DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Wiet ög liippn op hst fiooglanfl,
5 6. 286.
Honderd sen en twintigste 'Jaargang
1919
DONDEBDAG
4 DECEMBER
F B HifcBTOH.
an Uammatb*.iaat art 2.
Abonnementsprijs bij vooruitbetaling per 3 maanden I 2,00, franco por post 1 2,50 Bewijsnummers 5 ct. Advertentieprijs 20 ct. per regel, grootere letters naar plaatsruimte.
Brieven franco N V Boek- en Handelsdrukkerij v/h. Harms Coster Zoon, Voordam e 9, Telef. Administratie Nr. 3. Redactfe Nr. 33.
BÜITf NLANDSCH overzicht,
De Duitsche egeering stelt er prijs op de
door haar van de zijde der geallieerden ont
vangen nota's zoo volledig mogelijk open
baar te maken.
Zij publiceert thans de nota der Entente
over de veiligheidspolitie en de burgerwach
ten waarin uiteengezet*wordt, dat de Gealli
eerden irieenen op te merken dat de Duitsche
regoering sir 3 eenigen tijd bezig is met het
voorbereiden i uitvoeren van ae organisatie
van zijn militaire strijdkrachten.
De veiligheidspolitie welke men in Duitsch-
land vormt draagt", naar de Entente uiteen
zet alle ken teekenen van het in waarde gelijk
staan met uitgelezen militaire strijdkrachten.
Deze worden beheerd ui aangevoerd door
uit militairen gevormde staven en de forma
ties dragen dus een' karakter dat in strijd is
met hun z.g.n. .politie-bestemming.
Bovendien vormt Duitschland onder den
naam van „omstaudigheidsvrijwilligers" en
„burgerwacht" reserves die een militair ca
chet dragen. Deze organisaties zijn in tegen
spraak met dé%ilitaire bepalingen en vooral
met artikel 17? van het vredesverdrag.
De maatregë'ien kunnen worden uitgelegd
als een uitvloeisel van de bedoeling der Duit
sche regeering om het verdrag niet na te
komen en moeten daarom onverwijld worden
ingetrokken in ieder geval zoodanig, dat bij
het van ki-rht worden van het verdrag de
z.g. politietroeren verminderd zijn tot op de
sterkte, die in l:et verdrag is bepaald en een
organisatie hebben verkregen, die met hun
karakter van veldwacht en gemeentepolitie
overeenstemt, en dat de staven, dié gevormd
zijn, boven het in het verdrag toegestane aan
tal, evenals de reserveorganisaties opgeheven
worden.
Het is begrijpelijk, dat men in Duitschland
tegen deze nota protesteert.
Officieus wordt verklaard dat in tegen
spraak met dë aantijging der Geallieerden
de vermindering van de legersterkte tot de in
het verdrag voorgeschreven 200.000 man in
vollen gang is.
De besprol en organisaties zijn politiever-
eenigingeu wier noodzakelijkheid voor het
handhaven der openbare orde reeds maanden
geleden officieel aan de entente is medege
deeld-
De vraag in hoeverre de getroffen maat
regelen in strijd zijn met het vredesverdrag
zal in ieder geval na de aanstelling van de
door dat verdrag ingestelde controlecommis
sie moeten worden opgehelderd.
Het zou alleen gewenscht zijn dat de be
sprekingen daarover al eerder plaats vonden.
Men gaat dus in Duitschland van de ge
dachte uit dat de Entente nog geenszins be
voegd is de voogdij over den verslagen tegen
standen op zoo scherpe wijze uit te oefenen,
dat deze niet eens bevoegd zou zijn zijn eigen
noodzakelijk geoordeelde politiemaatregelen
te nemen.
Ook over de nota van Clemenceau, betreft
fende de krijgsgevangenen is men iu Duitsch-
lan buitengewoon slecht te spreken.
De Vorwarts verklaart, dat het geen kunst
stuk is, wanneer men advocaat is en een ge
wonnen oorlog met een gewelddadig vredes
verdrag heeft doen eindigen, dit verdrag, het
welk tot alles machtigt, te benutten als recht
vaardiging van eene schande voor de bescha
ving. Het onrecht van Clemenceau, begint
daar, waar hij er de moraal in te pas brengt.
Hij doet het niet eens verstandig, want als hij
zegt dat hij de krijgsgevangenen niet als
middel wil aanwenden, om druk uit te oefe
nen, komt hij reeds op den volgenden regel
met zichzelf in tegenspraak.
Een beschrijving van het dagelïj&sclt noma
denleven, zooals het gezien eo meegemaakt
werd dóór ae schrijfster c*
EMÏUE DEMANT—HATT.
Uit hef Deensch vertaald door M. D» 22»
13)
We zotten den tocht voort maar het ren
dier, dat den vorigeu avond gevallen was,
was te zwak om een last te kunnen dragen,
het werd niet in de rij gespannen maar mocht
los meelopen. Het kon echter voort en werd
later een prooi van de wolven. Als een enkel
rendier of êen kleine groep wat afdwaalt van
de kudde, staan ze aan zulk een aanval bloot.
Het klonk opvroolijkend toen Sanne in den
loop van den morgen „goe' suowa" riep,
(„daar ginds zie ik rook").
We waren allen wel moe, toen we stilhiel
den bij de vroeger aangekomenen, die hun
tenten reeds hadden opgeslagen. Jonna bracht
de trekdieren bij de kudde, terwijl wij rondom
een reeds aangemaakt vuur ons bij een ande
re Lappenfamilic voegden, die even als wij
rusten wou en eten, vóór ze aan den gang
ging met het opzetten der hut
In den namiddag zocht ik Sara en Nikki
op, m; ar vond niemand thuis, wat zooals ge
woonlijk te kennen werd gegeven door een
stuk hout, dat van buiten tegen de tenafslui-
ting was gezet Ze waren naar de kudde ge
gaan.
Wij keken even in de hut en voelden in de
asclidie was koud, ze moesten dus al vroeg
:e hut hebben verlaten. Den volgenden dag
i Mcken ook Jonna en Sanna naar het om
heinde rendierkamp, dat oen halve mijl ver
lag Sam verlangdye daar te komen, hot was
De Freiheit verwerpt de bewering, van den
Franschen ministerpresident, dat de Duitsche
regeering zich bedient, van de kwestie der
krijgsgevangenen om ae openbare meening
tegen de geallieerden en in het bijzonder te
gen, Frankrijk op te zetten. Het blad schrijtt:
„Het feit, dat de gevangenen in Frankrijk
worden teruggehouden, is op zichzelf vol
doende om het Duitsche volk op te wekken en
ook Frankrijk zou de stemming moeten be
grijpen, der iamilies, die dag in dag uit tever-
geeis op den terugkeer hunner verwanten
wachten. Zonder eenig toedoen van buiten
maakte een groote veraittering zich van hen
meester. Een jaar verliep na het staken der
vijandelijkheden, bijna een half jaar na de
onderteekening van het vredesverdrag en nog
steeds smachten honderdduizenden ongeluk-
kigen, die,— ook dit moet tegenover Cle
menceau worden opgemerkt niet verant
woordelijk zijn voor de oorlogsgebeurtenis
sen, ver van hun land. Geheel op dezelfde
wijze, wijst de Deutsche Algemeine Zeitung
dit verwijt tegen de Duitsche regeeriug, af.
De Kreuzzeitung, trekt uit de nota de leer,
dat niet menschelijkheid, maar brutaliteit de
betrekkingen der volkeren bepaalt, wanneer
eenmaal de regelenden matigenden invloed
uitgeschakeld is.
Het blad noemt de nota door en door leu
genachtig.
De Deutsche Tagcszeitung meent, dat men
aan den tooruigen en beleedigenden toon der
nota het booze geweten bemerkt. Evenzoo
verklaart 'it Berliner Tageblaitt, dat men ach
ter de grofheid der nota persoonlijken toom
'kan waarnemen. Het blad gaat voort:
„De heer Clemenceau is zeer geërgerd en
toornig, waar hij zeer- goed gevoelt, dat wer
kelijk fatsoenlijke menschen in de geheele be
schaafde wedeld zijne houding in de krijgsge -
vangenenkwestie onwaardig en weerzinwek
kend vinden. Hij is geërgerd en toornig, daar
hij ziet, dat deze handelwijze Frankrijk in de
oógen der beschaafde menschen ten zeerste
beviekt. Hij spreekt zooveel van barbaarsch-
hcid en van geweten en de wereld krijgt de
overtuiging, dat hij zelf nog geheel door bar-
baarsche instincten behc&rscht wordt en dat
zijn geweten ook eenigszins stom en doof is
geworden. Hij verklaart opnieuw, dat
Duitschland, vóór het begane onrecht weder
is goedgemaakt, geen aanspraak kan maken
weder in de gemeenschap der volkeren te
meden en hij behoeft slechts neutrale braden
te lezen behoeft slechts stemmen uit Zwit
serland en andere landen te hooren, om te
vernemen, hoe deze volkerengemeenschap
over het thans door hem begane onrecht
denkt. Clemenceau rekent het zich eenigszins
als verdienste, of als medeverdienste aan, dat
de Duitsche krijgsgevangenen door Engeland
zijn vrijgelaten. Wie de onderhandelingen ge
heel kent, weet, dat in Engeland en Amerika
de dringende wensch bestond, het terugzen
den zooveel 'mogelijk te bespoedigen en het
wekt niet den indruk, als zou het initiatief
van Clemenceau hiertoe buitengewoon heb
ben bijgedragen.
Voor de krijgsgevangenen en hunne familie
zelf is het natuurlijk een buitengewoon groo-
teU teleurstelling, dat de mannen, die reeds
zoo vele jaren uit het vaderland weg zijn,
mot in de gelegenheid gesteld worden hun
Kerstfeest in eigen kring te vieren.
STATEN-GENERAAL»
TWEEDE KAMER.
In, de avondvergadering van Dinsdag is
dë 'land'bouvvbegro'oting afgehandeld. De
eindstemming werd1 bepaald op morgen, Don
derdag.
er nu „als een markt." Lappen van verschil
lende gemeentegroepen waren daar bijeen,
om hun kudden te schiften en om te meiken
Allen hadden levensmiddelen meegenomen
en ook cenige bedekking voor den nacht, en
zoo werd er langer dan een w-.ek in de open
lucht gekampeerd. Zij, die zoo dichtbij woon
den, als b.v. one gemeentegroep, gingen ech
ter 's avonds meestal naar huis benalve de
wachters natuurlijk, die moesten voortdurend
op de been ijn of gereed elkaar af te lossen;
ze hadden het nu niet bijzonder gemakkelijk
daar er zoovclcn ziek waren.
Btetar, die herstellende was, kon als wach
ter nog geen dienst doen, hij hielp mee bij
het werk, op het afgezette terrein, en daar het
de honden streng verboden is binnen de om
heining te komen, had Caeppe (Bietars hond)
bevel gekregen bij mij in de hut te blijven.
Maar hij was een saoi gezelschap. Hij zat
den heeïen dag boven op den heuvel naast
onze hut te huilen hij had daar het uitzicht
over de groote moerassen waar men in de
verte de vele Vuren kon zien glimmen en nu
en dan geluiden van honden en rendieren
hoorde. Iedere spier van den hond was ge
reed tot het werk zijn oogen staarden en zijn
ooren stonden gespannen als de haan van
een geweer; als er een krachtige geluidgolf
kwam van daar ginds, kromde de hond zijn
klauwen in liet zand, als tot een sprong en
blafte even erg bedroefd. Maar zoo'n hond
heeft dressuur, hij gehoorzaamde het bevel,
hij bleef bij onze hut.Als ik naar hem toe
ging om hem te troosten, vloog hij kwispe
lend op, maar zat dadelijk weer stil als een
stcencn beeld en boorde zijn oogen in de
verte op dat ééne levende punt.
Toen liet gezamenlijk werk op het omhein
de tererin was afgcloopcn en ieder voor zoo
ver het mogelijk was zijn eigen dieren had
gekregen, kwam dc kudde nu en dan bij ons
terug ca werd op een hoogte dicht bij de Si-
In de zitting van gisteren vroeg de heer
Braat verlof tot een interpellatie over de
tramstaking op de Zuid-Holl and'sche eilan
den. Morgen zal op het verzoek worden be
slist.
iDe memoriepost voor subsidie der drama
tische kunst werd vervolgens aangenomen
met 42 tegen 41 stemmen.
De Onderwijsbegrooting werd aangenomen
met 78 tegen 2 stemman.
Bijl de behandeling van de wijziging der
HL Ó.-wet verklaarde de 'heer Kooien
zich tegen de invoering van twee soorten van
juristen. Hij wensohite handhaving van. den
bestaanden toestand.
In verband' daartnedë verklaarde hij zich
tegen al'le amlendem'enten ter zake en1 ook te
lgen het artikel zelf en diende hij een amende
ment in om die promotie op stellingen te be
houden.
De minister bestreed het amendement.
De heer Visser Van IJzerdoorn
gevoelde ook voor het behOuden van promotie
op stellingen.
De heer S c h o k k i n g steunde den mi
nister bijl diens eiseh van promotie op disser
tatie ook voor juristen.
De heeren Beumer, Dresselhuis
en! Rutgers trokken'hun amendementen
in ten gunste van het amendement-Kooien,
dat nader door den minister werd1 bestreden
doch aangenomen' werdi met 71 tegen 8 stem
men. De M i uister trok, in verband met
deze beslissing, het betreffende artikel in,
zoodat ten aanzien van bevoegdheid en pro
motie van juristen de toestand blijft zooals
die is.
De heer Veen lichtte het amendement
toe, «n een bijdrage te geven van 3000
voor de jaarwedde van rectoren' van bijzonde
re gymnasia en de bijdrage in de stich tings-
kosten te verhoogen van 75 tót 90 pet.
De heer Van Ravesteyn wilde de
oprichting van bijzondëre gymnasia niet be
vorderen.
De heer Otto achtte het regeerings-
voorstél royaal genoeg.
De heer Van de Laar steunde het
amendement
De Minister zal, als in verband met
salarissen- het subsidie onvoldoende blijkt,
eene wijziging voorstellen-, terwijl een ander
subsidiestelsel' wordt overwogen, gebaseerd
op vergoeding' van een bepaald percentage
der tofaal'kosten. Hei amendement in zake
de stichtingskosten achtte hijl onaannemelijk.
Als het werd' aangenomen), zou het ont
werp- worden ingetrokken!. Aanneming van
het andere amendement werd ook ontraden-,
iDe beer Van Veen trok het stich
tingskosten-amendement in.
Dë Minister bracht eene -wijziging
-aan, waardóór de vrije kwartieren meetellen
bij berekening van hetsubsidie.
Dë heer V a n V e e n trok ook het ande
re amendement in.
!Het amendement-Van- Veen1 om eventueel
het batig saldo op dë exploitatie te bunnen
dóen dienen tot delging van een nadeel ig sal
do op- een volgend jaar, werd ingetrokken,
o-p grond van een redactioneel bezwaar. Het
amendement-Van Veen om den schoolbestu
ren vrijheid in zake schoolgeldheffing te ver
zekeren, werd! overgenomen. Hët amende-
memt-Otto, naar aanleiding van dë overne
ming ingediend, bedoelende te voorkomen,
dal) bijzondere scholen gaan boven de school
dër openbare gymnasia, werd verworpen met
30 'tegen 22 stemmien.-
Overgenomen werd noig het amendement-
Oud, om hem, die thans studócren voor het
doctoraat in de staatswetenschap, gelegen
heid 'te igeven alsnog examen daarvoor af te
leggen.
'Hët amendement-K. 'ter Laan, om de be
zitters van de middelbare taaiakten B., gele
genheid ite 'geven, zonder verdere examens
toe te laten tot -promotie, werd door -den mi
nister ontraden.
De stemming werd bepaald op Vrijdag.
De vergadering werd verdaagd tot heden
1 uur.
GEMENGD NIEUWS.
da verzameld. Dan gingen de vrouwen daar
heen om te melken. Waren er geen mannen
genoeg, zoodat iedere melkster haar lasso
werper had, die de rendieren ving en onder
het melken vasthield, dan deden de vrouwen
dat werk twee aan twee: de eene ving het
dier, de andere melkte het. Ia dien tijd had
den we voor de koffie altijd versche melk, en
mochten soms met een lepel er van slurpen
De melk, die in AugustusSeptember was
gemolken, toen we nog niet op reis waren,
had men met srcmsel vemengd en in een ren
diermaag of rcndicrblaas te 'drogen gehan
gen. Dc melk die men nu kreeg, werd.met
uitzondering vaii de hoeveelheid die men
versch opdronk of in de koffie gebruikte, in
een „calms" (rendiermaag) of in een houten
nap gegoten om te bevriezen. Later in den
winter, als men melk voor de koffie noodig
had, werd er een stuk afgehakt, Jn de koeke-
pan boven het vuur wat ontdooid en dan met
een lepeltje in de koffie gedaan
Bij Abrantjakko, waar we nu onze hut had
den, waren veel groepen van Lappen bijeen,
maar de hutten lagen zoover van elkaar, dat
't een heële reis was, als men op bezoek ging
Op een morgen, toen het nauwelijks licht
was, werd Sara uitgehaald voor een geboor
te in een van de verstgelcgen hutten. Daar
boven, waar geen andere hulp'te krijgen is,
helpen de vrouwen elkaar. Sara was een van
de oudsten en had op dat gebied een rijke
ervaring, zoodat men zeer gesteld was „op
haar hulp. 't Is anders niet oo ongewoon, dat
in die omstandigheden een vrouw door haar
eigen man geholpen wordt, ja, zoo'n man
wordt ook wel eens bij andere kraamvrou
wen geroepen De Lappen hebben hun eigen
methoden en eigen geneeswijze, 't gebeurt zel
den, dat een vrouw, die moeder wordt, sterft.
Ze brengt het kind staande ter wereld, eerst
als het kind er is, mag ze liggen. Zoowel de
moeder als het kind worden uitstekend vw-
JACHT OP WILDE ZWIJNEN.
Maandag en Dinsdag werden, op uitnoo-
diging van den prins door het Gortelsche
jachtgezelschap groote drijfjachten gehouden
op grof wild in de omgeving van Gortel en
Viersen.
De gelederen der wilde varkens zijn aan
zienlijk gedund. In totaal werden ongeveer
150 wilde zwijnen en 15 herten geschoten.
Na de inspannende jacht vereenigden de
deelnemers zich aan een gemeenschappelijken
maaltijd in hotel Röge, te Het Loo.
BEZOEK AAN FORT SPIJKERBOOR.
Met toestemming van den minister van
Oorloog, bezichtigden Maandag 1 December
de Tweede-Kamerleden jhr. mr. dr. E. A. van
Beresteyn en mr. P. J. Oud de inrichtingen tot
het insluiten van krijgsraadarrestanten op het
fort bij Spijkerboor.
Kapitein-directeur (Loeffen leidde de heeren
rond en verstrekte hun daarbij alle gewensch-
te inlichtingen.
VALSCHE BELGISCHE BANKBIL
JETTEN.
In den laatsten tijd komt het herhaaldelijk
voor, dat vooral in de grensgemeenten in
Zeeland valsche Belgische bankbiljetten van
1000 francs ter betaling worden aangeboden.
Pogingen om den vervaardiger hiervan !n
handen te krijgen hebben totnogtoe gel-
Een belangrijk bedrag van dat geld suhijnt
thans in omloop gébracht te zijn en de circu
latie wordt door den smokkelhandel in de
hand gewerkt. De meeste smokkeltransadies
worden natuurlijk clandestien en dikwijls met
onbekende personen afgesloten, zoodat, wan
neer later blijkt dat het ontvangen geld waar
deloos is, men nog geen voldoende aanwijzin
gen heeft. Een zekere v. L. uit Vlissingen
wordt gezocht. Hij is een gefailleerd sigaren
handelaar, die in den laatsten tijd betrokken
was bij den frauduleuzen uitvoer van -kaas en
gedistilleerd. Te Brugge werd mede iu ver
band met de uitgifte der biljetten de hande
laar F. gearresteerd.
KOSTWININIERVERGO EDING
'Nlar wttjl vernemen is van kracht gebleven
dë bepaling, dat de militaire autoriteiten, be
trokken bij het dóen van opgaven in verband
mét dë kostwinnervergoeding aan 'de burge
meesters igeene opgaven zuïlen verstrekken
nopens de toelage, welke een- -dienstplichtige
geniet wegens werkzaamheid als buitenge
woon Kommies, alS hu ^gevangenbewaarder,
of bij een quarantaine-inrichting aan de
grens.
KADEROPLEIDI'NG UIT DE MILITIE
'Gelijk bekend!, wordt thans een proef geno
men met kaderopleiding uit de militie in ver
korten ttenmïjto.
Bijl het onlangs gehouden examen bij dë Xe
infauterie-brigaée behaalde van de 90 can-
dïdaten slechts 46-dien onderoffioiersramg.
BEVORDERING.
Bij het 21e reg. infanterie te Hoorn zijn
bevorderd tot sergeant de mii'L korporaals: H
Lijklema, H. Ligthart, C. J. Kuipers, J. Wou
ters, Jl Zwart, P. Kool, 'NI. H. Koop P. San-
tema, iH. Spannemberg, A. Koedóoder en- J.
Hoekstra.
EEN VRIENDELIJKE KAPITEIN.
In den nacht van Dinsdag op Woensdag,
omstreeks 12 uur, kwam bericht van den
vuurtoren te Huisduinen, nabij Den Helder,
dat in de richting van het Westgat een licht
sein was opgemerkt. De reddingboot der
Noord- en Zuid-Hollandsdhe Reddingmaat
schappij werd aanstonds in gereedheid ge
bracht ten einde hulp te bieden. Wegens het
ruwe weer en het nachtelijk uur kostte het
den schipper dier boot, den heer C. Bot, zeer
veel moeite de noodige mannen bijeen te krij
gen. Ten slotte gelukte het en de reddingboot
voer omstreeks eén uur met een bemanning;
bestaande uit J. Riedeman, P. de Jong, F.
Kwast, A. Jonkman, A. Arend, J. Veenstra,
M. van 't Hert, K. Gieling, J. van Dok, A
Sieuwertsen en C. Bot, schipper.
Op de plaats aangekomen vanwaar de
lichtseinen waren opgemerkt, vond men daar
in het Westgat een boot, de „Mannheim," die
bereid achter haar anker lag in vlot water.
Langszij komend, was de eerste begroeting
van den gezagvoerder, dat hij niets met de
mannen van de reddingboot wilde te maken
hebben. Niemand hunner liet hij aan boord
toe, zelfs mocht geen lijn worden vastge
maakt, en ten slotte liepen de nog op de brug
staande opvarenden allen weg, de redding
boot en haar bemanning aan haar lot overla
tend.
Er zat dus voor de menschen niets anders
op dan weder huiswaarts te gaan. De gezag
voerder, die een loods had gevraagd, weiger
de ook dezen te ontvangen, toen hij bij het
aanbreken van den dag kwam opdagen.
De buitengewoon hondsche ontvangst, die
d~ - apitein den mannen van de redding
boot, die niet meer deden dan voldoen aan
een door hem zelf gedaan verzoek, bereidde,
is frappant en mag hier wel eens vermeld
■/orden. Gelukkig komt een dergelijke behan
deling zelden voor.
Ook mag te dezer plaatse wel eens gewezen
worden op de ongunstige omstandigheden,
waarin de reddingboot van de N.- en Z.-Holl.
Reddingmaatchappij verkeert. Bij de stran
ding van de „Neptun II" was het de offid-
eele reddingboot, die eerst arriveerde toen de
redding was afgeloopen; ook thans vveer
duurde het geruimen tijd voor de reddingboot
kon uitzeilen. Hoewel men op verschillende
andere stations de beschikking heeft over een
motor-reddingboot, moet men het te Nieuwe-
diep nog met een zeilbootje doen. Het ge
volg daarvan is, dat men vaak bij ruw weer
en uitteraard geschieden de reddingen het
meest bij ruw weer zich van sleephulp
moet verzekeren om terug te kunnen komen,
waarmede tijd verloren gaat. En dat het
soms om minuten te doen is, bewijst het geval
van de „Neptun". Geen wonder dan ook, dat
de mannen, die aangezocht werden om in de
reddingboot plaats te nemen, daar niet erg
op gesteld waren, en men heel wat moeite had
een bemanning ervoor te vinden. En dan nog
ontvangen te worden op de wijze zooals onze
kapitein van de „Mannheim", is dubbel on
aangenaam.
Als pendant van het onder den titel „Een
moeilijke redding" vermeldde leek ons dit ver
haal wel de moeite van het opschrijven waard.
(Hbld.)
DE ZAAK TEGEN HET AANGtEr
HOUDEIN' RAADSLID.
Gemeld is, dat dë 'heer Blom, lid van den
Raad van Schoten, door de op hem loopende
vorderingen te voldoen!, zijn vrijheid 'heeft
herkregen- Los van deze zaak was een actie
van den heer Verkooy en andere gemeente
raadsleden, die een voorstel bij den Raad
pleegd. Meestal ligt de moeder een week of
langer, maar natuurlijk zijn cr ook vrouwen,
die denzelfden dag of na een paar dagen
weer op de been komen; in Horjcdalen hoon
de ik had een vrouw een para uur na de ge
boorte van he kind koffie gekookt, voor haar
schoonmoeder, die haar geholpen had, al had
deze zich sterk daartegen verzet. Het gebeurt
ook wel dat een vrouw haar kind ter wereld
brengt, terwijl de troep onderweg is. Dan
bergt ze het in de borstoocning van haar
pelsjas cn zet den tocht voort, totdat er ge
kampeerd wordt en ze rust cn verpleging, kan
krijgen
Dadelijk na de geboorte wordt het kind in
warm water gebaad Het wasschen in een
gewichtig deel van de kinderverpleging,
maar het allergewichtigste is of was het
tenminste voor" eenige jaren geleden dat
het hoofd van een zuigeling mooi gevormd
wordt. Dc Lappen zijn zeer gesteld op ron
de hoofdvorm en 1 bij de eerste baden begint
men met de bewerking. Niet allen verstaan
het „hoofddrukken" even goed, maar Sara
'had het vergebracht in die kunst, ook haar
moeder was er lmap in geweest. Het geschied
de op achte manier; wie liet kind het eerst
eeu bad gaf, drukte met de handen nek cn
voorhoofd en slapen en trachtte zoo het
hoofd zoo i'oud mogelijk tc vormen, dan bond
men er een lap vast om heen, en later kreeg
het kind een sluitend glad mutsje op van
bont Nu dragen de kinderen een kapje van
stof.
Ook als de koude al vinnig is, krijgt de zui
geling zijn bad en met zichtbaar genoegen
't geniet van 't warme water en van ae zeepaf-
wassching. Als het kind zoo groot is gewor
den, dat niet meer het heelc lichaam tot aan
het hoofd in. het water kan zijn het was
schen geschiedt in 'n koperen ketel dan
wordt de rug of dat gedeelte vn het lichaam
dat van hek vuur is afgekeerd, mat «en wol
len doek bedekt, en de moeder gaat zóó
staan, dat het kind tegen tocht beschut is. On
der het baden staat de „gietka" (de wieg)
schoon bij 't vuur, zoodat het lekker is voor
't kleintje er in te komen. De wieg wordt ge
maakt van een uitgeholden dennenstam. Den
nenhout is de lichtste houtsoort in het noor
den. De „gietka" is ongeveer een meter lang.
Smalle spijltjes van berkenhout worden half
hoepelsgewijze over het hoofdeinde gebogen
en vastgemaakt, dan wordt de heele wieg
overtrokken met gelooid en geschoren ren-
diervel. 's Winters wordt ze nog van een ex
tra-overtrek voorzien, genaaid van witte pool-
vosvcllen Tot onderlaag in de wieg wordt in
deze noordelijke streken een soort mos ge
bruikt, dat men in den zomer verzamelt, met
berkenbost omhult en meesleept in een zak
Het vuil geworden mos wordt verbrand en
door een frissche laag vervangen. Daarpver
sbreidt men schoone doeken. Is het heel koud,
dan verwarmt men, terwijl het kind gewas-
schen wordt, de wieg met een heeten steen.
Een pclsjasje, gemaakt van het zachte vel yan
pasgeboren rendicrkalfjes, wordt het kind
over het bloote lijfje aangetrokken met de ha
ren naar binnen. Zorgvuldig wordt het om
geslagen als het kind in de wieg wordt ge
legd. Het mag niet nat worden. Om beentjes
en voetjes,wikkelt men een lapje bont en on
der het hoofdje legt men een donzen kussen
tje met een bont overtrek en daaroverheen een
wit hazenvel. De armpjes worden kings het
lichaam gestrekt en behalve in het pelsjasje
pakt men het kind nog in oen grooten, zach-
ten wollen doek. Dan wordt het overtrek van
de wieg, dat van boven als twee kleppen over
elkaar slaat, dicht gemaakt, en het kind ligt
dan tot aan de kin geheel toegedekt. Van het
hoofdeinde gaat een gevlochten band to.t aan
het voeteinde waar het met een zilveren
knoop vastgemakt en ook weer losgemaakt
kan worden.
(Wordt vervolgd).
ALIMAiRSCHE
Directeur: G H KRAK.
Hoofdredacteur: T].. N. ADEMA.