DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN FT# 288. Honderd een en twintigste Jaargang. 1911) ZATERDAG 6 DECEMBER Uit den Alkmaarschen Raad. 0It nuRimir bsstaat Ult 3 bladen Abonnementsprijs bl] vooruitbetaling por 3 maanden f 2,00, franco per post f 2,50. Bewijsnummers 5 ct. Advertentieprijs 20 ct. per regel, grootore letters naar plaatsruimte. Brieven franse N V. Beek» en Handelsdrukkerij v/h. Harms. Coster Zoon, Voordam C O, Telef. Administratie Nr. 3. Redactie Nr. 33. Directeur: O. H KRAK. Hoofdredacteur: T|. H ADEMA, Het ia wel een zeer bijzondere raadsverga dering geweest, waarvan wij ditmaal een overzicht achrijvcn Zelden waa de agenda zoo kort cn zelden ook ia de belangstelling voor wat zich in de vergaderzaal onzer vroedschap afspeelde, zoo groot geweest. Nog voor weinige weken hebben wij bij het afscheid van burgemeester Ripping de raadszaal gevuld gezien met mannen en vrou wen uit alle kringen onzer burgerij en in de jongste raadsvergadering wera opnieuw van belangstelling in het hoold der gemeente blijk gegeven, toen de heer Wendelaar door deh oudsten wethouder als burgemeester van Alkmaar geïnstalleerd werd. Onzen indruk van deze installatie-vergade ring weer te geven is zeer zeker An aange name taak. Want daardoor zijn wij in de gelegenheid nog eens duidelijk in het licht te stellen, dat Alkmaar'» burgerij den nieuwen burgemees ter mot uitgestoken hand het welkom heeft toegeroepen en dat de eerste kennismaking aan beide zijden blijkbaar een hoogst aange nomen indruk heeit gevestigd. Wanneer wij van de installatie van een bur- f«meester spieken, dan denken wij onwille- curig terug aan de talrijke installaties in Srootcre cn kleinere gemeenten, die wij in en loop van vroegere journalistieke jaren hebben meegemaakt. Dan komt in onze herinnering weer de feestelijke ontvangst van een burgemeester en zijn familie aan de grens der gemeente, dan zien wij weer den stoet van rijtuigen, de eere- wacht ie voet of te paard, dc uit alle huizen wapperende driekleur cn hooren wij weer de vroolijke tonen der muziekcorpsen, die den fecalclijken stoet naar het gemeentehuis vooraf plachtten te gaan. Wanneer wij ons die installaties weer voor den geest halen, dan treft ons onwillekeurig de, laten wij het noemen, cenigsziris koele ontvangst, die den heer Wendelaar bij zijn aankomst in onze gemeente op den installatie- morgen ten deel Is gevsllen. Geen ecrcwacht, geen muziek, geen vlag gen, zelfs niet de driekleur uit het gemeente huis en op het perron bij het binnenatoomen van den trein slechts een stadhuisbode voor het in ontvangst nemen van de bagage en het overbrengen van de mededcellng, dat bui ten het station een rijtuigje op het plechtiglijk te installecren hoofd onzer gemeente stond te wachten. Wij willen hier even over spreken, omdat het ons gebleken is, dat vele gemeentenaren zich ten hoogste over een dergelijke ontvangst hebben verbaasd en er een nalatigheid vau het gemeentebestuur in gezien hebben. Maar juist om dezeit verkeerden indruk weg te nemen, is het noodig er even aan t* herinneren, dat de ontvangst zooals zij tjians aan het station heeft plaats gevonden, tn overleg met den heer Wendelaar geschied is, dat zij geenszins aan onverschilligheid of na latigheid i» te wijten, maar dat rekening werd gehouden met de omstandigheid, dat de familie Wendelaar nog tn den rouw over den tragischen dood van een familielid verkeert en er daaront prijsatelde, dat de ontvangst een zoo eenvoudig mogeljjk karakter zou dragen Dat er in werkelijkheid wel belangstelling voor dc installatie van den nieuw benoemden burgemeester was, dat de burgerij van Alk maar er haar volle aandacht aan geschonken heeft, dat heeft de ontvangst ten stadhuize bewezen en het ia de plechtigheid in de raadszaal geweest, die in de gegeven omstan digheden clan ook de kern van deze inhuldi ging heeft moeten vormen. De geheel gevulde raadszaal, de aanwezig heid van de familieleden van den heer en me vrouw Wendelaar, van vrijwel alle raadsle den en van allen die ambtelijk of persoonlijk met den burgemeester in contact zullen ko men, zal bij het nieuwe hoofd onzer gemeen te voldoende den indruk gevestigd hebben, dat de vertegenwoordigers uit alle kringen der bevolking hun volk belangstelling aan de plechtigheid der installatie gegeven heb ben. Zoo komen wij tot de rede van mr. W. C. Bosman, die, door de ziekte van wethouder Thomsen. èn als wethouder èn als waarne mend burgemeester, een Hjdperk van inge spannen arbeid in het b ang der gemeente achter den rug heeft. Gat mr. Bosman zich in zijp installatie- reda niet tot een eenvoudigen gelukwensch zou bepalen, was wel tc voorspellen Als begaafd jurist cn kenner van de ge schiedenis onzer staatsinrichting, heeft hij ge legenheid gevonden in zijn installaticrsde als 't ware een pleidooi voor grondwetsher ziening ter verbetering van als onlogisch ge voelde wettelijke bcpalingeu te houden. Wij kunnen hierop komt het eerste deel der instaliatierode neer piet den minsten invloed uitoefenen op de keuze van het hoofd onzer gemeente, wij hebben af te wachten wien men ons sturen zal, wij hebben hem fe bezoldigen en wie hij ook zijn moge, hun zonder tegenspraak t? acceptcercu. Dat lijkt op het eerste gezicht "■en minder aangename en weinig vi -de u^ating voor den nieuwen functmnnaris maar wij zijn er van 'wcrt'Mpd dat zoowel de heer Wendelaar *jL* lui ewicgrst ta d««l 4* JUa wuift» vol doende hebben begrepen, dat het hier geens zins een uiting van wrevel over een minder gelukkige koninklijke benoeming betrof, dan wel het gebruik maken van een gelegenheid om op een leemte in onze grondwettelijke bepalingen te wijzen. trouwens, de waardcerende woordendoor den heer bosman even later persoonlijk tot mr. Wendelaar gericht, de onomwonden ver klaring, dat diens staat van dienst op een ge lukkige keuze wijst cn het hartelijk welkom, hem ten slotte toegeroepen, zal den nieuwen burgemeester wel dc overtuiging geschonken nebben, dat, ai heeft Alkmaar dan zijn bur gemeester ook „thuis gezonden" gekregen, men zich in alle opzichten gelukkig mag re kenen dat die zending zoozeer aller goedkeu ring heeft kunnen wegdragen. bij ue bcsctinjviug van eenc plechtige in stallatie, Uie toen een ecutgszins iccsicnjk ka- raster moet urageu, znjgt men ouwiucscuug dun inuruK, uat uien van Uen gocuen weg al- raakt wanneer men. zien ptotseuug tn eeu be- ttcuouwiug over Ue gesuueucuis van onze grouuwot gaat verdiepen. Maar ouiuat wij mans onze indrukken van de jougstc instaiiaue weergeven, is het lo- giscn nat wij liet door cku waarnemend bur gemeester gesprokene met over het hoofd mogen zien en tius ook onze zienswijze over de ciour hem noodzakelijk geoordeelde ver andering in onzk grondwettelijke bepalingen wtuen geven. Inderdaad is er iets vreemds cn onlogisch in gelegen, dat, waar raausicdcn en weiuou- ders in dc gemeente gekozen worden en uit haar hurgers voortkomen, het hoold der ge meente zeil een vreemdeling kan zijn juist het hoofd der gemeente heelt meer dan iemand anders tiaar beiangcn te verdedi gen cn moet dan ook meer dan iemand au- uers van hare geschiedenis eu hare bijzon dere behoeften op de hoogte geacht worden, hu daarom treft de grouawetsfcepahug, die reeds van 1648 dateert, dat de voorzitter van den raad door den Koning ook bui,ten de ledeu van den raad benoemd en omslagen wordt Het is begrijpelijk, dat men uit een college van raadsleden met steeds een geschikt bur gemeester zal kunuen aanwijzen, maar de ge neuk omschrijving tu de grondwet mag over bodig genoemd worden, Er is in menige ge meente ouder de gemeenten,treu zelf wel een goede eu door velen gewilde burgemeester aan tc wijzen, maar het schijnt wel of juist de bepaling van. artikel 13!) der grondwet van 1646 en in verband daarmede artikel bl der gemeentewet, waarin bepaald wordt, dat meu bij het benoemen vau een burgemeester in het belang der gemeente kan afwijken van de bepaling, dat de benoemde ingezetene der gemeente ia, langzamerhand tot de gewoonte geleid heeft, een burgemeester niet alleen niet uit de raadsleden maar ook niet uit de ge meen teuaren aan te wijzen. Er zijn in den loop der jaren heel wat stem men opgegaan ont het verkeerde der grond wettelijke bepaling tu het licht tc stellen. In 1848 heeft de staatscommissie een zoo danige redactie van het betreffende grond wetsartikel voorgesteld, dat „de wet kau ver ordenen, dat de voorzitter door den Kouiug wordt benoemd". Maar in hare toelichting vergeleek de re geering den voorzitter van den raad wat niet logisch moet geoordeeld worden met den Commissaris des Konings, wat 'n vóoruit- loopen op de taak van den wetgever was, die de gemeentelijke regeering kreeg samen te stellen. De grondwet moet den wetgever niet bin den in de wijze der benoeming. In 1883 heeft de staatscommissie voorgesteld, de benoe ming van den voorzitter van den raad door de wet te laten regelen, maar de regeering, die zich bij de herziening in 1887 sterk tegen het brengen van nieuwe denkbeelden in de grondwet verzette, wees een desbeteffend amendement af omdat zij niet tot verzwak king van het Koninklijk gezag wilde mede- Kerkwijk in de Kamer voorgesteld bij de wet werken. Reeds in 1880 had het Kamerlid van te bepalen, dat de raad aan den Koning eene aanbeveling zou inzenden, wat niet iu strijd met de grondwet geacht werd, omdat de Ko ning aan die aanbeveling niet gebonden is Niemand minder dan de groote staatsman Thorbecke heelt zich in 1848 reeds tegen het vastleggen in de grondwet van de benoeming van den voorzitter vau den raad door de Kroon uitgesproken. In zijn bekende „Bijdrage tot de herziening der grondwet", uit tie herzieningsdageu van 1848, zegt hij van het door dc regeering in artikel 135 vastgelegde t>. a „Deze bepaling grijpt m. I. in de taak der wet. Het ontwei p der Coiiumssie zegt in art. 132 terecht „de wet kau /«-ordenen, dat de voorzitter door den K'onutg worde betjoemd" om aan den wetgever een vrij heid te laten, die hij anders, bij den regel van het te lid van hetzelfde artikel, gebie dend dat de leden van den Raad worden gekozen door de ingezetenen, niet zou heb ben Zal de keuze van den burgemeester, "gelijk in Pruisen en zoovele andere Duit- sche staten, geschieden dóoj dep Raad of de burgerij en slechts goedkeuring van Gouvernemcntswége behoeven, of zal hij, als naar onze reglementen van 1815 en 1817 door den Koning worden benoemd uit *m lijst via drie l«d«a van d*a Baad, door-den Raad aangeboden, ecu stelsel, hetgeen meer dan eene wijziging toeiaat, b.v zóó dat die lijst altoos écu of twfce na men van personen buiten den Raad moet behelzen. Uf zai hij, hetgeen door het nli- nisterieele ontwerp bedoeld schijnt, zonder medewerking hetzij van .den Raad hetzij van de burgerij door den Koning worden aangesteld. Welke dezer vormen de voor keur verdiene, hangt van den geheelen aan leg der p4aatseiijke gemeente-inrichting, van net formatie van het burgemeestersambt, van zijne betrekking en tot dc gemeente en tot tiet gouvernement, van de behoeften en omstandigheden zóó zeer af, dat den wet gever, welke dil tllcs moet beoordeelen en regelen, ten aanzien van de benoeming van liet hoofd des plaatseiijken bestuurs de handen niet mogen worden geoonden. Het is onredelijk, dat de grondwet op een enkel stuk vooruitloopt op een stelsel, hetgeen zij van den wetgever wacht". Zoo is destjjds reeds het oordeel van Thor becke geweest, maar de grondwet heeft bij de herzieningen de beperkende bepaling behou den en dat men opk in de latere jaieu daarin geen verandering weuschte, kan blijken uit ljef regeeringsvoorstel van 1913 op het voetspoor van de staatscommissie van 1910 waarin de Koninklijke benoeming gehand haafd wordt. Aan het hoofd van den raad aldus dit voorstel staat een burgemeester, die door den Koning wordt benoemd en door hem ontslagen. De rede van mr. W. C. Bosman heeft ook ons op zijpaden gebracht en tot een beschou wing van het vraagstuk der burgemeesters benoeming geleid. Voor wij weer in het goede spoor der plechtige installatie komen, meeneu wij nog even te moeten opmerken, dat de grondwets beschouwing vau mr. Bosman zeer zeker niet bedoeld zal zijn als een uiting van onte vredenheid over het passceren van een voor het burgemeestersambt geschikte en voor de vervulling daarvan bereid gevonden, ingeze tene onzer gemeente. Had men te Alkmaar algemeen naar de "be noeming van een onzer medeburgers ver langd, dan zou deze zeer zeker door een ver zoekschrift in de hand gewerkt kunnen zijn Wij twijfelen er d n ook niet aan of de cri- tiek van mr. Bosman op het door hem aange haalde grondwetsartikel is uitsluitend het ge volg van de behoefte van dezen jurist om te gen wetsbepalingen, welke hem onpractisch eu onlogisch toeschijnen, op elk daarvoor ge legenheid biedend tijdstip de aandacht te ves tigen. En zoo komen wij terug tot 't meer met de installatieplechtigheid zelve overeenstemmen de deel van de redevoeringen van den waar neemenden en den nieuwen burgemeester on zer gemeente Mr Bosman heeft niet nagelaten op het moeilijke maar ook op het voldoening gevende vau het burgemeestersambt in een stad als de onze te wijzen en hij heeft met aller instem ming de verwachting uitgesproken, dat mr. W, C Wendelaar de rechte man op de rechte plaats zal blijken. In tegenstelling met wat velen waarschijn lijk verwachten zullen wij niet tot een uitvoe rige beschouwiug van de daarop volgende reue van den nieuwen burgemeester overgaan. Niet omdat wij die rede niet iu velerlei op zicht van beteekems achten, maar omdat het geen daarin gezegd is slechts ieders goedkeu ring kah wegdragen en wij naar het verslag van deze sympathieke rede kunuen verwijzen met de eenvoudige mededeeling, dat zij onze volkomen instemming heeft. Het deed ous goed in deze rede allereerst een woord van dank en hulde gebracht te zien aan den man, die voor weinige weken, na een arbeid van twintig jaren voor den bloei der gemeente, van ons heen gegaan is. De naam van burgemeester Ripping, van den'man, die gewerkt heeft, zoolang het voor hem dag was, uiocht bij de installatie van zijn opvolger mei eere genoemd worden, zijn heen gaan diende met waardeerende woorden voor zijn arbeid herdacht te worden en wij zijn er van overtuigd, dat de geheele burgerij van harte zal instemmen met de door mr. Wende laar'geuite beste wenschen voor een spoedig herslei van den heer Ripping en met de hoop dat hern en zijn gade in de omgeving hunner keuze een gelukkige tijd wacht. Uit de rede van mr. Wendelaar blijkt, dat de nieuwe burgemeester, door zijn belangstel ling voor Alkmaar gedreven, zich reeds van den toestand waarin ouse gemeente op veler lei gebied verkeert, op de hoogte gesteld heeft- En dit onderzoek naar de ligging, de betee- kenis en de toekomst der gemeente, heeft bij den heer Wendelaar een over het algemeen gunskigen indruk achtergelaten. Reeds nu is hij er van doordrongen, dat vele toestanden ook verbetering eischen, dat de woningnood gelenigd moet worden, dat de stand der financien meebrengt, dat men de tering naar de nering zal hebben te zetten en dat er met de voorhanden middelen gewoe kerd zal moeten worden. Als het ware in verband met de door mr. Bosnian geuite noodzakelijkheid om het ge makkelijker te maken een burgemeester te be- Meats die de gemeente kent an die dus de aangewezen man is om voor de bijzondere belangen der gemeente op de bres tc staan, heeft mr. Wendelaar er op gewezen, dat on der den invloed vau den crisistijd de omstan digheden hebben meegebracht, dat de lands- regeering de burgemeesters meer en meer be last hebben met ue uitvoering cn handhaving van centrale regelingen, die dikwijls tegen 't gemeentebelang indruischen, zoodat dc bot sing tusschen rijks- en gemeentebelang tegen woordig veelal plaats vindt in den boezem der burgemeesters. Is het dan niet een voorrecht een burge meester tc hebben, die als oud rijksambtenaar het zich tot een hem sympathieke taak rekent, het rijksbelang en het gemeentebelang nader tot elkaar te brengen? Burgemeester Wendelaar vreest geen scher pe nu-eningsforinuleeringen der partijen en zal als onpartijdige vóór alles het gemeente belang voor oogen houden. Maar dit gemeentebeang hij kan dit nu reeds als zijn vaste en onveranderlijke over tuiging uitspreken cischt vóór alles het handhaven van dc orde. Laten wij hopen, dat nimmer zal blijken dat hij zich vergist heeft toen hij het ver trouwen uitsprak, dat voornamelijk het Noord-Hollandsche volk veel te goed be grijpt, dat ter bereiking van zijn idealen de ordelijke weg de zekerste en kortste is Met de plechtige verzekering, dat hij zijn geheele persoonlijkheid zal geven ten dienste van Alkmaars belang heeft de heer Wende laar liet burgemeesterschap van onze gemeen te aanvaard. Wij gelooven wel uit naam van Alkmaars gchcelc burgerij te mogen spreken wanneer wij onzerzijds de verzekering geven, dat de ingezetenen onzer gemeente den nieuwen bur gemeester van harte welkom hecten, dat zij hopen, dat hij een waardig opvolger van den aller sympathie genietenden oud-burgemees ter Ripping zal zijn en dat men algemeen gaarne zal willen medewerken om het burge meesterschap van den heer Wendelaar zoo aangenaam mogelijk voor hem zelve en daar door zoo vruchtbaar mogelijk voor onze ge meente te doen zijn. BU1TENLANPSCH OVERZICHT- Over den toestand in Italië heeft de oud minister Bissolatie in een interview in de Weekly Despatch dc oorzaken uiteengezet van de voorkomende moeilijkheden. Volgens hem zijn de nationalistische pro paganda en het avontuur van d'Annunzio oorzaak, dat de Italianen vergeten hebben dat Trentino, Triest en ïstrië definitief aan Italië zijn toegewezen en dat de Dalmatisrhe kwes tie ook in de toekomst opgelost zou worden Men meende in den oorlogstijd, dat' de volkenbond alle toekomstige kwesties zou oplossen. Maar Amerika is nu bezig dat denkbeeld te vernietigen door den bond van solidariteit te .verbreken. Daarom voelt het Italiaanschc volk zich be drogen en heeft het Lenisme in Italië zijn in tocht gedaan. Voor de verkiezingen hechtte de regeering haar goedkeuring aan een eerlijke oplossing van de Adriatiscne kwestie cn zou Dalmatie, behalve Zara en Fiume, aan de Joego-Slaven komen. Maar de oplossing, die tot de verzoening tusschen de Slaven en Italianen had kunnen leiden, heeft hevigen tegenstand ondervon den, zoowel van Engeland als Amerika. Ónder die omstandigheden is het niet te verwonderen dat het Italiaanschc volk in een prikkelbare stemming verkeert. Het interview is zeker daarom ook merk waardig, dat de oud-minister geen woord van afkeuring over het eigenmachtig optre den van d'Annunzio geeft. En dit toch is in ae allereerste plaats de oorzaak van de botsingen die thans in Italië tusschen de aanhangers van verschillende partijen geleid hebben en die een reeds zoo heftig karakter hebben aangenomen, dat er verscheidene slachtoffers zijn gevallen. Het verschil van meening tusschen Frank rijk en Duitschland heeft nog niet tot over eenstemming geleid en zal trouwens ook wel niet tot een minnelijke schikking leiden. Wij hebben er vroeger reeds op gewezen, dat het hier ten slotte een machtskwestie is en Duitschland als de zwakste partij wel zal moeten toegeven Volgens de Fransche bladen zou tijdens de geheime zitting van den Oppersten Raad Clcmenceau aan maarschalk Foch de meening hebben te kennen gegeven, dat, gezien de houding van Duitschland, alleen een ultima tum voldoende uitwerking zou hebben. Vol gens de Matin zou het ultimatum het bevel tot ondertéekening van het protocol bevatten en heden worden opgesteld. En Duitschland, de zwakste, zal noodge dwongen wel weer moeten toegeven. Uit Berlijn wordt evenwel bericht, dat de onderhandelingen te Parijs voortduren. Tegenover ae sensationeele berichten, al dus een telegram uit Berlijn, volgens welke de Duitsche regeering zou zijn bedreigd door een ultimatum der Entente om het slotproto- col te onderteekenen en door twee nieuwe nota's betreffende het verbod van het bedrijf der Duitsche wapenfabrieken en de aanwen ding van belastingopbrengsten voor de ren tebetaling van de oorlogslcen.ingen, wordt aan de Berlijnsche bladen op aanvraag aan bevoegde zijde verklaard, dat van zulke nieuwe dwangmaatregelen der Entente aan de Barlijnsdia overheden niets bekend is. BUITENLAND. HET VREDESVERDRAG MET HONGARIJE. In een interview met een medewerker van de Pester Lloy heeft generaal Bandholtz, het hoofd van de Amerikaansche militaire zen ding, verklaard, dat hij weliswaar niet in bij zonderheden kan treden, maar wel kon zeg gen, dat Hongarije bij het vaststellen der vre desvoorwaarden zou kunnen rekenen op de welwillendheid der entente, evenals op hun materieelen en financieelen steun bij het her stel van- zijn economisch leven. De entente is vast voornemens de rechten der minderheden te beschermen, waartoe een clausule in het vredesverdrag opgenomen is. Ten slotte ver klaarde de generaal dat Amerika ongetwij feld na de oderteckcning van het vredesver drag de vroegere vriendschappelijke betrekj kingen met Hongarije in vollen omvang zou hervatten, de ongehinderde overzending van verdienste van emigranten en dergelijk ver keer, zooals het in vredestijd gebruikelijk was, inbegrepen DE STAKINGEN IN ITALIë. In Italië breidt d staking zich meer en meer uit. In verscheidene plaatsen is het tot bloe- utge botsingen gekomen. Te Turijn zijn 15 menschen gewond. Te Milaan is besloten de staking vol te houden totdat de socialistische tetders te Rome besluiten het werk te hervat ten. Volgens de bladen hebben het vakver bond en de socialistische partij de algemeene werkstaking voor geheel tlalië geprocla meerd. VERPLEEGSTERS VOOR DE ZIEL. Het Parjjsche blad „La Liberté" zet in een artikel van den heer Mortimer Mayret de wensdu lijkhetd uiteen om „verpleegsters voor de ziel" aan te stellen, n.l. dames, die een be paald bewijs van goéd zedelijk gedrag heb ben verkregen, vrije toegang tot de hospita len te verkenen, waar ze de verpleegsters van lichaamswonden zullen bijstaan door het hcclen der zielewónden der patiënten. Le Caducée is hier sterk tegen, omdat een zieke den noodigen zedelijkeu steun wel kan ver krijgen van den arts of den geestelijke. Bo vendien zal elke gewone goede verpleegster door haar oewijztug en meevoelen dezen ze» delijkcn steun reeds verleenenl DE VEREENIGDE STATEN EN MEXICO. Er is een Exchange telegram uit New- York dd. Woensdag, behelzende, dat de exi- caansche toestand waarschtjnlijak nog ernsti ger zal worden. Dat is af te leiden uit een telegram uit Mexico(stad), waarin verslag wordt gedaan van een onderhoud, dat een vertegenwoordiger van de United Press heeft gehau met een der Mexicaansche regeerings- persouen. Deze verklaarde: „De positie van Mexico ten opzichte van de Ver. Staten is dezelide, als die welke was uiteengezet in on ze nota van onlangs. Wij gaven in die nota een uiteenzetting van de feiten in het geval van den Amerikaanschec consulgeneraal Jenkins, en in die feiten is geen wijziging ge komen. Ongetwijfeld zijn de betrekkingen „de licaat", maar wij gelooven met dat het al zoo ver is gekomen dat er geen mogelijkheid meer bestaat voor vreedzame beslechting, of dat het waarschijnlijk is, dat zij tot een verstoring van den vrede zullen leiden." De Mexicaansche regeeringsman gaf de meening te kennen, dat de Amerikaansche re geering onjuist was ingelicht betreffende de bijzonderheden van het geva-Jenkins en dat zij de positie van Mexico verkeerd begrijpt. Hij bleef volhouden, dat consulaire ambtena ren niet staan boven de jurisdictie van de staatsgerechtshoven, al verzekeren de Ver. Staten ook het tegendeel. Een interview wordt in de Ver. Staten op gevat als een aanwijzing, dat Mexico op nieuw zal weigeren, den Amerikaanschen eisch tot uitlevering van Jenkins in te willi gen. Weigert Mexico dat, dan zal het onge twijfeld de crisis verhaasten en de onverwijlde zorgen van president Wilson en het kabinet noodzakelijk maken. ALKMAARSCHE EEN KOSTSCHOOL.SCHANDAAL TE MENTON. De Zweedsche regeering heeft aan de Fran> sche regeering verzocht maatregelen te willen nemen tegenover een zekere juffrouw Larsen, die te Menton een pensionaat voor jonge Skandinavische meisjes hield. Juffrouw Lar« sen, zelf een Zweedsche, had in een kost> school een aantal jonge Zweedsche meisjes uit de beste families opgenomen. De meisjes zouden er moderne talen enz, leeren. Het blijkt nu, dat dit geheele pensionaat niet anders dan een afzetterij van de ergste soort was. Klach. ten van de leerlingen waren onmogelijk, daar de brieven aan de scherpste controle waren onderworpen. De meisjes waren geheel van de buitenvtereld afgesloten, an kregan zoo goed als geen eten. De Zwaedsche bladen, dia gan» sche bladzijden aan dit schandaal wijden, ge* ven een lijstje weer van de oneetbare gerech» ten, die in de kostschool werden opgediend. De leeraressen in deze kostschool werden nog schandelijker behandeld dan de leerlingen. Een Engelsche onderwijzeres moest in de kleedkamer der meisjes slapen bij een ernstige koude en werd gedwongen aan haar leerlin* gen om eten te bedelen. De leerlingen, die door mej. Larsen- werden opgenomen, moesten vooraf 1500 frank betalen. Deze eigenaardige directrice ontnam verder aan haar leerlingen zooveel mogelijk juweelen. Ze verklaarde het dragen van ringen en broches eenvoudig in strjjd met de regelen van de kostschool en vet» i klaarde alias varhaurd. Als ankals mals jas

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1919 | | pagina 1