DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Wiet ög liippn op hst fiooglanfl, 5 6. 286. Honderd sen en twintigste 'Jaargang 1919 DONDEBDAG 4 DECEMBER F B HifcBTOH. an Uammatb*.iaat art 2. Abonnementsprijs bij vooruitbetaling per 3 maanden I 2,00, franco por post 1 2,50 Bewijsnummers 5 ct. Advertentieprijs 20 ct. per regel, grootere letters naar plaatsruimte. Brieven franco N V Boek- en Handelsdrukkerij v/h. Harms Coster Zoon, Voordam e 9, Telef. Administratie Nr. 3. Redactfe Nr. 33. BÜITf NLANDSCH overzicht, De Duitsche egeering stelt er prijs op de door haar van de zijde der geallieerden ont vangen nota's zoo volledig mogelijk open baar te maken. Zij publiceert thans de nota der Entente over de veiligheidspolitie en de burgerwach ten waarin uiteengezet*wordt, dat de Gealli eerden irieenen op te merken dat de Duitsche regoering sir 3 eenigen tijd bezig is met het voorbereiden i uitvoeren van ae organisatie van zijn militaire strijdkrachten. De veiligheidspolitie welke men in Duitsch- land vormt draagt", naar de Entente uiteen zet alle ken teekenen van het in waarde gelijk staan met uitgelezen militaire strijdkrachten. Deze worden beheerd ui aangevoerd door uit militairen gevormde staven en de forma ties dragen dus een' karakter dat in strijd is met hun z.g.n. .politie-bestemming. Bovendien vormt Duitschland onder den naam van „omstaudigheidsvrijwilligers" en „burgerwacht" reserves die een militair ca chet dragen. Deze organisaties zijn in tegen spraak met dé%ilitaire bepalingen en vooral met artikel 17? van het vredesverdrag. De maatregë'ien kunnen worden uitgelegd als een uitvloeisel van de bedoeling der Duit sche regeering om het verdrag niet na te komen en moeten daarom onverwijld worden ingetrokken in ieder geval zoodanig, dat bij het van ki-rht worden van het verdrag de z.g. politietroeren verminderd zijn tot op de sterkte, die in l:et verdrag is bepaald en een organisatie hebben verkregen, die met hun karakter van veldwacht en gemeentepolitie overeenstemt, en dat de staven, dié gevormd zijn, boven het in het verdrag toegestane aan tal, evenals de reserveorganisaties opgeheven worden. Het is begrijpelijk, dat men in Duitschland tegen deze nota protesteert. Officieus wordt verklaard dat in tegen spraak met dë aantijging der Geallieerden de vermindering van de legersterkte tot de in het verdrag voorgeschreven 200.000 man in vollen gang is. De besprol en organisaties zijn politiever- eenigingeu wier noodzakelijkheid voor het handhaven der openbare orde reeds maanden geleden officieel aan de entente is medege deeld- De vraag in hoeverre de getroffen maat regelen in strijd zijn met het vredesverdrag zal in ieder geval na de aanstelling van de door dat verdrag ingestelde controlecommis sie moeten worden opgehelderd. Het zou alleen gewenscht zijn dat de be sprekingen daarover al eerder plaats vonden. Men gaat dus in Duitschland van de ge dachte uit dat de Entente nog geenszins be voegd is de voogdij over den verslagen tegen standen op zoo scherpe wijze uit te oefenen, dat deze niet eens bevoegd zou zijn zijn eigen noodzakelijk geoordeelde politiemaatregelen te nemen. Ook over de nota van Clemenceau, betreft fende de krijgsgevangenen is men iu Duitsch- lan buitengewoon slecht te spreken. De Vorwarts verklaart, dat het geen kunst stuk is, wanneer men advocaat is en een ge wonnen oorlog met een gewelddadig vredes verdrag heeft doen eindigen, dit verdrag, het welk tot alles machtigt, te benutten als recht vaardiging van eene schande voor de bescha ving. Het onrecht van Clemenceau, begint daar, waar hij er de moraal in te pas brengt. Hij doet het niet eens verstandig, want als hij zegt dat hij de krijgsgevangenen niet als middel wil aanwenden, om druk uit te oefe nen, komt hij reeds op den volgenden regel met zichzelf in tegenspraak. Een beschrijving van het dagelïj&sclt noma denleven, zooals het gezien eo meegemaakt werd dóór ae schrijfster c* EMÏUE DEMANT—HATT. Uit hef Deensch vertaald door M. D» 22» 13) We zotten den tocht voort maar het ren dier, dat den vorigeu avond gevallen was, was te zwak om een last te kunnen dragen, het werd niet in de rij gespannen maar mocht los meelopen. Het kon echter voort en werd later een prooi van de wolven. Als een enkel rendier of êen kleine groep wat afdwaalt van de kudde, staan ze aan zulk een aanval bloot. Het klonk opvroolijkend toen Sanne in den loop van den morgen „goe' suowa" riep, („daar ginds zie ik rook"). We waren allen wel moe, toen we stilhiel den bij de vroeger aangekomenen, die hun tenten reeds hadden opgeslagen. Jonna bracht de trekdieren bij de kudde, terwijl wij rondom een reeds aangemaakt vuur ons bij een ande re Lappenfamilic voegden, die even als wij rusten wou en eten, vóór ze aan den gang ging met het opzetten der hut In den namiddag zocht ik Sara en Nikki op, m; ar vond niemand thuis, wat zooals ge woonlijk te kennen werd gegeven door een stuk hout, dat van buiten tegen de tenafslui- ting was gezet Ze waren naar de kudde ge gaan. Wij keken even in de hut en voelden in de asclidie was koud, ze moesten dus al vroeg :e hut hebben verlaten. Den volgenden dag i Mcken ook Jonna en Sanna naar het om heinde rendierkamp, dat oen halve mijl ver lag Sam verlangdye daar te komen, hot was De Freiheit verwerpt de bewering, van den Franschen ministerpresident, dat de Duitsche regeering zich bedient, van de kwestie der krijgsgevangenen om ae openbare meening tegen de geallieerden en in het bijzonder te gen, Frankrijk op te zetten. Het blad schrijtt: „Het feit, dat de gevangenen in Frankrijk worden teruggehouden, is op zichzelf vol doende om het Duitsche volk op te wekken en ook Frankrijk zou de stemming moeten be grijpen, der iamilies, die dag in dag uit tever- geeis op den terugkeer hunner verwanten wachten. Zonder eenig toedoen van buiten maakte een groote veraittering zich van hen meester. Een jaar verliep na het staken der vijandelijkheden, bijna een half jaar na de onderteekening van het vredesverdrag en nog steeds smachten honderdduizenden ongeluk- kigen, die,— ook dit moet tegenover Cle menceau worden opgemerkt niet verant woordelijk zijn voor de oorlogsgebeurtenis sen, ver van hun land. Geheel op dezelfde wijze, wijst de Deutsche Algemeine Zeitung dit verwijt tegen de Duitsche regeeriug, af. De Kreuzzeitung, trekt uit de nota de leer, dat niet menschelijkheid, maar brutaliteit de betrekkingen der volkeren bepaalt, wanneer eenmaal de regelenden matigenden invloed uitgeschakeld is. Het blad noemt de nota door en door leu genachtig. De Deutsche Tagcszeitung meent, dat men aan den tooruigen en beleedigenden toon der nota het booze geweten bemerkt. Evenzoo verklaart 'it Berliner Tageblaitt, dat men ach ter de grofheid der nota persoonlijken toom 'kan waarnemen. Het blad gaat voort: „De heer Clemenceau is zeer geërgerd en toornig, waar hij zeer- goed gevoelt, dat wer kelijk fatsoenlijke menschen in de geheele be schaafde wedeld zijne houding in de krijgsge - vangenenkwestie onwaardig en weerzinwek kend vinden. Hij is geërgerd en toornig, daar hij ziet, dat deze handelwijze Frankrijk in de oógen der beschaafde menschen ten zeerste beviekt. Hij spreekt zooveel van barbaarsch- hcid en van geweten en de wereld krijgt de overtuiging, dat hij zelf nog geheel door bar- baarsche instincten behc&rscht wordt en dat zijn geweten ook eenigszins stom en doof is geworden. Hij verklaart opnieuw, dat Duitschland, vóór het begane onrecht weder is goedgemaakt, geen aanspraak kan maken weder in de gemeenschap der volkeren te meden en hij behoeft slechts neutrale braden te lezen behoeft slechts stemmen uit Zwit serland en andere landen te hooren, om te vernemen, hoe deze volkerengemeenschap over het thans door hem begane onrecht denkt. Clemenceau rekent het zich eenigszins als verdienste, of als medeverdienste aan, dat de Duitsche krijgsgevangenen door Engeland zijn vrijgelaten. Wie de onderhandelingen ge heel kent, weet, dat in Engeland en Amerika de dringende wensch bestond, het terugzen den zooveel 'mogelijk te bespoedigen en het wekt niet den indruk, als zou het initiatief van Clemenceau hiertoe buitengewoon heb ben bijgedragen. Voor de krijgsgevangenen en hunne familie zelf is het natuurlijk een buitengewoon groo- teU teleurstelling, dat de mannen, die reeds zoo vele jaren uit het vaderland weg zijn, mot in de gelegenheid gesteld worden hun Kerstfeest in eigen kring te vieren. STATEN-GENERAAL» TWEEDE KAMER. In, de avondvergadering van Dinsdag is dë 'land'bouvvbegro'oting afgehandeld. De eindstemming werd1 bepaald op morgen, Don derdag. er nu „als een markt." Lappen van verschil lende gemeentegroepen waren daar bijeen, om hun kudden te schiften en om te meiken Allen hadden levensmiddelen meegenomen en ook cenige bedekking voor den nacht, en zoo werd er langer dan een w-.ek in de open lucht gekampeerd. Zij, die zoo dichtbij woon den, als b.v. one gemeentegroep, gingen ech ter 's avonds meestal naar huis benalve de wachters natuurlijk, die moesten voortdurend op de been ijn of gereed elkaar af te lossen; ze hadden het nu niet bijzonder gemakkelijk daar er zoovclcn ziek waren. Btetar, die herstellende was, kon als wach ter nog geen dienst doen, hij hielp mee bij het werk, op het afgezette terrein, en daar het de honden streng verboden is binnen de om heining te komen, had Caeppe (Bietars hond) bevel gekregen bij mij in de hut te blijven. Maar hij was een saoi gezelschap. Hij zat den heeïen dag boven op den heuvel naast onze hut te huilen hij had daar het uitzicht over de groote moerassen waar men in de verte de vele Vuren kon zien glimmen en nu en dan geluiden van honden en rendieren hoorde. Iedere spier van den hond was ge reed tot het werk zijn oogen staarden en zijn ooren stonden gespannen als de haan van een geweer; als er een krachtige geluidgolf kwam van daar ginds, kromde de hond zijn klauwen in liet zand, als tot een sprong en blafte even erg bedroefd. Maar zoo'n hond heeft dressuur, hij gehoorzaamde het bevel, hij bleef bij onze hut.Als ik naar hem toe ging om hem te troosten, vloog hij kwispe lend op, maar zat dadelijk weer stil als een stcencn beeld en boorde zijn oogen in de verte op dat ééne levende punt. Toen liet gezamenlijk werk op het omhein de tererin was afgcloopcn en ieder voor zoo ver het mogelijk was zijn eigen dieren had gekregen, kwam dc kudde nu en dan bij ons terug ca werd op een hoogte dicht bij de Si- In de zitting van gisteren vroeg de heer Braat verlof tot een interpellatie over de tramstaking op de Zuid-Holl and'sche eilan den. Morgen zal op het verzoek worden be slist. iDe memoriepost voor subsidie der drama tische kunst werd vervolgens aangenomen met 42 tegen 41 stemmen. De Onderwijsbegrooting werd aangenomen met 78 tegen 2 stemman. Bijl de behandeling van de wijziging der HL Ó.-wet verklaarde de 'heer Kooien zich tegen de invoering van twee soorten van juristen. Hij wensohite handhaving van. den bestaanden toestand. In verband' daartnedë verklaarde hij zich tegen al'le amlendem'enten ter zake en1 ook te lgen het artikel zelf en diende hij een amende ment in om die promotie op stellingen te be houden. De minister bestreed het amendement. De heer Visser Van IJzerdoorn gevoelde ook voor het behOuden van promotie op stellingen. De heer S c h o k k i n g steunde den mi nister bijl diens eiseh van promotie op disser tatie ook voor juristen. De heeren Beumer, Dresselhuis en! Rutgers trokken'hun amendementen in ten gunste van het amendement-Kooien, dat nader door den minister werd1 bestreden doch aangenomen' werdi met 71 tegen 8 stem men. De M i uister trok, in verband met deze beslissing, het betreffende artikel in, zoodat ten aanzien van bevoegdheid en pro motie van juristen de toestand blijft zooals die is. De heer Veen lichtte het amendement toe, «n een bijdrage te geven van 3000 voor de jaarwedde van rectoren' van bijzonde re gymnasia en de bijdrage in de stich tings- kosten te verhoogen van 75 tót 90 pet. De heer Van Ravesteyn wilde de oprichting van bijzondëre gymnasia niet be vorderen. De heer Otto achtte het regeerings- voorstél royaal genoeg. De heer Van de Laar steunde het amendement De Minister zal, als in verband met salarissen- het subsidie onvoldoende blijkt, eene wijziging voorstellen-, terwijl een ander subsidiestelsel' wordt overwogen, gebaseerd op vergoeding' van een bepaald percentage der tofaal'kosten. Hei amendement in zake de stichtingskosten achtte hijl onaannemelijk. Als het werd' aangenomen), zou het ont werp- worden ingetrokken!. Aanneming van het andere amendement werd ook ontraden-, iDe beer Van Veen trok het stich tingskosten-amendement in. Dë Minister bracht eene -wijziging -aan, waardóór de vrije kwartieren meetellen bij berekening van hetsubsidie. Dë heer V a n V e e n trok ook het ande re amendement in. !Het amendement-Van- Veen1 om eventueel het batig saldo op dë exploitatie te bunnen dóen dienen tot delging van een nadeel ig sal do op- een volgend jaar, werd ingetrokken, o-p grond van een redactioneel bezwaar. Het amendement-Van Veen om den schoolbestu ren vrijheid in zake schoolgeldheffing te ver zekeren, werd! overgenomen. Hët amende- memt-Otto, naar aanleiding van dë overne ming ingediend, bedoelende te voorkomen, dal) bijzondere scholen gaan boven de school dër openbare gymnasia, werd verworpen met 30 'tegen 22 stemmien.- Overgenomen werd noig het amendement- Oud, om hem, die thans studócren voor het doctoraat in de staatswetenschap, gelegen heid 'te igeven alsnog examen daarvoor af te leggen. 'Hët amendement-K. 'ter Laan, om de be zitters van de middelbare taaiakten B., gele genheid ite 'geven, zonder verdere examens toe te laten tot -promotie, werd door -den mi nister ontraden. De stemming werd bepaald op Vrijdag. De vergadering werd verdaagd tot heden 1 uur. GEMENGD NIEUWS. da verzameld. Dan gingen de vrouwen daar heen om te melken. Waren er geen mannen genoeg, zoodat iedere melkster haar lasso werper had, die de rendieren ving en onder het melken vasthield, dan deden de vrouwen dat werk twee aan twee: de eene ving het dier, de andere melkte het. Ia dien tijd had den we voor de koffie altijd versche melk, en mochten soms met een lepel er van slurpen De melk, die in AugustusSeptember was gemolken, toen we nog niet op reis waren, had men met srcmsel vemengd en in een ren diermaag of rcndicrblaas te 'drogen gehan gen. Dc melk die men nu kreeg, werd.met uitzondering vaii de hoeveelheid die men versch opdronk of in de koffie gebruikte, in een „calms" (rendiermaag) of in een houten nap gegoten om te bevriezen. Later in den winter, als men melk voor de koffie noodig had, werd er een stuk afgehakt, Jn de koeke- pan boven het vuur wat ontdooid en dan met een lepeltje in de koffie gedaan Bij Abrantjakko, waar we nu onze hut had den, waren veel groepen van Lappen bijeen, maar de hutten lagen zoover van elkaar, dat 't een heële reis was, als men op bezoek ging Op een morgen, toen het nauwelijks licht was, werd Sara uitgehaald voor een geboor te in een van de verstgelcgen hutten. Daar boven, waar geen andere hulp'te krijgen is, helpen de vrouwen elkaar. Sara was een van de oudsten en had op dat gebied een rijke ervaring, zoodat men zeer gesteld was „op haar hulp. 't Is anders niet oo ongewoon, dat in die omstandigheden een vrouw door haar eigen man geholpen wordt, ja, zoo'n man wordt ook wel eens bij andere kraamvrou wen geroepen De Lappen hebben hun eigen methoden en eigen geneeswijze, 't gebeurt zel den, dat een vrouw, die moeder wordt, sterft. Ze brengt het kind staande ter wereld, eerst als het kind er is, mag ze liggen. Zoowel de moeder als het kind worden uitstekend vw- JACHT OP WILDE ZWIJNEN. Maandag en Dinsdag werden, op uitnoo- diging van den prins door het Gortelsche jachtgezelschap groote drijfjachten gehouden op grof wild in de omgeving van Gortel en Viersen. De gelederen der wilde varkens zijn aan zienlijk gedund. In totaal werden ongeveer 150 wilde zwijnen en 15 herten geschoten. Na de inspannende jacht vereenigden de deelnemers zich aan een gemeenschappelijken maaltijd in hotel Röge, te Het Loo. BEZOEK AAN FORT SPIJKERBOOR. Met toestemming van den minister van Oorloog, bezichtigden Maandag 1 December de Tweede-Kamerleden jhr. mr. dr. E. A. van Beresteyn en mr. P. J. Oud de inrichtingen tot het insluiten van krijgsraadarrestanten op het fort bij Spijkerboor. Kapitein-directeur (Loeffen leidde de heeren rond en verstrekte hun daarbij alle gewensch- te inlichtingen. VALSCHE BELGISCHE BANKBIL JETTEN. In den laatsten tijd komt het herhaaldelijk voor, dat vooral in de grensgemeenten in Zeeland valsche Belgische bankbiljetten van 1000 francs ter betaling worden aangeboden. Pogingen om den vervaardiger hiervan !n handen te krijgen hebben totnogtoe gel- Een belangrijk bedrag van dat geld suhijnt thans in omloop gébracht te zijn en de circu latie wordt door den smokkelhandel in de hand gewerkt. De meeste smokkeltransadies worden natuurlijk clandestien en dikwijls met onbekende personen afgesloten, zoodat, wan neer later blijkt dat het ontvangen geld waar deloos is, men nog geen voldoende aanwijzin gen heeft. Een zekere v. L. uit Vlissingen wordt gezocht. Hij is een gefailleerd sigaren handelaar, die in den laatsten tijd betrokken was bij den frauduleuzen uitvoer van -kaas en gedistilleerd. Te Brugge werd mede iu ver band met de uitgifte der biljetten de hande laar F. gearresteerd. KOSTWININIERVERGO EDING 'Nlar wttjl vernemen is van kracht gebleven dë bepaling, dat de militaire autoriteiten, be trokken bij het dóen van opgaven in verband mét dë kostwinnervergoeding aan 'de burge meesters igeene opgaven zuïlen verstrekken nopens de toelage, welke een- -dienstplichtige geniet wegens werkzaamheid als buitenge woon Kommies, alS hu ^gevangenbewaarder, of bij een quarantaine-inrichting aan de grens. KADEROPLEIDI'NG UIT DE MILITIE 'Gelijk bekend!, wordt thans een proef geno men met kaderopleiding uit de militie in ver korten ttenmïjto. Bijl het onlangs gehouden examen bij dë Xe infauterie-brigaée behaalde van de 90 can- dïdaten slechts 46-dien onderoffioiersramg. BEVORDERING. Bij het 21e reg. infanterie te Hoorn zijn bevorderd tot sergeant de mii'L korporaals: H Lijklema, H. Ligthart, C. J. Kuipers, J. Wou ters, Jl Zwart, P. Kool, 'NI. H. Koop P. San- tema, iH. Spannemberg, A. Koedóoder en- J. Hoekstra. EEN VRIENDELIJKE KAPITEIN. In den nacht van Dinsdag op Woensdag, omstreeks 12 uur, kwam bericht van den vuurtoren te Huisduinen, nabij Den Helder, dat in de richting van het Westgat een licht sein was opgemerkt. De reddingboot der Noord- en Zuid-Hollandsdhe Reddingmaat schappij werd aanstonds in gereedheid ge bracht ten einde hulp te bieden. Wegens het ruwe weer en het nachtelijk uur kostte het den schipper dier boot, den heer C. Bot, zeer veel moeite de noodige mannen bijeen te krij gen. Ten slotte gelukte het en de reddingboot voer omstreeks eén uur met een bemanning; bestaande uit J. Riedeman, P. de Jong, F. Kwast, A. Jonkman, A. Arend, J. Veenstra, M. van 't Hert, K. Gieling, J. van Dok, A Sieuwertsen en C. Bot, schipper. Op de plaats aangekomen vanwaar de lichtseinen waren opgemerkt, vond men daar in het Westgat een boot, de „Mannheim," die bereid achter haar anker lag in vlot water. Langszij komend, was de eerste begroeting van den gezagvoerder, dat hij niets met de mannen van de reddingboot wilde te maken hebben. Niemand hunner liet hij aan boord toe, zelfs mocht geen lijn worden vastge maakt, en ten slotte liepen de nog op de brug staande opvarenden allen weg, de redding boot en haar bemanning aan haar lot overla tend. Er zat dus voor de menschen niets anders op dan weder huiswaarts te gaan. De gezag voerder, die een loods had gevraagd, weiger de ook dezen te ontvangen, toen hij bij het aanbreken van den dag kwam opdagen. De buitengewoon hondsche ontvangst, die d~ - apitein den mannen van de redding boot, die niet meer deden dan voldoen aan een door hem zelf gedaan verzoek, bereidde, is frappant en mag hier wel eens vermeld ■/orden. Gelukkig komt een dergelijke behan deling zelden voor. Ook mag te dezer plaatse wel eens gewezen worden op de ongunstige omstandigheden, waarin de reddingboot van de N.- en Z.-Holl. Reddingmaatchappij verkeert. Bij de stran ding van de „Neptun II" was het de offid- eele reddingboot, die eerst arriveerde toen de redding was afgeloopen; ook thans vveer duurde het geruimen tijd voor de reddingboot kon uitzeilen. Hoewel men op verschillende andere stations de beschikking heeft over een motor-reddingboot, moet men het te Nieuwe- diep nog met een zeilbootje doen. Het ge volg daarvan is, dat men vaak bij ruw weer en uitteraard geschieden de reddingen het meest bij ruw weer zich van sleephulp moet verzekeren om terug te kunnen komen, waarmede tijd verloren gaat. En dat het soms om minuten te doen is, bewijst het geval van de „Neptun". Geen wonder dan ook, dat de mannen, die aangezocht werden om in de reddingboot plaats te nemen, daar niet erg op gesteld waren, en men heel wat moeite had een bemanning ervoor te vinden. En dan nog ontvangen te worden op de wijze zooals onze kapitein van de „Mannheim", is dubbel on aangenaam. Als pendant van het onder den titel „Een moeilijke redding" vermeldde leek ons dit ver haal wel de moeite van het opschrijven waard. (Hbld.) DE ZAAK TEGEN HET AANGtEr HOUDEIN' RAADSLID. Gemeld is, dat dë 'heer Blom, lid van den Raad van Schoten, door de op hem loopende vorderingen te voldoen!, zijn vrijheid 'heeft herkregen- Los van deze zaak was een actie van den heer Verkooy en andere gemeente raadsleden, die een voorstel bij den Raad pleegd. Meestal ligt de moeder een week of langer, maar natuurlijk zijn cr ook vrouwen, die denzelfden dag of na een paar dagen weer op de been komen; in Horjcdalen hoon de ik had een vrouw een para uur na de ge boorte van he kind koffie gekookt, voor haar schoonmoeder, die haar geholpen had, al had deze zich sterk daartegen verzet. Het gebeurt ook wel dat een vrouw haar kind ter wereld brengt, terwijl de troep onderweg is. Dan bergt ze het in de borstoocning van haar pelsjas cn zet den tocht voort, totdat er ge kampeerd wordt en ze rust cn verpleging, kan krijgen Dadelijk na de geboorte wordt het kind in warm water gebaad Het wasschen in een gewichtig deel van de kinderverpleging, maar het allergewichtigste is of was het tenminste voor" eenige jaren geleden dat het hoofd van een zuigeling mooi gevormd wordt. Dc Lappen zijn zeer gesteld op ron de hoofdvorm en 1 bij de eerste baden begint men met de bewerking. Niet allen verstaan het „hoofddrukken" even goed, maar Sara 'had het vergebracht in die kunst, ook haar moeder was er lmap in geweest. Het geschied de op achte manier; wie liet kind het eerst eeu bad gaf, drukte met de handen nek cn voorhoofd en slapen en trachtte zoo het hoofd zoo i'oud mogelijk tc vormen, dan bond men er een lap vast om heen, en later kreeg het kind een sluitend glad mutsje op van bont Nu dragen de kinderen een kapje van stof. Ook als de koude al vinnig is, krijgt de zui geling zijn bad en met zichtbaar genoegen 't geniet van 't warme water en van ae zeepaf- wassching. Als het kind zoo groot is gewor den, dat niet meer het heelc lichaam tot aan het hoofd in. het water kan zijn het was schen geschiedt in 'n koperen ketel dan wordt de rug of dat gedeelte vn het lichaam dat van hek vuur is afgekeerd, mat «en wol len doek bedekt, en de moeder gaat zóó staan, dat het kind tegen tocht beschut is. On der het baden staat de „gietka" (de wieg) schoon bij 't vuur, zoodat het lekker is voor 't kleintje er in te komen. De wieg wordt ge maakt van een uitgeholden dennenstam. Den nenhout is de lichtste houtsoort in het noor den. De „gietka" is ongeveer een meter lang. Smalle spijltjes van berkenhout worden half hoepelsgewijze over het hoofdeinde gebogen en vastgemaakt, dan wordt de heele wieg overtrokken met gelooid en geschoren ren- diervel. 's Winters wordt ze nog van een ex tra-overtrek voorzien, genaaid van witte pool- vosvcllen Tot onderlaag in de wieg wordt in deze noordelijke streken een soort mos ge bruikt, dat men in den zomer verzamelt, met berkenbost omhult en meesleept in een zak Het vuil geworden mos wordt verbrand en door een frissche laag vervangen. Daarpver sbreidt men schoone doeken. Is het heel koud, dan verwarmt men, terwijl het kind gewas- schen wordt, de wieg met een heeten steen. Een pclsjasje, gemaakt van het zachte vel yan pasgeboren rendicrkalfjes, wordt het kind over het bloote lijfje aangetrokken met de ha ren naar binnen. Zorgvuldig wordt het om geslagen als het kind in de wieg wordt ge legd. Het mag niet nat worden. Om beentjes en voetjes,wikkelt men een lapje bont en on der het hoofdje legt men een donzen kussen tje met een bont overtrek en daaroverheen een wit hazenvel. De armpjes worden kings het lichaam gestrekt en behalve in het pelsjasje pakt men het kind nog in oen grooten, zach- ten wollen doek. Dan wordt het overtrek van de wieg, dat van boven als twee kleppen over elkaar slaat, dicht gemaakt, en het kind ligt dan tot aan de kin geheel toegedekt. Van het hoofdeinde gaat een gevlochten band to.t aan het voeteinde waar het met een zilveren knoop vastgemakt en ook weer losgemaakt kan worden. (Wordt vervolgd). ALIMAiRSCHE Directeur: G H KRAK. Hoofdredacteur: T].. N. ADEMA.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1919 | | pagina 1