FF IILLÜTOA. Honasra Bon nn Twintigste Jaargang, Maandag 24 NoTember. Farijsche brieven. V ar». m. in» REGEERINGS-AARDAPPELEN. De DIRECTEUR van het DISTRIBU TIEBEDRIJF deelt mede, dat door de Ge meente voor hen, die daarvoor in aanmer king wenschen te komen, een voorraad aard appelen zal worden opgeslagen, waarvan de prijs ongeveer 11 ct. per K.D. zal bedragen. Zij, die deze aardappelen dezen winter wen schen te ontvangen, moeten zich schriftelijk hiervoor aanmelden aan het Distributiebe drijf, onder opgave van naam, woonplaats, legitimatienuminer en grootte van het gezin en wel voor DONDERDAG 27 NOVEM BER 1919. De Directeur voornoemd, C. H. SCHNEIDERS. (Van onzen ParijSchen correspondent). (Nadruk verboden.) Parijs, 17 November 1919. Iets over de verkiezingen en.... Russische kunst in Frankrijk. De verkiezingen zijn reeds verloopen. Het is gegaan zooals wij verwachtten. Het Bloc National, de middenpartij, heeft het gewonnen. De revolutionaire, sinds kort afgescheiden, socialisten hier hadden in Frankrijk absoluut niet de sympathie, omdat de Franschman, ook de werkman, in doorslag ite intelligent is om niet reeds lang zich een oordeel over de so vjets gevestigd te hebben. De reactionairen ook hebben voor het groot ste deel vóór het „bloc" gestemd, daar zelfs vanaf den kansel toe aangemaand, omdat hun partij te zwak was om zelf front te ma ken en de juiste tactiek dus was het „quotiënt" der middenpartij te verhoogen. Ik heb hier al vroeger besproken hoe ellendig Frankrijk er economisch voorstaat. Zonder iets ten nadee- le van eenige partij te zeggen of op eenige bewindvoering af te geven, geloof ik niet dat er binennkort groote resultaten bereikt zullen worden in de verbetering van dezen toestand. Doch de partij die nog 't best zonder groo te bekrompenheid en te anderer zijde zonder onberekende utopistische breede gebaren op verlichte wijze trachten zal te regeeren, is voorzeker het „Bloc" hier in Frankrijk; en dus heeft men althans wel eenige reden tot voorloopige tevredenheid dunkt mij. Maar alle enthousiasme ontbrak zoo volkomen in deze verkiezingsdagen en de Fransche kiezer van een- zekere intelligent is zoo in zichzelf gekeerd, zoo ernstig ter stembus gegaan, dat men het oude Parijs van vroeger jaren waar lijk veranderd voelt. Een oorlog als deze drukt zwaarnog na vele maanden, en zal zwaar drukken na vele jaren. En dat is dubbel wreed voor een volk dat ten oorlog steeds verfoeid, heeft en dat een in- iividualistischen afkeer van alle militaire be ider had; dat is dubbel wreed voor een land lat den oorlog nimmer heeft gewild, maar lat jaren lang door de schuld van zijn nabu- en in de vreeselijkste droefheid heeft geleefd lie voor een gevoelig, kinderlijk en fijnzielig /olk denkbaar is. Frankrijk heeft zijn levensblijheid, zijn schoone geluksstaat, nog niet teruggevonden, -rankrijks kinderlijke glimlach is verstorven, rrankrijks geluk is door grove hand versla gen. Wij allen zijn er getuige van geweest hoe le belangrijkste en rijkste, de teerste en dich- erlijkste volksziel van Europa door vreemde anden is aangegrepen en gewond. Maar in 't buitenland gaat men het al weer ijna vergeten; alleen zij die als vreemdeling Frankrijk met het Fransche volk samenle- en, beseffen het eiken dag en lijden het tede. Hier in Parijs is de laatste maanden meer en ooit te voren de Russische kunst gewaar werd. Komt het doordat de verwantschap de er twee volkszielen die elkander vroger voor- 1 vonden in het gemeenschappelijke abstrac- spealsch-fantastische, pieus-kinderlijke van un aard elkaar thans nog nader komen nu e Fransche volksziel ook zijn deel heeft ge regen der groote melancholie en versteld is >t de trieste droomerijen van het leed? Gisterenavond zong Serge Borowsky hier oor een ontzaglijk Parijsch schouwburgpu- iiek een simpel oud Russisch lied„Chanson riste" met wat vaag guitaargetokkel als be ileiding en de ndrtilk was zoo groot als ik at hier nimmer bijwoonde. Serge Borowsky geeft hier in het theatre es Champs-Elyée's een groot zangspel in rie gedelten: Kerkliederen, Dansliederen en werversliederen. Het is een geheel zoo sim ei zoo onopgesmukt samengesteld uit een armonisch geheel van de oudste en de jong- m beschrijving van hat dagalpsdj ooma- -mlevaa, zooals bót gezien ea meegemaakt i werd door da Bchrijfsteu t* EMILIE DEMANT—HATT. Uil het Deenscb vsrlaaki tfoob M. D. Bij de Lappen is een ongehuwd man met i aanzien, nij „verschrikt de paarden" en oijt de luizen. Een jong meisje blijft zel en ongetrouwd bij de nomaden; ik heb er ieclits twee gekend, het eene meisje was ge- rekkig (voor overerving van lichaamsgebre- en zijn de Lappen bang), het andere was ïooi maar had vallende ziekte en wilde niet rouwen, omdat ze geen zwakke kinderen wou rijgen en om haar man niet te bezwaren toor haar ziekte. Niemand kan zich voorstdien, hoe mooi en «ezellig een Lappenhut is op Zaterdagavond. \1 de oude berkentakken worden er uitgedra gen en buiten verbrand (nooit verbrand men lc in de hut), en als er te ved asch op de stookplaats ligt, worden de haardsteenen weggenomen, de asch er uitgehaald en weg gebracht en vuur opnieuw aangestookt. Uit der ROTsMfje ftwHSMfters si dte stem men schijnen samen te vloden tot éen groote roepende menschenatem beurtelings rythmee- rend de groote levensdans, het zwerversver langen en de devotie van het in mystieke le- vensduisier voortzoekend menschenkind. Avond aan avond stroomt de zaal vol van een ontzaggelijk groot Parijsch publiek en de droefgerytmeerde vreemde zangen, begeleid door hd guitaargetokkel en de klagende Rus- sisdie harmonicas stroomen uit over een zee van luisterende gebogen hoofden, als in een kathedraal. Een enkele solodans van een jonge vrouw, in donker sjawltje, niets uitdrukkend dan wat teederhdd of wat verlangen, dan weer een korte levensdans van een jongen man, die mi- meert, in wdnig sobere strakke gebaren saam- gevat alle mannelijk streven, begeeren, hoog ste vervulling, devotie, smart en eenzaamheid. Dit is de kunst die de Russen ons hier op 't oogenblik geven en als straks de Russische balletten van Bakst in al hun exotische weel de en duizendtintige kleurspeling ons zullen komen verrukken, dan zullen wij wel even ontberen in deze massale kunst net sobere, strakke gebaar van Borowsky's wilden klei nen danser uit de „Isba Russe" in zijn grau we kiel, als hij met krampachtig eindgebaar zijn haarlok uit zijn oogen strijkt en twee se conden doodstil staat, de donkere kop als vra gend in den nek geworpen. Een dezer dagen gaf de zanger Koubüsky een Moussorgsky-avond. Wie dezen componist kennen door Bertha Sereen, dia zoo simpel en stijlvol zijn kinderliederen zong in Hol land, begrijpt wat een concert kan zijn waar zijn kinderliedjes worden afgewisseld met zijn liefdes- en doodsliederen, eindigend evenals Borowsky dat deed met een kleine Russische dans die niets was dan wat bijna spelend mij meren over leven, liefde en dood en... wat dhn nog komen zalmisschien.... STéFAN. STADSNIEUWS. DE COÖPERATIEVE BOUWVEREENI- GING „KENNEMERLAND". Een van de vereenigingen hier ter stede, die weinig genoemd worden, is de bovenge noemde vereeniging. De crisisjaren hebben het natuurlijk zeer in de hand gewerkt, dat zij in den laatsten tijd zoo weinig van zich deed hooien. Maar ook de jaren daarvóór merkte de buitenwereld weinig van haar be staan. Immers in 1904 bouwde zij haar vier de en tot op dit oogenblik laatste huizen blok, waarmede zij totaal 53 woningen had gebouwd Zij bezit daarvan thans nog 32, de overige werden in den loop der jaren eigen dom der leden-bewoners, mede door de aan trekkelijke bepaling in de statuten, dat de Se dan' eigenaar van het door hen bewoonde perceel kunnen worden door een kleine we- kelijksche storting boven de huur, tot een1 to taal bedrag gelijk aan de bouwkosten van de woning. De vereeniging heeft Zaterdag in „het Gul den Vlies" haar 25-jarig bestaan herdacht Van alle huizen der vereeniging wapperden dien dag de vadenlandsche driekleur Wij zullen over het ontstaan en werken der vereeniging, die zeker een eervolle plaats in neemt onder de op maatschappelijk gebied werkende instellingen, niet al te zeer uitwei den. Daarom daarover alleen het volgende, hetwelk wij ontleenen aan het in 1914 door haar uitgegeven boekje: „Na 20 jaar". Den 20 Juli 1894 kwamen de volgende per sonen (allen werklieden) bijeen in het café „Central" te Alkmaar, om te trachten een Coöperatieve Bouwvereeniging op te richten, te weten: M. Uitenbosch,!. Dorregeasr, W. v. d. Snel, A. Einwachter, J. Duits Bz., H. J. Bek, S. Hoff, K. L. Bijl, H. Nauta, G. L. v d. Post, P. Braak, A. Hoekmeijer, M. Put- tenaar, C. N. v. d. Idsert C. Kuit, Joh. v. d. Idsert, N. Landman en W. J. v. Randwijk, alsmede de heeren G. Looman, H. Siebert Coster en Mr. A. M. de Lange. Den 8 November d.a.v. kwamen wfderom bovengenoemde personen bijeen en werd de vereeniging opgedicht, die den naam zou dra gen van Coöperatieve Alkmaarsche Bouwver eeniging „Kennemerland." Het bestuur, dat op dien avond gekozen, werd bestond uit de volgende personen: M. Uitenbosch, Voorzitter, W. v. a. Snel, Secre taris, N. Landman, Penningmeester, Ghr N v. d. Idsert en HL J. Bek, Bestuursleden. De heer M. Uitenbosch bleef voorzitter tot zijn overlijden op 9 September 1913. In zijne plaats werd toen gekozen de heer J. Vasbin der. De heer W. v. d. Snel was secretaris tot 1 Januari 1901, iü zijn plaats is toen gekozen de heer J. A. B1. Fenijm, die de functie waar nam tot 26 Jluni 1902, waarna tot op heden het secretariaat werd waargenomen door W. J. v. Randwijk. De heer N. Landman bleef al die jaren penningmeester der vereeniging. In den loop der jaren traden verder nog als bestuursleden op de heeren Ohr. Nic. v. a Idsert, H. J. Bek, J. H Hout, J. Peereboom, A. Einwachter, A. Kok, J. Vasbinder, C. J. P. Bense en P. waiboer; als commissarissen de het bosch haalt men frissche berkentakken, en als ze gelegd zijn, ziet de hut er groen en feestelijk uit. Onder het kookgereedschap en de „boasso" (bergplaats) legt men takjes van de jeneverbesstruik, omdat die de heele week groen blijven. Een genot is het 's Zaterdags avonds zijn bed in orde te maken en zich uit te strekekn op het berkenloover, dat zoo heerlijk frisch riekt naar het bosch. Dat er kleine groene beestjes overheen kruipen, moet men maar zoo erg niet vinden. En 's Zon dagsmorgens was het altijd prettig wakker te worden, als men rondkeek in de lichte schoo ne hut, en Sara zoo vriendelijk uitnoodigde: „Sta nu op en drink een kop koffie." Maar de frischheid is spoedig verdwenen, als er bid stond wordt gehouden. Dan komen de Finsche landontginnera van Kattevuomo; ze rooken den heelen dag en spuwen in het rijshout op den grond. Na hun vertrek is er geen Zon dagsglans meer te bekennen. Eens op een Zondag was er in een hut in onze buurt een Laestadiaansche godsdienstoefening. Mijn huisgenooten wilden dat ik meeging en dat deed ik, ofschoon ik niets verstond van de lan ge preek in de Finsche taal, die door een Fin werd voorgelezen. Hij zat op een lage kist; om hem heen op de groene takken de aan dachtige toehoorders. De zon scheen door de rotsspleet helder in de hut. Deze werd hoe langer hoe voller, kindenen ea hnndBn liepen door vrienden der Ze waren van den Molijn), den lood- Hwran: H. SMtefï ©JSC® nm 5B5S op heden; G. Looman van 1994—1896; Mr. A. M. de Lange van 1894—1902; H. J. Vonk van 1896 tot op heden; Mr. K. A. Cohen Stu art van 1902 tot op heden; als boekhouder de heeren: E. A. Krijt van 'i896—1902; C. E. Slinger van 19021906; L. Molijn van 1906 tot op heden. Het tegenwoordig bestuur bestaat uit de heeren J. Vasbinder, voorzitter, N. Landman, penningmeester, C. J. P. Bense, Jac. P. Wai boer en W. J. van Randwijk, secretaris. Com missarissen zijn de heeren H. Siebert Coster te Bergen, H. J. Vonk en Mr. K. A. Cohen Stuart. Zooals gezegd, herdacht „Kennemerland" haar zilveren jubilé j.l. Zaterdagavond in het Gulden Vlies. Het geschiedde op buitenge woon glorieuse wijze. De zaal had een recht feestelijk aanzien. In drie rijen stonden de met witte kleeden overdeke tafels, op leder waarvan tusschen de wijnflesschen kleine bouquetjes prijkten, en daarvóór was de tafel neergezet, waaraan het bestuur plaats nam. Behalve met bouquef ten was deze nog ver sierd met „tsfelgroen". In den hoek bij het tooneel stond de plano bijna bedolven1 onder zes groote bouqueitea, vereeniging gezonden, boekhouder (den lieer fleter (den heer Haasbroek), den heer G. ooman, de commissarissen en mr. A. M. de Lange. Direct bij het binnentreden der zaal trof ons de gezellige toon, die er heerachte. Men voelde het, de jarige'was in waarheid aller vriend en men verheugde zich over zijn ver jaardag De voorzitter der fcesfcomnvissie, de heer J. H. Hout een man die dezen avond bleek voor dat haantje als geknipt en toonde gesne den te zijn van dat hout, waarvan men derge lijke functionnarissen snijdt heette mei een hartelijken groet de talrijke aanwezigen wel kom. Spr. bracht hulde aan het bestuur van vóór 25 jaar, dat had verricht datgene waar van de leden thans nog de profijten trekken. Hij wijdde eenige woorden van weemoedige hulde aan de nagedachtenis van den helaas te vroeg ontslapen vriend en voorzitter M. Uitenbosch (wiens portret het feestprogram ma sierde) en sprak voorts lof over het werk van den boekhouder in dienst der vereeniging en van den heer Van Kessel voor het keurig aanbrengen der tafelversieringen. De heer Vasbmder, die daarna ai» voor zitter der vereeniging speechte, verklapie hoe het geld voor deze feestviering was bijeenge komen en bracht de daarvoor benoemde com missie een woord van daui. Een en ander ui t de vereeniging mededceleude, zeide spr o. m,, dat noode gemist wordt de heer Uiten bosch, een man waarop mm staat mocht ma ken en dien men niet kan vergeten, ook al kon men niet altijd in alles met hem meegaan Met name noemde de heer Vasbinder voorts den heer H. Siebert Coster die altijd mot raad en daad klaar staat; Óen heer G. Loo man, die zijn tijd gaf voor het maken van be stekken en naar wiens voor de vereeniging aangegeven model woningen thans duizen den huizen zijn gebouwd en die, hoewel slechts een paar jaar commissaris, onvergete lijk zal zijn voor „Kennemerland": den heer H. J. Vonk, die vooral als geldschieter ver dienstelijk was; den heer mr. K. A. Cohen Stuart, die als rechtskundige voor de vereeni ging gelukkig werkzaam was; den heer W. v. d Snel, die zoo menigen (soma scherpen) brief schreef voor de coöperatie; den heer N. Landman voor zijne altijd kloppende kas; den heer W. J. van Randwijk voor zijne thans reeds sedert 17 jaar verrichte vele werkzaam heden en den heer L. Molijn voor zijne accu rate boekhouding. Spr. vond het jammer, dat er nog twintig leden zijn, die nog geen huis van de vereeni ging bewonen, maar hoopte dat daaraan nog eens tegemoet kan worden gekomen. Verder deelde nij mede, dat het lid de heer Burger wegens sterfgeval in zijne familie niet aan wezig was, waarmede spr. hem oprecht con doleerde. Wie gemeend uocht hebben, dat na dit of- ficieele gedeelte zou worden begonnen aan de afwerking van het programma, had het vrM. want de snaakschc heer Hout aam het woord en noodigde den secretaris en den penning meester uit om op het tooneel te komen Laatstgenoemde moedigde hij aan door te zeggen dat het niet was om achterstallige huur te innen. De heer Hout hield tot de bei de functionnarissen een aardige speech en noemde den heer Landman een wandelende Landman, in tegenstelling met „gezeten" Landman, zooals mr. Cohen Stuart hem had genoemd op het 12^ jarig bestaansfecst van „Kennemerland". Om den penningmeester het wandelen gemakkelijker te maken, overhan digde spr. hem namens het bestuur een wan delstok met zilveren knop en inscriptie in zil veren bandje: „Coöp. Bouwv. Kennemer land 1894—1919". 'De heer Van Randwijk werd vereerd met een Swan-vulpenhouder, een eveneens practisch geschenk, dat, na deugdelijk bevonden te zijn, zal worden Voor zien van inscriptie. Verrast door het blijk van waardeering, tStri.fr iz tem m Rantfwïfk aa dtwftte satóo, dat hij, hoewel van plan geweest zijnde voor een herbenoeming to bedanken wegen» druk ke werkzaamheden, thans van dat voornemen afzag en gaarne zijne krachten in dienst der vereeniging zou blijven stelten indien men daarop prijs stelde. De heer Landman was zichtbaar aange daan. Ondanks zijln 70-jaxigen leeftijdl zou ook hij nog in het belang der vereeniging willen blijven voortwerken. als men geen an der kon vonden die bereid was zijne functie over te nemen. De voorzitter deed' vervolgens mededeel ing van de ontvangst van eenige gelukwenschen. Allereerst van den hoer Siebert Coster, den oudsten commissaris, die de vereeniging tele grafisch geluk wenochte en ook een telegram had gestuurd met dankbetuiging voor een hem door het bestuur gezonden bloemstuk. Verder was er nog een telegram ontvangen van den heer Molijn, die zelf niet aanwezig kon zijn, en een brief van den heer A Visser, die wegens ziekte verhinderd was. Het be stuur had hem een flesrii wijn thuis doen be zorgen, wat door de feestvierenden met een luid applaus werd goedgekeurd. Voor de heeren Coster, van Randwijk en Landman klonk een driewerf herhaald hoera. Het Ud der vereeniging, de heer Fransen, vroeg hierop het woord. Hij herinnerde hoe vóór 25jaar gezegd werd van de vereeni ging: „Dat kind is geen blijvertje." Maar hoe is dat kind gegroeid en in kracht toegeno men! Dan wees hij op de groote harmonie tusschen leden en bestuur. Doordat de be stuurders altijd in het goede vaarwater wis ten te blijven, was er weinig wisseling in dat college. Spr. feliciteerde de vereeniging daarmee. Met een enkel woord herdacht hij den heer Uitenbosch Eindelijk kon dan de voorzitter der fccst- cormni^ie met de afwerking van het pro gramma beginnen en den zang van ten dub bel gemengd kwartet aankondigen („Feest- zamgr, van Mozart en „Hoi meisje en de schippert', maar daarna stond tr al weer een spreker klaar. Het was de heer v. d. Snel. die, hoewel met gemengde gevoelens de zaal te zijn betreden, zeide zich te verblijden met tie blijden. Spr. dankte het bestuur voor het geen net gedaan heeft en vroeg of het niet nog verder kon gaan, al erkende hij de moei lijkheid er van. Hij bepleitte voort» de goede zijde van den maatregel om den huurders ge legenheid te geven het door hen bewoonde huis in eigendom te krijgen. De sluizen der welsprekendheid waren nu geheel geopend en dien lieer Hout mocht het aid gelukken twee programma-nummers ach tereen af te doen. I» De hoer van Randwijk besefte het moeilijke van de taak van den voorzitter der feestcom missie en gaf daarvan blijk door een toast op hem in te stellen. „Ko", die altijd bereid was bevonden te doen wat van hem gevraagd werd, hield zich, nadat voor hem driemaal „hoera" was geroepen, ook verder aan bevolen. Als oud-commissaris sprak de heer Loo man, herinnerende aan dc moeilijkheden bij de oprichting der vereeniging en aan de noodzakelijkheid, om de verschillende wen schen onder één hoedje (het dak der eerste dertien woningen) te vangen. Den strijd, dien spreker had gevoerd tegen dc inrichting dier huizen, had hij verloren. Hij had vooral de slaapplaatsen anders, meer hygiënisch, ge- wenscht, maar had zich moeten neerleggen bij de meening van anderen. „Volkshuisves ting", eigenlijk een voortzetting van „Ken nemerland", bouwde vele woningen gelijk aan die van de coöp. „Volkshuisvesting", waarvan de heer Uitenbosch ook mede-op richter was, is „Kennemerland" over het hoofd gegroeid en dat had het bestuur niet moeten toelaten. Spr. had het hierna óver de aa 1871 on'.stauc mogelijkheid voor den werkman, om zich een betere woning te ver schaffen eu hoopte, dat, als straks de toestan den wat beter worden, het bestuur er naar zal streven om „Volkshuisvesting" te over vleugelen wat betreft het bouwen van de beste woningen. Spr. stelde dan een dronk in op het bestuur van „Kennemerland" De heer Vonk had nog dezelfde sympathie voor de jubilerende vereeniging als vóór 25 jaar en meende dat vooral zif, die thans door de vereeniging voor weinig geld een goede woning hebben, reden hebben tot dankbaar heid. Spr. hoopte dat binnen niet te langen tijd betere tijden zullen aanbreken, waarin het mogelijk zal zijn ook die leden, die thans nóg geen woning hebben, een huis vanwege de vereeniging te verschaffen. Spr. eindigde met een dronk in te stellen op het bestuur. Hierna was het woord aan den voorzitter. Hij achtte zijn werk als voorzitter niet moei lijk, omdat het oude bestuur den weg had ge baand, de wagon loopt als vanzelf. Spr. me moreerde hoe het indertijd leek alsof er wei nig ambitie voor de vereeniging bestond en hoe toen in 1906 een perceel bouwterrein was verkocht, iets wat thans wordt betreurd Verder wees hij er op, dat vóór den oorlog plannen voor bouwen bestonden, die even wel door dien wereldstrijd in duigen vielen. Maar spreker verzekerde, dat zij zoo spoedig uit en in en kropen aan alle kanten onder de hutbedekking door. Eindelijk was er noch voor honden noch voor kinderen plaats meer, ze moesten buiten blijven. De vrouwen droegen 't Zondagscbe pak, en de mannen eveneens. Als rijpe appelen tusschen het groen zaten bij groepjes van twee of drie de jonge meis jes met haar roode wangen en 't vele rood en geel van hun kleeding. Het zonlicht speelde over de gebogen hoofdende schaduw van de vooruitstekende wangbeenderen gaf aan het onderdeel van de gezichtjes een warm donke re tint. De mooie voeten, met hooge wreef en smallen enkel, in gladzittende bontschoentjes gestoken, waren half verborgen onder het lichaam, dat juist in die houding iets zeer teers en bevalligs had. Een jonge vrouw had een zuigeling aan de borst, maar toen het kind begon te huilen, verliet ze de hut, om de anderen in hun vrome stemming niet te hin deren. Innig en plichtig langzaam las de boer voor uit het boek op zijn schoot. Toen de lan ge preek eindelijk uit was, zat hij een paar minuten onbewegelijk. Op eens waren kramp achtige trekkingen op zijn ernstig gezicht waar te nemen, het werd vuurrood, en toen liepen de tranen over zijn wangen. Hij begon te snikken en God aan te roepen: „Jumala!" Al de anderen zaten zwijgend als in afwach ting, met neergeslagen oogen. Daarop begon nen de oude vrouwen onder hetzelfde kramp achtige trekken ook te jammeren. En voor en na deden het allen, jongen en ouden, mannen en vrouwen. De vriendelijke, zonnige hut, werd biaen enkeie minuten een plaats van zielepijn, waar de menschen doro berouw en angst en zondebesef werden geschokt. Het bo venlijf voor- en achteruit huigend, snikten al len luid. Toen namen ze een knielende hou ding aan en omhelsden elkaar, en terwijl de een zijn hoofd steunde tegen den schouder van den ander, zwaaiden ze als hoornen in den storm onder den aanroep: „Vergeef, o God!" in eiken toonaard. Want ieder heeft zijn eigen rythmus, ais buitenstaander herkent men ieder der roependen aan die bepaalde melodie. Of schoon ik ternauwernood een woord verstond, of begreep wat er eigenlijk gebeurde, voelde ik toch de algemeene opwinding, ik begon te rillen en moest naar buiten gaan. Daar lag het landschap in stille Zondagsvrede terwijl dat kleine grijze menschenverblijf trilde onder de wilde kreten om vergeving die daar uit- gesiooten werden. Ver klonken ze voer de een zame hoogvlakten, om door de godheid in den hoogsten hemel gehoord te worden, moest men uit alle macht roepen, daarom nam het angstverwekkend koor steeds toe in aandrang en kracht. Die extase kan twee tot drie uur duren, tot de menschen uitgeput zijn, soms vali er een Bauw. Maar de krachten wooden ifflogüïïjS wwi' Treffan qpgsms&a, s«Kr dra grond* ea mnterialenprijzen zulks moge lijk maken. Spr, dronk op de uitbreiding der vereeniging. De heer CoHeü Stuart was dankbaar voor den lof die den commissarisoen was toege zwaaid. Hij had een 15 16 jaren in de ver eeniging meegewerkt, maar wist van haren eigenlijken strijd niet veel. Spr. wilde daarom even wijzen op een andere coöperatie, die in deze vereeniging tot uiting was gekomen, n.l. op de coöperatie van het gemoed, op de aan gename samenwerking tusschen; bestuur en leden, al was er dan ook wel eens oppositie Spr. dacht aan de harmonie onder het voor zitterschap van den heer Uitenbosch en het deed hem daarom bijzonder genoegen, dat diens weduwe en dochter in de zaal aanwe zig waren. Hij stelde dit op hoogen prijs, al besefte hij dat het voor hen een zware gang was geweest. Voor de dochter, die spoedig in het huwelijk denkt te treden, hoopte Bpr., dat het haar, als zij zich elders vestigt, wèl zou gaan. Spr. troostte op het jonge paar. Nadat de aanwezigen door een driemaal hoera daarmee hadden ingestemd, bracht spr. hulde aan de nagedachtenis van den heer Ui tenbosch en vervolgde danDe heer Looman dronk op de coöperatie van de daad, ik wil het doen op die van het gemoed, op de samenwer king Die coöperatie ligt bij het bestuur, maar ook bij de leden, die onderling met tact moe ten samenwerken. De heer v. d. Snel deelde hierna nog eenige staaltjes mede van de moeilijkheden, waar mede het bestuur in den aanvng te kampen had. Daarop kwam de pauze, Het was toen 12 uur en het programma was nog maar half afgedaan. Deze pauze was een tijd, waarin de heldere lach voortdurend door de zaal klonk. Het voornaamste aandeel had hierin de „verrassing", door het bestuur bereid. Het betrof een verloting. Twee bustes waren door het bestuur gekleed en van een hoofd voor zien, zoodat dc ccne een vrouw en de andere een man voorstelde. Beiden hadden een naam ontvangen en de aanwezigen hadden nu voor 15 cent gelegenheid om den naam ie raden, dien het bestuur aan de popjïcn had toege dacht. Voor de dame was de heer Kraatjo de gelukkige die Jeanne had geraden, terwijl voor den heer drie dames den misten naam troffen, Hendrik. Het lot wees daarop mej. Komen aan als degene, die den in ae pop verstopten prijs toekwam. Beide winners moesten de pop op het tooneel ontkleeden om den verborgen prijs te vinden en dat dit met heel wat hilariteit gepaard ging, is te begrij pen. Eindelijk had de heer Kraaijo zijn schuiers met hanger en mej. Komen haar schoorsteengamituur. Na de pauze sprak nog de heer A. Kok, die wenschte, dat de oud-ledien benoemd zou den worden tot eere-leden. Een voorstel, dat aller instemming verwierf, werd gedaan door den penningmeester, n l om de bloemen, gezonden door de commissa rissen, te leggen op het graf van wijlen den heer Uitenbosch. Op verzoek van den heer V. d. Snel ston den de aanwezigen allen op, om daarmee een stille hulde te brengen aan dezen overle den voorzitter.. Het uitgebreide programma scheen dan toch eindelijk te zullen worden afgewerkt. Een enkele vrije voordracht werd bovendien nog gegeven. Met hun optreden oogstten de dilettanten, voor wier grimeering op uitste kende wijze door mej. de wed. Meijer was gezorgd, aller bijval. Zooals het behoort op een dergelijk feest, was men met het applaus zeer royaal cn de feestcommissie, die zich in elk opzicht bijzonder gul toonde de reke ningen van hotelier en banketbakker zullen stellig zeer hoog zijn zorgde er voor dat de juiste stemming m de zaal bleef heerschen. Het muzikale gedeelte van den avond was bij de heeren Joh. v. d. Stok (piano) en Overdijk (viool) in goede handen. Laat, zeer laat kwam pas een einde aan het feest we zullen niet zeggen hóé laat. Glorieus heeft „Kennemerland" zijn 25-ja- rig bestaan herdacht hopen wij dat de ver eeniging in dc eerstvolgende jaren in de gele genheid zij nog veel meer dan tot dusver te doen op het gebied der volkshuisvesting, op dat zijonder belangstelling van een nog groo ter aantal menschen eens haar gouden jubilé zal vieren. Op de Algemeene Begraafplaats had gister middag 3 uur de plechtigheid plaats, die de heer Landman 'als wenscheiijk had aanbevo len. Op één bloemstuk na het grootste werden alle door de vereeniging bij haar ju bilé ontvangen bloemen neergelegd op het graf van den heer Uitenbosch. Bij deze plech tige huldiging voerden het woord de heeren J. Vasbinder en J. H. Hout. Tevens waren hierbij tegenwoordig de bei de dochters van den overledene en eenige le den der vereeniging. Namens de weduwe bedankte de heer W. v. d. Snel voor de huldiging. Het grootste der ontvangen bloemstukken werd bij mej. de wed. Uitenbosch thuis be zorgd. spoedig hersteld door al het eten en de sterke koffie na den dienst. Alle uiterlijke teekenen van wat er voorgevallen is, zijn dan uit de gezichten verdwenen. De mannen steken de pijp op en het praten gaat ziin gang, alsof er niets was gebeurd. En in den namiddag ia men dankbaar voor wat afleiding, daar men niet het minste mag doen wat op werk gelijkt. Er zijn strenge regels voor wat mag en niet mag op zon- en feestdagen. Liefst moet men iezen in „het Boek", maar dat kunnen lang niet allen. Naaien of wolvlechten of peesspin- nen is verboden, scherpe gereedschappen ala bijl of hakmes of schaar mag men niet gebrui ken. Maar na 6 uur worde nalle verboden op geheven, de Zondag is voorbij. Eerst in Augustus kwamen de rendieren met hun herders pit Noorwegen terug. Dik wijls was in dien tijd de hut vól jonge men schen. Ze maakten gekheid en hielden zich bezig met allerlei niet-dagelijksch wébk. Som mige vertelden van hun zomerbevindingen met de kudde, anderen sneden oor-merken in berkenbast, weer anderen oefenden zich in de schrijfkunst, waartoe ze den tak waarmee ze 't vuur opporren, aan één kant glad snij den; dan krabbelden ze met potlood op die witte vlakte. Soms wordt oek de fijne binnen bast van 't berkenhout in plaats van papier gebruikt. fWocdt venrolgd). m m 9}

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1919 | | pagina 5