FF IILLÜTOA.
Honasra Bon nn Twintigste Jaargang,
Maandag 24 NoTember.
Farijsche brieven.
V
ar». m. in»
REGEERINGS-AARDAPPELEN.
De DIRECTEUR van het DISTRIBU
TIEBEDRIJF deelt mede, dat door de Ge
meente voor hen, die daarvoor in aanmer
king wenschen te komen, een voorraad aard
appelen zal worden opgeslagen, waarvan de
prijs ongeveer 11 ct. per K.D. zal bedragen.
Zij, die deze aardappelen dezen winter wen
schen te ontvangen, moeten zich schriftelijk
hiervoor aanmelden aan het Distributiebe
drijf, onder opgave van naam, woonplaats,
legitimatienuminer en grootte van het gezin
en wel voor DONDERDAG 27 NOVEM
BER 1919.
De Directeur voornoemd,
C. H. SCHNEIDERS.
(Van onzen ParijSchen correspondent).
(Nadruk verboden.)
Parijs, 17 November 1919.
Iets over de verkiezingen en.... Russische
kunst in Frankrijk.
De verkiezingen zijn reeds verloopen. Het
is gegaan zooals wij verwachtten.
Het Bloc National, de middenpartij, heeft
het gewonnen.
De revolutionaire, sinds kort afgescheiden,
socialisten hier hadden in Frankrijk absoluut
niet de sympathie, omdat de Franschman, ook
de werkman, in doorslag ite intelligent is om
niet reeds lang zich een oordeel over de so
vjets gevestigd te hebben.
De reactionairen ook hebben voor het groot
ste deel vóór het „bloc" gestemd, daar zelfs
vanaf den kansel toe aangemaand, omdat
hun partij te zwak was om zelf front te ma
ken en de juiste tactiek dus was het „quotiënt"
der middenpartij te verhoogen. Ik heb hier al
vroeger besproken hoe ellendig Frankrijk er
economisch voorstaat. Zonder iets ten nadee-
le van eenige partij te zeggen of op eenige
bewindvoering af te geven, geloof ik niet dat
er binennkort groote resultaten bereikt zullen
worden in de verbetering van dezen toestand.
Doch de partij die nog 't best zonder groo
te bekrompenheid en te anderer zijde zonder
onberekende utopistische breede gebaren op
verlichte wijze trachten zal te regeeren, is
voorzeker het „Bloc" hier in Frankrijk; en
dus heeft men althans wel eenige reden tot
voorloopige tevredenheid dunkt mij. Maar
alle enthousiasme ontbrak zoo volkomen in
deze verkiezingsdagen en de Fransche kiezer
van een- zekere intelligent is zoo in zichzelf
gekeerd, zoo ernstig ter stembus gegaan, dat
men het oude Parijs van vroeger jaren waar
lijk veranderd voelt. Een oorlog als deze
drukt zwaarnog na vele maanden, en zal
zwaar drukken na vele jaren.
En dat is dubbel wreed voor een volk dat
ten oorlog steeds verfoeid, heeft en dat een in-
iividualistischen afkeer van alle militaire be
ider had; dat is dubbel wreed voor een land
lat den oorlog nimmer heeft gewild, maar
lat jaren lang door de schuld van zijn nabu-
en in de vreeselijkste droefheid heeft geleefd
lie voor een gevoelig, kinderlijk en fijnzielig
/olk denkbaar is.
Frankrijk heeft zijn levensblijheid, zijn
schoone geluksstaat, nog niet teruggevonden,
-rankrijks kinderlijke glimlach is verstorven,
rrankrijks geluk is door grove hand versla
gen.
Wij allen zijn er getuige van geweest hoe
le belangrijkste en rijkste, de teerste en dich-
erlijkste volksziel van Europa door vreemde
anden is aangegrepen en gewond.
Maar in 't buitenland gaat men het al weer
ijna vergeten; alleen zij die als vreemdeling
Frankrijk met het Fransche volk samenle-
en, beseffen het eiken dag en lijden het
tede.
Hier in Parijs is de laatste maanden meer
en ooit te voren de Russische kunst gewaar
werd. Komt het doordat de verwantschap de
er twee volkszielen die elkander vroger voor-
1 vonden in het gemeenschappelijke abstrac-
spealsch-fantastische, pieus-kinderlijke van
un aard elkaar thans nog nader komen nu
e Fransche volksziel ook zijn deel heeft ge
regen der groote melancholie en versteld is
>t de trieste droomerijen van het leed?
Gisterenavond zong Serge Borowsky hier
oor een ontzaglijk Parijsch schouwburgpu-
iiek een simpel oud Russisch lied„Chanson
riste" met wat vaag guitaargetokkel als be
ileiding en de ndrtilk was zoo groot als ik
at hier nimmer bijwoonde.
Serge Borowsky geeft hier in het theatre
es Champs-Elyée's een groot zangspel in
rie gedelten: Kerkliederen, Dansliederen en
werversliederen. Het is een geheel zoo sim
ei zoo onopgesmukt samengesteld uit een
armonisch geheel van de oudste en de jong-
m beschrijving van hat dagalpsdj ooma-
-mlevaa, zooals bót gezien ea meegemaakt
i werd door da Bchrijfsteu t*
EMILIE DEMANT—HATT.
Uil het Deenscb vsrlaaki tfoob M. D.
Bij de Lappen is een ongehuwd man met
i aanzien, nij „verschrikt de paarden" en
oijt de luizen. Een jong meisje blijft zel
en ongetrouwd bij de nomaden; ik heb er
ieclits twee gekend, het eene meisje was ge-
rekkig (voor overerving van lichaamsgebre-
en zijn de Lappen bang), het andere was
ïooi maar had vallende ziekte en wilde niet
rouwen, omdat ze geen zwakke kinderen wou
rijgen en om haar man niet te bezwaren
toor haar ziekte.
Niemand kan zich voorstdien, hoe mooi en
«ezellig een Lappenhut is op Zaterdagavond.
\1 de oude berkentakken worden er uitgedra
gen en buiten verbrand (nooit verbrand men
lc in de hut), en als er te ved asch op de
stookplaats ligt, worden de haardsteenen
weggenomen, de asch er uitgehaald en weg
gebracht en vuur opnieuw aangestookt. Uit
der ROTsMfje ftwHSMfters si dte stem
men schijnen samen te vloden tot éen groote
roepende menschenatem beurtelings rythmee-
rend de groote levensdans, het zwerversver
langen en de devotie van het in mystieke le-
vensduisier voortzoekend menschenkind.
Avond aan avond stroomt de zaal vol van
een ontzaggelijk groot Parijsch publiek en de
droefgerytmeerde vreemde zangen, begeleid
door hd guitaargetokkel en de klagende Rus-
sisdie harmonicas stroomen uit over een zee
van luisterende gebogen hoofden, als in een
kathedraal.
Een enkele solodans van een jonge vrouw,
in donker sjawltje, niets uitdrukkend dan wat
teederhdd of wat verlangen, dan weer een
korte levensdans van een jongen man, die mi-
meert, in wdnig sobere strakke gebaren saam-
gevat alle mannelijk streven, begeeren, hoog
ste vervulling, devotie, smart en eenzaamheid.
Dit is de kunst die de Russen ons hier op 't
oogenblik geven en als straks de Russische
balletten van Bakst in al hun exotische weel
de en duizendtintige kleurspeling ons zullen
komen verrukken, dan zullen wij wel even
ontberen in deze massale kunst net sobere,
strakke gebaar van Borowsky's wilden klei
nen danser uit de „Isba Russe" in zijn grau
we kiel, als hij met krampachtig eindgebaar
zijn haarlok uit zijn oogen strijkt en twee se
conden doodstil staat, de donkere kop als vra
gend in den nek geworpen.
Een dezer dagen gaf de zanger Koubüsky
een Moussorgsky-avond. Wie dezen componist
kennen door Bertha Sereen, dia zoo simpel
en stijlvol zijn kinderliederen zong in Hol
land, begrijpt wat een concert kan zijn waar
zijn kinderliedjes worden afgewisseld met zijn
liefdes- en doodsliederen, eindigend evenals
Borowsky dat deed met een kleine Russische
dans die niets was dan wat bijna spelend mij
meren over leven, liefde en dood en... wat dhn
nog komen zalmisschien....
STéFAN.
STADSNIEUWS.
DE COÖPERATIEVE BOUWVEREENI-
GING „KENNEMERLAND".
Een van de vereenigingen hier ter stede,
die weinig genoemd worden, is de bovenge
noemde vereeniging. De crisisjaren hebben
het natuurlijk zeer in de hand gewerkt, dat
zij in den laatsten tijd zoo weinig van zich
deed hooien. Maar ook de jaren daarvóór
merkte de buitenwereld weinig van haar be
staan. Immers in 1904 bouwde zij haar vier
de en tot op dit oogenblik laatste huizen
blok, waarmede zij totaal 53 woningen had
gebouwd Zij bezit daarvan thans nog 32, de
overige werden in den loop der jaren eigen
dom der leden-bewoners, mede door de aan
trekkelijke bepaling in de statuten, dat de Se
dan' eigenaar van het door hen bewoonde
perceel kunnen worden door een kleine we-
kelijksche storting boven de huur, tot een1 to
taal bedrag gelijk aan de bouwkosten van de
woning.
De vereeniging heeft Zaterdag in „het Gul
den Vlies" haar 25-jarig bestaan herdacht
Van alle huizen der vereeniging wapperden
dien dag de vadenlandsche driekleur
Wij zullen over het ontstaan en werken der
vereeniging, die zeker een eervolle plaats in
neemt onder de op maatschappelijk gebied
werkende instellingen, niet al te zeer uitwei
den. Daarom daarover alleen het volgende,
hetwelk wij ontleenen aan het in 1914 door
haar uitgegeven boekje: „Na 20 jaar".
Den 20 Juli 1894 kwamen de volgende per
sonen (allen werklieden) bijeen in het café
„Central" te Alkmaar, om te trachten een
Coöperatieve Bouwvereeniging op te richten,
te weten: M. Uitenbosch,!. Dorregeasr, W.
v. d. Snel, A. Einwachter, J. Duits Bz., H. J.
Bek, S. Hoff, K. L. Bijl, H. Nauta, G. L.
v d. Post, P. Braak, A. Hoekmeijer, M. Put-
tenaar, C. N. v. d. Idsert C. Kuit, Joh. v. d.
Idsert, N. Landman en W. J. v. Randwijk,
alsmede de heeren G. Looman, H. Siebert
Coster en Mr. A. M. de Lange.
Den 8 November d.a.v. kwamen wfderom
bovengenoemde personen bijeen en werd de
vereeniging opgedicht, die den naam zou dra
gen van Coöperatieve Alkmaarsche Bouwver
eeniging „Kennemerland."
Het bestuur, dat op dien avond gekozen,
werd bestond uit de volgende personen: M.
Uitenbosch, Voorzitter, W. v. a. Snel, Secre
taris, N. Landman, Penningmeester, Ghr
N v. d. Idsert en HL J. Bek, Bestuursleden.
De heer M. Uitenbosch bleef voorzitter tot
zijn overlijden op 9 September 1913. In zijne
plaats werd toen gekozen de heer J. Vasbin
der.
De heer W. v. d. Snel was secretaris tot 1
Januari 1901, iü zijn plaats is toen gekozen
de heer J. A. B1. Fenijm, die de functie waar
nam tot 26 Jluni 1902, waarna tot op
heden het secretariaat werd waargenomen
door W. J. v. Randwijk.
De heer N. Landman bleef al die jaren
penningmeester der vereeniging.
In den loop der jaren traden verder nog
als bestuursleden op de heeren Ohr. Nic. v. a
Idsert, H. J. Bek, J. H Hout, J. Peereboom,
A. Einwachter, A. Kok, J. Vasbinder, C. J. P.
Bense en P. waiboer; als commissarissen de
het bosch haalt men frissche berkentakken, en
als ze gelegd zijn, ziet de hut er groen en
feestelijk uit. Onder het kookgereedschap en
de „boasso" (bergplaats) legt men takjes van
de jeneverbesstruik, omdat die de heele week
groen blijven. Een genot is het 's Zaterdags
avonds zijn bed in orde te maken en zich
uit te strekekn op het berkenloover, dat zoo
heerlijk frisch riekt naar het bosch. Dat er
kleine groene beestjes overheen kruipen, moet
men maar zoo erg niet vinden. En 's Zon
dagsmorgens was het altijd prettig wakker te
worden, als men rondkeek in de lichte schoo
ne hut, en Sara zoo vriendelijk uitnoodigde:
„Sta nu op en drink een kop koffie." Maar de
frischheid is spoedig verdwenen, als er bid
stond wordt gehouden. Dan komen de Finsche
landontginnera van Kattevuomo; ze rooken
den heelen dag en spuwen in het rijshout op
den grond. Na hun vertrek is er geen Zon
dagsglans meer te bekennen. Eens op een
Zondag was er in een hut in onze buurt een
Laestadiaansche godsdienstoefening. Mijn
huisgenooten wilden dat ik meeging en dat
deed ik, ofschoon ik niets verstond van de lan
ge preek in de Finsche taal, die door een Fin
werd voorgelezen. Hij zat op een lage kist;
om hem heen op de groene takken de aan
dachtige toehoorders. De zon scheen door de
rotsspleet helder in de hut. Deze werd hoe
langer hoe voller, kindenen ea hnndBn liepen
door vrienden der
Ze waren van den
Molijn), den lood-
Hwran: H. SMtefï ©JSC® nm 5B5S op
heden; G. Looman van 1994—1896; Mr. A.
M. de Lange van 1894—1902; H. J. Vonk
van 1896 tot op heden; Mr. K. A. Cohen Stu
art van 1902 tot op heden; als boekhouder de
heeren: E. A. Krijt van 'i896—1902; C. E.
Slinger van 19021906; L. Molijn van 1906
tot op heden.
Het tegenwoordig bestuur bestaat uit de
heeren J. Vasbinder, voorzitter, N. Landman,
penningmeester, C. J. P. Bense, Jac. P. Wai
boer en W. J. van Randwijk, secretaris. Com
missarissen zijn de heeren H. Siebert Coster
te Bergen, H. J. Vonk en Mr. K. A. Cohen
Stuart.
Zooals gezegd, herdacht „Kennemerland"
haar zilveren jubilé j.l. Zaterdagavond in het
Gulden Vlies. Het geschiedde op buitenge
woon glorieuse wijze. De zaal had een recht
feestelijk aanzien. In drie rijen stonden de
met witte kleeden overdeke tafels, op leder
waarvan tusschen de wijnflesschen kleine
bouquetjes prijkten, en daarvóór was de tafel
neergezet, waaraan het bestuur plaats nam.
Behalve met bouquef ten was deze nog ver
sierd met „tsfelgroen". In den hoek bij het
tooneel stond de plano bijna bedolven1 onder
zes groote bouqueitea,
vereeniging gezonden,
boekhouder (den lieer
fleter (den heer Haasbroek), den heer G.
ooman, de commissarissen en mr. A. M.
de Lange.
Direct bij het binnentreden der zaal trof
ons de gezellige toon, die er heerachte. Men
voelde het, de jarige'was in waarheid aller
vriend en men verheugde zich over zijn ver
jaardag
De voorzitter der fcesfcomnvissie, de heer
J. H. Hout een man die dezen avond bleek
voor dat haantje als geknipt en toonde gesne
den te zijn van dat hout, waarvan men derge
lijke functionnarissen snijdt heette mei een
hartelijken groet de talrijke aanwezigen wel
kom. Spr. bracht hulde aan het bestuur van
vóór 25 jaar, dat had verricht datgene waar
van de leden thans nog de profijten trekken.
Hij wijdde eenige woorden van weemoedige
hulde aan de nagedachtenis van den helaas
te vroeg ontslapen vriend en voorzitter M.
Uitenbosch (wiens portret het feestprogram
ma sierde) en sprak voorts lof over het werk
van den boekhouder in dienst der vereeniging
en van den heer Van Kessel voor het keurig
aanbrengen der tafelversieringen.
De heer Vasbmder, die daarna ai» voor
zitter der vereeniging speechte, verklapie hoe
het geld voor deze feestviering was bijeenge
komen en bracht de daarvoor benoemde com
missie een woord van daui. Een en ander ui t
de vereeniging mededceleude, zeide spr
o. m,, dat noode gemist wordt de heer Uiten
bosch, een man waarop mm staat mocht ma
ken en dien men niet kan vergeten, ook al
kon men niet altijd in alles met hem meegaan
Met name noemde de heer Vasbinder voorts
den heer H. Siebert Coster die altijd mot
raad en daad klaar staat; Óen heer G. Loo
man, die zijn tijd gaf voor het maken van be
stekken en naar wiens voor de vereeniging
aangegeven model woningen thans duizen
den huizen zijn gebouwd en die, hoewel
slechts een paar jaar commissaris, onvergete
lijk zal zijn voor „Kennemerland": den heer
H. J. Vonk, die vooral als geldschieter ver
dienstelijk was; den heer mr. K. A. Cohen
Stuart, die als rechtskundige voor de vereeni
ging gelukkig werkzaam was; den heer W. v.
d Snel, die zoo menigen (soma scherpen)
brief schreef voor de coöperatie; den heer N.
Landman voor zijne altijd kloppende kas;
den heer W. J. van Randwijk voor zijne thans
reeds sedert 17 jaar verrichte vele werkzaam
heden en den heer L. Molijn voor zijne accu
rate boekhouding.
Spr. vond het jammer, dat er nog twintig
leden zijn, die nog geen huis van de vereeni
ging bewonen, maar hoopte dat daaraan nog
eens tegemoet kan worden gekomen. Verder
deelde nij mede, dat het lid de heer Burger
wegens sterfgeval in zijne familie niet aan
wezig was, waarmede spr. hem oprecht con
doleerde.
Wie gemeend uocht hebben, dat na dit of-
ficieele gedeelte zou worden begonnen aan de
afwerking van het programma, had het vrM.
want de snaakschc heer Hout aam het woord
en noodigde den secretaris en den penning
meester uit om op het tooneel te komen
Laatstgenoemde moedigde hij aan door te
zeggen dat het niet was om achterstallige
huur te innen. De heer Hout hield tot de bei
de functionnarissen een aardige speech en
noemde den heer Landman een wandelende
Landman, in tegenstelling met „gezeten"
Landman, zooals mr. Cohen Stuart hem had
genoemd op het 12^ jarig bestaansfecst van
„Kennemerland". Om den penningmeester het
wandelen gemakkelijker te maken, overhan
digde spr. hem namens het bestuur een wan
delstok met zilveren knop en inscriptie in zil
veren bandje: „Coöp. Bouwv. Kennemer
land 1894—1919". 'De heer Van Randwijk
werd vereerd met een Swan-vulpenhouder,
een eveneens practisch geschenk, dat, na
deugdelijk bevonden te zijn, zal worden Voor
zien van inscriptie.
Verrast door het blijk van waardeering,
tStri.fr iz tem m Rantfwïfk aa dtwftte satóo,
dat hij, hoewel van plan geweest zijnde voor
een herbenoeming to bedanken wegen» druk
ke werkzaamheden, thans van dat voornemen
afzag en gaarne zijne krachten in dienst der
vereeniging zou blijven stelten indien men
daarop prijs stelde.
De heer Landman was zichtbaar aange
daan. Ondanks zijln 70-jaxigen leeftijdl zou
ook hij nog in het belang der vereeniging
willen blijven voortwerken. als men geen an
der kon vonden die bereid was zijne functie
over te nemen.
De voorzitter deed' vervolgens mededeel ing
van de ontvangst van eenige gelukwenschen.
Allereerst van den hoer Siebert Coster, den
oudsten commissaris, die de vereeniging tele
grafisch geluk wenochte en ook een telegram
had gestuurd met dankbetuiging voor een
hem door het bestuur gezonden bloemstuk.
Verder was er nog een telegram ontvangen
van den heer Molijn, die zelf niet aanwezig
kon zijn, en een brief van den heer A Visser,
die wegens ziekte verhinderd was. Het be
stuur had hem een flesrii wijn thuis doen be
zorgen, wat door de feestvierenden met een
luid applaus werd goedgekeurd.
Voor de heeren Coster, van Randwijk en
Landman klonk een driewerf herhaald hoera.
Het Ud der vereeniging, de heer Fransen,
vroeg hierop het woord. Hij herinnerde hoe
vóór 25jaar gezegd werd van de vereeni
ging: „Dat kind is geen blijvertje." Maar hoe
is dat kind gegroeid en in kracht toegeno
men! Dan wees hij op de groote harmonie
tusschen leden en bestuur. Doordat de be
stuurders altijd in het goede vaarwater wis
ten te blijven, was er weinig wisseling in dat
college. Spr. feliciteerde de vereeniging
daarmee. Met een enkel woord herdacht hij
den heer Uitenbosch
Eindelijk kon dan de voorzitter der fccst-
cormni^ie met de afwerking van het pro
gramma beginnen en den zang van ten dub
bel gemengd kwartet aankondigen („Feest-
zamgr, van Mozart en „Hoi meisje en de
schippert', maar daarna stond tr al weer een
spreker klaar. Het was de heer v. d. Snel.
die, hoewel met gemengde gevoelens de zaal
te zijn betreden, zeide zich te verblijden met
tie blijden. Spr. dankte het bestuur voor het
geen net gedaan heeft en vroeg of het niet
nog verder kon gaan, al erkende hij de moei
lijkheid er van. Hij bepleitte voort» de goede
zijde van den maatregel om den huurders ge
legenheid te geven het door hen bewoonde
huis in eigendom te krijgen.
De sluizen der welsprekendheid waren nu
geheel geopend en dien lieer Hout mocht het
aid gelukken twee programma-nummers ach
tereen af te doen.
I» De hoer van Randwijk besefte het moeilijke
van de taak van den voorzitter der feestcom
missie en gaf daarvan blijk door een toast op
hem in te stellen. „Ko", die altijd bereid
was bevonden te doen wat van hem gevraagd
werd, hield zich, nadat voor hem driemaal
„hoera" was geroepen, ook verder aan
bevolen.
Als oud-commissaris sprak de heer Loo
man, herinnerende aan dc moeilijkheden bij
de oprichting der vereeniging en aan de
noodzakelijkheid, om de verschillende wen
schen onder één hoedje (het dak der eerste
dertien woningen) te vangen. Den strijd, dien
spreker had gevoerd tegen dc inrichting dier
huizen, had hij verloren. Hij had vooral de
slaapplaatsen anders, meer hygiënisch, ge-
wenscht, maar had zich moeten neerleggen
bij de meening van anderen. „Volkshuisves
ting", eigenlijk een voortzetting van „Ken
nemerland", bouwde vele woningen gelijk
aan die van de coöp. „Volkshuisvesting",
waarvan de heer Uitenbosch ook mede-op
richter was, is „Kennemerland" over het
hoofd gegroeid en dat had het bestuur niet
moeten toelaten. Spr. had het hierna óver de
aa 1871 on'.stauc mogelijkheid voor den
werkman, om zich een betere woning te ver
schaffen eu hoopte, dat, als straks de toestan
den wat beter worden, het bestuur er naar
zal streven om „Volkshuisvesting" te over
vleugelen wat betreft het bouwen van de
beste woningen. Spr. stelde dan een dronk
in op het bestuur van „Kennemerland"
De heer Vonk had nog dezelfde sympathie
voor de jubilerende vereeniging als vóór 25
jaar en meende dat vooral zif, die thans door
de vereeniging voor weinig geld een goede
woning hebben, reden hebben tot dankbaar
heid. Spr. hoopte dat binnen niet te langen
tijd betere tijden zullen aanbreken, waarin het
mogelijk zal zijn ook die leden, die thans nóg
geen woning hebben, een huis vanwege de
vereeniging te verschaffen. Spr. eindigde met
een dronk in te stellen op het bestuur.
Hierna was het woord aan den voorzitter.
Hij achtte zijn werk als voorzitter niet moei
lijk, omdat het oude bestuur den weg had ge
baand, de wagon loopt als vanzelf. Spr. me
moreerde hoe het indertijd leek alsof er wei
nig ambitie voor de vereeniging bestond en
hoe toen in 1906 een perceel bouwterrein
was verkocht, iets wat thans wordt betreurd
Verder wees hij er op, dat vóór den oorlog
plannen voor bouwen bestonden, die even
wel door dien wereldstrijd in duigen vielen.
Maar spreker verzekerde, dat zij zoo spoedig
uit en in en kropen aan alle kanten onder de
hutbedekking door. Eindelijk was er noch voor
honden noch voor kinderen plaats meer, ze
moesten buiten blijven. De vrouwen droegen
't Zondagscbe pak, en de mannen eveneens.
Als rijpe appelen tusschen het groen zaten
bij groepjes van twee of drie de jonge meis
jes met haar roode wangen en 't vele rood en
geel van hun kleeding. Het zonlicht speelde
over de gebogen hoofdende schaduw van de
vooruitstekende wangbeenderen gaf aan het
onderdeel van de gezichtjes een warm donke
re tint. De mooie voeten, met hooge wreef en
smallen enkel, in gladzittende bontschoentjes
gestoken, waren half verborgen onder het
lichaam, dat juist in die houding iets zeer
teers en bevalligs had. Een jonge vrouw had
een zuigeling aan de borst, maar toen het
kind begon te huilen, verliet ze de hut, om de
anderen in hun vrome stemming niet te hin
deren.
Innig en plichtig langzaam las de boer
voor uit het boek op zijn schoot. Toen de lan
ge preek eindelijk uit was, zat hij een paar
minuten onbewegelijk. Op eens waren kramp
achtige trekkingen op zijn ernstig gezicht
waar te nemen, het werd vuurrood, en toen
liepen de tranen over zijn wangen. Hij begon
te snikken en God aan te roepen: „Jumala!"
Al de anderen zaten zwijgend als in afwach
ting, met neergeslagen oogen. Daarop begon
nen de oude vrouwen onder hetzelfde kramp
achtige trekken ook te jammeren. En voor en
na deden het allen, jongen en ouden, mannen
en vrouwen. De vriendelijke, zonnige hut,
werd biaen enkeie minuten een plaats van
zielepijn, waar de menschen doro berouw en
angst en zondebesef werden geschokt. Het bo
venlijf voor- en achteruit huigend, snikten al
len luid. Toen namen ze een knielende hou
ding aan en omhelsden elkaar, en terwijl de
een zijn hoofd steunde tegen den schouder van
den ander, zwaaiden ze als hoornen in den
storm onder den aanroep: „Vergeef, o God!"
in eiken toonaard. Want ieder heeft zijn eigen
rythmus, ais buitenstaander herkent men ieder
der roependen aan die bepaalde melodie. Of
schoon ik ternauwernood een woord verstond,
of begreep wat er eigenlijk gebeurde, voelde
ik toch de algemeene opwinding, ik begon te
rillen en moest naar buiten gaan. Daar lag
het landschap in stille Zondagsvrede terwijl
dat kleine grijze menschenverblijf trilde onder
de wilde kreten om vergeving die daar uit-
gesiooten werden. Ver klonken ze voer de een
zame hoogvlakten, om door de godheid in den
hoogsten hemel gehoord te worden, moest
men uit alle macht roepen, daarom nam het
angstverwekkend koor steeds toe in aandrang
en kracht. Die extase kan twee tot drie uur
duren, tot de menschen uitgeput zijn, soms
vali er een Bauw. Maar de krachten wooden
ifflogüïïjS wwi' Treffan qpgsms&a, s«Kr
dra grond* ea mnterialenprijzen zulks moge
lijk maken. Spr, dronk op de uitbreiding der
vereeniging.
De heer CoHeü Stuart was dankbaar voor
den lof die den commissarisoen was toege
zwaaid. Hij had een 15 16 jaren in de ver
eeniging meegewerkt, maar wist van haren
eigenlijken strijd niet veel. Spr. wilde daarom
even wijzen op een andere coöperatie, die in
deze vereeniging tot uiting was gekomen, n.l.
op de coöperatie van het gemoed, op de aan
gename samenwerking tusschen; bestuur en
leden, al was er dan ook wel eens oppositie
Spr. dacht aan de harmonie onder het voor
zitterschap van den heer Uitenbosch en het
deed hem daarom bijzonder genoegen, dat
diens weduwe en dochter in de zaal aanwe
zig waren. Hij stelde dit op hoogen prijs, al
besefte hij dat het voor hen een zware gang
was geweest. Voor de dochter, die spoedig
in het huwelijk denkt te treden, hoopte Bpr.,
dat het haar, als zij zich elders vestigt, wèl
zou gaan. Spr. troostte op het jonge paar.
Nadat de aanwezigen door een driemaal
hoera daarmee hadden ingestemd, bracht spr.
hulde aan de nagedachtenis van den heer Ui
tenbosch en vervolgde danDe heer Looman
dronk op de coöperatie van de daad, ik wil het
doen op die van het gemoed, op de samenwer
king Die coöperatie ligt bij het bestuur, maar
ook bij de leden, die onderling met tact moe
ten samenwerken.
De heer v. d. Snel deelde hierna nog eenige
staaltjes mede van de moeilijkheden, waar
mede het bestuur in den aanvng te kampen
had.
Daarop kwam de pauze, Het was toen 12
uur en het programma was nog maar half
afgedaan. Deze pauze was een tijd, waarin
de heldere lach voortdurend door de zaal
klonk. Het voornaamste aandeel had hierin
de „verrassing", door het bestuur bereid. Het
betrof een verloting. Twee bustes waren door
het bestuur gekleed en van een hoofd voor
zien, zoodat dc ccne een vrouw en de andere
een man voorstelde. Beiden hadden een naam
ontvangen en de aanwezigen hadden nu voor
15 cent gelegenheid om den naam ie raden,
dien het bestuur aan de popjïcn had toege
dacht. Voor de dame was de heer Kraatjo
de gelukkige die Jeanne had geraden, terwijl
voor den heer drie dames den misten naam
troffen, Hendrik. Het lot wees daarop mej.
Komen aan als degene, die den in ae pop
verstopten prijs toekwam. Beide winners
moesten de pop op het tooneel ontkleeden om
den verborgen prijs te vinden en dat dit met
heel wat hilariteit gepaard ging, is te begrij
pen. Eindelijk had de heer Kraaijo zijn
schuiers met hanger en mej. Komen haar
schoorsteengamituur.
Na de pauze sprak nog de heer A. Kok,
die wenschte, dat de oud-ledien benoemd zou
den worden tot eere-leden.
Een voorstel, dat aller instemming verwierf,
werd gedaan door den penningmeester, n l
om de bloemen, gezonden door de commissa
rissen, te leggen op het graf van wijlen den
heer Uitenbosch.
Op verzoek van den heer V. d. Snel ston
den de aanwezigen allen op, om daarmee
een stille hulde te brengen aan dezen overle
den voorzitter..
Het uitgebreide programma scheen dan
toch eindelijk te zullen worden afgewerkt.
Een enkele vrije voordracht werd bovendien
nog gegeven. Met hun optreden oogstten de
dilettanten, voor wier grimeering op uitste
kende wijze door mej. de wed. Meijer was
gezorgd, aller bijval. Zooals het behoort op
een dergelijk feest, was men met het applaus
zeer royaal cn de feestcommissie, die zich in
elk opzicht bijzonder gul toonde de reke
ningen van hotelier en banketbakker zullen
stellig zeer hoog zijn zorgde er voor dat
de juiste stemming m de zaal bleef heerschen.
Het muzikale gedeelte van den avond was bij
de heeren Joh. v. d. Stok (piano) en Overdijk
(viool) in goede handen.
Laat, zeer laat kwam pas een einde aan het
feest we zullen niet zeggen hóé laat.
Glorieus heeft „Kennemerland" zijn 25-ja-
rig bestaan herdacht hopen wij dat de ver
eeniging in dc eerstvolgende jaren in de gele
genheid zij nog veel meer dan tot dusver te
doen op het gebied der volkshuisvesting, op
dat zijonder belangstelling van een nog groo
ter aantal menschen eens haar gouden jubilé
zal vieren.
Op de Algemeene Begraafplaats had gister
middag 3 uur de plechtigheid plaats, die de
heer Landman 'als wenscheiijk had aanbevo
len. Op één bloemstuk na het grootste
werden alle door de vereeniging bij haar ju
bilé ontvangen bloemen neergelegd op het
graf van den heer Uitenbosch. Bij deze plech
tige huldiging voerden het woord de heeren
J. Vasbinder en J. H. Hout.
Tevens waren hierbij tegenwoordig de bei
de dochters van den overledene en eenige le
den der vereeniging.
Namens de weduwe bedankte de heer W.
v. d. Snel voor de huldiging.
Het grootste der ontvangen bloemstukken
werd bij mej. de wed. Uitenbosch thuis be
zorgd.
spoedig hersteld door al het eten en de sterke
koffie na den dienst. Alle uiterlijke teekenen
van wat er voorgevallen is, zijn dan uit de
gezichten verdwenen. De mannen steken de
pijp op en het praten gaat ziin gang, alsof er
niets was gebeurd. En in den namiddag ia
men dankbaar voor wat afleiding, daar men
niet het minste mag doen wat op werk gelijkt.
Er zijn strenge regels voor wat mag en niet
mag op zon- en feestdagen. Liefst moet men
iezen in „het Boek", maar dat kunnen lang
niet allen. Naaien of wolvlechten of peesspin-
nen is verboden, scherpe gereedschappen ala
bijl of hakmes of schaar mag men niet gebrui
ken. Maar na 6 uur worde nalle verboden op
geheven, de Zondag is voorbij.
Eerst in Augustus kwamen de rendieren
met hun herders pit Noorwegen terug. Dik
wijls was in dien tijd de hut vól jonge men
schen. Ze maakten gekheid en hielden zich
bezig met allerlei niet-dagelijksch wébk. Som
mige vertelden van hun zomerbevindingen
met de kudde, anderen sneden oor-merken in
berkenbast, weer anderen oefenden zich in de
schrijfkunst, waartoe ze den tak waarmee ze
't vuur opporren, aan één kant glad snij
den; dan krabbelden ze met potlood op die
witte vlakte. Soms wordt oek de fijne binnen
bast van 't berkenhout in plaats van papier
gebruikt.
fWocdt venrolgd).
m m
9}