van de sterke vleesch- en vetvoeding der Lappen tot schralen boerenkost, maar zelfs als het in ve ile gevallen niet zóó droevig gaat, is het voor een Berglap een ramp z'n kind als boeren kind terug te krijgen. TussChen 10 en 14 jaar zijn geest en gemoed ontvankelijk voor in drukken en invloeden, 't leeren valt gemakke lijk en het vergeten ook. De drie maanden lange zomervacantie kan niet opwegen tegen de negen maanden op de boerderij, vooral daar voor- «n najaar de tijden zjjn, dat de De Zweedsche Kroonprinses, alle minis ters, onze gezant Jhr. van Vredenburgh, de gen.-consul en de vice-consul allen met hun dames, hebben den directeur van Alcmaria" hun welgemeend compliment gemaakt. Dat de Zweden over het algemeen de cacao graag drinken bewijst wel het feit dat in één week tijds meer dan 10.000 koppen werden uitgeschonken. Dat is de beste reclame en om ook hen, die de cacao nog niet proefden en van het be staan der fabriek nog niets wisten, van een en ander op de hoogte te brengen, heeft de heer Visser het gclicele bedrijf laten filmen en is nu met 50 bioscooptheaters in onderhande ling om deze film op het doek te brengen. In alle Alkmaarsche winkels verkoopt men „Alcmaria" cacao. Wij zullen nu tot slot ver tellen hoe het 33 man sterke arbcidcrsperso- neel der fabriek met behulp van moderne ma chines deze cacao uit de per scheepsgelegen heid aangevoerde boonen weet te verwerken. Onze beperkte ruimte noopt ons tot een korte uiteenzetting en wij zullen dus van het ontstaan van de cacaoboon niet anders ver halen dan dat deze het zaad is uit de vrucht der caca.oboomen, die voornamelijk in Zuid- Amerika worden aangetroffen. In het land van herkomst worden de boo nen in een broeihuis gebracht, waar zij van de lucht worden afgesloten, zoodat uitzwee- ting en gisting der boonen plaats heeft. Deze boonen worden daarna gedroogd en op steencn droogvloeren aan de zonnewarmte blootgesteld, waarnt zij in balen gepakt en verzonden worden. Duizenden van die balen vullen gewoon lijk de zolders der fabriek „Alcmaria" en van af deze zolders komen de boonen weer tel kens eenverdieping lager wanneer zij een voor de fabricage van cacaopoeder beuoodigd proces ondergaan hebben. De boonen bevatten namelijk schillen, die verwijderd moeten worden, de boonen moe ten gebrand worden, het gebrande product moet fijngemalen worden en uit het poeder moet ten slotte wat vroeger in alle landen door gebrek aan de benoodigde machines een onmogelijkheid was de z.g.n., cacaoboter worden geperst. In de fabriek „Alcmaria" stort men op den bovensten zolder door vloerluiken de boo nen in groote trechters, die elk 3000 KG. kun nen bevatten. Zoo komen de boonen in de breekmolcns en wprdien door z.g.n. Jacobs- ladderste vergelijken met kleine bagger- machientjes over een sterke magneet ge voerd die mogelijk in de boonen voorkomende ijzeren voorWèrpen verwijdert. Vervolgens gaan de boonen naar de z.g n. krakers, getande ijzeren rollen die ze in stuk ken kraken, waarna een zevental ventilators zoo zuiver gesteld worden, dat zij de lichtere doppen wegblazen en de zwaardere boonen massa laten liggen. De doppen worden voor veevoeder afgele verd. De gebroken boonen gaan daarentegen door nieuwe trechters weer naar een lagere verdieping en komen daar in de brandovens, waar zij in draaiende ijzeren trommels bo ven het vuur gebrand worden. Zijn zij gaar", voor welke constatcering een groote vakkennis van den brander ge- eischt wordt, dan worden de boonen in platte ijzeren wagen uit den oven gereden ep met koude lucht afgekoeld. Na bepaling van het brandverlies komen de boonen opnieuw door houten trechters in een lagere verdieping, waar zij in 'n drievou- Lappen het meest te doen hebben en 't meest hulp behoeven, waarin de kinderen dus 't best gelegenheid zouden hebben zich te oefe nen in alles wat tot hun toekomstige werk zaamheid behoort. Het gevolg is dan ook, dat het kind na zijn schooltijd dikwijls ongeschikt is voor zijn werk zich in het gebergte moeilijk oriënteerén kan, de rendieren niet in alle bij zonderheden zóó kent als noodig is geen „lasso-hand" heeft, enz. enz. Dat alles zou echter nog wel geleerd kun nen worden als maar de lust tot het leven op de hoogvlakten was bewaard. Hier ligt het zwaartepunt, de lust tot het nomadenleven is al te vaak verdtvcnencc jonge menschen hebben smaak gekregen voor het veel gemak kelijker bestaan dat de boeren hebben en dat veel meer in aanzien is dan het inspannende, geminachte leven zooals de Berglappen het moeten leiden, en velen gaan niet meer naar het gebergte terug, maar verdiéRen in lager streken, zonder vast werk als arbeider hun brood. Dan missen de ouders hun kinderen en hun beste werkkrachten cn zien met angst den ouderdom tegemoet Een Lap noemt zich „arm", als hij op die wijze zijn kinderen verliest. De echte Lapnaturen komen wel meestal onveranderd terug en vatten de oude leefw ze weer op maar het risico en het ver lies door de vele jaren schoolplicht zijn te groot dan dat de rondierbescherming en de Lapcultuur daar op den duur niet onder zou den lijden De lcttcrwijshcid. die Lapkinde ren op de hoogvlakten noodig hebben, zou den ze in verplaasbarc scholen of door rei zende onderwijzers kunnen opdoen. Niemand behoeft bang te zjjn dat de kennis van het christendom verwaarloosd zou worden, daar zorgen de Lcstadiaansche predikanten wel voor en de vele zendelingen die onder de Lappen werken. digen molen gemalen worden. Driemaal ach ter elkaar worden de boonenbrokjes tusschen een stilsta and en en een draaienden steen fijn gemalen cn daar de geheele molen onder stoom staat, wordt ten slotte het maaksel als een dunne vloeistof in emmers opgevangen en in roerkuipen overgebracht. Vervolgens gaat de vloeibare massa in de persen waarvan „Alcmaria" de grootste ter wereld met een perskracht van 400 atmosfee- ren bezit. Een stapel pannen door k-mieelleeren doe ken afgedekt en met de vloeibare massa ge-1 vuld, worden van onder op door de machine in elkaar geperst met hot gevolg '.at door den enormen druk de cacaoboter zich af scheidt en als een 'ichtgele olie in de daar voor gereedstaande bussen loopt Is de boter uitgeperst, dan blijft ten slotte een droge cacaokoek in de pannen over. Deze gaat naar den z.g.n. Kockenbreker die ze stuk werkt en vervolgens naar den pulveri- sator die de stukken fijn maalt en ze op groo te tegels uitspreidt. Na afkoeling wordt het poeder door een zijden lap gedreven en in vaten opgevangen. Worden er nog korrels in aangetroffen, dan ondergaan deze de bewerking opnieuw tot dè vereischte fijnheid Un slotte verkregen is. Wat de cacaoboter betreft deze-gaat nog eens door de met stoom verwarmde filter om ten slotte in bakken te worden uitgegoten en na afkoeling in blokken van pl.m. 5 KG. in den handel te worden gebracht. Deze cacaoboter wordt aan chocoladefa brieken geleverd, die er met toevoeging van suiker en cacao chocolade van maken. Desgcwenscht levert ook de fabriek „Alc maria" door hare mengkuipei\ de bitter of zoet chocoladebrooren couvertures, die de banketbakkers slechts hebben te smelten en uit te gieten om ze in de voor hen vcre; ~N vormen te krijgen. Hoofddoel van deze fabriek is evenwel de cacaofabricage en wanneer men bedenkt dat de waarde van de cacao afhangt van velerlei factoren waaronder de kwaliteit der boonen, de warmte van de maalsteenen en vooral van de juiste hoeveelheid vet welke aan de boo nen onttrokken wordt, dan begrijpt men, dat een chocoladefabriek uiterst bekwame techni sche leiders noodig heeft. De ..Alcmaria" cacao heeft een ruim afzet gebied en dat bewijst hare deugdelijkheid. Wie ziet hoe in de pakkamer de meisjes dag aan dag bezig zijn de bekende blikken bussen te vullen en te etiketteeren dat werk zal weldra machinaal geschieden .en hoe in de expcditiezaal1 onafzienbare rijen va ten voor verzending gereed staan, kan begrij pen, dat de Alcmaria-cacao den goeden naam van de stad onzer inwoning in het buiten land weet hoog te houden. De talrijke onderscheidingen door „Alcma ria" in binnen- en buitenland behaald, bewij zen dat de directie er in gcbl-agd: is een pro duct te fabriceeren dat op zeer vele tentoon stel' ingen de welverdiende aandacht heeft ge trokken. En hiermede nemen wij van de cacaofabriek afscheid om onze lezers de volgende week een kijkje in een gchoel andere industrie hier i-er stede te geven. UIT HET INDISCHE LEVEN. XIII. Een tweede kwestie bij' de opvoeding is die van, de taal. Vroeger en nu ook nog wel maar minder dan voorheen, maakten velen zich het leven makkelijk met dezen dooddoener: Het Ik was bezig Lapsche kloedcrdracht voor mij to maken m aj» «*n Zaterdag maast er is beter voor een kind één taai goed tc tecrer, dan dat twee talen door elkander heen gehas peld worden. IDeze stelling is best te verdedigen, maar toch niet zoo, dat men er gebruik van moet maken uit gemakzucht En dat deed inca toch en doet men nog wei Mén kan nu eenmaal in Indië niet buiten Inlandsche bedienden. Een Europeesoh® vrouiw kan in dat klimaat zelf niet doen, wat ze misschien in haar huis in Europa zou doen. Dat is uitgesloten. Een baboe kan ze niet missen. Een huisjongen moet er rija een kok'ki of keukenmeid eveneens. En meestal ook een kebon of tuinman. Het gevolg daar van is, dat er in elk huisgezin Maleisen wordt gesproken en dat dus de. kinderen a: heel vroeg met die taal vertrouwd wordec Voedt de Europeesche moeder nu zelf h kind op, dian doét ze dat ia haar eigen goede Hollandsche taal em nog altijd is geblekeiv dat dit zonder veel'Bezwaren gaat. Het kir;' leert Hoilandsch. Daar gaat mets V" 'V j kan toegeven, dat er uitdrukkingen zijn, die men in Nederland niet hoort. Na jarenlan verblijf, maakt een wasechte Hollander zich daar al schuldig aan. Zoo hoort men bv het woordje ja nog al eens gebruiken, b.v. in dézen geest: „Wil je me dat boek even aangeven? ja!" „Kom je vanavond een kaartje leggen? ja!" Maar dat is dlan todi zoo erg niét. Wat doen nu echter Me ja, ik moet het kind maar bij: den naam noemen Ma ouders? Ze laten de kinderen aan de baboe over en die leert ze goed Maleisen. Het Hol komt in de verdrukking, zoo, zelfs, dat vadter eni moeder het, om zich voor htet eigen kroost verstaanbaar te maken; ook maas beter vinden in het Maieisch te spreken Zoo wordt dan een' Europeesch kind1 6 jaar es komlt zonder Hollandsch te verstaan, voor het eerst ter school. De ouders voelen das wel, dat de zaak niet in orde is, maar komen dan1 mét het zalige prindpe voor den dag. „Mijd principe is, dat het de voorkeur ver dient één taal goed te leeren boven het door heen haspelen van twee talen". O, zoo! Trotsch gaat vader heen. De on derwijzer moet dat zaakje snaar eens opknap pen, maar als na één jaar het knaapje het nog niet verder gebracht heeft, dan een slecht uitgesproken gebroken Hollandsch, dan heeft de onderwijzer natuurlijk - de schuld. Zoo'n man doet dan ook zijn plicht met Bétaai je daarvoor schoolgeld? Je reinst* schande miijnheer. Nu moet ik mijn kind no^ naar Holland sturen ook. Het onderwijs hier slecht. Wat zijn nu de groote moeilijkheden vw een kind!, dat het Maieisch met de moeder mdk en d!e batooezorg meekreeg eo nu Hol landseh moet leeren? Zoo zijn vele. Woordkennis doen ze gauw genoeg op Dat schikt weï, d och er wjn ei enkele klam- keni, die ze maar moeilijk aanleeren. De z en de v zijn altijd scherp, de heldere a en o klinken dof, ae slot d of t worden verwaar loosd en hét kost jaren van inspanning om hierin verandering te brengen. Zoo worden ook h éii g verwisseld en voor men een kir.d geleerd heeft te zeggenik ga naar huis, u plaats van ik ha naar guis, of mijn honé gaat mee inplaats van mijn gon haat met ■heeft de onderwijzer jren werk. gehad Z' het 'hem al gelukt een- goed resultaat te be reiken. Gewoonlijk leeren de kinderen het pas af in1 een geheel Hollandsche omgeving dus gepast worden; maar dat kon niet in de hut gebeuren, waar men ieder oogenblik door be zoek kon worden gestoord. Dus haalde ik Inga over, met mij het bosch in te gaan. Daar pasten wc mijn Lapcostuum onder groote pret. Inga vond de verandering niét' in mijn voordeel, en begon in 't Lapscn een liedje te zingen, van een vogel die geen mooie veeren meer had, maar een ouden onderpcls. De avond was zacht en helder. Inga was klaar met houthakken, ik met 't naaiwerk, we hadden geen haast, dus slenterden we in de beste summing door het b03ch naar beneden Plotseling stond Inga stil en zei zachtjes te gen me: „Dat zijn Jouna cn Heikki, ze halen hout en hebben ons gehoord." Er klonk een zachte loktoon,- en in de vert zagen we twee roode puntmutsen tusschen de berken sche meren. De jongelui moeten de gelegenheid tot hofmakerij gebruiken, als ze een meisje bui ten ontmoeten. Daar hun spel nog al hand tastelijk is en veel heeft van worstelsport is de hut met de vele menschen, wien de hofma kerij niet aangaat, niet dc meest gunstige plaats er voor. Inga bleef een oogenblik staan, toen nam ze onhoorbaar een paar vlugge sprongen en verborg zich achter een boom Met een breeden glimlach koek ze naar mij, haar witte tanden blonken in groene donker te, haar wijdgeopende oogen glinsterden. Nu klonk de loktoon dichterbij. „Kom," wenkte Inga en vlug hurkte ze neer tusschen de strui ken en zat daar als oen haasje, dat zich in het gras schuilhoudt. Ze hield den adem in en luisterde naar haar vervolgers, geen zuchtje verried haar schuilplaats. Ze verloren het spoor cn gaven het zoeken op. Toen ze weg waren, stond Inga op en sloop op haar zachte schoenen tusschen de berken door, tot dat we aan den zoom van het bosch weer in 't licht kwamen. Toen waren we spoedig thuis. Jouna en Heilcki hakten in 't bosch, dat het klonk. Wij lachten even om die harde bijl slagen en gingen de hut binnen naar het vuur en den dampenden vleeschpot. Hoe jong Inga ook was, ze had toch al een horloge! dat wil zeggen: een aanbiüei Als een jonge man werk maakt van een meis je, geeft hij haar kleine geschenken, meestal een halsdoekje dikwijls van zij of een mooi schortje of een zilveren lepel altijd een ouderwetschen met korten stoel, zooals de Eoudsmeden in de stad ze speciaal voor de appen maken, soms een zilveren ring met „loover Deze ringen worden nu echter ver drongen door de gewone gladde verloving? ringen. Een verliefde jonge man of echtge noot, lean aan zijn uitvrckorene drie of vier van zulke ringen cadeau doen, maar ze draagt er maar één Het is zeer in zwang gekomen als verlovingsgcschenk een horloge te geven. Men ziet dikwijls een jonge Lap met een da meshorloge: hij gebruikt het zelve, tot hij het kan weggeven als „gilhe" (bruidsgave)het is praktisch z'n geschenk bij de hand te heb ben, een Berg-Lap kan niet ieder oogenblik naar een horlogemaker gaan. Maar al ont vangt een meisje die geschenken daarom is er tusschen hen nog niets beslist, ze neemt cadeaux aan van al haar aanbidders en is niet bijzonder bloo tegenover hen; zoo lang ze niet in vollen ernst haar „diéttelas irgge" (haar bepaalden aanstaande) gekozen heeft, behoudt ze haar volle vrijheid. Dc verlovings geschenken worden alle zorgvuldig bewaard in de bont beschilderde mt ijzer beslagen kist van het meisje, alleen het horloge draagt ze Later las ze haar keus heeft bepaald en met den gekozene trouwt, krijgen alle andere aan bidders hun geschenken terug De versmade vrijers beproeven wel eens met diezelfde din gen hun geluk bij een ander meisje Maar niet allen nemen die afwijzing, zoo kalm op. Het is niet ongewoon dat zi] zich op het meisje en haar toekomst)'gen man wreken door haar rendieren te doodon haar huwe lijksgift. Honderden rendieren komen soms op die wijze om het leven. Er is geen over vloed van meisjes bij de zwervende Lappen, het wordt dus altijd voor een geluk gerekend, (Wordt vervolgd) Jl J ALKMAARSCHE Directeur: G. H. KRAK. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1919 | | pagina 5