DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN
FT# 288.
Honderd een en twintigste Jaargang.
1911)
ZATERDAG
6 DECEMBER
Uit den Alkmaarschen Raad.
0It nuRimir bsstaat Ult 3 bladen
Abonnementsprijs bl] vooruitbetaling por 3 maanden f 2,00, franco per post f 2,50. Bewijsnummers 5 ct. Advertentieprijs 20 ct. per regel, grootore letters naar plaatsruimte.
Brieven franse N V. Beek» en Handelsdrukkerij v/h. Harms. Coster Zoon, Voordam C O, Telef. Administratie Nr. 3. Redactie Nr. 33.
Directeur: O. H KRAK. Hoofdredacteur: T|. H ADEMA,
Het ia wel een zeer bijzondere raadsverga
dering geweest, waarvan wij ditmaal een
overzicht achrijvcn
Zelden waa de agenda zoo kort cn zelden
ook ia de belangstelling voor wat zich in de
vergaderzaal onzer vroedschap afspeelde, zoo
groot geweest.
Nog voor weinige weken hebben wij bij
het afscheid van burgemeester Ripping de
raadszaal gevuld gezien met mannen en vrou
wen uit alle kringen onzer burgerij en in de
jongste raadsvergadering wera opnieuw van
belangstelling in het hoold der gemeente
blijk gegeven, toen de heer Wendelaar door
deh oudsten wethouder als burgemeester van
Alkmaar geïnstalleerd werd.
Onzen indruk van deze installatie-vergade
ring weer te geven is zeer zeker An aange
name taak.
Want daardoor zijn wij in de gelegenheid
nog eens duidelijk in het licht te stellen, dat
Alkmaar'» burgerij den nieuwen burgemees
ter mot uitgestoken hand het welkom heeft
toegeroepen en dat de eerste kennismaking
aan beide zijden blijkbaar een hoogst aange
nomen indruk heeit gevestigd.
Wanneer wij van de installatie van een bur-
f«meester spieken, dan denken wij onwille-
curig terug aan de talrijke installaties in
Srootcre cn kleinere gemeenten, die wij in
en loop van vroegere journalistieke jaren
hebben meegemaakt.
Dan komt in onze herinnering weer de
feestelijke ontvangst van een burgemeester en
zijn familie aan de grens der gemeente, dan
zien wij weer den stoet van rijtuigen, de eere-
wacht ie voet of te paard, dc uit alle huizen
wapperende driekleur cn hooren wij weer de
vroolijke tonen der muziekcorpsen, die den
fecalclijken stoet naar het gemeentehuis
vooraf plachtten te gaan.
Wanneer wij ons die installaties weer voor
den geest halen, dan treft ons onwillekeurig
de, laten wij het noemen, cenigsziris koele
ontvangst, die den heer Wendelaar bij zijn
aankomst in onze gemeente op den installatie-
morgen ten deel Is gevsllen.
Geen ecrcwacht, geen muziek, geen vlag
gen, zelfs niet de driekleur uit het gemeente
huis en op het perron bij het binnenatoomen
van den trein slechts een stadhuisbode voor
het in ontvangst nemen van de bagage en
het overbrengen van de mededcellng, dat bui
ten het station een rijtuigje op het plechtiglijk
te installecren hoofd onzer gemeente stond te
wachten.
Wij willen hier even over spreken, omdat
het ons gebleken is, dat vele gemeentenaren
zich ten hoogste over een dergelijke ontvangst
hebben verbaasd en er een nalatigheid vau
het gemeentebestuur in gezien hebben.
Maar juist om dezeit verkeerden indruk
weg te nemen, is het noodig er even aan t*
herinneren, dat de ontvangst zooals zij tjians
aan het station heeft plaats gevonden, tn
overleg met den heer Wendelaar geschied is,
dat zij geenszins aan onverschilligheid of na
latigheid i» te wijten, maar dat rekening
werd gehouden met de omstandigheid, dat de
familie Wendelaar nog tn den rouw over den
tragischen dood van een familielid verkeert
en er daaront prijsatelde, dat de ontvangst
een zoo eenvoudig mogeljjk karakter zou
dragen
Dat er in werkelijkheid wel belangstelling
voor dc installatie van den nieuw benoemden
burgemeester was, dat de burgerij van Alk
maar er haar volle aandacht aan geschonken
heeft, dat heeft de ontvangst ten stadhuize
bewezen en het ia de plechtigheid in de
raadszaal geweest, die in de gegeven omstan
digheden clan ook de kern van deze inhuldi
ging heeft moeten vormen.
De geheel gevulde raadszaal, de aanwezig
heid van de familieleden van den heer en me
vrouw Wendelaar, van vrijwel alle raadsle
den en van allen die ambtelijk of persoonlijk
met den burgemeester in contact zullen ko
men, zal bij het nieuwe hoofd onzer gemeen
te voldoende den indruk gevestigd hebben,
dat de vertegenwoordigers uit alle kringen
der bevolking hun volk belangstelling aan
de plechtigheid der installatie gegeven heb
ben.
Zoo komen wij tot de rede van mr. W. C.
Bosman, die, door de ziekte van wethouder
Thomsen. èn als wethouder èn als waarne
mend burgemeester, een Hjdperk van inge
spannen arbeid in het b ang der gemeente
achter den rug heeft.
Gat mr. Bosman zich in zijp installatie-
reda niet tot een eenvoudigen gelukwensch
zou bepalen, was wel tc voorspellen
Als begaafd jurist cn kenner van de ge
schiedenis onzer staatsinrichting, heeft hij ge
legenheid gevonden in zijn installaticrsde
als 't ware een pleidooi voor grondwetsher
ziening ter verbetering van als onlogisch ge
voelde wettelijke bcpalingeu te houden.
Wij kunnen hierop komt het eerste deel
der instaliatierode neer piet den minsten
invloed uitoefenen op de keuze van het hoofd
onzer gemeente, wij hebben af te wachten
wien men ons sturen zal, wij hebben hem fe
bezoldigen en wie hij ook zijn moge, hun
zonder tegenspraak t? acceptcercu.
Dat lijkt op het eerste gezicht "■en minder
aangename en weinig vi -de u^ating voor
den nieuwen functmnnaris maar wij zijn er
van 'wcrt'Mpd dat zoowel de heer Wendelaar
*jL* lui ewicgrst ta d««l 4* JUa wuift» vol
doende hebben begrepen, dat het hier geens
zins een uiting van wrevel over een minder
gelukkige koninklijke benoeming betrof, dan
wel het gebruik maken van een gelegenheid
om op een leemte in onze grondwettelijke
bepalingen te wijzen.
trouwens, de waardcerende woordendoor
den heer bosman even later persoonlijk tot
mr. Wendelaar gericht, de onomwonden ver
klaring, dat diens staat van dienst op een ge
lukkige keuze wijst cn het hartelijk welkom,
hem ten slotte toegeroepen, zal den nieuwen
burgemeester wel dc overtuiging geschonken
nebben, dat, ai heeft Alkmaar dan zijn bur
gemeester ook „thuis gezonden" gekregen,
men zich in alle opzichten gelukkig mag re
kenen dat die zending zoozeer aller goedkeu
ring heeft kunnen wegdragen.
bij ue bcsctinjviug van eenc plechtige in
stallatie, Uie toen een ecutgszins iccsicnjk ka-
raster moet urageu, znjgt men ouwiucscuug
dun inuruK, uat uien van Uen gocuen weg al-
raakt wanneer men. zien ptotseuug tn eeu be-
ttcuouwiug over Ue gesuueucuis van onze
grouuwot gaat verdiepen.
Maar ouiuat wij mans onze indrukken van
de jougstc instaiiaue weergeven, is het lo-
giscn nat wij liet door cku waarnemend bur
gemeester gesprokene met over het hoofd
mogen zien en tius ook onze zienswijze over
de ciour hem noodzakelijk geoordeelde ver
andering in onzk grondwettelijke bepalingen
wtuen geven.
Inderdaad is er iets vreemds cn onlogisch
in gelegen, dat, waar raausicdcn en weiuou-
ders in dc gemeente gekozen worden en uit
haar hurgers voortkomen, het hoold der ge
meente zeil een vreemdeling kan zijn
juist het hoofd der gemeente heelt meer
dan iemand anders tiaar beiangcn te verdedi
gen cn moet dan ook meer dan iemand au-
uers van hare geschiedenis eu hare bijzon
dere behoeften op de hoogte geacht worden,
hu daarom treft de grouawetsfcepahug,
die reeds van 1648 dateert, dat de voorzitter
van den raad door den Koning ook bui,ten
de ledeu van den raad benoemd en omslagen
wordt
Het is begrijpelijk, dat men uit een college
van raadsleden met steeds een geschikt bur
gemeester zal kunuen aanwijzen, maar de ge
neuk omschrijving tu de grondwet mag over
bodig genoemd worden, Er is in menige ge
meente ouder de gemeenten,treu zelf wel een
goede eu door velen gewilde burgemeester
aan tc wijzen, maar het schijnt wel of juist
de bepaling van. artikel 13!) der grondwet
van 1646 en in verband daarmede artikel bl
der gemeentewet, waarin bepaald wordt, dat
meu bij het benoemen vau een burgemeester
in het belang der gemeente kan afwijken van
de bepaling, dat de benoemde ingezetene der
gemeente ia, langzamerhand tot de gewoonte
geleid heeft, een burgemeester niet alleen niet
uit de raadsleden maar ook niet uit de ge
meen teuaren aan te wijzen.
Er zijn in den loop der jaren heel wat stem
men opgegaan ont het verkeerde der grond
wettelijke bepaling tu het licht tc stellen.
In 1848 heeft de staatscommissie een zoo
danige redactie van het betreffende grond
wetsartikel voorgesteld, dat „de wet kau ver
ordenen, dat de voorzitter door den Kouiug
wordt benoemd".
Maar in hare toelichting vergeleek de re
geering den voorzitter van den raad wat
niet logisch moet geoordeeld worden met
den Commissaris des Konings, wat 'n vóoruit-
loopen op de taak van den wetgever was, die
de gemeentelijke regeering kreeg samen te
stellen.
De grondwet moet den wetgever niet bin
den in de wijze der benoeming. In 1883 heeft
de staatscommissie voorgesteld, de benoe
ming van den voorzitter van den raad door
de wet te laten regelen, maar de regeering,
die zich bij de herziening in 1887 sterk tegen
het brengen van nieuwe denkbeelden in de
grondwet verzette, wees een desbeteffend
amendement af omdat zij niet tot verzwak
king van het Koninklijk gezag wilde mede-
Kerkwijk in de Kamer voorgesteld bij de wet
werken. Reeds in 1880 had het Kamerlid van
te bepalen, dat de raad aan den Koning eene
aanbeveling zou inzenden, wat niet iu strijd
met de grondwet geacht werd, omdat de Ko
ning aan die aanbeveling niet gebonden is
Niemand minder dan de groote staatsman
Thorbecke heelt zich in 1848 reeds tegen het
vastleggen in de grondwet van de benoeming
van den voorzitter vau den raad door de
Kroon uitgesproken.
In zijn bekende „Bijdrage tot de herziening
der grondwet", uit tie herzieningsdageu van
1848, zegt hij van het door dc regeering in
artikel 135 vastgelegde t>. a
„Deze bepaling grijpt m. I. in de taak
der wet. Het ontwei p der Coiiumssie zegt
in art. 132 terecht „de wet kau /«-ordenen,
dat de voorzitter door den K'onutg worde
betjoemd" om aan den wetgever een vrij
heid te laten, die hij anders, bij den regel
van het te lid van hetzelfde artikel, gebie
dend dat de leden van den Raad worden
gekozen door de ingezetenen, niet zou heb
ben Zal de keuze van den burgemeester,
"gelijk in Pruisen en zoovele andere Duit-
sche staten, geschieden dóoj dep Raad of
de burgerij en slechts goedkeuring van
Gouvernemcntswége behoeven, of zal hij,
als naar onze reglementen van 1815 en
1817 door den Koning worden benoemd
uit *m lijst via drie l«d«a van d*a Baad,
door-den Raad aangeboden, ecu stelsel,
hetgeen meer dan eene wijziging toeiaat,
b.v zóó dat die lijst altoos écu of twfce na
men van personen buiten den Raad moet
behelzen. Uf zai hij, hetgeen door het nli-
nisterieele ontwerp bedoeld schijnt, zonder
medewerking hetzij van .den Raad hetzij
van de burgerij door den Koning worden
aangesteld. Welke dezer vormen de voor
keur verdiene, hangt van den geheelen aan
leg der p4aatseiijke gemeente-inrichting,
van net formatie van het burgemeestersambt,
van zijne betrekking en tot dc gemeente en
tot tiet gouvernement, van de behoeften en
omstandigheden zóó zeer af, dat den wet
gever, welke dil tllcs moet beoordeelen en
regelen, ten aanzien van de benoeming van
liet hoofd des plaatseiijken bestuurs de
handen niet mogen worden geoonden. Het
is onredelijk, dat de grondwet op een enkel
stuk vooruitloopt op een stelsel, hetgeen
zij van den wetgever wacht".
Zoo is destjjds reeds het oordeel van Thor
becke geweest, maar de grondwet heeft bij de
herzieningen de beperkende bepaling behou
den en dat men opk in de latere jaieu daarin
geen verandering weuschte, kan blijken uit
ljef regeeringsvoorstel van 1913 op het
voetspoor van de staatscommissie van 1910
waarin de Koninklijke benoeming gehand
haafd wordt. Aan het hoofd van den raad
aldus dit voorstel staat een burgemeester,
die door den Koning wordt benoemd en
door hem ontslagen.
De rede van mr. W. C. Bosman heeft ook
ons op zijpaden gebracht en tot een beschou
wing van het vraagstuk der burgemeesters
benoeming geleid.
Voor wij weer in het goede spoor der
plechtige installatie komen, meeneu wij nog
even te moeten opmerken, dat de grondwets
beschouwing vau mr. Bosman zeer zeker
niet bedoeld zal zijn als een uiting van onte
vredenheid over het passceren van een voor
het burgemeestersambt geschikte en voor de
vervulling daarvan bereid gevonden, ingeze
tene onzer gemeente.
Had men te Alkmaar algemeen naar de "be
noeming van een onzer medeburgers ver
langd, dan zou deze zeer zeker door een ver
zoekschrift in de hand gewerkt kunnen zijn
Wij twijfelen er d n ook niet aan of de cri-
tiek van mr. Bosman op het door hem aange
haalde grondwetsartikel is uitsluitend het ge
volg van de behoefte van dezen jurist om te
gen wetsbepalingen, welke hem onpractisch
eu onlogisch toeschijnen, op elk daarvoor ge
legenheid biedend tijdstip de aandacht te ves
tigen.
En zoo komen wij terug tot 't meer met de
installatieplechtigheid zelve overeenstemmen
de deel van de redevoeringen van den waar
neemenden en den nieuwen burgemeester on
zer gemeente
Mr Bosman heeft niet nagelaten op het
moeilijke maar ook op het voldoening gevende
vau het burgemeestersambt in een stad als de
onze te wijzen en hij heeft met aller instem
ming de verwachting uitgesproken, dat mr.
W, C Wendelaar de rechte man op de rechte
plaats zal blijken.
In tegenstelling met wat velen waarschijn
lijk verwachten zullen wij niet tot een uitvoe
rige beschouwiug van de daarop volgende
reue van den nieuwen burgemeester overgaan.
Niet omdat wij die rede niet iu velerlei op
zicht van beteekems achten, maar omdat het
geen daarin gezegd is slechts ieders goedkeu
ring kah wegdragen en wij naar het verslag
van deze sympathieke rede kunuen verwijzen
met de eenvoudige mededeeling, dat zij onze
volkomen instemming heeft.
Het deed ous goed in deze rede allereerst
een woord van dank en hulde gebracht te zien
aan den man, die voor weinige weken, na
een arbeid van twintig jaren voor den bloei
der gemeente, van ons heen gegaan is.
De naam van burgemeester Ripping, van
den'man, die gewerkt heeft, zoolang het voor
hem dag was, uiocht bij de installatie van zijn
opvolger mei eere genoemd worden, zijn heen
gaan diende met waardeerende woorden voor
zijn arbeid herdacht te worden en wij zijn
er van overtuigd, dat de geheele burgerij van
harte zal instemmen met de door mr. Wende
laar'geuite beste wenschen voor een spoedig
herslei van den heer Ripping en met de hoop
dat hern en zijn gade in de omgeving hunner
keuze een gelukkige tijd wacht.
Uit de rede van mr. Wendelaar blijkt, dat
de nieuwe burgemeester, door zijn belangstel
ling voor Alkmaar gedreven, zich reeds van
den toestand waarin ouse gemeente op veler
lei gebied verkeert, op de hoogte gesteld
heeft-
En dit onderzoek naar de ligging, de betee-
kenis en de toekomst der gemeente, heeft bij
den heer Wendelaar een over het algemeen
gunskigen indruk achtergelaten.
Reeds nu is hij er van doordrongen, dat
vele toestanden ook verbetering eischen, dat
de woningnood gelenigd moet worden, dat de
stand der financien meebrengt, dat men de
tering naar de nering zal hebben te zetten en
dat er met de voorhanden middelen gewoe
kerd zal moeten worden.
Als het ware in verband met de door mr.
Bosnian geuite noodzakelijkheid om het ge
makkelijker te maken een burgemeester te be-
Meats die de gemeente kent an die dus de
aangewezen man is om voor de bijzondere
belangen der gemeente op de bres tc staan,
heeft mr. Wendelaar er op gewezen, dat on
der den invloed vau den crisistijd de omstan
digheden hebben meegebracht, dat de lands-
regeering de burgemeesters meer en meer be
last hebben met ue uitvoering cn handhaving
van centrale regelingen, die dikwijls tegen 't
gemeentebelang indruischen, zoodat dc bot
sing tusschen rijks- en gemeentebelang tegen
woordig veelal plaats vindt in den boezem
der burgemeesters.
Is het dan niet een voorrecht een burge
meester tc hebben, die als oud rijksambtenaar
het zich tot een hem sympathieke taak rekent,
het rijksbelang en het gemeentebelang nader
tot elkaar te brengen?
Burgemeester Wendelaar vreest geen scher
pe nu-eningsforinuleeringen der partijen en
zal als onpartijdige vóór alles het gemeente
belang voor oogen houden.
Maar dit gemeentebeang hij kan dit nu
reeds als zijn vaste en onveranderlijke over
tuiging uitspreken cischt vóór alles het
handhaven van dc orde.
Laten wij hopen, dat nimmer zal blijken
dat hij zich vergist heeft toen hij het ver
trouwen uitsprak, dat voornamelijk het
Noord-Hollandsche volk veel te goed be
grijpt, dat ter bereiking van zijn idealen de
ordelijke weg de zekerste en kortste is
Met de plechtige verzekering, dat hij zijn
geheele persoonlijkheid zal geven ten dienste
van Alkmaars belang heeft de heer Wende
laar liet burgemeesterschap van onze gemeen
te aanvaard.
Wij gelooven wel uit naam van Alkmaars
gchcelc burgerij te mogen spreken wanneer
wij onzerzijds de verzekering geven, dat de
ingezetenen onzer gemeente den nieuwen bur
gemeester van harte welkom hecten, dat zij
hopen, dat hij een waardig opvolger van den
aller sympathie genietenden oud-burgemees
ter Ripping zal zijn en dat men algemeen
gaarne zal willen medewerken om het burge
meesterschap van den heer Wendelaar zoo
aangenaam mogelijk voor hem zelve en daar
door zoo vruchtbaar mogelijk voor onze ge
meente te doen zijn.
BU1TENLANPSCH OVERZICHT-
Over den toestand in Italië heeft de oud
minister Bissolatie in een interview in de
Weekly Despatch dc oorzaken uiteengezet
van de voorkomende moeilijkheden.
Volgens hem zijn de nationalistische pro
paganda en het avontuur van d'Annunzio
oorzaak, dat de Italianen vergeten hebben dat
Trentino, Triest en ïstrië definitief aan Italië
zijn toegewezen en dat de Dalmatisrhe kwes
tie ook in de toekomst opgelost zou worden
Men meende in den oorlogstijd, dat' de
volkenbond alle toekomstige kwesties zou
oplossen. Maar Amerika is nu bezig dat
denkbeeld te vernietigen door den bond van
solidariteit te .verbreken.
Daarom voelt het Italiaanschc volk zich be
drogen en heeft het Lenisme in Italië zijn in
tocht gedaan.
Voor de verkiezingen hechtte de regeering
haar goedkeuring aan een eerlijke oplossing
van de Adriatiscne kwestie cn zou Dalmatie,
behalve Zara en Fiume, aan de Joego-Slaven
komen.
Maar de oplossing, die tot de verzoening
tusschen de Slaven en Italianen had kunnen
leiden, heeft hevigen tegenstand ondervon
den, zoowel van Engeland als Amerika.
Ónder die omstandigheden is het niet te
verwonderen dat het Italiaanschc volk in
een prikkelbare stemming verkeert.
Het interview is zeker daarom ook merk
waardig, dat de oud-minister geen woord
van afkeuring over het eigenmachtig optre
den van d'Annunzio geeft.
En dit toch is in ae allereerste plaats de
oorzaak van de botsingen die thans in Italië
tusschen de aanhangers van verschillende
partijen geleid hebben en die een reeds zoo
heftig karakter hebben aangenomen, dat er
verscheidene slachtoffers zijn gevallen.
Het verschil van meening tusschen Frank
rijk en Duitschland heeft nog niet tot over
eenstemming geleid en zal trouwens ook wel
niet tot een minnelijke schikking leiden.
Wij hebben er vroeger reeds op gewezen,
dat het hier ten slotte een machtskwestie is
en Duitschland als de zwakste partij wel zal
moeten toegeven
Volgens de Fransche bladen zou tijdens de
geheime zitting van den Oppersten Raad
Clcmenceau aan maarschalk Foch de meening
hebben te kennen gegeven, dat, gezien de
houding van Duitschland, alleen een ultima
tum voldoende uitwerking zou hebben. Vol
gens de Matin zou het ultimatum het bevel
tot ondertéekening van het protocol bevatten
en heden worden opgesteld.
En Duitschland, de zwakste, zal noodge
dwongen wel weer moeten toegeven.
Uit Berlijn wordt evenwel bericht, dat de
onderhandelingen te Parijs voortduren.
Tegenover ae sensationeele berichten, al
dus een telegram uit Berlijn, volgens welke de
Duitsche regeering zou zijn bedreigd door
een ultimatum der Entente om het slotproto-
col te onderteekenen en door twee nieuwe
nota's betreffende het verbod van het bedrijf
der Duitsche wapenfabrieken en de aanwen
ding van belastingopbrengsten voor de ren
tebetaling van de oorlogslcen.ingen, wordt
aan de Berlijnsche bladen op aanvraag aan
bevoegde zijde verklaard, dat van zulke
nieuwe dwangmaatregelen der Entente aan
de Barlijnsdia overheden niets bekend is.
BUITENLAND.
HET VREDESVERDRAG MET
HONGARIJE.
In een interview met een medewerker van
de Pester Lloy heeft generaal Bandholtz, het
hoofd van de Amerikaansche militaire zen
ding, verklaard, dat hij weliswaar niet in bij
zonderheden kan treden, maar wel kon zeg
gen, dat Hongarije bij het vaststellen der vre
desvoorwaarden zou kunnen rekenen op de
welwillendheid der entente, evenals op hun
materieelen en financieelen steun bij het her
stel van- zijn economisch leven. De entente is
vast voornemens de rechten der minderheden
te beschermen, waartoe een clausule in het
vredesverdrag opgenomen is. Ten slotte ver
klaarde de generaal dat Amerika ongetwij
feld na de oderteckcning van het vredesver
drag de vroegere vriendschappelijke betrekj
kingen met Hongarije in vollen omvang zou
hervatten, de ongehinderde overzending van
verdienste van emigranten en dergelijk ver
keer, zooals het in vredestijd gebruikelijk
was, inbegrepen
DE STAKINGEN IN ITALIë.
In Italië breidt d staking zich meer en meer
uit. In verscheidene plaatsen is het tot bloe-
utge botsingen gekomen. Te Turijn zijn 15
menschen gewond. Te Milaan is besloten de
staking vol te houden totdat de socialistische
tetders te Rome besluiten het werk te hervat
ten. Volgens de bladen hebben het vakver
bond en de socialistische partij de algemeene
werkstaking voor geheel tlalië geprocla
meerd.
VERPLEEGSTERS VOOR DE ZIEL.
Het Parjjsche blad „La Liberté" zet in een
artikel van den heer Mortimer Mayret de
wensdu lijkhetd uiteen om „verpleegsters voor
de ziel" aan te stellen, n.l. dames, die een be
paald bewijs van goéd zedelijk gedrag heb
ben verkregen, vrije toegang tot de hospita
len te verkenen, waar ze de verpleegsters
van lichaamswonden zullen bijstaan door het
hcclen der zielewónden der patiënten. Le
Caducée is hier sterk tegen, omdat een zieke
den noodigen zedelijkeu steun wel kan ver
krijgen van den arts of den geestelijke. Bo
vendien zal elke gewone goede verpleegster
door haar oewijztug en meevoelen dezen ze»
delijkcn steun reeds verleenenl
DE VEREENIGDE STATEN
EN MEXICO.
Er is een Exchange telegram uit New-
York dd. Woensdag, behelzende, dat de exi-
caansche toestand waarschtjnlijak nog ernsti
ger zal worden. Dat is af te leiden uit een
telegram uit Mexico(stad), waarin verslag
wordt gedaan van een onderhoud, dat een
vertegenwoordiger van de United Press heeft
gehau met een der Mexicaansche regeerings-
persouen. Deze verklaarde: „De positie van
Mexico ten opzichte van de Ver. Staten is
dezelide, als die welke was uiteengezet in on
ze nota van onlangs. Wij gaven in die nota
een uiteenzetting van de feiten in het geval
van den Amerikaanschec consulgeneraal
Jenkins, en in die feiten is geen wijziging ge
komen. Ongetwijfeld zijn de betrekkingen „de
licaat", maar wij gelooven met dat het al zoo
ver is gekomen dat er geen mogelijkheid meer
bestaat voor vreedzame beslechting, of dat
het waarschijnlijk is, dat zij tot een verstoring
van den vrede zullen leiden."
De Mexicaansche regeeringsman gaf de
meening te kennen, dat de Amerikaansche re
geering onjuist was ingelicht betreffende de
bijzonderheden van het geva-Jenkins en dat
zij de positie van Mexico verkeerd begrijpt.
Hij bleef volhouden, dat consulaire ambtena
ren niet staan boven de jurisdictie van de
staatsgerechtshoven, al verzekeren de Ver.
Staten ook het tegendeel.
Een interview wordt in de Ver. Staten op
gevat als een aanwijzing, dat Mexico op
nieuw zal weigeren, den Amerikaanschen
eisch tot uitlevering van Jenkins in te willi
gen. Weigert Mexico dat, dan zal het onge
twijfeld de crisis verhaasten en de onverwijlde
zorgen van president Wilson en het kabinet
noodzakelijk maken.
ALKMAARSCHE
EEN KOSTSCHOOL.SCHANDAAL TE
MENTON.
De Zweedsche regeering heeft aan de Fran>
sche regeering verzocht maatregelen te willen
nemen tegenover een zekere juffrouw Larsen,
die te Menton een pensionaat voor jonge
Skandinavische meisjes hield. Juffrouw Lar«
sen, zelf een Zweedsche, had in een kost>
school een aantal jonge Zweedsche meisjes
uit de beste families opgenomen. De meisjes
zouden er moderne talen enz, leeren. Het blijkt
nu, dat dit geheele pensionaat niet anders dan
een afzetterij van de ergste soort was. Klach.
ten van de leerlingen waren onmogelijk, daar
de brieven aan de scherpste controle waren
onderworpen. De meisjes waren geheel van de
buitenvtereld afgesloten, an kregan zoo goed
als geen eten. De Zwaedsche bladen, dia gan»
sche bladzijden aan dit schandaal wijden, ge*
ven een lijstje weer van de oneetbare gerech»
ten, die in de kostschool werden opgediend.
De leeraressen in deze kostschool werden nog
schandelijker behandeld dan de leerlingen.
Een Engelsche onderwijzeres moest in de
kleedkamer der meisjes slapen bij een ernstige
koude en werd gedwongen aan haar leerlin*
gen om eten te bedelen. De leerlingen, die
door mej. Larsen- werden opgenomen, moesten
vooraf 1500 frank betalen. Deze eigenaardige
directrice ontnam verder aan haar leerlingen
zooveel mogelijk juweelen. Ze verklaarde het
dragen van ringen en broches eenvoudig in
strjjd met de regelen van de kostschool en vet»
i klaarde alias varhaurd. Als ankals mals jas